Zakelijk verslag van de hoorzitting van 5 april 2011 en advies van de Commissie van advies voor bezwaar- en beroepschriften inzake het bezwaarschrift van mevrouw C.A.A. Ockers-van Heuven d.d. 19 januari 2011 gericht tegen het besluit van burgemeester en wethouders van 9 december 2010 - tot het niet stellen van maatwerkvoorschriften ten aanzien van het 's nachts luiden van de kerkklokken van de klokkentoren te Vogelenzang Registratienummer: 2011021782 Aanwezig: van dezijde van de commissie: de heer mr. drs. R. Lagerweij (voorzitter), de heer mr. MJ. Heule en mevrouw mr. H.C.A. Wintgens-van Geuns mevrouw mr. S. Loeffen (secretaris); namens het verwerend bestuursorgaan: de heer drs. JJ. van den Boomgaard van dezijde van bezwaarde: mevrouw C.A.A. Ockers-van Heuven bijgestaan door haar zoon, de heer Ockers. van dezijde van het kerkbestuur: de heer T. Hoeks de heer Van Harlingen De voorzitter opent de zitting en schetst de gang van zaken bij de behandeling van bezwaarschriften. De voorzitter wijst op de functie van de commissie als onafhankelijke adviescommissie. De commissie adviseert het verwerend bestuursorgaan - in dit geval het college van burgemeester en wethouders - hoe te besluiten op het bezwaarschrift. De voorzitter stelt vast dat mevrouw Bernardus, de heer en mevrouw Fricke en de heer Töning aanwezig zijn om hun steun te betuigen aan mevrouw Ockers. Ook zij ondervinden hinder van het slaan van de kerkklok (voor de aanduiding van de tijd) gedurende de nacht. Tevens is de zoon van mevrouw Ockers aanwezig. Tenslotte is de heer Van Harlingen meegekomen als bestuurslid van de kerk. De voorzitter stelt vast dat uitsluitend mevrouw Ockers-van Heuven, de kerk en verweerder partij zijn in deze procedure. De overige aanwezigen zijn toehoorders. De voorzitter informeert bij de heer Hoeks of hij een machtiging heeft om het woord te voeren. De heer Hoeks heeft geen machtiging, maar wordt in de gelegenheid gesteld om de machtiging achteraf toe te zenden aan de secretaris van de commissie (reg. nr: 2011010789). De voorzitter geeft het woord aan bezwaarde. Zij voert het woord overeenkomstig haar pleitaantekeningen (reg. nr: 2011009982) welke hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd. In aanvulling daarop geeft zij aan dat zij een lijst met handtekeningen heeft van buurtbewoners die er geen bezwaar tegen hebben als de klok 's nachts niet meer zou slaan. Zij overhandigt de lijst met daarop 19 handtekeningen.
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders. Hij verwijst kortheidshalve naar de inhoud van het verweerschrift (reg. nr.: 2011011443). De kerk is een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer, zo stelt verweerder. In het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, verder te noemen het Barim, is een maximaal toelaatbaar geluidsniveau vastgelegd. Dat wordt overschreden door de klok, aldus verweerder. Het Barim is naar de mening van verweerder echter niet geschreven met de bedoeling om kerkklokken het zwijgen op te leggen. De voorzitter merkt op dat er in artikel 2.18 een uitzondering is opgenomen voor het "geluid ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging ....". De voorzitter merkt op dat dit erop lijkt te duiden dat de wetgever zich bij het opstellen van de wetgeving bewust was van het geluid van kerkklokken. Verweerder wil toch niet uitsluiten dat de wetgeving op het punt van kerkklokken, daar waar zij luiden met een ander doel dan oproeping voor een kerkdienst, een leemte bevat. Verweerder geeft aan dat er met bezwaarde is gesproken over haar klacht en dat deze niet is aangemerkt als een handhavingsverzoek. Daar komt bezwaarde nu voor het eerst mee. Maatwerk leek verweerder toepasselijker dan handhaving. Verweerder zit ermee dat er een bepaalde mate van hinder toegelaten moet worden. De gemeente moet daar beslissingen over nemen. Maatwerk zou naar de mening van verweerder kunnen zijn dat de klok uit moet om 23.00 uur en weer aan mag om 7.00 uur. Verweerder stipt nog aan dat er wellicht sprake is van een bijzondere gevoeligheid aan de zijde van bezwaarde. Hij verwijst daarbij naar de uitspraak die is gevoegd bij verweerschrift. In milieuvoorschriften kan geen rekening worden gehouden met bijzondere gevoeligheid van personen. Bezwaarde woont al heel lang naast de kerk en heeft er pas de laatste tijd last van gekregen. De voorzitter informeert bij verweerder wat maatwerkvoorschriften in kunnen houden en of je met maatwerkvoorschriften de normen mag oprekken. Verweerder geeft aan dat de voorschriften dienen ter invulling van hinderruimte. Er zijn geen expliciete bepalingen in de milieuwetgeving die zien op torenklokken. Als het Barim ertoe zou leiden dat de kerkklokken niet meer mogen luiden, wat naar de mening van verweerder nooit de bedoeling kan zijn van de wetgever, dan kan de gemeente in dat gat springen om met maatwerkvoorschriften een en ander in te vullen. Dat kan met ontheffingen, vaststellen van tijden waarop de overlastveroorzakende handeling wordt toegestaan of afwijkende normen. De voorzitter heeft het woord aan de heer Hoeks. Daarbij vraagt hij aan de heer Hoeks welke mogelijkheden de kerkklok heeft. Kan het geluid gedempt worden of kan de klok 's nachts uit? Bezwaarde geeft aan dat de klok programmeerbaar is in de zin van dat hij 's nachts uitgezet zou kunnen worden. Het geluidsniveau is niet te regelen. De voorzitter vraagt waarom de kerk de klok 's nachts niet uit wil zetten. De heer Hoeks geeft aan dat het slaan van de klok voor de aanduiding van de tijd een cultuurhistorische waarde heeft en dat heel veel mensen er wel prijs op stellen. De heer Hoeks heeft in 2010 een gesprek gehad met mevrouw Ockers en haar zoon. Mevrouw woont al meer dan 30 jaar naast de kerk. Voorgesteld is dat zij aan de achterzijde van de woning gaat slapen of dat zij oordopjes in zal doen ter beperking van de overlast. Bezwaarde wil zelf niets doen om de overlast te beperken, zo stelt de heer Hoeks.
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.
Over de handtekeningenlijst merkt de heer Van Harlingen op dat deze alleen aangeeft dat deze mensen er geen bezwaar tegen hebben als de klok niet meer slaat in de nacht. Zij geven niet aan er last van te hebben dat de klok slaat. De heer Heule vraagt aan bezwaarde wanneer voor haar de situatie is veranderd. Ze woont al zo lang naast de kerk. Wanneer begon zij last te krijgen van het geluid van de klokken gedurende de nacht? Bezwaarde geeft aan dat het bij het ouder worden is gekomen. Ze slaapt nu minder diep en heeft meer last van geluiden. Vroeger had ze er een enkele keer last van. Nu iedere nacht. Bezwaarde kan niet voor 00.00 uur naar bed gaan, omdat zij anders steevast wakker wordt als de klok 12 keer slaat om middernacht. Ze heeft hierdoor slaapgebrek. Er is wel dubbel glas, maar het raam moet open kunnen voor frisse lucht. De heer Heule vraagt aan verweerder wanneer en hoe er is gemeten? Verweerder geeft aan dat er overdag om 12.00 uur is gemeten. Mevrouw Wintgens vraagt aan bezwaarde waar zij mee geholpen zou zijn? Zij geeft aan dat zij ermee geholpen zou zijn als de klok tussen 23.00 uur en 7.00 uur niet meer zou luiden of als het geluidsniveau veel lager zou worden. Dat is echter niet regelbaar. Overdag is de klok ook boven niveau, maar daar wil bezwaarde zich wel bij neerleggen. De voorzitter geeft bezwaarde nogmaals het woord. Zij begrijpt niet dat de Christelijke kerk, die menslievendheid hoog in het vaandel heeft staan, haar als mens niet serieus neemt. Verweerder geeft aan verder niets toe te willen voegen. De heer Hoeks merkt op dat de kerk bezwaarde wel degelijk serieus neemt, maar dat zij zelf niet openstaat voor andere oplossingen om de overlast te beperken. De heer Van Harlingen geeft aan te vrezen voor precedentwerking. Als mensen er overdag last van hebben, bijvoorbeeld mensen die 's nachts werken, mag hij straks helemaal niet meer luiden. De heer Heule vraagt of de casus is voorgelegd aan een overkoepelende (kerkelijke)organisatie, bijvoorbeeld het bisdom. Dat is niet het geval. De zoon van bezwaarde merkt op niet in te zien wat het nut is van het 's nachts slaan van de klokken. Mensen die er wakker van worden hebben er last van. Mensen die er niet wakker van worden merken niet of de klokken slaan of niet, dus die worden niet benadeeld als de klokken zwijgen. Devoorzitter dankt daarna de aanwezigen voor hun bijdrage en sluit de hoorzitting.
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.
Naar aanleiding van de overgelegde stukken en het in de hoorzitting behandelde overweegt de commissie het volgende:
Tenaanzien van de ontvankelijkheid: De machtiging dat de heer Hoeks namens het kerkbestuur tijdens de bezwarenzitting het woord mocht voeren is op 11 april overlegd (reg. nr: 2011010789) overlegd. De commissie is van mening dat er geen aanleiding is bezwaarde niet in haar bezwaarschrift te ontvangen. Tenaanzien van de bezwaren: Inleiding Bezwaarde heeft bij verweerder melding gemaakt van het feit dat zij hinder ondervindt van het luiden van de torenklok in Vogelenzang gedurende de nachtelijke uren. Verweerder heeft haar klacht opgevat als een verzoek om op te treden tegen de door haar gestelde geluidsoverlast. Bij besluit van 9 december 2010, verzonden op 14 december 2010, heeft verweerder afwijzend gereageerd op het verzoek van bezwaarde om op te treden tegen de gestelde geluidshinder. Tegen dit besluit heeft bezwaarde een bezwaarschrift ingediend. Wettelijk kader Artikel 6, eerste lid, van de Grondwet bepaalt dat ieder het recht heeft zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Ingevolge het tweede lid van deze bepaling kan de wet ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Artikel 10 van de Wet openbare manifestaties bepaalt dat klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan. De gemeenteraad is bevoegd ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau. De gemeenteraad van Bloemendaal heeft van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt. Ingevolge artikel 4.6 lid 1van de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2011 is het verboden toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Het derde lid van deze bepaling stelt, voor zover relevant, dat het in het eerste lid bepaalde niet geldt, voor zover de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften van toepassing zijn.
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.
Een kerk valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim), ook wel het Barim (Abm) genoemd. Deze mening van de commissie wordt ondersteunt door Peutz B.V te Zoetermeer, een onafhankelijk adviesbureau met specifieke deskundigheid op het terrein van het meten van geluid en de met betrekking tot geluid relevante regelgeving, welk bureau (hierna te noemen Peutz) op verzoek van de commissie advies in deze zaak heeft uitgebracht. Voorschrift 2.17 gaat over geluidsgrenswaarden. Van 23,00 uur tot 07.00 uur geldt een grenswaarde van 60 dB(A) op de gevel van woningen. Artikel 2.18 lid 1 onder c van het Barim bepaalt dat bij het bepalen van de geluidsniveaus buiten beschouwing blijft: "het geluid ten behoeve van het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging of het bijwonen van godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten en lijkplechtigheden, alsmede geluid in verband met het houden van deze bijeenkomsten of plechtigheden."
Beoordeling van de bezwaren Bezwaarde heeft aan verweerder gevraagd een einde te maken aan het nachtelijk aanduiden van de tijd door de torenklok van de kerk in Vogelenzang. Zij voert aan dat zij ten gevolge hiervan een gebrek aan nachtrust ondervindt, hetgeen nadelig is voor haar gezondheid. Verweerder heeft de klacht van bezwaarde opgevat als een verzoek om maatregelen te treffen, waarbij met name is beoordeeld of er aanleiding is om maatwerkvoorschriften te treffen. Hierbij heeft verweerder besloten om dit niet te doen. De commissie is van mening dat de klacht over geluidsoverlast tevens had moeten worden aangemerkt als een handhavingsverzoek. Bezwaarde heeft tijdens de hoorzitting ook aangegeven dat haar klacht was bedoeld als handhavingsverzoek. Verweerder heeft onderzoek laten verrichten om te bezien hoeveel geluid het klokgelui produceert. De meting gaf aan dat de klok een piekgeluid van 73 dB(A) op de gevel van de woning produceert. Vast staat dat de klok programmeerbaar is, zodat het mogelijk is voor het kerkbestuur om het nachtelijk luiden van de klok voor de aanduiding van de tijd te staken. Het kerkbestuur wil dit niet. Het dempen van het geluid van de klok is niet mogelijk volgens de vertegenwoordiger van het kerkbestuur. Nu het bezwaar zich uitsluitend richt tegen het luiden van de klok gedurende de nacht, zal de commissie zich hiertoe beperken bij haar advies. De commissie heeft aanleiding gezien om een deskundigenadvies in te winnen. Het advies is gevraagd aan Peutz (reg. nr: 2011018353). Het advies dateert van 14 juni 2011 en het wordt aan dit verslag/advies van de commissie gehecht en hier als herhaald en ingelast beschouwd. De vragen die aan Peutz zijn gesteld zijn vooraf aan bezwaarde, verweerder en het kerkbestuur voorgelegd. Zij hebben daar mee ingestemd. Het betreft de volgende vragen:
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.
a) Is hetjuist dat een kerk een inrichting is in dezin van de WetMilieubeheer? b) Is hetjuist dat een kerk bij het luiden van de klok(ken), daar waar het alleen gaat om deaanduiding van de tijd, moet voldoen aan de geluidswaarden zoals opgenomen in artikel 2.17 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim)? c) Zijn er nog andere regels van toepassing met betrekking tot het geluid van kerkklokken? Artikel 6 van de Grondwet, artikel 4.6 van deApv en artikel 10 van de Worn zijn reeds onder de aandacht. d) Heeft de gemeente de meting op dejuiste wijze uitgevoerd? Zo neen, op welke wijze moet de meting dan uitgevoerd worden? Is het noodzakelijk dat u de meting opnieuw verricht of kan degemeente dit zelf doen? e) Is er sprake van overtreding van het maximaal toegestane geluidsniveau? Stel dat dit het geval is, • Biedt de wet dan de mogelijkheid om de overtreding desgewenst te legaliseren, bijvoorbeeld door het vaststellen van maatwerkvoorschriften? • Welkerol speelt artikel 2.20 lid 2 Barim in dezesituatie? Kunt uons adviseren over de vraag of wij in dit verband nog aanvullende metingen moeten verrichten en of wij dit eenvoudig zelf kunnen doen? • Hoezouden eventuele maatwerkvoorschriften kunnen luiden? • Is het hierbij mogelijk om onderscheid te maken tussen dag en nacht? Wij vragen dit omdat er mogelijk ook mensen zijn die overdag hinder ondervinden van de klokken en wij graag willen weten of er precedentwerking zou uitgaan van eventuele beperkende maatregelen gedurende de nacht. f) Heeft u vanuit uw expertise verder nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van dezezaak? Bezwaarde, verweerder en het kerkbestuur zijn in het kader van hoor en wederhoor in de gelegenheid gesteld om te reageren op het deskundigenadvies. Hun reacties worden eveneens aan dit advies gehecht en hier als herhaald en ingelast beschouwd (reg. nr: 2011019346, 2011019893, 2011020892). •
•
•
Kort samengevat geeft bezwaarde in haar reactie op het advies van Peutz B.V. aan dat zij blij is dat Peutz in zijn algemeenheid haar standpunt onderschrijft. Zij heeft het rapport van Peutz voorgelegd aan de heer Kramer van de Nederlandse Stichting voor Geluidshinder. Mede aan de hand daarvan vestigt bezwaarde de aandacht op het geluidsniveau in haar slaapkamer en plaatst zij enkele kanttekeningen bij de wijze waarop het geluidsniveau is gemeten. Ook worden de gevolgen van geluidsoverlast voor de gezondheid (slaapverstoring) benadrukt en nader onderbouwd. Verweerder geeft in haar reactie kort samengevat aan dat zij zich kan vinden in het advies van Peutz. Daarbij plaatst verweerder nog een aantal kanttekeningen met betrekking tot het equivalente binnenniveau en het maximale geluidsniveau in de zin van het Barim. Ook stelt verweerder voor om het eventuele vervolgtraject te laten plaatsvinden in overleg met alle betrokken partijen, waarbij voor het bepalen van het maatschappelijk draagvlak de bewoners binnen de invloedssfeer van de klok betrokken kunnen worden. Het kerkbestuur heeft bij monde van mr. M.F.A. Dankbaar van Pot Jonker en Seunke Advocaten kort samengevat gereageerd met het stellen dat de parochie meent dat er geen sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Mocht dit wel het geval zijn, dan zal beoordeeld moeten worden of er sprake is van een type A of Binrichting, aldus de parochie. Ten aanzien van de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften te stellen, merkt de parochie op dat deze naar haar mening begunstigend zouden moeten zijn. Ook merkt de parochie nog op dat het een gegeven is dat er in de nabijheid van een kerk geluid waarneembaar is van de klokken en dat er mogelijk
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.
sprake is van een bijzondere gevoeligheid aan de zijde van bezwaarde. Tenslotte vestigt de parochie de aandacht op het feit dat de klokken al heel lang luiden in Vogelenzang, net als in de rest van Nederland, en dat dit lang bestaande gebruik niet zomaar beperkt zou mogen worden. De commissie komt tot het volgende advies: Ingevolge artikel 4.6 lid 1van de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2011 (Apv) is het verboden toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Het derde lid van deze bepaling stelt dat dit niet geldt, voor zover de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften van toepassing zijn. De kerk valt naar de mening van de commissie onder de werking van de Wet milieubeheer en het daarop berustende Abm (in dit geval Barim). Peutz ondersteunt deze mening van de commissie en ook in de rechtspraak is dit terug te vinden (zie b.v. Rechtbank Dordrecht 10-11-04 UN: AR5750 en Rechtbank Breda 26-11-07 UN: BB8689). Dit betekent naar de mening van de commissie dat het verbod van artikel 4.6 Apv niet geldt. Deze mening van de commissie wordt ondersteund door Peutz. De commissie is van mening dat het luiden van de torenklok, uitsluitend ter aanduiding van de tijd, zonder dat dit in verband staat met godsdienstige- en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden of het oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, niet valt onder de beschermende werking van artikel 6 van de Grondwet, artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 10van de Wet openbare manifestaties. Deze mening van de commissie wordt ondersteund door Peutz. Om diezelfde reden is de commissie van mening dat de uitzondering zoals genoemd in artikel 2.18 lid 1onder c Barim niet van toepassing is. Deze mening van de commissie wordt ondersteund door Peutz. Hierdoor valt het luiden van de torenklok voor het uitsluitend aanduiden van de tijd naar de mening van de commissie onder de werking van artikel 2.17 Barim. Deze mening van de commissie wordt ondersteund door Peutz. De stelling van verweerder dat bezwaarde er zelf voor gekozen heeft om in de nabijheid van een kerk te gaan wonen acht de commissie niet relevant. Bezien moet worden of er geluidsnormen zijn en of deze worden overtreden. Ook de stelling van verweerder dat bezwaarde er voor kan kiezen om geluidswerende maatregelen te treffen of om naar een andere slaapkamer te verhuizen acht de commissie niet relevant. De wetgever heeft ervoor gekozen om grenswaarden "op de gevel van de woning"vast te stellen, zodat daar naar gekeken dient te worden. Ten aanzien van hetgeen verweerder en de parochie hebben gesteld over een mogelijke "bijzondere gevoeligheid" aan de zijde van bezwaarde merkt de commissie op dat het aspect geluidhinder slechts bij de bescherming van het belang van het milieu kan worden betrokken, voor zover geen sprake is van bijzondere gevoeligheid die voortvloeit uit de gezondheidstoestand van individuen. Met gevolgen die bij bedoelde persoon worden veroorzaakt door bijzondere gevoeligheid ten aanzien van geluid, kan daarom bij de beoordeling van de nadere eisen geen rekening worden gehouden. Decommissie is van mening dat er in casu geen redenen zijn om aan te nemen dat er sprake is van een "bijzondere gevoeligheid die voortvloeit uit de gezondheidstoestand van bezwaarde".
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.
Op grond van artikel 2.17 Barim geldt tussen 23.00 uur tot 07.00 een grenswaarde van 60 dB(A) op de gevel van woningen. De torenklok produceert een geluidniveau van ongeveer 73 dB(A) op de gevel van de woning. De meting is naar de mening van de commissie niet helemaal correct uitgevoerd, hetgeen wordt bevestigd door Peutz, en ook wordt erkend door verweerder. De meting wordt in het kader van dit advies dan ook als indicatief beschouwd. Bij eventuele vervolgbesluiten zal verweerder de metingen in het kader van het zorgvuldigheidsbeginsel opnieuw moeten uitvoeren om tot een meer precieze uitkomst te kunnen komen. De indicatieve geluidsmeting toont naar de mening van de commissie wel aan dat het toelaatbare maximale geluidsniveau gedurende de avond en nacht wordt overschreden, welke mening door Peutz wordt gedeeld. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. Vooralsnog kan niet worden vastgesteld dat een van deze twee situaties zich voordoen. Artikel 2.20 van het Barim geeft verweerder de bevoegdheid om ten aanzien van een inrichting andere waarden, gedragsregels of technische voorzieningen voor te schrijven die er toe dienen dat aan geldende geluidsnormen wordt voldaan. Verweerder heeft beoordeeld of er aanleiding is om maatwerkvoorschriften te treffen in de zin van het Barim en heeft besloten dit niet te doen. Decommissie kan verweerder hierin niet volgen. Verweerder heeft immers vastgesteld dat de kerk een inrichting is in de zin van de Wet milieubeheer en dat het in artikel 2.17 Barim opgenomen maximaal toegelaten geluidsniveau wordt overschreden. Daarbij komt dat er een handhavingsverzoek ligt van bezwaarde. De commissie is van mening dat verweerder op grond hiervan de overtreding ofwel zal moeten legaliseren, ofwel zal moeten gedogen door middel van een gedoogbesluit (waarvoor overigens naar de voorlopige mening van de commissie geen rechtsgeldige reden bestaat) ofwel tot handhaving zal moeten overgaan. Het besluit dat verweerder nu heeft genomen, waarin de overschrijding van het maximaal toegelaten geluidsniveau wordt onderkend, maar waarbij verweerder daar geen gevolgen aan verbindt terwijl er een verzoek tot handhaving ligt, is naar de mening van de commissie niet begrijpelijk en niet juist. Het bezwaar is naar de mening van de commissie dan ook gegrond. De commissie kan op dit moment, gezien de beleidsvrijheid van verweerder en gezien het feit dat verweerder nader onderzoek zal moeten doen, geen advies geven over het nieuw te nemen besluit. De commissie adviseert verweerder om mede aan de hand van de opmerkingen van Peutz onder de punten e) en f), de situatie opnieuw te beoordelen en onderzoeken en om tot een nieuw besluit te komen. De commissie adviseert verweerder nog om rekening te houden met het volgende:
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzakegeluidsoverlast door kerkklok.
Zoals de Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft overwogen (uitspraken van 9juni 1995 in zaak no. HOI.94.0015/67, AB 1995, 416, en 6 december 2006 in zaak nr. 200601912/1,www.raadvanstate.nl en AB 2007, 200 en meer recent UN: B02696, Raad van State , 201001200/1/M2), vloeit uit artikel 7: 11Awb voort dat, indien het bestuursorgaan na heroverweging tot de conclusie komt dat het aangevochten besluit niet in stand kan blijven, dit orgaan niet mag volstaan met al dan niet gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar, maar gelijktijdig het onjuist bevonden besluit moet herroepen en zo nodig een nieuw besluit daarvoor in de plaats moet stellen. Alleen wanneer het nemen van een vervangend besluit niet dadelijk mogelijk is, omdat alsnog een wettelijk voorgeschreven procedure dient te worden doorlopen, waarmede geruime termijn kan zijn gemoeid, geldt deze verplichting niet. Gezien het hiervoor gestelde is de commissie van mening dat het nemen van vervangend besluit niet dadelijk mogelijk is en beperkt de commissie zich tot het advies een nieuw besluit te nemen.
Advies De commissie adviseert: 1. 2. 3. 4.
het bezwaar ontvankelijk te verklaren; het bezwaarschrift gegrond te verklaren; het bestreden besluit te herroepen; een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de adviezen van Peutz en van de commissie.
Bloemendaal,
\C\-
X^
If
2011,
De commissie vaj>^pViés voor bezwaa-p'^'en beroepschriften, de heer m r ^ R , Lagerwerf (voorzitter^/ J^"^
nTew^uwrnrrS^ Loeffen ^^tsecretaris)^,^
Advies bezwaarschrift mevrouw Ockers-vanHeuveninzake geluidsoverlast door kerkklok.