De cijfers over het eerste half jaar Maak kennis met de Green Teams Ontbijten met de CEO
Spark nr.3
September 2014 Spark is het personeelsblad van FrieslandCampina
2 Spark
September 2014
September 2014
Column
Spark 3
7 Een roerige wereld De zomer is vaak een periode waarin een betrekkelijke rust heerst. Veel collega’s op vakantie, minder vergaderingen, minder telefoon en e-mail. Dit jaar liep het binnen FrieslandCampina anders. Op mijn vakantieadres ontving ik bericht over de brand in ons kaasproductiebedrijf in Gerkesklooster (NL). Op 29 juli ontstond er een brand in de kaasopslag die verscheidene dagen heeft gewoed. Meteen na mijn vakantie ging ik naar Gerkesklooster om met de collega’s ter plekke te praten en te zien hoe het bedrijf eraan toe was. Daar, op het fabrieksterrein zag ik hoe erg de schade was, hoe het eruit zag, hoe het rook… De materiële schade is flink, maar gelukkig zijn er geen persoonlijke ongevallen gebeurd. De veiligheid en het welzijn van onze medewerkers telt het zwaarst. Tijdens mijn bezoek raakte ik onder de indruk van de manier waarop het management van het bedrijf en de medewerkers in Gerkesklooster met deze brand omgingen. Het managementteam functioneerde uitstekend en werd goed ondersteund door collega’s van het central office. Medewerkers hielpen in ploegen mee: met opruimen, met schoonmaken, met het voorbereiden van de opstart van productie. De energie en de voortvarendheid waarmee zij aan het werk waren vond ik heel bijzonder. Sommige medewerkers waren zelfs teruggekomen van hun vakantie om te helpen. Bij zo’n tegenslag komt er kennelijk energie en daadkracht vrij om de moeilijke omstandigheden het hoofd te bieden. Ik wil de collega’s in Gerkesklooster en alle anderen die er direct bij betrokken waren, graag een compliment maken en bedanken voor hun inzet. Een prachtig voorbeeld van teamwerk! Ook in andere opzichten bleek de zomer een roerige periode. FrieslandCampina heeft - net als veel andere Europese bedrijven – te maken met een boycot van levensmiddelen naar Rusland. Dat betekent dat onze kaasexport naar Rusland volledig komt stil te liggen.
In Afrika wordt men geconfronteerd met een uitbraak van het Ebola-virus, waarvan zich nu ook een aantal gevallen in Nigeria hebben voorgedaan. Deze ernstige ziekte, waarvoor nog geen medicijnen zijn, kan het Afrikaanse continent vreselijk treffen. We hopen zeer dat de uitbraak van het virus beperkt blijft en geen verdere slachtoffers zal maken, zeker in Nigeria waar zoveel collega’s en hun families werken en wonen. Intussen hebben we eind augustus de halfjaarcijfers bekend gemaakt, waarover je elders in dit blad meer kunt lezen. Er zal ons ook in de tweede helft van dit jaar weinig rust worden gegund: we zullen alle zeilen bijzetten om de resultaten van onze onderneming in de tweede helft van dit jaar op een hoger niveau te brengen. We hebben een prachtig bedrijf, met geweldige medewerkers: ik heb er alle vertrouwen in dat we aan het einde van dit jaar kunnen vaststellen dat we er alles aan hebben gedaan om het beste resultaat te bereiken. Cees ’t Hart, CEO Royal FrieslandCampina
LTA-vrij werken in Sleiding, Workum en Dronrijp
14
En verder:
Duizenden bezoekers bij onze boeren
16
8
Aan tafel met de CEO
12
Prestaties meten in de fabriek in Den Bosch
26
Het leadershipteam van Cheese, Butter & Milkpowder het bos in
31
Het Dairy Development Programme in Nigeria breidt uit
34
Innovaties voor kalfjes!
Klanten centraal bij Foodservice in Nuenen
30
Nieuwe yoghurts in Vietnam
32
Sportief en gezond in Indonesië en Maleisië
Bij de voorplaat: Dimitri Heijliger, all round operator in Nuenen, poseert in de ruimte waar de lege roomtanks binnenkomen. (De enige ruimte waar hij zonder baardnet en veiligheidsbril op de foto mag.) Zie pagina 16. Colofon: Spark is het internationale personeelsblad van Royal FrieslandCampina. Het wordt uitgegeven in het Nederlands en het Engels in een oplage van 15.000 exemplaren. Eindredactie: Helma de Waardt, Suzanne van Hattum. Met medewerking van Roy Ramaker, Miriam Vijge en Marloes van de Wolfshaar. Vertaling: Bosch&Bosch, Amsterdam (Nederland) en Lisé Nijman, Arnhem (Nederland). Ontwerp: WAT ontwerpers, Utrecht (Nederland) Druk: Bek grafische producties, Veghel (Nederland) Artikelen mogen worden overgenomen met bronvermelding
4 Spark kader
lead
plat
Van boven naar beneden: Frits Klein Teselink uit Steenderen, Green Teams uit Borculo en Ede.
FrieslandCampina heeft ook een Yammer groep rond duurzaamheid. Tot nu toe hebben meer dan 100 collega’s zich ingeschreven op de Yammer group FAOU (From All Of Us), die ooit gestart is vanuit de business group Cheese, Butter & Milkpowder. Alle berichtjes, filmpjes en vragen laten zien dat duurzaamheid leeft onder medewerkers. De FAOU Yammer group gaat vanaf september dan ook over naar de group Sustainability. Een groep waarin iedereen toegang heeft. Doe mee en sluit je aan bij de Yammer groep Sustainability. Een plek waar iedereen ideeën kan uitwisselen, vragen kan stellen en collega’s kan vinden die je verder kunnen helpen met duurzaamheid.
September 2014
Een groenere wereld met ‘Green Teams’ In acht locaties zijn ze intussen te vinden: green teams. Een grotere of kleinere groep medewerkers die in een productielocatie meewerken aan duurzaamheid. Ze denken mee over besparingen op water of energie, proberen verliezen van grondstoffen terug te dringen, machines zo groen mogelijk te laten draaien en zetten hun collega's aan tot nadenken over hun gedrag (‘thuis doe je toch ook het licht uit als je naar bed gaat?’). De fabriek in Borculo is een grootverbruiker van energie. Dat heeft alles te maken met de productieprocessen in Borculo waar ingrediënten voor kindervoeding worden gemaakt. ‘In een plant waar veel energie en water wordt verbruikt, heeft een green team een dankbare taak’, vindt Johan van Abbeele, project interface manager utilities en bewaker van het duurzaamheidsprogramma. ‘Onlangs is ons green team opnieuw samengesteld. We hebben nu een team met collega’s uit alle afdelingen, dat werkt heel goed. Wij ondersteunen de initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Zo zijn we er vorig jaar in geslaagd om 20 procent van de verliezen op droge stof terug te dringen in onze fabriek. Dat bespaart grondstof, verwerkingskosten (dus
Acht green teams... waarom zouden dat er geen tien of twintig kunnen worden?
September 2014
ten omlaag en ontlasten we onze leefomgeving. Ik ben blij met het green team en met de manier waarop ze werken. In onze maandelijkse bedrijfsbijeenkomsten komt duurzaamheid en het werk van het green team steevast ter sprake.’
energie) en we hebben minder vervuild afvalwater. Het is niet de bedoeling dat wij als team voor alle verbeteringen gaan zorgen, wel dat we die gaan stimuleren. We kijken welke verbetervoorstellen van medewerkers we snel en zonder al te hoge investeringen kunnen uitvoeren en we proberen het gedrag van medewerkers te beïnvloeden door anders te werken.’ Standby of uit? Marijke Wiggers is plantmanager in Borculo. Voor haar heeft een green team absoluut meerwaarde. ‘Het gaat vooral om bewustwording en om het nadenken over je eigen handelen. In een green team wordt kennis met elkaar gedeeld. Is een bepaalde manier van energieverbruik monitoren ook bruikbaar op een andere afdeling? Als een installatie geen productie draait omdat we wachten op grondstof, moet hij dan in de standby modus of helemaal uit? Bij welke wachttijd is het ene of het andere het beste? Onze fabriek is al wat ouder: de mogelijkheden om besparingen te bedenken met elkaar zíjn er. Daarmee brengen we onze kos-
Prominent agendapunt Ook Frits Klein Teselink, hoofd Technische Dienst in Steenderen, zet zich in voor duurzaamheid in het bedrijf. Zijn tactiek? Kansen pakken door duurzaamheid integraal te verwerken in bestaande processen en projecten. Frits legt uit: ‘Onlangs heb ik een groenplan gemaakt waarin biodiversiteit terugkomt. Dit houdt in dat de beplanting op ons terrein vanaf komend najaar verschillende vogels en vlinders zal aantrekken. Duurzaamheid zit voor mij zeker ook in de kleinere initiatieven: kapotte TL-balken worden vervangen door led-lampen en daarnaast heb ik me ingezet om een overzichtelijker en netter afvalplein te creëren. Het is mooi om te zien hoe iedereen hier beseft dat duurzaamheid een prominent punt op onze agenda is.’ Jaap Petraeus, corporate manager Environment en Sustainability bij FrieslandCampina: ‘Green teams kunnen echt een bijdrage leveren aan de implementatie van het duurzaamheidsbeleid van onze onderneming. In route2020 hebben we vastgelegd dat we klimaatneutraal willen groeien. Dit betekent dat we efficiënter met energie moeten omgaan. Productielocaties kunnen daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Vaak door good-housekeeping maatregelen. In 2013 is er door een aantal grote ondernemingen in Nederland afgesproken dat we ons meer gaan richten op biodiversiteit: op boerderijen en in fabrieken. Dan moet je niet alleen denken aan de stand van weidevogels en bloemen in de wei, maar ook aan verlaging van de CO2 uitstoot, gebruik van bodem en water en nog veel meer. Ook dat draagt bij aan het realiseren van onze duurzaamheidsdoelstellingen. Op een productielocatie stelt de overheid ook steeds meer eisen op het gebied van biodiversiteit. Door zelf een goed plan te hebben, kun je vaak veel sneller een milieuvergunning krijgen.’
Spark 5
Graag meer green teams! ‘Een bedrijf dat duurzaamheid echt heeft ingebed in de organisatie, geniet meer waardering in de wereld. Er is zoveel dat we zelf kunnen doen op het gebied van energiebesparing, waterbesparing, scheiden van afvalstromen, werken aan biodiversiteit. De green teams dragen daartoe bij net als iedere medewerker die zich mede inzet voor dit doel. Dus ja, ik ben een pleitbezorger van het instellen van green teams. Ik hoop dat we in nog veel meer locaties in de komende tijd een green team aan het werk zien gaan mét de medewerkers in de locatie.’ Cees ’t Hart, CEO
Green Teams Meppel, Wageningen, Leeuwarden en Amersfoort. Foto’s: Van Assendelft, Robin Britstra, William Hoogteyling en Marten Aukes.
Tips: Werk aan energie- en water-efficiency. Kunnen de afvalstromen in je bedrijf nog beter gescheiden worden en hergebruikt? Ga na welke biodiversiteit (flora en fauna) er is op je locatie en in de omgeving van je locatie en wat we kunnen bijdragen om dit in stand te houden. Kijk eens of er op jouw locatie ruimte is voor een biodiversiteits-hotspot (bijvoorbeeld grond die momenteel niet wordt gebruikt inzaaien met kruiden en bloemen). Ga na of buitenlampen kunnen worden vervangen door groene buitenlampen, die ’s nachts minder verstorend zijn voor de vogels. Hoe is het met de groenvoorziening?
Kijk voor meer informatie op: intranet> route2020 > CSR > green teams
Deel de mogelijkheden met je collega’s en maak hen enthousiast!
6 Spark
September 2014
Hanneke Boswinkel, moeder van Sebastiaan (6 jaar) en Noortje (3 jaar) ‘Laatst hoorde ik op het consultatiebureau dat kinderen het beste water kunnen drinken, zodat ze niet dik worden. Hoe zit dat dan met melk?’
Anke Schlatmann, voedingskundige: ‘Overgewicht komt veel voor, ook bij kinderen. En als je eenmaal wat te zwaar bent, is het heel moeilijk om dat extra gewicht er weer af te krijgen. Vandaar dat de jeugdgezondheidszorg veel aandacht besteedt aan het behoud van een gezond gewicht. Hiervoor is het belangrijk om gezond en gevarieerd te eten en natuurlijk vooral om niet teveel te eten. Ook helpt het om voldoende te bewegen, zodat de calorieën die je eet ook worden verbrand.’ ‘Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat kinderen die suikerhoudende (fris)dranken drinken zwaarder worden dan kinderen die dranken zonder suiker krijgen. Die ‘vloeibare suikers’ gaan makkelijk naar binnen en zijn echt ‘extra calorieën’. Het maakt daarbij niet uit of de suikers toegevoegd zijn of dat ze er van nature in zitten. Light frisdranken bevatten geen suiker, dus hiervoor geldt dit niet. Maar om kinderen niet aan zoet te laten wennen, is het advies om kinderen water of thee zonder suiker te laten drinken.’ ‘Hoe zit dat dan met melk? Melk bevat immers van nature ook melksuiker en andere calorieën...’ Ja, dat klopt, maar dat komt omdat melk eigenlijk meer vloeibare voeding is dan een drank. Melk is een belangrijke leverancier van eiwit, vitamine B2 en B12 en een aantal mineralen, zoals calcium. Daarom staat het in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum in de groep ‘eiwitbronnen’, net als vlees en eieren. Dat in tegenstelling tot de groep ‘dranken’ die als hoofddoel hebben het leveren van vocht. De meeste dranken bevatten geen of nauwelijks voedingsstoffen.’ ‘Het advies voor kinderen is om dagelijks twee tot drie porties melk of melkproducten, zoals yoghurt en een plak kaas, te nemen.’
Meer vragen? Heb je zelf vragen of krijg je wel eens vragen van anderen over melk? Informilk geeft antwoord op deze vragen. Kijk op www.informilk.nl en speel de melkquiz of lees verder bij de vragen over melk. Via je eigen FrieslandCampina-account (gebruikersnaam en wachtwoord voor je computer) kun je inloggen op www.informilk.nl.
September 2014
Veiliger werken in Sleidinge, Workum en Dronrijp
Veilig werken gaat steeds beter. De LTA rate bij FrieslandCampina daalde in de eerste helft van dit jaar opnieuw. Het aantal ongevallen met verzuim per 200.000 uren is gedaald van 0,6 naar 0,4. Dat lukt vooral door de inzet van medewerkers zelf.
Sleidinge 365 dagen
Dronrijp + 4 jaar
Workum 968 dagen
FrieslandCampina Sleidinge (België) telt 365 dagen zonder ongeval met verzuim. Het aantal ongevallen is in enkele jaren een spectaculair gedaald. Plantmanager Bart van Helleputte: ‘Er is vooral ingezet op bewustwording bij onze medewerkers. De aandacht voor veiligheid wordt sterk gedreven en levendig gehouden door het SHE– team Ann Versyck en Marieke Goethals. Het werken met persoonlijke beschermingsmiddelen, het invoeren van LOTOTO-procedures, en allerlei andere maatregelen leiden er toe dat de veiligheid enorm is toegenomen. We hebben recent ook al deze activiteiten gebundeld in de pilaar Safety binnen WCOM, dat helpt ons om veilig werken te borgen. Er is ook veel aandacht besteed aan het opruimen van de werkplekken om val- en struikelincidenten te voorkomen. Onze fabriek is oud, we kunnen een aantal technische voorzieningen treffen – en dat doen we ook – maar het komt vooral op het gedrag van medewerkers aan. Dat het zo goed gaat met het terugdringen van het aantal LTA’s is dan ook in de eerste plaats aan hen te danken.’
Spark 7
gebeuren, dan kunnen we rekenen op de bedrijfshulpverlening. Aan vrijwilligers geen gebrek, de inzet van de mensen is hoog. Dat is ronduit geweldig.’ In het productiebedrijf van Domo van FrieslandCampina Workum laat de teller intussen 968 LTA-vrije dagen zien. ‘Een heel mooi resultaat, maar het gaat niet vanzelf’, vertelt plantmanager Fabian Compagner van FrieslandCampina Workum (onderdeel van Domo en de business group Ingredients). ‘Als we terugblikken op hoe we zijn begonnen en waar we nu staan is er in de laatste paar jaar veel gebeurd. In 2012 zijn we begonnen met de FoQus SHE audits. Dat leidde al tot veel aanpassingen. Vervolgens kwam LOTOTO in beeld en zijn we begonnen met de invoering van deze procedure. We hebben in de afgelopen tijd ook veiligheidsobservatierondes geïntroduceerd. Er zijn veel verbeterpunten aangedragen doordat collega’s uit andere afdelingen, met een frisse blik naar de veiligheidssituatie, hebben gekeken. We houden toolboxmeetings, we hebben de frequentie en kwaliteit van de trainingen verbeterd en we hebben geleerd om elkaar aan te spreken op onveilig gedrag. Het zijn veranderingen die je ondergaat, en die met zich meebrengen dat we anders gaan denken over ons dagelijkse werk. Veiligheid staat bovenaan en vraagt een andere benadering. En mocht er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch iets
In een andere vestiging van Domo – FrieslandCampina Dronrijp – presteren de collega’s het om sinds 6 juni al vier jaar lang geen ongevallen met verzuim te hebben. Henk de Vries, productiemanager in Dronrijp: ‘We zijn een kleine organisatie met 26 medewerkers. Dat helpt: we hebben een cultuur waarin het normaal is om elkaar aan te spreken en voor elkaar te zorgen. Als je ziet dat er een gevaarlijke situatie op kan treden, grijp je meteen in. Natuurlijk volgen wij het veiligheidsbeleid van FrieslandCampina en gebruiken we de LOTOTO proceduren. Maar de persoonlijke betrokkenheid van de medewerkers is onze belangrijkste succesfactor. In een klein bedrijf lijkt het misschien gemakkelijker, maar wij hebben twee jaar geleden een complete verbouwing van onze fabriek gehad en ook in die tijd, waarin we gedurende 5 weken elke dag 80 tot 100 contractors in huis hadden, is er geen enkel ongeval geweest. In die periode hebben onze medewerkers, onder meer door het lopen van veiligheidsrondes en mangatbewaking (veiligheidsmaatregelen bij het werken in een afgesloten ruimte, red.) zich voor 100 procent ingezet om de veiligheid tijdens de verbouwing te garanderen. Daar kan ik alleen maar trots op zijn.’
8 Spark
September 2014
September 2014
Spark 9
Aan tafel met de CEO Aan de ontbijttafel met Cees ’t Hart, wie wil dat nou niet? In juli kregen 10 collega’s de kans. Tijdens het ontbijt gingen ze met Cees en met elkaar in gesprek over de veranderingen binnen supply chain, de teambased organisatie en nieuwe markten in Afrika. Cees: ‘Graag deel ik met jullie waar ik mee bezig ben en nodig ik jullie uit om met mij te delen waar jullie mee bezig zijn. Vragen staat vrij. Ook kritische vragen zijn welkom.’ Harco de Jager, programmamanager continuous improvement bij Ingredients, vraagt: ‘Zijn er eigenlijk zorgenkindjes onder de productielocaties?’ Cees antwoordt: ‘Er zit aardig wat variatie in onze fabrieken, in cijfers en prestaties, en ook op gebied van veiligheid, discipline en hygiëne.’ ‘Is SCOOP (Supply Chain Orchestration towards Outstanding Performance, red.) dan het antwoord?’ is de volgende vraag van Sjoerd van Werven, supply chain planner voor Milner en Noord-Hollandse kaas. Cees legt uit: ‘Voor de fusie was supply chain overal decentraal geregeld. De expertise op centraal niveau is sindsdien enorm toegenomen, daar komt nu de sturing vandaan. We gaan ook het WCOM programma (World Class Operations Management, red.) opnieuw lanceren. Over twee jaar wil ik graag dat iedere fabriek op hetzelfde niveau functioneert. Als een plantmanager op bezoek gaat bij een andere fabriek, moet hij daar een herkenbare situatie zien: een FrieslandCampina-fabriek, waar veiligheid en kwaliteit voorop staan. Natuurlijk blijven er altijd verschillen want de eisen verschillen per productieproces. Zo zijn de eisen voor het produceren van kindervoeding anders dan die voor zuiveldranken.’
goal. Zij moeten op het juiste moment de bal aangespeeld krijgen van het middenveld. Er moet wel dialoog zijn en transparantie over wat nodig is. Daarnaast hebben we de verdediging, daar vind je bijvoorbeeld Finance, Legal en Tax. Zij zorgen ervoor dat we geen fouten maken. Door goed samen te werken, benutten we onze schaalgrootte wereldwijd.’ Frank Dekker, category procurement manager Oils & Fats: ‘Ik heb de centralisatie van Procurement meegemaakt. Daar zien we al resultaat.’ Cees: ‘Inderdaad. De uitdaging is dat we, door goed gebruik te maken van onze teamopstelling, het beste resultaat halen.’
Team-based Mery van der Wiel, manager customer logistics voor Benelux binnen CPEMEA, vraagt: ‘Hoe gaan we de processen vereenvoudigen?’ Cees: ‘Met een echte team-based organisatie kunnen we hier naartoe werken. We hebben zo’n 30 werkmaatschappijen die gericht zijn op de markt, zeg maar de
Ingesleten patronen Ook Anne-Mieke Vissers herkent de overgang naar meer samenwerken en meer gebruik maken van de expertise van anderen. Zij is Sales & Operations Planning (S&OP) manager van de nieuwe hub ‘Single Ingredients’: ‘Ik zit nu precies in de overgang van de ene manier van werken naar de andere. Vanuit de hub Single Ingredients plannen
we de productie van ingrediënten, uit melk en kaaswei. De wei uit kaas is een belangrijk ingrediënt voor kindervoeding. Ook andere reststromen moeten optimaal worden ingezet. Door het productieproces op de juiste manier te plannen, kunnen we de totale verwaarding van ingrediënten beter sturen en door dit centraal te regelen, hebben we beter overzicht. Mensen moeten beslissingen uit handen geven bij een team-based organisatie. Het is soms best een lastig proces.’ Cees: ‘Jazeker, ik verwacht ook dat het nog wel drie jaar duurt voordat dit ingezonken is. Het zijn vaak ingesleten patronen waar mensen aan gewend zijn. Dat is ook begrijpelijk. We moeten nu doorzetten om competitief te blijven en mee te spelen op het hoogste niveau. Dat kan alleen door de kennis die we in huis hebben zo goed mogelijk te gebruiken.’ Besparen ‘Op verschillende locaties zijn deze veranderingen voelbaar’, merkt Elly Spies op. Zij werkt als manager regulatory
affairs voor CPEMEA. ‘Ik hoop in ieder geval dat mensen zich betrokken blijven voelen en risico’s blijven melden.’ Cees: ‘We gaan WCOM opnieuw introduceren en dat gaat helpen. We moeten en kunnen kosten besparen in de fabrieken: we gaan ervan uit dat we 1 miljard kunnen besparen met het standaardiseren van ons bedrijf. Dit geldt voor de hele organisatie. We hebben daarvoor echt team-georiënteerde mensen nodig, geen solisten. Soms zijn er ook nieuwe mensen nodig voor nieuwe inzichten. Dat helpt ons om anders te kijken naar bijvoorbeeld Danone, Nestlé en Unilever. Er is echt nog een achterstand tussen wat deze organisaties doen en waar wij ons bevinden, maar we zijn goed op weg om ons bedrijf verder te professionaliseren.’ ‘Hoe gaan we deze achterstand inhalen?’, vraagt Jhara Nolten, HR manager Summit en Procurement. Cees: ‘Zoals gezegd, zijn we al aardig op weg. We kiezen onze eigen aanpak: een team-based organisatie. We vergroten successen door deze met elkaar te delen en elkaar voor-
10 Spark
September 2014
Ingredients
uit te helpen. We hebben bijvoorbeeld een uitstekende positie opgebouwd voor IFT in China door gebruik te maken van digital marketing. De ervaring die we daar hebben opgedaan, moeten we verder uitvergroten en uitbreiden. We hebben veel expertise in huis, waar we nog meer mee kunnen bereiken. Ook zien we steeds weer de hoge betrokkenheid van onze mensen en het enthousiasme. Dat is mooi om te zien! Het gevoel voor onze oorsprong – het boerenbedrijf – en de trots op onze historie, die mentaliteit moeten we vasthouden. Daarnaast moeten we natuurlijk wel openstaan voor veranderingen, want de wereld verandert snel.’
Anne-Mieke: ‘Mooi om zo met Cees in gesprek te zijn. Hij gaat niet het podium op met een mooi verhaal, maar gaat echt in gesprek. Zo krijg je een mooi inkijkje bij elkaar, echt heel leuk. Leuk ook om te weten voor wie je werkt, wie nu de ‘grote baas’ is. Het motiveert om hem zo in gesprek te zien met ons.’
Frank: ‘Het was een heel comfortabel gesprek. Cees is heel open, heel benaderbaar. We hebben een echte dialoog gevoerd. Ik raad het anderen zeker aan om je hiervoor aan te melden!’
54 landen Onder het genot van een croissantje met jam en verse koffie gaat het gesprek verder. Annet Borgstede, manager processing bij Domo in Workum, vraagt: ‘We lijken soms best afhankelijk van de markt in China. Zijn we dat ook?’ ‘We moeten zoeken naar het evenwicht in onze activiteiten’, zegt Cees. ‘China is zeker een belangrijke markt, maar we spreiden onze kansen. We testen steeds welke aanpak het beste werkt. Bijvoorbeeld de route-to-market van Friso via distributeurs, dat kan in het ene land goed werken en in het andere niet. We hebben nu ook een business development groep werken voor Afrika, en dat gaat heel goed. We hebben zo’n 54 landen onder de loep genomen en hebben deze lijst teruggebracht tot een shortlist van landen waar we echt interesse in hebben.’ Roel Polman, controller business development Africa, knikt bevestigend. Zuiveltrend Mery heeft nog een andere vraag: ‘We zien een dalende zuiveltrend in Nederland. Hoe groot is dat probleem voor ons en hoe pakken we dat op?’ Cees: ‘Onze thuismarkt is erg belangrijk. Campagnes voor melk waren belangrijk in het verleden, zoals ‘melk de witte motor’ en ‘Joris Driepinter’. We moeten het verhaal over melk blijven vertellen; we staan met onze merken overal op de ontbijttafel. Dat is toch mooi! Die positie moeten we nog beter benutten.’ ‘De zuivelsector is goed voor maar liefst 9% van het Nederlandse handelsoverschot. Daarmee is het een belangrijke industrie voor Nederland, maar veel mensen weten dat niet. We moeten de boodschap van de goodness of dairy uitdragen. Zo kunnen we de trend keren. Consumenten weten bijvoorbeeld niet dat 20% van de mensen van 60 jaar en ouder een nutriëntentekort heeft. Het gebruik van zuivel kan dit helpen te voorkomen.’ Op de vraag ‘Wat eet je zelf het liefst als ontbijt?’ antwoordde Cees: ‘muesli met yoghurt’.
September 2014
André: ‘Je ziet echt veel betrokkenheid en passie aan tafel. En Cees heeft duidelijk een brede focus, over de hele wereld. Dat is gaaf om te zien. Ook heel leuk om zo mensen van andere disciplines te leren kennen.’
foto's Rob Oostwegel
Salesmanagers succesvol met Equipe Hogere marges en verkoopcijfers, een sterke focus op een aantal verschillende kernproducten. Resultaten die FrieslandCampina Kievit heeft geboekt in Europa en Zuid-Amerika met Equipe; een verkooptraining die de eindbehoeften van de consument centraal stelt. Dat levert de klanten van Kievit (producenten van voedingsmiddelen) toegevoegde waarde op. De training wordt dit najaar ook in Azië uitgerold.
Mery: ‘Ik vond het ontbijt erg leuk! Je zit om de tafel met verschillende mensen, een dwarsdoorsnede van het bedrijf. We zijn samen en op verschillende manieren bezig met veranderingen, dat kon je goed terug horen. Ik werk zelf precies op het snijvlak van de commerciële werkmaatschappij en supply chain. Ik probeer een brugfunctie te vervullen tussen beide disciplines. De verandering naar een meer team-based organisatie past daar goed bij.’
Wil je ook een keer aanschuiven aan de ontbijttafel met CEO Cees ’t Hart? Meld je aan via corporate.communication @frieslandcampina.com.
Proeven van producten tijdens de training.
Equipe is gericht op de eigen salesmedewerkers, maar ook op salemanagers van wereldwijde distributeurs die Kievit-producten verkopen. Christian Morsink, global distribution channel manager over het doel van de training: ‘Salesmanagers leren om de behoeften van de eindconsument in kaart te brengen. Via passende producten verkopen ze daarmee toegevoegde waarde aan klanten. Christian zit in het projectteam dat Equipe heeft opgezet, net als productontwikkelaar Mirjam van der Molen en projectleider Joep Sparidaens, regional manager SEAP (South East Asia Pacific). ‘Het was een teamprestatie’, benadrukt Joep. ‘We hebben deze training samen met verschillende disciplines binnen Kievit ontwikkeld. Ook de vaste trainers, Jeroen Dijkgraaf en Lena Valkanotska, hebben een grote bijdrage geleverd.’ Equipe telt drie onderdelen: e-learning, praktijktraining en een geavanceerd extranet (extern intranet) waar volop actuele informatie is te vinden. ‘We zijn eind 2012 met de ontwikkeling van Equipe begonnen’, vertelt Christian. ‘Wereldwijd bedienen we grote klanten, maar via ons distributeursnetwerk bereiken we ook zo’n elfduizend kleinere klanten die producten van ons afnemen. De aanwezige kennis bij distributeurs was niet toereikend en onvoldoende gestructureerd. We wilden hen een volgende stap laten zetten.’ Consumentkennis Een tweede reden om Equipe te ontwikkelen ligt in de manier van verkopen. ‘Die was zowel binnen Kievit als bij distributeurs te veel op technische productkenmerken geënt, terwijl het klanten gaat om de voordelen voor de eindconsument’, zegt Joep. ‘We zijn begonnen met Europa en Zuid-Amerika. We hebben zestig eindtoepassingen van onze markten op sheets beschreven. Hierop zie je de consumer needs: wat vind je belangrijk? Wil je cappuccino met veel schuim? Moet het
Spark 11
wit zijn? Wil je het schuim kunnen uitlepelen? Welke van die wensen is het belangrijkste? Je moet de vraag achter de vraag leren stellen. Daarna gaan we de producten proeven.’ Resultaten Inmiddels zijn er vijftien trainingssessies geweest, waarin meer dan 150 salesmanagers van distributeurs in Europa en Zuid-Amerika zijn getraind. Daarbij ging het om alle productgroepen van Kievit. De werkmaatschappij plukt er nu al de vruchten van. Het volume dat Kievit in Europa en Zuid-Amerika verkocht via distributeurs is in 2013 met 10 procent gegroeid; de marge per kilo steeg nog meer. Het aantal verschillende producten (SKU’s) is bovendien gehalveerd.’ Genoeg reden om op de ingeslagen weg verder te gaan. Collega-werkmaatschappijen hebben al belangstelling getoond. Kievit gaat zelf verder met Equipe in Zuidoost-Azië. Christian: ‘De focus ligt dan alleen op koffie-, thee- en chocoladedranken, gezien de recente introductie van onze Creamer 2.0 en de uitbreiding van onze productiecapaciteit in Azië.’
12 Spark
September 2014
Spark 13
September 2014
Cheese, Butter & Milkpowder
Cheese, Butter & Milkpowder
Productielocatie ‘s-Hertogenbosch
‘PCS maakt ons werk meetbaar en inzichtelijk’ Bij de boterfabriek in ‘s-Hertogenbosch is een nieuwe manier van werken geïntroduceerd met het Prestatie Controle Systeem (PCS). De ploegenoverdracht verloopt nu op een meer gestructureerde manier en feiten en cijfers worden voortaan geregistreerd. Dit zorgt voor meer informatie zodat bijsturen makkelijker is. Een kijkje in de nieuwe werkwijze.
Van boven naar beneden: Wilco Pennings, Jacob Valk en Eric Verhoeven. Foto's: Emile Wagenaar
Eric Verhoeven, WCOM facilitator in ’s-Hertogenbosch werkt ongeveer tien jaar bij FrieslandCampina. Hij is in Eindhoven begonnen als 1ste operator kleinverpakkingen en werkte daarna als WCOM facilitator. Ruim twee jaar werkt hij in de boterfabriek in ’s-Hertogenbosch. ‘Het klinkt misschien veel: we zijn van zes naar 213 overlegmomenten per week gegaan’, vertelt hij enthousiast. ‘Iedere werkplek, dat zijn er zo’n tien, heeft nu een meer gestructureerde overdracht. De ploegleiders kleinverpakking lopen per dienst twee keer over de afdeling. En bij de voorfabriek is er iedere twee uur een controleronde bij de operators. Opvallende punten gaan mee naar het ochtendoverleg; daarin worden de afgelopen 24 uur besproken. We bepalen dan de prioriteiten: sommige punten moeten we meteen oplossen, andere gaan op de lijst om binnen een week opgelost te worden en sommige komen op de lijst voor de langere termijn. Ook kunnen we punten indienen voor het weekoverleg van het management team. Deze duidelijke structuur geeft overzicht en zorgt ervoor dat
we niks vergeten.’ ‘Ook het auditsysteem voor alle werkplekken hoort bij deze structuur. Alle leden van het management team en de ploegleiders voeren audits uit. Dit zijn zo’n 15 audits per week. De medewerkers op iedere werkplek hebben een stukje verantwoordelijkheid voor de KPI’s (Key Performance Indicators ofwel punten om prestaties te meten, red.) waar we aan werken, bijvoorbeeld de hoeveelheid vocht, het gewicht van dozen en ook of je werkplek opgeruimd en schoon is.’ Coachen Jacob Valk, ploegleider, werkte eerder in Tilburg en nu ook in ’s-Hertogenbosch. ‘Als ploegleider loop ik iedere twee uur een controleronde. Zo kan ik snel corrigeren als dat nodig is. Ik kijk naar verschillende zaken, zoals de codering van dozen, gewichten, de KPI’s, de registratie, orde en netheid en natuurlijk veiligheid. Ik verzamel gegevens voor het DOO, het dagelijks ochtend overleg. Ook probeer ik steeds verklaringen boven tafel te krijgen voor eventuele afwijkingen of problemen. Ik gebruik
het ‘vijf keer waarom-principe’: steeds vragen waarom iets gebeurt. Mensen maken het verschil en kunnen zelf het beste omschrijven wat er gaande is. Operators hebben hierin gewoon een hele belangrijke taak: zij kunnen de grondoorzaak van problemen vinden.’ ‘De taken van de ploegleider zijn verschoven in de loop der jaren. Vroeger werkten we zelf volop mee en waren we vaak direct bezig met het oplossen van problemen. Nu coachen we de operators en verzamelen we gegevens van het productieproces.’ Wennen Wilfred Pennings is operator en vervangend ploegleider. Hij stond 20 jaar geleden al aan de boterlijn en is, na een tijd elders te hebben gewerkt, sinds ongeveer twee jaar weer terug. ‘Ik vind het erg fijn om weer voor FrieslandCampina te werken. Onderweg hierheen fiets ik langs de koeien en overal kom ik onze producten tegen. Dat maakt mij trots.’ Over PCS vertelt hij dat het wel wennen was in het begin. ‘Veel mensen vonden het best raar, ‘waarom moet dat?‘. Maar als operator leg je nu echt verantwoordelijkheid af voor wat je hebt gedaan. Vroeger zeiden we bij de wisseling van ploegen bijvoorbeeld tegen elkaar: ‘vandaag goed gedraaid’. Maar wat betekent ‘goed gedraaid’? Dat kan voor de een heel wat anders betekenen dan voor de ander. Door het in feiten en cijfers te vangen, krijg je
beter inzicht en kun je eerder actie ondernemen, bijvoorbeeld een onderhoudsmonteur erbij halen.’ ‘Er zijn overigens best veel firma’s van buitenaf die ons bedrijf binnenkomen. Veiligheid staat voorop; we werken veilig of we werken niet. Ook die mensen moeten we aanspreken en dat is niet altijd makkelijk. Veiligheid staat als eerste bespreekpunt op de lijst van het overleg.’ ‘Het vastleggen van acties helpt om terug te kunnen kijken. Je kunt niet meer zeggen dat iets niet is aangekaart. Mensen zijn soms bang om iets in te vullen als het even niet goed gaat. Maar niemand maakt expres fouten. Je moet niet gaan wijzen, maar samen naar de oplossing zoeken. Ik vind het een goede zaak.’ Rode velden Via een digitaal monitoringsysteem houdt Eric bij wat er geregistreerd wordt met de audits. Verschillende variabelen komen hierin terug, zoals afwijkingen in de machines maar ook of medewerkers op tijd aanwezig waren. Als er veel velden rood gekleurd zijn, wordt er actie onder-
nomen. Gea Vogels, plantmanager, beaamt dat er nu meer informatie is om op te sturen: ‘Een groot voordeel van PCS is dat we als organisatie samen op dezelfde KPI’s focussen. Hierdoor kunnen we onze processen evalueren vanuit onderbouwde analyses en kunnen we doorvragen. De grondoorzaak achterhalen is heel belangrijk, pas dan kunnen we problemen écht oplossen.’ Ze vertelt verder: ‘Nu we ruim een jaar met PCS werken, zien we de vruchten ervan. Het levert ons meer gestructureerde informatie en besparingen op, bijvoorbeeld omdat we het vulgewicht van dozen en het vochtgehalte van producten beter onder controle hebben. Dit is echt waardevol voor ons productieproces.’ Eric sluit af: ‘PCS is echt een cultuurverandering. We hebben het stapsgewijs uitgebouwd. Iedereen meenemen in de veranderingen is erg belangrijk. De werkwijze moet erin groeien. We zijn op de goede weg.’
Eric, Jacob en Wilfred bij een van de planborden waarop de kpi's worden bijgehouden.
120
De fabriek in ’s-Hertogenbosch telt ongeveer 120 medewerkers.
5
Er wordt gewerkt met een 5-ploegensysteem in de voorfabriek en botermakerij, dit zijn vijf à zes mensen per ploeg.
4
Op de afdeling kleinverpakkingen is er een 4-ploegensysteem.
24
Er zijn drie diensten per 24 uur: een ochtend-, middag- en nachtdienst.
14 Spark
Spark 15
September 2014 Consumer Products Europe, Middle East & Africa
Open boerderijdagen in Nederland, Duitsland en België José van de Water, brand manager Campina, geniet nog na van de Campina open boerderijdagen op 30 mei en op 9 juni in Nederland. ‘De reacties, ook via social media, van zowel de pers als consumenten, waren erg positief. Nieuw dit jaar was de hulp die boeren kregen van tientallen FrieslandCampina-medewerkers als vrijwilliger.’ 72 boerderijen hielden open dag. ‘Bijna twee keer zoveel als vorig jaar’, weet José. De landelijke spreiding was geslaagd: consumenten konden binnen een half uur bij een FrieslandCampina-boerderij zijn. Van de kleine 100.000 bezoekers, gingen sommigen zelfs naar meerdere boerderijen. Behalve een rondleiding waren er activiteiten genoeg, zoals een echte boerenstormbaan, een speurtocht, proeven bij de zuivelbar en vla-voetbal. ‘En natuurlijk het ontdekken waar zuivel vandaan komt’, noemt José de achterliggende gedachte van de open boerderijdagen. ‘Dat was soms niet alleen voor kinderen een openbaring’, merkte ze op een boerderij bij Amsterdam.
Familiegevoel Melkveehouder Bert van Zeelst deed vooraf via een filmpje een oproep aan FrieslandCampinamedewerkers: kom achter je bureau vandaan en word vrijwilliger. Vijftig medewerkers deden dat, onder wie Nadine Mulder, controller bij B2B Cheese. ‘Ik was bij de boerderij van Evert en Heleen Blaauwendraad in Utrecht. Dat enthousiasme
van alle kinderen gaf me echt energie; wat een ervaring. Iedereen wilde de nepkoe melken, als koe of stier geschminkt worden en op de skippykoe. De boer en boerin waren enorm gastvrij; je mocht alles zien, vragen en overal komen. Dankzij de koequiz weet ik nu ook hoeveel een koe gemiddeld elke dag eet, drinkt en melk geeft. Bezoekers noemden het een familiegevoel, dat wij er als FrieslandCampina-medewerkers ook waren. Zoiets draagt dus echt bij aan de uitstraling van ons bedrijf. Waardevol, hoor, om op deze makkelijke manier ook eens direct contact met boeren én consumenten te hebben.’ ‘Mijn missie is om dit aantal vrijwilligers volgend jaar minstens te verdubbelen’, belooft José. ‘Wie nu
enthousiast is, kan zich alvast aanmelden. Leuk toch, om samen met collega’s te doen.’ Na de zomer begint de organisatie van de tiende editie; een jubileumjaar.
Open boerderijdag in Sauerland Kennismaken met de boerderij en met Landliebe producten, dat deden de honderden bezoekers bij Stephan Freiburg-Neuhaus, een melkveehouder in het Duitse Sauerland tijdens zijn open boerderijdag. ‘We hebben in juni voor het eerst meegedaan aan een open boerderijdag’, vertelt Constanze Hepp, activation manager bij FrieslandCampina Duitsland. ‘Bij het mooiste weer van de wereld konden 5.000 bezoekers op de boerderij van Stephan FreiburgNeuhaus in het Sauerland van alles aan de weet komen. Van het opfokken van kalfjes tot ze in melkstal komen, tot de oorsprong van Landliebe-melk. Bovendien konden ze de heerlijke Landliebe-producten proeven. Het doel van de deelname aan een open boerderijdag was ervaringen op te doen met zo’n event, samen met de melkveehouders. ‘Het is een ideaal platform om onze Landliebe-consumenten de filosofie van het ‘van gras tot glas’ verhaal mee te geven en de oorsprong en de bijzondere kwaliteit van onze melk nog beter te communiceren. Hoe het dagelijks leven van onze melkveehouders eruit ziet, kun je straks ook op de nieuwe Landliebe website zien. Voor 2015 is een grote cam-
pagne gepland waarbij de melkveehouders als boodschappers op diverse materialen te zien zijn.’
In België: picknicken en fietsen De voorjaarscampagne van Campina in België werd gelanceerd onder het motto ‘Proef het buitenleven’ en omvat alles waar Campina voor staat: grazende koeien in de wei, lekker buiten picknicken met het gezin, fietsen langs prachtige weilanden en genieten van heerlijke Campina zuivelproducten. Het startschot werd gegeven op zondag 1 juni: drie Campina boerderijen in België zetten hun deuren open voor het grote publiek op de Campina Boerderijdag. Daarnaast werden ook drie fantastische Campina Fietsroutes uitgestippeld. Deze startten en eindigden telkens in de buurt van één van de Campina boerderijen en onderweg kon je deelnemen aan een toffe quiz. En alsof dat nog niet genoeg is, organiseert Campina in België op zondag 21 september langs één van de routes een Campina picknick. Alle info over de fietsroutes vind vind je op: www.campina.be
16 Spark
September 2014 Consumer Products Europe, Middle East & Africa
‘Hier staat de klant altijd centraal’ Een splinternieuw magazijn voor ingrediënten en verpakkingsmateriaal, een nieuwe ruimte om recepturen samen te stellen (samen goed voor meer dan 1500 m2) en een hypermoderne UHT-lijn. Een capaciteitsuitbreiding en een modernisering in een paar maanden. ‘Onze markten groeien harder dan wij konden bijbenen. Het is een uitdaging om op een professionele manier te blijven meegroeien. Daar werken we hard aan’, vertelt Jeroen van Esseveld, business unit director Industry, onderdeel van de werkmaatschappij Foodservice van CPMEA.
In de productieruimte staat een groepje medewerkers bij de nieuwe UHT-lijn. Ze zijn gespannen. De eerste test-runs voor een nieuw product komen van de nieuwe UHT-lijn af. Geroutineerd stapelen de operators plastic bags in kleine kratten, de een na de ander. ‘Wij zijn actief binnen de business unit Industry. Wij maken producten voor professionele gebruikers van zuivel, zoals de voedingsmiddelenindustrie. Ook in onze markten is innovatie belangrijk. Hier maken we een compleet nieuw product dat we binnenkort gaan introduceren. Nee, ik kan nog niet vertellen wat dat is, maar natuurlijk is het spannend om eraan te werken en te zien of het precies datgene wordt wat we voor ogen hebben.’ Voor de rest wil Jeroen van Esseveld graag alles vertellen over dit speciale bedrijf, waar hij zelf pas sinds kort de scepter zwaait. Talloze producten die met room (of soms ook met plantaardig vet) worden gemaakt, verlaten dagelijks het productiebedrijf in Nuenen. Slagroom, vullingen voor tompoucen, vullingen voor rijstevlaaien, roomsaus met champignons of met paprika, halffabrikaten voor soepen en sauzen, glansmiddelen voor brood (op basis van zuivel). Allemaal bestemd voor de voedingsmiddelenindustrie, een echte business to business unit.’ ‘Wij maken producten veelal op maat voor onze afnemers. Wij beschikken over eigen tankjes, (van bijvoorbeeld 250 tot 1000 liter) waarin we onze producten gekoeld leveren en die we in onze eigen wasstraat kunnen reinigen. Tot nu toe leverden wij dagverse producten vooral aan onze afnemers in Nederland en België. Nu we producten een UHTbehandeling kunnen geven met deze nieuwe productielijn, kunnen we ook afnemers verder in Europa bereiken. Dat vergroot onze reikwijdte enorm.’ Voor de nieuwe lijn zijn extra medewerkers nodig. ‘Het
Spark 17
productiebedrijf in Eindhoven wordt medio 2015 gesloten. Medewerkers uit Eindhoven gaan de vacatures in Nuenen bekleden. De eerste groep is nu binnen, gaandeweg komen er meer mensen bij. Ik vind het belangrijk dat we deze plaatsen open kunnen houden voor de collega’s uit Eindhoven. We hebben ze hard nodig!’ Complex Het voormalige familiebedrijf Van Ballegooijen (zie kader) munt uit door toewijding aan klantenwensen. ‘De klant staat hier echt centraal’, stelt Jeroen van Esseveld vast. ‘Marketing & sales, research & development, de collega’s van applicatie/proces-ondersteuning, iedereen werkt hier samen om een optimaal product te leveren dat helemaal is toegesneden op de wensen van de klant. De samenwerking hier tussen alle disciplines is uniek te noemen. De afgelopen jaren hebben we jaar na jaar een groei van circa zeven procent doorgemaakt. Door de investering in een nieuwe productielijn, een magazijn en een nieuwe ruimte voor receptuurvoorbereiding, hebben wij een belangrijke stap gezet. Intussen bekijken we ook hoe we onze eigen organisatie en onze manier van werken zo kunnen inrichten dat we op een verantwoorde manier kunnen blijven groeien. Juist doordat we zoveel tailor made producten maken, is het aantal recepten waar we mee werken erg groot. Iedere afnemer heeft andere wensen, en aan al die wensen komen we tegemoet. Dat is prachtig, dat heeft ons doen groeien, en tegelijkertijd moeten we er wel voor zorgen dat we zo’n complex productenpakket nog kunnen blijven hanteren. Het is mijn droom en overtuiging dat we kunnen blijven groeien en dat we dat op een nog professionelere manier samen gaan doen.’
De business unit Industry is een onderdeel van de werkmaatschappij Foodservice, behorende bij de business group Consumer Products Europe, Middle East & Africa. Foodservice is vooral gericht op de productie en verkoop van producten voor professionele afnemers in allerlei kanalen. Van de benzinepomphouder tot een chef-kok, van een ziekenhuis tot de voedingsmiddelenindustrie. Het productiebedrijf in Nuenen is van origine een bedrijf van de familie Van Ballegooijen, opgezet voor de productie van slagroomproducten voor bakkerijen. In 1993 werd het overgenomen door Coberco en via fusies is het nu onderdeel van FrieslandCampina. Er werken circa 130 medewerkers in het bedrijf.
Linker foto: Ton Hoevenaars (plantmanger) en Jeroen van Esseveld voor de locatie in Nuenen; middelste foto: schoonmaak-unit voor tanks; rechter en grote foto: draaien van een testproductie op de nieuwe lijn. Foto’s: Rob Oostwegel.
18 Spark
September 2014
September 2014
Spark 19
CEO Cees ’t Hart:
‘Ontwikkelingen in perspectief zien’ ‘Een dip in het resultaat van de onderneming’, zo omschrijft CEO Cees ’t Hart de cijfers over de eerste helft van 2014. De combinatie van een sterke euro, de hoge garantieprijs voor de melk, politieke onrust in een aantal afzetlanden en de daling in de afzet in Aziatische markten speelden FrieslandCampina in het eerste halfjaar parten. ‘Maar de onderneming ligt goed op koers, we hebben sterke marktposities en strategisch goede keuzes gemaakt. We hebben onderweg weleens tegenwind, maar we komen zeker op ons doel aan.’
BUSINESS GROUP CONSUMER PRODUCTS EUROPE MIDDLE EAST & AFRICA: • • • •
De netto-omzet bleef stabiel, prijsverhogingen compenseren dalende volumes De resultaten in Nigeria en het MiddenOosten namen af Kostenbesparing door herstructurering in Nederland, Duitsland en Hongarije Marktaandelen Landliebe, Optimel, Fruttis, NoyNoy, Rainbow en Napolact groeien
BUSINESS GROUP CONSUMER PRODUCTS ASIA • • •
Verdere groei Friso kindervoeding in bijna alle landen Er was druk op het volume zuiveldranken in een aantal landen door hoge prijzen Bedrijfsresultaat werd negatief beïnvloed door valuta-effecten. Dit is voor een deel gecompenseerd door groei in China en prijsverhogingen
BUSINESS GROUP CHEESE, BUTTER & MILKPOWDER •
• •
Opbrengstprijzen voor commodities onvoldoende om hogere garantieprijs te compenseren Volume van kaasproductie gelijk aan eerste halfjaar 2013, maar prijzen daalden Integratie van Yoko Cheese, Zijerveld en Den Hollander Food verloopt goed
BUSINESS GROUP INGREDIENTS • •
Minder vraag naar zuivelingrediënten, opbrengstprijzen onder druk Investeringen in capaciteitsuitbreiding ingrediënten
In maart van dit jaar kondigde Cees ’t Hart de kans op tegenwind al aan. ‘Na jaren van aanhoudende groei van de onderneming en het bedrijfsresultaat, zou er in de eerste helft van 2014 sprake kunnen zijn van een daling’, zo voorspelde hij. De CEO kreeg gelijk: bij het bekendmaken van de halfjaarcijfers van FrieslandCampina is het bedrijfsresultaat gedaald, van 275 miljoen euro in het eerste halfjaar van 2013 naar 173 miljoen euro in 2014. Daarbij groeide de autonome omzet met 5 procent en heeft de onderneming 3,8 procent meer melk verwerkt.’ De leden-melkveehouders zagen de garantieprijs stijgen tot 42.07 euro per 100 kilo melk. ‘De prijs voor melk wordt bepaald door de zuivelmarkt, door de wetten van vraag en aanbod’, legt Cees ’t Hart uit. ‘In het eerste half jaar van 2014 bleef de vraag naar zuivel wereldwijd hoog. En dus ook de prijs voor de grondstof melk. Een hogere prijs voor
onze melk moeten wij in de onderneming doorvertalen naar een hogere prijs voor onze producten. In de afgelopen jaren zijn de zuivelprijzen flink gestegen. Dat hebben we als onderneming prima kunnen volgen, maar dit jaar wordt de mondiale stijging van de
Melkprijs FrieslandCampina betaalt aan de leden-melkveehouders de garantieprijs voor elke kilo geleverde melk. In het eerste half jaar van 2014 is de garantieprijs gestegen naar 42,07 euro per 100 kilo melk. In 2013 was dat nog 37,03 euro per 100 kilo melk. Daar bovenop betaalt de onderneming aan het einde van het jaar een prestatietoeslag aan de leden: het bedrag dat de onderneming als een plus boven op de garantieprijs weet te realiseren. In het eerste halfjaar van 2014 is die prestatietoeslag 1,73 per 100 kilo melk (1,10 euro prestatietoeslag vermeerderd met 0,63 eurocent ledenobligaties). Voor het eerst keert FrieslandCampina aan de leden-melkveehouders een interim uitkering uit. In september ontvangen de boeren een bedrag van 0,825 euro per 100 kilo melk.
20 Spark prijs voor de grondstof melk, vooral in Azië, nog eens versterkt door de invloed van wisselkoersen.’
Dure euro ‘Indonesië bijvoorbeeld is een belangrijke markt voor ons. Indonesië importeert zuivelproducten die duurder zijn geworden door de gestegen mondiale zuivelprijzen. Die ontwikkeling wordt nog eens versterkt door het feit dat de lokale munt, de rupiah, is gedaald in waarde. Voor Indonesische consumenten betekent dat dat onze producten flink duurder zijn geworden. In Indonesië zien we prijsstijgingen van zo’n 30 procent (zie kader, red.). Het resultaat dat we in Indonesië boeken in rupiah’s wordt daarna weer omgerekend naar de dure euro. Een negatief effect dat we dus twee keer op ons bord krijgen. De prijsverhogingen door de zwakke valuta deden zich niet alleen in Indonesië voor: in meerdere markten in Zuidoost-Azië hebben we daarmee te maken. We hebben in een aantal markten dan ook te maken met vraaguitval: consumenten die minder kopen.’ Groei in China Andere markten lieten in het eerste halfjaar een prima ontwikkeling zien. In China, Hong Kong en op de Filippijnen werd de sterkste groei gerealiseerd. Friso kindervoeding groeide in bijna alle landen. De afzet van zuiveldranken stond wel in een aantal landen onder druk. Kaas onder merk (zoals Frico) had het lastig, onder andere door beperkingen van de export naar Rusland. ‘Kindervoeding heeft het goed gedaan, de groei in China en Hong Kong houdt aan. De ontwikkeling van de afzet in merkkaas heeft te lijden onder de omstandigheden in Rusland. Nu de Russische markt door de boycot voor ons gesloten is, zullen we andere maatregelen moeten gaan nemen. Zuiveldranken zijn en blijven zeer belangrijke producten in onze afzetmarkten. We geven onze markten in Vietnam en Indonesië nieuwe
September 2014
September 2014 Ingredients
Eiwit, het pareltje uit de melk
impulsen met productintroducties van Dutch Lady en Frisian Flag.’ Robuust ‘Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de markt. Gelukkig is FrieslandCampina inmiddels een robuuste onderneming. We verdienen onze boterham op veel verschillende plekken in de wereld: zoals in Europa. Nigeria, Indonesië en China. We wedden niet op één paard. En je moet ontwikkelingen in perspectief zien. In Azië groeiden we jarenlang met tien procent per jaar. Nu zit die markt even in een dip, maar dat is nog geen reden tot grote zorg. Die groei komt wel weer terug. Wat belangrijk voor ons is, is dat we – meer nog dan we tot nu toe deden – denken in scenario’s. Een periode van tegenwind leert ons ook hoe sterk we zijn en hoe we in die omstandigheden moeten handelen.’ Alert handelen ‘Met ons 3S programma (zie de bijlage bij Spark) willen we FrieslandCampina wendbaarder maken. Ervoor zorgen dat we snel kunnen inspelen op veranderingen in onze markten. Want één ding is zeker: veranderingen zullen zich altijd voordoen. We zullen sneller moeten reageren, verantwoordelijkheid nemen voor onze beslissingen en onze keuzes en alert moeten handelen. Een lager bedrijfsresultaat in het eerste halfjaar wil niet zeggen dat we niet in staat zullen zijn om onze leden-melkveehouders aan het einde van het jaar een mooie prestatietoeslag toe te kennen. We spelen pas de eerste helft van deze wedstrijd. FrieslandCampina is financieel gezond, we hebben uitstekende marktposities in tal van economisch stabiele markten en enthousiaste medewerkers. In het tweede halfjaar zullen we zeker alles op alles moeten zetten om een verbetering in de resultaten van de onderneming te bereiken. We ervaren nu wat tegenwind, maar dat is geen reden om de koers te wijzigen. De keuzes die we gemaakt hebben in route2020 geven de juiste richting.’
Spark 21
FrieslandCampina DMV in Veghel is de grootste producent ter wereld van caseïnaat uit verse melk. Salesmanager Stefan Hoonhoud en marketing trainee David Faerber lichten dit graag toe. Ze vertellen over de eigenschappen, de toepassingen en de groeimarkt van eiwitproducten.
Zuivelproducten duurder Wat betekenen veranderingen in de waarde van geld en een stijgende melkprijs voor onze producten? In Indonesië is de prijs van onze producten in lokale prijzen flink gestegen: Een blikje van 375 gram gezoete, gecondenseerde melk van Frisian Flag ging van 9.900 Indonesische rupiah naar 13.500 rupiah: een prijsverhoging van 38 procent. Een pakje langhoudbare zuiveldrank voor kinderen van 2.200 rupiah naar 2.800 rupiah: 29 procent duurder. Een verpakking van 400 gram Growing Up Milk van 31.800 naar 42.000 rupiah: 30 procent duurder .
‘Van alle caseïnaatproductie in de wereld komt een derde vanuit de productielocatie in Veghel’, steekt Stefan Hoonhoud van wal. ‘En we breiden uit. De nieuwe sproeidroogtoren is bijna gereed. Dan kunnen we nog meer melk verwerken tot hoogwaardige ingrediënten en deze verwaarden.’ Een betere bewustwording van het goede van melkeiwit (zoals in caseïnaat) zal de vraag stimuleren. Daarom ontwikkelt DMV nu ‘the caseïn story’. David Faerber: ‘In dit driejarige programma willen we de nutritionele en functionele waarden van caseïnaat bekender maken. We delen onze kennis met de markt en met klanten. Via artikelen in vakbladen, internet, beurzen en een inhouse seminar. We hebben als FrieslandCampina veel eiwitkennis in huis, zowel op nutritioneel als functioneel gebied. Gecombineerd met onze kwalitatief hoogwaardige eiwitten, maakt dat dat we een sterk verhaal hebben richting onze klanten.’ Gezonde voeding De functionele eigenschappen van eiwit verbeteren de textuur, het mondgevoel of de stabiliteit van levensmiddelen. Stefan: ‘Denk maar aan een romige yoghurt waar met wei-eiwit minder vocht uittreedt en stabiele alcoholen roommengsels met caseïnaat, zoals in roomlikeur. De nutritionele eigenschappen van eiwit zijn vooral bekend bij sporters voor de opbouw en het herstel van spieren. Nu uit onderzoek vaker een gunstige werking van eiwitten op het lichaam blijkt, wint eiwit ook aan populariteit
in de levensmiddelenindustrie. Consumenten kiezen bewuster voor gezondere voeding.’ ‘Er staat nu vaker op verpakkingen wat er extra in zit’, weet Stefan.‘ ‘Zoals toegevoegd eiwit, en niet alleen maar wat er niet in zit, zoals geen suiker of nul procent vet.’ Waar wei-eiwit direct in het lichaam wordt opgenomen, kent caseïnaat een vertraagde opname. Ideaal voor spierherstel tijdens de (nacht)rust, niet alleen voor sporters maar bijvoorbeeld ook voor ouderen om de optredende spierafbraak tegen te gaan. Omdat het langzaam verteert, geeft het een verzadigd gevoel. Proeven ‘De toepassingen zijn legio’ schetst Stefan, ‘zowel in het sport- en lifestylesegment als in het foodsegment. DMV werkt samen met voedingsdeskundigen, het Innovation Centre in Wageningen en klanten aan shakes, repen en zuiveldranken, maar we denken bijvoorbeeld ook aan yoghurt of ijs.’ Stefan pakt twee grote plastic bussen met sportvoeding. ‘Hiermee won een Engelse klant van ons onlangs een innovatieprijs. Onze weieiwitten en caseïnaten zijn erin verwerkt, dus daar zijn wij ook een beetje trots op.’
Stefan Hoonhoud (l) en David Faerber: ‘Hier zijn we dus trots op’. Foto: Van Assendelft
22 Spark
September 2014
September 2014 Consumer Products Europe, Middle East & Africa
Spark 23
Supergeïnteresseerde scholieren:
Milk eXperience In productie, commercie, logistiek of laboratoria, overal heeft FrieslandCampina de komende jaren goede nieuwe medewerkers nodig. Om de uitstroom van ouderen op te vangen en de verwachte groei mee vorm te geven. Met de Milk eXperience wisten de Noord-Nederlandse FrieslandCampina-locaties meer dan 300 bezoekers (scholieren/studenten en hun ouders) op een bijzondere manier te interesseren.
Een zaterdag in mei. Over het bedrijfsterrein van FrieslandCampina in Leeuwarden zie je groepjes jongens en meisjes in groene bezoekersjassen van de ene naar de andere plek gaan. Ze bekijken de fabriek en de expositie over 100 jaar condensproductie. Ze zijn druk in gesprek met medewerkers uit de business groups CPMEA, Ingredients en Cheese, Butter and Milkpowder over mogelijkheden in hun toekomst bij FrieslandCampina. En ze worden voorgelicht over studies door onderwijsinstellingen: MBO, HBO en universiteit. Resultaat? ‘Dat gaan we dit najaar meten, maar uit de eerste reacties bleek een heel groot enthousiasme voor werken bij FrieslandCampina’, zegt HR-manager Anouk Schoemaker. Zij bedacht het plan om scholieren al vroeg warm te maken voor werken in de zuivel door ze op hun vrije zaterdag in het bedrijf uit te nodigen. ‘Wanneer je als HR-manager op hun school komt kun je veel vertellen en laten zien, maar ze ontdekken een zuivelfabriek echt goed als ze er middenin staan’, zegt ze. Dat blijkt ook
uit de reacties. ‘Wat een prachtig bedrijf’, zei er één. ‘Die mensen hier lijken wel piloten, zoveel techniek besturen ze’, zag een ander. Breed Het idee werd enthousiast opgepakt door andere business groups, er kwam een projectgroep, de naam Milk eXperience werd geboren, een wervingscampagne kreeg vorm (met website, facebook-pagina, free publicity, mailingen) en dankzij dit alles kwamen 168 aanmeldingen binnen van scholieren van 12 tot 20 jaar. De werkelijke opkomst was 94% en dus kwamen op 24 mei tussen negen uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds in totaal 303 mensen langs: elke leerling mocht één ouder meenemen. Ze werden ontvangen door maar liefst 90 collega’s ‘hulptroepen’. Anouk: ‘Die vonden het allemaal geweldig om hun werk en hun bedrijf te laten zien. Liefhebbers voor de volgende editie staan al in de rij!’ We blijven in contact met deze bezoekers. Om te beginnen krijgen ze een evaluatie- en enquêteformulier met vragen over de opleiding die ze hebben gekozen, hun interesses en hun plannen. En we mailen ze over concrete - bij hun opleiding passende stageplekken.’ De Milk eXperience smaakt naar meer. In Leeuwarden is al besloten tot een vervolg. Als andere locaties meedoen, moet een volgende eXperience liefst in één of meer andere provincies worden georganiseerd, want 75% van de bezoekers kwam nu uit de regio Friesland. Het ideaal? Anouk: ‘Elk jaar rond Wereldmelkdag alle FrieslandCampina bedrijven open voor geïnteresseerde scholieren!’
24 Spark
September 2014
Ingredients
Inkopers en verkopers zoeken samen naar waarde Verkopers die collega-verkopers trainen, inkopers die onderhandelingen samen of met acteurs oefenen. Prima trainingsmethodes, maar het kan ook anders: inkopers en verkopers die met elkaar sparren. Een geslaagde training binnen FrieslandCampina smaakt naar meer. ‘Samen naar waarde zoeken leidt voor beide partijen tot een beter resultaat.’ ‘Het is eigenlijk heel logisch om binnen een onderneming als FrieslandCampina de disciplines inkoop en verkoop te koppelen. Maar je moet er niet alleen over praten, je moet het ook doen’, zegt René Slootweg, senior Category Procurement Manager. Hij stond samen met Roger van Vroenhoven, Category Buyer Capex, aan de basis van de training die in juni plaatsvond. Acht inkopers en acht verkopers deden eraan mee.
September 2014
Elkaar begrijpen De betrokken sales-collega’s die mede vorm gaven aan de training, waren ook meteen enthousiast. ‘Inkopers en verkopers zijn allebei op hun manier op zoek naar het creëren van waarde. Elkaar beter begrijpen draagt bij aan waardecreatie’, zegt Marjolijn Nagel, Program Manager Sales Excellence. Inkoop en verkoop hebben beide eigen trainingsprogramma’s om hun medewerkers te trainen, vertelt
Rob Klunder, senior salesmanager bij FrieslandCampina DMV. ‘Leren onderhandelen is een belangrijk onderdeel. Dat wordt in de praktijk vaak geoefend met directe collega’s of soms met acteurs’, zegt Rob. ‘Maar er ligt een perfecte mogelijkheid om te trainen en te sparren met iemand die aan de andere kant van de tafel zit. Door samen te werken, worden de trainingen verder aangevuld.’ Rollen omgedraaid René, Roger, Marjolijn en Rob hebben het programma voor de training zelf opgebouwd. ‘De dag begon met een introductie, waarin inkopers en verkopers hun eigen rol hebben belicht. Daarna hebben we de theorie verkend en zijn de rollen omgedraaid. Inkopers gingen op de stoel van de verkoper zitten en omgekeerd’, vertelt Roger. Rob: ‘De belangrijkste bevinding is wat mij betreft dat je bij elke transactie moet zoeken naar waar de gemeenschappelijke waarde zit, hoe je de belangen van beide partijen optimaal tot hun recht laat komen.’ René knikt instemmend. ‘Als je het zo aanpakt, dan behalen beide partijen een beter resultaat. Het gaat om Value Selling versus Value Sourcing. Niet voor niets zit in beide begrippen het woord ‘value’. Die waarde krijg je in beeld door je te verplaatsen in de ander. Als je cases onder de loep neemt, kun je ieders belangen heel concreet maken.’ Profijt In meerdere opzichten is de trainingsdag geslaagd. ‘Het is een mooi voorbeeld van hoe je samen kunt leren en daar samen profijt van kunt hebben’, zegt Rob. ‘De ervaring was dusdanig positief dat we dit breder beschikbaar willen maken.’ Marjolijn: ‘De training is deels voortgekomen uit inzichten die we tijdens ons Sales Excellence-programma opdeden, bijvoorbeeld rondom het stellen van de juiste vragen. Dat kan nog beter door je in de andere partij in te leven. We kunnen nu trainingen ontwikkelen die daar verder op ingaan.’ René: ‘Het was niet alleen een inhoudelijke leerervaring, ik hoor van collega’s dat ze een ander beeld van de sales-mensen hebben gekregen. Ze zijn elkaar na de training ook meer gaan opzoeken. Dat zijn topdingen!’ Het team van inkopers en verkopers bij elkaar. Foto: William Hoogteyling
Spark 25
Brand in kaasbedrijf in Gerkesklooster Een heftige brand brak op 29 juli uit in het kaaspakhuis van de fabriek in het Friese Gerkesklooster. Vijf dagen lang waren brandweerkorpsen uit de regio bezig om de brand te blussen. Gelukkig is geen enkele medewerker bij de brand gewond geraakt, maar de schade is aanzienlijk. ‘De aanblik van het afgebrande pakhuis is verschrikkelijk. Er is veel schade maar we zijn volop bezig geweest om dit op te ruimen en schoon te maken’, vertelt plantmanager Derrien Jansen. Medio augustus gonsde het op het fabrieksterrein van de activiteiten. Grote machines sloopten het afgebrande kaaspakhuis. Verwrongen staal, resten van wanden en verbrande kazen werden gesorteerd en in grote containers afgevoerd. Overal in de gebouwen werd schoongemaakt door professionele bedrijven, ondersteund door de eigen medewerkers. Machines werden gereinigd en gecontroleerd. Op het terrein was een grote tent die dienst deed als kantine en vergaderplek. Vanuit twee tijdelijke kantoorcabines kregen de medewerkers en contractors werkinstructies en werden de veiligheidsregels uitgelegd. Geen haarnetjes maar bouwhelmen. Gekleurde hesjes onderscheiden medewerkers, coördinatoren, contractors en bezoekers. Alles is erop gericht zo snel als mogelijk de kaasproductie en de productie van Valess-vezel te hervatten.
Meehelpen Het was fantastisch om te zien hoe iedereen meehielp', zo blikt Derrien Jansen terug. ‘Medewerkers die eerder terug zijn gekomen van vakantie, iedereen zet de schouders er onder. Gelukkig is er niemand gewond geraakt. We zijn ook in deze periode erg alert op veiligheidsvoorschriften. Ook nu geldt: veiligheid gaat voor alles.’ Inspectieteams hebben de situatie in de verschillende afdelingen opgenomen. Inmiddels is het duidelijk dat de oorzaak van de brand niet kan worden achterhaald. Zowel de politie, de verzekeraar als FrieslandCampina kunnen de oorzaak niet meer achterhalen. In het kaaspakhuis lag circa 1,1 miljoen kilo kaas en in het pekellokaal nog eens 500.000 kilo. In de voorraadtanks was 1,6 miljoen kilo melk aanwezig. Vanaf medio augustus is de productie van Valess weer gestart.
Catering Operator Riemer de Vries: ‘Sommige collega’s zijn van vakantie teruggekomen om te helpen opruimen. Het is onvoorstelbaar zoals de medewerkers het hier hebben opgepakt. Ik werk al bijna 40 jaar in dit bedrijf, bijna 35 jaar in het kaaspakhuis. Het is dan heel triest om te zien hoe snel zo’n mooi kaaspakhuis afbrandt. Alle collega’s waren gelukkig op tijd weg, er zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Overdag werk ik nu in de catering: ik zorg ervoor dat de mensen melk, brood en limonade krijgen. Eigenlijk zou ik al met pensioen gaan, maar door de brand ben ik wat langer blijven werken.’
Foto’s: Pieter Postma, Gerkesklooster en Marten Aukes
26 Spark
September 2014
September 2014
Cheese, Butter & Milkpowder
‘Investeren in leiderschap loont’ Kamperen in het bos, dat was even wat anders voor de managers van de business group Cheese, Butter & Milkpowder tijdens de Leadership Days in juni. Deze bijzondere locatie heeft alles te maken met een speciaal ontwikkelprogramma voor managers. Piet Hilarides, chief operating officer, en John Habets, HR directeur, vertellen over de ontwikkelingen die ze hierdoor meemaken en terugzien in hun teams.
‘Dat we deze keer in het bos zaten, was een manier om back to basic te gaan. In 2012 zijn we gestart met het ontwikkelprogramma om te investeren in onze leiderschapscapaciteiten’, vertelt John enthousiast. ‘Als leadership team komen we drie keer per jaar bij elkaar met ongeveer 100 managers. Samen hebben we drie belangrijke ontwikkelpunten geformuleerd: het nemen van eigenaarschap (take ownership), het geven en ontvangen van feedback (give and receive feedback) en oog voor de buitenwereld (outside-in focus). Met deze drie ontwikkelpunten zijn we aan de slag gegaan.’ Oefeningen ‘Op het kampeerterrein moesten we samen ons kamp opmaken en zelf onze tent opzetten. Hierin zat al meteen een opdracht: we konden kiezen uit een individuele tent of een groepstent. Bij het opzetten van de tenten werden we in de gaten gehouden door een gedragspsycholoog. We hebben gedurende deze twee dagen meer oefeningen en groepsopdrachten gedaan; iedereen met zijn of haar eigen team. Samen met de
Kleine foto's linksboven en grote foto rechts: oefeningen op het kampeerterrein Linksonder: de safety ochtend in een productielocatie
Cheese, Butter & Milkpowder
gedragspsycholoog hebben we steeds geëvalueerd wat er gebeurde: deed iedereen mee? Wie nam er de leiding? En wat deed dat met de groep? Dit soort vragen en ook meer verdiepende vragen zorgden ervoor dat we inzicht kregen in onze groepsprocessen. Vervolgens koppelden we de verkregen inzichten aan elkaar terug, om ook buiten je eigen team met elkaar te delen en te leren van wat er gebeurde.’ Safety De tweede dag stond er een ‘safety ochtend’ op drie productielocaties op het programma. ‘Met drie groepen hebben we verschillende oefeningen gedaan, zoals een safety audit, waarbij we in de fabriek foto’s maakten van onveilige of te verbeteren situaties, die we later hebben besproken. Het voorkomen van ongelukken is het belangrijkste maar weten hoe te handelen bij een ongeluk is ook nodig. Om die reden hebben we die dag geoefend met reanimeren en defibrilleren. Ook was er een ongeluk met een heftruck gesimuleerd. Best heftige situaties, waarin je direct moet handelen.’ Dagelijkse praktijk Hoe neem je de geleerde lessen mee naar de dagelijkse praktijk? John vertelt verder: ‘We werken al geruime tijd met intervisiegroepjes en praten dan door over beloften die we elkaar en onszelf hebben gedaan. We brengen cases in vanuit de praktijk, vaak een probleem waar iemand een oplossing voor zocht of op een andere manier mee om zou willen gaan. Door dit zonder te oordelen bespreekbaar te maken, zie je ook wie waar goed in is en leer je van elkaar. Deze ontwikkelpunten en de manier waarop we daaraan werken sluit ook goed aan bij Triple A waar we sinds kort mee werken binnen FrieslandCampina: alignment, accountability en action.’ Het verschil maken Piet is trots op de stappen die de laatste twee jaar zijn gezet. ‘We hebben bewust gekozen voor een langetermijn aanpak met veel ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, dat maakt het een sterk programma. Door eigen verantwoordelijkheid te nemen en continu te verbeteren mét focus op de klant, komen we als business group écht verder. Een goed voorbeeld is
dat we de contractduur met sommige leveranciers konden inkorten. Dat leek voorheen onmogelijk, maar door beter af te stemmen met de klant (alignment) en duidelijk eigenaarschap in de gehele keten van kaas af te spreken (accountability), is het toch gelukt.’ Zit je op de juiste plek? ‘Deze reis, die we twee jaar geleden met het leadership team zijn gestart, is echt een investering in goed leiderschap. We vinden dit belangrijk omdat we als leiders een belangrijke en bepalende rol hebben’, legt Piet uit. John vult aan: ‘We vragen mensen goed over hun werk na te denken. Leidinggeven is immers een vak. Dat doe je er niet even bij! We willen er met dit programma voor zorgen dat we de juiste mensen op de juiste plaats hebben. Zit iemand goed op z’n plek, dan kijken we hoe we deze persoon daarin verder kunnen laten
groeien. Is dit niet zo, dan kijken we samen naar andere mogelijkheden.’ Outside-in Piet: ‘Er is nog altijd veel te leren. Stapsgewijs verandert onze cultuur en als managers hebben we daar een voorbeeldfunctie in. Ikzelf ga met een glimlach door naar mijn nieuwe functie en laat mijn huidige baan met een traan achter (Piet zal vanaf 1 januari 2015 gaan werken als chief operating officer van de business group Consumer Products Asia; red.). Ik ben niet van de organisatie en de organisatie is niet van mij, dus ik weet zeker dat de koers die we hebben ingezet, goed wordt voortgezet’ John sluit af: ‘De volgende sessie staat gepland in oktober, dan gaan we verder met het outside-in ontwikkelpunt. Hiervoor gaan we ook letterlijk naar buiten: op bezoek bij supermarkten en klanten om nog meer inzicht te krijgen in hun wereld.’
‘Soms schoten we al in de oplossing, nog voordat de hele opdracht was uitgelegd. We moeten meer en beter naar elkaar luisteren.’
Spark 27
Over de business group Cheese, Butter & Milkpowder: Ruim 2.600 medewerkers (fte’s) Producten: commodities als foliekaas, boter en melkpoeder Vestigingen in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Spanje Ook FrieslandCampina Export, Zijerveld (kaasspecialist in Nederland), Den Hollander Food (verpakkingsunit in Nederland) en Yoko Cheese (verpakkingsunit in België) zijn onderdeel van Cheese, Butter en Milkpowder
28 Spark
September 2014
September 2014
Cheese, Butter & Milkpowder
Cheese, Butter & Milkpowder
Schouders onder schoon Noordwijk
‘Andere mentaliteit en prioriteit bij kwaliteit’ ‘We hebben echt een omslag gemaakt in kwaliteitsmanagement’, stelt Geke Naaktgeboren-Stoffels, director QA & Safety van de business group Cheese, Butter & Milkpowder. ‘Vijf jaar geleden deden we aan risicomanagement; nu vermijden we risico’s.’
‘De industriestandaard is zero tolerance geworden’, legt Geke uit. Mediaberichten over voedselschandalen en falend toezicht vergroten die druk. Controles en inspecties zijn strikter geworden. ‘We willen en moeten betrouwbaar zijn voor onze klanten, autoriteiten, medewerkers en leden-melkveehouders. Dat geldt allang niet meer alleen voor babyvoeding, maar ook voor kaas, boter en melkpoeder.’
Foto: William Hoogteijling
Geke Naaktgeboren:
We streven naar nul klachten en nul incidenten.
Hygiëne Net als bij veilig werken, is bij kwaliteit gedrag erg belangrijk. ‘Sinds het veiligheidsprogramma zijn mensen bewuster van de invloed van hun eigen gedrag op hun veiligheid en die van collega’s. Bovendien hebben ze elkaar daarop leren aanspreken. Dit gaan we nu ook meer benadrukken voor hygiëne op de werkvloer. Soms zien medewerkers die kapotte vloer of rommelige hoek niet meer. Onder druk van specifieke klanteisen en inspecties wordt zoiets dan morrend gerepareerd of opgeruimd. Toen klachten en incidenten toenamen, werden we langzaam kritisch en kwam bij iedereen het besef: laten we eerder bijsturen in plaats van achteraf pleisters te plakken. En hoe doen we dat op een kosteneffectieve en duurzame manier? Dát tekent nu precies de veranderde mentaliteit en prioriteit rondom kwaliteit.’ Procesbesturing Geke, die door vakgenoten tot kwaliteitsmanager van 2013 werd uitgeroepen, ijvert voor betere procesbesturing door standaardisatie, en preventief en autonoom werken. ‘Kwaliteitsmanagement is niet alleen maar audits doen, incidenten analyseren en controlepunten inbouwen. Je moet het hele productie- en verpakkingsproces analyseren en de verbeteringen op locatie met de mensen borgen.’
Spark 29
Kwaliteitsmanagement draait om mensen en machines Wolvega Foto: Marten Aukes
Wolvega kiest kwaliteit
Ze maakt het concreet: ‘De normen zijn vaak tot in de puntjes geregeld, maar wat doe je bij afwijkingen? Als je je leidinggevende informeert, die er vervolgens weinig mee doet, stop je een keer met melden. We helpen met wat een leidinggevende moet doen. En wat kan een operator zelf doen? Wij faciliteren productielocaties nog beter in control te zijn. Daarom heet dit initiatief Joined Forces. Er zelf iets aan kunnen doen en normen nakomen motiveert mensen ook, omdat het prettiger werkt.’ Pilot Na de zomer analyseren de kaasproductielocatie Rijkevoort en de kaasverpakkingslocatie Wolvega, de kwaliteitsstandaard tegen hun huidige proces. Verbeterteams pakken daarna de verschillen op. ‘Het is V + 3K’, benadrukt Geke. ‘Veiligheid eerst, maar niet alleen en in samenhang met kwaliteit, klant en kosten. Onze aanpak is een pilot voor FrieslandCampina. Natuurlijk maken we daarbij gebruik van bestaande werkmethoden.’ Geke verwacht volgende zomer de resultaten in cijfers terug te zien. ‘Het doel is: nul klachten, nul incidenten, nul uitval en honderd procent de eerste keer goed. En natuurlijk tevreden klanten en tevreden medewerkers.’
‘We moeten onze klanten voorblijven’, zegt plantmanager Frank Twaalfhoven in Wolvega, waar FrieslandCampina kaas verpakt. ‘Terwijl klanten steeds kritischer worden en hardere eisen stellen, soms vanwege verscherpte lokale wetgeving, aan bijvoorbeeld temperatuurbeheersing of perceelbeveiliging.’ ‘Tijdens de Cheese roadshow op locatie deelden we een recente klacht van een afnemer: tussen honderdduizenden perfecte pakjes was een aantal plakjes met een afwijking geslopen. Dat leverde klachten op uit twee supermarktfilialen. De boodschap: als je dit ziet, zet dan liever de lijn stop en haal ze ertussenuit, zodat ze nooit bij consumenten komen. ‘Kwaliteit betekent keuzes maken’, weet Twaalfhoven, die bij deze pilot ondersteuning krijgt van collega’s van verschillende afdelingen in Wolvega en Amersfoort (Joined Forces). Met behulp van World Class Operations Management wordt het proces op één verpakkingslijn stap voor stap kritisch nagelopen. Twaalfhoven: ‘Het gaat om de samenwerking tussen onze locatie en in- en externe toeleveranciers maar ook tussen afdelingen binnen de locatie. Kwaliteitsmanagement draait om mensen en machines en middelen. Met een beheerste procesvoortgang borgen we niet alleen de kwaliteit richting eindklanten, maar ook onze kosten én veiligheid.’ Wolvega verwacht een forse reductie in kwaliteitsklachten en –kosten. Twaalfhoven: ‘Als we ons productieproces tot in detail beheersen en prachtproducten afleveren, die een mooie uitstraling in het winkelschap hebben, dan is dat gewoon genieten; voor iedereen.’
Kwantiteit stond vaak voorop in Noordwijk (Groningen), waar FrieslandCampina producten op basis van melkvet produceert. Maar na geanimeerde, soms emotionele workshops zet het personeel nu veiligheid en kwaliteit voorop. ‘De uitkomst van de workshops heeft ons de ogen geopend’, legt Hans Holkenborg, interim plantmanager uit. ‘Dat moest ook wel, want met de jaren ligt bedrijfsblindheid op de loer. Als we hier in de toekomst melkvet gaan maken als vervanger van palmolie in baby- en peutervoeding, vereist dat ook een upgrade in cultuur.’ Tijdens de workshops bespraken medewerkers foto’s van hun werkomgeving, met als thema’s: veiligheid, orde en netheid, en hygiëne. Medewerkers werden gevraagd welke actie welke afwijking kon wegnemen. En waarom dat niet gebeurd was, getuige de foto’s uit de workshop. Holkenborg: ‘Die discussie zorgde voor collectieve bewustwording: we moeten de voorschriften goed kennen c.q. beter uitleggen, naleven en iedereen heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid. Voedselveiligheid is essentieel als we hier straks voor kwetsbare doelgroepen produceren.’ ‘Dat mensen actief aan de slag gingen om hun werkomgeving te optimaliseren, was ook meteen zichtbaar’, merkt Holkenborg op. ‘De eerste verbeterslag is gemaakt, net als de aanzet tot een cultuurverandering. Met z’n allen zetten we de schouders onder het continu verbeteren van de werkplek.’
‘De eerste verbeterslag is gemaakt, net als de aanzet tot een cultuurverandering.’
30 Spark
September 2014
September 2014
Consumer Products Asia
Consumer Products Europe, Middle East & Africa
Yoghurt van Dutch Lady in Vietnam Vanaf mei 2014 is yoghurt van FrieslandCampina Dutch Lady in de koelvakken van Vietnamese supermarkten te vinden. Project Dragon, het twee jaar durende project dat ten grondslag lag aan deze introductie, bracht met succes kennis uit verschillende disciplines van FrieslandCampina wereldwijd samen. De nieuwe, volledig geautomatiseerde en state-ofthe-art productielocatie die hiervoor is ontwikkeld in Bing Duong, draait ondertussen op volle toeren.
FrieslandCampina produceerde in het verleden al yoghurt in Vietnam onder het merk Dutch Lady. De comeback van de yoghurt is gepaard gegaan met grote innovaties: zo wordt bij de productie gebruik gemaakt van de modernste pasteurisatietechnologieën. Gezien de omvang van Project Dragon, was het voor FrieslandCampina Dutch Lady van groot belang om wereldwijd de mogelijkheden van FrieslandCampina optimaal te benutten. Zo ontstond er een brede samenwerking tussen FrieslandCampina-locaties in Vietnam, Duitsland, Nederland, Rusland en Griekenland. Niet alleen de productkeuze en de keuze van procestechnologieën kwam voort uit het delen van kennis, maar ook de route to market werd op deze wijze bepaald. Zo is de productielocatie in Heilbronn in Duitsland, gebruikt als pilot plant voor de yoghurt. In samenwerking met collega’s van het Innovation Centre in Wageningen kwam de verpakking en de communicatiestrategie voor het nieuwe product tot stand. De synergie tussen de betrokken partijen maakt het mogelijk om al het goede van yoghurt optimaal te communiceren richting de consument. Smaakt als zelfgemaakt Het opvallendste kenmerk van de yoghurt is dat het smaakt alsof het zelfgemaakte
yoghurt is. Het idee voor deze smaak kwam niet bij toeval; er gingen veel consumentenonderzoeken en tests van FrieslandCampina Dutch Lady aan vooraf. Deze onderzoeken wezen daarnaast uit dat het van belang was de yoghurt in het koelvak aan te bieden. Dan denken consumenten meteen aan verse yoghurt. Daarnaast vinden consumenten een zoete smaak, een lekkere geur én een romige textuur van de yoghurt heel belangrijk. Dit is, samen met de rijke voedingswaarde van de melk, allemaal vertegenwoordigd in het product. De introductie van de yoghurt op de Vietnamese markt is een zeer belangrijke eerste stap van de verdere groei van Dutch Lady in yoghurtproducten. De yoghurt vindt gretig aftrek onder de consumenten; tot op de dag van vandaag zijn er al miljoenen potjes yoghurt geconsumeerd. Het product gaat dan ook een veelbelovende toekomst tegemoet. Op deze manier komt de droom van Dutch Lady om haar yoghurt in iedere Vietnamese koelkast te zien, beetje bij beetje uit.
Spark 31
Dairy Development Programme in Nigeria Sinds augustus 2010 is het Dairy Development Programme ingevoerd door collega’s van FrieslandCampina WAMCO in Nigeria. Toen is begonnen met het ophalen van verse melk uit de Nigeriaanse staat Kwara. In vier jaar tijd heeft het succes van het Dairy Development Programme voor verdere uitbreiding in dit gebied gezorgd. Onlangs is in Oyo een nieuw melkontvangstcentrum geopend. Deze Nigeriaanse staat is nu de belangrijkste focus van het Dairy Development Programme in Nigeria. Dankzij het Dairy Development Programme zijn vier Nigeriaanse plaatsen (Fasola, Alaga, Maya-Eruwa en Isayin) uitgerust met melkontvangstcentra. 72 lokale melkveehouderijen leveren hier dagelijks hun melk aan. De melk wordt getest op kwaliteit en hygiëne en vervolgens opgeslagen en vervoerd naar de fabriek van FrieslandCampina. Op dit moment zijn al meer dan 350 boeren aangesloten bij het Dairy Development Programme in Nigeria. Zij hebben trainingen gehad op het gebied van hygiëne, kwaliteit, financiële zaken, diergezondheid en voeding. Het is duidelijk dat deze inspanningen zeer gewaardeerd worden door de Nigeriaanse regering. Dr. Joseph Nyager, minister van Landbouw in Nigeria, bedankte FrieslandCampina WAMCO Nigeria dan ook voor de resultaten die zij in de korte tijd hebben bereikt.
Lokale melkveehouders brengen hun melk naar het melkontvangstpunt in Oyo, Nigeria.
Een groep melkveehouders tijdens de opening van het melkontvangstcentrum.
Een aantal belangrijke stakeholders van het melkontvangstcentrum.
Onlangs is het nieuwe kantoor voor het Commercial Team van FrieslandCampina WAMCO in Nigeria geopend, waar ongeveer 40 collega’s werken. Het kantoor is volledig ingespeeld op Het Nieuwe Werken en biedt een veilige en inspirerende werk-omgeving. Door het hele gebouw hangen foto’s van merken, producten en consumenten. Dat maakt dat het voor medewerkers inspirerend is om er als een team te werken. Het nieuwe kantoor staat symbool voor wat FrieslandCampina WAMCO Nigeria wil bereiken: een transparante, heldere organisatie, gefocust op haar klanten en consumenten.
32 Spark
September 2014
September 2014
Consumer Products Asia
Brede uitrol van al het goede van melk in Maleisië en Indonesië FrieslandCampina stimuleert met 'al het goede van zuivel' een gezonde leefstijl. Dat gebeurt ook in Maleisië en Indonesië. Sinds 2008 viert FrieslandCampina Malaysia Wereldmelkdag jaarlijks met veel festiviteiten. Dit jaar ging de viering van Wereldmelkdag gepaard met de lancering van een nieuw programma in samenwerking met de Nationale Basketbalvereniging, het Jr. NBA-programma. Het basketbalstadion van het nationale team werd omgetoverd tot een melk-tentoonstelling, waar bezoekers rond konden wandelen en op interactieve wijze meer te weten kwamen over melk. Met het nieuwe programma wil FrieslandCampina Maleisië een actievere leefstijl promoten onder de jeugd. Het doel is om kinderen minstens een uur per dag buiten te laten spelen of sporten. Daarnaast worden kinderen aangemoedigd om dagelijks een glas melk te drinken. Tijdens de aftrap op 31 juli en 1 augustus waren meer dan 2.000 mensen aanwezig. De Minister van Onderwijs, Datuk Dr. Khari, sprak zijn waardering uit over de initiatieven van FrieslandCampina Maleisië: ‘We vertrouwen erop dat schoolgaande kinderen veel profijt gaan hebben van het Jr. NBA programma van Dutch Lady. Met dit gestructureerde plan hopen we dat steeds meer kinderen gaan basketballen.’ Kindertehuizen FrieslandCampina Maleisië heeft bovendien twee tehuizen voor kansarme kinderen geadopteerd. Deze tehuizen krijgen een jaar lang gratis melk en zullen deelnemen aan een aantal andere activiteiten rondom de promotie van een actieve leefstijl en het goede van zuivel. Zo is er tijdens de Ramadan een maaltijd direct na zonsondergang georganiseerd, een zogenaamde iftar. Daarnaast is er een
donatie gedaan aan de tehuizen, waarmee onderhoud kan worden uitgevoerd. Managing Director van FrieslandCampina Maleisië, Rahul Colaco, concludeert: ‘Bij FrieslandCampina Maleisië geloven we in een meer integrale aanpak van het verbeteren van onze gezondheid en welzijn. Drie kernwoorden hierin zijn onderwijs, beweging en gezonde voeding. Met het Jr. NBA-programma en de campagne ‘Drink.Move.Be Strong’ tijdens Wereldmelkdag 2014, hopen we hier een steentje aan bij te dragen.’
Consumer Products Asia
Spark 33
Gezond leren eten en bewegen Ook in Indonesië worden kinderen aangemoedigd gezond en actief te leven. FrieslandCampina Indonesia heeft het programma Gerakan Nusantara in 2013 in gang gezet, mede door de uitkomsten van het grote SEANUTS onderzoek in Azië waaruit bleek dat kinderen vitamine A en D en andere voedingsstoffen tekort komen. Op maar liefst 250 basisscholen in Jakarta, Surabaya, Bandung, Medan en Makassar is Gerakan Nusantara in 2013 van start gegaan. Tanti, hoofd marketing van FrieslandCampina Indonesië: ‘Het is belangrijk om kinderen vroeg bewust te maken van het belang van voldoende beweging en ze te vertellen over gezonde voeding en al het goede van melk.’ ‘De combinatie van voorlichting over voeding en lekker buiten spelen, maken het voor kinderen leuk om hiermee bezig te zijn. In 2014 is het programma nog interactiever gemaakt voor de kinderen, vertelt brand manager Refa. G. Griyanda.
Wedstrijden Dit jaar worden de kinderen ook uitgenodigd om mee te doen aan het junior basketball programma, het jr. NBA-programma waaraan ook kinderen in Maleisië en in de Filippijnen meedoen. Het programma startte met een training voor 288 coaches en met een clinic voor ruim 1000 kinderen van vijf tot veertien jaar. In de regionale selectiewedstrijden die worden gehouden, zullen tien jongens en vier meisjes worden gekozen, die mee kunnen doen aan de Jr. NBA Experience. In de Filippijnen is het jr. NBA programma al zeven jaar bezig. Daar zijn 80.000 leerlingen, ouders en coaches betrokken bij allerlei sportieve activiteiten. Het gaat niet alleen om het basketballen en de beweging, maar ook om het leren van sportief gedrag, teamwork, een positieve houding aanleren en respect tonen.
Samenwerken Het programma is nu uitgebreid naar 500 scholen in de vijf grote steden, met de ondersteuning van het ministerie van Onderwijs en Cultuur. ‘We werken samen met het ministerie en andere overheidsinstanties, omdat we geloven dat als we samen optrekken en dezelfde boodschap uitdragen, dat positieve gevolgen zal hebben voor een gezonde leefstijl voor kinderen’, voegt Andrew Saputro, Head of Public & Regulatory Affairs bij Consumer Products Asia, toe.
‘We vertrouwen er op dat we een bijdrage kunnen leveren aan de gezondheid van jonge mensen door gezonde voeding en het jr. NBA programma’, zegt managing director Marco Spits.
34 Spark
September 2014
September 2014 Ingredients
Spark 35
Via Open Innovation naar de allerbeste kalvervoeding
Nutrifeed In Veghel (NL) produceert Nutrifeed voeding voor biggetjes, kalfjes en lammetjes, die wordt afgezet in meer dan 60 landen wereldwijd. Nutrifeed maakt daarbij gebruik van de zuivelstromen van FrieslandCampina die rijk zijn aan eiwitten, lactose en mineralen. Hans Maas: ‘Wij gebruiken die voedingsstoffen bij Nutrifeed voor een product dat helemaal is toegesneden op de behoeften van jonge dieren. Een melkveehouder die gezonde kalveren grootbrengt, heeft ook weer gezonde melkkoeien. Het gebruik van medicijnen onder melkkoeien wordt steeds verder teruggedrongen. Dat kan alleen als je zorgt voor een gezonde veestapel met een goede weerstand. Er is nog veel winst te behalen voor melkveehouders in de opfok van kalfjes in termen van gezondheid en minder kosten. Het nieuwe product dat wij nu ontwikkelen, draagt daartoe bij. Een gezond kalf wordt een gezonde koe. En daar is het allemaal om te doen.’
Samen met een extern bedrijf of een kennisinstelling een nieuw product ontwikkelen: dat is Open Innovation. Bij de makers van jongdiervoeding Nutrifeed (onderdeel van de business group Ingredients) wordt via Open Innovation een nieuwe kalvermelk ontwikkeld, die kalfjes helpt bij een gezonde groei in de eerste maanden. Jongdiervoeding laat zich in dat opzicht vergelijken met kindervoeding: je bent altijd op zoek naar de beste voeding voor een jong leven’, vertelt nutritionist Hans Maas bij Nutrifeed. ‘Voor een kalfje is biest (colostrum, de eerste melk die een koe geeft na de bevalling) het allerbeste, omdat het heel veel belangrijke voedingsstoffen bevat. Daarna krijgen kalfjes speciale voeding, zoals wij die bij Nutrifeed maken’, legt Hans Maas uit. ‘Wij zijn voortdurend op zoek naar de beste voeding voor kalfjes. Innovatie is ook in de wereld van jongdiervoeding belangrijk. We zijn nu bezig met twee externe bedrijven om een nieuw ingrediënt voor kalvervoeding te ontwikkelen.’ Wat dat is? ‘Het is nog te vroeg om dat te zeggen, we komen hopelijk begin 2015 met een nieuwe kalvermelk op de markt waaraan dat ingrediënt is toegevoegd. Voordat we met deze innovatie komen, moet het onderzoek op onze proefboerderijen zijn afgerond. Daar bestuderen we of de kalfjes goed reageren op verbeteringen die wij op onze producten toepassen. Dat kost tijd.’
Hans Maas (l) op de boerderij van Martin Hanenberg, een collega en melkveehouder. Beiden maken zich sterk voor de gezonde opfok van kalfjes. Foto: Van Assendelft
Win-win situatie ‘Als je via ‘Open Innovation’ nieuwe producten wilt ontwikkelen, gaat daar een heel proces aan vooraf’, aldus marketing manager Rinske Mourits bij Nutrifeed. ‘Het is belangrijk dat beide partijen op een lijn zitten, dat je goede afspraken maakt over elke stap. Hoe gaan we om met patenten, mag de andere partij het product ook aan ande-
ren verkopen? Je kunt je voorstellen dat je een goede overeenkomst moet hebben, voordat je besluiten neemt. Open innovation moet een win-win situatie opleveren. In dit geval is het zo dat de andere partij weinig kennis heeft van jongdiervoeding en wij weinig kennis over het product dat ze ons kunnen leveren. Door die kennis te combineren kunnen we innovatie versnellen. De collega’s van het Open Innovation-team hebben ons enorm geholpen in dit proces.’
36 Spark
September 2014 Jouw werk bij FrieslandCampina, waar ook ter wereld. Maakt het je trots? En wat draagt het bij aan wat FrieslandCampina wil bereiken? Duygu Karakan vertelt.
trots op...
Foto: Rob Oostwegel
Duygu Karakan (21) is operator en werkt bij FrieslandCampina Foodservice in Lummen, in België ‘In Lummen maken we met passie producten voor professionele afnemers zoals (banket)bakkers, chocolatiers, koks en cateraars. De 700ml slagroomspuitbus van Debic, ons grootste merk voor de professionele markt, is ons pronkstuk. Tijdens mijn studietijd kwam ik voor het eerst in aanraking met de producten van Debic. Ik werkte toen in een kookwinkel waar deze producten gebruikt werden tijdens workshops. Sindsdien was ik altijd benieuwd naar hoe al dit lekkers gemaakt werd. Toen ik de kans kreeg om hier te komen werken, heb ik dit dan ook met beide handen aangepakt. Inmiddels werk ik hier drie jaar, waarvan twee jaar als uitzendkracht. Ik merkte al snel dat hier onderling veel vertrouwen is, iets wat ik erg belangrijk vind. Mijn leidinggevende is bereid in mij te investeren door opleidingen aan te bieden zodat ik kan blijven groeien in mijn werk. Ik ben dan ook best trots op wat ik tot nu toe heb geleerd en bereikt! Ik werk voornamelijk als afvuloperator bij de ‘cans-lijn’, waar flessen van een liter afgevuld worden met bijvoorbeeld culinaire room, crème brûlée of chocolademousse. Het is voor mij een continue uitdaging om steeds meer en zonder fouten te kunnen draaien. Door veilig te werken en kwaliteit te leveren zorgen we ervoor dat klanten tevreden zijn met onze producten. De sfeer tussen collega’s is enorm fijn, ik maak altijd graag een praatje met iedereen en we gaan na een dienst regelmatig wat leuks doen. Zo blijven we goed op elkaar ingespeeld en dragen we samen bij aan het succes van onze producten!’