Sommige mannen verscholen achter bleke buiken dik als muren van een fort een eng bestaan met dichte luiken waarachter het nooit zonnig wordt tot aan het einde van hun dagen er een engel hen komt vragen "hebt u nooit willen proberen om de sloten te forceren?"
Yab Yum waar je bij binnenkomst al wordt genaaid waar de verneukhaan koning kraait een drankje met bellen je ballen kost je dronken in de dellen rost waar geestelijk peil van nul komma lul liefde verwart met flauwe kul...
perpetuum mobile gevlucht voor 't bakkeleien op huw’lijkse galeien willen ze zich vermeien met jonge meiden vrijen maar als ze bij 't rammeien hun recht in willen heien worden ook die harpijen ... staan zij wéér op de keien!
februari winterweke zonneschijn op zwijgend twijgenfiligrein waar straks de lente juicht van kleur in ritselblad en bloemengeur
bij de dood van een moeder haar ziel ontkoppeld van dit aardse leven verward nog zoekend want nog tè verweven hervindt op vleugels in ons hart gebeden haar Thuis: waar Liefde leeft in Licht en Vrede
dood ik heb die dag jouw dood zien komen langzaam hij kwam stap voor tap niet dreigend ook niet te ontkomen nader zonder vijandschap
mijn zoon het kleed van je leven weefden we op een schering van angst en verdriet maar jouw inslag van moed en liefde gaf het patronen van stil en diep geluk
hiernamaals mijn dochter ziet een ster mijn zoon kijkt met haar mee alleen kijk hij van ver van boven naar benee
oude vrouw teer en taai als oude spinrag hangt zij aan het leven. in haar dromen vol verlangen tot een web geweven. op de deining van gedachten, in de adem van de tijd, wiegt zij in geduldig wachten op haar gang naar eeuwigheid.
the hereafter my daughter sees a star and her eyes open wide my son looks from afar seeing its other side
de staccato monoloog van een hond hij maakt het bij herhaling voor de eenden zelfs te bont maar daaraan heeft hij maling hij rent pesterig in het rond en tilt dan als betaling één poot hoog van de grond
een hoogbejaarde krentenbol de eenden vieren feest maar zelden is hun snavelvol zo culinair van leest!
in een ruige herfstwindwei staan zeven ganzen zij aan zij blijkbaar puik op hun gemak in hun getoupeerde pak
love and trust wanneer ik bengel ben jij mijn engel maar keert het tij en bengel jij ben ik daar als een engel bij
basis soms wil ik alleen zijn met stilte om me heen zijn zo mezelf hervinden de losse draden winden in rust opnieuw beleven wat ik nog plaats moest geven weten wat ik werkelijk voel zeggen wat ik echt bedoel
herfst de aarde keert in trekt zich terug in zichzelf heeft een deken van boomblad gespreid de aarde keert in heeft genoeg aan zichzelf ziet niet om in wrok of in spijt alles is stil in rust na het werk aanvaard in de cirkel van tijd alles is stil onderhuids aan het werk tot nieuwe seizoenen bereid
je mets tes mots sur mon chapeau je le pose sur ma tête voilà, jour de fête!
liefde liefde kan je leren je leven te doorgronden liefde kan bezeren en ze heelt je wonden liefde kan je dorsen liefde kan je laven je mag haar niet vermorsen je kunt haar niet begraven
noordholland de lijnen in het landschap van Holland heb ik lief met water, wei en hemel in metrisch perspectief uitbundig of in ruste al naar gelang seizoen in slaperige beiges of vele tinten groen een hemel vol van wolken of van een zomers blauw nadrukkelijke bomen een beeld waar ik van hou
what is it I want? what do I really want? it’s living to the fullest not living like a fool
evenwicht woedend en razend sissend en blazend zo boos zo broos in bodemloos verdriet bruisend en stralend sterk, nimmer dralend zo blij zo vrij ’t toppunt, ik geniet
les ik wou briesend een bres slaan voor broosheid maar toen ik keek met mijn gewone ogen was zij voor mijn boosheid weggevlogen