EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING DERDE PLENAIRE VERGADERING Tunis, 16-17 maart 2007
SLOTVERKLARING VAN HET VOORZITTERSCHAP
Externe Vertaling RR/666546.NL
NL
APP 100.047
NL
Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering Euro-Mediterranean Parliamentary Assembly
Derde vergadering Tunis, 16-17 maart 2007
Slotverklaring van het voorzitterschap De derde vergadering van de Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering (EMPA) is op 16 en 17 maart 2007 in Tunis gehouden, op uitnodiging van de Tunesische Kamer van Afgevaardigden en onder voorzitterschap van de heer Fouad Mebazaa, voorzitter van de Tunesische Kamer van Afgevaardigden en Voorzitter van de EMPA, in aanwezigheid van de volgende eregasten: -
de minister van Buitenlandse zaken van de Tunesische republiek; de secretaris-generaal van de Liga van Arabische Staten; de onderminister van Buitenlandse zaken van de federale republiek Duitsland belast met Europese zaken; de secretaris-generaal van de Unie van de Arabische Maghreb; de uitvoerend directeur van de Euro-mediterrane Stichting "Anna Lindh voor de dialoog tussen de culturen"; de bijzonder raadadviseur bij de Europese Commissie belast met regionale samenwerking
en de leden van de EMPA (lijst van deelnemers bijgevoegd). De Euro-mediterrane Parlementaire Vergadering (EMPA) is van mening dat de resultaten van het proces van Barcelona niet voldoen aan de geformuleerde doelstellingen en wenst er nogmaals bij de Euro-mediterrane parlementsleden op aan te dringen dat zij zich ervoor inzetten om dit proces concreet gestalte te geven. In dat verband zijn er binnen de commissies, de werkgroep van de EMPA en het adhoccomité over de rechten van de vrouw in de Euro-mediterrane landen, alsmede tijdens de plenaire vergadering discussies gevoerd over terrorisme, de situatie in het Midden-Oosten, de dialoog van de beschavingen en de religies, de migratie en de economische en sociale ontwikkeling. Op basis van de gevoerde discussies en de aangenomen aanbevelingen: - wijst de EMPA er nogmaals op dat het Arabisch-Israëlische conflict alleen opgelost kan worden door middel van een rechtvaardige, algemene en duurzame oplossing voor het IsraëlischPalestijnse conflict, alsmede op het Israëlisch-Libanese en het Israëlisch-Syrische vlak, waarbij alle tijdens de conferentie van Madrid genoemde referentiecriteria in acht moeten worden
DV\666546.NL
2
APP 100.047
genomen, inclusief het beginsel van vrede in ruil voor de bezette gebieden, gebaseerd op de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en het stappenplan; - is zij van mening dat het gezien de situatie waarin de Palestijnse bevolking verkeert, noodzakelijk is deze in samenwerking met de internationale gemeenschap te blijven voorzien van de belangrijkste humanitaire hulp en de Palestijnse instellingen te versterken; - verwelkomt zij de verlenging van het tijdelijk internationaal mechanisme en verzoekt zij om uitbreiding van de daarvoor benodigde middelen en verlenging van de toepassingsduur voor zolang dat nodig is; - veroordeelt zij en spreekt zij haar diepe verontwaardiging uit over de arrestatie van de voorzitter van de Raad van het Palestijnse Zelfbestuur, de heer Aziz Dweik, en die van de leden van de Palestijnse regering en de leden van de Raad van het Palestijnse Zelfbestuur en verzoekt zij om hun onmiddellijke vrijlating; - veroordeelt zij de ontvoering van de Israëlische soldaten en verzoekt zij om hun onmiddellijke vrijlating, alsmede om de vrijlating van alle Palestijnse politieke gevangenen, te beginnen bij vrouwen en minderjarigen; - verwelkomt zij de vorming van een Palestijnse regering van nationale eenheid en twijfelt zij er niet aan dat in het programma daarvan de beginselen van het Kwartet terug te vinden zullen zijn, en hoopt zij dat dit akkoord voorgoed een einde kan maken aan de gewapende botsingen en verzoekt zij beide partijen alles in het werk te stellen om het geweld in te dammen en het staakthet-vuren te handhaven en uit te breiden; verzoekt zij Israël, overeenkomstig de beslissing van het Internationale Hof van Justitie, te stoppen met de bouw van de scheidingsmuur; - is zij verheugd over de resultaten van de internationale conferentie over Libanon van 25 januari 2007 en steunt zij alle inspanningen die gericht zijn op de wederopbouw van Libanon en benadrukt zij de positieve rol die een democratisch en onafhankelijk Libanon kan spelen bij het vinden van een oplossing voor de crisis in het Midden-Oosten en bij de ontwikkeling van het Euromediterrane partnerschap; - is zij van mening dat geen enkele terroristische daad in wat voor omstandigheid dan ook toelaatbaar is en vindt zij het navolgen van politieke of religieuze doelstellingen onverklaarbaar; is zij van oordeel dat de strijd tegen het terrorisme nimmer een rechtvaardiging mag zijn voor het stigmatiseren van een bepaalde cultuur, beschaving of religie; - neemt zij goede nota van het bestaan van de zestien internationale conventies en protocollen over de strijd tegen het terrorisme en roept zij alle landen op die deze nog niet hebben geratificeerd, dat op zo kort mogelijke termijn alsnog te doen; - roept zij op tot het houden van een internationale conferentie onder auspiciën van de VN om een internationale code van goed gedrag in de strijd tegen het terrorisme in het leven te roepen, waardoor het gemakkelijker wordt een verantwoorde dialoog op te zetten om op een rechtvaardige wijze te komen tot een gemene deler in de strijd tegen dit fenomeen; - is zij van mening dat het nodig is de samenwerking binnen de internationale gemeenschap in de strijd tegen het terrorisme te bevorderen en de diepere oorzaken daarvan uit te roeien door middel van een globale aanpak gebaseerd op dialoog, solidariteit en ontwikkeling; - verzoekt zij de partnerlanden en de instellingen bij het proces van Barcelona nauwer samen te werken teneinde concrete oplossingen te kunnen vinden voor het probleem van de landmijnen en de antipersoneelsmijnen die verspreid liggen op het grondgebied van verschillende landen in de regio, zoals Egypte, Jordanië, Libanon, Tunesië en Algerije, zowel op humanitair en economisch gebied als op milieugebied; - is zij van oordeel dat gekeken zou moeten worden naar een realistisch financieringsplan voor het samenwerkingsprogramma en zou zij graag zien dat er in het kader van de intergouvernementele onderhandelingen meer inspanningen worden geleverd om een beter antwoord te geven op de behoeften van de landen die getroffen worden door landmijnen en antipersoneelsmijnen; - onderstreept dat de bestrijding van de armoede door middel van het behalen van de DV\666546.NL
3
APP 100.047
millenniumdoelstellingen en de toepassing van de millenniumverklaring het absolute middelpunt moet vormen van al het Euro-mediterrane beleid en de bilaterale en multilaterale samenwerkingsprogramma's die zijn gericht op ontwikkeling, en steunt zij de oprichting van een Euro-mediterraan solidariteitsfonds om de landen van het partnerschap te helpen een bijdrage te leveren aan het realiseren van de doelstellingen met betrekking tot het verminderen van extreme armoede, hongersnood, gevaarlijke en besmettelijke ziektes, alsmede verbetering van de reproductieve gezondheid en generalisatie van het primair onderwijs; - feliciteert zij de vier lidstaten van de Europese Unie die op dit moment voldoen aan de doelstelling om 0,7% van het BNP aan ontwikkelingshulp te besteden, en moedigt zij de lidstaten van de Europese Unie aan hun inspanningen om hun bijdrage aan ontwikkelingshulp te verhogen, voort te zetten; - moedigt zij de overheden van de partnerlanden aan de aanzienlijke inspanningen die zij hebben geleverd op het gebied van onderwijs, voort te zetten en nodigt zij de partnerlanden en de lidstaten van de EU in dat opzicht uit een belangrijk deel van de overheidsuitgaven te besteden aan onderwijs, in het bijzonder aandacht te besteden aan het onderwijs van meisjes en erop toe te zien dat wordt getracht de doelstelling te bereiken die de Commissie zich gesteld heeft om het deel van de financiële hulp dat aan onderwijs wordt besteed met ingang van het jaar 2007 met ten minste 50% te verhogen; - dringt zij erop aan dat zowel op nationaal als regionaal niveau op adequate wijze wordt getracht een oplossing te vinden voor de milieuvraagstukken teneinde een bijdrage te leveren aan het behalen van de millenniumdoelstellingen door uitdrukkelijk het milieu en de duurzame ontwikkeling op te nemen in de nationale en regionale strategische documenten, alsmede in de verschillende Euro-mediterrane samenwerkingsprogramma’s; - benadrukt zij het centrale karakter van de Middellandse Zee met haar dubbele betekenis van symbool van de vereniging van verschillende volkeren en culturen en milieubron die beschermd moet worden; - verzoekt zij de regeringen de nodige maatregelen te nemen om de strijd aan te gaan tegen de bedreiging die de menselijke activiteit voor het milieu vormt, waardoor woestijnvorming, droogte en bodemvervuiling toenemen; - moedigt zij de mediterrane partnerlanden en de Europese Unie aan te komen tot harmonisatie van hun posities in het kader van de WTO-onderhandelingen, waardoor gewerkt kan worden aan een gezamenlijk Euro-mediterraan landbouwbeleid waarin daadwerkelijk een rol is weggelegd voor de landen gelegen aan weerszijden van de Middellandse Zee; - verzoekt zij de lidstaten en hun Euro-mediterrane partnerlanden een nieuw initiatief te nemen met het doel de FEMIP om te vormen tot een Euro-mediterrane investerings- en ontwikkelingsbank; roept daartoe opnieuw op het nodige onderzoek te doen om te kijken hoe de FEMIP in een Euro-mediterrane investerings- en ontwikkelingsbank kan worden omgezet, in samenwerking met de EIB, gezien de belangrijke rol die deze bank speelt in het versterken van de particuliere sector en de ontwikkeling van de investeringen in de regio; - legt zij de nadruk op de dialoog tussen de culturen, de beschavingen en de religies, die absolute prioriteit verdient en waaraan in de eerste plaats gestalte kan worden gegeven door een steeds verdergaande kennis en ontwikkeling van de op wederzijds vertrouwen en samenwerking gebaseerde culturele betrekkingen; - verzoekt zij de parlementen van de Euromed-landen als stuwende kracht te fungeren bij het uitwerken van de concrete toepassing van de Conventie over bescherming en bevordering van de verscheidenheid van culturele uitdrukkingsvormen, die door de 33e UNESCO-conferentie in 2005 is aangenomen; - onderstreept zij dat het van belang is de rol van het mediterrane culturele erfgoed te versterken en beter gestalte te geven, opdat dit steeds meer gebruikt kan worden in de dialoog en als motor kan fungeren van de economische en sociale ontwikkeling van de landen van de Euromediterrane gebieden; DV\666546.NL
4
APP 100.047
- spreekt zij haar tevredenheid uit over het feit dat uit de recente stukken van de Europese Commissie blijkt dat de interculturele dialoog een duurzame en zichtbare prioriteit voor de Europese Unie zou moeten worden, wil men een gepast antwoord kunnen geven op de huidige uitdagingen; - herinnert zij, gezien de grondbeginselen van de UNESCO-Conventie van 1972 ter bescherming van het wereld cultureel en natuurlijk erfgoed, de Conventie betreffende de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (Den Haag, 14 mei 1954), alsmede de tijdens de laatste zitting te Vilnius in 2006 genomen besluiten van het Comité voor het werelderfgoed, aan de noodzaak tot bescherming van de op de Werelderfgoedlijst en de op de Lijst van Bedreigd Werelderfgoed geplaatste locaties die gelegen zijn in gebieden waar momenteel conflicten gaande zijn, in het bijzonder de recente ontwikkelingen in de oude stad van Jeruzalem, met volledige inachtneming van de aldaar gevestigde gemeenschappen en het internationaal recht; is zij in dat verband verheugd over het besluit van de directeur-generaal van de UNESCO, Koïchiro Matsuura, om een technische missie naar de oude stad van Jeruzalem te sturen en staat zij positief tegenover het op 12 maart 2007 beschikbaar gekomen rapport van de UNESCO naar aanleiding van haar missie; - wenst zij haar volledige steun te betuigen aan de verdere ontwikkeling van gezamenlijke studietrajecten in het hoger onderwijs en de verschillende, steeds uitgebreidere vormen van interuniversitaire samenwerking als wezenlijke middelen om gestalte te geven aan de waarden die gelden voor alle jongeren van de landen gelegen aan weerszijden van de Middellandse Zee, en wel door de oprichting van een Euro-mediterrane universiteit; - is zij van mening dat internationale migratie een sleutelrol speelt in het mondialiseringsproces en dat internationale migratie zowel voor het ontvangend land als voor het land van herkomst waardevolle groei- en ontwikkelingsmogelijkheden biedt; - nodigt zij de parlementen uit hun respectieve regeringen te verzoeken de internationale juridische middelen die hun met betrekking tot migranten ter beschikking staan, te ondertekenen, in het bijzonder de Internationale Conventie ter bescherming van de rechten van alle arbeidsmigranten en hun gezinsleden, die in 1990 door de Algemene Vergadering van de VN is aangenomen; - nodigt zij de parlementen en regeringen van de Euro-mediterrane landen uit het accent te leggen op de bevordering van de integratie en de erkenning van de diversiteit, door informatie- en bewustwordingscampagnes te lanceren om een beter begrip van migratie te verkrijgen, waarbij de nadruk moet worden gelegd op de positieve bijdrage die immigranten kunnen leveren aan de maatschappij van het ontvangend land; - nodigt zij de parlementen en regeringen uit de integratie van immigrantenvrouwen te bevorderen, de bescherming van hun rechten te waarborgen en de volledige gelijkheid tussen man en vrouw als grondrecht van de mens ten uitvoer te leggen; - roept zij dringend op tot verbetering van de positie van de vrouw in de Euro-mediterrane landen, aangezien de rechten van de vrouw onderdeel uitmaken van de grondrechten van de mens en de naleving daarvan noodzakelijk is om de basis te leggen voor gelijkheid en democratie en om de politieke en economische doelstellingen van het proces van Barcelona te doen slagen door middel van wetsherzieningen in de partnerlanden, en roept zij op tot het opzetten van een actieplan om de financiële middelen te vinden zoals opgenomen in het actieplan van de eerste vergadering van de ministers voor de rechten van de vrouw in de Euro-mediterrane landen, die op 14 en 15 november 2006 in Istanbul is gehouden. De deelnemers hebben de Tunesische republiek en de Kamer van Afgevaardigden hartelijk bedankt voor hun gastvrijheid en de uitmuntende organisatie van de derde vergadering van de EMPA. Zij hebben in het bijzonder de heer Fouad Mebazaa, Voorzitter van de EMPA, bedankt voor de manier waarop hij zich gedurende zijn voorzitterschap met zoveel toewijding heeft ingezet. DV\666546.NL
5
APP 100.047
De Vergadering heeft haar Voorzitter verzocht deze verklaring en de daarbij gevoegde bijlagen te doen toekomen aan de voorzitters van de parlementen en aan de regeringen van de lidstaten van het proces van Barcelona, alsmede aan alle deelnemende instellingen.
DV\666546.NL
6
APP 100.047