Ceo Cees ‘t Hart over de jaarcijfers 2012 Audit in Salatiga Indonesië Steeds veiliger werken
Maart 2013 Spark is het personeelsblad van FrieslandCampina
Spark nr.1
2 Spark
Maart 2013
Maart 2013
32
Ter herinnering aan Kapil Garg Deze persoonlijke tekst van Cees ‘t Hart komt in plaats van de column. Op pagina 21 en verder spreekt de CEO zich uit over de resultaten van 2012.
Over het algemeen kunnen mensen worden ingedeeld in twee groepen: mensen op de berg en mensen in de vallei. Mensen in de vallei leven op de grond, ze zijn afhankelijk van wat de zon en de schaduw voor ze in petto heeft en van de energie die vanaf de bergtoppen richting de vallei stroomt. Hun horizon is de vallei, de vallei is hun wereld, hun wereld blijft beperkt tot hun vallei. De meeste mensen zijn mensen in de vallei, gewone mensen zoals de meesten van ons.
Mensen op de berg zijn anders: ze zijn zeldzaam; ze leven op een hoger plan – op de top. Mensen op de berg zien geen schaduw, ze bevinden zich in de zon en stralen licht uit, ze geven energie. Hun horizon ligt verder dan wat anderen kunnen zien. Ze hebben de wereld voor het grijpen en gaan op zoek naar het onbekende. Ze hebben een visie die we wijsheid noemen. Voor mij en velen die Kapil Garg hebben leren kennen, was Kapil een man die tot de mensen op de berg behoorde. Hij was in vele opzichten een bijzonder mens. De wereld was zijn speelveld en zoals hij vaak zei: ‘wij zijn wereldburgers’. In maart 2001 is Kapil in dienst gekomen bij onze onderneming als consumer marketing director in Indonesië voor het merk Frisian Flag. In 2004 verhuisde hij met zijn vrouw en de kinderen naar Nederland om als controller consumer & trade marketing aan de slag te gaan. Twee jaar later maakte hij de overstap naar Nigeria in de functie van managing director van WAMCO Nigeria. In 2010 werd hij het eerste niet-Nederlandse lid van de executive board en werd hij verantwoordelijk voor de business group Consumer Products International. Binnen drie jaar wist hij dit onderdeel van de ene naar de andere piek te leiden en slaagde hij er in die korte periode zelfs in het bedrijfsresultaat te verdubbelen. Kapil was een intelligente man die alles gaf wat hij in zich had aan liefde, werklust en humor én zijn gevoel voor ondernemen. Kapil was getrouwd met Ritu. Hun drie kinderen zijn Nikhil, Neha en Tara: tijdens de vele reizen die we samen hebben gemaakt praatte hij altijd vol liefde en trots over hen. Iedere e-mail die je naar Kapil stuurde werkte als een boemerang. Met enige mate van zelfspot vertelde hij regelmatig het verhaal
De toekomst van Domo Workum
dat hij op een zondagmiddag in Den Haag in zijn stoel zat en uit het raam keek. Neha, zijn dochter, kwam de kamer binnen en zei: ‘Hé pappa, zit je te wachten tot je je volgende e-mail binnenkrijgt?’ Ik kan hem nog horen lachen. Kapil stond ook aan de top wat betreft het onderhouden van uitstekende relaties met zijn collega’s van de executive board, de raad van commissarissen en met zijn eigen team. Hij was duidelijk een zoon van een legercommandant: altijd eerlijk, toegewijd en recht door zee in zijn beoordelingen. Een man ook die ons vele malen na een intense discussie in de executive board weer aan het lachen maakte. Kapil heeft ons op indrukwekkende wijze laten zien wat echt leiderschap betekent, zeker in het afgelopen jaar waarin duidelijk werd dat hij ongeneeslijk ziek was. Desondanks straalde hij energie uit, legde een bijna onnavolgbare positieve instelling aan de dag en bleef altijd gericht op zijn familie, het bedrijf en op de positieve dingen in het leven. Hoevelen van ons hebben niet geleerd van zijn wijsheid en doorzettingsvermogen in het afgelopen jaar?
DMV op zoek naar nieuwe collega’s
37 4 14
Nieuw bij Albert Heijn, de grootste supermarktketen in Nederland: (karne)melk van Campina
Aan de weg timmeren met Frico kaas in Rusland en in Duitsland
43 Hoe komen onze FrieslandCampina producten in een kleine buurtwinkel in Vietnam?
Op zaterdag 19 januari hebben Piet Boer, als voorzitter van de raad van commissarissen, en ik met vele collega’s in Singapore afscheid genomen van onze collega en vriend tijdens de herdenkingsceremonie die voor hem werd gehouden. Kapil heeft veel achtergelaten en leeft voort in Ritu en de kinderen, in onze eigen herinneringen, in het DNA van de bedrijven van Consumer Products International, in de manier waarop hij in onze harten en gedachten wist te komen, met een eenvoudig woord, een kleine glimlach die ons hier in de vallei tot diep in onze ziel raakte.
6
Nieuw in Griekenland: NoyNoy Noulac melk
8
FrieslandCampina Germany Ready for Take-off
12
Wij houden van Leerdam
20
En we werken nog lang en gelukkig… Bij de voorpagina: WCOM coördinator Arif Budiman in de fabriek in Salatiga, FrieslandCampina Kievit in Indonesië. Lees het hele verhaal op pagina 34
Mia Sara is gek op melk 42 Cees ‘t Hart
Spark 3
Colofon Spark is het internationale personeelsblad van Royal FrieslandCampina en verschijnt in een oplage van 20.000 exemplaren in het Nederlands, Engels en Duits. Redactie: Helma de Waardt en Suzanne van Hattum Redactionele bijdragen: Roy Ramaker, Esther Krijgsman, Miriam Vijge, A&B One – Germany, Vertalingen: Bosch&Bosch, Amsterdam (Nederland), Norbert Zänker & Kollegen, Berlijn (Duitsland), Lisé Nijman, Arnhem (Nederland) en HSM Vertaalbureau, BerkelEnschot (Nederland) Ontwerp: WAT ontwerpers, Utrecht (Nederland) Druk: Albe de Coker, Hoboken (België). Overname van artikelen is toegestaan onder bronvermelding.
4 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Consumer Products Europe
Consumer Products Europe
Over Albert Heijn Albert Heijn is als bekende supermarktketen in Nederland een heus begrip. De supermarktketen heeft een marktaandeel van 33,7 procent. Johan de Visser, senior category manager zuivel bij Albert Heijn: ‘Albert Heijn wil klanten graag een ruime keuze bieden in prijs en assortiment. Tot voor kort waren de A-merken in basismelk vooral regionaal georiënteerd. Dat is aan het veranderen, waardoor het voor Albert Heijn mogelijk is landelijk klanten ook melk en karnemelk van Campina te bieden. Wij zijn blij met deze toevoeging aan het zuivel assortiment’.
Campina melk in het schap bij Albert Heijn Sinds kort zijn Campina melk en karnemelk in Nederland verkrijgbaar bij Albert Heijn (AH). Waarom is dit belangrijk voor het merk Campina? En hoe komt het dat Campina melk er eerder niet verkrijgbaar was en nu wel? Collega’s van het marketing en sales team Albert Heijn leggen het uit. ‘Het is begonnen met het project ‘One Face to the Customer’. Hierdoor zijn we echt met één team gericht op een klant als Albert Heijn gaan werken, vanuit customer development, marketing en sales. Dat werpt nu zijn vruchten af met Campina melk en karnemelk in de winkels’, zegt Wilco van Dijken, customer development director. Aantrekkelijk ‘Hoe we deze stap in de samenwerking met Albert Heijn hebben gerealiseerd? We zijn samen met Albert Heijn gaan kijken naar ontwikkelingen in de categorie en mogelijkheden voor gezamenlijke activatie en promoties’, vertelt Floris Habermehl, sales manager dairy. ‘Voor Albert Heijn is keuze voor de klant en waarde van een merk belangrijk. Campina doet het goed met de open boerderijdagen, de grote consumentenactie Campina Dichtbij en de onlangs gelanceerde ‘The Story of Milk’ campagne helpt ook. Zo wordt
Over Campina Campina is het meest bekende en gekochte A-merk binnen het aanbod aan dagelijkse zuivel in Nederland.
het voor Albert Heijn aantrekkelijk om een merk als Campina in de winkel te hebben.’ Wilco vult verder aan: ‘Het is niet gemakkelijk om een A-merk te bouwen in de melkmarkt. Het gaat toch om een ‘commodity product’; iets wat mensen kopen zonder een bewuste afweging te maken. Toch geloven we dat het kan. Het aandeel van Campina groeit gelukkig ook. Doordat Campina melk en karnemelk nu verkrijgbaar zijn bij Albert Heijn, voert 75 procent van de supermarkten het Campina merk; voorheen was dat veertig procent.’ Boer op de vloer Gaby Casteelen, customer marketing manager Albert Heijn, vertelt over de promotiecampagne. ‘In de winkel springt de actie ‘boer op de vloer’ eruit: de leden-melkveehouders hebben de actie ondersteund door in de grootste winkels zelf onze Campina producten aan te prijzen. Deze actie liep 6 weken lang en er werkten 56 leden-melkveehouders aan mee.’ ‘De collega’s van de buitendienst hebben ook een belangrijke rol gespeeld’, vertelt Wilco. ‘Zij adviseerden de winkels en controleerden de schapinrichting en het promotie-
Spark 5
materiaal. Ze hebben foto’s op Yammer geplaatst om medewerkers een kijkje te geven in hun werkzaamheden.’ ‘Medewerkers in Nederland zijn opgeroepen om Campina melk en karnemelk bij Albert Heijn te kopen en een foto van zichzelf te maken met het (karne)melkpak’, vertelt Gaby. ‘Door deze foto’s te mailen maakten ze kans op Albert Heijn waardebonnen t.w.v. 100 euro. Maar we zijn nog niet klaar. In het voorjaar komen we met een nieuwe promotieactie in de Nederlandse Albert Heijn’s op de winkelvloer.’
Van boven naar beneden: Floris Habermehl, Wilco van Dijken en Gaby Casteelen. Foto: William Hoogteyling
Melkveehouder Bart Boxen: ‘Ik heb twee dagen op de winkelvloer gestaan. Ik heb veel consumenten over Campina gesproken en heb er hopelijk veel enthousiast kunnen maken. Ik heb het met veel plezier gedaan en zou het zo weer doen.’
Johan de Visser. Foto: Albert Heijn
6 Spark 10 jaar continu verbeteren De fabriek in Patras is in 2004 opgestart voor de productie van Griekse yoghurt voor volwassenen en kinderen (NoyNoy, Yotopia, NoyNoykid). In de periode 2005 – 2010 wist het bedrijf de productiecapaciteit te stabiliseren en de productportfolio te vergroten. In 2011 heeft Patras de productielijnen uitgebreid in het kader van het footprint project van CPE. De capaciteit nam toe van 6.000 ton yoghurt naar 70.000 ton extra lang houdbare gepasteuriseerde melk, UHT-room en yoghurt. Tegenwoordig brengt de fabriek een compleet assortiment aan langhoudbare melk voort, NoyNoy Family, NoyNoy Calciplus, NoyNoy kid en NoyNoy milk creams. De infrastructuur is zodanig dat er 300 ton boerderijmelk per dag ontvangen en verwerkt kan worden, circa 10 tot 12 procent van de plaatselijke productie. In 2011 brak er voor de fabriek in Patras ter voorbereiding op de IFT QA-FIT audit een periode aan van excelleren in kwaliteit en continu verbeteren. Deze audit die in januari 2013 is uitgevoerd, leverde voor de fabriek in Patras een positief resultaat op.
Maart 2013 Consumer Products Europe
Maart 2013
Een geslaagde audit betekent dat FrieslandCampina Hellas NoyNoy Noulac mag produceren en op de markt mag brengen. NoyNoy Noulac is een hooggepasteuriseerde melk met voedingselementen voor peuters na het eerste levensjaar. Alle bedrijven van FrieslandCampina die speci-
Consumer Products Europe
Spark 7
FrieslandCampina Hellas is IFT QA-FIT: Geslaagde audit in Patras Het Griekse productiebedrijf in Patras, onderdeel van FrieslandCampina Hellas, is een van de eerste productie-bedrijven die zich IFT QA-FIT mogen noemen. Begin dit jaar hebben de collega’s in de fabriek in Patras meegewerkt aan een audit die succesvol is afgerond. De IFT QA-FIT standaard gaat uit van de hoogste kwaliteitseisen, bijvoorbeeld op het gebied van hygiëne, kennis van medewerkers en procedures in de productie.
ale producten voor jonge kinderen of zwangere vrouwen willen produceren, moeten voldoen aan de IFT-kwaliteitsstandaard. Dat staat voor Infant, Follow-on, Toddlers: zuivelproducten voor kinderen van 0 tot 6 jaar, aanstaande moeders en moeders die borstvoeding willen geven. Ieder jaar wordt een IFT-productiebedrijf bezocht en geaudit door een corporate QA manager om de naleving van de kwaliteitsstandaarden te toetsen. (zie quote Frank Verouden). De QA-FIT standaarden zijn van toepassing op alle onderdelen van een productiebedrijf, van installaties en uitrusting tot leveranciers van grondstoffen, verpakkingsmateriaal, en productie- en logistieke processen.
A-score In mei 2011 heeft de Griekse fabriek in Patras een FoqusQ-audit ondergaan, waarbij een Ascore werd behaald. Dat is een voorwaarde om in het IFT QA-FIT programma te worden opgenomen. Sindsdien zijn er aanzienlijke verbeteringen in productiemethoden en het onderhoud doorgevoerd om zo snel mogelijk te kunnen voldoen aan de veeleisende IFT QA-FIT kwaliteitsstandaarden. Nadat de strenge audit met succes werd afgerond, behoort de fabriek nu tot een van de eerste FrieslandCampina productiebedrijven die zich ‘IFT QA-FIT’ mogen noemen. Met de introductie van NoyNoy Noulac wordt invulling gegeven aan de strategie: groei in het segment baby- en kindervoeding op de lokale Griekse markt.
Microbiologisch
Manos Skaramagas, (links) operating director van FrieslandCampina Hellas (die de nieuwe NoyNoy Noulac vasthoudt) en Kostantine Maggioros, managing director FrieslandCampina Hellas, drukken op de knop om de eerste productie van NoyNoy Noulac te starten.
Kostantine Maggioros, managing Frank Verouden, sr. corporate QA director van FrieslandCampina Hellas. manager IFT, Quality Affairs department.
Joch Michalaros, marketing director van FrieslandCampina Hellas.
Manos Skaramagas, operating director FrieslandCampina Hellas.
‘IFT, QA-Fit is een fundament voor het uitbreiden van het speerpunt baby- en kindervoeding. Het stelt ons in staat om het goede van melk verder uit te dragen. Het maakt het mogelijk om in een hoger tempo innovaties te realiseren en route2020 verder uit te bouwen.’
‘De introductie van NoyNoy Noulac vormt een strategische mijlpaal in het productassortiment van NoyNoy. Het feit dat we IFT QA-Fit zijn, tilt onze ambitie om topkwaliteit zuivelproducten voor onze consumenten te maken naar een hoger plan. Dat past helemaal bij het route2020 platform voor groei en ontwikkeling.’
‘Het feit dat deze fabriek onder de eersten is die IFT QA-FIT zijn, een zeer veeleisende standaard voor de voedingsmiddelenindustrie, maakt ons erg trots. Ons operations team, QA manager Christo Apostolopoulos, Nanty Giannakopoulou, plant manager Vasilis Kyriakopoulos en alle medewerkers zijn erg toegewijd als het gaat om de voortdurende verbetering van kwaliteit.’
‘Onze algehele indruk is dat het team van de fabriek in Patras zich niet alleen bewust is van de gevoeligheid van de productieprocessen van baby- en kindervoeding, maar dat ze ook uitermate toegewijd zijn als het gaat om het verbeteren van de kwaliteitsprestatie en het bereiken van de standaarden in IFT. En dat geldt voor alle mensen in deze fabriek.’
onderzoek van NoyNoy Noulac
8 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Consumer Products Europe
Consumer Products Europe
FrieslandCampina Germany:
‘Ready for Take-off’ Martin Schygulla. Fot’so: K.D. Busch
In december 2012 is FrieslandCampina Germany met een uitgebreid verbeterprogramma gestart. Met 'Ready for Take-off' wil Friesland-Campina Germany in de komende twee jaar het concurrentie-vermogen en de winstgevendheid aanzienlijk verbeteren, het marktpotentieel optimaal benutten en daarmee een bijdrage leveren aan 'route2020'. Daarbij vormt 'Ready for Take-off' het centrale uitgangspunt om FrieslandCampina Germany duurzaam op toekomstige uitdagingen voor te bereiden en 'startklaar' te maken. Markus Brettschneider, managing director, Peter Beemsterboer, director supply chain en Martin Schygulla, director marketing & sales lichten een tipje van de sluier op.
Waar draait het om bij 'Ready for Take-off'? ‘We hebben voor de komende twee jaar een plan met maatregelen gedefinieerd dat de basis moet leggen’, aldus Markus Brettschneider. 'Ready for Take-off' omvat vier activiteitengebieden: we verlagen de kosten voor de lange termijn, we reorganiseren en optimaliseren onze processen en investeren zowel in onze locaties als in onze merken. We hebben zorgvuldig gekeken hoe we ons kunnen verbeteren en hoe we kosten kunnen verlagen. Daarnaast gaan we een langetermijnstrategie voor de toekomst ontwikkelen. Maar de sleutel tot het succes dat zijn wij, de medewerkers van FrieslandCampina Germany. We gaan flink gas geven: wij, en daarmee bedoel ik ieder voor zich binnen zijn eigen werkomgeving, gaan sneller beslissen, we gaan beter georganiseerd en daardoor economischer werken en we gaan ons zelfbewuster op de markt presenteren. Daarom hebben wij een nieuwe management- en organisatiestructuur uitgewerkt en een fundamentele cultuurverandering ingeleid.’
links: Peter Beemsterboer, rechts: Markus Brettschneider
Hoe zien de veranderingen er concreet uit? Markus Brettschneider: ‘We hebben in eerste instantie verbetermogelijkheden vastgesteld voor alle afdelingen en divisies van onze onderneming in Duitsland. Op basis hiervan hebben wij maatregelen opgesteld die wij nu en in de komende twee jaar gaan implementeren. Het belangrijkste uitgangspunt is daarbij voor ons dat we ons zo veel mogelijk richten op optimale processen, winstgevendheid en de eisen en vragen van onze klanten en de markt. Daarvoor is vooral vereist dat wij goed luisteren. In de afgelopen maanden heb ik met circa 400 medewerkers in kleine groepjes gesprekken gevoerd, want zij weten precies wat goed en wat minder goed loopt en zij geven betrokken hun mening. Daarom zetten wij met 'Ready for Take-off' onder meer in op gezamenlijke uitgewerkte oplossingen en
voorstellen, die wij vooral samen met de medewerkers gaan implementeren.’ ‘Op basis van de gesprekken met onze klanten kan ik bevestigen dat de markt op een signaal van ons wacht’, beaamt Martin Schygulla. ‘Met het merk Landliebe hebben we een zeer sterk merk. Onlangs zijn we bij de meest recente yoghurt-ranking van het marketingvakblad W&V met Landliebe de nummer één geworden en bleven we onze concurrenten ver voor. Daarmee overtroeven wij alle andere merken in Duitsland en met name wat betreft natuurlijkheid, kwaliteit en sympathie blijken wij een zeer goed imago te hebben. Daarop willen wij verder bouwen om Landliebe en onze andere merken te versterken, waarbij wij ons bestaande marktpotentieel zo veel mogelijk willen benutten.’ ‘Ik heb van meet af aan regelmatig de verschillende fabrieken bezocht’, legt Peter Beemsterboer uit. ‘Ik heb met de medewerkers gesproken en ter plekke bekeken wat er concreet te verbeteren is. We hadden op allerlei vlakken zeer complexe processen die er in de loop der tijd zijn ingesleten, maar die zeer tijdrovend en uiteindelijk ook kostenintensief waren. Na dit zorgvuldige onderzoek worden de individuele verbetermaatregelen in de fabrieken nu met vereende krachten en met zeer veel betrokkenheid geïmplementeerd.’ Markus Brettschneider: ‘Als gevolg van deze zorgvuldige analyse zijn wij ook tot de overtuiging gekomen dat we het aantal werkplekken moeten verminderen. Wij vinden het daarbij zeer belangrijk dat we de desbetreffende medewerkers bij het zoeken naar een nieuwe baan ondersteunen. In Heilbronn hebben wij na faire en constructieve onderhandelingen met de ondernemingsraden eind februari een goed resultaat bereikt met een sociaal plan en een belangenafweging waarin beide partijen zich kunnen vinden. We hebben er nu alle vertrouwen in ook in Keulen en Gütersloh snel tot een dergelijk resultaat te kunnen komen en zo voor alle betrokkenen zo snel mogelijk
Spark 9
duidelijkheid te kunnen bieden en de ondersteuningsmaatregelen te kunnen starten.’ Wanneer start de implementatie van 'Ready for Take-off'? Peter Beemsterboer: ‘We zitten er al middenin. 'Ready for Take-off' is ook een duidelijke keuze van de onderneming vóór vestigingen in Duitsland. Tot voor kort deed nog het gerucht de ronde dat wij locaties zouden gaan sluiten. Maar in plaats daarvan moderniseren we nu al onze productielocaties: Keulen, in Heilbronn, Schefflenz en in Gütersloh. Daarmee stellen wij voor de lange termijn arbeidsplaatsen in Duitsland zeker.’ Markus Brettschneider valt hem bij: ‘Ook in de organisatie is veel veranderd: sinds een paar maanden wordt FrieslandCampina Germany door ons managementteam bestuurd. De acht leden brengen allemaal ruime erva-
10 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Consumer Products Europe
‘Klanten zijn steeds meer geïnteresseerd in de groei van categorieën’, legt Bas Roelofs, shopper marketing director Nederland, uit. ‘Ze kijken niet zozeer naar de groei van één merk of product, maar liever naar een productgroep, bijvoorbeeld zuivelproducten. Met de nieuwe strategische aanpak voor de categorie zuivel kijken we wat het beste werkt.’
ring en expertise in, vanuit FrieslandCampina en vanuit andere sectoren in de levensmiddelenbranche. Zo vullen vele jaren van kennis van onze onderneming en nieuwe impulsen van buitenaf elkaar aan. Bovendien hebben wij onze organisatiestructuur gewijzigd. Van twee afzonderlijke werkmaatschappijen hebben wij één eenheid gemaakt en daarmee de basis gelegd voor algehele verantwoording en efficiënte processen.’ Martin Schygulla, je had het over het uitbouwen van het merk 'Landliebe'. Zijn er al concrete plannen? ‘We zijn de fase van plannen al voorbij! In april gaan wij in Duitsland rijstepap van Landliebe introduceren. Onder begeleiding van een campagne die zeker voor veel aandacht zal zorgen, brengen wij vier soorten met een groot afzetpotentieel op de markt: traditioneel, kaneel, appel en chocolade. Tot nu toe kent de markt voor rijstepap nog geen premiumaanbieder en Landliebe heeft een enorm potentieel om dit hiaat op te vullen. Onafhankelijk marktonderzoek heeft herhaaldelijk bevestigd dat de rijstepap van Landliebe zowel qua smaak als kwaliteit de concurrentie overtreft. De listing-gesprekken met onze handelspartners zijn al begonnen en de feedback van onze klanten is overwegend positief. De concurrentie mag dus beducht zijn voor ons.’ Laten we eens vooruit kijken: waar moet FrieslandCampina Duitsland staan als 'Ready for Take-off' eenmaal een succes is? ‘Da’s duidelijk’, legt Markus Brettscheider uit. ‘Wij willen in Duitsland op termijn een van de meest aantrekkelijke zuivelbedrijven worden voor onze leden, klanten en medewerkers. En wij hebben er alle vertrouwen in dat wij daar in de komende jaren door onze gezamenlijke inspanningen in zullen slagen.’
Spark 11
Zuivel in de winkel: van merkstrategie naar categoriestrategie
Foto: K.D. Busch
Value Engineering als voorbeeld Martina Schilling kent de productie van FrieslandCampina Germany als haar broekzak: zij had 14 jaar lang de leiding over het productiebedrijf in Heilbronn. Sinds oktober werkt ze als hoofd 'Value Engineering'. Dat betreft onder andere de continue verbetering van productie: concreet gaat het erom de inhoud en de verpakking vanuit kostenoogpunt te optimaliseren en complexe fabricageprocessen door standaardisering te vereenvoudigen, maar dan wel zonder concessies aan de kwaliteit. Het doel: effectievere processen en productie en daardoor jaarlijks besparingen van tweecijferige miljoenenbedragen te realiseren. Samen met collega's uit de afdelingen marketing, R&D, productie, controlling en inkoop heeft zij inmiddels meer dan 150 losse projecten in de hele supply chain geïdentificeerd en aangepakt. ‘Vaak hoeven we niet meer te doen dan aan een stelschroef draaien, waardoor dan we direct op meerdere vlakken verbeteringen kunnen realiseren,’aldus Martina Schilling. Een van de actuele projecten is het veranderen van verpakkingen. FrieslandCampina Germany gaat de vor-
men van bekers voor de verschillende merken verder standaardiseren. ‘In eerste instantie wordt het totale aantal vormen daarmee met 33 procent verminderd. Dat levert inkoopvoordelen op en verkort de omsteltijden in de productie. Voor het totale dessertassortiment van Landliebe zijn we bovendien van plan de kunststof bekers te gaan toepassen die het bij onze vruchtenyoghurt zo goed doen. Daarmee is een aanzienlijk betere productbescherming gegarandeerd en tegelijkertijd wordt het gebruik van materialen geoptimaliseerd. Door dit samenspel tussen kostenefficiëntie en duurzaamheid zijn duidelijke besparingen mogelijk.’ Om echter zeker te stellen dat de nieuwe verpakkingen ook bij klanten en consumenten in de smaak vallen, worden de nieuwe bekers via marktonderzoek getest. Intussen heeft Martina Schilling met haar collega's al weer nieuwe projecten opgepakt, waaronder het standaardiseren van de stanscontouren en bedrukkingen van kartonnen verpakkingen.
‘Met een team van 15 mensen vanuit diverse disciplines (zoals marktanalisten, sales, consumentenmarketing, shopper marketing van zowel het global team als het Nederlandse team) hebben we gewerkt aan de nieuwe strategie voor dagverse zuivel. Daarbij moet je denken aan producten van Campina, Boerenland, Optimel, Vifit, GoedeMorgen en Mona.’ Trends en nieuwe producten ‘We denken samen met onze klanten goed na over het zuivelassortiment in hun winkels en kijken ook naar grotere trends en ontwikkelingen in consumentengedrag. Zo hebben we onderzocht waar de groei voor de komende drie tot vijf jaar gaat plaatsvinden en welke nieuwe producten daarbij passen. Een goed voorbeeld is lactosevrije melk. In Nederland ligt deze sinds begin maart in de winkels.’ Mariëlle de Jong, global shopper marketing manager, vertelt verder over innovatie. ‘Andere trends in Nederland zijn: steeds meer eenpersoonshuishoudens en meer aandacht voor gezondheid en biologische producten. We moeten buiten de gebaande paden durven treden en nieuwe dingen uitproberen. Naast marketing zijn er daarom ook collega’s van research & development (R&D) en logistiek bij betrokken.’ Bewuste keuzes Uit ervaring weet Floris Habermehl, sales manager dairy Albert Heijn, dat een goede categoriestrategie helpt om meer bewuste keuzes te maken. ‘Eerder werd er bijvoorbeeld een nieuwe smaakvariant zuiveldrank geïntroduceerd, die voor dat ene merk wel vernieuwend was, maar niet voor het totale assortiment. Als
sales manager wist ik dan dat het moeilijk zou zijn de klant te overtuigen deze nieuwe variant in het assortiment op te nemen. Nu we kijken naar de complete categorie, kunnen we onze merken sterker in de markt neerzetten.’ Het project om met de categoriestrategie voor zuivel te gaan werken is afgerond. Het wordt nu verder uitgewerkt door accountteams, die zich richten op de verschillende klanten van FrieslandCampina Nederland. Zij stemmen de strategie af op de formule van de klant. Mooie voorbeelden zijn dat we nu beter kunnen werken aan innovaties (bijvoorbeeld Campina Lactosevrij), dat we een duidelijkere promotiestrategie hebben en dat Campina melk en karnemelk nu in de schappen ligt bij Albert Heijn, zie pagina 4.
bijschrift
Het zuivelschap van nu (boven) en het zuivelschap van de toekomst (onder) Foto boven: Marcel Bekken
Waar staat ‘categoriestrategie’ voor? Een categoriestrategie gaat over een groep producten, bijvoorbeeld zuivelproducten. De strategie omvat een heleboel elementen, zoals: verpakkingen, consumentengedrag, verkoopkanalen, schapinrichting, de ontwikkeling van een merk, trends, innovaties, etc. Door deze elementen te combineren werken de marketeers met een langetermijnvisie, kunnen ze beter inspelen op behoeften van consumenten en beter samen met de klant bepalen wat ze moeten doen om de verkoop te stimuleren.
12 Spark De strategie van Cheese ‘Cheese on the Menu’ is de uitrol van het langetermijnplan van FrieslandCampina Cheese. Het is daarmee de doorvertaling van route2020, de bedrijfsstrategie van FrieslandCampina, naar FrieslandCampina Cheese. De strategie van Cheese is gericht op kostleiderschap: FrieslandCampina Cheese wil in 2015 kostleider zijn. In Leerdam hebben ze dit door vertaald naar Visie2015: de strategie van FrieslandCampina Leerdam om de ambities van Cheese in 2015 te behalen. De strategie is vormgegeven in een ‘strategiehuis’.
Plantmanager Edwin van Doorne
Maart 2013 Cheese, Butter & Milkpowder
TESSA VENDELBOSCH RECEPTIONISTE
120.000 ton kaas wordt er jaarlijks in Leerdam verpakt, zoals deze Edammers. Foto’s: Marcel Bekken
Unieke sessies in Leerdam
'Ik zat in het ontwerpteam voor de nieuwjaarsbijeenkomst. Als onderdeel hebben we onze zakelijke goede voornemens op de pilaren van ons strategiehuis geplakt. Dat mensen zo zelf meedoen en zelf hun mening kunnen geven, maakt dat de strategie makkelijker begrepen wordt.'
Over de bedrijfsstrategie van FrieslandCampina, route2020, heeft iedereen inmiddels wel gehoord. Maar wat betekent die strategie nu precies voor je eigen dagelijkse werk? En hoe draag je er zelf je steentje aan bij? In Leerdam kozen ze voor een originele aanpak. ‘We wilden iedereen betrekken bij de strategie en de realisatie ervan’, vertelt Edwin van Doorne, plantmanager FrieslandCampina Leerdam. ‘We zijn in februari 2012 gestart met ons locatieteam en hebben vervolgens het middenkader erbij betrokken. Daarna de teamleiders, (allround) operator teams en vervolgens de medewerkers.’ ‘We hebben diverse sessies georganiseerd’, zegt Rinske Wouda, HR manager Leerdam. Ze vertelt enthousiast over de organisatie van de sessies. ‘Er gaat aardig wat tijd inzitten, maar het levert heel veel op! We hebben ‘ontwerpteams’ gevormd. Zo’n team is verantwoordelijk voor de inhoud van een sessie en bestaat uit medewerkers vanuit de hele organisatie: mensen van kantoor, productie, expeditie en zo meer. Tijdens de eerste twee sessies hebben we gedragsregels opgesteld. Iedereen heeft zich hieraan gecommitteerd door deze regels te ondertekenen, op grote posters. Daar zijn foto’s van gemaakt. Deze hangen nu bij de ingang. We voeren alles wat we doen steeds door in ons werk. De gedragsregels komen bijvoorbeeld ook terug op het beoordelingsformulier.’ Speelse vormen ‘De sessies zijn interactief. Dat was in het begin best spannend. Daarom hebben we gekozen voor speelse vormen. Als variant op ‘petje op,
petje af’ hebben we ‘netje op, netje af’ gespeeld. En als variant op ‘Ik hou van Holland’ speelden we ‘Ik hou van Leerdam’, met een heleboel weetjes over onze locatie. Verder gebruiken we veel plaatjes en foto’s en weinig tekst, want onder onze 350 medewerkers hebben we 14 verschillende nationaliteiten. We willen echt iedereen erbij betrekken en mee laten doen. Op dit moment werkt er een ontwerpteam aan de resultaten van over2you. Zij zorgen ervoor dat we doorpakken met acties die eruit voort komen’ (lees meer over het over2you onderzoek in de bijlage bij deze Spark, red.). Edwin vult aan: ‘Het mooie is dat we vorig jaar veel aandacht hebben besteed aan veiligheid. Uit over2you bleek dat we hoog scoorden op veilig werken, die boodschap is duidelijk overgekomen.’ Rinske vertelt verder: ‘We gaan door met twee sessies per jaar: een nieuwjaarsbijeenkomst en een bijeenkomst in juni. Daarnaast organiseren we themabijeenkomsten, om thema’s die naar voren komen tijdens de sessies goed op te volgen. De eerste vindt binnenkort plaats en gaat over de ploegenoverdracht: hoe kunnen we het werk beter aan elkaar overdragen? Van iedere sessie wordt een verslag en een filmpje gemaakt, wat we natuurlijk delen met alle medewerkers. Zo blijft iedereen op de hoogte en houden we de voortgang erin.’
HASSAN UYSAL ALLROUND OPERATOR GROOTVERPAKKINGEN 'Door de sessies weet iedereen wat er speelt. We moeten met z'n allen werken aan de toekomst, ook de uitzendkrachten. Het is nu duidelijk wat er van ons wordt verwacht en ook wat wij van het bedrijf kunnen verwachten. Het is leuk dat het niet alleen theorie is, maar ook spelletjes. In het begin dachten sommigen wel 'dit is vast een eenmalige actie'. Maar dat is niet zo. De sessies worden echt opgevolgd, dat is fijn.’
Spark 13
TON CLAUS WERKVOORBEREIDER TECHNISCHE DIENST
ANNEMIEKE VAN DER VEN ALLROUND OPERATOR INPAK EN CHEFFIN PARTTIMERS IN DAGDIENST GROOTVERPAKKINGEN
'Het zijn echt unieke sessies! Alle lagen van het bedrijf zijn erbij betrokken, de hele groep. Er is echt een enorm enthousiasme binnen het bedrijf, dat is mooi om te zien. Ik zit zelf in de safety pilaar van het strategiehuis. We hebben looppaden en rijroutes aangebracht en we leren zo veilig mogelijk te werken. Ik ben echt trots op wat we hebben bereikt en dat moeten we volhouden.’
'Wat mij echt enorm aansprak, is de transparantie. Iedereen weet welke kant we op willen en wat er van ons wordt verwacht. Ook weten we wat we van het bedrijf kunnen verwachten. Dat we actief mee mogen denken is erg fijn. Iedereen doet mee en is even belangrijk. Rangen en standen doen er dan niet toe. We zaten in leuke settings op externe locaties, dan voel je je wel verwend en gewaardeerd.'
JELTJE DE KOCK QC MANAGER 'De sessies zijn een goede manier om discussies op gang te brengen. Je ziet dat er meer samenwerking komt, mensen gaan nadenken over hun rol in het proces: wat komt er voor of na mij? Het is ook makkelijker om elkaar aan te spreken en om hulp te vragen. We hebben elkaar als collega's op een andere manier leren kennen: op een andere locatie in gewone kleding in plaats van in witte jassen.’
In Leerdam is een verpakkingslocatie van FrieslandCampina Cheese Hier wordt zo’n 120.000 ton kaas per jaar verpakt Het gaat hierbij om zowel hele kaas als stukken kaas De helft van de kaas gaat naar internationale bestemmingen, via onze collega’s van FrieslandCampina Export
14 Spark Frico en de Duitse kaasmarkt Duitsers eten gemiddeld 23 kilo kaas per persoon per jaar, in totaal 962 miljoen ton kaas via de supermarkt Frico verkoopt meer dan vijftienduizend ton kaas in Duitsland, goed voor de nummer twee positie in harde en halfharde kaas Elke tweede Gouda over de toonbank verkocht, is een Frico Gouda Frico Duitsland verkoopt varianten Gouda, Maasdam, Cantenaar, speciaalkazen en seizoenskazen Het assortiment bestaat uit 28 producten
Vlnr. Hans Joachim Kolk, Gabriëla Umbach en Nils Döhring. Foto: Rob Oostwegel
Maart 2013
Frico is jarig en viert feest in Duitsland Het kaasmerk Frico, onderdeel van FrieslandCampina Cheese Specialities, bestaat 115 jaar. Voor de marketing- en verkooporganisatie in Essen, Duitsland, een uitgelezen kans om de herkomst van Frico-kaas onder de aandacht te brengen. Frico viert feest met een jaar vol activiteiten. ‘Frico is vijftien jaar geleden op de Duitse markt geïntroduceerd’, legt Nils Döhring, shopper & customer manager uit. ‘Ook in Duitsland kun je de consument nog veel vertellen over kaas. Dat in één plakje kaas anderhalf glas melk zit, geloofden ze eerst niet.’ De slogan van toen werkt nog altijd: ‘Wer Käse mag, wird Frico lieben’, oftewel wie kaas lekker vindt, houdt van Frico. Het 115-jarige bestaan van Frico wordt in Duitsland aangegrepen om het merk verder in te kleuren, ‘te activeren’ in marketingbegrippen. ‘De leeftijd en verjaardag van het merk gebruiken we om onze kaas meer karakter te geven’, zegt Döhring. ‘De nadruk ligt op traditie: de kunst van kaasmaken beheerst Frico al 115 jaar én Frico-kaas is gemaakt van Nederlandse melk door Nederlandse koeien.’ Hij wijst op de EU-zegel op een Gouda-kaas; sinds een jaar is dat een beschermde geografische aanduiding. Nederlandse tradities en het vieren van verjaardagen worden gecombineerd in promotionele activiteiten. ‘Nederlanders hebben zo hun eigen tradities rond verjaardagen’, legt Gabriëla Umbach, brand manager, uit. ‘De jarige job krijgt een versierde stoel. Frico stopt die traditie in een modern jasje. Als mensen via onze site een digitale verjaardagskaart versturen, maken ze kans op een Frico-verjaardagspakket: een kaartenkoord, stoelversiersels en natuurlijk kaas om op een leuke manier aan je gasten te presenteren.’
Maart 2013
‘Wij hebben ambitieuze plannen met merkkaas in Rusland’, legt marketing manager Olga Kiselyova uit. ‘Stap voor stap bouwen we verder aan onze positie. Dat geldt niet alleen voor Frico kaas, dat een leidende rol zal vervullen, maar ook voor kaas onder het merk Farm en – als premium - Old Dutch Master.’
Cheese, Butter & Milkpowder
Groeimarkt ‘Frico is nummer één op de versafdelingen in het supermarktkanaal’, zegt Hans Joachim Kolk, commercieel manager. ‘Daar wordt dertig procent van alle kaas in Duitsland verkocht. Voor Frico Gouda Jong komen de mensen naar de supermarkt. Het is een zogenaamde ‘traffic builder’ voor de versafdeling met een aandeel van 18 procent in de omzet.’ De verkoop van kaas onder merknaam neemt toe. Tegelijkertijd daalt het aantal supermarkten met versafdelingen, ten gunste van discountsupermarkten. ‘Het zelfbedieningskanaal groeit’, weet Kolk. ‘Bijna zestig procent van alle voorverpakte kaas wordt verkocht in discounters, waar ook merkkaas wordt verkocht.’ Dat is anders dan bijvoorbeeld in Nederland, waar discounters voorverpakte kaas onder private label verkopen. Kolk: ‘In Duitsland is dat onze groeimarkt; daar moeten we zijn.’ Dit jubileumjaar is het zover, maar de details blijven nog even geheim. ‘In het vierde kwartaal bestormen we met de boodschap van herkomst en kwaliteit én een nieuw product in een nieuwe verpakking het zelfbedieningsschap, ook dat van discounters’, is alles wat Kolk kwijt wil.
Cheese, Butter & Milkpowder
Lekkere kaas uit Holland … in Rusland Kaas uit Holland: dat laatste wordt een belangrijke troef voor Olga en haar collega’s in de promotie van de merkkaas. ‘Russische consumenten kiezen voor kaas uit het buitenland. Ze waarderen producten die uit het land van herkomst komen, zoals wijn uit Frankrijk', vertelt Olga. 'Zo vinden ze het ook belangrijk dat kaas uit Nederland komt, dat is lekkere kaas van een goede kwaliteit. We gaan de merken duidelijker in verband brengen met hun Nederlandse oorsprong. We koppelen de types aan de steden en dorpen waar ze vandaan komen. Maasdam is een dorp in Nederland en echte Maasdammer kaas moet dus uit Nederland komen. Hetzelfde geldt voor Edam en Gouda. De Nederlandse koeien die buiten grazen, het landschap, de kleine dorpen en steden die zo kenmerkend zijn voor Nederland, gaan we gebruiken om de consument te laten zien waar de kaas vandaan komt. We bouwen stap voor stap aan de verspreiding van het merk en we zullen het merk echt in beweging gaan brengen, vooral op de winkelvloer.’
Kansen Niet alleen de consument, ook de afnemer speelt een belangrijke rol. In Rusland wordt kaas via distributeurs afgezet. ‘We werken samen met de collega’s van de business group CPE in Moskou. We maken gebruik van het netwerk van distributeurs die de yoghurt en desserts uit het bedrijf in Stupino door het land brengen. Daarnaast hebben we nog een groep distributeurs met wie we al lange tijd samenwerken voor de afzet van kaas.’ Volgens Olga Kiselyova heeft kaas volop kansen in Rusland. ‘De crisis slaat bij ons niet zo hard toe als elders in Europa. Consumenten zijn zeker geïnteresseerd in kaas uit Nederland. En zolang we de prijs redelijk houden is de kaas toegankelijk voor steeds meer consumenten.’ Binnenkort is Frico kaas in Rusland voorzien van een eigen design. Bij tests onder consumenten bleek dat dat zeer goed wordt ontvangen.
Spark 15
Frico kaas is geen onbekende op de Russische markt. De collega’s van FrieslandCampina Export hebben hard gewerkt aan de positie van Frico in de afgelopen tien jaar. ‘Vooral in de laatste twee jaren hebben we echt een sprong naar voren gemaakt’, vertelt marketing manager Export Reinhard van Dijk, die vanuit Export (Cheese, Butter & Milkpowder) de belangen van Frico in Rusland behartigde. ‘In het begin werd Frico op de markt verkocht, maar ook op plaatsen waar je voedingsmiddelen uit zeecontainers kon kopen. Later zijn we gaan uitbreiden via de moderne supermarkten. In 1998 lag Frico voor het eerst met een Maasdammer kaas in een grote supermarkt in Moskou. De distributie van Frico kaas is steeds via distributeurs gegaan waarmee we langdurige relaties hebben gekregen. Zij zorgen voor de distributie naar 14 grote steden met meer dan 1 miljoen inwoners. De Russen vinden Frico kaas van uitstekende kwaliteit. Daarmee onderscheiden wij ons. Ik geloof echt dat de Russische verkooporganisatie nieuwe stappen kan gaan zetten om de marktpositie van Frico te versterken.’
Olga Kiselyova: ‘Volop kansen voor kaas in Rusland’. Foto: William Hoogteyling.
16 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Cheese, Butter & Milkpowder/Ingredients
Veiligheidsoorkonde voor vijf productielocaties Collega’s van vijf productielocaties kregen onlangs een oorkonde toegekend: in het afgelopen jaar heeft er in deze bedrijven geen enkel ongeval met verzuim plaatsgevonden. De kaasproductiebedrijven in Bedum en Rijkevoort en de productiebedrijven van Ingredients in Dronrijp en Workum en Creamy Creation in Rijkevoort hebben geen ongeval gehad in 2012.
Cheese, Butter & Milkpowder/Ingredients
‘We maken enorme stappen vooruit met veiligheid’, vertelt business group director Ingredients Roelof Joosten, die binnen de executive board speciaal verantwoordelijk is voor ‘Safety.’ ‘Deze vijf bedrijven krijgen een onderscheiding omdat ze een jaar lang geen ongevallen hadden én omdat ze op niveau 2 zitten van het Foqus SHE-systeem. Overigens: sinds het moment dat we de eerste vijf onderscheidingen konden uitreiken, zijn er alweer twee locaties bijgekomen. Sinds begin 2013 zijn Bornem (België) en de fabriek in Delhi (VS) aan het rijtje toegevoegd.’ Proactief ‘Een jaar ongevalsvrij, dat is te danken aan een beter bewustzijn van veilig werken en een cultuur waarin veilig werken de norm wordt’, vertelt Wiliam Wold, manager Safety & Sustainability bij Corporate Supply Chain op het central office in Amersfoort. ‘Aan het einde van 2013 moeten al onze productiebedrijven het tweede niveau van ons FoqusSHE systeem hebben bereikt. Dat wil zeggen dat je veiligheid ‘systematisch’ beheerst. Vervolgens willen we de stap maken naar een ‘proactieve’ benadering van veiligheid. Maar het zal nog enkele jaren duren voordat we met alle locaties dat derde niveau hebben bereikt. We zien gelukkig dat ‘veiligheid’ steeds vaker onderwerp is van ‘continu verbeteren.’ Veilig werken wordt alleen maar beter als we er met zijn allen van doordrongen zijn dat we het niet alleen op papier moeten zetten, maar het vooral moeten dóen.’ William Wold ziet de verbeteringen terug in de cijfers: in 2009 telde hij nog 2.2 ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren, nu is dat cijfer gedaald tot 1.0 per 200.000 uren. ‘Het gaat natuurlijk niet in de eerste plaats om de cijfers, maar om veilig werken. Dat moet onze eerste prioriteit zijn. In sommige bedrijven gaat dat uitstekend en in andere kan dat nog beter. We hebben een programma voor de komende jaren en we gaan van start met ‘contractor management.’ Dat is gericht op degenen die bij ons via andere bedrijven werken. Met het investeringsprogramma dat we er voor 2013 staat, zullen we heel veel externe medewerkers in de bedrijven aan het werk hebben. Ook voor hen zullen we van veilig werken een prioriteit maken. In een aantal bedrijven gebeurt dat trouwens ook.’
Spark 17
Teun Heijnen, director operations business group Ingredients: ‘Dit is een prachtige prestatie. Het gaat om leiderschap, teamwork, grote betrokkenheid en aandacht voor de details. Terecht dat het succes gevierd wordt. Ondertussen wordt er hard verder gewerkt aan procesveiligheid en ‘contractor management.’
Geke Naaktgeboren, QA & Safety director Cheese, Butter & Milkpowder, ‘Een resultaat om trots op te zijn en even bij stil te staan! Leiderschap, support en discipline, drie elementen waar de bedrijven zich in onderscheiden.De goede toon is gezet, en de komende jaren zullen we de ingeslagen weg doorzetten om veiligheid duurzaam in onze genen te verankeren’.
Medewerkers ontvingen de onderscheiding. Van boven naar beneden: Creamy Creation in Rijkevoort, Domo in Dronrijp, Cheese Bedum, Domo Workum, Cheese Rijkevoort.
18 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Cheese, Butter & Milkpowder
Een aanpassing in de vorm van het dagelijks ochtendoverleg (DOO), vorig jaar ingevoerd, geeft een nieuwe impuls aan Lochems verbeterprogramma ‘Fast Forward Go!’. Aan de hand van KPI-borden is nauwkeurig te zien welke afwijkingen er op de belangrijkste prestatieindicatoren voor de poederproductie zijn geconstateerd en wat de (mogelijke) oorzaak was. Dat werpt nu al zijn vruchten af: er zijn minder terugkerende storingen en de reinigingstijd van één van de installaties is met een uur teruggebracht.
FrieslandCampina Lochem:
Samen beter presteren! Edwin Tuller te midden van zijn team medewerkers. Foto: William Hoogteyling
Het is een groot gezelschap dat zich bij FrieslandCampina Milkpowder in Lochem verzamelt voor het dagelijks ochtendoverleg. Aanwezig zijn een medewerker van het bedrijfsbureau en van de technische dienst, de productiechef, de teamleiders Productie, de voorman, de planner/werkvoorbereider, procestechnoloog, de teamleider Technische Dienst, de planner Bedrijfsbureau en de QC-technoloog. Onder leiding van het hoofd Productie nemen ze de informatie op de KPI-borden (de afkorting staat voor Key Performance Indicator) door en bepalen welke acties er eventueel nodig zijn. Dat werkt zo: De borden bevatten een samenvatting van de overdrachten van de drie teams, gestructureerd per categorie KPI’s. Ze bestrijken 24 uur en er zijn KPI’s op het gebied van veiligheid, mensen, volume, kwaliteit/levering, milieu en kosten. Per KPI is te zien of er aan de afgesproken normen is voldaan. Gestructureerde overdracht ‘Voorheen was er alleen een mondelinge ploegoverdracht,’ vertelt teamleider Poeder processing Edwin Tuller. ‘Dus dit was even wennen. De ploegen moeten heel gestructureerd invullen hoe de processen zijn verlopen, en soms geeft dat medewerkers het gevoel dat ze gecontroleerd worden.’ Zelf vindt hij de nieuwe aanpak een enorme verbetering. ‘Vroeger was lang niet altijd duidelijk waarom
er een afwijking was op de planning en wat er de grondoorzaak van was. Nu zitten we er bovenop en kunnen we snel schakelen. Ik juich het nog steeds toe als mijn mensen zelf problemen oplossen, maar ik wil wel graag weten wat ze hebben gedaan, en waarom. Zo leren we van afwijkingen en voorkomen we herhaling. We zijn er samen verantwoordelijk voor dat we zo goed mogelijk presteren.’ Winst Meewerkend voorman Bob van Holten was één van die sceptici, daar komt hij rond voor uit. ‘Al die cijfertjes, het zal allemaal wel. Ik ben er aan gewend dat we gewoon productie moesten draaien.’ Van de overdracht ziet hij wel de directe voordelen. ‘Omdat er nu meer op papier staat, kunnen we beter terugkijken. Als je een heel weekend niet geweest bent, ben je meteen weer op de hoogte.’ Edwin Tuller ziet nu al winst van de nieuwe manier van werken. ‘Doordat we het proces veel strakker in kaart hebben, konden we de reinigingstijd van één van de installaties met een uur terugbrengen. Verder zijn er minder terugkomende storingen, omdat standaard naar de bron van de storing wordt gezocht. En dan is het ons ook nog gelukt om de hoeveelheid product van afwijkende kwaliteit die gepaard gaat met het opstarten en afzetten van de installatie terug te brengen.’
Spark 19
Een belangrijk aandachtspunt van route2020 is het blijven ontwikkelen van vaardigheden en talenten van medewerkers. FrieslandCampina investeert dan ook volop in de ontwikkeling van medewerkers. Om dit nog beter te kunnen doen, is een wereldwijd online platform ontwikkeld: HoRizon.
Nieuw HR platform
Verbreed je HoRizon ‘Ook bij Human Resources (HR) werken we aan de digitalisering van onze werkprocessen’, vertelt Joanne Salverda, global learning & development manager. ‘Met een team van HR en ICT samen werken we aan één internationaal systeem. Dit nieuwe online HR platform bestaat nu uit twee modules: één voor leren en opleidingen en één voor voortgang en beoordeling.’ Wereldwijd leren Veel medewerkers maken al gebruik van de FrieslandCampina Academy. ‘Het huidige aanbod van de FrieslandCampina Academy wordt opgenomen in HoRizon en uitgebreid met alle leer- en ontwikkelactiviteiten binnen FrieslandCampina. Welke trainingen of opleidingen een medewerker volgt, wordt nog steeds bepaald door de manager van de afdeling of werkmaatschappij waar hij of zij werkt. Maar het online platform maakt het makkelijker te zien welke opleidingen FrieslandCampina te bieden heeft. Zo kunnen we wereldwijd gebruik maken van bestaande trainingen en online modules en hoeven we niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden’, vertelt Joanne. To do lijst ‘Ook kan een manager via HoRizon trainingen of cursussen voorstellen aan een medewerker. In HoRizon heeft iedereen een persoonlijke to do lijst. Daarop verschijnt dan een melding. Voor nieuwe medewerkers is dit erg handig: zij vinden e-learning trainingen zoals route2020, Goodness of Dairy en de Gedragscode, Klokkenluidersregeling en Klachtenprocedure direct op hun to do lijst.’
Voortgang en beoordeling ‘Op dit moment loopt er een pilot om ook beoordelingen in HoRizon op te nemen. Nu vullen managers en medewerkers nog papieren formulieren in om voortgangs- en beoordelingsgesprekken vast te leggen, later zal dit ook via HoRizon gaan. Natuurlijk staat het gesprek tussen manager en medewerker nog steeds voorop. Als online platform biedt HoRizon daarbij ondersteuning.’ De pilot vindt plaats bij een aantal afdelingen van het Corporate Centre in Amersfoort (Nederland), de business group Cheese, Butter & Milkpowder en Domo, inclusief Domo America en FrieslandCampina Indonesia. Steeds meer toegang ‘In de eerste fase richten we ons op medewerkers in schaal Hay14 en hoger, die eerder toegang hadden tot de FrieslandCampina Academy. Er is al wel een pilot gestart op twee locaties, in Borculo en Leerdam (Nederland), voor medewerkers die in andere schalen zitten. Uiteindelijk is HoRizon voor iedereen. Eind 2014 verwachten we dan 14.000 à 15.000 medewerkers via HoRizon kunnen leren.’
20 Spark
Maart 2013
Resultaten 2012
21
1200
aantal medewerkers
1000 800 600 400 200
65 61-60 56 55 51-50 46 45 41-40 36 25 31-30 26 25 2120 15-
leeftijden
‘In onze fabrieken is de gemiddelde leeftijd 47 jaar. Bij andere bedrijven in Nederland is dat 45 jaar’, vertelt programmamanager Hanneke van Middelaar. ‘Over ongeveer zeven jaar verwachten we een enorme uitstroom, veel mensen gaan dan met pensioen. Veel van deze medewerkers werken al jaren bij FrieslandCampina. Dat betekent dat er mensen met veel waardevolle kennis en ervaring weggaan. Om dat op te vangen, moeten we nu al zorgen dat er voldoende jongeren zijn die van deze ervaren mensen kunnen leren. We stimuleren daarom bijvoorbeeld om meer met scholen samen te werken.’
Operators in de fabriek van Domo in Workum aan het werk. Foto: Marten Aukes
Project fit4work2020
Cees ’t Hart kijkt terug op 2012:
‘En we werken nog lang en gelukkig…’
‘We zijn op de goede weg’
In Nederland werken collega’s van Human Resources (HR) aan een belangrijk thema: vergrijzing. We worden ouder en werken langer door. Ook veranderen technologische ontwikkelingen ons werk. Dat stelt andere eisen aan medewerkers. Hoe gaat FrieslandCampina hiermee om? Met het project ‘fit4work2020’ werken collega’s van HR aan antwoorden op deze vraag ‘Met fit4work2020’ werken we aan, zoals wij dat bij HR noemen, ‘duurzame inzetbaarheid’ van mensen’, vertelt programmamanager Hanneke van Middelaar. ‘Met duurzame inzetbaarheid bedoelen we dat medewerkers gezond kunnen en willen werken. We zien dit als een gedeelde verantwoordelijkheid: de medewerker is zelf gedeeltelijk verantwoordelijk en ook moet de werkgever ruimte geven zodat de medewerker op een gezonde en veilige manier zijn werk kan doen. Dit geldt niet alleen op de productielocaties, maar voor alle bedrijfsonderdelen van FrieslandCampina.’ Voorkomen Samen met projectmanagers Antje Zwierenberg en Mariëlle Tersteeg werkt Hanneke aan het project fit4work2020. ‘Veel mensen denken bij fit4work aan lichamelijke eisen: dat je fysiek geschikt moet zijn voor je werk. Maar het gaat veel verder dan dat. Het gaat ook over hoe goed je bij je werk en bij FrieslandCampina als bedrijf past. FrieslandCampina biedt bijvoorbeeld opleidingen aan zodat medewerkers bijblijven in hun vak. Ook is begeleiding bij ziekte en – beter nog – het voorkomen van ziekte iets waar FrieslandCampina als werkgever een belangrijke rol in heeft. Daarnaast horen faciliteiten als een collectieve zorgverzekering bij fit4work2020. Als medewerker kun je zelf ook veel doen. Zorg bijvoorbeeld dat je veilig werkt en spreek ook anderen
daarop aan. Neem zelf initiatief en bespreek jouw opleidingsbehoefte en je ambities met je leidinggevende. En houd voor jezelf de balans tussen werk en privé in de gaten.’ Gezond inzetbaar ‘In Nederland werken we aan dit programma, omdat vergrijzing hier een belangrijk thema is. Maar ook andere landen, zoals België, Duitsland en Singapore, hebben interesse. Het is niet nieuw om te kijken naar gezondheid en inzetbaarheid van medewerkers. Maar voor FrieslandCampina is het belangrijk dat we dit soort programma’s met elkaar delen en best practices uitwisselen.’ Meer weten over fit4work2020? Neem dan contact op met Hanneke van Middelaar:
[email protected] of kijk op intranet: Disciplines/HR/fit4work2020
Een royaal gestegen winst en een mijlpaal in de omzet, ceo Cees ’t Hart is blij met de resultaten over het afgelopen jaar. ‘De winst is met 26,9 procent verbeterd tot 274 miljoen euro. We zijn nu ruim twee jaar met route2020 onderweg. Ik denk dat we mogen zeggen: we zijn op de goede weg’. Maar van achterover leunen is geen sprake. ‘Er is nog volop werk aan de winkel.’
De jaarcijfers laten niet alleen groei van de winst zien, ook de mijlpaal van 10 miljard euro omzet is bereikt. ‘En dat vooral door autonome groei, groei die we zelf hebben bewerkstelligd. Je kunt je als bedrijf ‘groot’ kopen, maar dit hebben we vooral zelf gedaan’, stelt Cees ’t Hart vast. Toen route2020 twee jaar geleden van start ging, is het management niet over één nacht ijs gegaan. ‘We hebben bewust gekozen voor een aantal categorieën waarin we extra zouden investeren: baby- en kindervoeding, zuiveldranken en merkkaas. Met baby- en kindervoeding zijn we in 2012 10,2 procent gegroeid in volume, met zuiveldranken 9,5 procent en met kaas onder merk 4,4 procent. De focus op deze drie speerpunten blijkt een goede keuze te zijn geweest. De winstgevendheid is goed, maar we moeten nog meer werken aan ‘het winnen van’ marktaandelen, leidende posities veroveren. Financieel staan we er uitstekend voor. Door de grotere winstgevendheid en door een structurele verbetering van ons werkkapitaal is onze kasstroom verbeterd. Dat is belangrijk voor ons, omdat het ervoor zorgt dat we zelf over geld beschikken dat we kunnen investeren en omdat het een positief signaal naar onze leden-melkveehouders en de banken is.’
22
Resultaten 2012
Resultaten 2012
Consumer Products Europe •
• • • •
En verder…. Er ging méér goed in 2012. De veiligheid van medewerkers in en rond de fabrieken ging beduidend vooruit. ‘We zijn er nog niet, maar het is goed te zien dat de aandacht voor veiligheid echt is toegenomen, dat het bewustzijn rond veiligheid is verbeterd en dat we veel minder ongevallen hebben. Het aantal ongevallen met verzuim is nu gedaald tot 1 per 200.000 gewerkte uren. De aandacht voor veiligheid blijft een continu aandachtspunt.’ Zichtbare groei ‘Voor de groei van FrieslandCampina is de overname van Alaska Milk Corporation (AMC) in de Filippijnen en van het kaasverpakkingsbedrijf IDB Belgium zonder meer positief. We zijn echt blij dat we AMC in FrieslandCampina hebben kunnen opnemen. Dat biedt ons mogelijkheden om onze positie in Azië te versterken.’ Het streven naar groei is ook zichtbaar in de hoogte van de investeringen, zowel in 2012 als 2013. ‘Er is in 2012 voor 423 miljoen euro geïnvesteerd in de capaciteitsuitbreiding, onder meer in de productie van baby- en kindervoeding, kaas en in de capaciteit van onze melkverwerking. Ook in 2013 wordt er flink geïnvesteerd en dat loopt door in daarop volgende jaren. We bouwen aan de toekomst van FrieslandCampina. Na 2015 vervalt het melkquotum en veel van onze leden hebben aangegeven te willen groeien. Het is onze taak om de extra melk zoveel mogelijk te
gebruiken voor toegevoegde waarde producten. route2020 gaat om waardecreatie én groei. Waardecreatie breng je tot stand door die producten te maken waar we het meeste mee verdienen. En dat doen we steeds beter.’ Onderling afhankelijk Daarover sprekend komt Cees ’t Hart bij een belangrijke ontwikkeling in de hele onderneming: de interne samenwerking. ‘Je kunt het zien als een grote verandering waar wij allemaal mee te maken hebben: de koppeling van productiebedrijven aan verkooporganisaties, het standaardiseren van processen en data en uiteindelijk de implementatie van één SAP-systeem. Het is voor onze onderneming van groot belang dat we onze informatiestromen integreren. Dat komt tot stand via SUMMITplus. Dat wordt de sleutel om binnen FrieslandCampina beter samen te werken. Werkmaatschappijen zijn onderling afhankelijk van elkaar als het om de verwerking van melk gaat. Een restproduct van de ene productielocatie is een belangrijk ingrediënt voor een andere productielocatie. ‘Ook innovatie speelt een rol van betekenis. In oktober van dit jaar openen we het nieuwe innovatiecentrum in Wageningen. Het zal de innovatieactiviteiten een nieuwe impuls geven als we een straks alle research & development-medewerkers bij elkaar hebben. We hopen dit jaar ook een ‘development centre’ te openen in
Omzet gedaald door afnemende consumentenbestedingen Marges licht hersteld, door prijsverhogingen eind 2011 Campina-merk versterkt de marktpositie Marktaandelen aantal zuivelmerken onder druk Herstructureringen in Duitsland en Hongarije ‘Europa is een moeilijke markt op dit moment’, licht Cees ’t Hart toe. ‘De business group heeft niettemin het resultaat in vergelijking met vorig jaar met ruim 4 procent verbeterd. Het is gelukt om de stijging van de grondstofen verpakkingskosten door te berekenen in de verkoopprijzen. In Nederland werd de samenvoeging van de marketing- en verkoopactiviteiten van merkproducten verder vormgegeven. Afnemers hebben nu met nog maar één accountteam te maken als aanspreekpunt. We merken de gevolgen van de economische crisis in Europa echt en het is nog maar de vraag of de koopkracht van Europese consumenten op de korte termijn zal verbeteren. We zullen dus nu moeten bijsturen.’
Consumer Products International • •
• • •
Volume groei van 9 procent Marktaandelen baby- en kindervoeding verder toegenomen Alle onderdelen dragen bij aan resultaatverbetering Bedrijfsresultaat stijgt met 43,2 procent Acquisitie Alaska Milk Corporation in groeimarkt Filipijnen ‘In China, Hongkong en Vietnam is het met het merk Friso (voor baby- en kindervoeding) uitstekend gegaan. Vooral in China en Hongkong gaat het steeds beter met onze positie, we breiden het aantal steden waar onze baby- en kindervoeding te koop is voortdurend uit’, aldus Cees ’t Hart. ‘ In Maleisië zijn we marktleider geworden met baby- en kindervoeding onder het merk Dutch Lady en Friso. In Indonesië en Nigeria groeit de verkoop van kindervoeding ook. Zuiveldranken laten een gevarieerd beeld zien. Het volume groeit maar in sommige landen staan de marktaandelen onder druk. Er zijn ook ontwikkelingen die zeer succesvol zijn zoals de Rainbow teashops in het Midden-Oosten, die steeds populairder worden.’
Ingredients
• •
•
•
Omzet en resultaat belangrijk verbeterd Aanhoudend sterke vraag naar ingrediënten voor babyen kindervoeding Positieve kasstroom door een goed resultaat en verbetering van het werkkapitaal ondanks hoge investeringen 181 miljoen euro geïnvesteerd in uitbreiding van de productiecapaciteit ‘De business group Ingredients maakt de ingrediënten voor baby- en kindervoeding die door Consumer Products International worden verkocht. De groeiende afzet van deze producten, betekent natuurlijk ook dat Ingredients een stijgend volume kan produceren en afzetten’, licht ’t Hart toe ‘We zien dat zowel FrieslandCampina Domo als DMV een goed jaar achter de rug hebben. DMV produceert meer caseinaten, wei-eiwitten en lactose. FrieslandCampina Kievit had het in 2011 lastig, dat is in 2012 beduidend verbeterd. Ook Creamy Creation, de producent van roomlikeuren, heeft een beter resultaat geboekt, vooral in de Verenigde Staten en Afrika. DFE pharma, de producent van farmaceutische lactose, kende een groeiende afzet. Eigenlijk hebben alle onderdelen van de business group een goede prestatie geleverd.’
23
Cheese, Butter & Milkpowder •
• •
•
Acquisitie van IDB Belgium en voorgenomen acquisitie Zijerveld en Den Hollander Food (2013) Door sterke groei export goed resultaat met merkkaas Verlies door lage opbrengstprijzen voor boter en melkpoeder Efficiencyverbetering in productie Voor wat betreft de kaasactiviteiten heeft de business group een goed jaar achter de rug. Zowel de werkmaatschappijen Cheese als Cheese Specialities realiseerden een positief resultaat’, aldus Cees ’t Hart. ‘De export van Frico kaas naar een aantal landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten heeft zich goed ontwikkeld. In Europa groeide de consumptie van kaas nog wel, maar de marktaandelen van de merkkazen stonden toch onder druk. De overname van IDB Belgium en de geplande overname van Zijerveld zijn twee belangrijke stappen om de waardecreatie van onze kaas een impuls te geven.’ ‘De prijsontwikkeling en de resultaten van boter en melkpoeder waren negatief. Voor een groot deel is dit het gevolg van marktomstandigheden. Dit heeft het resultaat van de hele business group beïnvloed.’
24
Vijf vragen aan...
Resultaten 2012
Azië, dat de collega’s in de business group Consumer Products International dichterbij de markt ondersteunt bij innovatie in hun portfolio. Innovatie is absoluut een voorwaarde voor succes.’ ‘Must win battles’ Bij alle positieve ontwikkelingen blijven er punten voor verbetering. De executive board heeft drie punten benoemd waar extra in geïnvesteerd zal worden. ‘Als er markten zijn waar we wel groeien, maar niet winnen, ons marktaandeel niet verbeteren dan moeten we daarop ingrijpen. We hebben dan ook extra middelen vrijgemaakt om de ‘must win battles’ inderdaad te gaan winnen. Dat betreft bijvoorbeeld de situatie in Vietnam en Indonesië. In een aantal segmenten moeten we daar investeren om onze marktaandelen te verbeteren. Op dit moment zijn een aantal projecten gestart om onze positie, bijvoorbeeld in de ‘general trade’ (de kleine, lokale winkels) in Vietnam en Indonesië weer te versterken.’ Een ander punt waar we alert op moeten zijn is de ontwikkeling van het afzetvolume in Nederland, België en Duitsland. Europa is ‘a difficult place to be’, zoals men zegt. In Duitsland zijn we bezig met een efficiencyoperatie, maar ook met investeringen in het merk Landliebe. De zuivelmarkt is erg versnipperd en de markt is erg competitief. Ook de CPE-organisaties Branded Netherlands/Belgium en het net opgerichte Retail Brands Europe zijn een project
begonnen om de marktaandelen te verbeteren en kosten te besparen die we kunnen investeren in de markt.’ China ‘Verder richten we ons op de uitbreiding van baby- en kindervoeding in China, op groei van zuiveldranken in de CPI-landen en op geografische expansie. Dat wil zeggen dat we in een aantal landen in Azië en Afrika actief willen worden. We blijven kijken naar de plaatsen in de wereld waar we kansen hebben om ons verder te ontwikkelen. Het mag niet zo zijn dat – als we over tien jaar terugkijken naar het jaar 2013 – we moeten constateren dat we niet op tijd zijn toegetreden tot landen en markten waar we groei hadden kunnen realiseren. Zoals ik zei: er blijft werk aan de winkel. Ook om de prestatieprijs van 2012 weer te verbeteren in 2013.’
Prestatietoeslag en winst De winst die FrieslandCampina maakt, wordt voor de helft gereserveerd en voor de helft uitgekeerd aan de leden-melkveehouders. Door de groei van de winst is de uitkering van de prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties gestegen van 1,83 euro naar 2,37 euro per 100 kilo melk. De prestatietoeslag wordt uitbetaald bovenop de garantieprijs voor melk. De garantieprijs is een gewogen gemiddelde van wat er in de zuivelmarkt in West-Europa wordt betaald. De prestatietoeslag is een belangrijk onderdeel van de totale melkprijs voor de ledenmelkveehouders. Daaraan kunnen zij zien in hoeverre de onderneming erin slaagt een ‘plus’ op de garantieprijs te bereiken. De melkprijs (de optelsom van de garantieprijs, prestatietoeslag en uitkering in ledenobligaties) voor de ledenmelkveehouders van de coöperatie daalde met 2,53 euro naar 36,24 euro per 100 kilo melk. Die daling heeft vooral te maken met lagere prijzen voor boter en melkpoeder in de belangrijkste zuivelmarkten.
Maart 2013
Spark 25
Helen Cridge, trade marketing manager bij FrieslandCampina UK Het belangrijkste merkproduct op de Britse markt is Yazoo, een melkdrank, die in drie verschillende smaken verkrijgbaar is. Yazoo is ‘altijd binnen handbereik’ zoals Helen zegt. Op de basisscholen, in de supermarkten en vooral in ‘convenience stores’, kleinere levensmiddelenwinkels die je bijvoorbeeld op stations vindt. De melkdrank Yazoo, ïs dat een zoete of een meer zure drank, zoals een drinkyoghurt? ‘Yazoo is zoeter dan een drinkyoghurt. Het is gemaakt van melk en het wordt aangeboden in smaken die het meest populair zijn in het Verenigd Koninkrijk: banaan, aardbei en chocolade. Yazoo bevat weinig vet, heeft al het goede van melk en is wat zoeter van smaak dan drinkyoghurt. Toch bevat het maximaal vijf procent toegevoegde suiker.’ Yazoo is heel breed verkrijgbaar. Zelfs op basisscholen? ‘Yazoo wordt al heel lang op basisscholen aangeboden als een gezond tussendoortje voor kinderen. In het Verenigd Koninkrijk mogen geen dranken op scholen worden aangeboden als ze meer dan 5 procent toegevoegde suikers bevatten. De meeste frisdranken voldoen niet aan die eis, Yazoo wel. Als zuivelproduct voor kinderen is Yazoo heel populair.’ Ook bij volwassenen? ‘Yazoo heeft een heel groot publiek. Zowel moeders, als kleine en grote kinderen genieten ervan. Het wordt steeds aantrekkelijker gevonden door jong volwassenen; het verbruik onder deze doelgroep groeit. Yazoo is echt een verfrissende drank voor tussendoor, maar het is ook lekker bij een boterham. Yazoo is ooit begonnen als merk voor kinderen, maar de laatste jaren zijn de verpakkingen aangepast om een grotere doelgroep aan te spreken. Omdat Yazoo al zo’n kwart eeuw wordt verkocht, kennen heel veel volwassenen het uit hun kindertijd. Yazoo is een vertrouwd, bekend en geliefd merk. Het is geen wonder dat Yazoo marktleider is in het segment waarin impulsaankopen worden gedaan zoals op trein- en tankstations. We zijn de nummer twee in de
supermarkten met een groeiend marktaandeel ieder jaar.’ En wat doet een trade marketing manager om de positie van Yazoo te verbeteren? ‘Met trade marketing richten we ons op drie thema’s: category management, het stimuleren van ‘shoppers’, (de consument in de winkel) en op de ontwikkeling van de relatie met de afnemer. We hebben een strategie om de verkoop van Yazoo te stimuleren in de supermarkten, maar ook op de plekken waar impulsaankopen plaatsvinden. Daarnaast communiceren we direct en indirect via reclame en promotie. Yazoo is een ‘dairy based beverage’. In route2020 zijn zuiveldranken een van de drie speerpunten voor groei. In het Verenigd Koninkrijk hebben we een visie ontwikkeld op onze categorie voor de komende vijf jaar. Zuiveldranken hebben een enorm potentieel voor groei en ontwikkeling en het is uitdagend om te weten dat Yazoo daar een sleutelrol in kan spelen.’ Haal je veel plezier uit deze baan? ‘Jazeker! Ik werk nu bijna twee jaar bij FrieslandCampina UK. Het is een hele leuke baan met heel veel variatie en uitdaging!’
Yazoo is altijd binnen handbereik!
Foto: Bernard Bleach
26 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Een wisseling van de wacht bij SUMMITplus; het meerjarenprogramma om bedrijfsprocessen en –systemen binnen FrieslandCampina te standaardiseren. Gerben Otter neemt de taak van programmadirecteur Ignas de Grefte over.
SUMMITplus onder nieuwe leiding: ‘Continuïteit blijft gewaarborgd’ Ignas de Grefte verlaat SUMMITplus om het centrale, overkoepelende 3S programme office te leiden. 3S staat voor de scope, scale en speed van het veranderingsproces binnen FrieslandCampina. Want de organisatie verandert snel en vele verschillende projecten zijn onderling met elkaar verbonden. Om deze initiatieven op één lijn te brengen en de doelstellingen te waarborgen, is het 3S programme office opgericht. In zijn functie als Chief Information Officer (CIO) is Gerben Otter al nauw betrokken bij SUMMITplus. ‘Ik ben verantwoordelijk voor de ICT en sinds medio 2012 samen met Ignas verantwoordelijk voor SUMMITplus. Medio februari heb ik de rol van programmadirecteur overgenomen.’ De komst van een nieuwe programmadirecteur zal geen grote gevolgen hebben voor SUMMITplus, verzekert Gerben. ‘Wellicht komen er wat wijzigingen in de structuur, maar de essentie blijft overeind. De continuïteit van SUMMITplus is gewaarborgd.’ Eerder ging de nieuwe SAP-template al ‘live’ bij verschillende operating companies. ‘Dat is over het algemeen goed verlopen. Alle primaire processen (ordering, productie, leveringen, facturatie) zijn goed gecontinueerd. Voor de issues die naar voren zijn gekomen, hebben we reparatieactiviteiten uitgevoerd’, zegt Gerben. ‘Maar het is te overzien. Alles wat we tegenkomen, willen we bij de volgende implementatie vermijden en zo de kwaliteit nog verder verbeteren.’
Uitbreiding Op 1 mei en 1 november 2012 zijn de eerste werkmaatschappijen en bedrijfsonderdelen live gegaan. Op 1 mei 2013 is het de beurt aan Dairy Sourcing & Trading, FrieslandCampina Export en USA. ‘Per jaar hebben we twee grote releases. Die zijn meteen weer een upgrade voor de locaties waar de implementatie al eerder plaatsvond’, legt Gerben uit. ‘Ook wordt SmartBuy nu geïntegreerd in het SUMMITplus-programma en we zijn bezig om de templates uit te breiden met MOMS-functionaliteit. MOMS (Manufacturing Operations Management System) is een verzamelnaam voor automatisering die voor de aansturing van fabrieken wordt gebruikt. De uitdaging is om in een rap tempo de template rijker, completer en robuuster te maken, zodat we een geoliede roll-out-machine krijgen.’
Spark 27
China: live in twee stappen ‘Begin oktober is beslist om te focussen op de bouw van het systeem en om dit klaar te hebben op 1 november 2013. De 'go-live' van de business is uitgesteld naar januari, zodat we genoeg tijd hadden om onze mensen voor te bereiden’, zegt Joyce Feng, SUMMITplus change manager in China. ‘Het is als een nieuwe auto. Die kun je bouwen, maar je moet er ook mee kunnen rijden. In november en december zijn er veel trainingen gehouden. Ook deden we User Acceptance Tests; zowel met medewerkers als leveranciers. We hebben 370 medewerkers, verspreid over het land. Het was erg uitdagend. Dankzij inzet van iedereen en steun van het managementteam hebben we flinke vooruitgang geboekt in die twee maanden. Een audit in december wees uit dat we klaar waren om live te gaan in januari. Dat ging over het algemeen prima. We groeien in snel tempo. Een gecentraliseerd systeem voor al onze data betekent veel voor ons. SAP vervult nog niet al onze behoeften en we komen ook nog wat issues tegen. Maar het is grote en cruciale stap voorwaarts. Als mensen vooruit kijken en de voordelen zien, zijn ze bereidwilliger om mee te werken en de verandering te omarmen.’
Kievit: ‘Succesvolle implementatie’ FrieslandCampina Kievit nam op 5 november 2012 de nieuwe SAP-template in gebruik; zowel in Meppel als Salatiga. ‘Op zaterdag was er groen licht vanuit de stuurgroep om door te gaan, op maandag zijn alle processen gestart’, zegt Sjoerd Hofstee, project-manager implementatie. ‘We kwamen problemen tegen, maar dankzij de hypercare-organisatie (een team dat ook na de live gang ondersteuning biedt gedurende zes tot acht weken, een nazorgteam, red.) waren de kritische problemen snel opgelost. Medio december is de hypercare afgesloten, al hebben we nog wel hulp gehad bij de jaarafsluiting. Het is op sommige fronten nog even wennen, maar langzamerhand komen we tot een afronding. Het succes van onze go-live is danken aan een goede samenwerking tussen het SUMMITplus-team en de experts van Kievit.’
USA: ‘Erg uitdagend’
Fotografie: (van boven naar beneden)
FrieslandCampina USA bereidt zich voor om live te gaan in mei. ‘We zijn nu bezig met integratietests. Gebruikerstests beginnen binnenkort. We leggen de laatste hand aan ons trainingsplan voor 85 gebruikers’, zegt de lokale implementatieleider Ruth Helsens. In de Verenigde Staten gaat het om twee Domo-locaties (fabriek in Delhi, verkoopkantoor in Paramus) en kantoren van Kievit en DMV. ‘Het verschil tussen de oude en de nieuwe situatie varieert onderling, maar in het algemeen bereiden we ons voor op een aantal grote veranderingen. Eén van de grootste veranderingen is het vastleggen van al onze data in het nieuwe systeem. Ook nieuw is het centrale beheer van onze masterdata.’
FrieslandCampina, Taco Ganzevoort en Bram Petreaus
28 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Ingredients
Ingredients
Om de grote vraag naar kindervoeding aan te kunnen, moet Domo in Beilen alle zeilen bijzetten. Verschillende teams zetten zich in om de droogcapaciteit van de grootste poedertoren maximaal te benutten. Eén van de succesvolle initiatieven koppelt theoretische kennis over technologie aan de praktijk. Daarbij maakt visualisatie van productiedata het verschil.
met data en getallen, dan landt dat niet. We hebben daarom een manier bedacht om die data live zichtbaar te maken in het Mollierdiagram’, vertelt Jasper. ‘Productiedata van de fabriek worden voortdurend gelogd. We hebben een koppeling gelegd tussen die historische data en het Mollier-diagram. Elke twee minuten worden de nieuwste gegevens min of meer live visueel gemaakt in het diagram. De operator ziet op zijn scherm real time het gebied en daarmee de condities waarbinnen hij moet produceren.’
Theorie en praktijk bij elkaar:
Meer output
Theorie Toren 5 wordt vooral ingezet voor de productie van zogeheten IFT base powders; een soort basispoeder voor kindervoeding. ‘Drogen is een complex proces, waarin veel variabelen een rol spelen. Het soort product, maar ook de luchtvochtigheid, de temperatuur en het type installatie zijn belangrijk’, vertelt René Tassche, senior procestechnoloog bij Domo Global Solutions (de afdeling Technology van Domo) en team-
leader van het expert-team process automation & control. ‘Onlangs zijn er binnen de technologie-discipline een aantal expertteams opgestart om kennis uit te bouwen, uit te wisselen en te laten landen in de organisatie. Dit is een goed voorbeeld van het laatste.’ Theoretische kennis over drogen is volop aanwezig binnen FrieslandCampina. ‘We weten veel. Zo hebben we diagrammen ontwikkeld voor diverse producten die op de torens worden gedroogd. Het zogeheten Mollier-diagram, met daarin een afgebakende zone, laat de marges zien waarbinnen je het beste kunt produceren’, zegt Jasper Vollenbroek, senior researcher bij FrieslandCampina Research. ‘Het probleem is alleen: men vindt zo’n diagram in de praktijk toch lastig bruikbaar. Hoe maak je theoretische kennis geschikt voor de praktijk?’ APC Net als twee indampers is toren 5 sinds kort uitgerust met APC: Advanced Process Control. ‘Je kunt dit zien als een soort cruise control die zich aanpast op situaties, zoals een veranderende luchtvochtigheid’,
zegt Pieter. ‘Je kunt zo altijd optimaal produceren’. Optimalisatietechnoloog van de locatie Beilen Allard Groeneveld was nauw betrokken bij de invoering van APC. ‘De operator start zelfstandig het proces op. Als dat stabiel is, drukt hij een knop in. APC draait op basis van data die in het systeem is gestopt en maximaliseert de output volgens de theorie. We hebben ruim een jaar lang data gelogd.’ APC zorgt voor stabiliteit en het zal steeds meer de standaard worden. Maar het is voor operators wel even wennen. Bennie: ‘Het voelt raar om je handen van het stuur te halen. Je wilt een vinger aan de pols kunnen houden.’ Pieter: ‘Toen operators voor het eerst vlieguren konden maken met APC, merkten we dat er wel bereidheid is, maar dat ze graag een scherm ernaast wilden. Kortom: visualisatie van waarmee ze bezig zijn.’ René snapt dat: ‘Op zich kan de toren ook alleen op APC draaien, maar dan heeft de operator er geen feeling bij.’ Live Die feeling, oftewel de visualisatie, is belangrijk. ‘Als we operators overladen
Vlnr. Allard Groeneveld, Bennie Vos, René Tassche, Jasper Vollenbroek en Pieter Brouwer. Foto: Marten Sandburg
Mollier diagram: O,1%
MA X. CA PA CIT
Temperature (OC)
De marktvraag naar kindervoeding en ingrediënten hiervoor is enorm; vooral vanuit Azië. FrieslandCampina Domo speelt daar op in met onder meer de bouw van een grote, nieuwe droogtoren in Beilen. ‘Totdat de nieuwe toren 6 klaar en in bedrijf is, is toren 5 onze grootste droger voor kindervoeding’, zegt procestechnoloog Pieter Brouwer. ‘We zoeken continu naar manieren om nog meer rendement uit die droogtoren te halen. Diverse bottlenecks zijn aangepakt.’ Procesoperator Bennie Vos vult aan: ‘We zijn bijvoorbeeld langere runs gaan maken, terwijl de reinigingsbeurten zijn ingekort. Ook is de capaciteit van de lactosedosering vergroot.’
Combinatie Juist het zichtbaar maken van data heeft veel meerwaarde. Daar waar APC zorgt voor stabiliteit en continue bijsturing, geeft het live Mollierdiagram houvast. ‘De operators durven nu meer op APC te vertrouwen. Het is de combinatie die het sterk maakt’, zegt Jasper. Dankzij een combinatie van verschillende initiatieven is de output van toren 5 inmiddels flink verhoogd.
1% YL
INE STI CK Y
(TO OH OT )
% relative humidity
T DRY) STICKY (NO 100%
ENT HA LPI E
Absolute humidity (g/kg)
Spark 29
Samenwerking De samenwerking binnen de FrieslandCampina ‘technology chain’, bestaande uit R&Dtechnologen, proces technologen, technologen op de fabriek en operators heeft zijn vruchten afgeworpen. ‘Vooral het combineren van historische data uit de fabriek met theoretische beschrijving van het proces heeft een grote meerwaarde. Het is ook voor fabrieken die dit nog niet doen, aan te raden om alle data te loggen’, meent René Tassche. De gekozen oplossing in Beilen leent zich voor diverse producten. Andere locaties hebben inmiddels belangstelling getoond voor het Mollier-diagram.
30 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Ingredients
Ingredients
Spark 31
Een bouwkraan torent meters hoog boven de gebouwen van FrieslandCampina Domo in Beilen uit. Die kraan is typerend voor het vele werk dat in Beilen wordt verzet. In hoog tempo wordt in Beilen de productiecapaciteit uitgebreid. ‘De opschaling van onze productie past helemaal in de groeistrategie voor baby- en kindervoeding’, legt project manager Herman Krab uit.
Foto boven: Interne of externe medewerkers,
Bouwen in Beilen
iedereen moet aan de veiligheidsvoorschriften voldoen. Zo ook deze monteurs. Foto onderste: De mond van de nieuwe droogtoren, op de foto Frank van Gastel, verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens de bouw. Foto groot: Werk aan de isolatie van de droogtoren.
De markten voor baby- en kindervoeding ontwikkelen zich heel gunstig. Baby- en kindervoeding is een van de speerpunten voor groei uit onze strategie. Geen wonder dus, dat alles op alles wordt gezet om de productiecapaciteit uit te breiden. Projectmanager Herman Krab en Commissioning & Startup manager Martin Ansing hebben er de handen vol aan. Niet alleen aan het werk in Beilen; ook in Borculo en Bedum staan er tal van projecten op stapel. ‘Voor Beilen is in 2010 een masterplan gemaakt. Daarin is vastgelegd hoe we productie kunnen opschalen en tegelijkertijd volop aandacht besteden aan de veiligheid en kwaliteit van onze producten. Je kunt in een fabriek niet één ding doen, en het andere laten. Het Masterplan behelst een stapsgewijze uitbreiding en vernieuwing van heel veel afdelingen in de fabriek. De capaciteit van de voorfabriek, de droogcapaciteit, de mengerij, de klein- en grootverpakking en de opslag.’ ‘Zo is ook het in gebruik nemen van een nieuwe droogtoren onderdeel
van het Masterplan’, legt Martin Ansing uit. ‘Deze nieuwe toren kan enkele tienduizenden liters melk of wei verwerken per uur.’ Een grote groep medewerkers uit Beilen is betrokken bij de projectorganisatie. Net als een dikke 100 externe medewerkers elke dag opnieuw. ‘Deze projecten vragen veel van de organisatie. Onze productie gaat door én we moeten vasthouden aan onze kwaliteitsstandaarden.’ Het gaat natuurlijk niet alleen om méér productie mogelijk maken, het gaat ook om kosteneffectief, veilig en duurzaam produceren, een hoog kwaliteitsniveau handhaven. Herman Krab: ‘Het Masterplan voorziet dan ook in een verdere verbetering van kwaliteit en voedselveiligheid, het Optiqua programma. Daarnaast worden ook de voorziening van stoom, water, stroom, en perslucht uitgebreid, waarbij we de milieubelasting zoveel mogelijk beperken. We zijn ons allemaal goed bewust van het feit dat wij producten maken voor de allerkleinsten op deze wereld. En dus willen wij de allerbeste en allerveiligste producten maken.’
Martin Ansing (l) en Herman Krab op de achtergrond de immens hoge bouwkraan Foto’s: William Hoogteyling
32 Spark Fred Raaijmakers, plantmanager Cheese Workum ‘Binnen Cheese Workum zijn we duidelijk bezig met het belang van goede wei. In het verleden waren we vooral een zeer grote producent van kaas en produceerden we daarnaast ook wei die vervolgens door Domo werd verwerkt. Naar aanleiding van route2020 is de missie van Cheese Workum duidelijk veranderd. We willen niet alleen veel kaas produceren tegen de laagst mogelijke verwerkingskosten, maar we willen vooral ook alle wei produceren van IFTkwaliteit. Daar streven we bewust naar; we hebben regelmatig overleg met onze klant Domo. Hierbij wordt gekeken naar de huidige prestaties en wat we gaan ondernemen om die te verbeteren.’
Maart 2013
Maart 2013
Ingredients
Ingredients
Spark 33
Ze hebben een druk jaar achter de rug: de collega’s van Domo in Workum. De productiecapaciteit van hun fabriek is met 50 procent gegroeid. Met dank aan de kaasmakers die op hetzelfde terrein werken: zij leveren ook veel meer liters natte wei door aan de fabriek van Domo.
‘De toekomst begint hier’ Zeg kaasproductie en je hebt wei. In wei zit lactose en eiwitten, waardevolle voedingsstoffen die – als ze de kaasfabriek verlaten –als ingrediënt verwerkt worden in baby- en kindervoeding. Plantmanager Hans Borsboom: ‘We werken in Workum samen aan het tot waarde brengen van melk. Dat doen de collega’s in de kaasfabriek en dat doen wij. In Workum wordt – na de investeringen van de afgelopen twee jaar – veel meer kaas geproduceerd. Zodoende krijgen wij als Domo-fabriek veel meer wei aangeleverd.’ Iedere week vindt er een overleg plaats tussen het management van de kaasfabriek en de Domofabriek. ‘Wij zijn onderling afhankelijk van elkaar bij FrieslandCampina. Wij werken allemaal met dezelfde grondstof en proberen daar de hoogste waarde voor te creëren.’ Minder energie De nieuwe installaties bij Domo in Workum zijn ‘state of the art.’ Met dank aan de collega’s van Domo Global Solutions. ‘Die hebben fantastisch werk gedaan. Maar ook onze eigen medewerkers hebben aan dit project meegewerkt.’ De wei wordt ingedikt
tot droge stof. En dat gebeurt met ‘omgekeerde osmose’, een proces waarbij de dunne wei onder druk tegen een membraan wordt geperst en verder bewerkt wordt. ‘Normaal gesproken wordt wei ingedikt tot een bepaald percentage droge stof. Dat wij het hier op een aanzienlijk hoger percentage brengen, is meteen een testcase voor onze business groep. De techniek die wij hier gebruiken bespaart enorm op energie. Die energiebesparing zorgt ervoor dat we duurzamer werken, maar we geven ook minder geld uit aan energie.’ Er wordt in Workum niet alleen op energie bespaard, al het water dat vrijkomt bij het concentreren van de wei, wordt opnieuw gebruikt. ‘Dat zetten we onder meer in voor de reinigingsprocessen bij zowel Domo als Cheese.’ Half oktober 2012 is de installatie in gebruik genomen, binnenkort wordt die overgedragen van het project team naar de reguliere productie.’ Altijd verbeteren Nog niet al het werk in de fabriek is afgerond. De gangen rondom de productieafdeling vertonen nog sporen van opbouw. ‘Hier hebben we sinds kort een ruimte voor ‘Continuous Im-
Bijschrift: Vlnr. Menno Hazekamp, Roel Zuiderbaan en Hans Borsboom Foto: Marten Aukes
provement.’ Aan de wanden hangen borden met overzichten die gebruikt worden om de productie te sturen en constant te verbeteren. ‘Je kunt hier je laptop aansluiten en meteen op het scherm presenteren’, wijst Hans. ‘We weten dat we altijd aan verbeteringen moeten werken. Wij maken hier ingrediënten voor baby- en kindervoeding. Onze producten moeten altijd aan de hoogste eisen voldoen. Het is mooi als dat in mijn hoofd zit, maar het moet in de hoofden van alle mensen die hier werken zitten. Het is ook een boodschap die we bij het Domo-event in november mee hebben gekregen en we zijn er zelf ook mee aan de slag gegaan.’ Succesvol In mei en november vorig jaar nodigde Hans Borsboom al zijn mensen uit voor een dag lang praten en nadenken over de visie, missie en waarden van het bedrijf in Workum. ‘Wat is onze koers, waar staan wij voor en wat is onze stip op de horizon? Daar hebben we met zijn allen over nagedacht, over gepraat en uiteindelijk onze visie, missie en waarden vastgelegd. De medewerkers hebben er in teams schilderijen van gemaakt. Prachtig,
deze zijn ingelijst en ze hangen in ons bedrijf. Je merkt op zo’n dag dat medewerkers heel gedreven zijn om datgene wat beter kan, ook beter te doen. En het is niet bij een dag gebleven. We hebben onze waarden en onze missie op grote borden gezet en deze hangen in ons bedrijf. We spreken elkaar op ploegniveau, dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse bijeenkomsten, waar uit iedere afdeling medewerkers vertegenwoordigd zijn. We hebben een pluim van de maand, voor een medewerker of team die in die maand echt iets bijzonders heeft gedaan. Medewerkers dragen die collega zelf voor. We werken aan de doelen die we samen hebben opgesteld op het gebied van veiligheid, kwaliteit, snelheid, kosten en mensen. Wij zijn alleen maar succesvol als we dat met elkaar doen. Het motto van onze dag was ‘de Tákomst begjint Hjir’ (de toekomst begint hier). Dat verwijst niet alleen naar de nieuwe start die we samen wilden maken, maar ook naar ons product. De toekomst van een baby begint met wat wij doen als medewerkers van Domo.’
Onze visie: Wij zijn dé ingrediëntenleverancier van hoogwaardige eiwitten en grondstoffen voor babyen kindervoeding wereldwijd. Onze missie: Wij zijn vastberaden om veilig en foutloos te werken Wij doen wat we beloven Wij zijn gedreven om continu te verbeteren Wij hebben plezier in samenwerken en willen talenten van mensen benutten
Collega’s in de Kievit-fabriek in Salatiga (Java – Indonesië) zetten zich in voor ‘continu verbeteren’. Medio februari vond de audit plaats van het verbetersysteem dat in Salatiga wordt gebruikt: ‘Kievit Works’. Programme managers Continuous Improvement Harco de Jager en Jacqueline Kerstma voerden de audit uit. ‘Het gaat er om dat we het management en de medewerkers van een productiebedrijf laten zien wat er in de loop van een paar jaar bereikt zou kunnen worden met ‘continu verbeteren’. Dat ze een stip op de horizon zetten: een doel om naar te streven. Er is heel veel mogelijk met ‘continu verbeteren’.
Op weg naar de fabriek in Salatiga, die op een ruim fabrieksterrein ligt in een mooie omgeving. Niet alleen de omgeving is erg prettig, als je binnenkomt in het bedrijf word je hartelijk ontvangen. De toon is meteen familiair. ‘Ik heb zoveel over je gehoord, het is net alsof ik je al lang
DONDERDAG 14 FEBRUARI
Het is een lange reis vanuit Amsterdam (Nederland) naar Jakarta en nog verder: naar Salatiga (Indonesië). Jacqueline Kerstma en ik gaan aan de slag om de collega’s in Salatiga te helpen met ‘Continu verbeteren’. Om dat te kunnen doen moet een organisatie weten wat er verbeterd kan worden en welke verliezen (verliezen van product, energie, etc) beperkt kunnen worden. Het mooie aan verliezen is dat je ze goed in kaart kunt brengen. Als je een goede analyse maakt van de verliezen (met het verlies-analyse model), krijg je inzicht in je eigen resultaten en ga je begrijpen wat er nodig is om de doelen te bereiken. De collega’s van Kievit in Salatiga maken deel uit van de eerste groep die aan de slag gaat met het pas ontwikkelde analysemodel.
VRIJDAG, 15 FEBRUARI
WOENSDAG, 13 FEBRUARI
WCOM Audit in Salatiga: plannen voor de toekomst ken.’ Na de kennismaking volgt de kick-off waarin we uitleggen wat we gaan doen tijdens ons bezoek. Informatie verzamelen en de eerste hoeveelheid gegevens invoeren in het nieuw ontwikkeld model. Vaak is er al veel informatie beschikbaar, maar de uitdaging is om daar bruikbare informatie van te maken waarmee je processen kunt sturen. Op de eerste dag hebben we goede vooruitgang geboekt. We hebben de output van de twee drogers bestudeerd. Na een productieve dag, terug naar het hotel voor een welverdiende nachtrust. De beide drogers in Salatiga maken poederproducten voor de business to business markt, variërend van basis creamers tot additieven voor voedingsmiddelen. Er zijn ongeveer 100 medewerkers actief in productie en logistiek. Samen zorgen ze voor de productie van 10.000 kilo product per uur. Op deze tweede dag waarin we werken met het verlies-analyse model, hebben we ons geconcentreerd op onderhoud, energie, kwaliteit, efficiencyverlies, de bezetting en het vaststellen van de link met de
Maart 2013 Ingredients
financiële prestatie van de fabriek. Het verbinden van je operationele prestatie met je financiële prestatie, stelt je in staat om een beeld te krijgen van de positieve resultaten die je kunt verwachten, als je eenmaal bezig bent met ‘continu verbeteren’. Op maandag pakken we de draad weer op: we gaan aan de slag met de WCOM audit. Als onderdeel van de werkmaatschappij Kievit, werkt Kievit in Salatiga met de ‘Kievit Works’ methode om de bedrijfsprocessen te verbeteren. De manier van werken van WCOM en de audit zijn nieuw. Maar ook al is de methode anders, het uiteindelijke doel is hetzelfde: ‘World Class’ worden. Vanuit de audit kregen we met elkaar een goed inzicht in de huidige manier van werken en kregen we meer begrip van de wijze waarop we de link zouden kunnen maken naar ‘continu verbeteren’. Zoals altijd is een bezoek aan alle afdelingen van deze indrukwekkende fabriek de beste manier om het beeld compleet te krijgen. Vandaag zetten we een punt achter de audit. We gaan alle informatie samenbrengen in een rapportage die de collega’s in deze fabriek kunnen gebruiken om hun programma van ‘continu verbeteren’ verder te verbeteren en uit te bouwen. De audit geeft niet alleen een terugkoppeling van het werk in afzonderlijke fabrieken, maar ook naar onze hele organisatie. Het is belangrijk dat we weten waar medewerkers mee worstelen wanneer ze werken met de methodes en instrumenten die we aanbieden. Als medewerkers problemen hebben, kan het soms zijn dat we niet goed genoeg hebben uitgelegd wat de bedoeling is. Hun terugkoppeling is dus essentieel om onze methodes te verbeteren. Nu het bezoek bijna is afgelopen en alle resultaten aan de leiding van het bedrijf worden gepresenteerd, kunnen we een paar positieve conclusies trekken. Ten eerste: het verlies-analyse model is misschien niet
Spark 35
Foto's: Oki Chandra en Carolina Ida F. van Dewi Photo Studios.
WOENSDAG, 20 FEBRUARI
Ingredients
MAANDAG, 18 FEBRUARI
Maart 2013
DINSDAG, 19 FEBRUARI
34 Spark
eenvoudig, maar het blijkt wel erg nuttig te zijn als je je voor wilt stellen wat je zou kunnen bereiken met ‘continu verbeteren’. Ten tweede, ook als je methode van ‘continu verbeteren’ anders is, het doel blijft hetzelfde. De audit geeft je inzicht in je huidige situatie en helpt je om plannen te maken voor de toekomst. Ten slotte: ook al zitten we soms aan de andere kant van de wereld, we maken allemaal deel uit van hetzelfde team: FrieslandCampina en we zetten ons in om ons werk steeds beter te doen.’
36 Spark Zes bouwstenen Triple A bestaat uit zes bouwstenen. Per onderdeel is er een projectteam, waarin alle disciplines zijn vertegenwoordigd. Naast een overkoepelend team, gaan teams onder meer aan de slag met een vernieuwd tankenpark, optimale CIP (cleaning in place), zonering, automatisering van de afvullijn en de inrichting van een gescheiden Sana-organisatie; een speciaal team dat zich specifiek richt op toren 2 en de bijbehorende producten.
Maart 2013
in de fabriek in Meppel. Foto: Marten Aukes
Ingredients
Kievit investeert in kindervoeding Gezonde oliën als DHA en ARA (omega 3 en 6 vetzuren) zijn een belangrijk bestanddeel van kindervoeding. Minuscule oliedruppels worden ‘ingepakt’; deze ‘encapsulates’ zijn bijzonder gewild als ingrediënt in een kindervoeding-eindproduct. FrieslandCampina Kievit investeert volop om haar positie als wereldmarktleider in deze ingrediënten te behouden en uit te bouwen. Dat gebeurt onder de noemer Triple A. Gezonde oliën als DHA en ARA (omega 3 en 6 vetzuren) zijn een belangrijk bestanddeel van kindervoeding. Minuscule oliedruppels worden ‘ingepakt’; deze ‘encapsulates’ zijn bijzonder gewild als ingrediënt in een kindervoedingeindproduct. FrieslandCampina Kievit investeert volop om haar positie als wereldmarktleider in deze ingrediënten te behouden en uit te bouwen. Dat gebeurt onder de noemer Triple A. Kindervoeding is één van de segmenten waarop Kievit zich met zijn producten op richt. ‘Omdat het gaat om kwetsbare eindgebruikers zijn de eisen hoog. Klanten leggen de lat steeds hoger’, zegt Frank Systermans, market unit manager Infant Nutrition. ‘De Triple A-Status die we nastreven, houdt in dat je het proces volledig onder controle hebt.’
Frank Systermans (l) en Ester van den Hengel
Maart 2013
Ingredients
First Time Right Triple A is afgelopen najaar opgestart en heeft een looptijd van drie jaar. ‘Het project heeft betrekking op toren 2; die is speciaal voor kindervoeding’, verduidelijkt projectmanager Ester van den Hengel. Triple A bestaat uit zes bouwstenen (zie kader). ‘Daarmee voldoen we aan de kwaliteitsstandaarden binnen FrieslandCampina en aan klanteisen van de toekomst. Onze First Time Right is al erg hoog. Die willen wij behouden bij toenemende eisen en zelfs verder verhogen. Hoe meer we in één keer goed produceren, des te beter is de kwaliteit,
leverbetrouwbaarheid en opbrengst.’ Die kwaliteit is belangrijk, benadrukt Frank. ‘We verwerken gevoelige oliën die gezonde eigenschappen hebben. Als we in één keer goed produceren, is de kwaliteit op z’n best en de nutritionele waarde maximaal. Een blik kindervoeding bevat maar een kleine hoeveelheid Encapsulates, maar ze zijn van wezenlijk belang voor de claims die producenten op de verpakking zetten’, zegt de market unit manager. ‘Daar ligt dan ook de link met de strategie van FrieslandCampina om te groeien in kindervoeding. Onze Encapsulates zijn mede bepalend voor het succes.’ Zonering Om de kwaliteit te borgen, is vooral de zonering in de fabriek erg belangrijk. ‘We willen omgevingsbesmetting voorkomen, dus is het essentieel om natte en droge zones in de fabriek te scheiden’, zegt Ester. ‘Klanten mengen onze producten droog, zonder dat er nog een verhittingsstap plaatsvindt. Voor ons gelden daarom de hoogste microbiologische eisen. Die kunnen we alleen waarmaken als onze zonering en procesbeheersing op orde zijn.’ Frank: ‘Ingrediënten voor kindervoeding maken is topsport en vraagt om focus. Vandaar dat we een toegewijd team vormen van mensen die daar heel bewust mee bezig zijn.’
DMV op jongerenjacht Jongeren in Nederland kiezen amper meer voor een baan als (proces)operator. Maar FrieslandCampina DMV in Veghel (Nederland) heeft straks vanwege de uitstroom van werknemers te maken met een personeelstekort. Tussen nu en 2020 gaat bijna een derde van de werknemers met pensioen, vooral in de productie. Hoogste tijd voor een (charme)offensief dus, met evenementen als de Challenge Day. Daarnaast wordt er fors geïnvesteerd in een opleiding tot foodoperator. Veertien Vmbo-leerlingen van het Fioretti College en zes stagestudenten van de Helicon-opleiding Voeding, voedsel en gezondheid die de leerlingen vandaag begeleiden, worden vandaag ingewijd in de wereld die DMV heet. R&D-medewerkers van DMV maken het bedrijfsproces inzichtelijk met monsterpotjes (erin: ondermelk, room, lactoferrine) en vertellen over hun werk. De boodschap: werken bij FrieslandCampina is een stuk veelzijdiger dan jongeren misschien denken. Na de inleiding begint het ‘fun’ gedeelte van de dag. De jongeren mogen hun verse kennis toepassen door in groepjes een sportshake te maken. Weegschalen, ingrediënten en maatbekers staan al op hen te wachten.
Spark 37
Aan de slag om shakes te maken. Foto’s: Rob Oostwegel
Pittige klus Al snel blijkt dat een pittige klus, ondanks spiekbriefjes en hulp. Want hoe zorg je dat zo’n shake ook nog een beetje smáákt? En hoe reken je de verhoudingen goed uit? De eerste brouwsels worden in drie van de vier groepen met een unaniem ‘bah’ afgekeurd door de makers. In een race tegen de klok passen ze verhoudingen aan, wegen opnieuw, klutsen en proeven. ‘Suiker is goed’, klinkt het. En: ‘tarwe is gezond.’ Het
eindresultaat wordt gekeurd door een jury. De shakes worden beoordeeld op smaak, ‘energiegehalte’ en het bijbehorende ‘marketingverhaal.’ ‘Orange Bomb’ van team 4 wint. De supermarkt in Voor de tweede uitdaging gaan de groepen de plaatselijke supermarkt in. Voor een tientje moeten ze zo veel mogelijk producten kopen waar DMV-ingrediënten’ in zitten. Met veel inzet stuiven ze door de looppaden, rekenend en overleggend. Senior HR manager Carin van de Rijt en stagiaire Manon van der Pas, organisatoren van de dag, houden een
oogje in het zeil. Tussendoor zijn de leerlingen en studenten ook al even de fabriek in geweest. Vooral de hygiënische kleding die ze aan moesten zorgt voor veel hilariteit, maar er werden ook serieuze vragen gesteld. Wie weet heroverwegen een paar van hen hun beroepskeuze. Investeren in opleiding Naast het organiseren van evenementen en het meedoen aan open dagen heeft DMV zich ook aan een scholingsproject verbonden. Samen met voedingsmiddelenproducent Mars in Veghel wordt geïnvesteerd in een dagopleiding tot food operator bij ROC de Leijgraaf in Veghel. Zowel DMV als Mars ‘adopteert’ tien leerlingen, die bij beide bedrijven stage lopen. Voor hen wordt niet alleen het boeken- en studiegeld betaald, na drie jaar zijn ze – met hun diploma op zak - ook verzekerd van een baan.
38 Spark Districtsraden Tijdens de drie beursdagen stonden steeds minimaal twee districtsraadsleden (leden-melkveehouders) in de stand. Bert Aldring, voorzitter van het District Drenthe, was er één van. ‘Zo’n beurs is een mooi moment om de leden in een informele setting te spreken. Wie iets op zijn lever had, kon dat bij ons kwijt. Leden waarderen dat, en wij zijn op onze beurt benieuwd naar wat de leden vinden van de bestuurlijke kant van FrieslandCampina.’
Maart 2013
Maart 2013 Consumer Products International
Ingredients
Jongveevoeders promoten
SEANUTS in Indonesië:
Op de Landbouw Vakbeurs in Assen (Nederland) was Nutrifeed, FrieslandCampina’s jongvoederspecialist, prominent aanwezig. De missie: zoveel mogelijk bezoekers enthousiast maken voor de Nutrifeedproducten - melkpoeders voor de opfok van kalveren en geiten- en schapenlammeren. Ook districtsraadsleden (melkveehouders) uit Drenthe, Groningen en Overijssel stonden in de stand, om hun band met de ledenmelkveehouders aan te halen.
Van onderzoek naar praktijk
De Assense beurs is toonaangevend in Noord-Nederland. Dé plaats dus om te werken aan naamsbekendheid en veehouders enthousiast te maken voor de Nutrifeedproducten. Nutrifeed stond er dit jaar al voor de vijfde keer. ‘Inmiddels zijn we een begrip aan het worden,’ zegt senior salesmanager Symon de Jong. ‘De eerste keer dat we op de beurs stonden was de inkt van het fusiecontract nog nat. In de afgelopen jaren hebben we het Noorden veroverd en is de omzet steeds gegroeid.’ De beurs is voor Nutrifeed een relatiebeurs, maar uiteraard wordt er ook productuitleg gegeven. Sommige veehouders geven uit traditie geen kalvermelkpoeders. Dan is het zaak hen ervan te overtuigen dat kalvermelkpoeder beter is dan koemelk; het is na uitgebreid onderzoek optimaal afgestemd op de behoeften van het kalf. Bovendien valt er een flink financieel voordeel te halen: een gemiddelde veehouder kan met Nutrifeed tot 10.000 euro per jaar besparen.’ Kwaliteitsverbetering Alleen naar de besparing kijken doet de producten echter geen recht, vindt Symon de Jong. ‘Veehouders die met ons in zee gaan, investeren in een duurzame kwaliteitsverbetering van hun opfok. De koeien kalven eerder af en geven dus eerder melk. Bovendien geven ze langer melk en zijn ze gezonder.’ Het zijn vooral de vrouwelijke melkveehouders waar Nutrifeed de pijlen op richt. In de praktijk nemen die meestal de kalveropfok (gedeeltelijk) voor hun re-
In Zuidoost-Azië is uitgebreid onderzoek gedaan naar voeding en gezondheid en de eetpatronen van kinderen. Indonesië is, samen met Maleisië, Thailand en Vietnam, een van de deelnemende landen aan SEANUTS. ‘Bij FrieslandCampina Indonesië zetten we deze omvangrijke onderzoeksdata nu in voor productontwikkeling en innovatie’, aldus Victoria Valentina, Corporate R&D manager. De onderzoeksresultaten werden bekend gemaakt tijdens een grote conferentie in november 2012. Hendro Harijogi Poedjono, director Public Affairs and Regulatory Affairs FrieslandCampina Indonesia, bevestigt dat de conferentie een eerste stap is geweest in het vertalen van de onderzoeksresultaten naar de praktijk. ‘Deze uitkomsten helpen ons premium producten te ontwikkelen voor gezonde voeding voor kinderen.’ kening. Voor hen werd dan ook de Nutrifeedparty ontwikkeld – een knipoog naar de bekende tupperware parties. Tijdens die party – een bijeenkomst bij de vrouwen thuis – worden ervaringen over de opfok uitgewisseld. Daarnaast krijgen de deelneemsters op een speelse manier informatie over de Nutrifeed producten door het JongveeOpfokSpel te spelen.’
De stand in Assen, links op de foto Symen de Jong Foto: Marten Sandburg
Melkprogramma ‘Ons marketing team werkt momenteel aan het ‘Melk Programma’, waarvan voorlichting op scholen voor kinderen en moeders een belangrijk onderdeel is. Met dit programma adviseren we minstens twee glazen melk per dag te drinken’, legt Victoria uit. ‘Door het goede van melk te promoten, verwachten we dat mensen meer melk gaan drinken en dat ze zo hun kwaliteit van leven kunnen verbeteren. De campagne zal hand in hand gaan met Wereldmelkdag in juni 2013.’ Bijdrage aan de maatschappij ‘Naast het melkprogramma gaan we een overeenkomst tekenen met de overheid om ons samen in te zetten voor gezonde voeding in Indonesië. We zullen onder andere ‘road shows’ organiseren met topuniversiteiten en medische organisaties om zo de kennis en bewustwording
van mensen over hun gezondheid en voedingspatroon te vergroten’, vertelt Victoria. ‘We hopen dat FrieslandCampina Indonesië met deze plannen kan laten zien dat het als bedrijf een sociale verantwoordelijkheid kent. Niet alleen als zuivelonderneming, maar ook als onderneming die zich inzet voor onderzoek op het gebied van voeding en gezondheid’, besluit Victoria.
Spark 39
Over SEANUTS De South East Asia Nutrition Survey, afgekort SEANUTS, vond plaats onder ruim 16.000 kinderen in vier landen: Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam. Het onderzoek is uitgevoerd door lokale universiteiten, met financiële steun van Friesland-Campina. Het is voor het eerst dat zo’n grootschalig onderzoek is gedaan naar de eetpatronen van kinderen in ZuidoostAzië en de voedingsstoffen die zij binnenkrijgen. In Indonesië zijn de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek: veel kinderen blijven achter in groei; hebben een gebrek aan mineralen en Vitamine D; en zijn te weinig lichamelijk actief.
Foto: Shutterstock/ Creativa & Wong Sze Yuen
40 Spark
Maart 2013
Maart 2013
Consumer Products International
Consumer Products International
Nigeria: van de markt naar de supermarkt Wie in Nigeria boodschappen doet, doet dat meestal in de buurt. De handel in Nigeria is altijd traditioneel geweest: markten in de open lucht, handel vanuit een zeecontainer en handel op straat. Dat traditionele patroon is er nog steeds, maar er is ook sprake van verandering. Het aantal supermarkten groeit snel, vooral nu internationale aanbieders het speelveld betreden.
Frederik Dutilh (l) en Jide Olorunfemi (national sales manager Modern Trade). Foto: FrieslandCampina
Kleine winkeltjes, kiosken op straat en natuurlijk de markt. De meeste voedingsmiddelen koop je in Nigeria daar waar je veel andere mensen ontmoet. Elke buurt, elk dorp heeft een markt, maar het beeld verandert. ‘De overheid heeft paal en perk gesteld aan de illegale handel langs de wegen’, zo vertelt Frederik Dutilh, business development manager bij FrieslandCampina WAMCO. ‘In plaats daarvan komen er moderne goed onderhouden handelsmarkten en winkelcentra met parkeerplaatsen, water en openbare toiletten. Veel traditionele handelaren zijn naar deze nieuwe marktplaatsen verhuisd. Ook de klanten vinden het prettig om daar te winkelen.’ Gemak Maar er is meer. Ook de komst van grote supermarkten van buitenlandse aanbieders, verlegt de aandacht van de consument van lokale handel naar deze grote winkels. ‘Tien jaar geleden werd slechts 1 procent van de omzet in de voedingsmiddelenbranche via de supermarkten gerealiseerd. De verwachting is dat eind 2017 120 miljard euro aan voedingsmiddelen wordt besteed in Nigeria. En een groot deel daarvan zal via deze modernere winkels gaan ten koste van de traditionele handel. Doordat het economisch steeds beter gaat, gaan steeds meer consumenten naar officiële winkels. Het aantal inwoners in Nigeria groeit, van 170 miljoen naar 200 miljoen in 2020. Frederik: ‘Er ontstaat een echte middenklasse. Ongeveer 23 procent van de bevolking wordt nu tot de middenklasse gerekend. En die middenklasse lijkt
De supermarkt is in opkomst in Nigeria
een aanjager te worden voor het ‘gemaks’ winkelen in grotere winkels.’ 3.000 bezoekers Een goed voorbeeld is de opening van een zogenaamde Shoprite Store. Shoprite is een Zuid-Afrikaanse supermarktketen, die al enkele van de grootste winkels in Nigeria bezit. ‘Op de eerste dag van de opening van de winkel in Ilorin, een ‘kleine’ stad met 4 miljoen inwoners, kwamen er al 3000 bezoekers naar de winkel’, aldus Frederik. En niet alleen Shoprite heeft zijn entree gemaakt. Ook Massmart, onderdeel van het Amerikaanser Wallmart dat onder de merknaam Game op de Nigeriaanse markt is gekomen, wil groeien van 2 naar 20 winkels. ‘We zien de opkomst van SPAR supermarkten, maar ook lokale ondernemers gaan van start. Zoals Next Cash and Carry of Addide, beide met een andere marktbenadering, maar zeer professioneel en goed gestructureerd. Bovendien hebben ze een duidelijke toekomstvisie. De traditionele handel is en blijft een belangrijk kenmerk van het leven in Nigeria. Er zijn nog weinig mogelijkheden om electronisch te betalen en de infrastructuur is niet optimaal, dus de traditionele handel zal belangrijk blijven. Maar dat het retail landschap verandert, staat als een paal boven water.’
Spark 41
A-score voor Foqus Q in Maleisië FrieslandCampina Malaysia kreeg onlangs een A-score bij de Foqus Q audit. Een kroon op het werk van het operations team dat zich enorm had ingespannen om deze score te bereiken. Operations director Arthur van Berlo: ‘Ons hele team had hetzelfde gevoel: we willen de beste kwalificatie (rating) halen die we kunnen halen. Ik ben blij en trots dat dat gelukt is.’ Goed scoren bij de Foqus Q audit was cruciaal voor FrieslandCampina Malaysia. ‘We maken onder meer baby- en kindervoeding. Dat betekent dat we een excellent kwaliteitsniveau moeten halen en vasthouden. Tijdens de audit wordt het bedrijf getest op 32 onderdelen in vijf categorieën. Om een A-score te behalen, moet je een minimum van 85% scoren in alle vijf categorieën.’ ‘Het gaat er vooral om dat je de manier van denken van alle medewerkers verandert. En wel zo dat iedereen zich inzet voor hetzelfde
doel. Dat is echt hard werken, maar we hebben samengewerkt met collega’s van HR, finance en corporate communication om iedereen dezelfde richting op te doen gaan’, vertelt Faridah Ambak, manager continuous improvement.
Collega’s van FrieslandCampina Malaysia zijn blij met het resultaat dat ze samen hebben bereikt: een A score bij de Foqus Q audit. Foto: Friesland-
Hoog gegrepen Arthur van Berlo en zijn team hebben zich ingezet om alle medewerkers bewust te maken van het belang van een excellent kwaliteitsniveau. ‘We hebben heel veel trainingssessies gegeven. We wisten dat als we iets zouden willen veranderen, dat wij en onze medewerkers anders moesten leren denken’, vertelt Ng Boon Leon, manager operations. ‘Toen Arthur van Berlo ons vertelde dat hij een A-kwalificatie nastreefde, waren we toch wel bezorgd dat dat erg hoog gegrepen was. Maar we hebben geleerd dat we als team heel goed kunnen samenwerking als iedereen ervan overtuigd is dat we de goede kant opgaan’, aldus Woon Sion Ker, de Q/SHE manager. ‘De hele reis naar ons doel was uiteindelijk fantastisch. Wat me het meest is
Campina Malaysia
42 Spark bijgebleven is de onderlinge vriendschap die deze opdracht voortbracht. En het feit dat de juiste man of vrouw op de juiste plaats de goede dingen doet.’ Kalashini Jayacumaran, QA manager: ‘Het was een hele uitdaging, voor het hele team. Ik was in die tijd ook op zwangerschapsverlof, maar ben wel mee blijven doen aan het project. Aangestoken door de ijver van mijn collega’s. De belangrijkste les tijdens deze reis was dat je moet leren het werk van je collega’s te vertrouwen. En dat als soms iets niet lukt, er niks mis is met ‘elkaar helpen.’ Weekends Voor plant manager Hen Ai Hong die nog geen jaar in dienst is, was het wel even wennen: ‘Ik arriveerde middenin het project, de mensen en de systemen waren nieuw voor me en er lagen nog wel wat onopgeloste problemen. En natuurlijk was het ‘business as usual’ in productie. Ik was zo blij toen bekend werd dat we een A-score hadden dat ik ervan moest huilen.’ Dat zo’n goed resultaat er niet vanzelf komt, weet ook Cheng Mun Hoe, de maintenance manager, die vier maanden aan een stuk werkte, ook in de weekends. ‘Mijn familie was er niet blij mee, maar ik vond het zo’n geweldige kans voor ons om ons te verbeteren, die wilde ik niet opgeven. Het was een kans om te leren, werken en getoetst te worden onder grote druk.’
Maart 2013
Maart 2013
Consumer Products International
Consumer Products International
Mia Sara groeit het liefste op met Dutch Lady Growing-Up Milk! Mia Sara Nasuha Muhammad Ridhuan, plaatselijk beter bekend als Mia Sara, is benoemd tot merkambassadeur voor Dutch Lady Growing-Up Milk voor 2013. Zij wordt het boegbeeld van de landelijke FrieslandCampina campagnes in Maleisië en wordt ook ingezet in advertentiemateriaal van FrieslandCampina Maleisië. Dutch Lady Growing-Up Milk 6+ met chocoladesmaak is haar absolute favoriet. Als merkambassadeur zal Mia Sara jonge kinderen aanmoedigen om meer melk te gaan drinken, in het bijzonder onze Dutch Lady Growing-Up Milk. Mia Sara is ook speciale gast bij lokale evenementen van Dutch Lady Malaysia. Via het Customer
Relationship Management (CRM) programma the Dutch Lady Moms Club (DLMC) zal ze ook aanwezig zijn bij ‘meet and greet’ sessies met trouwe klanten. Ondanks haar jeugdige leeftijd heeft Mia Sara al heel wat bereikt. Zo staat ze straks als de ‘Youngest Award Winning Actress’ in het Malaysian Book of Records. Mia Sara is dan ook het perfecte voorbeeld van een Dutch Lady Growing-Up Milk kind: slim, oog voor haar omgeving en leergierig. Bovendien is Mia Sara gek op melk waardoor ze leeftijdgenootjes ervan kan overtuigen dat melk niet alleen voedzaam is, maar vooral ook leuk en lekker.
Wereldwijd schieten de grotere supermarktketens als paddenstoelen uit de grond. Dit wil echter niet zeggen dat ze ook direct het grootste marktaandeel hebben. Uit onderzoek blijkt namelijk dat in Azië, het Midden-Oosten en Afrika nog steeds 75% van de boodschappen wordt gedaan bij de kleinere winkeltjes, de buurtwinkels en op lokale markten. Een verzamelnaam voor deze winkeltjes is: ‘General Trade’. Onlangs startte het project ‘Winnen in General Trade’, met twee pilots in Indonesië en Vietnam.
Winnen in General Trade Maar hoe komen onze FrieslandCampina producten nu juist in die winkeltjes? Bijvoorbeeld bij een kleine buurtwinkel in Vietnam? In het verleden bouwde FrieslandCampina al aan sterke internationale marktposities door het ontwikkelen van een sterk distributienetwerk. ‘Via lokale distributeurs komen onze producten zo in de vele honderdduizenden verkooppunten per land terecht. De goede marktposities die we daarmee hebben bereikt, willen we graag verder versterken’, vertelt Kylie Gleeson-Long, customer development & shopper marketing director CPI. Inspelen op trends ‘Niet alleen bij de internationale supermarktketens vinden grote veranderingen plaats, maar zeker ook in General Trade. We zien aan de ene kant een sterk groeiende middenklasse en tegelijkertijd zien we dat door de economische ontwikkelingen ook groepen met lagere inkomens meer te besteden krijgen. Dat is een goede ontwikkeling en als FrieslandCampina moeten we ons hierop voorbereiden. Om die reden is het project ‘Winnen in General Trade’ gestart, met twee pilots in Indonesië en Vietnam’, legt Kylie uit.
Kinderen aanmoedigen om meer ‘growing up’ melk te drinken Foto: FrieslandCampina Malaysia
Learning on the job ‘Het pilotproject loopt nu in Vietnam en Indonesië. Uniek aan dit project is dat onze Gene-
ral Trade experts vanuit Nigeria, het MiddenOosten, Maleisië en de Filipijnen voor vier maanden onderdeel van het projectteam zijn in Vietnam en Indonesië. Een soort uitwisselingsproject, waarbij het echt draait om ‘learning on the job’. Het team brengt systematisch in kaart waar de verkooppunten zich bevinden, wat het assortiment is dat wij in die winkels willen voeren en wat de beste manier is om onze producten te distribueren. Zo werken we aan standaardmethoden en -technologieën en ontwikkelen een aanpak die uitgerold kan worden naar andere CPI-landen en Rusland.’ ‘Eind februari hadden we een Customer Development conferentie in Bangkok, met collega’s vanuit Azië, Midden-Oosten, Rusland en Nigeria (zie foto). We hebben daar zeer waardevolle kennis en ervaringen uitgewisseld, waar we in de toekomst met concrete acties op voort kunnen bouwen’. Meer informatie: Wil je meer informatie over het project en General Trade? Neem dan contact op met David Heijkoop:
[email protected]
Spark 43 Nguyen Vu, sales director Vietnam: ‘Met dit project creëren we concurrentievoordeel door baanbrekende veranderingen in gang te zetten binnen General Trade. Ook helpt het ons de mogelijkheden van de verkooppunten in Vietnam nog beter te benutten. ’ Wat is General Trade? General Trade staat voor het traditionele verkoopkanaal waar mensen (voornamelijk in Azië, Midden-Oosten en Afrika) hun boodschappen doen. Denk bijvoorbeeld aan buurtwinkels, kleine supermarkten, kiosken en markten. De tegenhanger is Modern Trade, wat staat voor grotere georganiseerde winkelketens, zoals de moderne super- en hypermarkten.
44 Spark
Debic: samen grenzen verleggen Zuivel voor patissiers, chocolatiers, bakkers en de professionele chef (kok): het merk Debic richt zich op professionele verwerkers van zuivelproducten. Het productassortiment varieert van room en boter in allerlei gebruikstoepassingen, tot opklopbare vullingen voor gebak en een breed aanbod aan kant-en-klare desserts . De lekkere panna cotta, créme brulee, tiramisu of de nieuwe chocolademousse die sinds eind 2012 in het assortiment is opgenomen. De professionele gebruiker van zuivel kan bij Debic kiezen tussen basisingrediënten, productspecialiteiten die hem extra rendement opleveren of kant-en-klare gemaksproducten. Het merk Debic is al 40 jaar een paradepaardje van FrieslandCampina Professional, gevestigd in Lummen (België), een leidend zuivelmerk in ‘Foodservice’ in Europa. Een onberispelijke kwaliteit, creativiteit, authentieke smaak en gebruiksgemak zijn bijschrift
Maart 2013
Merken in ....
kenmerken voor de producten die onder de merknaam Debic op de markt komen. Maar Debic gaat verder. ‘Wij richten ons nadrukkelijk op het ontwikkelen van nieuwe toepassingen van onze producten. Dat doen we door goed naar onze klanten te luisteren. In de loop der jaren hebben we veel kennis over bijvoorbeeld melkvet en de toepassingen daarvan ontwikkeld’, vertelt marketing communicatie manager Kurt Boodts. ‘Daardoor kunnen we aan nieuwe en onverwachte producten en toepassingen voor onze klanten werken. We willen samen grenzen verleggen. Dat doen we door maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden die zuivel biedt en onze producten steeds verder te verbeteren zonder iets af te doen aan de authentieke smaak. Er is nog zóveel mogelijk met zuivel. We gaan elke keer een stap verder. We streven ernaar ervoor te zorgen dat onze afnemers een schitterende prestatie leveren in de ogen van hún klanten.’