Titel Onderwijseenheid (OWE) Code OWE Eigenaar OWE 1 2
Opleiding Doelgroep: variant(en) VT / DT / DU / EL
Sociaal Recht SORE SORE-1AA (Arbeidsrecht) SORE-1AS (Sociaal Zekerheidsrecht) SORE-1AA: de heer mr. C.S. Lo Manto (MNTC) SORE-1AS: mevrouw mr. M. le Fèbre (FBRM) E-learning
Cluster
E-cluster
Niveau van de OWE (1, 2, 3)
Studiejaar
2012-2013
3
Beroepstaak/beroepst aken
Rechtsvinding Sociaal Recht
4
Centrale beroepstaak
Rechtsvinding Sociaal Recht
Periode (1-4)
3&4
Doorlooptijd
2 2 perioden
SORE-1AA Beroepsproduct individueel schriftelijk tentamen Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct De student dient een meervoudig en redelijk complexe juridische vraagstukken op het terrein van het arbeidsrecht te analyseren, te kwalificeren en op te lossen. Voor het vinden van deze oplossing zullen op dit niveau de volgende vier stappen moeten worden genomen:
5
Beroepsproducten
1. De analyse van de casus zelf en de daarin aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) 2. Het vinden en analyseren van de toepasselijke rechtsregel(s) 3. Het toepassen van de geldende rechtsregel(s) in de casus 4. Het formuleren van het antwoord op de in de casus aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) in de vorm van het uiteindelijke beroepsproduct (juridisch onderbouwd advies of beslissing) Inhoud (onderwerpen) -
arbeidsovereenkomst en andere overeenkomsten mbt werk tegen betaling internationale aspecten arbeidsverhoudingen vorm en inhoud arbeidsovereenkomst totstandkoming arbeidsovereenkomst goed werkgever- en werknemerschap werkgeversaansprakelijkheid de zieke werknemer arbeidsomstandigheden (bijzondere) bedingen in de arbeidsovereenkomst ontslagrecht collectief arbeidsrecht arbeidsprocesrecht
Het schrijven van een juridische uiteenzetting over een arbeidsrechtelijke onderwerp (individuele opdracht) Beschrijving en doel van dit beroepsproduct De student moet komen tot het analyseren, kwalificeren en oplossen van een meervoudig en redelijk complex juridisch arbeidsrechtelijk vraagstuk waarbij het uitmondt in een uiteenzetting. pagina 1 van 12 pagina’s
De student schrijft een uiteenzetting. De student moet de verworven kennis en competenties toepassen. Hierbij staan de communicatieve en onderzoekende competenties meer op de voorgrond. De eerstgenoemde omdat hij een uiteenzetting schrijft afgestemd op de doelgroep en er hogere eisen worden gesteld aan de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. De laatstgenoemde omdat niet alleen reeds verworven kennis moet worden toegepast, maar de student ook zelfstandig op zoek moet naar de kennis die nodig is om de uiteenzetting op te leveren. Ook worden hogere eisen aan de communicatieve vaardigheid, waarbij naast correct taalgebruik zonder interpunctie-, stijl-, spelling- en/of grammaticafouten ook wordt gelet of de uiteenzetting is afgestemd op de doelgroep. Bij het schrijven van de juridische uiteenzetting van een arbeidsrechtelijk onderwerp zal door de student op dit niveau de volgende de volgende vier stappen moeten worden genomen: 1. 2. 3. 4.
De analyse van de stelling en/of het onderwerp zelf en de daarin aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) Het vinden en analyseren van de toepasselijke rechtsregel(s) Het toepassen van de geldende rechtsregel(s) op de stelling en/of het onderwerp Het formuleren, beargumenteren, uiteenzetten van het antwoord/ conclusie en/of standpunt op de aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) in de vorm van het uiteindelijke beroepsproduct (de paper)
Inhoud (onderwerpen) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
arbeidsovereenkomst en andere overeenkomsten mbt werk tegen betaling internationale aspecten arbeidsverhoudingen vorm en inhoud arbeidsovereenkomst totstandkoming arbeidsovereenkomst goed werkgever- en werknemerschap werkgeversaansprakelijkheid de zieke werknemer arbeidsomstandigheden (bijzondere) bedingen in de arbeidsovereenkomst ontslagrecht collectief arbeidsrecht
Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. (individueel schriftelijk tentamen) Beschrijving en doel van dit beroepsproduct De student dient individueel een meervoudig en redelijk complexe juridische casusvragen op het terrein van het arbeidsrecht te analyseren, te kwalificeren en op te lossen. Dit geschiedt in de vorm van een schriftelijk tentamen. Het aantal casussen van dit tentamen ligt rond de vier en het aantal bijbehorende vragen ligt rond de twaalf. De student krijgt twee kansen om dit tentamen met een 5.5 of hoger af te ronden. De uitleg en/of essentie van wetsartikelen en jurisprudentie waar de student gebruik van dient te maken bij het analyseren, kwalificeren en oplossen van de casusvragen zijn in het wetboek, de voorgeschreven literatuur en/of syllabus terug te vinden. 1. 2. 3. 4.
De analyse van de casus zelf en de daarin aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) Het vinden en analyseren van de toepasselijke rechtsregel(s) Het toepassen van de geldende rechtsregel(s) in de casus Het formuleren van het antwoord op de in de casus aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) in de vorm van het uiteindelijke beroepsproduct (juridisch onderbouwd advies of beslissing)
Inhoud (onderwerpen)
pagina 2 van 12 pagina’s
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
arbeidsovereenkomst en andere overeenkomsten mbt werk tegen betaling internationale aspecten arbeidsverhoudingen vorm en inhoud arbeidsovereenkomst totstandkoming arbeidsovereenkomst goed werkgever- en werknemerschap werkgeversaansprakelijkheid de zieke werknemer arbeidsomstandigheden (bijzondere) bedingen in de arbeidsovereenkomst ontslagrecht collectief arbeidsrecht arbeidsprocesrecht
Het toepassen van kennis op het socialezekerheidsrecht SORE-1AS (schriftelijk tentamen) Beschrijving en doel van dit beroepsproduct De student toont zijn kennis van het socialezekerheidsrecht door de beantwoording van open (praktijk)vragen op enkele van de hiervoor vermelde rechtsgebieden. De student moet daarbij komen tot het analyseren, kwalificeren en oplossen van enkele meervoudig en redelijk complexe juridische socialezekerheidsrechtelijke vraagstukken. Voor het vinden van de gevraagde oplossing zullen op dit niveau de volgende vier stappen moeten worden genomen: 1. 2. 3. 4.
de analyse van de socialezekerheidsrechtelijke beroepssituatie zelf en de daarin aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en); het vinden en analyseren van de toepasselijke rechtsregel(s); het toepassen van de geldende rechtsregel(s) op de socialezekerheidsrechtelijke beroepssituatie; het formuleren, beargumenteren, uiteenzetten van het antwoord op de in de casus aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en).
Inhoud (onderwerpen): 1. korte geschiedenis van sociaal zekerheidsstelsel en basisbegrippen van het sociaal zekerheidssysteem; 2. werkloosheid: WW; 3. ziekte: ZW; 4. arbeidsongeschiktheid: WAO/ Wet WIA; 5. ouderen (AOW), nabestaanden (Anw) en kinderen (AKW); 6. zorg: Zvw; 7. bijzondere ziektekosten: AWBZ; 8. toeslag (TW), bijstand (WWB) en jongeren (Wet WAJONG); 9. maatschappelijke ondersteuning (Wmo); 10. rechtsbescherming. Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. (schriftelijk tentamen)
Leerdoelen per beroepsproduct
Juridisch analyseren (competentie 1.) De student is in staat om in een meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus een analyse te maken van de aan de orde zijnde rechtsvragen. De student kan vervolgens de bijbehorende rechtsregels selecteren en analyseren om zo een weergave te geven van het geldend recht met betrekking tot de in de casus opgeworpen rechtsvragen. Adviseren (competentie 2.) De student kan op basis van een analyse van de meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus adviseren omtrent een mogelijke of voorlopige beslissing dan wel een motivering opstellen van een definitieve beslissing. Beslissen (competentie 4.) De student is in staat om naar aanleiding van de gemaakte analyse een afweging te maken van de in het geding zijnde feiten en omstandigheden en kan vervolgens pagina 3 van 12 pagina’s
tot een juridisch juiste beslissing en/of beoordeling te komen. Het opstellen van een uiteenzetting over een arbeidsrechtelijk vraagstuk Juridisch analyseren (competentie 1.) De student is in staat om in een meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus een analyse te maken van de aan de orde zijnde rechtsvragen. De student selecteert vervolgens de bijbehorende rechtsregels en maakt een analyse om zo een weergave te geven van het geldend recht met betrekking tot de in de casus opgeworpen rechtsvragen. Adviseren (competentie 2.) De student adviseert op basis van een analyse van de meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus over een mogelijke of voorlopige beslissing of stelt een motivering op van een definitieve beslissing. Beslissen (competentie 4.) De student is in staat om naar aanleiding van de gemaakte analyse een afweging te maken van de in het geding zijnde feiten en omstandigheden en komt vervolgens tot een juridisch juiste beslissing en/of beoordeling van de rechtsverhouding. Communicatie (competentie 8.) De student presenteert schriftelijk taalkundig correcte stuk(ken) afgestemd op de doelgroep. Onderzoek (competentie 9.) De student levert juridische correct en volledige stuk(ken) op waaruit blijkt dat hij de verschillende onderzoeksfasen van het juridisch onderzoek op een juiste wijze heeft doorlopen. Het toepassen van kennis op het socialezekerheidsrecht SORE-1AS (schriftelijk tentamen) Juridisch analyseren (competentie 1) De student is in staat om in een casus op het gebied van het socialezekerheidsrecht de aan de orde zijnde rechtsvragen te formuleren. De student kan vervolgens de relevante feiten selecteren, Ook zoekt de studenten relevante juridische bronnen, zoals wetgeving en jurisprudentie, om zo een analyse en oplossing te geven van de in de casus opgeworpen rechtsvragen. Adviseren (competentie 2) De student is in staat om op basis van een juridische analyse advies te geven. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de student alle juridische en feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. Beslissen (competentie 4) De student is in staat om de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen de juridische kaders van het sociale zekerheidsrecht met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren vast te stellen. Naast juridische argumenten, betrekt de student ook de belangen van personen en/of instellingen bij zijn of haar beroepshandelen. Bovendien houdt de student rekening met maatschappelijke factoren en belangen van anderen.
pagina 4 van 12 pagina’s
6
Studiepunten
7,5 studiepunten
Definitie contacttijd
Studielast in sbu’s
210 sbu's
(Let op: klokuren = lesuren x 0,75)
Klok uren
1. Geprogrammeerde contacttijd waarbij de (gast)docent fysiek aanwezig is A
Hoorcolleges
5,65
B
Werkcolleges (of projectonderwijs, practica, trainingen)
5,65
C
Stagebegeleiding
0
D
Studiebegeleiding (bijv. inhoudelijke vragen, studieproblemen, SLB, afstuderen)
0
E
Tentamens/examens
4
F
Andere activiteiten onder fysieke begeleiding van een docent (bijv. excursies, studiereizen)
0
Definitie Kengetal G
Geprogrammeerde contacttijd per studiejaar in klokuren (exclusief tentamentijd) = A+B+C+D+F
H
Aantal zuivere onderwijsweken
I
Kengetal geprogrammeerde contacttijd = G/H 2. Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage
J
Zelfstudie - individueel of in groepjes - waarbij de docent niet fysiek aanwezig is
K 1
Stage/werkplekleren waarbij de docent niet fysiek aanwezig is
0
Waarvan contacttijd in de vorm van stagebegeleiding door een door de opleiding geformaliseerde c.q. erkende/gecertificeerde begeleider.
0
L
Scriptie/afstudeeronderzoek waarbij de docent niet fysiek aanwezig is
0
M
Overige activiteiten waarbij de docent niet fysiek aanwezig is (bijv. activiteiten onder leiding van ouderejaarsstudent of gastspreker)
0
Definitie Kengetal
O
Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage per studiejaar in klokuren = J+K+L+M Aantal weken
P
Kengetal geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage = N/O
N
3. Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Definitie Kengetal Q
7
Kengetal totaal geprogrammeerde onderwijstijd = P+I
Samenhang met andere OWE’s SORE-ABR
Samenhang met andere OWE’s SORE-SZR 8
Ingangseisen
Deze onderwijseenheid wordt aangeboden in E-cluster van de opleiding HBORechten en bouwt voort op de eerste kennismaking met de onderwijseenheid Bestuursrecht. Het bestuursrecht vormt een deel van het publiekrecht (naast het staats- en het strafrecht) en is een integrerend onderdeel hiervan. De onderwijseenheid bereidt voor op de onderwijseenheid procedeercollege, alsmede de op de stage in het 3 jaar en de minor overheid en recht, module socialezekerheidsrecht. De onderwijseenheid Sociaal Recht (SORE) bestaat uit het onderdeel Arbeidsrecht en Socialezekerheidsrecht. Het onderdeel Arbeidsrecht wordt beschreven in de onderwijseenheidbeschrijving Sociaal Recht – onderdeel Arbeidsrecht. De onderwijseenheid Sociaal Recht bestaat uit arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht. Het arbeidsrecht maakt deel uit van het burgerlijk recht. Het socialezekerheidsrecht maakt deel uit van het bestuursrecht. Het bestuursrecht vormt een deel van het publiekrecht (naast het staats- en het strafrecht) en is een integrerend onderdeel hiervan. Geen ingangseisen
pagina 5 van 12 pagina’s
SORE-1AA Deze onderwijseenheid bestaat uit twee modules Socialezekerheidsrecht en Arbeidsrecht. Het eerste rechtsgebied wordt in een aparte module aangeboden in dezelfde onderwijseenheid. Dit duidt enerzijds op het grote belang van het sociale zekerheidsrecht voor onze samenleving, terwijl anderzijds de gelijktijdige behandeling met arbeidsrecht de mogelijkheid biedt om de samenhang en raakvlakken tussen beide sociaal rechtelijke vakken aan te geven. De module Arbeidsrecht bouwt voort op de eerste kennismaking met de onderwijseenheden Inleiding Privaatrecht (IRP) en Inleiding Vermogensrecht e (IVR), Inleiding Staats- en Bestuursrecht (ISB) (alle drie het 1 jaar), en e e Verbintenissenrecht (VBR) (2 studiejaar) en het Socialezekerheidsrecht (SZR) (3 studiejaar). De student wordt ingewijd in de beginselen van het arbeidsrecht op niveau 2. De volgende onderwerpen komen aan bod: typering van de arbeidsovereenkomst, soorten arbeidsovereenkomsten, de totstandkoming, vorm en inhoud van de arbeidsovereenkomst (beginsel van goed werkgever en goed werknemerschap, verschillende bedingen in de arbeidsovereenkomst), de aansprakelijkheid van werkgever en werknemer, de zieke werknemer, het ontslagrecht met inbegrip van het arbeidsprocesrecht en internationale aspecten van de arbeidsverhoudingen. Dit houdt in dat naast de regeling in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomstenrecht) en aanverwante regelgeving (zoals arbeidsomstandigheden regelingen) ook bij internationale regelgeving (zoals verdragen en Europese verordeningen) die op het nationale arbeids(proces)recht van invloed is wordt stilgestaan.
9
Algemene omschrijving
De casuïstiek is meervoudig en redelijk complex van aard. Het bestaat uit meerdere arbeidsrechtelijke onderwerpen met verschillende feiten en omstandigheden. De student bezit de basiskennis en -inzicht om met die kennis en door het zelf stellen van nadere vragen stellen de casus op te lossen. SORE-1AS De module Socialezekerheidsrecht bouwt voort op de eerste kennismaking met de onderwijseenheden Inleiding Recht Publiekrecht (IRUE), Inleiding Staats- en Bestuursrecht (ISBE) (alle twee in het eerste jaar), Bestuursrecht (BSRE) (in het tweede studiejaar) en het Arbeidsrecht (ABRE) (in het derde studiejaar). De student wordt ingewijd in de beginselen van het socialezekerheidsrecht op niveau 2. De volgende onderwerpen komen aan de orde: 1. korte geschiedenis van sociaal zekerheidsstelsel en basisbegrippen van het sociaal zekerheidssysteem 2. werkloosheid: WW 3. ziekte: ZW 4. arbeidsongeschiktheid: WAO/ Wet WIA 5. ouderen (AOW), nabestaanden (Anw) en kinderen (AKW) 6. zorg: Zvw 7. bijzondere ziektekosten: AWBZ 8. toeslag (TW), bijstand (WWB) en jongeren (Wet WAJONG) 9. maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 10. rechtsbescherming De student heeft inzicht in de structuur, context en de daarbij behorende leerstukken/jurisprudentie van het sociaal zekerheidsrecht alsmede in de toepassing hiervan in de socialezekerheidsrecht praktijk. De student is in staat leerstukken cq. jurisprudentie op het terrein van het sociaal zekerheidsrecht toe te passen op een praktijkcasus. De casuïstiek is meervoudig en redelijk complex van aard. Het bestaat uit meerdere socialezekerheidsrechtelijke onderwerpen met verschillende feiten en omstandigheden. De student bezit de basiskennis en -inzicht om met die kennis en door het zelf stellen van nadere vragen stellen de casus op te lossen.
10
Competenties
SORE-1AA 1. Juridisch analyseren : formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen. pagina 6 van 12 pagina’s
2. Adviseren: geven van advies op basis van een juridische analyse. 4. Beslissen: vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren. 8. Onderzoek: het doen van juridisch onderzoek door het oplossen van een juridisch probleem vanuit de rechtspraktijk. 9. Communicatie: is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen afgestemd op de doelgroep. SORE-1AS De volgende (landelijke) specifieke competenties staan in deze onderwijseenheid centraal: 1. Juridisch analyseren Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen. Voordat een jurist een beroepsproduct maakt, formuleert hij de juridisch relevante vragen bij een casuspositie. Hij gaat daarbij methodisch en gestructureerd te werk omdat hij beschikt over onderzoeksvaardigheden. Voor het op systematische wijze oplossen van deze vragen verzamelt en selecteert hij de van toepassing zijnde juridische bronnen zoals wetgeving en jurisprudentie. Juridisch analyseren omvat het proces van verzamelen, selecteren, kwalificeren en analyseren van feiten en juridische bronnen. Een jurist doorloopt het volledige proces om te komen tot goed beroepsproduct. 2. Adviseren Geven van advies op basis van juridische analyse. Een jurist geeft mondelinge en schriftelijke adviezen. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de jurist alle juridische en feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. 4. Beslissen Vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridsche kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren. Een jurist werkt aan de totstandkoming van besluiten namens cliënten of namens de organisatie voor wie hij werkt. Bij dit beroepshandelen betrekt de jurist naast juridische argumenten ook de belangen van de personen of de instelling voor wie hij werkt en waar nodig ook maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Bij het vastleggen van de rechtsverhouding gaat het bijvoorbeeld om besluiten in de publiekrechtelijke sfeer (vergunningen) en om besluiten in de privaatrechtelijke sfeer (contracten). 11
Beoordelingscriteria
Tentamencode SORE1AA.1_D
De student toont kennis van het arbeidsrecht door het juridische correct en volledig beantwoorden van een meervoudig en redelijk complexe juridische
arbeidsrechtelijke vraagstuk in dit rechtsgebied.
De student toont kennis van het arbeidsrecht door het juridische correct en volledig analyseren van een juridische arbeidsrechtelijke vraagstuk waarbij het uitmondt in een uiteenzetting.
SORE1AA.5_D
De student presenteert schriftelijk een taalkundig correct opgestelde uiteenzetting afgestemd op de doelgroep.
De student levert juridische correct en volledige uiteenzetting op waaruit blijkt dat hij de verschillende onderzoeksfasen van het juridisch onderzoek tot een juiste wijze heeft doorlopen.
SORE1AS.1_D
De student toont kennis van het socialezekerheidsrecht door het juridische correct en volledig beantwoorden van een meervoudig en redelijk complexe juridische socialezekerheidsrechtelijke vraagstuk in dit rechtsgebied.
pagina 7 van 12 pagina’s
Tentaminering
Tentamencode
Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. SORE1AA.1_D
Naam tentamen
Arbeidsrecht - schriftelijk
Tentamenvorm
Schriftelijk
Aard
Individueel
Beroepsproduct
Weging Cijfer (minimum) of Cesuur
3,5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 1-10 of resulterende in voldaan/niet voldaan
Aantal examinatoren Periode Duur
T3 120 min.
Hulpmiddelen
Wetteksten
Herkansing Opnemen in tentamenrooster, of: organisatie in eigen beheer docent?
H3 Ja Nee
Tentaminering
Tentamencode
Het opstellen van diverse (proces)stukken in arbeidsrechtelijke zaken, zoals dagvaarding, verzoekschrift, pleitnotitie, beëindigingsovereenkomst, adviesnotitie. SORE1AA.5_D
Naam tentamen
Arbeidsrecht - inleveropdracht
Tentamenvorm
Schriftelijk
Aard
Individueel
Beroepsproduct
Weging Cijfer (minimum) of Cesuur
1 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 1-10 of resulterende in voldaan/niet voldaan
Aantal examinatoren Periode
Lesperiode 4
Duur Hulpmiddelen Herkansing Opnemen in tentamenrooster, of: organisatie in eigen beheer docent?
n.v.t. Verplichte en aanbevolen literatuur en jurisprudentie en de wetteksten In overleg met docent Nee Ja
pagina 8 van 12 pagina’s
Tentaminering Beroepsproduct
Casuïstiek
Tentamencode
SORE1AS.1_D
Naam tentamen
Socialezekerheidsrecht - schriftelijk
Tentamenvorm
Schriftelijk tentamen (open vragen)
Aard
Individueel
Weging Cijfer (minimum) of Cesuur Aantal examinatoren
3.5 5.5 Voor elk afzonderlijk deeltentamen geldt: het gewogen gemiddelde van de beoordelingscriteria resulterend in een cijfer van 1-10 of resulterende in voldaan/niet voldaan 1
Periode
T4
Duur Hulpmiddelen
120 minuten Wettenbundel 2012 of 2013 (niet geannoteerd), rekenmachine (geen grafische)
Herkansing Opnemen in tentamenrooster, of: organisatie in eigen beheer docent?
H4 Ja Nee
Toetsmatrijzen, indicatief SORE1AA.1_D
% in toets
Waarvan % kennis
Waarvan % toepassingen
20-30
10
90
5-10
10
90
20-30
10
90
20-30
10
90
Ontslagrecht
20-30
10
90
Collectief arbeidsrecht
5-10
10
90
Arbeidsprocesrecht
20-30
10
90
% in toets
Waarvan % kennis
Waarvan % toepassingen
20-25
10
90
20-25
10
90
Ontslagrecht
20-25
10
90
Arbeidsprocesrecht
20-25
10
90
communicatie
15-20
0
100
Uitvoering arbeidsovereenkomst Internationale aspecten arbeidsverhoudingen Inhoud arbeidsovereenkomst Werkgeversaansprakelijkheid
SORE1AA.5_D Uitvoering arbeidsovereenkomst Inhoud arbeidsovereenkomst
pagina 9 van 12 pagina’s
SORE1AS.1_D
% in toets
Waarvan % kennis
Waarvan % toepassingen
10
90
10
45
10
90
Volksverzekeringen
20
10
90
Sociale voorzieningen
20
10
90
5
10
90
Korte geschiedenis van sociaal zekerheidsstelsel en basisbegrippen van het sociaal zekerheidssysteem Werknemersverzekerin gen
Rechtsbescherming Totaal
100
13 Voorgeschreven en aanbevolen literatuur 14 Titel
Auteur
Opmerking
V-Verplicht A-Aanbevolen
Arbeidsrecht in de praktijk Genderen D.M.
V
Arbeidswetgeving
Roozendaal
V
Noordam F.M., Vonk, G.J.
V
Boetzelaer-Gulyas, I.A.M., van, Homan, T.C.B., Vonk, G.J.
V
Hoofdzaken socialezekerheidsrecht Sdu Wettenverzameling Socialezekerheidsrecht 2012 of 2013
15 Software
Materiaal op e-learnsite (o.a. studiewijzer, oefententamens)
16 Overig materiaal
Niet van toepassing.
17 Activiteiten
Niet van toepassing.
18 Werkvormen
Hoor- en werkcollege.
pagina 10 van 12 pagina’s
Details Voor details zie Literatuurlijst Voor details zie Literatuurlijst Voor details zie Literatuurlijst Voor details zie Literatuurlijst
19
Les- / Contacturen (Zie ook de tabel bij 6.)
Onderwijsweken periode 1/3 - week 1 periode 1/3 - week 2 periode 1/3 - week 3 periode 1/3 - week 4 periode 1/3 - week 5 periode 1/3 - week 6 periode 1/3 - week 7 periode 2/4 - week 1 (8) periode 2/4 - week 2 (9) periode 2/4 - week 3 (10) periode 2/4 - week 4 (11) periode 2/4 - week 5 (12) periode 2/4 - week 6 (13) periode 2/4 - week 7 (14)
Roostercode(s) SORE-1AA
SORE-1AS
2 uur: blok 2 uur: blok 2 uur: blok 3 uur: blok 3 uur: blok 3 uur: blok
pagina 11 van 12 pagina’s
20
Studiejaar
2012-2013
Periode (1-4)
21
Maximum aantal deelnemers aan de OWE
Niet van toepassing.
Wijzigingen t.o.v. vorig jaar
Niet van toepassing.
Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling
Niet van toepassing.
Bonuspuntenregeling
Niet van toepassing.
pagina 12 van 12 pagina’s
3&4
Doorlooptijd
2 perioden