Remco Van Hauwermeiren
Somalische vrouwen in de Ogadenoorlog: motivaties en gevolgen Remco Van Hauwermeiren
Ogaden
Remco Van Hauwermeiren (°1988) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Gent. Dit artikel is een bewerking van zijn Masterscriptie The Ogaden war: Somali women’s roles and the psychological ramifications waarvoor hij in april 2012 de Johanna W.A. Naberprijs ontving.
Ogaden is een enorme halfwoestijn in het oosten van Ethiopië, grenzend aan Somalië. De regio wordt voornamelijk bewoond door Somalische pastorale gemeenschappen die hier sinds mensenheugenis hun kamelen en geiten hoeden. De Ogadeeni zijn etnisch, linguïstisch en cultureel Somali en het enige wat hen van Somalië scheidt, zijn de internationaal erkende staatsgrenzen. Op dit eigenste moment woedt in deze streek een bloedig conflict tussen het separatistische Ogaden nationaal bevrijdingsfront (ONLF) en het Ethiopische regeringsleger. In deze blinde vlek van het Westers geweten worden door beide partijen alle mogelijke mensenrechten geschonden.1 Seksueel geweld is er wijdverbreid en de Ethiopische overheid gebruikt marteltechnieken die het recente schokkende rapport van Human Rights Watch in Syrië doen verbleken.2 Het conflict in Ogaden is zeker niet nieuw maar kent een lange en erg bloedige geschiedenis die meer dan 100 jaar terug gaat. Het dieptepunt van deze historie is de zogenaamde Ogadenoorlog die door deze regio raasde in de late jaren 1970. Naast een hele reeks politiek-militaire onderwerpen roept dit conflict ook sociale vraagstukken op. Hoe gaan de Ogadeeni om met deze constante aanwezigheid van geweld? Waarom blijven Ogadeeni de onafhankelijkheid bepleiten? Wat zijn de rollen van vrouwen in dit conflict? Om hierop te kunnen antwoorden moeten we de Ogadenoorlog zelf onder de loep nemen, niet in het minst omdat ook vrouwen hier een belangrijke rol speelden.
Vrouwelijke strijders Voor dit onderzoek waren interviews in Ogaden zelf onmogelijk: de Ethiopische overheid weigert in haar strijd met het ONLF westerlingen elke toegang tot de regio. In België en Kenia kon ik wel mannelijke en vrouwelijke oud-strijders, ooggetuigen en slachtoffers van het conflict interviewen. Hieruit bleek
Uitgelezen, jrg.18, nr. 3-4, 2012
23
Somalische vrouwen
al gauw dat Somalische vrouwen bijzonder actief waren in de Ogadenoorlog en dat de rollen die zij op zich namen even divers waren als de rollen van Somalische mannen. Bovendien bleken ook hun beweegredenen heel divers. Dit korte artikel over een andere en minder bekende kant van de Somalische geschiedenis en samenleving bewijst niet alleen de complexiteit van deze boeiende regio maar vooral hoe we in het Westen al te vaak de ander simplificeren tot een gemakkelijk te begrijpen, maar inherent fout, cliché. In de Ogadenoorlog bestond het Somalische kamp uit twee grote actoren: het officiële Somalische leger en het Westelijk Somali Bevrijdingsfront of WSLF. Een belangrijk verschil tussen beiden is de rol van Somalische vrouwen in hun rangen. Het Somalische leger hield vrouwen tijdens de Ogadenoorlog uitdrukkelijk uit zijn gevechtstroepen. Officiers vonden hen te zwak voor de gewapende strijd. Vrouwen konden wel meer praktische taken op zich nemen als chauffeur, verpleegster of kok. In het WSLF daarentegen waren heel wat vrouwen actief, en wel op alle niveaus. Het meest tot de verbeelding sprekend waren de vrouwelijke leiders van militaire eenheden van dit rebellenfront. Jammer genoeg is er bijzonder weinig geweten over deze uitzonderlijke vrouwen. Meer informatie wist ik wel te verzamelen over de vrouwelijke strijders van het WSLF, die volgens sommige bronnen zo’n 5 percent van de troepen uitmaakten. Op basis van verschillende schattingen brengt dit het totaal op ongeveer 2.250 strijdende vrouwen.5 Deze rebellen waren gewapend en getraind en vochten zij aan zij met hun mannelijke collega’s. Toch vormden ook zij
een minderheid binnen de rangen van het WSLF. De meeste vrouwen waren namelijk verpleegsters die de gewonde soldaten van het Somalische leger en het WSLF opvingen. Zij waren steeds gewapend en begaven zich voortdurend tussen de strijdende troepen, werden zelf verwond en gedood en doodden tegenstanders als ze dat konden. Het verschil tussen deze verpleegsters in de frontlinie en de vrouwelijke strijders is dan ook niet altijd makkelijk te maken. Verder weg van het strijdgewoel verzorgden andere verpleegsters de gewonden in veldhospitalen en zonden de zwaargewonden terug naar hospitalen in Somalië. Daarnaast verzorgden vrouwelijke communicatie-experts van het WSLF ook het contact tussen de troepen en de rebellenleiders. Ook deze vrouwen waagden zich voortdurend in de vuurlinie en waren steeds gewapend. Behalve deze ‘gewapende functies’ bekleedden heel wat Somalische vrouwen een ondersteunende of logistieke functie binnen het WSLF. Als kok, chauffeur, of logistiek medewerker zorgden zij ervoor dat de militaire organisatie draaiende bleef. Een zeer eenvoudige maar tevens belangrijke en gevaarlijke functie van vrouwen was de watervoorziening voor de strijders: vrouwen gingen voortdurend heen en weer tussen de veiligere militaire kampen en de levensgevaarlijke gevechtshaarden. Ook andere bevoorrading zoals eten of munitie werd op deze manier naar de frontlijn gebracht. Tenslotte waren ook heel wat burgers actief in de Ogadenoorlog. Zij stonden vooral in contact met het WSLF en hoewel hun rollen vaak bescheidener waren dan deze van de rebellen, waren zij niet onbelangrijk. De Hooyooyin of ‘Moeders,’ bijvoorbeeld, waren een groep vrouwen in Somalië die geld en middelen inzamelden voor de strijders aan het front. Zo voorzagen zij de troepen van o.a. kleding en medicijnen die door jonge vrouwen Ogaden werden binnengesmokkeld. Daarnaast namen leden van de Somalische Vrouwen Liga, een politieke organisatie, actief deel aan politieke debatten en moedigden zij hun politici publiekelijk aan te volharden in de strijd.
Motieven: van persoonlijk naar politiek? Het leven van de WSLF ‘rebellen’ was uiteraard geen pretje en dat bleek ook uit de interviews: jonge vrouwen die opgroeiden in de stad hadden het moeilijk met een leven in the bush vol gevaar, zonder enig comfort en zonder vaste stek. Slechte slaapplaatsen, weinig en onregelmatig eten, slangen en het ontbreken van sanitair hadden schijnbaar een even grote impact op deze vrouwen als de gruwelen van de oorlog zelf. In de strijd werden zij verwond of gedood, als krijgsgevangene gemarteld en verkracht. Ze zagen vrienden en familie sneuvelen en doodden zelf heel wat Ethiopische soldaten. Bovendien ontvingen deze vrouwen niet altijd onvoorwaardelijke steun voor hun inspanningen. De clerus en streng gelovigen hadden het toen bijzonder moeilijk met vrouwen
24
© RoSa vzw
Remco Van Hauwermeiren
die de wapens opnamen. Zij zagen hen als een symbool van een verderfelijke westerse invloed die de waarden van hun maatschappij ondermijnde.6 De keuze om zich bij het WSLF aan te sluiten, was dus niet altijd zonder sociale gevolgen. De vraag rijst dan ook waarom zo veel Somalische vrouwen zich bewust en vrijwillig inzetten voor het WSLF. Wanneer je deze vraag stelt aan vrouwelijke voormalige rebellen krijg je steeds een erg politiek getint antwoord, dat vaak ondergebracht kan worden in twee radicaal verschillende motieven. Sommigen vochten voor een groter Somalië dat ook de Ogaden besloeg, een discours dat vooral door de Somalische politiek werd uitgedragen.7 Anderen streden voor een onafhankelijk Ogaden los van zowel Ethiopië als Somalië, een discours dat dan weer door (een deel van) het WSLF werd onderschreven.8 Terugkijkend op het conflict blijkt het echter erg moeilijk persoonlijke motivaties te achterhalen omdat beide politieke narratieven elk persoonlijk verhaal opeisen. Wat wel steeds terug kwam in alle getuigenissen was het idee dat men streed tegen de Ethiopische ‘kolonisering’ van Ogaden, een discours dat ook vandaag nog wordt gebruikt door de strijders van het Ogaden nationaal bevrijdingsfront (ONLF). Deze beschuldiging van kolonisatie lijkt verregaand maar blijkt niet van de pot gerukt wanneer we de situatie in Ogaden tijdens de jaren 1960 en 1970 beter bekijken. Zelfs Tarekegn Adebo, een uitgesproken voorstander van de Ethiopische eenheid, geeft toe dat de Somali in Ethiopië reden tot klagen hadden. Het feodaal systeem onder Haile Selassie duurde volgens hem te lang waardoor de meerderheid van de Ethiopische bevolking nauwelijks enige socio-economische ontwikkeling kenden, noch vertrouwd werden met democratische principes of hervormingsgezinde denkers. Zeker minderheden zoals de Ogadeni leden in deze periode onder landroof en het verdrukken van hun cultuur en taal.9 Ook heel wat elementen van het dagelijks leven zoals het onderwijs en de infrastructuur werden minder ontwikkeld in Ogaden. De Ottaways, een Brits koppel journalisten die lange tijd in Ethiopië woonden, schrijven dat de Ogaden regio het beste voorbeeld is voor de uitbuiting en het slechte beleid van de Ethiopische overheden. De weinige wegen, scholen en hospitalen die in deze regio gebouwd werden, dienen voornamelijk de christelijk Amhara (de etnische groep uit de Ethiopische kernlanden) en dus niet de Islamitische Somali. In 1970 had de provincie slechts 1 middelbare school en de overgrote meerderheid van alle hoge ambtenaren in de regio waren christen.10 Volgens Clapham hadden de Ogadeeni ook nauwelijks invloed op het centrale bestuur. Tussen 1942 en 1966 zijn er slechts twee Somali ministers geweest, op een totaal van 138. Dit maakt de Somali de minst vertegenwoordigde etnische groep op het hoogste bestuursniveau in deze periode en verklaart ook onmiddellijk waarom Ogaden nauwelijks infrastructuur kende.11 In de woorden van Clapham, is dit ‘not simply the result of “discrimination; it reflects, rather, the way in which they [de Mos-
Uitgelezen, jrg.18, nr. 3-4, 2012
De Ogadenoorlog
Kort na de tweede wereldoorlog werden in de Hoorn van Afrika de huidige staatsgrenzen vastgelegd. Deze grenzen waren een doorn in het oog van Somalische nationalisten die Brits Somaliland, Italiaans Somaliland, Djibouti, Ogaden en Kenia’s North Eastern Province verenigd wilden zien in één Somalische staat. Bij hun onafhankelijkheid in 1960 slaagden Italiaans en Brits Somaliland erin zich samen te voegen tot het huidige Somalië. De overige drie regio’s werden daarbij niet vergeten: in de grondwet werd ingeschreven dat deze op termijn de vrijheid moesten krijgen om zich bij Somalië te voegen.3 Toen in 1969 Generaal Siad Barre de macht greep in Somalië en het ‘wetenschappelijk socialisme’ invoerde kwam de nationalistische agenda sterker op het voorplan. Barre steunde vanaf de vroege jaren zeventig heimelijk het Westelijk Somali Bevrijdingsfront (WSLF). Deze rebellengroep vocht politiek en militair het Ethiopische bewind in Ogaden aan. Zij beschouwden Ogaden als westelijk Somalië en eisten van de Ethiopische staat de vrijheid om zich bij de Somalische staat aan te sluiten. Toen in februari 1977 Haile Marriam Mengistu de macht in Ethiopië overnam, leek Ethiopië zwakker dan ooit en besliste Siad Barre om Ogaden binnen te vallen en te annexeren. Op dat moment werd Somalië gesteund door de Sovjet-Unie en beschikte het over een sterk en gestructureerd leger. In enkele weken tijd slaagden de Somalische troepen (een mengeling van het officiële leger en het WSLF) erin de regio te veroveren. Toen de Sovjet-Unie echter besloot dat Ethiopië om verschillende redenen een betere bondgenoot was dan Somalië, vond er een alliantiewissel plaats die Ethiopië versterkte en Somalië verweesd achterliet. Een verzameling van Ethiopische, Cubaanse en Russische troepen slaagde er dan ook in Somalië tot haar erkende grenzen terug te dringen en deze bloedige oorlog te winnen.4
25
Somalische vrouwen
lim gemeenschap in Ethiopië, waaronder de Somali] have been largely left out of the whole sphere of government activity, in terms alike of education, recruitment, patronage and political groupings’.12 Ook Hussein Adam schrijft dat de Ogadeeni een ‘perifeer’ volk is in Ethiopië: ze worden gemarginaliseerd in het sociale en politieke leven, kennen een sterke economische achterstand en worden nauwelijks geïntegreerd in ‘het centrum’.13 Veel van deze problemen werden officieel ‘opgelost’ onder het regime van Mengistu, die Haile Selassie opvolgde. Dit gebeurde echter via radicale ‘communistische’ methodes die heel wat Ethiopiërs tegen de borst stootten: ook heel wat Ogadeeni gingen niet akkoord met Mengistu’s hervormingen.14 Wanneer Mengistu’s troepen in de maanden voor de Ogadenoorlog duizenden mensen vermoorden in heel Ethiopië was de politieke realiteit misschien niet koloniaal maar werd het niet moeilijk deze als koloniaal te bestempelen.15 Er bestond dus met andere woorden een sociaal, economisch en cultureel klimaat waarin de Ogadeeni voortdurend het onderspit dolven. Heel wat mensen liepen daardoor kansen op een beter leven mis en hadden het erg moeilijk om in hun basisbehoeften te voorzien. Er was dus, met andere woorden een sterke frustratie onder de bevolking in Ogaden die verzet tegen het centrale bestuur mogelijk maakte. Door een belofte van verandering te koppelen aan een nationalistische boodschap wisten de Somalische regering en het WSLF steun te vinden voor hun strijd.
De oorlog als copingstrategie Als we willen begrijpen hoe de Somalische gemeenschap vandaag omgaat met de trauma’s van het conflict in de Ogaden zijn deze – opvallend politieke – motivaties om zich in de strijd te werpen niet onbelangrijk. Dit is vooral omdat het politieke discours in Ogaden weinig veranderd is de afgelopen 30 jaar. Uiteraard staan er nieuwe spelers op een ander veld. De open oorlog tussen staten is ingeruild voor een burgeroorlog tussen regeringstroepen en de rebellen van het Ogaden nationaal bevrijdingsfront (ONLF) en hun guerrillatechnieken. Maar nog steeds wordt er gesproken over een Ethiopische kolonisatie van Ogaden die iedere ‘ware’ Ogadeeni de wapens doet opnemen tegen de bezetter, aldus het ONLF.16 Net omdat de strijd rond Ogaden nog lang niet afgelopen is en het idee van verdrukking wijdverbreid is, zijn de verhalen over de oorlog nog steeds erg populair in Ogaden. De oorlog is in de ogen van vele Ogadeeni het bewijs dat een onafhankelijke Ogaden geen droombeeld is. Immers: waren de Somalische troepen er niet in geslaagd de Ogaden kortstondig te ‘bevrijden’ alvorens een Sovjet alliantie hen terug drong? De overwinning was, volgens velen, toen vlakbij en dus, nu de allianties van de Koude oorlog zijn verdwenen, is zulk een overwinning misschien wel mogelijk.17 Hoewel dit idee te simplistisch is, wordt dit toch vaak gebruikt om de
26
© RoSa vzw
soms hopeloze strijd van het ONLF te promoten. De oorlog werd zo het heroïsche verhaal dat als lichtend voorbeeld voor de rebellen moet dienen: een ophemeling van een collectieve poging om Ethiopië te verslaan. In datzelfde heroïsche maar simplistisch verhaal weet de ONLF zich op te werpen als het slachtoffer van de Ogadenoorlog. Zo zou Somalië, onder Barre, de oorlog begonnen zijn, maar wanneer de Somalische troepen zich terugtrokken en de Ethiopische troepen hun wraak botvierden op de Ogadeeni werd de Ogadeeni nationalistische beweging verraden door haar eigen bondgenoten. Hoewel dit niet overeenstemt met de realiteit is het toch een krachtig verhaal onder aanhangers van het ONLF. Tenslotte helpen deze heroïsche verhalen over de Ogadenoorlog om sommige Ogadeeni met de gruwelen van het huidige conflict om te gaan. Het actief herinneren van het conflict reikt een duidelijk historisch kader aan waarmee sommigen hun lijden kunnen contextualiseren in een strijd groter dan zichzelf, een lijden dat past in een historische beweging gericht op het wegwerken van het lijden van alle Ogadeeni.
Conclusie: vrouwen als psychologische spilfiguren? Hier komen we eindelijk terug bij de vrouwen die actief waren in de Ogadenoorlog. Want als zij met hun verhalen en motieven zo’n een belangrijke rol spelen in de huidige politieke en psychologische discours in Ogaden, is hun rol verre van uitgespeeld. Er is hiernaar zeker meer onderzoek nodig, maar het lijkt dat vrouwelijke oud-strijders een zeer respectabele positie kennen in hun maatschappij net vanwege hun rol in de oorlog. Zij vormen een voorbeeld van strijdlust en inzet voor de huidige rebellen, omdat zij met hun keuze om rebel te worden vaak tegen bestaande genderrollen ingingen. Dit heeft twee erg verschillende gevolgen voor de manier waarop deze vrouwen omgaan met hun herinneringen en trauma’s van de oorlog. Enerzijds geeft hun aanzien en respect toegang tot een beter sociaal netwerk en dus meer hulp en ondersteuning. Familieleden en vrienden zijn erg trots om voor deze helden te kunnen zorgen. Anderzijds hebben deze vrouwen ook een imago van kracht en standvastigheid hoog te houden waardoor een realistisch relaas vol leed en verbittering best onbesproken wordt gelaten wil men de eigen voorbeeldstatus niet aantasten. Echt traumatische gebeurtenissen worden daardoor zelden besproken. Er is dus heel wat meer psychologisch, antropologisch, historisch en vooral gendergericht onderzoek nodig om te achterhalen hoe Ogadeeni vrouwen omgaan met deze tweespalt en hoe hun sociale netwerken hierop inspelen. De herinnering van de Ogadenoorlog mag dan wel een copingstrategie blijken te zijn, de vraag blijft hoe die strategie precies werkt.
Remco Van Hauwermeiren
Bibliografie: De meeste informatie in dit artikel is afkomstig van 19 interviews met anonieme respondenten in België en Kenia afgenomen tussen januari en mei 2011. Clapham Ch. (1969) Haile-Selassie’s Government (Praeger) Federal Research Division (1993) Somalia a Country Study (Kessinger Publishing) Fukui K., Kurimoto E. en Shigeta M. (red.) (1997) Ethiopia in broader Perspective. Papers of the XIIIth International Conference of Ethiopian Studies. Vol. I (Shokado Book Sellers) Ottaway M. en Ottaway D. (1978) Ethiopia. Empire in Revolution (Africana) Tareke G. (2000) ‘The Ethiopia-Somalia War of 1977 Revisited’ In The International Journal of African Historical Studies, Vol. 33, No. 3, pp. 635-667 Aanbevolen lectuur: Judith Gardner en Judy El Bushra. (2004) Somalia - The Untold Story: The War Through the Eyes of Somali Women (Pluto Press) Mary Harper. (2012) Getting Somalia Wrong? Faith, War and Hope in a Shattered State (Zed Books) Noten 1 Voor meer informatie over het huidige conflict zie Van Hauwermeiren R. (2011) ‘De Harde maar onzichtbare oorlog om de Ogaden’ op http://www.mo.be/artikel/de-harde-maar-onzichtbare-oorlog-om-de-ogaden 2 Human Rights watch (2012) Torture Archipelago. Arbitrary Arrests, Torture and Enforced Disappearances in Syria’s Underground Prisons since March 2011 on http://www.hrw. org/sites/default/files/reports/syria0712webwcover_0.pdf 3 Federal Research Division Somalia a Country Study (1993, Kessinger Publishing) pp. 74-75 4 Tareke G. (2000) ‘The Ethiopia-Somalia War of 1977 Revisited’ In The International Journal of African Historical Studies, Vol.
33, No. 3, pp. 635-667 Schattingen op basis van interviews en volgende twee artikelen: S.n. ‘Confrontatie in de Ogaden’ In Keesings Historisch Archief. 1977. (jaar 46, No. 2402) p. 611 en S.n. ‘Sticks, Stones and Rockets’ in Time magazine, 24 10 1977, op http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,915678,00. html#ixzz1S5apxNsC 6 Anonieme respondent. Maart 2011, Mombasa, Kenia. 7 S.n. ‘Confrontatie in de Ogaden’ In Keesings Historisch Archief. 1977. (jaar 46, No. 2402) pp. 609-610 8 S.n. ‘Ogaden people to decide’ In Daily Nation, 18 Augustus 1977, p. 1 9 Adebo T. ‘Conceptualizing society and democratization in multiethnic developing state: the case of Ethiopia’ In Fukui K., Kurimoto E., en Shigeta M. Ethiopia in broader Perspective p. 11 10 Ottaway M. en Ottaway D. Ethiopia. Empire in Revolution (Londen/New York, 1978) p. 92 11 Clapham Ch. Haile-Selassie’s Government (Londen, 1969) p. 77 12 Idem. pp. 83-84 13 Hussein Adam S. ‘Systematic Factors and the conflicts in the Horn of Africa: 1961-1991’ In Fukui K., Kurimoto E. en Shigeta M. Ethiopia in broader Perspective, p. 109 14 Henze P.B. ‘Retrospective on opposition to the DERG’ In Fukui K., Kurimoto E., en Shigeta M. Ethiopia in broader Perspective. p. 158 15 S.n. ‘“Stop killings” Mengistu told’ In Daily Nation 8 Juli 1977, Back Page 16 Interviews met ONLF Foreign assistant secretary for Africa en ONLF Deputy Head of Information Office. April 2011, Nairobi, Kenia. 17 Verschillende respondenten. Februari 2011, Nairobi, Kenia. 5
RoSa presenteert… Op www.rosadoc.be/citytrips_rome laten wij onze nieuwste citytrip op de wereld los. Na eerder een feministische blik te hebben geworpen op Brussel en Parijs, is het nu de beurt aan de Città Eterna, de Eeuwige Stad. Rome. Met een feministische bril!
…En natuurlijk vind je op www.rosadoc.be de weg naar onze andere citytrips Brussel en Parijs.
Uitgelezen, jrg.18, nr. 3-4, 2012
27