#2
SPartacus ● Gymnasium Camphusianum ● Jaargang 6 – Editie 2 – December 2010
Hallo allemaal, Eindelijk is het dan zover. Na een periode ontzettend zwoegen, met als klap op de vuurpijl natuurlijk de ons aller geliefde toetsweek, is het dan toch echt (bijna) kerstvakantie! Heerlijk warm binnen zitten voor de open haard (lees: verwarming) en de kerstboom, of toch naar buiten om sportief te schaatsen? Het kan allemaal, want vrije tijd strekt zich uit! Met een beetje gelukt valt er nog wat sneeuw, dan is het kerstgevoel helemaal compleet. Voor deze donkere dagen hebben wij een SPartacus gemaakt met een warm kersttintje, hopelijk vinden jullie hem leuk! In deze editie lezen jullie onder andere de uitwisselingsverhalen, een heel interessant dossier over de internationalisering en een aantal stukken van leraren. Altijd al benieuwd geweest naar het liefdesverhaal van onze leraren Wendy Dean en Ewout Gerards? Lees dan snel de Lovecalculator. Ook andere vaste rubrieken als Stylish Verantwoord en Het prikbord zijn natuurlijk weer in deze editie te vinden. Veel leesplezier gewenst! Groetjes, Marlies, Robbin en Fréderique
Inhoudsopgave: ● Kleine beetjes waardering - 2 ● ODBM.. mevrouw Nolten - 3 ● HOI.. de winter - 6 ● Update 6e klas - 7 ● Lovecalulator - 8 ● EMM.. de catering - 11 ● Bruggers -12 ● Let you ligh-hi-hi-t shine - 13 ● Scary Halloween - 16 ● Gymnasiaal onderwijs - 17 ● Straatvraag - 19
1
● Kunst en cultuur - 20 ● Hoor wie hakt daar.. - 23 ● Prikbord - 24 ● Lieve Sonja - 27 ● Sokicoon - 28 ● Stylish verantwoord - 29 ● EMM.. meneer Lutterkort - 32 ● Kerststress - 33 ● Dossier Internationalisering - 34 ● De redactie! - 38
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Kleine beetjes waardering Door: Lotte Spaans
Vanochtend, toen ik voor het eerst in een krant bladerde (ik weet het, een gymnasium leerling hoort dat elke dag te doen, maar voor mij waren al die kleine lettertjes onder saaie foto’s compleet nieuw), las ik een artikel over een boek dat een moeder heeft geschreven over dat Amerikaanse kinderen veel te veel onder druk worden gezet. Hoge cijfers halen, elke dag naar school, een zo goed mogelijke studie, te hard werken. Wat voelde ik me begrepen. Eindelijk. Die avond was ik namelijk, zoals elke avond, pas om 12 uur naar bed gegaan, omdat ik die middag om 3 uur uit was, anderhalf uur naar huis moest fietsen (ik kan er ook niets aan doen dat mijn ouders in de middle of nowhere zijn gaan wonen), om half 5 pas aan mijn toetsen kon beginnen, 2 uurtjes leren, eten, weer een paar uur leren -om even het argument ‘moet je maar vooruit leren’ te ontkrachten, met een normale hoeveelheid dagelijks maakwerk, dat elke leerling verplicht is te maken (elke leraar heeft er weer z’n eigen straf voor als je t niet doet), heb je, wil je op een normale tijd naar bed, geen tijd om vooruit te leren - ondertussen ruzies tussen vrienden oplossen, denken aan wat voor winterkleren ik moet kopen nu het zo koud aan het worden is, waar ik het geld daarvoor vandaan ga halen enneh, wat voor surprise zal ik maken? Toch zijn scheikunde en geschiedenis in mijn hoofd gekomen. Die nacht heb ik zelfs nog gedroomd (‘genachtmerriet’) over molecuulformules. Maar toen ik eenmaal achter mijn scheikundeblaadje zat, ben ik, met mijn hoofd op m’n rekenmachine, in een vredige eindelijk rustgevende droom terecht gekomen. Hoe kunnen leraren, ouders, opa’s en oma’s, de regering, de bejaarden, en de kinderen, nou verwachten dat wij in deze staat goede cijfers halen als we, door gebrek aan beter, in slaap vallen boven ons repetitieblaadje? Dat zijn ongetwijfeld die drukkende verwachtingen die de Amerikaanse leerlingen uit het artikel depressief maken en zorgen dat ze na hun afstuderen het liefst een jaar als wachter ‘s nachts in een bejaardenhuis zitten, omdat ze dan ook om kleine dingen gewaardeerd worden, leek mij ook wel wat, eens iets kleins doen. Dus ik ben ‘s ochtends een klein beetje later opgestaan, heb me een klein beetje minder gehaast, heb in elke les een klein beetje minder opgelet, naarmate de dag vorderde werd het opletten steeds een klein beetje minder, na het 8e uur ben ik een klein beetje langzamer naar beneden gelopen, heb een klein beetje langer met mijn vriendinnen staan kletsen, ben een klein beetje luier met de bus naar huis gegaan, en heb thuis een klein beetje minder aan mijn toetsen gedaan wat ervoor zorgde dat ik op de toets een klein beetje minder heb ingevuld. En het voelde goed! Ik weet dat veel van jullie al een klein beetje minder doen dan op school gewenst is en hoewel ik dat eerst een beetje vreemd vond, zouden jullie toch ook aan de hoge verwachtingen moeten willen voldoen? Ben ik het er nu helemaal mee eens. Een klein beetje minder doen, maakt de mens een klein beetje gelukkiger. Toen ik mijn toets, twee weken te laat nagekeken (de leraar had zelf blijkbaar ook een klein beetje minder gedaan), eindelijk terug had, merkte ik dat niet iedereen voor iets kleins gewaardeerd wordt. Ik kreeg namelijk een afkeurende blik toegeworpen met de mededeling: “dit kun jij beter, Lotte”! ‘T was een klein beetje een onvoldoende. Dus, omdat ik van hem geen waardering kon krijgen, heb ik mijzelf een schouderklopje gegeven voor mijn kleine bijdrage en ben, in plaats van zelfmoord te plegen, zoals dat een Amerikaans meisje had gedaan toen ze haar eerste onvoldoende had, een grote taart gaan kopen bij de supermarkt.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
2
Op de bank met.. mevrouw Nolten Door: Daan de Jager, Cato Montijn en Robbin Hoogendoorn In deze rubriek interviewen we voor elke editie van de SPartacus een opvallend, bijzonder of gewoon leuk personeelslid van onze school. Vorige keer interviewden we ons aller geliefde mevrouw Adriaanse, die het stokje doorgaf aan onze nieuwe docente Engels, mevrouw Nolten. Met haar praatten wij over haar passie, ballet, en over haar vak Engels. Naam: Magdalena -Leny- Nolten Geboortedatum: 31 oktober 1958 Woonplaats: Culemborg Goede eigenschappen: Geduldig, loyaal naar anderen, trouwe vriend Slechte eigenschappen: Mensen vinden haar perfectionistisch, twijfelen Favoriete boek: Liefhebster van de boeken van Virginia Woolf, bijvoorbeeld The Lighthouse Favoriete film: Films van Mike Lee zijn erg mooi, bijvoorbeeld Secrets and Lies Held: De conducteur die laatst op televisie verscheen. Hij had al veertien keer iemand voor de trein gekregen. Hij had het posttraumatisch stressyndroom, maar ging niet bij de pakken neerzitten en werd begrafenisondernemer. Zo wilde hij mensen een mooie laatste eer geven. Treindoden zouden namelijk nooit meer mooi opgebaard kunnen liggen.
We halen mevrouw Nolten op uit de lerarenkamer en zoeken een rustige plek in de school. Als we ons eenmaal op een goede plaats geïnstalleerd hebben, steken we van wal. De nieuwe docente begint te vertellen over haar verleden. Mevrouw Nolten is in Haarlem geboren. Daar heeft ze niet lang gewoond. Haar ouders verhuisden al snel na de geboorte van hun dochter naar Den Haag en namen kleine Leny uiteraard mee. Tot haar vijftiende heeft mevrouw Nolten in Den Haag gewoond. Ze ging er naar de lagere school en begon er aan haar middelbare school. Toen ze vijftien was, verhuisde het gezin Nolten naar Zaltbommel. Daar kwam mevrouw Nolten in de derde klas van het vwo terecht. Ze was een lieve, maar drukke leerling; ze kletste wat af. “Als ik nu thuiskom en zeg dat mijn leerlingen veel praten, moet mijn man, die ook mijn klasgenoot is geweest, daar smakelijk om lachen.” Deze lerares had geen spannend liefdesleven. Ze leerde haar man op de middelbare school kennen. In het eindexamenjaar bloeide de liefde op en sindsdien zijn ze altijd bij elkaar gebleven. Inmiddels is het stel al drieëndertig jaar bij elkaar. Na haar eindexamen ging mevrouw Nolten, tegen de wil van haar ouders, naar de balletacademie. Ze had jarenlang aan ballet gedaan naast school en wilde er graag in verder. Toen ze eenmaal geslaagd was, schreef ze zich in bij de balletacademie in Arnhem. Voor het ballet uiteraard, maar ook een beetje voor haar man. “Hij zat in dienst in Deventer, dus dat was lekker dichtbij”, aldus Nolten. Lang heeft ze niet van de school kunnen genieten. Na anderhalf jaar op de academie kreeg ze een schouderblessure die niet over ging. Er bleek een zenuw beschadigd. Ze moest haar droom opgeven. “Dat was echt een teleurstelling. Ik zou nooit soliste zijn geworden, maar ik had meer het idee dat ik lessen had kunnen gaan geven”, zegt mevrouw Nolten hier over. Ze moest stoppen met de balletacademie en kreeg nu ook geen toelage meer van haar ouders. Ze had haar kans gehad.
3
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Ze besloot te gaan werken en vond een baan als receptioniste. Op dinsdag en donderdag deed ze in de avonduren een middelbare opleiding Engels. Engels was altijd al haar beste vak op school en ze vond de taal vooral aantrekkelijk, omdat het literatuurgebied zo groot is. Ook haar oom en tante droegen een steentje bij aan haar liefde voor Engeland. Zij woonden in Engeland en waren zich “Engelser dan Engels” gaan gedragen. Oom en tante konden leuk vertellen over Engeland en als zij binnenkwamen, voelde kleine Leny meteen het Engelse sfeertje. Het waren excentrieke mensen, zoals er veel meer excentrieke mensen in Engeland wonen. De keuze voor het Engels was voor mevrouw Nolten, nadat zij stopte met de balletacademie, daarom snel gemaakt. Ze deed een jaar de MO Engels, waar ze heel veel huiswerk kreeg. Ze had een fulltime baan en de opleiding daarnaast bleek iets te veel van het goede. Vandaar dat ze na een jaar stopte met de opleiding. Ze werkte nog lang, volgde naast haar baan nog een aantal cursussen. “Ik was altijd wel met iets bezig, dat vond ik leuk.” Later vond onze lerares een baan als correctrice bij Kluwer Academic Publishers. Van over de hele wereld belandden wetenschappelijke stukken op haar bureau. Deze waren vaak geschreven in nogal ‘krom Engels’. Aan haar de taak de artikelen te verbeteren. Daarvoor was natuurlijk goede kennis van de Engelse taal een vereiste. Om deze kennis te verbeteren, deed mevrouw Nolten een gevorderde cursus bij de LOI. “Dat vond ik zo leuk dat ik bij de LOI de vertaalopleiding ben gaan doen.” Ze deed nog lange tijd correctiewerk, maar ze bleek er veel te precies voor. Het werk schoot voor geen meter op. “Ik zat over iedere zin te denken: nee, dat is het toch niet”, aldus Nolten. Het was wel heel leuk, maar als je denkt dat je als correctrice leuke romans zult nakijken, heb je het mis. Het werk van een correctrice bleek vooral te bestaan uit het corrigeren van technische handleidingen en dergelijke. Mevrouw Nolten kreeg bijvoorbeeld een keer een beschrijving van moeilijke software voor haar neus; “Nou, daar begreep ik de ballen van!” Dat technische Engels is natuurlijk erg lastig. Ze besloot dat dit toch niet haar droombaan was. Na 25 jaar bij Kluwer gewerkt te hebben, gaf ze haar baan op. Het bedrijf verhuisde naar India en zij ging niet mee. Nu moest ze iets nieuws bedenken om te gaan doen. Haar man werkte al in het onderwijs als tekenleraar en opperde het idee om ook in het onderwijs te gaan. Mevrouw Nolten gaf ook al bijles en besloot zes jaar geleden naar de lerarenopleiding te gaan. Terwijl ze naar school ging, liep ze stage op een school in Culemborg, die haar een vaste baan aanbood. Ze bleef en verheugde zich op de rust die het met zich mee zou brengen als ze klaar zou zijn met haar opleiding. “Maar toen ik eenmaal klaar was, vond ik het jammer dat ik nog maar zo weinig te doen had”, zegt de lerares. Ze besloot Engels te gaan studeren aan de universiteit in Leiden. Daar studeerde ze een paar jaar tussen de jonge studenten. Gelukkig kwam het vaker voor, dus ze trok niet veel bekijks. “Ik behoorde misschien tot de oudere garde, maar het leuke van de universiteit is dat het niet raar is.” Nog maar heel kort geleden rondde ze haar vakken af. Ze betreurt het dat ze niet meer naar Leiden hoeft.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
4
Genoeg levensbeschrijvingen nu. We brengen het gesprek op de hobby’s van onze docente. Nog altijd houdt ze erg veel van ballet. Ze volgt twee balletlessen per week. Voor uitvoeringen wordt ze nog wel eens gevraagd, maar ze doet er niet aan mee. Ze heeft er te weinig tijd voor en, zoals ze zelf zegt: “Als je jong bent is het nog schattig, maar op mijn leeftijd…” Ook kijkt mevrouw Nolten graag naar ballet. Met een vriendin gaat ze geregeld een avondje uit. Ze eten een hapje en gaan daarna naar een dansvoorstelling. Vroeger ging ze met gemengde gevoelens naar balletvoorstellingen. Daar had ik ook kunnen staan, dacht ze dan. Nu heeft ze daar niet meer zo veel last van. Ze beseft dat ze voor een balletcarrière niet echt heel geschikt was geweest. “Ik had hartstikke plankenkoorts!” Ook lezen is een grote hobby van de kersverse lerares. Vooral van moderne literatuur kan ze genieten, omdat ze als lezer een erg grote rol toebedeeld krijgt. Tuinieren vindt mevrouw Nolten ook erg leuk om te doen en ze houdt erg van dieren. Ze heeft twee poezen en een hond en zorgt als de buren op vakantie zijn altijd voor alle katten. Tot slot vragen we mevrouw Nolten wat ze van onze school vindt. Ze viel voor de goede sfeer die hier hangt; de leerlingen en collega’s vindt ze erg aardig. De kleinschaligheid trok haar ook erg aan. Ze moest even haar draai vinden, omdat ze niet zo van heel nieuwe uitdagingen houdt; “Ik hoor graag bij het meubilair. Wat kleine veranderingen, dingen eraf en dingen erbij, dat vind ik goed”, aldus Nolten. We beëindigen het interview en vragen haar het stokje door te geven aan een collega. Na lang denken, valt het besluit op meneer Sommer. De man lijkt haar erg aardig en ze zou graag wat meer over hem te weten komen.
5
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Hoe overleef ik.. de winter Door: Sifra Eigenraam
Nou, de herfst hebben we gehad. Vooral veel regen en de zon hebben we weinig gezien. De zomer was eigenlijk al afgelopen voordat de herfst begon. En nu hebben we de winter. Hopelijk is er minder regen, maar waarschijnlijk wel sneeuw. Dit kan leuk zijn, maar op de fiets naar school is het niet al te handig. Buiten is het ook veel te koud en regenjassen zijn niet erg stylish. Maar ja, anders ben je soms zo doorweekt dat je pas droog bent als je weer naar huis gaat. En als er ijs op de weg ligt, val je altijd wel minstens één keer. Wanneer je opstaat, is het nog donker, en als je laat thuiskomt van school is het ook al bijna donker. Gezellig hoor… Maar… Aan de andere kant… De winter kan ook wel heel gezellig zijn. Misschien krijgen we wel een witte kerst! En als we geluk hebben gaat het vriezen zodat we in de kerstvakantie kunnen schaatsen. En als je terug komt van het schaatsen ga je natuurlijk warme chocolademelk drinken! ‘s Avonds kan je weer een oerHollandse winterstamppot eten. En wat een van de beste dingen van de winter is: er zijn weer oliebollen! Oud en nieuw is altijd super! Dus als je er van de winter het beste van wil maken, moet je maar denken aan alle leuke dingen van de winter. Het is soms lastig, bijvoorbeeld als je in een sneeuwstorm op de fiets naar school zit, maar het is altijd mogelijk om ergens het beste van te maken. En de winter is meestal supergezellig! Lang leve de kerstvakantie! De winter is toch zo erg niet. Ik heb al zin in Kerst en Oud en Nieuw! Merry Christmas everyone!
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
6
Update 6e klas Door: Nicky Smits
!!! Waarschuwing: lezen van dit stuk kan motivatieproblemen veroorzaken !!! In de vorige SPartacus konden jullie lezen hoe het voelde om een bijna-6e-klasser te zijn. Als ik dit schrijf is de eerste periode al bijna afgelopen, dus daarom (en omdat een zeker lid van de SPartacus-redactie nogal aandrong) hier het vervolg. Na een heleboel leuke dingen (zoals de entree tijdens de eerste schooldag en het maken van de examenfoto) is het nu: back to business. Tijd voor belangrijke dingen, onder te verdelen in twee categorieën: 1) dingen die leraren belangrijk vinden 2) dingen die echt belangrijk zijn Allereerst de dingen die leraren belangrijk vinden: goed opletten, lief je huiswerk maken en goede cijfers halen voor toetsen. Vooral dat laatste was de afgelopen tijd belangrijk, want we hadden namelijk toetsweek. Nu lijkt dat niet zo bijzonder, de hele bovenbouw had immers toetsweek, maar dat is het wel: in de 6e-klas heb je namelijk alleen nog maar toetsweek en geen toetsen meer tussendoor. De toetsweek is dus hét moment om te bewijzen wat je waard bent. Wat betreft schoolvakken dan. Tijdens het leren van super interessante dingen over de koude oorlog en sinusoïden, dacht ik erover na hoeveel kennis ik nou écht nog zou gaan gebruiken in de rest van mijn leven. De conclusie was: weinig, en dat brengt mij op het tweede punt: dingen die echt belangrijk zijn. Ik ben ervan overtuigd dat ik over een paar jaar echt niet meer weet hoe je de bezettingsgraad uitrekent, een wortelfunctie tekent of een franse brief schrijft; maar wat doet dat ertoe? Als ik over een paar jaar terugkijk op mijn middelbare schoolcarrière, dan denk ik aan andere dingen die veel belangrijker zijn dan welk schoolvak dan ook. Dan denk ik aan hoeveel ik gelachen heb tijdens lessen. Dan denk ik aan debatteren; hoeveel successen we hebben behaald (november ’10: 2e op de voorronde van het NK Scholieren!!!), maar vooral aan de gezelligheid. Dan denk ik aan de pauzes op de 3e verdieping bij de piano. Dan denk ik aan de superleuke en lieve mensen die mijn schooltijd de moeite waard maakten. Dit is geen betoog voor de afschaffing van school, want ik weet heus wel dat je bepaalde dingen nodig hebt om uiteindelijk een goede baan te krijgen, maar ik denk wel dat er op school meer tijd besteed kan worden aan andere dingen die belangrijk zijn. Uiteindelijk gaat het later bijvoorbeeld ook om samenwerken en dat leer je niet als een leraar tegen je zegt: ‘ik stop je in een groepje, veel succes ermee’. Je leert samenwerken als je begrijpt waarom je met de een wel goed kan opschieten en met de ander niet. Je leert samenwerken als je een docent hebt die jouw ontwikkeling belangrijker vindt dan je cijfers. Ik hoop dat er nog leraren zijn die inzien dat er meer is in klas 6 dan alleen het Centraal Eindexamen, want de middelbare school moet je voorbereiden op de rest van je leven. Niet op twee weken in de gymzaal.
7
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
De Lovecalculator Door: Aster van Laere en Lotte Spaans
Waar de liefde bij de jongere generatie soms ver te zoeken is, spat het er altijd vanaf bij de docentenromances. In de Love Calculator Special: meneer Gerards en mevrouw Dean. Deze liefde lijkt er één uit duizenden, maar… Wat zegt de Love Calculator?
Hoe en wanneer is jullie romance tot stand gekomen? G: 2005. Op een wandeltocht op vakantie in Montana. D: Ja, we zaten bij elkaar in de groep. Ik zag een gekke man. Hij kwam binnen en zei: “The flying Dutchman is here!” En toen dacht ik: nou, ik wil niet in zijn groep zitten eigenlijk. Toch waren het gewoon vijf heel leuke dagen. Was het op die vakantie al echte summer love? Of kwam die liefde later pas? G: Nee, dat kwam later pas. D: Nou, ik kwam na die vijf dagen terug en zei tegen mijn moeder: “Ik heb de man ontmoet met wie ik ga trouwen.” Maar echt liefde? G: En toen liet je haar mijn foto zien. D: Ja! Die ene met dat blauwe haar en die beugel! Blauw haar? G: Ja toen had ik een beugel en blauw haar, hier kun je de foto zien. D: Ik heb hem nooit zo gezien hoor. Alleen stuurde hij me die foto en toen liet ik die aan mijn moeder zien… G: En die schrok zich lam natuurlijk. Wanneer was jullie eerste date? D: Dat was 2 maanden later, toen kwam ik naar Nederland. G: We waren 1 maand daarvoor al wel aan het webcamdaten. Dan aten we allebei onze maaltijd voor de webcam. Maar onze eerste echte date was de eerste avond dat zij hier was. We gingen naar Amsterdam naar een comedy voorstelling over Amerikanen en Nederlanders die elkaar belachelijk maakten. En jullie eerste zoen hoe ging dat? Waren jullie zenuwachtig? D: Nee. G: Nou… Een beetje… *Kijkt naar Mw. Dean* Nee? Echt niet? D: Nee totaal niet. G: Ik wel hoor. Altijd spannend natuurlijk. D: Nee voor mij niet. G: Nou, mijn vrouw heeft dus geen enkele schroom, altijd handig. En toen kwam er een huwelijksaanzoek… Hoe heeft hij u gevraagd? G: We zijn eigenlijk pas getrouwd toen we in verwachting waren van Ben. Ik mocht helemaal geen huwelijksaanzoek doen, dat wilde ik wel maar dat mocht ik niet. D: Ja, we wisten al dat we wilden gaan trouwen en het is dan nogal stom als je dan vraagt: “Wil je met me trouwen?” We zijn uiteindelijk uit eten geweest in Gorinchem en daar heeft hij mij toch gevraagd. Maar ja, hadden we de ringen nou al? G: Ja, hahaha, we hadden de ringen daarvoor al gekocht.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
8
Zijn jullie getrouwd omdat jullie een kind kregen? D: Ja, eigenlijk wel. G: Nou, we zijn getrouwd, omdat we zo veel van elkaar houden hoor! D: Ja, maar we wilden eigenlijk niet trouwen. Alleen het was erg lastig met een kind. Als je dan niet trouwt, moet je eigenlijk net zo veel regelen met papieren als wanneer je wel trouwt. G: Maar het was geen verstandshuwelijk, hoor al lijkt het daar misschien wel op. Jullie zijn nu alweer een paar jaar getrouwd. Zitten jullie zo onderhand niet in een sleur? G: Nee, we gaan veel op vakantie. We nemen leerlingen mee naar Amerika om zo ook een beetje de sleur te doorbreken. D: Maar het is niet zo dat we echt iets moeten doen om geen sleur te krijgen in onze relatie. G: Het is nooit saai eigenlijk. Wat is de reden dat jullie ooit uit elkaar zouden gaan? D: Dat gaat niet gebeuren. We hebben het erover gehad en het gaat niet gebeuren. We kunnen elkaar echt gaan haten, maar we gaan niet uit elkaar. Misschien vind ik je over 10 jaar wel helemaal niet leuk, maar we blijven bij elkaar. En als de ander dan vreemd zou gaan? D: Gaat ook niet gebeuren! Daar hebben we geen tijd voor. *Meneer Van Dijk, die naast ons zit, kijkt ze vol verwondering en lichtelijk afkeurend aan.* Wie heeft de broek aan in jullie relatie? D: Ik. G: Ben ik zo’n volgeling? Nou, dat valt toch ook wel weer mee. Ik heb ook wel eens de broek aan. Maar ik heb van mijn schoonvader geleerd: “Always say yes dear, no dear.” En dan komt het allemaal goed. Waar gaan jullie ruzies over? G: Kleine dingetjes, vanmorgen wilde ze bijvoorbeeld niet met de auto. Ik zei: “Ga lekker met de auto.“ D: Maar ik wilde met de trein! G: Uiteindelijk is ze wel met de auto gegaan, dat is wel lief. Wat vinden jullie de slechtste eigenschap van elkaar? D: Hij is heel eigenwijs. Als hij zegt dat hij iets wil doen en dan zeg ik: “Ja moet je doen!” dan wil hij het al niet meer. Gewoon omdat ik dan vind dat hij dat moet doen. En dat kan heel lang duren. G: Zij is een beetje halsstarrig, maar verder gewoon perfect! *Van Dijk verslikt zich.* Tot slot, over 10 jaar zijn jullie…? Hebben jullie dan nog een kind? G: Je weet maar nooit? We sluiten het niet uit. D: Nog steeds bij elkaar en we werken hier nog steeds. G: Alleen zitten we dan in lokaal 1.19. D: En dan zit Ben hier op school.. G: Bij z’n moeder in de klas, arm kind.
9
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
En dan nu de uitslag:
78,5% Dat is meer dan redelijk, toch?! Maar wat heeft de toekomst in petto voor dit docerende stel? Als het oogappeltje van Huize Gerards (Ben) 13 jaar is, besluit hij beroemd te worden. Beroemd worden, zoals iedereen weet, doe je niet in Nederland. Alleen de mensen zonder talent gaan hier voor The Ultimate Fame. Nee, Ben wil naar Broadway. Alle stoere mensen gaan naar Broadway en worden daar beroemd. Ze schitteren daar, krijgen zestig vrouwen tegelijkertijd en verdienen tonnen met geld. Mevrouw Dean twijfelt geen seconde. Ze weet dat haar zoontje de beste danser is die er bestaat en met de looks zit het ook wel snor. Meneer Gerards twijfelt echter. Hij wil zijn leven niet zo maar omgooien. Als Mevrouw Dean hem even streng in de ogen kijkt en hem eraan herinnert dat ‘tot de dood ons scheidt’ betekent dat ze bij elkaar moeten blijven, stapt hij dan toch mee op het vliegtuig. De reis naar het beroemd worden gaat niet voorspoedig. Na vele tegenslagen belandt ons liefdeskoppel dan toch in de lang uitgestelde sleur. Hoe kon dit gebeuren? Een jaar lang ligt hun relatie onderaan de goot, maar dan koopt meneer Gerards een nieuwe Cabrio. Mevrouw Dean is dol op deze nieuwe jonge god en hun relatie is weer in topvorm. Niet lang erna krijg Ben zijn eerste grote rol in een sitcom en negen maanden later bezorgt de ooievaar een meisje bij het gelukkige gezinnetje.
Lerariteiten: - GR: “De school heeft ook een beetje obesitas.” - PH (over tics tijdens presentaties): “Als ik mezelf terug zie, denk ik soms echt PARKINSON!” - DM: “Mensen worden dommer door klimaatverandering.” - PR: “Als je bang bent voor flippende klassieken, mag je vast gaan.” - BF (eerste economieles): “Als je met mij komt praten, krijg je gewoon een hoger cijfer.” - LN: “Panterprintjes zijn echt gay.” - VL (over onderwatercamera): “Wat een lekker ding.” - DG: “Moet er nog iemand naar de schoolarts?” ll: “Ikke!” DG: “Nee… Dat was een ander mokkel.” - RU (brandalarm gaat af): “Oh, blijf maar zitten hoor jongens.” - LF (hoort een roepende man buiten zijn lokaal): “Wie is dat? Ik herken die stem helemaal niet.” ll: “Meneer Pruissen.” LF: “Doet hij een heel andere stem bij gym?” - PH: “Feminisme en lesbisch, een dodelijke combinatie.”
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
10
Een minuutje met.. de catering Door: Aster van Laere
Als gevolg van een wild idee van Mitra en Janneke (klas 5) en voor het profielwerkstuk van Joost, Remie en Sander (klas 6) is het zelfstudieplein sinds kort overladen met hongerige kindertjes. Begrijpelijk natuurlijk, want de tosti’s zijn overheerlijk. En zulke lage prijzen…. Daar zakt je broek toch vanaf. Vertel! Begin dit schooljaar is de kantine weggegaan en toen kwam Janneke op het idee zelf een kantine te kopen. Daarna zijn we naar de schoolleiding gestapt, zij waren het er mee eens. Toen hebben we een paar zesdeklassers aangesproken en die vonden het ook een goed idee en doen er nu hun PWS over. En nu staan we hier… We hebben best wel veel verkocht! Jullie staan nu gewoon achter een paar tafels, blijft dat zo? Of verhuizen jullie nog naar een andere plek? Voorlopig wel, want op zich is er geen ruimte waar we echt in kunnen. Dus voorlopig blijven jullie hier nog gewoon op de tafels je snoepgoed neerleggen. Jullie assortiment bestaat nu vooral uit de standaarddingen zoals KitKats, lolly’s en Lions. Zijn jullie nog spannende gerechten van plan? Woensdag soepdag met een stukje stokbrood en een gehaktbal? We beginnen klein, maar willen natuurlijk uiteindelijk wel gaan uitbreiden. Dan gaan we dingen als aardbeien met slagroom of ijsjes verkopen. Kijk, dat horen we graag! En wanneer stoppen jullie er weer mee? Ja niet! We blijven doorgaan tot we van school af zijn. Nou, mooi zo! En natuurlijk enorm bedankt voor het stillen van onze honger!
Wist je dat? - De hobby van mevrouw Hakkers breien is? - Meneer Van der Laar in Tokio heeft gewoond? - Hij ook een beetje Japans spreekt? - Mevrouw Nolten ooit vertalingwerk heeft gedaan? - Meneer Hurkmans een eigen hyvespagina heeft (http://goidige.hyves.nl)? - Meneer Ruitenbeek de norm ‘je mag iemand dood schieten’, ook wel vindt kunnen? - Mevrouw Van der Grint niet van shoarma houdt? - Zij wel wild is van Thais eten? - De excursie naar Lille voor klas 5 en 6 niet door is gegaan? - Beloofd is dat deze nog wel plaats zal vinden in de tweede helft van het schooljaar? - Wij hopen dat dit ook echt gebeurt?
11
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Bruggers Door: CW TIO
Dankzij al die nieuwe bruggers… - Blijft de kantine voortbestaan, - Krijg ik mails op Teletop (tering, wat raken die veel spullen kwijt), - Moet je je een weg banen tussen de kleine schrielmiepjes op de trap, - Wordt de akoestiek in de aula ten volle benut, - Is toch meer dan 75 % van de CJP-passen geactiveerd (waardoor de school geld krijgt?), - Kan niemand zijn fiets meer fatsoenlijk in de rekken plaatsen (ja conciërge, het ligt echt aan het teveel aan fietsen), - Is er nooit een duffe sfeer op school (je mag heus wel mee doen met tikkertje, als je het maar netjes vraagt!). Can’t live without them. CW TIO
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
12
Let your ligh-ih-ih-t shine! Door: Cato Montijn, Daan de Jager en Robbin Hoogendoorn Zondag 21 november 2010, 10 uur ‘s ochtends – Wij kunnen niet zingen. Nou ja, de meeste van ons kunnen niet zingen. Alleen Daan weet de juiste noot te raken. Wij kunnen ook niet dansen. Zelfs Daan kan niet dansen. Althans, niet zo goed. Wij hebben niets ingestudeerd. Wij weten niet eens welk liedje we zullen zingen. Wij zijn maar met zijn drieën. ABBA was met zijn vieren. Ons vierde lid kon niet komen. Toch staan wij hier op de bus te wachten. De bus zal ons naar Utrecht brengen. In Utrecht zullen we de trein nemen naar Hilversum. In Hilversum zullen we te voet verder gaan. Naar het gebouw van Blue Circle. Het gebouw zal zwart zien van de mensen. We zullen tot acht uur ’s avonds moeten wachten. We zullen maar anderhalve minuut onze kunsten vertonen. Na het verlossende woord gaan we naar huis. Misschien, het lijkt ons niet waarschijnlijk, zal dit proces zich herhalen. Misschien pakken we binnenkort de trein naar Amsterdam in plaats van die naar Hilversum. Misschien gaan we dan te voet naar de Heineken Music Hall, in plaats van naar het gebouw van de Blue Circle. Het lijkt niet waarschijnlijk. Het zou kunnen. Wij wachten op de bus omdat wij gek zijn. Gestoord. Achterlijk. Debiel. Krankjorum. Wij kunnen niets en we doen het toch. Het kan ons lekker toch niets schelen dat we af zullen gaan als een gieter. Helemaal niets. He-le-maal. Niets. De bus komt. We stappen in. De bus rijdt en wij bedenken wat we zullen zingen daar in Hilversum. ABBA? Leuk, maar De Toppers zijn ook lekker fout. Dat moeten we hebben, lekker fout. Daar gaan we voor. Het wordt Shine, van De Toppers. De bus stopt. Eindhalte: Centraal Station Utrecht. We stappen uit. Hollen naar het perron. Het is half elf. De trein gaat pas om acht over elf. Wij staan te kleumen op het perron. Wij besluiten te oefenen. Oefenen. We gaan oefenen voor onze act. Voor onze afgang. Daar gaan wij voor oefenen. Midden op een perron. Een openbare ruimte, waar iedereen ons kan zien. Daar oefenen wij. Cato kent het nummer niet. Daan en Robbin wel. Robbin is vals. Daan moet lachen. Cato heeft geen timing, is vals en moet lachen. Het gaat al prima. We zingen een fout liedje en dansen een fout dansje. Het gaat al prima. We leren het liedje stap voor stap beter kennen. Het gaat al prima. Niemand kijkt naar ons. Gelukkig. Let the darkness fade away. De trein komt. We stappen in. De trein rijdt en wij oefenen ons liedje nog eens. We zitten bijna alleen in een coupé. Bijna. Een vrouw lacht om ons. Het is een aardige lach. Ze vindt ons grappig. We zijn ook grappig. Ze wenst ons succes. Dat zullen jullie nodig hebben, zegt ze. Ja, zonder succes ben je nergens. Nee. Zonder talent ook niet, maar dat vergeten wij even. We vullen formulieren in. We oefenen ons lied nog eens. De vrouw lacht weer. Wij lachen mee. Het gaat al prima. De trein stopt. Hilversum. Wij stappen uit. Weten niet waar we naartoe moeten. Er zijn nog meer mensen die met routebeschrijvingen wapperen. Routebeschrijvingen waar een X op staat. Die moeten we hebben. Die moeten we volgen. We lopen een minuut of tien. Hilversum ligt in het Gooi. Of niet. In ieder geval lijkt het of Hilversum in het Gooi ligt. Er staan mooie huizen. Er is veel groen. Bruin. Er is veel bruin. Omdat het herfst is. Daarom is het niet groen, maar bruin. En kaal. Door de herfst. Step into a brighter day.
13
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Blue Circle, staat er op dat gebouw. Daar moeten we zijn. Er staat een opblaaskussen voor de deur. Een grote X verraadt waar we voor komen. We gaan naar binnen. In de rij. Formulieren afgeven, identificeren, sticker plakken. Robbin heeft een sticker op zijn buik. We lopen naar boven. Want daar moeten we zijn, boven. Boven zijn meer mensen, maar het ziet er niet zwart. Het is er wel warm. Op het balkon is niemand. Een goede plaats om te oefenen. Wij oefenen. Het gaat al prima. Goed genoeg. Er komt een man naar ons toe. Een irritante meneer. Hij praat met ons. Wil dat we ons dansje voor hem doen. No way. No. Freakin´. Way. Oh. De man hoort bij het programma. Nu moeten we wel. Jammer. We doen ons dansje. Voor de helft. Dan stoppen we. Voor hem zijn we door, zegt hij. Dan gaat hij weg. Wij ook. Wij gaan naar binnen. Er zijn geen stoelen meer. We nemen plaats in de vensterbank. Er komt een vrouw binnen. We beginnen een gesprek. Ze doet niet mee. Haar dochter wel. Haar dochter doet voor de vierde keer aan een talentenjacht mee. Ze hebben ooit van zeven uur ´s morgens tot half één ´s nachts moeten wachten voor een auditie, zegt ze. En ze werd eens bestempeld als boze moeder. Door die Joling was ze naar binnen geduwd. In de auditieruimte. Haar dochter komt terug. Ze is door. We feliciteren haar en nemen afscheid. We worden omgeroepen. Oei. Het is zover. Oeioei. We volgen een vrouw. Of een meisje. Een beetje ertussenin is ze. Een vrouwmeisje. In een groepje van twaalf volgen we haar. Een stuk of twaalf. De anderen doen wel serieus mee. Wij doen voor de grap mee. Alles voor de schoolkrant. Ja. We moeten wachten in een rij. Wij mogen in het midden. Wij krijgen een krukje. Achter ons moeten ze staan. Ha. We praten met een Almelose. Een meisje uit Almelo. “Is dat te horen dan”, zegt ze. Ja, dat is te horen. Leuk accent, dat Almeloos. Tukkers. Achterhoeks. We praten met een ander meisje. Geen Almelose. Ze wil haar naam pas verklappen als ze door is. Dan kunnen we haar volgen. Er is een Indische vrouw. Of iets uit die richting. Indonesisch misschien. Zoiets. Ze heeft een moeilijke naam. Ze mag als eerste. Het duurt lang. We horen niets. Dat is fijn, dat we niets horen. Kunnen zij ons straks ook niet horen. Gelukkig, fijn. Ze komt naar buiten. Ze is door. Wauw. Joepie. Next. Een jongen is niet door, een meisje ook niet. Een groepje van twee moet meer leden werven. Dan mag het naamloze meisje. Het duurt lang. Het duurt wel vaker lang. Langer dan je zou denken. Misschien lijkt het lang. Door de zenuwen. Wij zijn zenuwachtig. Wij hebben niets te verliezen. Maar we zijn toch zenuwachtig. Bah. Het naamloze meisje komt terug. Ze is door. Ze heet Carmen. Er is nog maar één iemand voor ons. Wij zitten er doorheen. Bah. Een jongen met een gitaar en een muts troost ons. Keep the spirit up, zegt hij. Okee. F*ck. We moeten. F*ck. We moeten! F*ck! Succes, zegt de Almelose. Let your light shine. Daar gaan we. Huppetee, nu gaan we. Eén, twee. We doen de deur open. We gaan de kamer binnen. Het is een soort rare studio. Een soort geluidsdempende muur. Wit. Plastic. Met bollen. Er zitten twee mensen. Een man en een vrouw. Blond, zijn ze. Er staat een camera. Een kleintje. Er ligt een X op de vloer. Daar moeten we staan. De X ligt los. Geeft niet. Hallo, zegt de meneer. Hallo, zeggen wij. Wie we zijn. Wij zijn Robbin, Daan en Cato. Waar ons vierde lid is. Weg. Kon niet, durfde niet, was ziek, wie zal het zeggen. We zijn maar met drie. Ook goed. Of we willen beginnen. Ja hoor. Nee. Ja. We moeten wel.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
14
We moeten wel. We beginnen. We beginnen! Daan lacht. De zenuwen, zegt hij. Opnieuw dan. We beginnen. Daan zingt. Robbin zingt. Cato zingt. Oef. Ai. Arme jury. We zingen met ons drieën. We doen ons dansje. We hebben zelfs fietslampjes. Wat een timing. Wat een talent. Wat een show. Tekst? Moeilijk. Vergeten. We mompelen af en toe maar wat. Het duurt te lang. Het duurt maar en het duurt maar. Let your lihight shiiiiine! Klaar. Afgelopen. De vrouw kijkt moeilijk. Moet ze lachen? De man niet. Hij kijkt neutraal. Wat we van ons zangtalent vinden, vraagt hij. Hmm. Niet ons sterkste punt. Volgens Daan zal het aanslaan bij het publiek. Ja hoor. Nee, vindt de meneer. De mevrouw zegt niets. Het is niet goed genoeg voor de volgende ronde, zegt de meneer. “Okee”, zeggen wij. Bedankt. Tot ziens. Dag. Wij gaan naar buiten. Weg uit dat hok. Weer naar de gang. Nee. Zeggen wij. Niet door. Helaas. Jammer. Zonde. Ze vinden ons zielig. Verbazen zich erover. Wij niet. Wij zijn allang blij. Wij hoeven niet in de Heineken Music Hall. Dag, zeggen wij. Dag, zeggen zij.
Wij gaan weg. Wij krijgen een sleutelhanger. Een X. Leuk. Hebben we toch nog iets overgehouden aan dit avontuur. Wij gaan naar buiten. Schreeuwen tegen de irritante meneer dat we niet door zijn. Jammer!, schreeuwt hij terug. Wij zwaaien. Kijken nog één keer achterom, naar het opblaasbare poortje met de X erop. Dag X. Dag talentenjacht. Dag jury. Dag boze moeder. Dag Almelose. Dag Carmen. Dag jongen met de muts. Dag Indiase mevrouw. Dag Blue Circle gebouw. Tot nooit meer ziens.
15
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Scary Halloween Door: Marie-Eline Moritz
Langs deuren gaan en bedelen om snoep verkleed als spook of heks. In Amerika wordt er fanatiek aan meegedaan…Halloween. Waarom eigenlijk niet in Nederland? Het is toch hartstikke leuk om met vrienden bij je buren aan te bellen en dan met jaszakken vol drop en chocolade naar huis te gaan? Juist. Met deze conclusie was ik het helemaal eens. Dus nam ik samen met een paar vrienden het initiatief dit jaar eens mee te doen aan Halloween. Maar als je met een groep 13- en 14-jarigen langs de deuren gaat en zegt: ``Je snoep of je leven!´´zul je het probleem tegenkomen dat de meeste mensen je hartstikke uitlachen en de deur zo voor je neus dicht gooien. Heel, heel erg triest. Maar ja, om dan zo voor gek te gaan staan, ging ons ook weer iets te ver. Dus besloten we het te houden op een avondje horrorfilm kijken. Dat hadden we beter niet kunnen doen. OMG wat een ontzettend enge, afgrijselijke film. Om meteen even reclame te gaan maken: we hebben The Descent 2 gekeken. Dat is een film die je absoluut niet moet kijken als je nog geen 28 bent. Het gaat over een politieteam dat in een mijn vier meisjes gaan zoeken, nadat een ander meisje, dat met die meisjes mee was gegaan, helemaal onder het bloed als enige teruggekomen was. Zodra ze de mijn zijn binnengegaan, stort de ingang in en kunnen ze niet meer weg. En dan begint de hel. Er blijken allemaal wezens te leven die mensenvlees eten en die je openscheuren en uit elkaar rukken als je ook maar één klein geluidje maakt. In principe dus een heel geschikte film om met Halloween te kijken, tenzij je kleine broertjes of zusjes hebt die wakker worden van je gegil. Want nee, zelfs de aller dapperste en stoerste jongens redden het niet zonder het uit te schreeuwen. En dan zaten we nog niet eens in een bioscoop met zo´n megascherm waarmee het nog eens tien keer enger is. Maar goed, afgezien van dat drama hebben we in ieder geval het genante deel bij de buren gemist. Maar als je door dit verhaal aangespoord bent om voortaan ook fanatiek aan Halloween mee te doen, ga dan toch maar ouderwets langs te deuren, want hoe erg je dan ook vernederd wordt: je kan die avond in ieder geval nog lekker dromen zonder zwetend van angst wakker te worden.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
16
Gymnasiaal Onderwijs Door: Jan van den Boom
Biedt een gymnasium vanzelfsprekend gymnasiaal onderwijs? Of wordt een gymnasium vanzelfsprekend bevolkt door leerlingen met een honger naar gymnasiaal onderwijs? Er zijn dagen dat je overal aan twijfelt. Je probeert bijvoorbeeld – weliswaar het eerste uur van de dag – iets uit te leggen wat enige intellectuele interesse veronderstelt aan klas 5 en onmiddellijk begint de klas te gonzen, gezellig, de leraar praat over zijn wereld, wij gaan ook gezellig kletsen over onze dingen. Als je vervolgens als docent iets van dit gedrag zegt (dat je dit gedrag ongymnasiaal vindt en eigenlijk ook onfatsoenlijk) heb je als docent de sfeer verpest, afgaande op de gezichtsuitdrukking van enkele dames. Ik vrees dat die leerlingen ook écht niet begrijpen waar die docent zich ineens zo druk over maakt: het wás toch gezellig Omdat ik vervolgens iets stoms deed met de beamer, waardoor ik even moest wachten tot hij was afgekoeld om hem daarna weer te kunnen starten, besloot ik door te vragen aan de klas wat volgens hen nu ‘gymnasiaal’ was. Als binnenkomertje vroeg ik verschillende mensen wat de reden voor hen was geweest om te kiezen voor onze school. Uit de kleine navraag bleek dat de kleine schaal waarop ons onderwijs plaatsvindt (nog wel…) en de – daar gaat hij weer – gezelligheid hoog scoorden als motief voor de keuze van onze school. Ik besloot de vragen wat te sturen. Om een knuppel in het hoenderhok te gooien, zei ik dat ik niemand had horen zeggen dat hij of zij gekozen had voor onze school vanwege de vakken Latijn en Grieks, vakken die voor mij ook niet typerend zijn voor gymnasiaal onderricht. “O nee, u geeft zelf toch die vakken?” Vervolgens probeerde ik uit te leggen dat het gaat om het verwijden van horizonten, het stellen van vragen in plaats van uit het hoofd leren van antwoorden, allemaal typisch gymnasiale bezigheden (ter geruststelling van ouders die denken dat ik mijn vak niet serieus neem: natuurlijk bieden Latijn en Grieks een uitstekende entree tot alles wat gymnasiaal te noemen is!). Gaandeweg de klassenpeiling bleek dat je vooral niet mocht suggereren dat onze leerlingen beneden de maat presteren. Ze voelen een enorme trots dat ze op het gymnasium zitten. Eigenaardig is dat veel leerlingen het consequent hebben over ‘gymnasium’ (een hoge opleiding) en ‘het VWO’ (een lager type onderwijs). Ik leg uit dat als iets VWO is (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) , dat dat dan het gymnasium is. Als de behoefte tot blikverruiming en vragen stellen (de gymnasiale attitude) niet spontaan aanwezig is, behoort het uiteraard tot onze taak om de leerlingen wel die kant op te krijgen. We doen ons best. De beamer daalde weer neer, Monteverdi kon zijn gang gaan. Bij het wat luidere geluidsniveau van de eerste 10 minuten viel het gepraat van sommige leerlingen nog niet zo erg op. Als de boodschapster komt met het nieuws dat Euridice, de vrouw van Orpheus, gestorven is, is de muziek ingehouden, de smart wordt voelbaar (we hebben het over een hoogtepunt uit de WestEuropese muziekgeschiedenis), de horizon wordt hier ingrijpend verbreed.
17
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Juist tijdens dit hoogtepunt zitten minstens 10 leerlingen vrij luid te praten (dames zowel als heren). Ik houd me in en concentreer me op de muziek en de leerlingen die geboeid naar de scène kijken. Als ik de muziek stop, zeg ik: “Dit bedoel ik nu, we hebben het net gehad over gymnasiaal onderwijs en meteen daarna zit een aantal leerlingen gewoon door de muziek heen te praten.” Ik heb niet gevraagd de muziek mooi te vinden (smaak moet je ontwikkelen, denk ik in stilte) , maar gevraagd om je open te stellen voor een ervaring. Aan het eind van de les vroeg ik enkele leerlingen die de muziek duidelijk mooi gevonden hadden of ze last hadden gehad van de pratende leerlingen. In eerste instantie zeiden enkele leerlingen dat ze het tóch wel konden volgen, later zeiden ze dat het eigenlijk wel storend was, dat gepraat. Als slot stelde ik de hele klas de vraag: “Wie vindt dat deze les aan hem/haar besteed is geweest?” Ruim de helft hief de hand op. Misschien moet ik als verzachtende omstandigheid nog vermelden dat sommige lessen (zoals KCV) gegeven moeten worden in groepen van 31 leerlingen. Voor sommige vormen van onderricht is dat erg groot. De rest van de dag merk je dat je uitbarsting (op mijn schaal van uitbarstingen een heel flauwe eruptie, niet nodig om voor te evacueren) doorgesproken wordt. Wat blijft hangen, is dat je boos geworden bent en de sfeer hebt verpest. Het leven kabbelt gewoon verder.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
18
Straatvraag Door: Rebecca Franco
De meesten van jullie hebben het waarschijnlijk al meegekregen. Het nieuwe rechtse kabinet heeft de lijfspreuk ‘snoeien om te groeien’, oftewel alle zogenoemde overbodige uitgaven verminderen. Volgens onze regering hoort cultuur ook bij de overbodige uitgaven. In het aankomende jaar zal ongeveer 220 miljoen euro bespaart worden op het cultureel programma, oftewel 21% van de huidige uitgaven aan cultuur. Dit betekent dat de btw zal stijgen van 6 naar 19% en de subsidies sterk worden verminderd. Niet alleen de extreme cultuurfans zullen het gaan merken. Zo wil de regering over twee jaar onze geliefde cultuurkaart opheffen en wordt Lowlands twintig euro duurder. Rondom deze bezuiniging is veel commotie ontstaan. Er zijn vele petities getekend, sites opgericht en manifestaties georganiseerd. Zelfs onze vriend Ramsey Nasr heeft er een gedicht over geschreven! Nu ben ik eens aan de toevallig voorbijkomende Gorkummers gaan vragen wat zij nou eigenlijk van de ‘culturele kaalslag’ vinden. Voor de culturele kaalslag! ‘Subsidie op domme toneelclubjes. Flikker op met die zooi.’ ‘Laat ze op eigen poten leren staan’ ‘Op een doek schijten en het kunst noemen. Daar hoeft wat mij betreft geen euro naar toe.’ ‘Eh, ik ga toch nooit naar een museum ofzo. Dus het maakt me niet zo uit.’ ‘Als er niet genoeg vraag naar een bepaald iets is, gaat de prijs daarvan omhoog, algemene economie kennis.’
Tegen de culturele kaalslag! ‘Ik ben tegen de bezuiniging. Wel moeten ze niet aan iedereen subsidie geven’ ‘Hoort TV ook bij cultuur? Want dat vind ik wel leuk.’ ‘Nou, van mij mogen ze op voetbal gaan bezuinigen!’ ‘Cultuur is juist belangrijk, en we moeten er juist trots op zijn.’
19
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Kunst en cultuur! Door: Div. Sinds de eerste editie van dit schooljaar is deze nieuwe rubriek ‘Kunst en cultuur!’ een feit. Iedere editie vinden jullie hier een recensie over een film, boek, concert of theatervoorstelling. Daarnaast staat op de tweede pagina een stuk van een leraar die iets leuks over kunst of cultuur te vertellen heeft. Dit keer is mevrouw Meeuwse aan het woord, die zelfs een twee pagina’s lang stuk heeft geschreven, dankuwel! Hoe toepasselijk is deze rubriek in tijden van ‘culturele kaalslag’ en forse bezuinigingen op kunst en cultuur. Wij vinden kunst en cultuur in ieder geval wel belangrijk genoeg om aandacht aan te besteden, hopelijk zal het kabinet dit ook heel snel inzien!
Recensie ‘Karakter’ – Door: Cato Montijn Het toneelstuk Karakter, naar het boek van Ferdinand Borderwijk, speelt zich af in de jaren ’20. Het vertelt het verhaal van een bastaardjongen, Katadreuffe, die graag hogerop wil komen. Zijn moeder, Joba Katadreuffe, was ooit dienstmeid bij de alom gevreesde deurwaarder Dreverhave. Hij verwekte bij haar een zoon. Zij wilde niet trouwen en werd dus alleenstaande moeder. Niet gemakkelijk, om als jongen op te groeien in dit interbellum. Katadreuffe, zijn voornaam is onbekend, groeit op in armoede. Hij wil graag hogerop komen en probeert geld te verdienen voor een studie. Hij begint een sigarenzaak, maar gaat al snel failliet. De deurwaarder die hem failliet verklaart, blijkt zijn eigen vader. Katadreuffe heeft echter geluk; hij wordt aangenomen op een advocatenkantoor, waar hij een baan en onderdak krijgt. Zijn vader blijkt de deurwaarder te zijn die nauwe contacten heeft met dit advocatenkantoor. Katadreuffe sluit om zijn studie te betalen een lening af bij zijn vader, maar deze lening heeft een woekerrente. Tot twee keer toe wordt hij door zijn vader failliet verklaard, tot twee keer toe weet hij het te redden. Door zijn gedrevenheid loopt hij de liefde van zijn leven mis, maar het is niet voor niets geweest: Katadreuffe brengt het tot advocaat. Heeft zijn vader hem tegengewerkt om hem sterker te maken? Karakter is een erg goed toneelstuk. Het wat ouderwetse taalgebruik is in het begin even wennen, maar in de loop van het stuk valt het niet meer op. Waldemar Torenstra zet een geloofwaardige Katadreuffe neer. Een onzekere jongen, maar ook een jongen die graag zelf iets wil bereiken. Katadreuffe is een bijna vervelend moralistisch persoon, hij wil het erg graag maken en aanvaardt daarbij geen enkele hulp van anderen. Krijgt hij geld aangeboden, al is het maar een tientje, dan wijst hij het aanbod af. Ook Joost Prinsen is perfect gecast voor de sombere, wat nare, Dreverhave. Met zijn dragende stem en zijn lange zwarte jas is hij het perfecte type voor de boze deurwaarder. Hij speelt erg goed en zet een heel geloofwaardig personage neer. In het wat tragische stuk zit erg veel humor. Op het advocatenkantoor wordt wat afgelachen en de karakters van alle personages zijn leuk en goed neergezet. De tragiek rijmt goed met de grappen en de acteurs weten dit erg goed uit te werken. Kortom een goed, tragisch doch grappig stuk dat een hoop lof verdiend heeft. Komt allen! Karakter is nog t/m 6 februari op verschillende locaties te bezoeken. Kijk voor meer informatie op www.hummelinckstuurman.nl
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
20
Kunst en cultuur zijn overal – Door: mevrouw Meeuwse Cultuur in de internationaliseringsweek met de Russen In de internationaliseringsweek voor de herfstvakantie zijn er weinig mensen op school. Dat is bewust zo gekozen om te veel lesuitval te voorkomen. Helaas heeft bijna niemand gezien dat er iets moois tot stand kwam op het gebied van cultuur. Negentien leerlingen, Russische en Nederlandse, hebben zich gebogen over een toneelstuk De Kersentuin van Tjechov. In kleine groepen werd de essentie van het stuk onderzocht en zijn er momenten uitgezocht om te spelen. Het werden drie stukken die over hetzelfde moment gingen, namelijk het niet kunnen kiezen in een moeilijke situatie. Thema: een oude adellijke familie die een landhuis met een bijzondere kersenboomgaard bezit, gaat failliet door verspilling. Een rijke koopman (nieuwe rijke) kan de boel kopen om vervolgens alles te slopen en er een vakantiepark van te maken. Eén gespeeld moment kwam uit het oorspronkelijke verhaal en twee momenten werden naar het heden gebracht. Vincent Fokker als Firs, een oude vergeten bediende die alles heeft gezien, praatte de delen aan elkaar. Het is fantastisch hoe in twee dagen negentien leerlingen een kleine productie in het Engels op poten kunnen zetten. Slechts een paar ouders, Russische leerlingen en leerlingen van onze school hebben het gezien.
Kunst in Antwerpen Ga je in de herfstvakantie naar Antwerpen dan ben je verzekerd van ontmoetingen met oud-leerlingen van onze school. Zij komen om te shoppen maar ook om kunst te zien. Een aantrekkelijke buurt is het gebied rondom het Museum voor Schone Kunsten. Veel bijzondere modezaken, het modemuseum, het museum voor hedendaagse kunst MHKA, goede restaurants en een jazzcafé! In dit gebied zag ik twee interessante tentoonstellingen die, als je er toch bent om te shoppen, heel boeiend zijn. Een modetentoonstelling van Stephen Jones, een unieke hoedenmaker die samenwerkt met grootse namen uit de modescene. Alles wat je op je hoofd zet wordt een hoed ondanks vorige betekenissen. Een feest voor het oog.
21
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
De tentoonstelling Schering en Inslag van fotograaf Gragie Horsfield (1949) in het museum MHKA was een cadeautje. De kunstenaar verwerkt foto’s, video’s en films van schijnbaar onbelangrijke gebeurtenissen tot enorme wandtapijten en wijst op gebeurtenissen om ons heen. Horsfield onderzoekt de relatie tussen individu en maatschappij. Het tapijt staat voor de maatschappij. In tapijten worden de draadjes samengevoegd tot een geheel en krijgen dan pas betekenis. Pixels uit een foto krijgen pas betekenis als ze samengevoegd zijn. Horsfield maakte bijvoorbeeld een foto van een concertmenigte in Napels. Op de foto valt één man op. De man staat in het midden van de massa, gekleed in een wit T-shirt met een rood vest, met de rechterhand op zijn hart. Het tafereel deed mij denken aan een zeventiende-eeuws schilderij, met Jezus in het midden. Het representeert Horsfields idee van ‘slow time’: “History lives in the present.” Door foto’s in wandtapijten te vertalen, wordt het verleden naar het heden getrokken. Horsfield gebruikt dit proces niet om tegenstellingen, maar juist om overeenkomsten in de geschiedenis aan te kaarten. Naast tapijten en foto’s aan de muren klinkt er een geluidskunstwerk door de ruimte. Net als de tapijten is ook dit geluidswerk opgebouwd uit verschillende achtergrondgeluiden. Horsfield legde ze gedurende vele jaren vast en het stuk bevat nu onder meer de achtergrondgeluiden van 11 september, waar Horsfield toevallig op dat moment in de buurt was. Tips Antwerpen: Schering en Inslag van Gragie Horsfield - 08.10.2010-16.01.2011 - MHKA Stephen Jones - 08.09.2010-13.02.2011 - MOMU Overzichttentoonstelling van Anselm Kiefer - 23.10.2010-23.01.2011 - KMSKA Rotterdam: De grote ogen van Kees van Dongen - 18.09.2010-23.01.2011 - Boijmans Van Beuningen Edvard Munch - 18.09.2010-20.02.2011 - Kunsthal Feest der Herkenning - 25.09.2010-16.01.2011 – Kunsthal
Lerariteiten: - DM: “Ja, jullie zijn allemaal vervloekt.” - DG: “Hahahaha… Oh, dat was zeker niet grappig?” - SO: “Ik wist dat jij dom was, maar dat het zo erg was…” - DE: “Dat stadje heet dus Kut!” - PH (heeft bijna een kwartier over stilstaan in de deuropening gepraat): “En daarom moet je dus NOOIT stil blijven staan in een deuropening.” - NO: “Mijn oma was niet zo gastvrij. Dan was het van: “Wil je thee, nee zeker?”…” - DG (zet filmpje op pauze): “Hoe gaat ‘ie nu weer verder? Door op het play-knopje te drukken?” - RU: “Dit is eigenlijk een heel leuke driehoek… dit vierkant.” - LN: “Ik krijg moordneigingen.” - DM: “Groene negers… Er zijn ook blauwe negers hoor!” - LF: “Dope shit hé?” - VL: “Een lesbisch meisje met een ei is een… (e)L-pod.” - LE: “Hier heerst een vingerverbod.”
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
22
Hoor wie hakt daar kinderen.. Door: Sifra Eigenraam.
Op 5 december vieren we niet de verjaardag van de Sint, maar zijn sterfdag. Sint komt bij elke volle maan op 5 december langs de huizen. Dit is echter niet om een cadeautje in de schoen te stoppen, maar om kinderen te vermoorden. In de middeleeuwen was Sint een bisschop die samen met zijn roversbende van alles plunderde op het platteland. Hij was zeker niet geliefd. De dorpelingen waren zo boos dat ze de bloeddorstige Niklas gingen vermoorden. Ze staken zijn schip in brand met hem erop en Sint overleefde dit niet. En nu, op elke 5 december met volle maan herrijst Sint uit de dood om de hoofden van kinderen af te hakken. Hij heeft maar één doel: wraak! Dit jaar is het op 5 december weer volle maan en Frank vindt dit afschuwelijk! Toen hij nog een klein kind was, heeft Sint zijn hele familie vermoord. Alleen Frank bleef over. Hij stapt naar de politie om ze te waarschuwen voor de verschrikkelijke moorden die gepleegd zullen worden op pakjesavond. De politie gelooft hem niet, ze zien hem eerder als verdachte. Frank gaat er nu zelf voor zorgen dat de mensen worden gered en dat er zo weinig mogelijk moorden gepleegd zullen worden. Zijn vrienden Goert en Lisa helpen hem hiermee. Ze zullen de Slechtheiligman moeten vermoorden, en dat kan maar op één manier… Hij moet vermoord worden zoals de mensen in de Middeleeuwen dat ook al hadden gedaan. Hij en zijn schip moeten samen verbrand worden, maar dit gaat niet zomaar. Sint laat zich niet zo makkelijk pakken. Het wordt een bloederige strijd tussen Sint en Frank, Goert en Lisa. Pakjesavond zal nooit meer hetzelfde zijn… Sint is een film van Dick Maas. Het is een horrorfilm met humor. Dit is dus echt een aanrader voor de horrorfan, maar je kan hem beter niet kijken als je niet zo van afgehakte hoofden houdt.
Wist je dat? - Meneer Van Leeuwen verhuisd is? - Je bij mevrouw Adriaanse in de les regelmatig iets lekkers mag gaan kopen in het Piazzacentrum? - Je dit dan wel voor heel de klas moet doen? - Je de klas dus moet trakteren (het is immers niet eerlijk als één iemand zit te eten en de rest niet)? - Mevrouw Meeuwse en mevrouw Vis hulp gaan krijgen bij hun lessen? - We namelijk een stagiair voor de kunstvakken krijgen? - De SPartacusredactie jullie een fijne Kerst en gelukkig Nieuwjaar wenst?
23
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Prikbord Door: Div
Youtubetips: Interview met UFO-piloot! (zwerver Utrecht) Een intrigerend interview met een man met een, om het zo maar te zeggen, eigen denkwijze. Dit is pas schieten Een heldhaftige politieagent in actie, zo ga je die bonnenschrijvers nog eens waarderen. Erik Hartman lacht gast uit Een heel oude, maar wel een heel goede. LOUIS VAN GAAL - Meister-Rede Een beetje steenkolenduits, maar vooral een ontroerende en fascinerende rede van onze Meister. Baby Bob Marley Hier zie je wat belangrijk is in de ontwikkeling van kinderen. Een tip voor later! Teenage Dream (with me) Voor de beginnende playbacker is dit een schitterend voorbeeld.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
24
Diggelens doldwaze moppen voor koude winterdagen!
Als de ijskristallen op de ramen staan, is het tijd voor warme chocolademelk en een goede grap. En welke grappen zijn beter dan die van meneer Van Diggelen? Dé moppenexpert heeft voor ons zijn beste gouwe ouwe grappen op een rijtje gezet. - Twee wormen liepen door de stad, zegt de één tegen de ander: “Hoe is het met je ouders?” Zegt de ander: “Ja niet zo goed, want m’n vader is gisteren gaan vissen!” - Waarom heeft een vrouw één hersencel meer dan een koe? Omdat ze anders het hele huis onder zou schijten! - Wat gaat er in beide landen omhoog als een Brabander naar België emigreert? Het IQ!
Zoek de volgende woorden, sommige woorden staan omgedraaid: kerstmarkt, kerstavond, kerstster, kerstklokje, kerstman, kerstboom, kerstbal, kerststol, kerstlichtjes, kerstdiner, kerstkrans, kerstsok.
J A P L L S D E Z R D P A E D I R R
25
D A Y O A E F N I R R R I A R B K V
R X A H L S S F G C E A F S H E P L
R O R G A A M T V I U G L G R I K M
I S E K J F O A C S J Z O S O E S H
S E L N Q A H S N A R K T S R E K R
A E O H K H D N E K I B S S E J F G
O M T C R C N T M I O I T N T K T E
K E L W A Z O K B O D B S M S O N S
S B I E N S V R M W A R R I T L H E
N L N Y E B A A T L E C E T S K P Y
E L K E R S T M A N V O K N R T G E
I S J K E R S T L I C H T J E S U H
A S A G K E R S T D I N E R K R E N
E C O Y V A E R S M E A E Z D E N O
T I E A M G K E K O S T S R E K Q N
A V E R A B T K I M B E D F O S L N
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
D E F I U D Y N I E L O M E E O E I
Handschriften test – Door: Lotte Spaans Laten wij eens kijken of jullie wel goed opletten tijdens de les, herkennen jullie de handschriften van leraren wel?
1 A) B) C) D)
Mevrouw van Amersfoort Mevrouw Meeuwse Meneer Sommer Mevrouw Hakkers
3 A) B) C) D)
Mevrouw van den Hil? Meneer Lutterkort Meneer Boom Meneer Sommer
2 A) Meneer van Leeuwen B) Mevrouw Daniels C) Meneer Gerards D) Mevrouw Dean
4 A) Mevrouw van der Laan B) Meneer Lutterkort C) Mevrouw Dolman D) Meneer van Dijk
5 A) B) C) D)
Mevrouw Dekker Mevrouw Dolman Meneer van Leeuwen Mevrouw van Amersfoort-
Antwoorden: 1C, 2A, 3A, 4B, 5B
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
26
Lieve Sonja.. Door: Sonja Heb jij ook een vraag voor Sonja? Schroom dan niet en stuur je probleem naar
[email protected] of stop je dilemma in de brievenbus op de 4e etage. Lieve Sonja weet op ieder innerlijk conflict een oplossing! Liefste Sonja, Toen ik in de eerste zat, was ik een outsider. Een stille nono, die gewoon niks kon. Toen ik in de 3e zat, veranderde mijn leven. Ik werd een succesvolle, populaire en bovenal bloedmooie chick. Mijn simpele HEMA-topjes ruilde ik in voor echte Hunkemöllerbh’s. Mijn oude sneakers verving ik door heuse merk-moonboots. Mijn zielige leventje ruilde ik in voor een nieuw leven, bij de GGC. Maar toen, lieve Sonja, op een dag, kwam er één of andere kale kerel, die blijkbaar veel te zeggen heeft, en die vertelde mij dat ik uit de GGC moest omdat mijn inzet niet goed genoeg was! Vaarwel gratis bier, vaarwel bovenbeste feesten, vaarwel lekkere drankjes met minstens net zo lekkere deejays. Mijn leven is ingestort. Al mijn sociale contacten willen niets meer met mij te maken hebben. Ik ben van Gossip Girl terug naar Discovery Channel. Och lieve Sonja, HELP! XOXO Ex-Partyanimal Lieve Ex-Partyanimal, Lang heb ik mijn hersens gebroken, mijn hersencellen gekraakt en mijn hersenkwabben gekneed over jouw dilemma. Hoe kan het mogelijk zijn, dacht ik, dat een populair persoon als jij zo diep kan zinken? Het antwoord ligt echter al erg dichtbij. Het was mij plots duidelijk. Wat bij jou het probleem is, liefje, is dat jij die coole girl nooit écht geweest bent. Diep vanbinnen ben jij nog altijd dat stille meisje. Die kale knikker heeft dat gezien. Tevens heeft hij geprobeerd de pijn iets te verzachten door te zeggen dat je geen inzet toonde, een ‘cool’ argument. Maar goed, genoeg psychologische praatjes, over tot het advies. Zet je sociale contacten van toen uit je hoofd, zij moeten je toch niet. Zoek nieuwe vrienden. Maak eens een babbeltje met dat meisje met peperkoek tussen haar beugel of ga eens uit met die jongen met de vette haren. Waan je tussen de kneusjes en wees één van hen! Geef je kinky moonboots aan het Leger des Heils en haal die heerlijk zittende bergschoenen weer eens tevoorschijn. Lees op vrijdagavond lekker in je eentje op de bank de National Geographic, in plaats van helemaal loesoe te gaan met je BFF in de Rodenburg. Wees wie je altijd bent geweest, wees wie je wilt zijn, wees die stille nono and be proud of it! It’s okay to be nerdy! Liefs, Sonja Hee Sonja, Zoals u vast niet is ontgaan, is het meisjestoilet omgetoverd tot een roddelwalhalla. Al vrij snel kwam dit ook mij ter ore. Ik besloot hier onmiddellijk een kijkje te nemen. Ik smulde van alle details over aan wiens busten wordt gezeten, wie de lekkerste boy is en wie het mooiste meisje. Och och, wat heb ik gegniffeld in mijn knuistjes, och och, wat een genot. Maar toen viel mijn oog op ‘Wie is het lelijkste meisje?’. En daar, lieve Sonja, daar stond mijn naam. Zwarte stift, grote dikke letters, geschreven in de rechterhoek. De tranen sprongen in mijn ogen. Vlug kneep ik af en ging voor de spiegel staan. Ik keek naar het meisje, wat ik toch altijd erg mooi had gevonden. Ben ik nu echt de lelijkste van de school? Sinds ik mijn naam heb zien staan, durf ik mij niet meer op de toiletten te begeven. Vroeger was ik altijd erg zeker van mijzelf, maar nu ontloop ik de mensen zo veel als een overvolle school als deze toelaat. Ik kan het beeld dat ik nu van mijn toekomst heb niet loslaten. Ik zal alleen eindigen, met mijn tien katten en mijn bank van de kringloop, waar velen en velen van mijn voorgangers winden op hebben gelaten. Lieve Sonja, wat moet ik doen?! Lelijke Ram Lieve Lelijke Ram, Allereerst moet ik je teleurstellen. Waarschijnlijk hoop jij namelijk dat ik zal zeggen dat jij absoluut niet lelijk bent, dat ieder mens wel iets moois in zich heeft en dat je de mensen maar moet laten praten. Het spijt me ontzettend, maar dit zal ik niet zeggen. Ik heb jou natuurlijk nog nimmer in levenden lijve gezien, en aangezien er uitsluitend bloedserieuze waarheden op de deuren van het meisjestoilet staan, ben ik genoodzaakt te geloven dat jij een afschuwelijk gedrocht bent. Het staat natuurlijk vast dat hier iets aan moet gebeuren, je uiterlijk is immers je visitekaartje? Ik kan je regelmatig bezoek aan schoonheidsspecialist, kuuroord, nagelstylist, fitnesscentrum, personal shopper, kapper, pedicure, diëtist en visagist dan ook van harte aan bevelen. Veel mensen knappen van een haarmaskertje hier en een mascaraatje daar al behoorlijk op. Sommige mensen zijn echter hopeloos. Als jij tot deze groep van de bevolking hoort die het minder goed heeft getroffen, valt er weinig voor je te doen. Wel zou ik je het adres van mijn plastisch chirurg kunnen geven. Hij doet zijn werk zeer goed, en is bovendien zeer knap. Helaas kan ik zijn naam, adres en praktijk hier niet vermelden, maar als je mij nog een mailtje stuurt, zal ik je het adres met plezier sturen. Ik zou het namelijk onverantwoord vinden om een lelijkerdje als jij voorgoed als mislukkeling door het leven te zien gaan. Liefs, Sonja
XXX Sonja 27
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Sokicoon Door: Aster van Laere Sinds er in de 15e eeuw een aantal slimme huisvrouwtjes bedachten dat ze koude voeten hadden, worden er sokken gemaakt. In het begin werden deze gebreid in de kleuren van de wol. Later bedacht men dat het leuk was om deze voetwarmers allerlei leuke kleurtjes en vormpjes te geven. Van Disneyfiguren tot pikante plaatjes, alles is tegenwoordig te koop. De prijzen van sokken variëren van een paar cent tot tientallen euro’s. Verder bestaan er drie hoofdlengtes sokken, waarvan de middelsok de meest gedragen is. Echte sokiconen bestaan er echter nog niet. De afgelopen weken heb ik rond gekeken op ons kleine schooltje en ik denk dat wij hier onze allereerste sokicoon hebben gevonden: meneer Lutterkort. Deze docent klassieke talen vertelt ons dat hij heel wat duiten over heeft voor warme voeten. “Sokken zijn belangrijk.” Aldus onze expert. Zijn sokken komen onder andere uit Amsterdam, Kiev en Milaan. Een man van de wereld dus. Wat het voordeel is van deze internationale sokjes is hem onduidelijk. “Het is gewoon leuk.” Hij vindt het belangrijk dat zijn sokken niet zichtbaar zijn, want dat hoort natuurlijk niet. Helaas is zelfs Meneer Lutterkort onzeker over zijn sokken. Hij vertelt dat hij het gevoel heeft dat er veel docenten op deze school toch een hoger sokgehalte hebben dan hijzelf. Als wij vragen waarom, ontwijkt hij de vraag en verandert hij snel van onderwerp. Figuurtjes en patroontjes hoeven van hem niet. Hij houdt het liever ‘casual’. Tot slot staat hygiëne boven alles voor deze classicus. Meneer Lutterkort probeert bijna elke dag schone sokken aan te trekken. Hét sokicoon van 2011 dus!
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
28
Stylish verantwoord Door: Frederique de Graaf en Jolijne Klein
Ook dit keer kozen wij vier slachtoffers uit leerlingen en docenten die op deze school rond lopen. Stuk voor stuk uniek qua stijl en met ieder een eigen mening over elkaar. Hoe zal ditmaal het oordeel luiden? Hoor het van de slachtoffers: Joël, Azra, Roos en Meneer van Leeuwen. LW; Dat is gewoon Joël. Azra; Is het zo koud op school dat je met een sjaal om moet lopen?! LW; Ik vind die sjaaltjes van Joël altijd zo leuk. Roos; De sjaal en het T-shirt zijn ook leuk, maar het is misschien leuker als hij er een stoer vest op aan trekt. Dat maakt het nog veel leuker dan het al is! Azra; Z’n witte T-shirt pas wel goed bij z’n witte schoenen. Roos; De schoenen erbij maken het leuk, stoer. Azra; Zijn broek hangt trouwens altijd tot op zijn knieën. Een broek is om op te hijsen!!! LW; Wat vind ik van de broek? Ik vind er niet zo heel veel van. Ik hou normaal niet zo van vaal, maar hier vind ik het wel leuk. Azra; Wel supervette schoenen. LW; Het lijkt me heel onprettig om mijn schoenen zo los te hebben, maar het ziet er wel grappig uit. Roos; Vans zouden er ook leuk bij staan. Als hij dan een donkerdere broek aan doet, is het heel leuk met de sjaal en het T-shirt! LW; Z’n kapsel zit altijd leuk, lekker door de war en nonchalant. Azra; Volgende keer misschien zo’n arafat-sjaal, ziet er leuker uit. Roos; Ik denk dat hij best gevoel heeft voor stijl.
Azra (6e klas) 29
Joël (4e klas)
LW; Sporty… Roos; Ik wil iets zeggen, maar ik durf het niet. Joël; Ze is gewoon mannelijk. LW; Ik vind het wel leuk, dat sporty, past wel bij haar. Roos; Nee, ik doe het toch maar niet. Joël; De broek is niet zo flatteus. LW; Die riem is echt afschuwelijk. Joël; Het kapsel is echt onverzorgd en dat maakt het geheel nog mannelijker. Roos; Beetje lullig als ik het zeg. LW; Waarom zit haar vest in haar broek? Zo wordt de riem benadrukt, en dat is niet goed. Joël; Ik vind haar riemen altijd zo lelijk. LW; Wel een leuke spijkerbroek. Heel sporty. Roos; Oké, ik doe het wel gewoon. Joël; Ik moet het nog een keer zeggen, die riem is echt achterlijk. LW; Ik denk dat ze haar riem zelf wel heel mooi vindt Joël; De schoenen zijn ook van de jongensafdeling, of niet soms? Roos; Het is een beetje pot-achtig.
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Roos (2e klas)
Azra; Heeey, dat is Roos Visser?! Joël; Ik ken haar helemaal niet. LW; Leuk dat ze Roos heet en roosjes op haar shirtje heeft. Joël; Het shirtje met de rozen vind ik wel schattig, maar toch is het net niet helemaal toppie. LW; Het is allemaal zo zwart. Daar houden meisjes van. Azra; Beetje gewoontjes, maar ziet er wel leuk uit. LW; Gelukkig heeft ze ook nog een beetje kleur erin. Joël; Jammer dat ze haar haar zo strak naar achteren heeft, los zou het toch leuker zijn. LW; Zoals de meeste mannen, houd ik gewoon van langer haar. Joël; Ik hou niet zo van die schoenen. Azra; Ik dacht eerst dat het Uggs waren, maar nu ik beter kijk, zijn het gewoon laarzen. LW; Haar schoenen zijn lekker op zo’n oktober, ik hou er niet zo van. Joël; Het rokje is wel heel onopvallend. Azra; Dat ‘rokje’ is wel erg kort ? Ik zou het zelf nooit dragen zo.
Azra; Dat is toch die ene van filosofie? Joël; Tsja… donker. Azra; Z’n kleding is wel lekker emo, allemaal donkere kleuren? Roos; Maar het kan er nog mee door, weet je wel. Joël; De afloop van zijn broek is heel raar. Nee, het model is echt drie keer niks. Roos; Zijn blouse moet langer en dan moet ‘ie in zijn broek. Azra; Hij zou trouwens zo tussen de leerlingen passen, ziet er namelijk niet oud uit. Roos; Z’n kapsel… laten we daar maar niet over praten. Joël; Z’n kapsel moet echt dood. Roos; Die schoenen, bootschoentjes? Azra; Zijn schoenen passen wel goed bij z’n outfit. Joël; Nee, dit is het niet. Roos; Donker. Het is heel donker. Het is allemaal zo net niet. Azra; Maar op de een of andere manier past z’n kleding wel bij z’n vak. Slimheid regeert !
Meneer van Leeuwen (docent)
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
30
31
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
Een minuutje met.. meneer Lutterkort Door: Aster van Laere en Frieda Barnhard Aan sommige mensen kun je zo zien dat zij een bruisend privéleven hebben. Zo ook Meneer Lutterkort. Hoe was uw weekend? Normaal. Aha. En wat doet u zoal in uw normale weekend? Ehm, sporten, lezen, nakijken. Sporten! Wat interessant! En welke sport beoefent u dan? Fitness. Als ik het niet dacht. En doet u dat dan thuis, alleen, met de gordijnen dicht? Of juist in de fitnessclub met een groep sportievelingen? Dat doe ik bij een club en ik ga samen met mijn echtgenote. Gezellig samen zweten. Hoe is dat dan zo met z’n tweeën? Uiteraard. Dat is reuze gezellig. De fitness draagt ook bij aan mijn conditie. Ik ben zonder twijfel de fitste leraar die op deze school rondloopt. De fitste leraar van deze school zegt u? Zelfs fitter dan meneer Pruissen en mevrouw Rademaker? Dat durf ik niet direct te zeggen, maar voor een classicus ben ik opvallend fit. Zullen we het daarbij houden? Prima, dank u wel en alvast veel succes met uw fitnessavontuurtje van aankomend weekend.
Lerariteiten: - GR (leerling komt te laat binnen): “Jij bent een recidivist!” - BS: “Vuile huichelaar.” - SO (tegen stelletje): “Kunnen jullie je echtelijke ontboezemingen ergens ander doen?” - DM: “Ik fluit wel naar lekkere wijven als ik zat ben.” - DE: “Waar zijn je boeken? ll: “Niet hier.” DE: “Dat kan eigenlijk niet kunnen.” - DG: “Ja, dat is heel hot!” - PH: “Ik ben blij dat ik niet katholiek ben! Dan zat ik heel de dag: “God sta me bij!”…” - HA: “Ga eens aan het werk jongens, al dat gehabbekak.” - LF: “Wie heeft behoefte de toets na te kijken? Ik niet.”
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
32
Kerststress Door: Daan de Jager
Sinterklaas is net weer vertrokken naar Spanje met zijn pakjesboot en het sinterklaasjournaalmysterie is opgelost. De stoute kindertjes (behalve de stoute PVV’ertjes) zitten in Sinterklaas’ kelder geketend cadeautjes in te pakken voor vólgend jaar. Iedereen heeft even rust, met nadruk op even. Het volgende feest staat alweer op de stoep. Namelijk het warme, ingeburgerde familiefeest Kerstmis. Kerstmis staat voor veel mensen voor warmte, de enige keer in het jaar dat je je familie ziet en zo zijn er nog wel meer interpretaties mogelijk. Maar Kerstmis staat echter ook voor veel, heel veel stress. Waar bij Sinterklaas alleen maar cadeautjes gekocht hoeven te worden, is het bij Kerst ook nog de bedoeling dat er wordt gekookt. Natuurlijk is dat niet een simpele stamppot of macaroni. Nee, de bedoeling met Kerst is een zevengangenmenu. Het liefst een zevengangenmenu dat het zevengangenmenu van de familieleden die het vorig jaar moesten organiseren, overtreft. Maar goed terug naar het begin, want de kerststress begint al vroeg. De kerststress begint eigenlijk al een paar dagen na Sinterklaas. Die paar dagen rust tussen Sinterklaas en Kerstmis vliegen voorbij voordat iedereen er erg in heeft dat ze hiervan moesten genieten, omdat er nu wéér een drukke maand aankomt. Na deze paar dagen rust komen de eerste telefoontjes al en begint het debat over waar dit jaar Kerst gevierd wordt. Zullen we het bij jou doen of bij mij, nou we doen het maar bij jou hoor, ja maar vorig jaar was het al bij mij. Zulk soort dialogen luiden de tijd in die juist symbool zou moeten staan voor het gezellige en de warmte, maar dat is het tot het einde eigenlijk niet. Nadat is besloten bij wie het gehouden moet worden, komt het volgende keuvelprobleem: Wat komt er op het menu? Iedereen wil wel eens wat anders dan het pasteitje en een blikje ragout of het vaste hoofdgerecht de kip a la Provence. Ook wij thuis wilden graag een keer wat anders, dus wij hebben toen een catering besteld. Alleen de catering was ook niet echt een succes, want het eten van de catering kregen we niet warm. Het jaar daarna dus geen catering, maar gewoon weer ons vaste kerstmenu met als hoofdgerecht mijn oma’s heerlijke konijn met cranberrysaus. Als dan eindelijk het menu is samengesteld, komt het leukste van alles: de boodschappen. De boodschappen zijn ook vaak een probleem, aangezien de boodschappen altijd op het laatste moment gedaan worden. Ga maar eens met Kerst bij de Albert Heijn zitten en wat je ziet, zijn vooral stressende mensen die nog net hun bekertje crème fraiche vergeten zijn of de chocoladetova voor over de heerlijke drie smaken Hertog ijstaart. Nu vraag ik mij eigenlijk af waarom wij al dat gestress op onze nek halen. De kerstdagen horen namelijk twee feestelijke dagen te zijn, gezellig, warm etcetera, maar nu is Kerst een obstakel, de zware test om te kijken of we het jaar 2010 met een voldoende hebben afgesloten. Ik roep alle mensen op met Kerst gewoon macaroni te eten of stamppot, maar er dan kerstservetten op tafel bij neer te leggen. Ik wens jullie allen een fijne Kerst, en als jullie denken dat kerststress voorbij is, wees niet bang: er komt ook nog de stress rondom Nieuwjaar.
33
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
DOSSIER INTERNATIONALISERING Ze kwamen, ze zagen en wij doorstonden.. Door: Frederique de Graaf Twee à drie weken voordat de uitwisseling van school plaats vond, was ik net van plan het kantoor van Meneer Osseforth te verlaten na een kort overleg, toen hij zei dat de russen kwamen. Ik keek verbaasd op en dacht dat hij een grapje maakte. Ik vroeg of het echt waar was en met een bloedserieus gezicht, waarbij waargesproken woorden moeilijk te ontkennen zijn, bevestigde hij het. Ik vertelde het nieuws aan de andere rusland-gangers en een week later zaten we met elkaar in lokaal 5.10 met nog geen informatie wie er kwamen, wanneer ze kwamen en voor hoelang. De vraag of iedereen nog zin en de moed had om mee te doen, kwam voorbij, want de helft van de groep leerlingen zat al in de zesde en de rest in de vijfde. Allen stemden uiteindelijk in en dagen gingen voorbij. Langzaam druppelde steeds meer informatie binnen inclusief, net als de laatste keer, nog steeds de onzekere vliegtijden. Zoals velen zich misschien nog kunnen herinneren, ging de uitwisseling ‘Russen richting Nederland’ niet door, wegens de rokende vulkaan in IJsland. Van de studenten uit Rusland die meededen met ‘Hollanders veroveren Rusland’ kwamen er slechts twee, die eigenlijk net als de rest al van school waren. Hoewel de eerste paar dagen samen met onze russen er druk werd gekletst in twee talen, bleef het toch stil, wanneer we democratisch besloten in Engels te spreken. Maar aan het eind van de week had ieder z’n draai gevonden en denk ik dat we mogen zeggen dat de uitwisseling met succes is afgerond. Met veel plezier hebben we de onverwachte komst van de russen weten te doorstaan.
Wist-je-datjes: - de russen van 8 oktober tot 15 oktober in Nederland waren? - ze o.a. Scheveningen, Rotterdam en Amsterdam hebben bewonderd? - de russen zijn verslagen met voetbal op het strand van Scheveningen? - de russen onze harten hebben gebroken? - ze liever zelf gingen winkelen in Rotterdam dan met ons? - wij uiteindelijk van de ene snackbar/café naar de andere zijn gestrompeld? - er leerlingen waren getroffen door een of ander griepvirus? - hierdoor zelfs een Russische leerling Amsterdam niet heeft kunnen aanschouwen? - ook Russische studenten kunst saai vinden in musea? - Cannabis-lollie heel vies smaakt? - we een toneelstuk hebben opgevoerd met de uitwisseling? - er naar onze verwachting weinig publiek bij was? - de Russische docenten beweerden dat niemand rookte van de Russische leerlingen? - ze allemaal rookten op twee na?
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
34
Uitwisseling Duitsland Door: Clea Otgaar en Lotte Spaans Om kwart over vijf op het station staan, dat doe je toch ook niet voor de lol? Nou, wij wel! Want de uitwisseldames naar Duitsland hebben in totaal zeven uur in allerlei voertuigen gezeten. Van Nederland naar Duitsland. Het ligt naast elkaar, dus waarom zou je er zoveel van verwachten? Toch waren wij vol enthousiast in het vliegtuig gestapt en waren er toch wat bevende handjes bij diegene die nog nooit gevlogen hadden. Samen met Karin heb ik nog een keurige toevoeging op de oude uitleg hoe het vliegtuig werkt. "Zet uw luchtmasker eerst bij uzelf op, en help daarna pas uw kind!" Gevolgd door onze toevoeging: "Zo werkt turbulentie" waarop we ons gedroegen als tijgertjes opgesloten in een te kleine kooi. Eenmaal in München aangekomen moesten we letterlijk de stations op en af rennen. Want ik geef het toe; Mevrouw Parel, u kunt er wat van zeg! Na de laatste trein kwam er iemand met de briljante oplossing van deze reis: "Na dit station zijn we bij onze uitwisselaars!" En toen sloegen de zenuwen pas echt toe. Maar... Het was nergens voor nodig, want we hebben een heerlijke week gehad. En vooral vermoeiend. Meneer Pruisen en mevrouw Rademaker mogen trots op ons zijn! Uitstapjes, busreizen, overenthousiaste demonstraties, dansjes op Bumpy Ride, jodelende mannen in lederhoßen: we hebben het allemaal meegemaakt. En zeker wel dat er tranen vloeiden bij het afscheid! (Zelfs de Duitse jongens konden zich niet in bedwang houden.) Geknuffeld, gehuild, gelachen, geruzie, het was er allemaal. Maar dames en heren, één ding was zeker: het was de moeite waard.
Wist je dat? - de Duitsers nu WOKNOK en ODOL kennen? - wij in de wc's op de Duitse school ook heel wat van dat soort woorden in het Duits hebben geleerd? - er in de Duitse wc's stond: 'jullie zijn allemaal graftakken'? - niemand van ons dat geschreven heeft en wij ons afvragen wie dat dan wel gedaan heeft? - een van ons nu tenminste wel kan zeggen dat ze met een Duitser heeft gezoend? - we ons zelfs in ons gastgezin nog wel eens versliepen (record: half uur)? - er daarna heel veel stress was in dat huis? - een van ons achter het ontsnapte konijn van haar uitwisselingspartner heeft aangerend? - een paar van ons het dansje van 'bumpy ride' hebben gedanst bij Schloss Nimfenburg? - Elise is verloofd met de pastoor van de Wieskirche? - de Duitsers ons heel leuk vonden? - niet allemaal natuurlijk… - we zijn uitgescholden in de tram? - en in een museum? - Duitsers verder best aardig zijn? - Weissworst heel lekker is, als je om de groene viezeltjes heen eet? - we in het vliegtuig allemaal misselijk waren van de reuze snoepzak van Eva?
35
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
36
Barcelona! Door: Simone Elshout Zaterdag: Om 5 uur ’s ochtends stonden we dan eindelijk met vijftien man op Schiphol. Nadat iedereen zijn bagage geregeld had, gecheckt had wie waar zat in het vliegtuig en afscheid had genomen van zijn/haar familie, konden we het vliegtuig in. Om een uur of 9 kwamen we aan in Barcelona, waar alle families ons achter de hekken op stonden te wachten. We werden heel hartelijk ontvangen met twee kussen. We namen allemaal afscheid van elkaar en gingen op weg naar het huis van ons gastgezin. De mensen bij wie ik terechtkwam, spraken heel slecht of geen Engels. Het was dus soms best ingewikkeld om iets duidelijk te maken. Als dan ook nog eens je koffer in Amsterdam is blijven staan (!), voel je je best rot. Helemaal als je de taal ook nog eens niet spreekt! Die avond zijn we met een aantal mensen uit de groep Barcelona in gegaan. Een aantal moeders leidden ons over de Ramblas, langs de Catedral de Barcelona en meer. Om een uur of 8 gingen we allemaal weer naar ons eigen huis. Zondag: Vandaag gingen we met heel de groep schaatsen. De schaatsbaan lag naast de trots van Barcelona, Camp Nou (het voetbalstadion). Na het schaatsen zijn we met een paar mensen ergens thuis gaan eten. Er werden allerlei Spaanse hapjes geserveerd. Spaanse mensen eten heel laat. Om een uur of 4 ’s middags eten ze zich helemaal vol en dan ’s avonds om 10 uur nog een keer. Dat is een heel raar gevoel, want je raakt helemaal uit je eigen ritme. Maandag: Vandaag waren we vrij. Op dinsdag was het namelijk Columbus Day. Voor het gemak had iedereen ook op maandag vrij. We hadden dus een weekend van vier dagen. Iedereen deed een beetje waar hij zelf zin in had op maandag. ’s Middags was er een feestje bij een van de Spaanse mensen waar iedereen heen ging. Dat was heel gezellig. Dinsdag: Het eerste deel van de dag bracht iedereen weer apart door. ’s Avonds spraken we met een paar mensen af in een groot winkelcentrum. Daar gingen we bowlen en daarna iets drinken bij Starbucks. Daarna hadden we nog even tijd om te shoppen, waar we dan ook gebruik van maakten! Woensdag: Vandaag was onze eerste schooldag in Spanje! We moesten om 9 uur op school zijn en kregen daar een uitleg over de school en Barcelona van de directrice. Na een rondleiding en een presentatie van leerlingen gingen we ontbijten. Na nog een paar lessen kregen we onze lunch en gingen we naar huis. 's Avonds aten we bij de Chinees met de complete groep. Donderdag: Dit was de dag van onze excursie naar Barcelona. In El Masnou stapten we op de trein naar Barcelona. We hebben een aantal plaatsen bezocht. Namelijk: Plaza Cataluña, Catedral Santa Maria del Mar, Catedral de Barcelona, Boquería y Rambla en Museo Picasso. Daarna mochten we nog even shoppen. Terug in El Masnou moesten we teruglopen naar de school in Alella. ’s Avonds gingen we naar het huis van een Nederlandse jongen die in Spanje woonde. Daar zijn we een paar uurtjes gebleven met de hele groep. Vrijdag: Vandaag gingen we weer naar school. We hadden twee lessen, eerst een soort combinatie van geschiedenis en aardrijkskunde en daarna een les Spaans. Na de lessen mochten we even werken aan ons project, dat over het bos ging. Dat moesten we later presenteren in een Spaanse klas. Na school gingen we nog even naar een winkelcentrum met een paar mensen. Daarna gingen we alweer op weg naar het vliegveld. Daar ontmoetten we de rest van de groep weer. Het afscheid was heel moeilijk, vooral omdat je zo veel met elkaar samen bent geweest. Een deel van de groep komt ook niet meer naar Nederland, dus die zien we misschien nooit meer! Om 10 uur ’s avonds kwamen we aan in Amsterdam waar we werden opgewacht door onze families. Al met al was het een geweldige week en een superervaring! We kijken allemaal al uit naar februari!
37
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
De redactie!
Onderste rij, vlnr: Sander Nederveen, Cato Montijn, Marieke van Veen. Middelste rij, vlnr: Frederique de Graaf, Marlies Augustijn, Elean Schuddeboom, Cato Hameete, Kayleigh de Groot, Marie-Eline Moritz, Jolijne Klein, Merve Hasdemir, Rebecca Franco. Achterste rij, vlnr: Robbin Hoogendoorn, Daan de Jager, Lotte Spaans, Frieda Barnhard. Niet op de foto: Aster van Laere, Sifra Eigenraam, Glenn van Driel, Ingezonden Kopij: Nickey Smits, Jan van den Boom, Clea Otgaar, Simone Elshout, CW TIO. Met zeer veel dank aan mevrouw Daniëls!
- SPartacus, jaargang 6, editie 2, december 2010 -
38
Kerstdineren als student: 3 personen, één supermarkt, 25 euro en het belangrijkste, je hoeft er barweinig voor te doen!
● Voorgerecht Bladerdeegpastei, gevuld met een ragout van kalf. Haal de bladerdeeg pasteitjes uit de verpakking en stop deze voor 15 minuten in de oven. Open het blikje en verwarm de inhoud in een pannetje. Serveer de kalfsragout in een bladerdeegpasteitje op een bord.
● Tussengerecht Een soep van asperge en ham. Open het blikje en verwam de inhoud in een pannetje. Serveer de asperge-ham soep in een kommetje.
● Hoofdgerecht Gegrilde kip, stoomaardappeltjes en ovengroenten. Haal de kip in braadzak uit de verpakking en stop deze voor 75 minuten in de oven. Zet de schaal met ovengroenten voor 30 minuten onder de gril. Plaats de stoomaardappeltjes in de magnetron voor 7 minuten. Serveer dit alles op een ovale schaal.
● Nagerecht Chocolade ijstam Open de verpakking en plaats ijsstam op een ovale schaal.
Namens de gehele SPartacus redactie, zeer smakelijke kerstdagen en een EHBO loos oud en nieuw gewenst!