1
SOCIAAL FONDS INLEIDING 1. Doel van het Fonds 2. Activiteiten 3. Financiering BEHEER
5 5-6 7 8
ACTIVITEITEN 1. Legitimatiekaart 9 2. Beroepsopleiding 10-16 2.1. Aanvragen tot opleiding 12-13 2.2. Verloop van de opleiding 14 2.3. Uitreiking van de rijbewijzen en de attesten van vakbekwaamheid 15 2.4. Stagebegeleiding 15 2.5. Voertuigenpark 16 2.6. Meer en kosteloze informatie 16 3. Sectorconvenant 16-17 4. Beroepscompetentieprofielen en standaarden 17 5. Volwassenenonderwijs 18 6. Vergoeding bij het definitieve verlies van het getuigschrift van medische schifting 18 7. Terugbetaling van de kosten voor het verkrijgen van het bewijs van medische schifting 18 en de administratieve kosten voor het rijbewijs D 8. Brugpensioen 18 9. Voorschot op de eindejaarspremie 2012 19 10. Psychologische bijstand 19-20 11. Vrijverkeerkaarten 20 12. Job Info 20 13. Terugbetaling van de bestuurderskaarten voor digitale tachograaf 21 14. Pensioenplan 21-22 15. Hospitalisatieverzekering 22 16. Tussenkomst 60% opleidingstijd 22 17. Tussenkomt in de kosten voor het behalen van het rijbewijs D en de vakbekwaamheid via de vrije filière 23 18. Het Sociaal Fonds op Internet 24 19. Non-discriminatiecode 25
FCBO INLEIDING 1. Doelstellingen van FCBO 2. Geschiedenis 3. Financiering 4. FCBO op Internet
27 27-28 28 29
2
BEHEER
30
ACTIVITEITEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De modules Interactief opleidingsplatform Simulatoren – De technologie in dienst van de opleiding Peter- en meterschapsopleiding FCBO in internationale organisaties Instructoren FCBO
31-35 35 36 37 37 37-38
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN 1. Vanuit de Regionale Overheden 1.1. Situatie in het Vlaams Gewest: KMO-portefeuille 1.2. Situatie in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2. Vanuit de Federale Overheid : Betaald educatief verlof SECRETARIAAT VAN HET SOCIAAL FONDS EN FCBO
39 39 39 39 40-41
3
2012 4
SOCIAAL FONDS INLEIDING 1. Doel van het Fonds Het Fonds heeft, overeenkomstig artikel 3 van de statuten, als doel : • het ontvangen van bijdragen, noodzakelijk voor haar werking, ten laste van de werkgevers, waarvan sprake in artikel 4, 1°; • het toekennen van aanvullende sociale uitkeringen aan de werknemers, waarvan sprake in artikel 4, 2°; • zich bezig houden met alle vragen betreffende de promotie en de beroepsopleiding, alsook de arbeidspromotie van sommige werknemers, waarvan sprake in artikel 4,2°; • de betaling van de voordelen verzekeren. 2. Activiteiten Het Sociaal Fonds voor de Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten, hierna Sociaal Fonds genoemd, is een paritair orgaan dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van de werknemers-organisaties (ACV-Openbare diensten, ACV-TRANSCOM en BTB) en uit vertegen-woordigers van de werkgeversorganisatie (FBAA), dat het daglicht zag op 19 juni 1967.1 Zijn eerste opdracht: het uitreiken van de legitimatiekaarten aan de voltijds tewerkgestelde arbeiders.
1 Voor voordelen toegekend aan werklieden van de openbare en speciale autobusdiensten. De voordelen voor de werklieden van de autocardiensten werden ingevoerd in 1969.
5
Vanaf dat ogenblik werden de activiteiten gevoelig uitgebreid: Jaar Activiteiten • • • • • •
• • • • •
•
• • • •
• • • •
•
1975: beroepsopleiding 1980: vergoeding voor het verlies van het getuigschrift van medische schifting 1985: invoering van het brugpensioen vanaf 58 jaar 1991: invoering voorschot op de eindejaarspremie 1992: legitimatiekaart voor de deeltijdse werknemers 1994: vrijverkeerkaarten voor de tussen 01/01/78 en 31/12/92 bruggepensioneerde en gepensioneerde werknemers van de geregelde diensten 1996: invoering van de Arbeidskaart 1997: invoering van de voortgezette opleiding van werknemers 1999: - oprichting van de vzw “Car & Bus Opleiding” (FCBO) - afschaffing Arbeidskaart en invoering Dimona 2000: invoering van de internetsite: www.sociaalfondssocial.be 2001: -“nieuwe look” voor de opleidingsvoertuigen - project Quo Vadis - 1e seminarie FCBO “Zien & Voorzien” - invoering van de databank “Tewerkstelling” 2002: - enquête “Rekrutering & Tewerkstelling” - deelname aan de “Week van de Vervoering” - aanwerving van de sectorconsulenten - invoering van psychologische begeleiding 2003: - invoering chauffeurspool - samenwerkingsakkoord met Vlaamse Regering 2004: verwezenlijking “Minderhinderplan” in Antwerpen 2005: - invoering vóóropleiding - ontwikkeling van de beroepstitels - update website 2006: - update van de sectoriële overeenkomsten met de partners van de beroepsopleiding - terugbetaling bestuurderskaarten digitale tachograaf 2007: onderhandelingen voor het Pensioenplan werden afgerond 2008: invoering Sectorieel Pensioenplan 2009: voorbereiding opstart bijkomende activiteiten tengevolge van het Interprofessioneel Protocolakkoord 2010: - invoering Hospitalisatieverzekering - invoering tussenkomst 50% opleidingstijd - invoering tussenkomst in de kosten voor het behalen van het rijbewijs D en de vakbekwaamheid via de vrije filière. 2011: - verhoging opleidingstijd van 50% naar 60% (plus forfaitair bedrag € 25/ € 50)
6
3. Financiering De activiteiten van het Fonds worden gefinancierd door de sociale bijdrage gestort door de werkgevers. In 2012 bedroeg die bijdrage 4,60%.
7
BEHEER Samenstelling van de Raad van Beheer: Het Sociaal Fonds wordt beheerd door een Raad van Beheer samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.
Werkgeversafvaardiging Voorzitter:
F. REYNDERS
Beheerders: •
E. DE STRYCKER
•
J-F. GOHY
•
D. HELLEMANS
•
H. LATOUR
•
M. RENOUPREZ
•
J. WYNS
Vakbondsafvaardiging Beheerders: • J. COOLBRANDT • F. MOREELS • S. LANGENUS • B. BELLUZ • D. MARATTA • J. SANNEN
Directie Directeur :
P. LAEREMANS
8
ACTIVITEITEN 1. Legitimatiekaart De arbeiders van de sector, opgenomen in het personeelsbestand tijdens het 2e kwartaal van het lopende jaar, ontvangen een legitimatiekaart van het Sociaal Fonds. Deze kaart vormt een tegoedbon die het Fonds naar alle arbeiders van de sector stuurt. Enkel de bij een vakbond aangesloten werknemers krijgen een terugbetaling via het betalingsbewijs. In de loop van het jaar 2012 heeft het Sociaal Fonds 10.827 legitimatiekaarten 2011 uitgereikt voor de werknemers, tewerkgesteld in het tweede trimester 2011, verdeeld als volgt: • •
7.201 aan de voltijdse werknemers; 3.626 aan de deeltijdse werknemers;
De respectieve bedragen van de kaarten zijn: • •
€ 135 voor de voltijdse werknemers; € 67,50 voor de deeltijdse werknemers.
Evolutie van het voordeel periode 2001-2011:
9
2. Beroepsopleiding De sector startte met de beroepsopleiding in 1975. Meer dan 30 jaar samenwerking heeft geresulteerd in de oprichting van 11 opleidingscentra: • Bierset, Brussel, Estaimpuis, Franière, Genk, Haasrode, Herentals, La Louvière, Libramont, Rekkem en Temse
•
10
In 2009 werd gestart met een beroepsopleiding via een mobiele sectie. Hiertoe is 1 instructeur aangeworven, op de pay-roll van het Sociaal Fonds. Deze instructeur werd eveneens ingezet in de andere opleidingscentra om zo mee de capaciteit van elk centrum te verhogen. Doel van de opleiding: De opleiding beoogt het aanleren van het beroep van autobus- en autocarchauffeur, met als doel het vinden van een arbeidsplaats op lange termijn in de privé-sector van het personenvervoer over de weg. Doelgroep: De opleiding is bestemd voor de personen ingeschreven als werkzoekende in België, al dan niet vergoed. In 2012 leidde het Fonds 326 chauffeurs op.
We merken de volgende evolutie op:
11
2.1 Aanvragen tot opleiding
Om te mogen deelnemen aan de opleiding, moeten de kandidaten : • • • •
werkzoekend zijn 18 jaar of ouder zijn in het bezit zijn van een rijbewijs B medisch geschikt zijn
De potentiële kandidaten voor de opleiding dienen onderstaand parcours te volgen:
(1) Niet van toepassing in Vlaanderen (2) Niet van toepassing in Wallonië en Brussel
12
De aanvraag: De kandidaat doet een aanvraag bij Bruxelles Formation of bij een VDAB- of FOREMcentrum. Hij dient een kopie van zijn identiteitskaart en van zijn rijbewijs B af te leveren alsook een uittreksel uit het strafregister (model 2). Infosessie: De kandidaat woont een infosessie bij over de sector en de opleiding zodat hij een correct beeld krijgt van de sector en het beroep. Schriftelijke testen: De kandidaat moet slagen voor een reeks schriftelijke basistesten, die de noodzakelijke kennis meten voor z’n toekomstig beroep (Frans, wiskunde, aardrijkskunde, wegcode rijbewijs B,…). Psycho-technische testen: De kandidaat moet slagen in een aantal testen en beantwoordt persoonlijkheidsvragenlijsten, die door een psycholoog geïnterpreteerd worden in functie van de nodige competenties voor het beroep. Motivatiegesprek: De kandidaat voert een gesprek met de psycholoog om zijn motivatie toe te lichten en om de testresultaten te bespreken en te verantwoorden. Acculturatiestage: Alvorens het informatieve gedeelte te beëindigen, vervult de kandidaat een stage bij een onderneming binnen de sector gedurende één week. Tijdens deze stage observeert en assisteert de kandidaat meerdere chauffeurs. De onderneming maakt tijdens de stage een evaluatierapport op. Het doel van deze acculturatiestage is om de kandidaat te laten ondervinden of zijn toekomstig beroep aan zijn professionele verwachtingen voldoet en of het strookt met zijn persoonlijkheid, zijn capaciteiten en zijn privé-leven. De preselectiejury: De selectiejury is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties en de werkgeversorganisatie. De jury evalueert het profiel en de motivatie van de kandidaat-chauffeur. Medische schifting: De kandidaat dient een geneeskundig onderzoek te ondergaan, noodzakelijk voor de uitoefening van het beroep van chauffeur. Toegang tot opleiding: Als de kandidaten slagen voor alle bovengenoemde testen worden ze tot de opleiding toegelaten.
13
2.2 Verloop van de opleiding:
3 tot 5 weken
6 weken
(*) Bij FOREM en Bruxelles Formation worden deze examens afgenomen samen met het examen “weg”
14
Theoretische opleiding rijbewijs D De kandidaat wordt opgeleid in de wegcode met betrekking tot het rijbewijs D. Opleiding basiskwalificatie: Volgende onderwerpen komen hier aan bod: • Economisch rijden • Passagiers en goederen • Rij- en rusttijden en tachograaf • Documenten • Veiligheid • Gezondheid • Sector en economie Opleiding op het terrein: Vooraleer de kandidaten de openbare weg opgaan, leggen ze hun eerste kilometers af op een oefenterrein om vertrouwd te raken met de afmetingen van het voertuig, zwaartepunt, massa en zichtbaarheid. Praktijktest vakbekwaamheid: Dit examen bestaat uit een aantal opdrachten voor de cursist in en rondom het voertuig. Praktische opleiding op de weg: Eenmaal de cursist het voertuig goed onder controle heeft, rijdt hij/zij onder begeleiding van zijn/haar instructeur op de Belgische wegen. 2.3 Uitreiking van de rijbewijzen en de attesten van vakbekwaamheid Na afloop van een geslaagde opleiding ontvangen de cursisten uit de handen van de instructeurs van de opleidingscentra van VDAB, Bruxelles Formation of FOREM het bewijs van vakbekwaamheid, bestaande uit het rijbewijs D (D1 voor 18 tot 21 jarigen) en de basiskwalificatie. Na de opleiding beschikt de kandidaat over een goede algemene kennis van het beroep. 2.4 Stagebegeleiding De nieuwe chauffeurs, die na hun opleiding nog geen vaste tewerkstelling in het verschiet hebben, moeten hun opleiding vervolledigen met een stage in een onderneming. Sedert 2010 begeleiden de Sectorconsulenten de nieuwe chauffeurs gedurende hun stage in de onderneming.
15
2.5. Voertuigenpark Het Fonds beschikt over een 20-tal voertuigen om de opleiding van de nieuwe chauffeurs te verzekeren, telkens uitgerust met een dubbel bemanningssysteem. De meeste voertuigen zijn uitgerust met een toilet, een leslokaal en alle faciliteiten.
2.6. Meer en kosteloze informatie Geïnteresseerde kandidaten voor de beroepsopleiding bij de VDAB, FOREM of Bruxelles Formation kunnen via het groen telefoonummer hieronder alle nodige inlichtingen bekomen: 0800/92.493 3. Sectorconvenant In 2002 hebben de Vlaamse Regering en de Sociale Partners bezoldigd gemeenschappelijk personenvervoer een eerste Sectorconvenant ondertekend waarbij de noodzaak tot sterke overeenstemming tussen enerzijds het beleid inzake opleiding en werkervaring van de Vlaamse regering en anderzijds de vormings- en tewerkstellingsinspanningen van de sector voor zowel werkzoekenden als werknemers centraal stond. Vanaf 2004 combineerde minister van Onderwijs, Vorming en Werk, Frank Vandenbroucke, de belangrijke ministerposten werk en onderwijs. Dit was een uitgelezen kans om van een betere aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt werk te maken. Dit vertaalde zich onder andere in een nieuw convenant in 2005, dat nog meer dan het vorige focuste op de domeinen leren (onderwijs/opleiding) en werken (arbeidsmarkt), met diversiteit als horizontaal thema. In 2007 werd een nieuw sectorconvenant ondertekend, dat van toepassing is voor de periode vanaf september 2007 tot september 2009. In dit akkoord werd vooral de nadruk gelegd op het bevorderen van de basiscompetenties van de werknemers en op het stimuleren van competentieontwikkeling. Bovendien werden ook grote inspanningen gedaan om te zorgen voor een hoge en kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt om op die manier bij te dragen tot het verminderen van het aantal knelpuntvacatures. Een horziontaal aandachtspunt bleef nog steeds de kansengroepen
16
betrekken in alle te ondernemen acties. In september 2008 werd het eerste werkjaar van het sectorconvenant 2007-2009 succesvol afgesloten. Ook het 2de werkjaar van het convenant 2007-2009 werd in september 2009 succesvol afgerond. Het huidig sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector loopt over de periode 2010-2011. Hierin worden concrete maatregelen en acties uitgewerkt rond 3 prioriteiten. Vooreerst worden de competenties in de sector verder ontwikkeld door het aanbieden en het organiseren van een kwaliteitsvolle continue nascholing voor alle chauffeurs in de sector. Daarnaast zal de sector ook de instroom van nieuwe chauffeurs coördineren en verzekeren, waarbij ook gestreefd wordt naar verdere diversifiëring van de instroomkanalen. Tenslotte zal de sector via acties ernaar streven zowel de basisopleiding als de permanente opleiding toegankelijk te maken voor alle potentiële kandidaten (diversiteitsbeleid). In maart 2011 werd de vooruitgang van dit convenant positief geëvalueerd. Voor 2012 werd het Sectorconvenant 2010-2011 via een addendum verlengd en positief geëvalueerd. De onderhandelingen voor het convenant 2013-2014 gingen ook van start. 4. Beroepscompetentieprofielen en standaarden De SERV (Sociaal Economische Raad van Vlaanderen) ontwikkelt beroepenstructuren en beroepscompetentieprofielen samen met de sociale partners en de sectoren. Voor de sector ‘bezoldigd gemeenschappelijk personenvervoer’ werden volgende profielen ontwikkeld: • • •
Autobuschauffeur Chauffeur bijzondere diensten Autocarchauffeur
Een beroepscompetentieprofiel is een gedetailleerde beschrijving van de taken van een bepaald beroep én van de competenties die nodig zijn om het beroep goed uit te oefenen. Om tot een dergelijk profiel te komen, worden een literatuurstudie, interviews met mensen uit de sector en conferenties georganiseerd. Deze conferenties zijn paritair samengesteld met vertegenwoordigers van de werknemers- en werkgeversorganisaties en met mensen uit het werkveld. Zodanig ontstaan er beroepscompetentieprofielen waarin de sector zich herkent. Een vervolg op deze profielen is een bijkomende standaard. Een standaard beschrijft, evenals de profielen, de competenties die iemand moet beheersen om een beroep uit te kunnen oefenen, maar is daarentegen veel beknopter dan een beroepscompetentieprofiel. Bovendien moeten de competenties, beschreven in een standaard, objectief meetbaar of observeerbaar zijn. Ook hier ontwikkelde de SERV in samen-werking met de sociale partners en de sector twee standaarden: de standaard voor autobuschauffeur, en deze voor autocarchauffeur. Deze beroepscompetentieprofielen kunnen dan ook gebruikt worden bij het opmaken of aanpassen van beroepsopleidingsprogramma’s.
17
5. Volwassenenonderwijs In 2012 werd de opleiding autobus- en autocarchauffeur voor secundair volwassenenonderwijs goedgekeurd door de Vlaamse regering en de leerplannen voorgelegd ter goedkeuring. Het Sociaal Fonds werkte mee aan de opmaak van deze leerplannen. De effectieve start van deze opleidingen is voorzien in 2013. 6. Vergoeding bij het definitieve verlies van het getuigschrift van medische schifting Bij definitief verlies van het getuigschrift van medische schifting ontvangen de arbeiders van de sector, die minstens een voltijdse anciënniteit hebben van 10 jaar of meer, een éénmalige uitkering. Om dit voordeel te kunnen aanbieden sloot het Sociaal Fonds een verzekeringspolis af. Dit voordeel, in de vorm van een uitkering, dat wordt uitbetaald door de verzekeringsmaatschappij, bedraagt € 7.932,60. Vanaf 55 jaar wordt ze jaarlijks met 20 % verminderd. Hetzelfde voordeel wordt toegekend aan de slachtoffers van een dodelijk ongeval in het “privé-leven”. In 2012 werden in totaal 15 dossiers behandeld. 7. Terugbetaling van de kosten voor het verkrijgen van het bewijs van medische schifting en de administratieve kosten voor het rijbewijs D De onkosten, die de werkgever zelf heeft terugbetaald aan een ex-stagiair van de opleiding, worden door het Fonds terugbetaald. De werkgever kan aanspraak maken op de terugbetaling op voorwaarde dat de ex-stagiair minimum 3 maanden ononderbroken tewerkgesteld is geweest. Volgende onkosten worden terugbetaald: Type kosten Oogonderzoek Medisch onderzoek Administratiekosten voor het rijbewijs D
Maximale terugbetaling € 39,66 € 42,14 € 11,16
De terugbetaling wordt uitgevoerd op basis van bewijsstukken en het ingevulde formulier (te downloaden op www.sociaalfonds.be) 8. Brugpensioen In het kader van de CAO’s afgesloten in het Paritair Comité Vervoer, neemt de sector het brugpensioen vanaf 58 jaar ten laste. Dit systeem is van toepassing sinds 31/01/1985. Het Sociaal Fonds neemt de brugpensioenuitkeringen op zich voor alle arbeiders die een anciënniteit van minimum 10 jaar in de sector kunnen aantonen. Op 31/12/12 kende het Fonds dit voordeel toe aan 215 bruggepensioneerden.
18
9. Voorschot op de eindejaarspremie 2012 Sedert 1991 kent het Sociaal Fonds een voorschot toe van € 74,39 bruto + patronale sociale lasten aan de arbeiders van de sector die aanspraak maken op een eindejaarspremie. Voor 2012 werd het voorschot verhoogd en bedroeg € 110,00. De brutobedragen van de respectieve eindejaarspremies 2012: • • • • •
€ 1.923,50 voor de sector van de ongeregelde diensten € 2.598,55 voor de sector van de geregelde diensten VVM-DE LIJN € 2.393,48 voor de sector van de geregelde diensten TEC € 1.923,50 voor de sector van de bijzonder geregelde diensten aantal uren/week x uurloon 12/2012 x 52 voor het garagepersoneel 12
10. Psychologische bijstand Wie riskeert een traumatische ervaring? En vooreerst, wat houdt een traumatische ervaring in? Dient men een psycholoog of een psychiater te raadplegen? Wat is het verschil tussen beide? De sociale partners formuleren een antwoord op deze vragen. De stijging van het aantal agressies tegenover onze chauffeurs, de alom aanwezige stresssituaties, de agressies, de verkeersongevallen waarin ze soms zijn betrokken, ... telkens situaties waarmee onze chauffeurs te maken kunnen krijgen. Het Fonds heeft geprobeerd een positief antwoord te geven op deze situaties. De chauffeurs die slachtoffer zijn van dergelijke gebeurtenissen, werken niet langer meer in optimale omstandigheden. Soms zijn ze zelfs afwezig voor een min of meer lange duur, naargelang de ernst van het incident en volgens de opvangstructuur die ze genoten om de moeilijkheden te verwerken. Vanaf 01/09/02 werd gestart met « Info trauma », de telefoonlijn en website voor de trauma’s!
19
Het Fonds heeft een overeenkomst afgesloten met de maatschappij IVP-PoBos, gespecialiseerd in het beheer van trauma’s. Alle werknemers van de sector kunnen er, indien nodig, een beroep op doen. Hoe werkt het systeem? 1. De werknemer wordt het slachtoffer van een traumatiserende ervaring. Hij heeft bijstand nodig. 2. Men belt "Info trauma" en heeft een eerste telefonisch contact. Vakmensen, met een specifieke opleiding, bieden een luisterend oor. Op grond van dit eerste gesprek zal worden beslist welk gevolg aan het verzoek tot bijstand dient gegeven. 3. Het akkoord van het Sociaal Fonds is nodig voor de financiële tenlasteneming van de interventies. In 2012 werden 6 gevallen opgetekend.
11. Vrijverkeerkaarten Ingevolge het akkoord inzake sociale programmatie 1992-1993 neemt het Fonds de kosten van de vrijverkeerkaarten op zich voor alle werknemers van de sector van de geregelde diensten die een anciënniteit van 10 jaar in de sector kunnen aantonen en die in de periode 01/01/1978 tot 31/12/1992 met pensioen of brugpensioen gingen. Dit voordeel is kosteloos voor de voormalige werknemers, actief in een privé-bedrijf handelend voor De Lijn/VVM of de TEC/SRWT, maar ook voor de leden van zijn familie die onder hetzelfde dak wonen. Voor de werknemers, (brug)gepensioneerd na 31/12/92, neemt de werkgever de kosten voor de vrijverkeerkaarten ten laste.
12. Job Info De rubriek Job Info is terug te vinden op de website van het Sociaal Fonds. De bedoeling van deze rubriek is een brug te vormen tussen de werkgevers en de werk-zoekende of nog in opleiding zijnde chauffeurs. De werkgevers kunnen de CV’s, die de werkzoekende arbeiders online hebben geplaatst, per regio raadplegen.
20
13. Terugbetaling van de bestuurderskaarten voor digitale tachograaf Het Sociaal Fonds komt tussen in de terugbetaling van de bestuurderskaarten van de digitale tachograaf. Deze terugbetaling gebeurt aan de werkgevers. Alle info en formulieren zijn terug te vinden op de website www.sociaalfonds.be. In 2012 werden er 1.086 kaarten voor 84 bedrijven uit de sector door het Fonds terugbetaald.
14. Pensioenplan De sociale partners (werkgevers en vakbonden) uit de sector Bus en Car hebben een sectoraal Pensioenplan (Tweede pijler) afgesloten met ingang op 01/01/2008. Dit betekent dat voor alle arbeiders uit de sector een aanvullend pensioen wordt opgebouwd. De jaarlijkse bijdragen worden door het Sociaal Fonds Bus en Car ingebracht. Het beheer van het Pensioenplan werd toevertrouwd aan AG Insurance. Voor 2012 bedroeg de jaarlijkse bijdrage € 210 (voltijdse arbeider). Voor de deeltijdsen wordt dit bedrag prorata de tewerkstellingstijd berekend. Jaarlijks wordt de rechthebbende arbeider door middel van een pensioenfiche geïnformeerd over de gestorte bijdragen en de opgebouwde reserves op zijn individuele pensioenrekening. Bovendien voorziet het Pensioenplan in een solidariteitsluik dat bestaat uit vier voordelen:
1. in geval van overlijden van de arbeider vóór de voorziene pensioendatum ontvangt diens erfgenaam éénmalig een bedrag van € 1.500,- (pro rata voor deeltijds tewerkgestelde) bovenop het reeds gespaarde pensioenbedrag; 2. in geval van tijdelijke werkloosheid (o.m. wegens economische redenen, slecht weer, ...) wordt de jaarlijkse premie verder in het Pensioenplan gestort;
21
3. in geval van een ongeval of een ziekte, wordt de jaarlijkse premie verder in het Pensioenplan gestort en dit na een ononderbroken periode van ziekte of ongeval van één jaar; 4. in geval van volledige arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte of ongeval van meer dan 180 dagen wordt een éénmalig bedrag van € 500,- (pro rata voor deeltijds tewerkgestelde) uitbetaald.
15. Hospitalisatieverzekering Sedert 01/04/2010 voorziet het Sociaal Fonds in een hospitalisatieverzekering voor de arbeiders van de sector. Het Sociaal Fonds heeft hiervoor een contract met AG Insurance afgesloten. Voor alle arbeiders die een anciënniteit van 6 maanden hebben in de sector en tijdens deze 6 maanden minstens 50 prestatie- of gelijkgestelde dagen kunnen aantonen wordt het recht op deze verzekering geopend. De verzekering voorziet in een onbeperkte terugbetaling van de medische kosten bij ziekenhuisopnames in een twee- of meerpersoonskamer. Daarnaast is er ook een onbeperkte terugbetaling voorzien voor de ambulante medische kosten in een periode van 2 maanden vóór de ziekenhuisopname tot 6 maanden na de ziekenhuisopname. Tenslotte voorziet de verzekering in een waarborg “zware ziekten” waardoor ook de ambulante medische kosten die gemaakt worden naar aanleiding van de behandeling van 31 zware ziekten terugbetaald worden. Voor deze waarborg geldt echter wel per aangeslotene en per jaar een vrijstelling van € 75 en een algemeen terugbetalingsplafond van € 2.500. Deze verzekering geldt wereldwijd en voorziet bovendien in een derdebetalersregeling. Op 31/12/12 genoten 9.543 werknemers van deze sectorale hospitalisatieverkzekering.
16. TUSSENKOMST 60% OPLEIDINGSTIJD Het Intersectorieel Sociaal Protocolakkoord 2009 – 2010 stelt dat de werkgevers de opleidingstijd van de arbeiders, kaderend in de verplichte nascholing van 35 uren per 5 jaar, volledig aan de arbeiders zullen vergoeden. Het Sociaal Fonds komt tussen ten belope van 60% van deze kost. Deze terugbetaling wordt berekend op basis van een forfaitaire uurkost per subsector. Bovenop deze tussenkomst betaalt het Sociaal Fonds een forfaitair bedrag van € 25 of € 50 (per persoon/per dag), naargelang het statuut van het bedrijf en het al dan niet beroep kunnen doen op subsidies voorzien door de verschillende overheden.
22
17. TUSSENKOMST IN DE KOSTEN VOOR HET BEHALEN VAN HET RIJBEWIJS D EN DE VAKBEKWAAMHEID VIA DE VRIJE FILIERE Het Sociaal Fonds komt tussen in de kosten voor de basisopleiding en de examenkosten voor het behalen van het rijbewijs en de vakbekwaamheid D via de vrije filière. Een bedrag van maximaal € 700,- kan terugbetaald worden voor alle bewezen kosten die de werkgever maakte in het kader van deze opleiding. Deze tussenkomst kan aangevraagd worden voor maximum 4% van het aantal tewerkgestelde arbeiders, met een minimum van 1 persoon. In 2012 deden 13 ondernemingen beroep op de tussenkomst.
23
18. Het Sociaal Fonds op Internet
hthttp://www.sociaalfonds.be http://www.fondssocial.be
24
19. Non-discriminatiecode Het Sociaal Fonds heeft een non-discriminatiecode ondertekend en roept de ondernemingen op om hetzelfde te doen. Het is een manier om aan te tonen dat het Sociaal Fonds elke vorm van discriminatie verwerpt (op basis van ras, geslacht, leeftijd, religieuze overtuigingen, fysische kenmerken), niet alleen binnen de ondernemingen, maar ook ten opzichte van de klanten van de ondernemingen.
25
ACTIVITEITEN
2012 26
FCBO INLEIDING 1. Doelstellingen van FCBO FCBO heeft, overeenkomstig artikel 3 van de Statuten, als doel: De organisatie, de promotie en de financiering van elke vorm van opleiding, technische of niet, met zorg voor opleiding, aanpassing, voortgezette opleiding, specialisatie of bijscholing: • • •
in 1e orde: alle personeelsleden van de bedrijven van het geregeld vervoer, het bijzonder geregeld vervoer en het ongeregeld vervoer. in 2e orde: de personeelsleden van elke andere natuurlijke persoon, rechtspersoon, instelling en vereniging. in 3e orde: kandidaat-personeelsleden van de bedrijven, hierboven vermeld, natuurlijke persoon, rechtspersoon, instelling en vereniging.
2. Geschiedenis Jaar
Activiteit
•
1999:
• •
2001: 2003:
• •
2004: 2005:
•
2006:
•
2008:
oprichting van de v.z.w. "Formation Car & Bus Opleiding" (FCBO) 1° FCBO-seminarie "Zien & Voorzien" 2° FCBO-seminarie "De opleiding, uw bagage voor de toekomst" opening van het interactief opleidingsplatform - bestelling van 2 rijsimulatoren - 3° FCBO-seminarie "Technologie en Veiligheid" - invoering interactieve opleidingen : www.fcbo.net installatie van de 2 rijsimulatoren en organisatie van de eerste opleidingen - ontwikkeling van 14 opleidingsmodules in het Nederlands en het Frans - aanvraag bij de FOD (Federale Overheidsdienst) Mobiliteit en Vervoer voor erkenning van FCBO als centrum voor naschoolse vorming in het kader van het KB van 4 mei 2007, betreffende de vakbekwaamheid - erkenning van FCBO door FOD Mobiliteit en Vervoer als opleidingscentrum voor permanente vorming - erkenning van de modules van FCBO door FOD Mobiliteit - start van de opleidingen in het kader van de verplichte
• 2009:
27
• 2010: • 2011: • 2012:
bijscholing (KB 04/05/07) - nieuwe opleidingsmodule: “ Gedrag van de chauffeur ten aanzien van passagiers in geval van nood” - de opleiding “Veilig rijdgedrag op glad wegdek” op simulator wordt de eerste maal verschaft. - nieuwe opleidingsmodule “Ergonomie”
3. Financiering De activiteiten van FCBO worden gefinancierd door het Sociaal Fonds voor de Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten, via de RSZ-bijdragen van de werkgevers. In 2012 bedroeg die bijdrage 0,20% van de RSZ-bijdrage. Hieronder een overzicht van het aantal certificaten afgeleverd voor opleidingen verschaft door FCBO i.h.k.v. de verplichte nascholing.
28
4. FCBO op internet
http://www.fcbo.be www.fcbo.be: algemene site van FCBO met informatie over de werking, de aangeboden opleidingen en de bussimulatoren. www.fcbo.net: beveiligde site met interactieve opleidingsmodules, ter ondersteuning aan de lesgevers van FCBO tijdens de opleidingen.
29
BEHEER
Samenstelling van de Raad van Beheer FCBO wordt beheerd door een Raad van Beheer samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.
Vakbondsafvaardiging Voorzitter:
J. COOLBRANDT
Beheerders: •
F. MOREELS
•
S. LANGENUS
•
B. BELLUZ
•
J. SANNEN
Werkgeversafvaardiging Beheerders: •
M. RENOUPREZ
•
F. REYNDERS
•
P. LAEREMANS
•
J. WYNS
Directie Directeur :
H. DEWIT
30
ACTIVITEITEN 1. DE MODULES 1.1. RIJ- EN RUSTTIJDEN EN HET GEBRUIK VAN DE TACHOGRAAF • • • • •
Wetgeving rij- en rusttijden Opmaak van een rijschema Gebruik en wetgeving van de analoge tachograaf Gebruik en wetgeving van de digitale tachograaf Praktische oefeningen op de simulator digitale tachograaf
1.2. COMMUNICATIE: DE CARCHAUFFEUR MET EEN PR-FUNCTIE VOOR ZIJN BEDRIJF • • • • • •
Klantvriendelijk communiceren Meebouwen aan het goede imago van het beroep en het bedrijf Anticiperen op onvoorziene situaties (pannes, vertraging in het reisschema,...) & hoe hierover de klanten informeren Omgaan met ontevreden klanten Methodieken: er wordt o.a. via rollenspelen gewerkt ...
1.3. COMMUNICATIE: OMGAAN MET (MOEILIJKE) KLANTEN • • • • • •
Drijfveer van moeilijke en agressieve klanten Preventieve houding om agressies te voorkomen Hoe omgaan met moeilijke klanten Hoe omgaan met stress Rollenspelen ...
1.4. VERKEERSVEILIGHEIDTRAINING OP EEN RIJCIRCUIT • • • • • •
Voertuigbeheersing Remmen in noodsituaties Noodstop op verschillende soorten wegdek Stuurreacties in een bocht op glad wegdek Ontwijken van een hindernis op glad wegdek ...
31
1.5. RATIONEEL RIJDEN VIA EEN BASISKENNIS VAN MECHANICA -
Leren detecteren en vaststellen van de ernst van pannes in de verschillende mechanische onderdelen:
• • • • •
krachtoverbrengingssysteem banden remmen en retarders vloeistoffencircuits elektriciteit
1.6. ECODRIVE: TRAINING OP DE BUSSIMULATOR • • • • • •
Invloeden op het gebruik van brandstof Situering brandstof in de totale exploïtatiekost Optimaal gebruik toerenteller Belang van snelheidscurven Realiseren van nulverbruiken Andere technieken om zuinig te rijden
1.7. VEILIG RIJGEDRAG OP GLAD WEGDEK: TRAINING OP DE BUSSIMULATOR • • •
Rijmethodes op glad wegdek De verschillende remsystemen en hun gevaren op glad wegdek Gevaren van snelheid en manoeuvreren op glad wegdek
1.8. MIJN GEDRAG BIJ EEN ONGEVAL & VERVOER VAN LEERLINGEN Gedrag bij een ongeval • • • • • •
Hoe reageren als getuige van een ongeval Hoe reageren als betrokkene bij een ongeval Basis eerstehulpverlening bij een ongeval of bij een plotse ziekte van een passagier Correct invullen van een ongevalsaangifte Praktische oefeningen Omgaan met de pers
Vervoer van leerlingen • • • • •
Kennis en regelgeving van het leerlingenvervoer Te verwachten gedrag van kinderen per leeftijdsgroep Taken van de chauffeur, begeleider en ouders Evacuatie-oefeningen ...
32
1.9. MIJN GEDRAG BIJ EEN ONGEVAL & PREVENTIE VAN CRIMINALITEIT EN VERVOER VAN ILLEGALEN Gedrag bij een ongeval: • • • • • •
Hoe reageren als getuige van een ongeval Hoe reageren als betrokkene bij een ongeval Basis eerstehulpverlening bij een ongeval of bij een plotse ziekte van een passagier. Correct invullen van een ongevalsaangifte Praktische oefeningen Omgaan met de pers
Preventie van criminaliteit en vervoer van illegalen •
Preventieve maatregelen en wat te doen bij: Diefstal en inbraak Vervoer van illegalen Overval en agressie
•
Bagage: wie is verantwoordelijk – douaneformaliteiten
1.10. DEFENSIEF RIJDEN • • • • • • •
Mogelijke invloeden op het rijgedrag Fit achter het stuur – preventie van rugklachten Voertuigbeheersing Veiligheidsafstand Controle van het voertuig voor het vertrek Juiste reacties bij verschillende verkeerssituaties en weersomstandigheden ...
1.11. DEFENSIEF RIJDEN: TRAINING OP DE BUSSIMULATOR •
In 4 oefeningen worden verscheidene verkeerssituaties aangedaan: Centrumstraten Stationsomgeving + omgeving busstation S-bochten Op- en afrit autostrade Kruispunten met voorrang van rechts Kruispunten met uitwijkmanoeuvre op andere rijstrook rotondes
Hierbij wordt de chauffeur bewust gemaakt van de voordelen van een defensieve rijstijl.
33
1.12. DEFENSIEF RIJDEN: TRAINING OP DE OPENBARE WEG •
Tijdens de rit worden verscheidene verkeerssituaties aangedaan:
Centrumstraten Schoolomgeving Stationsomgeving + omgeving busstation S-bochten Op- en afrit autostrade Kruispunten met voorrang van rechts Kruispunten met uitwijkmanoeuvre op andere rijstrook rotondes ...
Hierbij wordt de chauffeur bewust gemaakt van de voordelen van een defensieve rijstijl. 1.13. GEDRAG VAN DE CHAUFFEUR TEN AANZIEN VAN PASSAGIERS IN NOOD • • • • • • • • • • • •
Hulp verlenen De verbandkist Blusmiddelen Hulp- en veiligheidsdiensten Benadering van een slachtoffer Psychosociale aspecten Reanimatie Verstikking door een vreemd voorwerp Inwendige aandoeningen Wondverzorging & brandwonden Letsels van het bewegingsstelsel ............
1.14. ERGONOMIE Algemene doelstelling: Lichamelijke risico’s in verband met de uitoefening van het beroep van chauffeur (ergonomische principes) te kunnen voorkomen Theorie: • Ruganalyse • Theorie over de rug, veilig en onveilig ruggebruik • Veilig ruggebruik bij het zitten
34
Praktijk: • Praktijk aanleren veilig ruggebruik bij bukken en tillen • Aanleren veilig ruggebruik bij zitten • Voorbodes, bescherming en oefeningen • Algemene herhaling, toetsing 1.15. RIJDEN MET EEN AANHANGWAGEN: OPLEIDING TOT HET BEHALEN VAN HET RIJBEWIJS DE • • •
Manoeuvres met een aanhangwagen Rijden op de openbare weg met een aanhangwagen Examen voor het behalen van het rijbewijs DE
Deze modules (met uitzondering van rijden met een aanhangwagen) werden in 2008 aan de FOD (Federale Overheidsdienst) Mobiliteit en Vervoer voorgelegd ter erkenning als opleidingsmodules voor de nascholing in het kader van het KB van 4 mei 2007 betreffende de vakbekwaamheid. In 2009 werden een eerste reeks modules door de FOD Mobiliteit en Vervoer goedgekeurd. In 2010 werd ook de module:” Gedrag van de chauffeur ten aanzien van passagiers in nood” erkend door de FOD Mobiliteit en Vervoer. In 2012 werd de module Ergonomie goedgekeurd. 2. Interactief opleidingsplatform www.fcbo.net Het interactief opleidingsplatform van FCBO wordt steeds up-to date gehouden conform wijzigende wetgeving. Dat bestaat nu uit 6 theoretische opleidingsmodules. Deze interactieve opleidingsmodules dienen enerzijds als didactisch en ondersteunend materiaal tijdens de opleidingen van FCBO. Anderzijds kadert deze werkmethodologie ook in de logica van het zelfstandig leren. Elke module wordt afgesloten door een quiz, die toelaat de verworven kennis van de cursist te meten.
35
3. Simulatoren - De technologie in dienst van de opleiding De twee rijsimulatoren die in 2005 besteld werden, zijn in 2006 respectievelijk in Temse en Franière geïnstalleerd in de lokalen van de VDAB en FOREM waarmee samenwerkings-akkoorden werden ondertekend om de kosten te delen en een gunstig tarief aan de klanten aan te bieden. Zo werd de basisopleiding bij zowel de VDAB als FOREM aangepast opdat de werkzoekenden een deel van het programma op de simulator kunnen volgen. De VVM/De Lijn, van meet af aan geïnteresseerd in het project, laat sinds begin 2007 al haar nieuwe chauffeurs tijdens hun basisopleiding genieten van een 1-dagstraining op de simulator. Voor de Veolia Transport Group Belgium werd de simulator in 2008 gebruikt voor de bijscholing. 291 chauffeurs van de groep volgden de opleiding ‘Economisch en Ecologisch rijden’ op de bussimulator in 2008.
In 2010 werden 166 in opleiding zijnde chauffeurs van De Lijn opgeleid op de simulator. In het kader van de permanente bijscholing volgden in 2010 187 personen een erkende opleiding op de bussimulator. In 2011 steeg dit aantal met 22,4% tot 229. In 2012 nam het aantal permanente opleidingen op de Simbus enorm toe. Maar liefst 530 certificaten werden uitgereikt.
36
4. Peter- en meterschapsopleiding Werkgevers, die voornamelijk bezig zijn met hun bedrijf op koers te houden, hebben veel te weinig tijd voor de opleiding van nieuwe personeelsleden. Om nieuwe werknemers langer in de sector te houden, is het belangrijk om meer aandacht te schenken aan de opvang in de aanvangsfase. FCBO heeft met de financiële steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) en in samenwerking met Agora het proefproject ‘Peter- en meterschap’ opgezet in Vlaanderen om nieuwelingen op een vlotte en efficiënte manier vertrouwd te maken met de eigenheden van de job en de specifieke bedrijfscultuur. Hiertoe krijgen ze steun van een zogenaamde ‘peter’, met wie de nieuwelingen open kunnen communiceren over diverse aspecten van de job en de arbeidscontext. De ervaren werknemers, die de nieuwe medewerkers opvangen en introduceren in het bedrijf, hebben naast hun werkervaring ook begeleidingskwaliteiten nodig om goede peters of meters te zijn voor de nieuwe chauffeurs. Deze vaardigheden worden samen met de trainers van Agora ontwikkeld. Een eerste proefproject in Limburg werd in 2006 met succes afgerond en de cursus werd ervaren als een meerwaarde. Daarom organiseerde FCBO ook opleidingen in de andere Vlaamse provincies.
5. FCBO in internationale organisaties FCBO wordt door de IRU Academy erkend als geaccrediteerd opleidingsinstituut (ATI) voor de opleidingsmodule “Rij- en Rusttijden en Digitale Tachograaf”. Dit laat toe dat de cursisten van deze opleiding via een IRU-certificaat een bijkomende internationale erkenning krijgen voor de gevolgde opleiding. 6. Instructoren FCBO Tot eind 2008 werden quasi alle permanente opleidingen (nascholingen) gegeven door instructoren van VDAB, FOREM of Bruxelles Formation. Hierdoor werden de basisopleidingen – die ook gegeven worden door diezelfde instructoren – regelmatig onderbroken. In 2009 is prioritair werk gemaakt van het aantrekken van nieuwe instructoren, die hoofdzakelijk in de nascholing worden ingezet.
37
In de loop van 2009 zijn er 42 nieuwe instructoren aangetrokken, waarvan 41 via samenwerkingsovereenkomsten en 1 instructeur in vast dienstverband is tewerkgesteld. In 2010 werd het aantal instructoren verder opgetrokken, voornamelijk via samenwerkingsovereenkomsten. Daarnaast werd 1 bijkomende eigen instructeur aangeworven. Op 5 mei 2010 werd een eerste FCBO-instructorendag georganiseerd. Tijdens deze dag werden in 4 werkgroepen verschillende modules van FCBO geëvalueerd. Deze bijeenkomst gaf tevens de gelegenheid tot uitwisseling van het lesmateriaal. Op 28 oktober 2011 werd een tweede instructorendag georganiseerd waar dieper werd ingegaan op de modules “Defensief rijgedrag” en “Rij- en Rusttijden en het gebruik van de tachograaf”. Daarnaast vond er ook een opleiding plaats waarbij pedagogische aspecten werden aangehaald. In 2012 werd eveneens een instructorendag georganiseerd waar uitwisseling van ervaringen onder de instructeurs centraal stond.
38
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN 1. Vanuit de Regionale Overheden 1.1. Situatie in het Vlaams Gewest: KMO-portefeuille De KMO-portefeuille, opvolger van de ondernemerschapsportefeuille (BEA), is een inter-actieve toepassing waarlangs KMO’s vanaf 01/01/09 jaarlijks subsidies kunnen bekomen voor ondersteuning en verbetering van hun huidige of toekomstige bedrijfsvoering. FCBO is binnen deze steunmaatregel erkend als dienstverlener voor de peiler “opleiding”. De bedrijven uit de sector die beroep doen op FCBO voor hun opleidingen kunnen via deze portefeuille een tussenkomst van 50% van de Vlaamse Overheid verkrijgen. Hieronder de belangrijkste krachtlijnen van de KMO-portefeuille: •
subsidies worden per kalenderjaar toegekend;
•
het steunplafond voor de peiler opleiding bedraagt € 2.500 per jaar en per onderneming;
•
wettelijk verplichte opleidingen worden niet langer uitgesloten. Dit betekent concreet dat u voor de opleidingen in het kader van de nieuwe wetgeving betreffende de vakbekwaamheid voortaan beroep kan doen op subsidiëring via de KMO-portefeuille.
Voor alle inlichtingen betreffende de KMO-portefeuille: www.kmo-portefeuille.be. 1.2. Situatie in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest FCBO is erkend als opleidingsverstrekker in het kader van de opleidingscheques. • • •
In het Brussels Hoodstedelijk Gewest: de Brusselse overheden voorzien niet in subsidiemogelijkheden. In het Waalse Gewest (Duitstalig gedeelte): geen subsidiemogelijkheden In het Waalse Gewest (Franstalig gedeelte): de opleiding kan geheel of gedeeltelijk worden betaald met opleidingscheques, afhankelijk van de kostprijs van de opleiding (zie: www.sodexho.be, deel opleidingscheques)
2. Vanuit de Federale Overheid: Betaald Educatief Verlof De opleidingen verstrekt door FCBO maken ook het voorwerp uit van een goedkeuring door het Paritair Comité. In 2009 werd deze goedkeuring hernieuwd op basis van de door de FOD Mobiliteit en Vervoer erkende opleidingen. Voor de werkgever betekent dit een mogelijke terugbetaling van de loonkosten en sociale lasten. De werkgevers kunnen voor opleidingsprogramma’s van minstens 32u/deelnemer voordelen genieten in het kader van het betaald educatief verlof. Voor meer inlichtingen: http://www.meta.fgov.be.
39
SECRETARIAAT VAN HET SOCIAAL FONDS EN FCBO Jacqueline Cirlande Huisbewaarster in dienst sinds 1978 Onderhoud en bewaking gebouw en kantoren Logistiek Dienst Vergaderingen 02/240.40.99 Hans Dewit Attaché Sociaal Fonds – Directeur FCBO in dienst sinds 2001 Verantwoordelijke Beroeps- en Voortgezette Opleiding/ Sociale voordelen 02/245.07.61 - 02/245.79.18 -
[email protected] Nathalie Engwanda Hulpboekhoudster in dienst sinds 2006 02/240.16.55 -
[email protected] Filiep Houthoofdt Instructeur in dienst sinds 2010 0478/57.71.95 -
[email protected]
Nancy Janssens Hoofdboekhoudster in dienst sinds 1997 Boekhouding Sociaal Fonds/FCBO/Solidariteitsfonds Informatica 02/240.16.56 - 02/245.41.77 -
[email protected] Patrick Knierim Instructeur in dienst sinds 2010 0474/02.86.20 -
[email protected]
Paul Laeremans Directeur Sociaal Fonds Beheerder FCBO in dienst sinds 1968 02/240.16.51 - 02/245.68.34 -
[email protected] Stefaan Liessens Directiesecretaris Sociaal Fonds en FCBO in dienst sinds 1996 Onthaal en algemene inlichtingen Beheer voertuigenpark Beheer dossiers sociale voordelen 02/240.16.46 - 02/245.79.18 -
[email protected]
Séverine Lorrain in dienst sinds 2009 Vertaler/tolk 02/240.16.58 - 02/245.20.50 -
[email protected]
40
Hans Robberechts Sectorconsulent Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en West-Brabant in dienst sinds 2011 Coördinatie Beroepsopleiding en permanente vorming Stagebegeleider 02/240.16.61 - 02/245.79.18 -
[email protected] Elisabeth Salaets Sectorconsulente Limburg, Antwerpen, Oost-Brabant in dienst sinds 2009 Coördinatie Beroepsopleiding en permanente vorming Stagebegeleidster 02/240.16.61 - 02/245.79.18 -
[email protected] Mathieu Schoonejans Magazijnier in dienst sinds 1979 Car & Bus Shop Dossiers Kwaliteitscontrole Verzendingen Onderhoud en Logistiek 02/240.16.57 - 02/245.20.50 -
[email protected] Rudi Willems Sectorconsulent Wallonië en Brussel in dienst sinds 2009 Coördinatie Beroepsopleiding en permanente vorming 02/240.16.61 - 02/245.79.18 -
[email protected]
41