Slokdarmresectie via kijkoperatietechniek Inleiding U wordt opgenomen in verband met een kijkoperatie waarbij een deel van de slokdarm wordt verwijderd. Een operatie bij slokdarmkanker kan worden uitgevoerd wanneer uit onderzoek is gebleken dat de tumor niet is ingegroeid in omliggende organen of is uitgezaaid naar elders in het lichaam. U kunt deze folder lezen ter voorbereiding op de ingreep. Als u, na het lezen van de folder, nog vragen heeft, dan kunt u deze stellen aan de chirurg of aan de regieverpleegkundige van de polikliniek chirurgie.
Voorbereiding op de operatie Preoperatieve screening Als u geopereerd gaat worden, krijgt u een afspraak voor een pre-operatieve screening. Hier krijgt u informatie over de gang van zaken rondom een operatie (o.a. over de narcose) en zal een specialist (de anesthesioloog) u onderzoeken. Meer informatie hierover kunt u vinden in de brochures die u ontvangt tijdens uw bezoek aan de Preoperatieve poli.
Afspraak fysiotherapie Behalve een afspraak voor de operatieve screening krijgt u een afspraak bij de fysiotherapie voor het meten van uw lichamelijke conditie. Op basis van de uitkomst van deze conditietest bespreekt de fysiotherapeut met u een eventueel trainingsschema voorafgaand aan de operatie. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat een goede lichamelijke conditie resulteert in een sneller herstel na de operatie. Verder krijgt u van de fysiotherapeut instructies met betrekking tot de ademhalingstechniek die u na de operatie kunt toepassen. Dit is van groot belang voor het goed op kunnen hoesten en doorademen om een longontsteking te voorkomen. Zodra de operatiedatum bekend is, krijgt u hierover in de week voor de operatie telefonisch of schriftelijk bericht. U hoort dan wanneer en waar u in het ziekenhuis verwacht wordt voor opname.
Buismaagoperatie In het ZGT vindt sinds 2010 deze ingreep via kijkoperatietechniek plaats Door de toepassing van deze methode hoeft de chirurg slechts enkele miniscule incisies (sneetjes) te maken in uw buik en tussen de ribben (rugzijde onder het schouderblad) Via deze incisies worden enkele buisjes in de borstholte gebracht. Door één van de buisjes wordt een camera ingebracht zodat de chirurg op een televisiescherm het operatiegebied kan zien. Tijdens een kijkoperatie wordt een deel van de slokdarm met de tumor en gedeelte van de maag verwijderd; en vervangen door een buis van de overgebleven maag, wordt een buis kan in de hals of in de borstholte gemaakt worden afhankelijk, van de plaats van de tumor. Bij een verbinding in de borstholte is er minder kans op slik- en stemproblemen.
Een kijkoperatie heeft grote voordelen in vergelijking met de traditionele methode (een snee in de buik en een snee in de borstkas) Er zijn minder longcomplicaties, u herstelt sneller omdat er geen grote operatiewond is en u heeft minder slik- en stemproblemen.
Een heelkundige ingreep waarbij een deel van de slokdarm wordt verwijderd.
Na de operatie (postoperatief) Na de operatie wordt u naar de IC overgebracht. Hier verblijft u 1-2 nachten. De persoon die u bij opname als contactpersoon heeft opgegeven, wordt door de operateur ingelicht over het verloop van de operatie. Op de Intensive Care wordt u aangesloten op bewakingsapparatuur. Uw bloeddruk, zuurstofgehalte in het bloed en urineproductie worden regelmatig gemeten.
Om tijdelijk het zuurstofgebrek aan te vullen dat na de operatie kan ontstaan, hebt u een zuurstofslangetje in de neus. Verder heeft u; • een infuus in de arm voor toediening van vocht en medicatie; • een dun slangetje in uw rug voor pijnbestrijding (epiduraal katheter); • een slangetje (sonde) in uw neus, dat via de slokdarm in de (resterende) maag ligt en ervoor zorgt dat het overtollige maagsap af kan lopen; • een dun, flexibel slangetje in de darm via de buik (jejunostomiekatheter) voor toediening van voeding; • één of meer drains in uw longen voor afvoer van eventueel bloed en inwendig wondvocht; • een slangetje via uw plasbuis in uw blaas (blaaskatheter) voor afloop van urine. Al naar gelang uw herstel na de operatie worden al deze hulpmiddelen verwijderd. Wanneer de belangrijkste lichamelijke functies zonder ondersteuning stabiel zijn, gaat u na 24-48 uur terug naar de verpleegafdeling voor het verdere herstel.
Wondverzorging De wondjes buik en rug zijn na de operatie verbonden met een pleister die de verpleegkundige er na de operatie afhaalt. De wondjes worden dagelijks verbonden totdat deze droog zijn. Op de rug blijven kleine littekens over. Een eventuele halswond blijft in het begin gedeeltelijk open. De wond wordt niet gehecht. Na enige tijd groeit deze wond vanzelf dicht zodat een smal litteken overblijft.
Eten en drinken na de operatie U mag de eerste dagen niet eten of drinken. Hierdoor kunnen de inwendige littekens goed genezen. In deze periode is een goede mondverzorging essentieel omdat vanwege een verminderde speekselproduktie en een verminderderde afweer ten gevolge van de ziekte en behandeling er kans bestaat op een ontsteking van het mondslijmvlies. Instructies hoe een mondslijmvliesontsteking te voorkomen krijgt u van de verpleegkundige. Na 7 dagen wordt een zogenoemde slikfoto gemaakt (röntgenfoto’s die worden gemaakt tijdens het slikken van een vloeistof), waarop te zien is of de naden goed aan elkaar vastgegroeid zijn, zodat er geen lekkage kan ontstaan. Als de naden goed zijn vastgegroeid, mag u weer voorzichtig beginnen met het drinken van helder vocht. Dit wordt, in overleg met de arts, langzaam opgebouwd naar vloeibaar en uiteindelijk naar normaal. Aangezien u de eerste tijd onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgt, is het belangrijk dat u op een andere manier voeding krijgt. Tijdens de operatie wordt dan ook een dun slangetje bij u in de buik ingebracht, een zogenoemde jejunostomiekatheter. De dag na de operatie krijgt u sondevoeding via deze jejunostomiekatheter. De jejunostomiekatheter zit in de dunne darm (het jejunum) vastgehecht. Deze inwendige hechting lost na 6 weken vanzelf op. Aan de buitenkant wordt de jejunostomiekatheter op de huid vastgezet met een huidplaatje. Dit is een siliconen plaatje dat met hechtingen aan de buik wordt vastgezet. Als u weer gewoon kunt eten, worden deze hechtingen en de jejunostomiekatheter verwijderd op de polikliniek. U gaat dus met deze jejunostomiekatheter naar huis.
Verzorging van de jejunostomiekatheter De insteekopening van de jejunostomiekatheter (daar waar de sonde de buik in gaat) moet goed worden verzorgd om infectie te voorkomen. Als zich viezigheid rond de insteekopening bevindt, moet dit worden verwijderd met een gaasje natgemaakt met kraanwater. De jejunostomiekatheter moet minstens zes keer daags worden doorgespoten met kraanwater. Dit is om verstopping van het slangetje te voorkomen. Het doorspuiten vindt bij voorkeur plaats op vaste tijden en in ieder geval: • vóór en na de toediening van een pak sondevoeding; • bij elke verwisseling van een pak sondevoeding; • vóór en na afloop van toediening van medicijnen via de sonde; • bij het afkoppelen van een pak sondevoeding. De verpleegkundige van de afdeling geeft u instructies omtrent de verzorging van deze katheter en het aansluiten van de sondevoeding. In overleg met u wordt na het ontslag uit het ziekenhuis een verpleegkundige ingeschakeld om u in de thuissituatie te ondersteunen.
Mogelijke complicaties Geen enkele operatie is zonder risico. Zo is ook bij een buismaagoperatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie,trombose of longontsteking. Daarnaast bestaat het risico op complicaties die specifiek voor deze operatie gelden. Zo is er het risico op long- en hartproblemen doordat er in de borstholte is geopereerd. Met name deze problemen bepalen de duur van het verblijf op de intensive care. Een tweede complicatie is lekkage van de verbinding tussen de rest van de slokdarm en de maag, meestal een buismaag. Deze verbinding kan zoals eerder beschreven worden gemaakt in de hals en in de borstholte.
Voor,-en nadelen van een nieuwe verbinding in de hals Bij een nieuwe verbinding in de hals heeft een lekkage meestal geen ernstige gevolgen omdat de lekkage vaak naar de buitenkant lekt. Lekkage in de hals treedt echter wel vaak op, namelijk bij 10-20% van de patiënten. Een ander nadeel van een nieuwe verbinding in de hals is dat er vaak (10%) ook een beschadiging optreedt van de stembandzenuw. In dat geval zal uw stem na de operatie heser zijn dan vóór de operatie. Ook is er meer kans op verslikken en daardoor een longontsteking. Een nadeel van een nieuwe verbinding in de hals is verder dat er relatief vaak een vernauwing optreedt van deze nieuwe verbinding (40-50%). Daardoor kan het noodzakelijk zijn om de hals een aantal keren op te rekken. Een laatste nadeel van een nieuwe verbinding in de hals is dat er relatief vaak slikklachten optreden.
Voor,- en nadelen van een nieuwe verbinding in de borstholte Bij een nieuwe verbinding in de borstholte bestaat er een aantal voordelen. Zo is er nauwelijks tot geen kans op beschadiging van de stembandzenuw. Ook is er minder kans op slikklachten. Verder is er minder kans op vernauwing van de nieuwe verbinding en is er ook minder kans op een lekkage. Een nadeel echter is dat - als de nieuwe verbinding gaat lekken - deze nooit direct naar buiten kan lekken, maar altijd naar binnen (in de borstholte). U kunt daardoor ziek worden. In dat geval zult u opnieuw via de kijkoperatietechniek worden geopereerd. De chirurg brengt dan drains (slangetjes) in de borstholte om de lekkage naar buiten te leiden.
PA-uitslag Na de operatie onderzoekt de patholoog het weggenomen weefsel. Na ongeveer 7-10 werkdagen is de uitslag bekend van dit weefselonderzoek, de zgn PA-uitslag. De patholoog bekijkt in het weggenomen weefsel of de tumor in zijn geheel is verwijderd(radicaal). Ook kijkt de patholoog naar de eigenschappen van de tumor, onder andere naar de grootte en de groeiwijze. Zodra de uitslag bekend is wordt u hierover geïnformeerd door de arts in aanwezigheid van de verpleegkundige tijdens uw opname op de verpleegafdeling. In sommige gevallen op de polikliniek. De uitslag wordt altijd besproken in het multidisciplinair SlokdarmTeam. Op grond van de PA-uitslag kan een goede uitspraak worden gedaan over de kans op genezing.
Ontslag Als alles goed gaat kunt u in het algemeen ongeveer 9 dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. In het algemeen zult u thuis ruim voldoende tijd (6 weken tot 3 maanden) moeten nemen om aan te sterken en weer te leren eten. Bij een slokdarmoperatie wordt uw maag na de operatie een stuk kleiner. U hebt veel eerder een vol gevoel en de voedselvertering kan verminderd zijn, wat leidt tot gewichtsverlies. Dit is in de regel niet meer dan 10% van uw gewicht van vóór de operatie. Daarom zult u uw eetpatroon moeten veranderen. Wij raden aan om: • Kleinere maaltijden te nemen, verspreid over de dag. Eet dus naast 3 hoofdmaaltijden drie tot vier tussenmaaltijden. • Langzaam eten en goed kauwen. Na ongeveer 9-12 maanden zal uw maag zich aanpassen, en kunt u weer grotere maaltijden nemen. Veel patiënten klagen over langdurige onbegrepen vermoeidheid. Als daar geen andere verklaring voor gevonden wordt, is dit niet verontrustend maar wel hinderlijk. In de meeste gevallen herstelt dit in het eerste jaar na de operatie en zijn alleen goede leefadviezen nodig. Als u daarvoor meer aandacht en hulp nodig heeft, kunt u dit aangeven bij de oncologie regieverpleegkundige die u informatie kan geven over speciale trainingsprogramma’s
24-Uursbereikbaarheid U krijgt tijdens de opname informatie (en een informatiekaartje) over de 24-uursbereikbaarheid voor patiënten die geopereerd zijn in verband met slokdarmkanker. Tot aan de 1e controle bij de chirurg kunt u ons 24 uur per dag bellen. Dit is voor een langere periode. Het is belangrijk om bij de volgende symptomen contact op te nemen met het ziekenhuis: • bij roodheid rondom de wond, zwelling of koorts hoger dan 38.5°C; • bij acute benauwdheid; • bij ernstig gewichtsverlies. • Bij passageproblemen waardoor gewoon voedsel niet meer lukt. Tijdens kantooruren belt u met de regieverpleegkundige: Telnr. 0546 69 42 08 Buiten kantooruren kunt u in acute gevallen eveneens contact opnemen met de onderstaande nummer, het toestel wordt dan doorgeschakeld naar de afdeling chirurgie Telnr. 0546 69 42 08
A Zilvermeeuw 1 7609 PP Almelo I zgt.nl
A Geerdinksweg 141 7555 DL Hengelo I zgt.nl