JAARBERICHT 2012
1
k j i l e g o m t e h k a G a I S M e d t e m
De vier pijlers van
de SIG
gen en overleggen g le t ui e ti n ra a sp Tran ardig zijn Respect - gelijkwa ijzelf kunnen zijn m f: el z k i e i m o n Auto blijf leren! Professionaliteit -
Jaarbericht 2012
Een goede zaak De Centrale Cliëntenraad Eigen begeleidingsmap voor iedereen Regels, verhuizen, zelf kiezen Wat is goede gezinsondersteuning? Sociale netwerken Bellen bij problemen Schrijven bij klachten Iemand een klacht, pluim of idee? Centrale Verwantenraad Observeren en verbeteren Melden en leren Verbetertrajecten Taakgroep Levensbeschouwing De SIG bouwt Op weg naar verbinding in de WMO Deeltijdwonen voor Kinderen en Jongeren Autonomie voor cliënten van het cluster Volwassenen Ambulante Ondersteuning werkt aan de toekomst Dagbesteding zoekt kansen Ondernemingsraad SIG Medewerkerstevredenheid: meer dan voldoende Scholing medewerkers Arbeidsomstandigheden: een jaar van verbeteren en ontwikkelen Verzuim Vertrouwenspersoon medewerkers Waar bleef het geld
4 6 9 10 12 13 15 16 17 19 20 22 23 24 27 29 31 33 35 37 39 41 43 44 46 48 49
3
“Zijn onze cliënten tevreden? Dat vind ik belangrijk.”
Een goede zaak In deze tijd verandert er veel. De SIG krijgt minder geld. Mensen met een beperking moeten meer zelf doen. De SIG vindt haar cliënten het belangrijkst.
4
In dit jaarbericht geven wij een indruk van onze werkzaamheden in het jaar 2012. Wij zijn er trots op om op deze manier iets te vertellen over de activiteiten die waarde hebben voor de mensen waar wij voor werken, mensen met een beperking. We moeten dat ook doen omdat we in een tijd leven waarin veel van wat er is gerealiseerd onder druk komt te staan. Zo moeten we bijvoorbeeld de broekriem stevig aanhalen. Dat begrijpt iedereen maar zal moeten gebeuren op een verstandige manier. Met aandacht voor wat waardevol is en met een goede onderbouwing van wat ook structureel kostenbesparend is. Binnen de getroffen maatregelen wordt vaak gesproken over ‘participeren’ en ‘de eigen regie voeren’. Dat zijn grote begrippen waar ik graag op in ga. Daartoe grijp ik in dit voorwoord terug naar het verleden. Bob van Zijderveld schreef in 19771: “Integratie is een idee-fixe wanneer óf de geestelijk gehandicapte [verder: mens met een verstandelijke beperking – JK] niet wil óf zijn omgeving niet. Als zowel de mens met een verstandelijke beperking als de samenleving willen, dan blijft de vraag hoe men aan deze integratie op procesmatige wijze werken kan.” (…) “Wat als een goede en haalbare werkwijze was aangekondigd, deed zich voor als een eenzijdige benadering van de mens met een verstandelijke beperking, waarbij de nadruk werd gelegd op de eis zich normaal te gedragen opdat hij geaccepteerd zou kunnen worden als horend bij de samenleving. Wat is een omschrijving van wat ‘normaal’ is en wie in de directe begeleidingsfeer van de mens met een beperking bepaalt of beïnvloedt dit?” (…) “Met andere woorden, in dit normalisatieprincipe schuilt het gevaar van een dehumaniserende houding tegen1 Bob van Zijderveld: Samen onderweg - over integratie van geestelijk gehandicapten, 1977, Uitgeverij G.F. Callenbach b.v., Nijkerk
Jaarbericht 2012
over de mens met een verstandelijke beperking. Hij moet voldoen aan een gedragsschema, waarvan het zeer de vraag is of hij wel kan voldoen en of, indien dit mogelijk is, dit de vreugde zal brengen die de gedragsvoorschrijvende helpers daaraan toekennen. Nog anders gezegd: normalisatie houdt het gevaar in de ‘eigen waarde’ van de mens met een verstandelijke beperking te ontkrachten. Als gedrag niet geïntegreerd is in de persoonlijkheid, dan mist echtheid en overtuigingskracht, wordt het een gedragskarikatuur”. Alsof deze woorden gisteren geschreven zijn. Want nu, 36 jaar later, wordt de discussie over ‘de plaats van de mens met een beperking in de samenleving’ en wat er nodig is om deze plaats te realiseren, opnieuw -nog steeds- gevoerd. En er zijn ook belangrijke positieve resultaten bereikt. De typeringen, de bewoordingen zijn tegenwoordig anders. We hebben het nu over participeren in plaats van integreren, we hebben het over de ‘eigen regie voeren’ in plaats van ‘normaal’ doen. Deze laatste vergelijking is dan meteen ook al gewaagd want waar wij verwachten dat groepen mensen hun eigen regie gaan voeren, kunnen we er zeker van zijn dat er tegelijkertijd verwacht wordt dat ze ook wel ‘normaal gaan doen’. De discussie over die plek in de samenleving heeft echter nog een ander kenmerk. Waar Van Zijderveld een appel deed op onze wetenschappelijke ontwikkeling, deskundigheid en vooral visie, wordt de discussie van vandaag vooral bepaald door de neoliberale drang tot het ‘zelf weer verantwoordelijk zijn voor je meedoen in de samenleving’ als excuus voor bezuinigingen (om -ook weer neoliberaledoelstellingen te halen). Ik ga in dit voorwoord de afwegingen rond de economische situatie en het overheidsbeleid niet verder beschrijven. Wel grijp ik graag terug op waar Bob van Zijderveld (oprichter en eerste directeur van de SIG) naar toe wilde. Zoals hij zei bij de tweede druk van zijn vermelde boek: “Laten we vooral met elkaar de komende jaren krachtig zijn in het overeind houden van het besef dat Geestelijk Gehandicapten behoren tot de groep in de samenleving, die een achterstand heeft. Het besef dat het om mensen gaat die juist aan hun emancipatie begonnen zijn. Daaraan werken is een goede zaak”. Dat is waar de SIG aan werkt en waar wij uitdrukking aan geven in dit jaaroverzicht. We hebben in 2012 onze stem uitgebracht bij de verkiezingen en kunnen sindsdien niet beïnvloeden wat er om ons heen en over onze hoofden heen aan beleid wordt ontwikkeld, de middelen die ons beschikbaar worden gesteld, de beslissingen die -niet gehinderd door enige kennis van zaken- worden genomen. Waar we wel invloed op hebben, is op wat we zelf doen, wat we zelf kunnen laten zien. Zijn onze cliënten tevreden en in ontwikkeling, bepalen ze echt hun eigen leven? Zijn onze medewerkers gemotiveerd en geïnspireerd en kunnen ze met creativiteit de veranderingen aan? En ten slotte, ook heel belangrijk: houden we de organisatie SIG gezond en op koers? Daar zijn we goed in en daar hebben we invloed op. Daaraan werken is een goede zaak. Veel plezier bij het lezen van dit jaarbericht Jan Kroft
5
De Centrale Cliëntenraad
6
Johan Vogelaar: “Ik wil graag voor de rechten van cliënten opkomen. In de cliëntenraad kun je je zegje doen. Er wordt goed naar ons geluisterd.”
Sabina van Oyen: “In de cliëntenraad kun je zeggen wat je kwijt wilt. Over verbouwingen, verkiezingen enz. Het geeft me een belangrijk gevoel dat ik hierover mee kan praten.”
Jetty de Vries: “Ik zit niet alleen voor mezelf in de cliëntenraad, maar voor alle cliënten van de SIG. Er gaat veel veranderen en daar willen we onze mening over geven.”
Sonja Seubering: “We doen daar veel praten en luisteren! Ik vind het belangrijk want ik kan meepraten en blijf op de hoogte van alles, zoals de cliëntenraad, de huizen enz.”
Marga Kessens:: “Ik stop binnenkort met de Centrale Cliëntenraad. Ik zal missen dat ik op verschillende plaatsen kwam en zoveel verschillende dingen hoorde. Ik heb ook veel geleerd van andere cliënten. Je trekt met elkaar op en je hoort elkaars mening.”
Maries Beune: “Ik zit in de cliëntenraad omdat ik het belangrijk vind dat ik opkom voor andere mensen. Ik vind dat ik een eigen mening heb en wil graag meepraten over belangrijke dingen voor de SIG.”
Maaike van der Veen: “In de Centrale Cliëntenraad hoor je niet alleen over de locatie waar je woont, maar je hoort ook hoe het er op andere plekken aan toe gaat. Samen sta je sterk!”
Zoë Wijnands: “Ik vertegenwoordig mijn huis in de Centrale Cliëntenraad. Je kunt dingen voor anderen inbrengen en ook voor hen opkomen. Ik vertel ook in mijn eigen huis waar we het over hebben gehad.”
Jaarbericht 2012
Tibor Horvath: “De cliëntenraad is belangrijk voor de toekomst. Wij kijken mee hoe er bezuinigd wordt. Er verandert veel en wij denken mee!”
Anita Drayer: “Het is leuk om mee te denken hoe begeleiding er uit moet zien. Dat kan in de cliëntenraad.”
Marian Singer: “Ik hoor hier dingen waar ik eerder minder vanaf wist. Dat maakt de cliëntenraad voor mij interessant. Daar leer ik van en de SIG leert ook van mij.”
Claudia Benneker: “Ik vergader graag. We hebben twee keer een klacht ingediend over het taxivervoer namens de hele raad. Dan weten ze tenminste dat heel veel mensen ontevreden zijn!”
Wie zitten er in de Centrale Cliëntenraad
Sjaak Bleijendaal: “Ik vind het leuk om mee te praten. Het is ook gezellig. Je hoort nieuwtjes.”
Steven Sewsaran: “We moeten opkomen voor elkaars belangen. We moeten over elkaars fouten praten en van elkaar leren. Je vertegenwoordigt niet alleen jezelf, maar alle cliënten van de SIG. Je mag niemand passeren.”
In de CCR zitten cliënten van de lokale cliëntenraden. Van elke lokale raad 1 of 2 mensen. Wie zitten er nu in de raad: Johan Vogelaar (voorzitter), Sabina van Oyen (secretaris), Maaike van der Veen (penningmeester), Zoë Wijnands (notulist), Marga Kessens, Anita Drayer, Jetty de Vries, Sonja Seubring, Tibor Horvath, Maries Beune, Marian Singer, Sjaak Bleijendaal, Claudia Benneker en Steven Sewsaran. Ank van Duinen, coach van het LSR, ondersteunt de raad.
7
In oktober 2012 zijn er verkiezingen geweest voor de taken van de raad. We kregen een nieuwe voorzitter, secretaris, notulist en penningmeester. De raad heeft Tibor, Marga, Maaike en Anita hartelijk bedankt voor al het werk dat ze hebben gedaan!
Hoe vaak heeft de CCR dit jaar vergaderd De CCR vergaderde 10 keer in 2012 4 keer met de algemeen directeur en clustermanager ambulante ondersteuning erbij. En 6 keer met elkaar.
8
CCR-leden vertellen over hun ervaringen met de CCR.
Waarover heeft de raad gepraat en advies gegeven in 2012?
- De raad heeft de regels en afspraken over hoe ze werken opgeschreven in het huishoudelijk reglement. - De cliënttevredenheidsonderzoeken en de verbeterplannen die daarna zijn gemaakt. - De toekomstplannen van de SIG - Hoe de SIG zich voorbereidt op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( WMO) en daarbij hulp krijgt van een coach van In voor Zorg - De bouwplannen voor nieuwe huisvesting voor cliënten. - Met het zorgkantoor gepraat over de samenwerking van de raad met de directeur. - De begeleidingsmap voor cliënten - De voorgenomen fusie van de SIG en Wisselwerk op 1 januari 2013
Jaarbericht 2012
Elke cliënt van de SIG heeft nu een nieuwe begeleidingsmap
Eigen begeleidingsmap voor iedereen Elke cliënt kreeg zijn eigen begeleidingsmap. In de map zit het begeleidingsplan. En belangrijke informatie over de SIG. Zo kan elke cliënt beter nadenken en praten over wat hij zelf wil.
We hebben er lang op moeten wachten, en de Centrale Cliëntenraad heeft er ook goed achteraan gezeten, en nu hebben eindelijk alle cliënten hun eigen, individuele begeleidingsmap. De begeleidingsmap is een werkmap waarin alle informatie staat die te maken heeft met de begeleiding van de SIG. Bijvoorbeeld het begeleidingsplan, de werkafspraken die een cliënt en zijn begeleider maken, informatie over de cliëntenraad, de vertrouwenspersoon, de klachtenformulieren en nog veel meer. Alles is natuurlijk opgeschreven volgens de regels van Totale Communicatie. De cliënten bewaren hun begeleidingsmap zelf. Met de map kunnen ze een serieuzer gesprekspartner worden als het over hun eigen begeleiding gaat.
9
De LSR vertelt over het tevredenheidsonderzoek in De Schalkse Hoek.
Regels, verhuizen, zelf kiezen 10
De LSR2 deed tevredenheidsonderzoeken in 2011 en in 2012. Er zijn verbeterplannen gemaakt. De CCR houdt een enquête over regels voor cliënten. Cliënten weten niet dat er rode klachtenformulieren zijn. Cliënten van De Schalkse Hoek willen verhuizen. Hun kamers zijn te klein. Cliënten van De Zeester zijn tevreden over de begeleiding. Cliënten van AO Haarlem Zuid willen graag zelf een begeleider kiezen.
In 2011 peilde de LSR de tevredenheid van cliënten van de gezinshuizen, het Anneko van der Laanhuis en De Meander. In 2012 hebben de lokale cliëntenraden verbeterplannen gemaakt. De plannen gingen over: - Omgaan met regels, welke invloed hebben cliënten erop. De Centrale Cliëntenraad heeft hierover een enquête gehouden bij alle locaties en er zijn interne audits gehouden in alle 24uurs locaties. In 2013 worden de bevindingen uit beide onderzoeken samengebracht. - Hoe wordt omgegaan met klachten en de rode klachtenformulieren. - De onderlinge verhoudingen tussen cliënten. - Ontruimingsoefeningen (‘brandoefeningen’). 2 LSR - De LSR is een landelijk steunpunt voor zeggenschap en medezeggenschap. De LSR helpt raden om mee te praten. En cliënten
om voor zichzelf op te komen.
Jaarbericht 2012
Lekker eten maar weinig ruimte In 2012 deed de LSR weer een tevredenheidsonderzoek, weer bij cliënten van drie locaties. De onderzoeken in De Zeester en De Schalkse Hoek bestonden uit individuele interviews en een groepsgesprek. De cliënten van AO Haarlem Zuid kregen schriftelijke interviews en groepsgesprekken. In november presenteerden de onderzoekers van de LSR de bevindingen. Hiervoor waren afvaardigingen van cliënten en verwanten van de locaties, de Centrale Cliëntenraad en de Centrale Verwantenraad naar het Bestuursbureau gekomen. Het is de onderzoekers opgevallen dat iedereen in De Schalkse Hoek en De Zeester goed wist wat te doen bij brand en in noodsituaties. Cliënten van De Schalkse Hoek willen graag verhuizen naar grotere woonruimte. Ze moeten nu veel ruimtes met anderen delen en dat is niet altijd gemakkelijk. Iedereen is heel tevreden over het eten. Maar weinig cliënten kennen het rode klachtenformulier De kinderen in De Zeester zijn tevreden over de begeleiding en over de leuke dingen die met ze gedaan worden. Ze begrijpen van veel regels niet waarom ze er zijn. En er kwam veel naar voren dat ze hun ouders missen. De helft van de 80 cliënten van AO Haarlem Zuid heeft meegedaan aan het tevredenheidsonderzoek. Dat noemen de onderzoekers ‘een goede score’. De cliënten zijn tevreden over de begeleiding en de bejegening: ze worden serieus genomen. Minder tevreden zijn deze cliënten over het niet zelf kunnen kiezen van hun begeleider. Cliënten hebben meestal weinig geld. Het rode klachtenformulier is niet bekend. Er werd goed naar de presentaties geluisterd. Uit de reacties bleek dat ook de aanwezigen nieuwe huisvesting heel belangrijk vinden. De vertrouwenspersonen cliënten zijn niet overal bekend: cliënten ‘kennen’ ze niet. Daarom doen cliënten niet snel een beroep op ze. In december kregen de deelnemers in De Zeester en in De Schalkse Hoek een presentatie van de uitslagen. De lokale cliëntenraden gaan een verbeterplan maken. Ze sturen het ook naar de CCR. De CCR kijkt of de verbeteracties ook in andere locaties van pas kunnen komen.
11
Wat is goede gezinsondersteuning? De SIG geeft ondersteuning aan gezinnen. Er is onderzocht wat ouders belangrijk vinden in de ondersteuning. En wat ouders een goede begeleider vinden. De gezinnen zijn tevreden over de begeleiding van de SIG.
De SIG heeft samen met Odion en het LSR gewerkt aan een onderzoeksinstrument voor gezinsondersteuning. De centrale vraag was: ‘Wat is goede gezinsondersteuning?’ Het project is afgerond in het voorjaar van 2012.
12
De ouders die aan het onderzoek meededen vertelden welke onderwerpen ze belangrijk vinden in de gezinsbegeleiding: wonen, contacten, het krijgen en opvoeden van kinderen, gezondheid/verleidingen, persoonlijke ontwikkeling, geld, zelf kiezen, werk en dagbesteding, vrije tijd. Ook vroegen we aan de ouders wanneer ze iemand een goede gezinsbegeleider vinden. Een goede gezinsbegeleider is: - iemand die ouders dingen aanleert waardoor ze zelfvertrouwen krijgen; - iemand die afspraken nakomt en goed luistert; - iemand die ouders gelijkwaardig behandelt: iemand die niet over, maar met ze praat. Het onderzoek is ook bij de SIG uitgevoerd. De gezinnen waren tevreden over de begeleiding die ze krijgen van de SIG.
Opvoeden is geen kinderspel (poppenhuis gemaakt door Wisselwerk)
Jaarbericht 2012
De SIG heeft veel materiaal over sociale netwerken
Sociale netwerken Cliënten willen graag vrienden hebben. Dat heet een sociaal netwerk. De MEE organiseerde cursussen voor cliënten. Teams maken een plan om aan sociale netwerken te werken. De SIG zoekt veilig internet voor cliënten. De SIG zoekt “maatjes” voor cliënten.
In tevredenheidsonderzoeken en in gesprekken met cliënten komt steeds weer naar voren dat velen graag een groter sociaal netwerk willen. Een eigen rol van cliënten daarin is ideaal. De SIG heeft de MEE daarom gevraagd, cursussen sociale netwerken voor cliënten te organiseren. Hoe leg je contacten, hoe maak je vrienden, hoe onderhoud je het contact met hen? De MEE heeft de cursussen verzorgd.
13
Ook via internet Het werken aan en onderhouden van een sociaal netwerk voor en door cliënten blijft moeilijk, ook voor begeleiders. Daarom is de SIG nog steeds op zoek naar kansen om dit zo goed mogelijk te realiseren. Ieder team van de SIG maakt een plan voor 2013 hoe het sociaal netwerk voor cliënten binnen de buurt verbeterd kan worden. En hoe begeleiders en cliënten meer of beter contact kunnen onderhouden met familie en vrienden. De SIG onderzoekt ook op wat voor manier cliënten een deel van hun sociale contacten veilig via internet kunnen vinden. Een kleine werkgroep is bezig om dit in 2013 te realiseren. Dit gebeurt op specifiek verzoek van cliënten.
14
Samen van iets gewoons iets bijzonders maken In december werd het startschot gegeven van onze campagne ‘Maatjes gevraagd’. In deze campagne zoeken we maatjes voor mensen met een beperking. We doen dit samen met de Stichting Thuiszorg Gehandicapten (STG) en de Vrijwilligerscentrale Haarlem e.o. De maatjes die we zoeken, zijn vrijwilligers die op regelmatige basis iets gezelligs met een van onze cliënten ondernemen. Samen koffiedrinken in de stad bijvoorbeeld, af en toe samen naar de bioscoop of een wandeling maken. Samen van iets gewoons iets bijzonders maken, dat is de bedoeling. Het kan een uurtje per week, eens in de maand, net wat uitkomt. Want wat voor de één zo gewoon is, kan voor anderen heel bijzonder zijn. Dat was dan ook de slogan van de maatjescampagne, die gepaard ging met posters, flyers en artikelen/interviews in diverse media. In de nabije toekomst gaan we ook in andere gemeenten actief op zoek naar maatjes voor cliënten. Als de WMO-plannen doorgevoerd zijn wordt een sociaal netwerk onontbeerlijk voor cliënten om zich maatschappelijk staande te houden.
Jaarbericht 2012
Vertrouwenspersoon Hella Hendriks
Vertrouwenspersoon Sylvia Mandemaker
Vertrouwenspersoon Jan Croese
Bellen bij problemen De SIG heeft een vertrouwenspersoon cliënten. Cliënten kunnen de vertrouwenspersoon opbellen. De vertrouwenspersoon helpt bij sommige problemen.
De SIG heeft een ‘vertrouwenspersoon cliënten’. Drie medewerkers van De Waerden vervullen deze functie bij toerbeurt. In 2012 zijn de vertrouwenspersonen van de SIG in de eerste drie kwartalen, tienmaal ingeschakeld, waarvan vijfmaal door één cliënt, tweemaal door verwanten van een cliënt en driemaal door een medewerker van de SIG. De telefoontjes van de cliënt leidden tot een doorverwijzing naar de ‘lijn’ of naar derden. Dit kon in dit geval telkens telefonisch. De verwanten van de cliënten werden verwezen naar de klachtenregeling van de SIG. De medewerkers van de SIG werden telefonisch naar de juiste persoon verwezen. Ten opzichte van 2011 is het aantal meldingen vrijwel gelijk gebleven. Er is echter één cliënt die meerdere malen gebeld heeft, dit is een verschil met vorig jaar. De vertrouwenspersonen denken dat het goed is om nog meer bekendheid te geven aan de vertrouwenspersoon cliënten. Dit kan in het jaarbericht, bij de intake en tijdens de bespreking van het begeleidingsplan. Voor sommige cliënten is het moeilijk om iemand te bellen. De vertrouwenspersonen denken dat het goed is om vaardigheden aan te leren of het bellen te vereenvoudigen door het voorprogrammeren van
15
het nummer in een telefoon. Cliënten die bellen, kunnen vrij gemakkelijk doorverwezen worden. Slechts een enkele cliënt belt de vertrouwenspersoon voor vragen of gesprekken die hij vertrouwelijk wil houden. Het feit dat de vertrouwenspersoon niet veel is ingeschakeld kan een goede afspiegeling zijn van de wensen van de cliënt hieromtrent. Medewerkers weten nog niet allemaal wat de functie is van de vertrouwenspersoon cliënten. De informatie aan medewerkers kan nog beter, bijvoorbeeld door een stuk in het SIGbericht en informatie op Intranet.
Marga Verspagen is de voorzitter van de Klachtencommissie Cliënten
16
Schrijven bij klachten De SIG heeft een klachtencommissie cliënten. De klachtencommissie kreeg dit jaar geen klachten. De vertrouwenspersoon kan helpen bij een klacht.
De interne klachtencommissie SIG is in november 1995 opgericht. Ze vindt haar grondslag in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector van 1995 en de Klachtenregeling Cliënten SIG. De commissie bestond in de verslagperiode uit de volgende leden: - de heer J.J. Smuling te Overveen, lid voorgedragen door de cliëntenraad; - de heer O. Moison te Haarlem, vervangend lid, voorgedragen door de Raad van Bestuur van de SIG; - mevrouw M.A.M.M. Verspagen, onafhankelijk voorzitter. Dit jaar waren er weer geen klachten die door de Klachtencommissie zijn behandeld.
Jaarbericht 2012
Eén persoon heef een melding gedaan via het rode formulier dat daarvoor bestemd is, maar dat heeft (nog) niet tot een officiële klacht geleid. Voordat je een klacht indient, is het goed om eerst te kijken of er andere oplossingen mogelijk zijn. Misschien kun je het probleem eenvoudig oplossen via de teamleider of clustermanager. Ook kan de teamleider of clustermanager je het telefoonnummer geven van de vertrouwenspersoon. Dit is iemand van buiten de SIG die naar je kan luisteren. Als je zonder deze stappen een klacht indient, kan het zijn dat de Klachtencommissie je eerst aanraadt om met de vertrouwenspersoon te praten of met iemand anders in de organisatie. Bij vertrouwelijke zaken (denk aan seksuele intimidatie) is het raadzaam meteen de vertrouwenspersoon of de Klachtencommissie in te schakelen.
Cliënten of ouders/vertegenwoordigers die een beroep willen doen op de klachtencommissie kunnen een brief schrijven aan: Voorzitter klachtencommissie cliënten, mevrouw M. Verspagen p/a Stichting SIG Postbus 268, 1960 AG Heemskerk De SIG stuurt de brieven ongeopend door naar de voorzitter van de klachtencommissie.
Britney bespreekt haar klacht met de teamleider. Samen lossen ze het op. 17
Iemand een klacht, pluim of idee? De SIG kreeg 8 rode klachtenformulieren van cliënten. De klachten zijn besproken met de cliënten. De SIG kreeg 3 roze pluimenformulieren van cliënten. 1 pluim was voor de Soundmixplaybackshow. De SIG kreeg 2 gele ideeënformulieren. De SIG denkt na over de ideeën.
Klachten Cliënten van de SIG zijn soms tevreden, soms ontevreden over de zorg en ondersteuning die ze krijgen. Als een cliënt ontevreden is, kan hij erover praten met de begeleider of met de teamleider. De cliënt kan daarvoor een klachtenformulier invullen. Daarop kun je aangeven wat je klacht is en met wie je die wilt bespreken: dat kan je begeleider zijn, de teamleider, de clustermanager of iemand anders. Als de klacht is afgehandeld, wordt dat ingevuld op het formulier. Daar staat dan ook bij of de cliënt tevreden is over de afhandeling. Als de cliënt niet tevreden is, zijn er weer andere acties mogelijk. De meeste rode klachtenformulieren gaan na afhandeling naar de Foboverbetercommissie (FVC).
18
In 2012 kwamen er 8 rode klachtenformulieren binnen bij de FVC. De klachten gingen over: - Maatregelen in verband met brandveiligheid - Werktijden dagbesteding - Zich niet aan regels houden - Dubbele verzendingen - Onderlinge bejegening (2x) - Wasverzorging - Onrust in de groep Alle klachten zijn besproken met de indiener en zo goed mogelijk opgelost.
Pluimen Als een cliënt erg tevreden is, kan hij een roze pluimenformulier invullen voor de SIG. Sommige pluimenformulieren kwamen bij de FVC terecht. De pluimen werden gegeven voor: - Het eigen vervoer van de SIG: mooi busje en leuke chauffeurs - De Soundmixplaybackshow van de SIG: een jaarlijks terugkerend, spetterend evenement dat van sommigen wel vaker georganiseerd mag worden. Georganiseerd, overigens, door een clustermanager samen met een aantal cliënten. - Dat de SIG veel voor de cliënten doet om het gezellig te houden, ondanks de bezuinigingen.
Jaarbericht 2012
Ideeën En ten slotte zijn er de gele ideeënformulieren. Zij worden samen met het mailadres
[email protected] een bron van goede ideeën. In 2012 ingediend en besproken: - Digitale scheurkalender op Intranet met elke dag een kort leermoment of overweging (ter nadere uitwerking voorgelegd aan de afdeling Levensbeschouwing); - Een link naar Intranet op de website van de SIG (doorgesluisd naar de afdeling ICT).
CVR-lid Hanny Lijesen: “Ik wil voor mijn zusje bij de SIG betrokken zijn.” CVR-secretaris Edith Kortbeek: “Ik ben lid van de CVR omdat mijn broer in het Anneko van der Laanhuis woont.”
19
Foto van CVR-lid Bea Bartels ontbreekt.
CVR-voorzitter Jaap Jan Smuling: “Betrokkenheid bij dochter -cliënt SIG- heeft geleid tot lidmaatschap CVR”
Centrale Verwantenraad De CVR denkt mee over cliëntenzaken. De CVR praat met de CCR. De SIG vraagt raad aan de CVR.
In de Centrale Verwantenraad van de SIG zitten mensen die zijn afgevaardigd door de verwanten en wettelijk vertegenwoordigers van cliënten van de SIG. De CVR behartigt de gemeenschappelijke belangen
van de cliënten van de SIG. De CVR heeft regelmatig overleg met de Raad van Bestuur (algemeen directeur). Onderwerpen die in 2012 aan de orde kwamen: - De begroting en het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording - Het actieplan ‘Samen op weg naar verbinding in de WMO’ - Het strategisch meerjarenplan van de SIG - Het vitaliteitsbeleid voor cliënten - Nieuwbouwprojecten en ontwikkelingen in de zorg - De fusie met Wisselwerk, ontwikkelingen rond dagbesteding De SIG vraagt de CVR advies in een aantal omschreven zaken. Deze adviezen zijn niet bindend. De CVR bracht een positief advies uit over de fusie SIG/Wisselwerk en over de (nieuwe) dienstverlening door de SIG op het gebied van forensische zorg. De Centrale Cliëntenraad (CCR) brengt de wettelijk verplichte adviezen uit aan de SIG. De CCR kan de CVR raadplegen als de SIG een advies vraagt. In november vond het jaarlijks overleg tussen CVR en CCR plaats. Het gesprek ging over klachten, bemiddeling door de CVR, denken over de toekomst, de samenwerking tussen CCR en CVR in de praktijk. De heer J.J. Smuling is voorzitter en contactpersoon van de Centrale Verwantenraad. Zijn e-mailadres is
[email protected]. Het secretariaat van de CVR is in handen van mevrouw E. Kortbeek. Brieven aan de CVR, geadresseerd aan het Bestuursbureau SIG, worden doorgestuurd naar de voorzitter.
20
Observeren en verbeteren De SIG wil cliënten goed ondersteunen. De SIG let op respect: gelijkwaardig zijn. De SIG let op autonomie: jezelf kunnen zijn. We kijken bij elkaar hoe dat gaat. We schrijven op hoe het gaat. We kijken met elkaar hoe het beter kan.
In 2011 deed de SIG samen met Odion mee aan een pilot ‘Beelden van Kwaliteit’ (H. Reinders). Doel van de pilot was, na te gaan of de kwaliteit van zorg gemeten kan worden vanuit een verhalende benadering,
Jaarbericht 2012
gebaseerd op observatiemethoden uit de antropologie. De SIG en Odion vormden de eerste pilotgroep die gebruik maakte van een uitwisseling van eigen medewerkers. Na een gezamenlijke scholing observeerden deelnemers bij elkaars organisatie. Een kwaliteitspanel besprak de observatieverslagen met teamleden van de geobserveerde locaties. Dit leidde tot verhelderende discussies over bepaalde begeleidingssituaties. De SIG heeft besloten, zelf samen met Odion op deze weg verder te gaan. Een interne werkgroep werkt aan manieren om observaties in te zetten voor verbetering van kwaliteit van zorg. Naast ‘verbinding’ en ‘het inzetten van verbinding voor ontwikkeling’ wil de werkgroep in de observaties ook aandacht besteden aan ‘ingaan op initiatieven van de cliënt’. Op verzoek van de stafmedewerker bestuursbureau organiseerde de werkgroep een zestal observaties ‘bejegening’. Het doel van deze interne pilot is, na te gaan of de interne audits ‘bejegening’ hiermee tot zinvoller bevindingen kunnen leiden waaruit conclusies kunnen worden getrokken en verbetermaatregelen genomen rond bejegening. In de loop van 2013 zal duidelijk worden of het doel bereikt is. De interne werkgroep van de SIG heeft met de interne werkgroep van Odion afgesproken om in 2013 weer bij elkaar te gaan observeren.
21
Zelf leren koken is belangrijk en ook nog eens leuk om te doen.
Melden en leren We willen leren van onze fouten. De teams denken na hoe het komt dat het fout ging. Daarna bedenken ze hoe het niet meer fout kan gaan. Zo doet de SIG het werk steeds beter.
22
‘De beste breister laat weleens een steek vallen’, is een oud gezegde dat nog steeds geldt – ja, ook bij de SIG. Hoezeer we ons best ook doen, iedereen laat weleens een steekje vallen. Dat is meestal niet erg, vooral niet omdat we ervan willen leren. En soms leer je het meest van gemaakte fouten en bijna-gebeurde ongelukjes. Daarom is de SIG in zekere zin ‘blij’ met alle meldingen van fouten, ongelukken en bijna-ongelukken: de fobo’s. Het zijn even zovele leer- en verbeterkansen voor de individuele medewerkers, de teams en de organisatie.
Aantallen en soorten fobo’s 2012
Jaarbericht 2012
Fobo’s op het gebied van agressie, medicatie en onveiligheid worden het meest gesignaleerd. Uit de inhoud van de ondernomen acties (niet in deze overzichten opgenomen) is op te maken dat medewerkers op deze punten snel reageren: de medicatiefout wordt hersteld, het agressie-incident naar behoren afgehandeld, de onveilige situatie opgelost. Veel minder vaak zien we op locatieniveau een doeltreffende maatregel ter voorkoming. En dat klopt: het uitvoeren van een correcte oorzaakanalyse en op basis daarvan een verbetering bereiken die herhaling voorkomt, vraagt tijd en aandacht. Om hier verder aan te kunnen werken starten de meeste teams een verbetertraject.
Ons probleem in vijf woorden? Daar moeten we goed over nadenken.
23
Verbetertrajecten De SIG biedt alle teams jaarlijks een verbetertraject aan. Het format staat vast en het team voert het traject zelfstandig uit of met ondersteuning van de stafmedewerker bestuursbureau. Het onderwerp van het traject verschilt per team. Een aantal thema’s komt regelmatig terug: ‘methodisch werken’ en ‘communicatie’ (overdracht, feedback). De uitvoering gebeurt aan de hand van een vastgesteld format. Het team formuleert het probleem in vijf woorden, zoekt de oorzaken (soms met gebruikmaking van het Bowtie-model), formuleert een SMART doel, maakt een actieplan, voert het uit en evalueert. Een verbetertraject kan gesmeerd verlopen maar ook in schoonheid verzanden, meestal omdat de lat te hoog is gelegd. Een her- of doorstart is dan op zijn plaats. De Foboverbetercommissie bewaakt het inzetten en uitvoeren van verbetertrajecten in de gehele stichting. In 2012 startten 15 teams een verbetertraject.
Leven en dood iets om bij stil te staan
Taakgroep Levensbeschouwing 24
Alle mensen zijn verschillend. Medewerkers moeten met elke cliënt meedenken. Dat heet levensbeschouwing. De afdeling Levensbeschouwing helpt medewerkers meedenken.
De SIG heeft een duidelijke visie op levensbeschouwing en zingeving. Iedere cliënt mag vanuit zijn eigen kijk op het leven vorm en zin geven aan zijn dagelijks leven. Hoe wil jij je verjaardag vieren? Heb je de behoefte om te bidden voor het eten? Eet je wel of geen vlees? Wat vind jij belangrijk in je leven? Het antwoord op deze vragen hangt af van hoe de cliënt, hoe de medewerker het leven beschouwt.
Windkracht acht tegen Als alles lekker loopt ben je niet met levensbeschouwing en zingeving bezig. Pas als het leven tegenzit, als er vervelende of verdrietige dingen gebeuren, zou je erbij stil kunnen staan.
Jaarbericht 2012
Het is net als de wind. Daar denk je ook niet over na, tot dat je windkracht acht tegen hebt en je zit op de fiets. Hoe je er mee bezig bent is voor iedereen weer anders. De een voelt de striemende wind in zijn gezicht en de ander bedenkt: “Waarom overkomt mij dit nu altijd als ik op de fiets ga?” En heb je zomaar veel wind mee? Ook dan denk je na: over hoe fijn en mooi het leven kan zijn.
Identiteit en eigenwaarde Binnen de SIG is een aantal taakgroepen actief. De deelnemers verdiepen zich in een specifiek inhoudelijk onderwerp en delen hun kennis met alle medewerkers. Eén van die groepen is de Taakgroep Levensbeschouwing, die bestaat uit vijftien begeleiders. Zij gaan vijfmaal per jaar in groepsverband extra in op levensbeschouwelijke thema’s. Denk hierbij aan omgaan met verlies, vriendschap, wat is een levensvraag, hoe herken je levensvragen van cliënten, goed luisteren, omgaan met ethische dilemma’s. Deelnemers leren, methodisch naar casuïstiek te kijken en dan goed na te denken over wat voor deze ene cliënt, in deze unieke situatie, het beste kan zijn om te doen. Zij kunnen daardoor ondersteuning bieden aan hun collega’s bij het nadenken over zaken van levensbeschouwelijke aard die cliënten betreffen. De Taakgroep wordt begeleid door de afdeling Levensbeschouwing: Marijke Kamminga, staffunctionaris en Nico de Roode, begeleider. Ervaringen van deelnemers van de Taakgroep Levensbeschouwing: ‘Het resultaat van het werk van de afdeling is dat levensbeschouwing zingeving en op de agenda blijft, ook in de teams.’ ‘Het is aandacht voor wat voor de cliënt van wezenlijk belang is’. ‘Als een cliënt enthousiast vertelt dat ze tante is geworden, doet het er niet toe dat het een voormalig buurmeisje is dat een dochter heeft gekregen. Het gaat erom dat je ziet dat de cliënt er identiteit en eigenwaarde aan ontleent.’
Steun aan teams De afdeling Levensbeschouwing gaat ook samen met teams in op zingeving en zinbeleving. Ze geeft bijvoorbeeld uitleg over rouwverwerking en mensen met een verstandelijke beperking, en hoe men cliënten het beste kan ondersteunen. Voor het omgaan met verdrietige zaken is er een koffer met allerlei boeken.
25
De afdeling vraagt ook aandacht voor wat cliënt leuk vinden om te doen, waar ze enthousiast en blij van worden.
Bij sociale netwerken hoort ook bijna alles wat je op de computer doet
26
Sociaal netwerk en kwaliteit van bestaan De afdeling levensbeschouwing houdt zich ook veel bezig met aandacht voor kwaliteit van bestaan van cliënten. Een sociaal netwerk, ergens bij horen, voldoende mensen om je heen is daarbij belangrijk. Daarom geven Nico de Roode en Marijke Kamminga een cursus ‘sociale netwerken’. Begeleiders kunnen daardoor de cliënt stimuleren en ondersteunen bij het uitbreiden of versterken van hun eigen netwerk.
Gezellig met de hondjes
Jaarbericht 2012
Dit wordt de nieuwe woonruimte voor cliënten van het Anneko van der Laanhuis. CreaSig komt er ook, en het Bestuursbureau. Er moet nog veel gebeuren.
De SIG bouwt De SIG wil een appartement voor elke cliënt. Er komt een nieuw gebouw in Beverwijk. Daarin komen het Anneko van der Laanhuis, CreaSig en het Bestuursbureau. In Haarlem komen appartementen voor De Schalkse Hoek. In Castricum wil de SIG appartementen voor De Weid.
27
Beverwijk
+
+
Wonen boven het kantoor in Beverwijk In Beverwijk werken we aan een groot bouwproject: het nieuwe Bestuursbureau, herhuisvesting voor cliënten, een winkel èn huisvesting voor cliënten die op de wachtlijst staan. Na de sloop van de voormalige Steenhouwerij en omliggende woningen begon de aannemer met het werk voor het nieuwe gebouw. Het bestuursbureau komt op de begane grond.
Op de eerste, tweede en derde verdieping komen in totaal 34 woningen. 24 studio’s zijn voor de herhuisvesting van de cliënten van het Anneko van der Laanhuis. Tien appartementen worden gebouwd voor cliënten die intern willen doorstromen en cliënten die nu nog op de wachtlijst staan. Aan de kop van het pand komt op de begane grond een nieuwe winkel voor CreaSig. De oplevering wordt verwacht in september 2013, de verhuizing begint in december.
Haarlem
Wonen aan de Randweg in Haarlem Aan de randweg in Haarlem Noord komt een nieuw gebouw met daarin 15 studio’s voor cliënten van de SIG. Dit project is de eerste stap in de herhuisvesting van cliënten van De Schalkse Hoek. De eerste informatiemomenten zijn al achter de rug. Er was veel enthousiasme voor de plannen. De oplevering wordt in het derde kwartaal 2013 verwacht.
28
Het werk aan de Randweg schiet al op.
Castricum
Wonen aan het Walstro in Castricum Ook aan de herhuisvesting van De Weid wordt hard getrokken. De eerste bedragen aan de gemeente zijn al overgemaakt en dat betekent dat realisering dichtbij komt. De vergunningen zijn aangevraagd. We hopen in 2013 duidelijk te krijgen wanneer we een mooi project aan het Walstro kunnen openen. In het volgende jaarbericht zult u hier ongetwijfeld een vervolg op lezen.
Jaarbericht 2012
Goede buren worden steeds belangrijker
Op weg naar verbinding in de WMO De gemeenten gaan veel zorg regelen. Dat moet van de regering. Het heet WMO De SIG krijgt minder geld. Dat heet bezuiniging. De gemeenten kunnen de SIG vragen, de zorg te doen. De SIG heeft een plan gemaakt om goed mee te kunnen doen. In voor Zorg helpt de SIG erbij.
Grote plannen, grote consequenties De regering wil grote veranderingen in de zorg voor mensen met een beperking. Vanaf 2014 regelen de gemeenten een deel van de zorg die de SIG nu biedt en die nu nog uit de AWBZ betaald wordt. De gemeenten gaan de zorg regelen op basis van de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het gaat in 2014 om extramurale begeleiding (ambulante ondersteuning), logeren en dagbesteding.
29
De regering wil vanaf 2016 voor ZZP 1 t/m 4 scheiden wonen/zorg invoeren. Dat betekent dat cliënten huur en zorg apart betalen. De gemeenten worden ook daar verantwoordelijk voor. Naast al deze maatregelen wil de regering 25% bezuinigen op deze zorg. De regeringsplannen hebben grote consequenties voor de SIG, want veel cliënten van de SIG hebben ZZP 1, 2, 3 of 4.
Veel consequenties
30
De SIG werkt al jaren aan meer integratie van mensen met een verstandelijke beperking in de maatschappij. Veel van onze cliënten wonen zelfstandig met ondersteuning en nemen deel aan tal van welzijnsactiviteiten. Ook werken we mee aan diverse eetcafé’s voor mensen met een beperking, veelal in buurthuizen. Maar het kan natuurlijk altijd beter. De druk om goed in beeld te komen bij de gemeenten in onze regio wordt met de komst van de nieuwe WMO wel groter. Tenslotte moet de gemeenten duidelijk worden wat de SIG al jaren betekent op dit gebied en wat we de komende jaren nog meer zullen kunnen brengen. De SIG wil zich goed voorbereiden op de veranderende financiering en de hiermee gepaard gaande onzekere tijden. Daarom hebben we ondersteuning gevraagd van In voor Zorg! Dit is een project dat bedacht is en gefinancierd wordt door het Ministerie van VWS. Het doel is, organisaties in de langdurige zorg te ondersteunen bij het zich aanpassen aan de veranderende eisen in de toekomst. De SIG heeft een plan gemaakt om de overgang naar de WMO goed te laten verlopen. Het plan heet ‘Op weg naar verbinding in de WMO’. In voor Zorg levert een coach die van maart 2012 tot midden 2013 helpt bij het uitvoeren van het plan.
Op weg naar verbinding in de WMO In het plan zijn acties beschreven: - We voegen onze dienstverlening in de eisen die de WMO aan ons zal stellen. We activeren het eigen netwerk van cliënten nog meer, werken samen met vrijwilligers en met welzijnsorganisaties in de algemene voorzieningen die ze bieden. - We passen onze werkwijze zodanig aan dat onze dienstverlening effectiever en goedkoper wordt. - We scholen medewerkers –indien nodig- in de aanvullende kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn. - We bouwen een goede relatie op met de gemeentes in de regio. Het doel van dit alles is dat we onze huidige cliënten de ondersteuning kunnen blijven bieden die zij nodig hebben, dat we nieuwe cliënten en doelgroepen kunnen gaan bedienen en dat we werkgelegenheid behouden.
Grote veranderingen, grote aanpassingen Veranderingen, aanpassingen en keuzes. Ze kunnen plezier geven, maar ook pijn gaan doen. Wij vinden het belangrijk om alle medewerkers hierbij te betrekken. We maken gebruik van de deskundigheid en goede ideeën die dat oplevert en creëren draagvlak voor de keuzes die we gaan maken. Vanuit het cluster Ambulante Ondersteuning zijn vijf werkgroepen actief aan het werk.
Jaarbericht 2012
Ook de medewerkers dagbesteding zijn in werkgroepen in gesprek over de toekomst. De SIG zal op vergelijkbare wijze in gesprek gaan met de medewerkers 24uurs verblijf. Iedereen, en de hele organisatie, zal zich de komende jaren aan moeten passen aan optredende veranderingen.
Groene steun – vertrouwen in elkaar De SIG heeft kikker Ping gekozen als symbool bij dit veranderingsproces, als ondersteuning voor de medewerkers, op weg naar een onzekere toekomst. Het figuurtje komt uit het boek “Ping – durf te ondernemen” 3. Het is een parabel die een soortgelijke reis beschrijft van kikker Ping, die zijn vertrouwde vijver moet verlaten. Ontplooiing van talenten, vertrouwen in jezelf en anderen, elkaar steunen om je doel te bereiken, moeilijkheden ombuigen in uitdagingen, zijn daarin belangrijke thema’s voor Ping, en voor iedereen in zo’n situatie – dus ook voor de medewerkers van de SIG, op weg naar verbinding in de WMO. We gaan onze reis aan, gewapend met vertrouwen in elkaar en in de flexibiliteit en de kracht van de organisatie als geheel.
+ Deeltijdwonen voor Kinderen en Jongeren In het Logeerhuis kunnen kinderen nu heel lang logeren. Dat heet deeltijdwonen. In de kinderhuizen leren kinderen goed met zichzelf omgaan. Er zijn nu 4 gezinshuizen.
Deeltijdwonen kan een uitkomst zijn In 2014 zal het logeren naar de gemeentes gaan, als onderdeel van de WMO. We merken nu al dat de indicaties voor logeren afnemen. Het Logeerhuis wil natuurlijk desondanks ade3 Stuart Avery Gold: Ping – durf te ondernemen, 2006, Uitgeverij Altamira-Becht BV, Haarlem
31
quate ondersteuning blijven bieden aan gezinnen. Zo maken we het voor kinderen mogelijk om langer in de eigen omgeving op te kunnen groeien. Daarom heeft het Logeerhuis de mogelijkheid geschapen om langdurig te logeren. We noemen dit ‘deeltijdwonen’. Vanaf september 2012 doet een aantal kinderen en jongeren hierin mee. De eerste geluiden van zowel de cliënten als de ouders zijn positief. De uitspraak van een vader: “Het deeltijdwonen is -zeker voor ons- wel een uitkomst als tussenstap...”
Helpen in de keuken ook nog eens gezellig!
Begrip bij het kind
32
De Zeester en de Waterjuffer raken steeds meer thuis in de PMT-methodiek waarmee in die locaties gewerkt wordt. PMT betekent ‘psychomotorisch’. Kinderen voeren samen met begeleiders lichamelijke activiteiten uit, doen oefeningen en opdrachten. Het doel ervan is, te werken aan een gedragsverandering bij het kind waardoor psychische klachten verminderen of verdwijnen. De methodiek geeft het kind regie binnen een omgeving waarin hij/zij wordt begrepen. Het kind leert op die manier, om te gaan met en invloed te hebben op het eigen gedrag.
+ Gezinshuizen vernieuwd Als kinderen in de gezinshuizen ouder worden en gaan verhuizen, is dat voor gezinshuismedewerkers een goed moment om aan heroverweging te doen. Dit leidde ertoe dat in september twee SIG-gezinshuizen gestopt zijn: het huis in Alkmaar en dat in IJmuiden. In Haarlem kwam er een SIG-gezinshuis bij en daarmee heeft de SIG er nu vier. Het beleid gezinshuizen wordt nu geëvalueerd en geactualiseerd. In 2013 zullen we vervolgens actief op zoek gaan naar nieuwe gezinshuizen.
Jaarbericht 2012
Autonomie voor cliënten van het cluster Volwassenen Cliënten willen in een appartement wonen. Begeleiders moeten daar op een andere manier werken. Cliënten worden steeds ouder. De SIG wil goed voor ze blijven zorgen. De SIG werkt daarom samen met een verzorgingshuis. Buren worden steeds belangrijker voor cliënten. De SIG wil daarom meer voor de buren betekenen.
33
Meer autonomie mogelijk in nieuwbouw De grote lijn in het cluster Volwassenen is, de autonomie van de cliënt te vergroten tot wat maximaal mogelijk is. Over de nieuwbouwplannen is elders in dit jaarbericht meer te lezen.
In de Garmt Stuivelingstraat heeft iedereen zijn eigen voordeur
Beter werken in de teams Verandering van woonomgeving van cliënten, betekent verandering van werkwijze voor de medewerkers. Dit vraagt in de voorbereiding het nodige denkwerk. Na de verhuizing worden de puntjes op de i gezet, onder andere in verbetertrajecten die in diverse teams zijn gestart. De belangrijkste thema’s zijn: minder medicatiefouten, rapportage op doelen, methodisch werken.
34
Cliënten worden ouder De vergrijzing van de samenleving gaat ook de SIG niet ongemerkt voorbij. Cliënten worden ouder en we maken daarom afspraken met zorgaanbieders uit de sector VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg). Een belangrijke ontwikkeling hierin is de samenwerking met Schoterhof in Haarlem voor ouder wordende cliënten. Als dementerende cliënten van de SIG niet willen verhuizen naar een intramurale instelling (een verpleeghuis), kan verzorgingshuis Schoterhof hen een plaats bieden. Onze gedragsdeskundigen verzorgen themadagen voor medewerkers van Schoterhof over mensen met een verstandelijke beperking, de gedragsdeskundigen van Schoterhof bieden onze medewerkers themadagen over dementie.
De WMO wordt realiteit Alle locaties van de SIG krijgen met de WMO te maken, ook die in 24uurs verblijf. De steunpunten krijgen –naast de doelgroep cliënten- ook een rol in het buurtgebeuren. Hiermee kan het mes aan twee kanten snijden: buurtbewoners kunnen iets aan het steunpunt hebben (maaltijdverdeelpunt, vergaderfaciliteit, aanlooppunt) en voor de cliënten betekent dit dat er meer contacten zijn met de buurtbewoners. Zo krijgen een duidelijker rol in het buurtleven.
Jaarbericht 2012
Ambulante Ondersteuning werkt aan de toekomst AO moet veel dingen anders doen omdat we minder geld krijgen. Vijf werkgroepen denken na hoe dit het beste kan. AO ondersteunt nu ook andere cliënten. We werken samen met andere organisaties.
Alle aandacht het afgelopen jaar binnen het cluster AO is gegaan naar de toekomst die samengevat wordt als WMO en de onzekerheid die dat geeft voor cliënten en medewerkers. Hierop wordt in dit jaarbericht uitgebreider ingegaan bij het desbetreffende artikel. Op 5 juli is voor de medewerkers van AO een kick-off gegeven voor een intensieve voorbereiding op de komst van de WMO. Op deze dag werden vijf werkgroepen gevormd die een bijdrage leveren aan het veranderingsproces binnen de SIG. Het was niet alleen de WMO die ons dit jaar zorgen baarde. De AWBZ-financiering van gezinsondersteuning kende dit jaar al een forse tariefverlaging. In 2013 staat ons een verdere verlaging te wachten omdat de gespecialiseerde gezinsbegeleiding is komen te vervallen. Door behandelindicaties aan te vragen hebben we dit gedeeltelijk op kunnen lossen. Voor het gehele cluster AO bereidden de vijf WMO-werkgroepen aanpassingen in de werkwijze voor die al vanaf januari 2013 effect zullen hebben op onze productiviteit en daarmee de prijs van onze dienstverlening. Deze eerste stap geeft ons een mooie uitgangspositie om de volgende stap te zetten en ons verder voor te bereiden op de aanpassingen die de WMO van ons vraagt.
35
Een nieuwe doelgroep In 2012 is de SIG begonnen met forensische zorg. We bieden mensen met een juridische titel begeleiding in de thuissituatie en in de penitentiaire inrichting. Deze begeleiding wordt betaald door het Ministerie van Justitie. Tot nu toe hebben we veel aandacht besteed aan het opbouwen van samenwerking met partners in deze voor ons nieuwe keten.
36
Meer samenwerking met ketenpartners Ook op andere gebieden hebben we de samenwerking met ketenpartners voortgezet en verstevigd: - Met de RIBW delen we deskundigheid ten aanzien van cliënten met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek - We organiseren samen met welzijnsorganisaties ontmoetingsactiviteiten in de buurthuizen en maatjesprojecten. - Ongeveer 35 cliënten die ambulante begeleiding kregen zijn overgestapt naar een Volledig Pakket Thuis. Dit houdt in dat ze in hun eigen huis dezelfde zorg ontvangen als wanneer ze in een woonproject zouden wonen. Om dit te realiseren werken we samen met thuiszorgorganisaties. - Voorportaal (Heemskerk), Steunpunt Huiselijk Geweld, het Veiligheidshuis, de noodteams in de IJmond, het zijn enkele van de vele samenwerkingsverbanden waarin de SIG participeert.
Jaarbericht 2012
Tijdens de zomermarkt van Wisselwerk schijnt altijd de zon
Dagbesteding zoekt kansen Wisselwerk hoort nu helemaal bij de SIG. Dat heet een fusie. De SIG zoekt een nieuw gebouw voor Wisselwerk. De Groengroep van Wisselwerk kreeg een keet op wielen. Wisselwerk en de winkels willen bekend worden. Wisselwerk heeft weer een zomermarkt gehouden. Winkel CreaSig was voor de radio.
wisselwerk
=
Wisselwerk bij de SIG Vanaf 1 januari 2013 zijn Wisselwerk en de SIG volledig gefuseerd. De eerste grote klus is nu het vinden van nieuw onderdak voor Wisselwerk. Dat moet medio 2013 gevonden zijn. De nieuwe locatie moet ook geschikt zijn voor dagbesteding voor mensen met een meervoudige handicap die ook bij Wisselwerk willen werken. De huidige locatie is hier al voor aangepast.
37
Nieuwe keet De Groengroep van Wisselwerk heeft een verrijdbare keet aan kunnen schaffen, dankzij een gift. In de keet kunnen de medewerkers en deelnemers pauzeren, schuilen voor de regen, koffie drinken, zich ’s winters warmen bij een kacheltje, een toilet bezoeken en hun gereedschap veilig opbergen. Een grote aanwinst voor de Groengroep, dus.
Dagbesteding anders aangestuurd
38
In 2012 is een nieuwe manier van aansturing geïntroduceerd in de dagbesteding. Een teamleider, een commercieel/creatief medewerker en een route/jobcoach doen -onder leiding van de teamleider- gedrieën de aansturing van de totale dagbesteding. De dagbesteding professionaliseert zich verder om nog meer kansen en keuzes te creëren voor de cliënten/deelnemers: - de productkant: wat kunnen we doen en maken; - de commerciële kant: hoe maken we bekend wat we kunnen, hoe zetten we ons goed in de markt; - de inhoud van de dagbesteding: wat doen we graag, wat doen we goed, waar hebben de cliënten, de deelnemers iets aan; - hoe professionaliseren we ons nog verder: hoe creëren we nog meer kansen en keuzes voor cliënten. Er komen steeds meer aanmeldingen van nieuwe cliënten die dagbesteding bij de SIG willen.
Dagbesteding en WMO Onduidelijk is nog hoe we met 2014 om moeten gaan, als dagbesteding wel uit de AWBZ moet zijn maar nog niet in de WMO is opgenomen. Hopelijk bedenkt de regering snel iets om dit op te lossen. In oktober deden alle dagbestedingsmedewerkers, van hoog tot laag, mee aan een WMO-dag om ons zo goed mogelijk voor te bereiden op de WMO binnen dagbesteding. Iedereen dacht intensief mee. Een aantal werkgroepen ging voortvarend aan de slag om ideeën te verzamelen en uit te werken.
Jaarbericht 2012
CreaSig op de radio Winkel CreaSig kreeg volop aandacht in een uitzending van de regionale radio die twee uur duurde. De Beverwijkse wethouder H. Erol (Sociale Zaken, Welzijn, Jeugd en Zorg) en cliënten van de SIG kwamen uitgebreid aan het woord over WMO en dagbesteding. Ook elders in de regio proberen we met wethouders en gemeenten kansen te creëren om andere vormen van dagbesteding te bieden, geïntegreerd in de maatschappij, antwoordend op vragen/problemen die leven bij de gemeentes. We proberen kansen te zien en daar snel op in te springen.
39
Ondernemingsraad SIG De OR is voor de medewerkers van de SIG. De OR heeft 4 leden. In elk team is een contactpersoon OR. De OR praat met de directeur over de SIG.
De OR is belangenbehartiger, spreekbuis en antenne van en voor SIG werknemers. We denken, praten en onderhandelen mee, stemmen in (of niet) en geven advies. Dit jaar stond in het teken van samenwerking en informatievoorziening. Er werd gewerkt met een beperkt aantal ondernemingsraadsleden en de nadruk werd daarbij gelegd op zo efficiënt mogelijk omgaan met mensen en mogelijkheden. Er werd niet actief gezocht naar nieuwe OR-leden, ook al blijft nieuwe aanwas natuurlijk meer dan welkom.
De OR vergadert éénmaal per maand, daarnaast is er ook éénmaal per maand een overlegvergadering met de Raad van Bestuur. Voor tijden, data en notulen zie het OR- hoofdstuk op Intranet. Voor goed contact met de achterban zijn in elk onderdeel van de SIG contactpersonen actief. Zij komen driemaal per jaar bij elkaar om informatie te delen en uit te wisselen en ze worden aangestuurd door een vaste contactpersoon binnen de ondernemingsraad. Ook zorgen de contactpersonen ervoor dat hun collega’s op de hoogte zijn van de zaken waarmee de ondernemingsraad zich bezig houdt en dat er voldoende informatie voor handen is over de ondernemingsraad.
40
De OR is actief betrokken geweest bij overleg (en gesprekken) binnen de SIG. Ondermeer bij de ontwikkelingen rond de WMO en In voor Zorg. Daarbij verdiepten leden van de OR zich in onderdelen van beleid en werden betrokken in het ontwikkelen van beleid. Daarbij kunnen in de toekomst ook, daar waar mogelijk, mensen van binnen de stichting met bepaalde know-how/interesse zich namens de OR aansluiten en kan extern advies worden ingewonnen. Daar was ook de scholing van ondernemingsraadsleden dit jaar op gericht en mede daarom zijn er door de OR-leden diverse studiedagen bezocht. De OR besteedde in 2012 veel aandacht aan informatievoorziening en openheid binnen de organisatie. Met name op het gebied van de WMO was er voortdurend sprake van het omgaan met steeds verschuivende maatregelen en inzichten bij nationale en lokale overheden. De SIG speelt daar zo goed mogelijk op in en probeert ook voor de toekomst de zorg voor cliënten zo goed mogelijk te garanderen. Dat daarbij de mening en inzet van medewerkers belangrijk is moge duidelijk zijn. Vandaar ook dat ondermeer een deel van de bijeenkomsten van de contactpersonen besteed wordt aan informatie over de nieuwste ontwikkelingen en hoe de SIG daarmee om denkt te gaan.
Jaarbericht 2012
Remi Peterse
Sandra Bogaert is ambtelijk secretaris van de OR
Sylvia van der Woude
Francien van Kruisbergen is voorzitter van de OR
Linda Smit
Hierdoor en door het beperkte aantaal raadsleden is de eigen PR een beetje ondergesneeuwd. We zijn aanwezig geweest bij de introductiedagen voor nieuwe medewerkers. In het kader van de fusie tussen de SIG en Wisselwerk werden ook contacten gelegd met de medewerkers die actief zijn binnen Wisselwerk en natuurlijk hopen wij ook dat zij snel een eigen vertegenwoordiger krijgen binnen de OR. OR-leden in 2012 waren Francien van Kruisbergen (voorzitter), Sylvia van der Woude, Remi Peterse, Linda Smit en Sandra Bogaert (ambtelijk secretaris) We hopen ook in de komende jaren bij te blijven dragen aan een organisatie waarin werknemers gehoord en gezien worden, zonder daarbij het belang van de SIG uit het oog te verliezen. Vind jij dit, net als wij, ook belangrijk en wil je hierbij actief betrokken zijn, sluit je dan aan bij de Ondernemingsraad SIG want uitbreiding van de Ondernemingsraad is nog altijd zeer wenselijk.
Medewerkerstevredenheid: meer dan voldoende Medewerkers zijn tevreden over de SIG. Ze geven de SIG een 7,7. Medewerkers voelen werkdruk. De SIG maakt een plan zodat dit minder wordt.
Steeds meer vergelijkingsmateriaal In de zomer heeft de SIG het jaarlijkse interne medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd. Omdat opzet en vraagstelling van het onderzoek nagenoeg ongewijzigd zijn, kunnen we de uitkomsten vergelijken met die van voorgaande jaren. Hierdoor wordt inzichtelijk of medewerkers meer, minder of even tevreden zijn over hun werk ten opzichte van bijvoorbeeld 2008.
Bioscoopbezoekjes na digitaal invullen Nieuw was dit jaar de mogelijkheid om het onderzoek digitaal in te vullen. Hier is goed gebruik van gemaakt en de respons is ten opzichte van het vorige onderzoek met 17,5% gestegen naar 61% gestegen. Onder de invullers werden bioscoopbonnen verloot voor de invuller zelf en al zijn teamleden. De Zeester
41
Sommige teams wonnen een bioscoopbon. Waarmee?
en het team Gezinshuizen waren de gelukkige winnaars en de eerste bedankjes kwamen daarna al spoedig binnen bij P&O.
Wat vonden de medewerkers ervan?
42
Hieronder de een samenvatting van de uitkomsten: - Ruim 85% van de invullers daarvan krijgt voldoende handvatten aangereikt om de visie van de SIG te vertalen naar de dagelijkse praktijk en is op de hoogte van de eisen die binnen procedures en processen aan hen wordt gesteld. 83% kan zich hier ook in vinden. - Bijna 80% vindt dat er een goede organisatiestructuur is met duidelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. - Ruim 70% kan informatie voor het werk gemakkelijk vinden en 87% vindt dat de informatie voldoende is om het werk goed uit te kunnen voeren. Een enkeling vindt de gebruiksvriendelijkheid van intranet nog wel voor verbetering vatbaar. - 77% vindt dat hij/zij op de juiste wijze geïnformeerd wordt over belangrijke ontwikkelingen binnen de organisatie. - 90% is bekend met de eigen functiebeschrijving en bijna 75% vindt dat deze overeenkomt met het werk dat hij/zij doet. - 90% vindt dat zijn/haar kwaliteiten aansluiten op de eisen die het werk stelt. - 80% vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn voor het volgen van een opleiding of training. - Bijna 85% vindt dat de leidinggevende duidelijke beslissingen neemt en hetzelfde percentage ervaart voldoende ondersteuning van de leidinggevende. - Bijna 90% vindt dat er voldoende overlegmomenten zijn. - Ruim 80% is tevreden over de samenwerking binnen het team en er voldoende ruimte is voor feedback. 86% ervaart voldoende collegiale ondersteuning. - Bijna 45% ervaart werkdruk en bijna 20% is van mening dat werkdruk het functioneren negatief beïnvloedt. 67% is van mening dat de leidinggevende opmerkingen over werkdruk serieus neemt. - Bijna alle respondenten zijn op de hoogte van de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon en hoe zij haar kunnen bereiken. - Ruim 90% is op de hoogte van de aanwezigheid van de bedrijfsarts en 85 % weet hoe zij deze kunnen bereiken.
Geen acht gegeven De SIG kreeg dit jaar een gemiddeld rapportcijfer van een 7,7. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2010 (7,9), maar nog altijd een zeer mooi resultaat – hoewel het MT nog niet tevreden is. Dat blijft koppig mikken op minstens een 8!
Jaarbericht 2012
Aan de slag Aan de hand van de uitkomsten maakten de clustermanagers elk een plan van aanpak met verbeteracties rond de onderwerpen die binnen hun cluster extra aandacht behoeven. P&O besteedt stichtingsbreed expliciet aandacht aan het thema werkdruk.
De medewerkers die scholing geven, worden ook geschoold
43
Scholing medewerkers De wereld verandert en de SIG verandert mee. Medewerkers moeten nieuwe dingen leren. De SIG helpt ze daarbij.
De ontwikkelingen die landelijk in gang worden gezet, brengen ook voor de SIG grote veranderingen met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan het hele transitietraject naar de WMO.
Andere kwaliteiten aanspreken Om als organisatie toekomstbestendig te zijn, zullen we nieuwe en andere kwaliteiten van medewerkers aanspreken. Zo verwachten we van de medewerkers Ambulante Ondersteuning en Dagbesteding dat zij meer extern (marktgericht) zijn en meer initiatief (ondernemerschap) tonen. De SIG investeert daarom in gerichte professionalisering van medewerkers. De interne scholing speelt hierbij een belangrijke rol. In 2011 is besloten om het huidige scholingsaanbod onder de loep te nemen.
Zelf verantwoordelijk zijn In het najaar van 2011 gingen management, stafmedewerkers en teamleiders met elkaar in gesprek over de wijze waarop de SIG de verbinding tussen leren, werken en organisatiedoelstellingen kan bevorderen. Het belangrijkste uitgangspunt is vastgesteld: elke medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling en de teamleider vervult een belangrijke rol in het leerproces van de medewerker. In het voorjaar van 2012 besteedden we aandacht aan de wijze waarop de teamleider met de medewerker in gesprek gaat over zijn ontwikkeling. Het concrete resultaat van deze dag was een symbolische gereedschapskist, door de teamleiders gevuld met ‘gereedschappen’ die zij nodig hebben om een lerende cultuur te stimuleren waarin medewerkers zich daadwerkelijk verantwoordelijk voelen voor hun eigen leerproces en daartoe ook zelf initiatief tonen. De vervolgstappen die nodig zijn om dit proces voort te zetten zijn in het najaar besproken. In het eerste kwartaal 2013 maken alle teams een teamleerplan waaraan ze in dat jaar willen gaan werken.
Werkkleren?
44
In het opleidingsjaarplan 2013 zal het principe van ‘werkleren’ een grotere rol innemen. Hierbij worden leeractiviteiten zoveel mogelijk in het werk georganiseerd. Een mooi voorbeeld hiervan is Beelden van Kwaliteit, waarin begeleidingssituaties worden geëvalueerd aan de hand van waardevrije observaties.
Arbeidsomstandigheden: een jaar van verbeteren en ontwikkelen De SIG heeft afspraken over veilig en gezond werken. De SIG keek of die afspraken nog goed waren. Er zijn afspraken veranderd. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt. Dat heet beleid. De SIG vraagt cliënten dagbesteding of hun werk veilig genoeg is. Dat heet een RIE.
Het afgelopen jaar veel aandacht besteed aan het evalueren en aanpassen van bestaande beleidsafspraken op het gebied van veilig en gezond werken. De SIG heeft een Arbocommissie, bestaande uit de personeelsfunctionaris, de arbofunctionaris en de clustermanager Kinderen/Jongeren. Deze commissie initieerde de ontwikkeling van nieuw Arbobeleid.
Jaarbericht 2012
De ontruiming wordt elk jaar opnieuw geoefend ook bij het Bestuursbureau
Het MT stelde het Arbobeleid vervolgens opnieuw vast en legde het ter instemming voor aan de Ondernemingsraad. In het Arbobeleid staan alle activiteiten en afspraken omschreven die in de SIG op het gebied van arbeidsomstandigheden moeten worden nageleefd. In dat beleid is nu ook de vrijwilliger volledig opgenomen. De Arbocommissie ontwikkelde een voorstel voor aanpassing van het huidige medicatiebeleid. Ook ten aanzien van medicatieverstrekking is er behoefte aan beleid en kennisontwikkeling. De Arbocommissie werkt een voorstel uit.
Bedrijfsongevallen Op het werk kan het voorkomen dat een medewerker schade lijdt of dat er sprake is van een ongeval waaruit schade voortvloeit. Dat heet een bedrijfsongeval. De Arbocommissie ontwikkelde een verbeterd beleid ‘bedrijfsongevallen en aansprakelijkheid’. Dit wordt voorgelegd aan de OR. In het beleid staan richtlijnen met betrekking tot de behandeling van schade die het gevolg is van ongevallen. Daardoor weten alle medewerkers waar ze aan toe zijn als ze een bedrijfsongeval meemaken.
RIE voor cliënten dagbesteding Binnen de dagbesteding is ook aandacht nodig voor veilige en gezonde werkomstandigheden van de clientmedewerkers (deelnemers). De SIG ontwikkelde daarom een aangepaste Risico Inventarisatie Arbeidsomstandigheden voor de cliëntmedewerkers. Het voorstel houdt in dat er, te beginnen in 2013, regelmatig met cliëntmedewerkers wordt besproken hoe zij hun arbeidsomstandigheden ervaren. De vragen gaan over veiligheid, de aard van de werkzaamheden, fysieke belasting en sociaal-emotionele factoren. Naast de algemene veiligheid worden er ook vragen gesteld die specifiek van toepassing zijn op de werkplek, zoals de Bakkerij, CreaSig, Wisselwerk, de winkels of de Zorgtuin. Aan de hand van de uitkomsten van deze gesprekken worden verbeterpunten benoemd. In overleg met de cliëntmedewerkers en hun vertegenwoordigers zoeken we vervolgens naar passende oplossingen. Het voorstel ligt ter goedkeuring bij de Centrale Cliëntenraad.
45
Handvatten voor zekerheid De SIG investeert in de weerbaarheid van alle medewerkers door de inzet van de jaarlijkse basis- en herhalingstrainingen. De trainers geven informatie over vormen van agressie, het omgaan met agressie op het werk en het voorkómen van agressie. Ze besteden uitgebreid aandacht aan ingebrachte praktijkgevallen, want die bieden genoeg gesprekstof om ervaringen en kennis met elkaar te delen. De deelnemers krijgen handvatten om zich zekerder te voelen in het werk.
Verzuim 46
Er waren meer medewerkers ziek dan vorig jaar. Sommigen zijn erg lang ziek. Medewerkers worden steeds ouder. De SIG wil dat ze goed kunnen blijven werken.
Het verzuim binnen de SIG blijft aandacht nodig hebben. Het ziekteverzuim en de meldingsfrequentie liggen binnen de SIG boven het branchegemiddelde. Dit is voornamelijk gelegen in het verzuim van de ouder wordende medewerkers waarvoor het werk zowel fysiek als mentaal belastend(er) wordt. Deze doelgroep verzuimt in vergelijking met het landelijk gemiddelde minder vaak, maar zij zijn wel bovengemiddeld lang ziek. Ook de medewerkers in de leeftijd van 36 tot en met 45 jaar hebben een bovengemiddeld, langerdurend verzuim. Een reden hiervoor kan zijn dat deze doelgroep vaak te maken heeft met een dubbele belasting van werk en privé (zorg voor jonge kinderen). De leeftijdsgroep jonger dan 25 jaar heedt de hoogste meldingsfrequentie, zij verzuimen dus het vaakst. De SIG heeft dus zowel te maken met langdurig als een bovengemiddeld frequent verzuim. Het langdurige verzuim is moeilijk tot nauwelijks beïnvloedbaar. Verzuim op basis van mentale gronden (psychische klachten) en wegens klachten aan het bewegingsapparaat komen binnen de SIG het meest voor. De SIG werkt nauw samen met de arbodienstverlener (bedrijfsarts) en diverse organisaties die ondersteuning bieden op het gebied van arbeid & psyche, reïntegratie en outplacement om de terugkeer naar (passend) werk binnen of buiten de organisatie te bevorderen.
Jaarbericht 2012
Het kortdurende verzuim is weliswaar minder van invloed op de hoogte van het verzuimcijfer en de verzuimkosten, maar dient ook in 2013 opnieuw de aandacht te krijgen. Vanuit het management worden er taakstellende doelen geformuleerd voor 2013 die op diverse niveaus binnen de organisatie zullen leiden tot maatregelen om het verzuim terug te brengen naar een acceptabel niveau. De totale verzuimkosten voor de SIG zijn aanzienlijk gestegen. Op basis van de Vernetcijfers worden deze vastgesteld op circa € 800.000,Ook de SIG krijgt de komende jaren, zoals veel andere organisaties, te maken met vergrijzing van het personeel. Dit heeft ertoe geleid dat duurzame inzetbaarheid als belangrijk thema is geformuleerd voor het personeelsbeleid van de komende jaren.
47
Vertrouwenspersoon medewerkers De vertrouwenspersoon medewerkers is er om medewerkers de kans te geven met een extern persoon te overleggen over zaken die ze niet bij de eigen leidinggevende aan de orde kunnen, willen of durven te stellen. De vertrouwenspersoon medewerkers van de SIG neemt daarnaast op eigen initiatief contact op met medewerkers die te maken hebben gehad met een agressie-incident.
Meldingen aan de vertrouwenspersoon
48
In de eerste drie kwartalen 2012 kreeg de vertrouwenspersoon 57 meldingen. 3 daarvan betroffen een aanmelding in verband met ongewenste omgangsvormen (betrof onheuse bejegening bij arbeidsconflict). De overige 54 meldingen werden gedaan in het kader van het agressieprotocol. Tweemaal verwees de vertrouwenspersoon naar het bedrijfsmaatschappelijk werk. Overige meldingen in het kader van het agressieprotocol zijn met telefonische ondersteuning opgevangen, waarop volgend een terugkoppeling naar de teamleider via de mail.
Een creatief boeket van Wisselwerk
Jaarbericht 2012
Waar bleef het geld 9% Overgehouden van het budget
8% Totaal algemene kosten 2% Totaal cliëntgebonden kosten
5% Totaal voedingskosten en schoonmaak
11% Totaal huisvestingskosten
65% Totaal personeelskosten Cijfers 2011
49
Colofon Aan dit nummer werkten mee: Jacquelien Beentjes Sandra Bogaert Nellie Borst (eindredactie) Linde Dijkstra Marijke Kamminga Mirjam van Kessel Jan Kroft Hella Hendriks Hella Nuyten Astrid Reulen Nico de Roode Jaap Jan Smuling Madelon Timmerman Arjan Vermons Marga Verspagen Picto’s José Bechtold (selectie) Bronnen: www.visitaal.nl www.sclera.be
50
Foto’s José Bechtold (CCR) Hans Grippeling (nieuwbouw) Marjan Kwakernaak De Waerden (vertrouwenspersonen cliënten) Hij/zij Waar ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ worden gelezen
Jaarbericht 2012
52
Bestuursbureau: Beneluxlaan 268 1966 WT Heemskerk Postbus 268 1960 AG Heemskerk Telefoon 0251 257857 Fax 0251 257 899 e-mail
[email protected]
www.sig.nu
Jaarbericht 2012