Jongeren groeien op in een multimediale wereld waarin informatie- en communicatietechnologie alomtegenwoordig is. Bij veel leerlingen speelt een groot deel van hun sociale leven zich af achter de computer. Ze zijn vertrouwd met toepassingen als bloggen, sociale netwerken, sms, foto-sharing, enz. Hierdoor zijn wij vaak geneigd te denken dat kandidaat-studenten hoger onderwijs nog nooit eerder zo ‘ICT-vaardig’ zijn geweest. Uit het rapport ‘monitoring ICT in het Vlaamse onderwijs‘ blijkt echter dat 67.4 % van de leerlingen hun PC dagelijks gebruiken voor vrije tijd en slechts 15 % voor schooldoeleinden.1 De omgang met ICT verloopt vaak op een intuïtieve en weinig beredeneerde wijze. Kunnen omgaan met moderne technologie op een kritische en efficiënte, maar ook verantwoorde en veilige manier, is dan ook een belangrijke instapcompetentie voor het hoger onderwijs. Enkel door een inzichtelijke kennis van Informatie-en communicatietechnologie zullen leerlingen adequaat kunnen blijven inspelen op de voortdurende evolutie van hard- en software. De ICT-competenties in deze screening zijn gebaseerd op de overkoepelende ICT-eindtermen2 en de inhouden van de leerplannen uit de 1ste en 2de graad van het secundair onderwijs. Deze eindtermen schetsen de contouren van wat van de leerlingen wordt verwacht op vlak van ICT. Aangezien elke onderwijsinstelling eigen accenten legt en eigen ICT-leerlijnen, stelt het hoger onderwijs een grote heterogeniteit vast in het beheersen van ICT-competenties bij startende studenten. Sommige leerlingen kunnen bijvoorbeeld probleemloos ‘blind’ 10-vinger typen terwijl anderen deze vaardigheid nog niet beheersen wanneer ze starten in het hoger onderwijs. Toch wordt van elk van deze studenten, ongeacht hun (voor)opleiding, een basis aan ICT-competenties verwacht. Iedere student moet immers over de vaardigheden beschikken die nodig zijn om in onze huidige informatiemaatschappij te leven en te werken. Alle studenten hoger onderwijs komen immers in contact met ‘moderne’ ICT-toepassingen zoals de digitale leeromgeving, het studentenportaal, het elektronisch indienen van een paper of het versturen van een zakelijke e-mail. De centrale doelstelling van deze module is dan ook om kandidaat-studenten hoger onderwijs te motiveren om na te denken over hun basiscompetenties ICT en de mate waarin ze deze nodig hebben in het hoger onderwijs.
1
Clarebout, G., Elen J., &Van Braak, J.(2010). Monitoring ICT in het Vlaamse Onderwijs. Geraadpleegd op 15 mei 2011 via http://www.ond.vlaanderen.be/ict/onderzoek/files/MICTIVO.pdf. 2
Vlaamse overheid AKOV (2011). Secundair onderwijs, eerste graad A-stroom: vakoverschrijdende eindtermen ICT. Geraadpleegd op 15 mei 2011 via http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/1stegraad/astroom/eindtermen/ict.htm.
Inhoud Het filmpje toont het verhaal van Toon, die op een gemotiveerde maar weinig efficiënte wijze werkt aan zijn (digitale) schooltaken. Toon kreeg de opdracht een verslag te schrijven over de infosessie rond het leerkrediet. Op cruciale momenten krijgt hij een aantal kritische vragen over zijn manier van werken. We hebben het o.a. over het opmaken van een document, op een correcte manier bronnen vermelden en een zakelijke e-mail versturen.
Doelstelling
Bewustmaken dat efficiënt werken met courante ICT-toepassingen een essentiële startcompetentie is in het hoger onderwijs, ook in niet ICT-gerichte opleidingen.
Stimuleren om de eigen verworven ICT-competenties te onderzoeken en te relateren aan de verwachtingen van het hoger onderwijs.
Aanmoedigen om de screeningsinstrumenten in te vullen en indien nodig ICT-competenties bij te sturen.
Gebruik
Als introductie bij de ICT-screening.
Als introductie bij een klasgesprek over het hoger onderwijs. Naast de basiscompetenties studiekeuze, studiemethode en taal is ook ICT een niet te onderschatten competentie in het hoger onderwijs die geïntegreerd in ieder vak aan bod moet komen.
Na het bekijken van het filmpje kan je in een klasgesprek volgende vragen stellen: -
Herken je jezelf in de manier van werken die Toon toepast? Waarom wel / waarom niet?
-
Heb je al nagedacht over het belang van ICT in het hoger onderwijs?
-
Heb je er al zicht op hoe belangrijk je ICT-vaardigheid zal zijn in je toekomstige opleiding? Hoe kan je dit te weten komen?
Deze module bevat 2 screeningsinstrumenten en 4 quizzen:
Tekstverwerking -
Digitale vaardigheidstest MS Word 2010 Competentietest MS Word (instructie + verbetersleutel)
Typtest
Quiz sneltoetsen
Quiz zoekstrategieën op het internet
Quiz zakelijke e-mailetiquette (netiquette)
Quiz ‘presenteren kan je leren’
TIP: Het is aan te raden om als begeleider zelf eerst de screeningsinstrumenten uit te proberen, zodat je een zicht krijgt op de vragen uit de screeningsinstrumenten, de weergave van de resultaten en de tips die aangeboden worden.
Leerlingen moeten op een probleemoplossende manier met toepassingsprogramma’s kunnen werken. Idealiter maken ze zelf een analyse van het probleem en reiken ze één of meerdere oplossingen aan. Dit denkproces wordt best systematisch opgebouwd van relatief eenvoudige tot steeds moeilijkere oefeningen.3 Precies daarom kiezen we binnen de module tekstverwerking voor 2 screenings. De eerste digitale screening focust voornamelijk op het oproepen en uitvoeren van eenvoudige wordfuncties. De 2de screening (instructie in PDF + verbetersleutel) is een oefening waar een groot aantal deelcompetenties rond efficiënt structureren en opmaken van een tekst geïntegreerd aan bod komen. Efficiënt werken met een tekstverwerkingsprogramma is een competentie die je zowel in het secundair als in het hoger onderwijs vakoverschrijdend kan inzetten. Door efficiënt ICT-gebruik kunnen studenten bijvoorbeeld meer tijd spenderen aan de inhoud van hun tekst in plaats van veel tijd te verliezen met de opmaak ervan.
3
VVKSO-Brussel (2011). Leerplan informatica tweede graad ASO-KSO-TSO alle studierichtingen behalve TSO Handel, Handel-Talen en TSO Toerisme. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://ond.vvksoict.com/leerplannen/doc/Informatica-2011-039.pdf.
Doelstelling: nagaan of leerlingen een aantal eenvoudige wordfuncties kunnen oproepen en uitvoeren. In een gesimuleerde Word-omgeving gaan we na of de leerlingen een aantal essentiële functies kunnen uitvoeren en oproepen in Word 2010. Volgende utilitaire vaardigheden worden in kaart gebracht:
Opslaan van een document in mappenstructuur
Tekenopmaak (lettertype, puntgrootte, vet, cursief, hoofdletters, tekstkleur, randen en arcering)
Alineaopmaak (opsommingstekens, nummering, nummering met meerdere niveaus)
Sectieopmaak (papierformaat, kop- en voettekst)
Invoegtoepassingen (afbeeldingen invoegen en positioneren, symbolen, tabel invoegen en opmaken)
Pagina-indeling (afdrukstand)
Doelgericht zoeken en vervangen
Spellingscontrole
Werken met stijlen
Inhoudsopgave uit stijlen
Aangezien we werken met een digitale simulatieomgeving waarin we screenen hoe snel en hoe efficiënt leerlingen eenvoudige functies kunnen oproepen, heeft de oefening een aantal beperkingen: De leerlingen dienen op zoek te gaan naar de meest efficiënte mogelijkheid om een taak uit te voeren. Ze gebruiken hiervoor zo veel als mogelijk snelknoppen uit het lint (zie voorbeeld). Een aantal functies zijn niet mogelijk: -
navigeren doorheen alle knoppen van alle tabbladen
-
het gebruik van sneltoetsen, bijvoorbeeld ‘CTRL + V’
-
gebruik van rechtermuisknop
Er verschijnt een foutmelding wanneer je niet de meest efficiënte werkwijze toepast. Bovendien wordt ook het aantal kliks per functie geregistreerd. De leerling slaagt alleen op het uitvoeren van een bepaalde functie als hij/zij dit binnen een aanvaardbaar aantal kliks doet.
Voorbeeld: Hoe kan je op de meeste efficiënte manier een woord onderlijnen? Meest efficiënt:
Het Office-Lint
Minder efficiënt:
Afname Duur afname: 30 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig. Nabespreking: 15 minuten
Resultaten Na de digitale screening krijgt de leerling zijn resultaten te zien. Je krijgt geen numerieke score (bv: 12/20) maar codes. Er zijn drie mogelijke codes:
Je scoort goed
Je scoort voldoende
Je scoort onvoldoende
Per vraag (bv: een opsommingsteken toevoegen) en per cluster (bv: alineaopmaak - zie p.7) krijgt de leerling te zien of hij de functie(s) al dan niet correct heeft uitgevoerd. De leerling kan doorklikken naar extra tips, fiches of videomateriaal om zijn wordvaardigheid bij te spijkeren.
Je scoort goed. Je toont dat je enkele belangrijke wordfuncties kan uitvoeren. Deze wordfuncties vormen de basis om in het hoger onderwijs efficiënt te kunnen werken aan je taken. Als je vlot overweg kan met deze functies verlies je in het hoger onderwijs minder tijd met de opmaak van je documenten. Zo kan je meer focussen op de inhoud. Deze digitale screening gaat echter alleen na of je een aantal belangrijke functies kan oproepen en uitvoeren. Wil je weten of je deze wordfuncties ook in een dagdagelijkse context vlot kan toepassen? Maak dan ook deze geïntegreerde oefening en ga na of je in staat bent om op een efficiënte manier een basistekst om te vormen tot een gestructureerde tekst. Tips: Bekijk hier 10 tips om te rapporteren. Hou er rekening mee dat je in het hoger onderwijs zelf je teksten, verslagen en werkstukken zal moeten structureren. Denk eerst goed na welke de kernbegrippen zijn in je tekst vooraleer ze vet of cursief te plaatsen. Vermijd om alle opmaakmogelijkheden die je kent, toe te passen in 1 document. Opmaken van titels, woorden of zinnen doe je om structuur te creëren voor de lezer en om de leesbaarheid te bevorderen. Meer informatie vind je in de fiche hoofd- en bijzaken onderscheiden van de module studiemethode.
Je scoort net voldoende. We raden je aan om je wordvaardigheden nog verder te ontwikkelen. Deze wordfuncties vormen de basis om in het hoger onderwijs efficiënt te kunnen werken aan je taken. Als je vlot overweg kan met deze functies verlies je in het hoger onderwijs minder tijd met de opmaak van je documenten. Zo kan je meer focussen op de inhoud. Bekijk daarom grondig de tips en oefeningen in de tabel hieronder. De filmpjes kunnen jou helpen om nieuwe wordfuncties aan te leren. Deze digitale screening gaat echter alleen na of je een aantal belangrijke functies kan oproepen en uitvoeren. Wil je weten of je deze wordfuncties ook in dagdagelijkse context vlot kan toepassen? Maak dan ook deze geïntegreerde oefening en ga na of je in staat bent om op een efficiënte manier een basistekst om te vormen tot een gestructureerde tekst. Tips: Bekijk hier 10 tips om te rapporteren. Hou er rekening mee dat je in het hoger onderwijs zelf je teksten, verslagen en werkstukken zal moeten structureren. Denk eerst goed na welke de kernbegrippen zijn in je tekst vooraleer ze vet of cursief te plaatsen. Vermijd om alle opmaakmogelijkheden die je kent, toe te passen in 1 document. Opmaken van titels, woorden of zinnen doe je om structuur te creëren voor de lezer en om de leesbaarheid te bevorderen. Meer informatie vind je in de fiche hoofd- en bijzaken onderscheiden van de module studiemethode.
Je scoort onvoldoende op te test. We raden je sterk aan om je wordvaardigheden nog verder te ontwikkelen. Een aantal essentiële wordvaardigheden vormen de basis om in het hoger onderwijs efficiënt te kunnen werken aan je taken. Als je niet zo vlot overweg kan met deze basisfuncties zal je in het hoger onderwijs meer tijd verliezen met de opmaak van je documenten en zal je minder kunnen focussen op de inhoud. Bekijk daarom grondig de tips en oefeningen in de tabel hieronder. De filmpjes kunnen jou helpen om nieuwe wordfuncties aan te leren. Wil je weten of je deze wordfuncties ook in dagdagelijkse context vlot kan toepassen? Maak dan ook deze geïntegreerde oefening en ga na of je in staat bent om op een efficiënte manier een basistekst om te vormen tot een gestructureerde tekst. Tips: Bekijk hier 10 tips om te rapporteren. Hou er rekening mee dat je in het hoger onderwijs zelf je teksten, verslagen en werkstukken zal moeten structureren. Denk eerst goed na welke de kernbegrippen zijn in je tekst vooraleer ze vet of cursief te plaatsen. Vermijd om alle opmaakmogelijkheden die je kent, toe te passen in 1 document. Opmaken van titels, woorden of zinnen doe je om structuur te creëren voor de lezer en om de leesbaarheid te bevorderen. Meer informatie vind je in de fiche hoofd- en bijzaken onderscheiden van de module studiemethode.
TEKENOPMAAK
ALINEAOPMAAK
Lettertype Puntgrootte Vet Cursief Hoofdletters Tekstkleur Randen en arcering Opsommingstekens Nummering Papierformaat Koptekst
SECTIEOPMAAK
INVOEGTOEPASSINGEN
Voettekst Afbeelding invoegen Afbeelding verplaatsen Afbeelding positioneren Symbool invoegen Tabel invoegen
Bekijk dit filmpje en leer hoe je efficiënt tekenopmaak kan instellen.
Lettertype, puntgrootte, vet, cursief Hoofdletters Tekstkleur Randen en arcering
Bekijk dit filmpje en leer hoe je eenvoudige opsommingen en nummeringen kunt invoegen.
Bekijk dit filmpje en leer hoe je kop- en voetteksten kunt invoegen en wijzigen.
Bekijk dit filmpje en leer hoe je afbeeldingen, symbolen en tabellen kunt invoegen en bewerken.
Afdrukstand
Bekijk dit filmpje en leer hoe je de pagina-indeling van je document kan aanpassen.
DOELGERICHT ZOEKEN EN VERVANGEN
Efficiënt zoeken en wijzigen van tekst.
Bekijk dit filmpje en leer hoe je doelgericht kan zoeken en vervangen.
SPELLINGSCONTROLE
Een spellingscontrole uitvoeren
PAGINA-INDELING
Standaardstijl gebruiken Standaardstijl aanpassen
Een nieuwe stijl maken STIJLEN
INHOUDSOPGAVE
MAPPENSTRUCTUUR
Een inhoudsopgave toevoegen uit stijlen
Document voorzien van een correcte naam Document opslaan in correcte map
Bekijk onderstaande filmpjes en leer efficiënt werken met stijlen.
Automatisch nummeren met koppen Eigen stijl maken vanuit bestaande tekst Eigen stijl maken vanuit nieuwe tekst
Bekijk dit filmpje en leer hoe je op een efficiënte manier een inhoudsopgave kan toevoegen uit koppen.
Doelstelling (leerlingen kunnen):
inzichtelijk en efficiënt de belangrijkste functies van een tekstverwerker toepassen in een realistische context.
een consistente opmaak realiseren in een document door gebruik te maken van stijlen.
Deze 2de screening is een geïntegreerde oefening waarin een groot aantal deelcompetenties rond efficiënt structureren en opmaken van tekst aan bod komen. Binnen deze oefening kunnen de leerlingen een basisdocument downloaden zonder structuur en lay-out. Ze openen dit document op hun eigen pc en volgen nauwgezet de instructies. Na het afronden van de screening berekenen de leerlingen hun eigen score aan de hand van een verbetersleutel. Dat de zelftest digitaal is, zorgt voor enkele beperkingen. De geïntegreerde wordvaardigheid van de leerling wordt in sterk afgelijnde context gemeten. Bovendien zijn we er ons absoluut van bewust dat er ook andere tekstverwerkingssoftware bestaat o.a. in Open Source. Toch leert praktijkervaring ons dat nog bijna alle secundaire scholen werken met het ‘standaard’ betalende Officepakket, vandaar onze keuze. Bij het onderdeel tips geven we wel een aantal documenten/websites mee waarin we ook duiding geven over deze ‘alternatieve’ software. Als leerkracht kan je de transferwaarde van deze vaardigheid vergroten door leerlingen de basisprincipes van efficiënt werken met een tekstverwerker te laten toepassen bij het opmaken van eigen teksten. De waarde van de zelftest is dus vooral de indicatie die ze geeft van de utilitaire wordvaardigheid van de leerlingen. Daarnaast mag het sensibiliserende effect niet onderschat worden. De vragen in de zelftest zijn namelijk opgesteld vanuit een functioneel perspectief, d.w.z. dat de vragen zoveel mogelijk uit relevante hogeronderwijscontexten komen.
Afname Duur afname: 50 minuten Iedere leerling berekent zelf zijn resultaat: 10 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig.
Resultaten Na de controleronde met de verbetersleutel (te downloaden op de website) berekent de leerling zijn resultaat. Je krijgt geen numerieke score (bv: 12/20) maar codes. Er zijn drie mogelijke codes:
Je scoort goed
Je scoort voldoende
Je scoort onvoldoende
Goed zo, je toont dat je op een inzichtelijke en efficiënte manier een aantal wordfuncties kan toepassen. Deze wordfuncties vormen de basis om in het hoger onderwijs efficiënt te kunnen werken aan je taken. Als je vlot overweg kan met deze functies zal je in het hoger onderwijs minder tijd verliezen met de opmaak van je documenten en zal je meer kunnen focussen op de inhoud. Hou er rekening mee dat je in het hoger onderwijs zelf je teksten, verslagen en werkstukken zal moeten structureren. Zorg voor een consistente opmaak in je tekst die je later eenvoudig kan aanpassen door het gebruik van stijlen. Vermijd om alle opmaakmogelijkheden die je kent, toe te passen in 1 document. Opmaken van titels, woorden of zinnen doe je om structuur te creëren voor de lezer en om de leesbaarheid te bevorderen. Meer informatie vind je in de fiche hoofd- en bijzaken onderscheiden. Tip: Bekijk even de checklist Lay-out bij rapporteren.
Je scoort net voldoende. We raden je aan je wordvaardigheden nog verder te ontwikkelen. Zorg ervoor dat je op een inzichtelijke en efficiënte manier wordfuncties kan toepassen. Deze wordfuncties vormen de basis om in het hoger onderwijs efficiënt te kunnen werken aan je taken. Als je vlot overweg kan met deze functies zal je in het hoger onderwijs minder tijd verliezen met de opmaak van je documenten en zal je meer kunnen focussen op de inhoud. Hou er rekening mee dat je in het hoger onderwijs zelf je teksten, verslagen en werkstukken zal moeten structureren. Zorg voor een consistente opmaak in je tekst die je later eenvoudig kan aanpassen door het gebruik van stijlen. Vermijd om alle opmaakmogelijkheden die je kent, toe te passen in 1 document. Opmaken van titels, woorden of zinnen doe je om structuur te creëren voor de lezer en om de leesbaarheid te bevorderen. Meer informatie vind je in de fiche hoofd- en bijzaken onderscheiden. Tip: Bekijk even de checklist Lay-out bij rapporteren.
Je scoort onvoldoende op te test. We raden je sterk aan je wordvaardigheden nog verder te ontwikkelen. Een aantal essentiële wordvaardigheden vormen de basis om in het hoger onderwijs efficiënt te kunnen werken aan je taken. Als je niet zo vlot overweg kan met deze basisfuncties zal je in het hoger onderwijs meer tijd verliezen met de opmaak van je documenten en zal je minder kunnen focussen op de inhoud. Bekijk daarom grondig het onderdeel Tips. De aangeboden filmpjes kunnen jou helpen om nieuwe wordfuncties aan te leren. Hou er bovendien ook rekening mee dat je in het hoger onderwijs zelf je teksten, verslagen en werkstukken zal moeten structureren. Zorg voor een consistente opmaak in je tekst die je later eenvoudig kan aanpassen door het gebruik van stijlen. Denk daarom eerst goed na welke de kernbegrippen zijn in je tekst vooraleer ze vet of cursief te plaatsen. Vermijd om alle opmaakmogelijkheden die je kent toe te passen in 1 document. Opmaken van titels, woorden of zinnen doe je om structuur te creëren voor de lezer en om de leesbaarheid te bevorderen. Meer informatie vind je in de fiche hoofd- en bijzaken onderscheiden. Tip: Bekijk even de checklist Lay-out bij rapporteren.
Tips Tekstverwerking De tips tekstverwerking bestaan uit 3 onderdelen:
Overstapgids Office Word 2007 >> 2010
Videomateriaal (onder constructie)
Checklist Layout en Bin-normen
Doelstelling: nagaan of leerlingen ‘blind’ kunnen typen met 10 vingers. Blindtypen is een vereiste basiscompetentie geworden voor jongeren in deze maatschappij. Iemand die ‘blind’ kan typen zal zowel in het hoger onderwijs als in zijn latere beroepspraktijk veel efficiënter kunnen werken aan zijn taken. De voordelen van blind typen4 vertalen zich vooral in tijdswinst en in een grotere concentratie op de reële inhoud van de taak3. Je boekt tijdswinst omwille van 3 redenen:
Je hoeft niet naar je toetsenbord te kijken en typt in volle woorden ipv in tekens.
Je kan eventueel gemaakte fouten onmiddellijk herstellen. Je ziet namelijk meteen op het scherm of je fouten typt.
Je blik blijft op het originele document dat je als basis gebruikt of overtypt.
Wie steeds op zoek moet naar de plaats van de letters op zijn toetsenbord spendeert gemakkelijk vijf keer meer tijd aan een typopdracht dan iemand die de toetsen vlot weet te vinden. Als je deze toetsen dan ook nog met de juiste vingers weet aan te slaan, verspil je nog eens 2 maal minder tijd dan de klassieke 2-vingertyper. Hoe groter je toetsenbordvaardigheid is, hoe meer je als het ware op "automatische piloot" kan werken. Als je steeds op zoek moet naar de plaats van een bepaalde letter verspil je teveel intellectuele energie aan het zoeken en belast je ook je ogen en nekspieren. Als je de toetsen gemakkelijk weet te vinden kan je focussen op de inhoud. Een snelheidswinst die zich bij een creatieve tekst vertaalt in kwaliteitswinst.
4
De Cocker, L. (s.d.) Voordelen van het blind typen. Geraadpleegd op 15 mei 2011 via http://webs.hogent.be/~ldc392/BLIND-TY.HTM.
Afname Duur afname: 10 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig. De test bestaat uit het overtypen van een doorlopende tekst gedurende 1 of 10 minuten. De score wordt bepaald door zowel het aantal aanslagen per minuut, rekeninghoudendende met het aantal fouten. Een leerling slaagt wanneer hij de minimumsnelheid van 180 aanslagen per minuut haalt binnen het maximumfoutenpercentage van 0.2 %. Het is dus belangrijk dat de leerlingen nauwkeurig typen en hun fouten tijdens de test corrigeren.
Resultaten Studenten die niet slagen worden aangeraden om een typcursus te volgen. Deze cursus kan eventueel ook georganiseerd worden door de school- of scholengemeenschap. Onderstaande referentie van het softwareprogramma Typtop verschijnt op het scherm: BONTE G., (2011), Typ-Top Plus vandaag 2 Klaviervaardigheid en tekstverwerking (inclusief cd-rom met oefenbestanden en programma Typ-Top), De Boeck nv, Antwerpen.
Doelstelling: nagaan of leerlingen een aantal courante sneltoetsen kennen. Efficiëntie is de rode draad doorheen deze ICT-module. Het gebruik van sneltoetsen kan hierin een belangrijke rol spelen. Een sneltoets is een toets of een toetsencombinatie waaraan een speciale functie gekoppeld is. Taken die je regelmatig moet uitvoeren, verlopen efficiënter wanneer je gebruik maakt van sneltoetsen. Binnen deze module vinden leerlingen een korte quiz die peilt naar hun kennis over 10 courante sneltoetsen. Het is absoluut niet de bedoeling dat leerlingen een lijst van sneltoetsen ‘instuderen’ bij elk programma waarmee ze aan de slag gaan, wel dat ze attent gemaakt worden op het bestaan ervan en zo eventueel hun efficiëntiegraad verhogen.
Afname en resultaten Duur afname: 10 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig. De leerling krijgt per vraag het correcte antwoord te zien en bij het afronden een score op /10. Daarna wordt de leerling doorverwezen naar meer informatie op websites of in naslagwerken.
Doelstelling: nagaan of er bij de leerlingen voldoende kennis aanwezig is om vlot en efficiënt informatie te zoeken op internet en kritisch om te gaan met de gevonden informatie. Aan de hand van een korte quiz willen we leerlingen sensibiliseren om op een veilige, gerichte en efficiënte manier informatie te zoeken en te vinden op het internet. In de quiz komen sensibiliserende vragen aan bod uit 5 deelmodules die ook binnen de tips terugkomen:
Zoektermen formuleren: - Een informatieprobleem omzetten in een goed geformuleerde zoekopdracht. - Een verfijnde zoekopdracht uitvoeren op het internet.
Kennismaken met verschillende informatiebronnen: - Social bookmarking - Zoekmachines - Online databanken
Kritisch beoordelen van je internetbronnen: - Begrijpbaarheid (taal, vaktermen,…) - Betrouwbaarheid (auteur, objectiviteit, nauwkeurigheid, actualiteit, relevantie,…) - Bruikbaarheid (structuur van de website,vereiste softwareprogramma’s,…)
Zoekresultaten ordenen en bewaren: - Social bookmarking - Favorieten - Kopiëren en plakken naar tekstverwerkingsprogramma - Internetpagina opslaan als tekstbestand - Internetpagina opslaan als PDF-bestand - Een wegpagina via e-mail verzenden
Je bronnen correct vermelden: - Belang van een correcte bronvermelding - APA-bronvermelding
Afname en resultaten Duur afname: 10 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig. De leerling krijgt per vraag het correcte antwoord te zien en bij het afronden een score op /10. Daarna wordt de leerling doorverwezen naar meer informatie op websites of in naslagwerken.
Hoe kan je de tips van deze module gebruiken? Bij het onderdeel tips kunnen de leerlingen een aantal fiches downloaden over de verschillende deelmodules. De leerling kan deze fiche als leidraad ophangen op zijn bureau of in de klas.
Tien tips om snel te vinden wat je zoekt.
Kennismaken met verschillende informatiebronnen.
Checklist: kritisch beoordelen van je internetbronnen.
Zes mogelijkheden om je zoekresultaten te ordenen en te bewaren.
Correct je bronnen vermelden.
Doelstelling: leerlingen sensibiliseren om aandacht te hebben voor correcte en beleefde e-mailcommunicatie en bewustmaking van de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik ervan. Netiquette is een verzameling van gedragsregels op het internet. Een aantal basisregels zorgen ervoor dat het communicatieverkeer tussen de miljoenen internetgebruikers ordelijk verloopt. In het hoger onderwijs zullen studenten geregeld e-mailen naar hun docenten. Het schrijven van een e-mail lijkt eenvoudig. Toch vraagt het enige moeite en aandacht om voor iedere situatie de gepaste stijl te kiezen. Aan de hand van een korte quiz willen we leerlingen sensibiliseren om op een correcte en beleefde manier elektronisch te communiceren.
Afname en resultaten Duur afname: 10 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig. De leerling krijgt per vraag het correcte antwoord te zien en bij het afronden een score op /10. Daarna wordt de leerling doorverwezen naar meer informatie op websites of in naslagwerken.
Tips Netiquette Bij het onderdeel tips van de module netiquette, kan de leerling een fiche downloaden met 10 tips voor zakelijke e-mailcommunicatie. Leerlingen kunnen ook extra oefeningen vinden bij het onderdeel ‘schrijven’ in de module taal.
Ideeën voor een ludieke lesstart BASTA (2011), Netiquette volgens Basta, geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.youtube.com/watch?v=VtATYQHG4Zg. Bridle, L., (2006), The firstpost.co.uk- Web 2.0, geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.youtube.com/watch?v=topeBoB-ApQ. De Couck, K., (2011) Klasse, Hoe kritisch gaan leerlingen om met webinformatie? Maar Mevrouw, het stond zo op het internet! Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.klasse.be/leraren/archief/14482.
Doelstelling: nagaan of leerlingen de basisregels hanteren voor het maken en geven van een goede presentatie rekeninghoudend met inhoud, kleurgebruik, vorm en publiek. Aan de hand van een korte quiz willen we leerlingen sensibiliseren om de nodige aandacht te besteden aan de basisregels voor het voorbereiden en geven van een goede zakelijke presentatie.
Afname en resultaten Duur afname: 10 minuten Organisatie klaslokaal: elke leerling heeft een pc nodig. De leerling krijgt per vraag het correcte antwoord te zien en bij het afronden een score op /10. Daarna wordt de leerling doorverwezen naar meer informatie op websites of in naslagwerken.
Tips Presenteren Bij het onderdeel tips, onder de module presenteren, kan de leerling een fiche downloaden met 10 tips voor het opmaken van een goede PowerPointpresentatie.
De tips zijn rechtstreeks gelinkt aan de onderdelen van de screenings en quizzen. Wie gemiddeld of laag scoort op een onderdeel, neemt het best de bijbehorende tips door. Ook voor wie hoog scoort kunnen de tips nuttig zijn. De tips bestaan uit oefeningen en informatie. Er wordt niet enkel gefocust op kennis en toepassingen maar ook op attitudes en strategieën. De tips worden telkens opgesomd onder de uitleg van de verschillende screenings of quizzen.
Tekstverwerking in Word -
Overstapgids Office 2007 >> 2010
-
Checklist Layout en Bin-normen
10-vingertypen
10 handige Google-toepassingen
Zoekstrategieën op het internet
Zakelijke e-mail-communicatie
Presenteren kan je leren
Videomateriaal
Mediawijsheid
Meer lezen? (boeken & websites)
Als leerkracht of begeleider heb je toegang tot een aantal statistieken over de gemaakte screenings en quizzen. Je kan hier alle scores opvragen van iedere individuele leerling. Daarnaast kan je ook kiezen uit een aantal overkoepelende grafieken of statistieken. Op deze manier krijg je snel een overzicht van je klas- of groepsprofiel en kan je gericht bijsturen of remediëren.
Statistieken tekstverwerking: De begeleider krijgt een frequentietabel met het percentage van de scores per deelvaardigheid per klas en/of school. Voorbeeld: SCORE DEELVAARDIGHEID
Mappenstructuur
-
+/-
+
N=8 40 %
N=4 20 %
N=8 40 %
Tekenopmaak Alineaopmaak Sectieopmaak Invoegtoepassingen Pagina-indeling Stijlen Inhoudsopgave uit stijlen
Statistieken typtest De begeleider krijgt een frequentietabel van het absolute aantal en het percentage geslaagden en nietgeslaagden. Voorbeeld: TYPTEST
N=8 40 % N=4 20 %
Geslaagden Niet-geslaagden
Statistieken Quizzen De begeleider krijgt een tabel met de mediaan per klas of school en per quiz. Voorbeeld:
QUIZ
KLAS X
Efficiënt zoeken op het internet
Mediaan: 4/10
Presenteren kan je leren
Mediaan: 8/10
Zakelijke e-mailcommunicatie - Netiquette
Mediaan: 7/10
Bogaerts, D., De Maertelaere S., Kraeye G. & Mertens S. (2010). Cursus Professionalisering 1: onderzoeksvaardigheden. Gent: Arteveldehogeschool. Meysman, H., Vanderhoeven, J., (2008). Paper,project of scriptie, van muisklik tot tekst. Leuven: ACCO. Smet, P. (2010). Conceptnota: mensen doen schitteren. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.pascalsmet.be/media/uploads/persberichten/20100913_so_persbericht.pdf. Vandenbroucke,F. (2007). Competenties voor de kennismaatschappij – beleidsplan ICT 2007-2009. Vlaams ministerie van onderwijs en vorming. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.ond.vlaanderen.be/ict/beleid/beleidsplanICT2007-2009.pdf. VanderMeijden, H., Scholten, A. & Hamerling, B. (s.d.) Het belang van blindtypen. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.instituut-spijksma.nl/Het_belang_van_blindtypen.pdf. Vrijders, J., Van Brabant, P. Presentatie: E-mailetiquette do’s & dont’s. Gent: Arteveldehogeschool. VVKSO, (2009). Informatie- en communicatietechnologie 1ste graad ASO, KSO, TSO, eerste en tweede leerjaar. Brussel D/2009/7841/048. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.vvkso.be/leerplannen. VVKSO, (2010). Leerplan basisvaardigheden ICT, beroepsvoorbereidend leerjaar. Brussel, D/2010/7841/052. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.vvkso.be/leerplannen. VVKSO, (2011). Leerplan informatica 2de graad ASO-KSO-TSO, eerste en tweede leerjaar. Brussel D/2011/7841/039. Geraadpleegd op 10 mei 2011 via http://www.vvkso.be/leerplannen. Werkgroep taalbeleid Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs(2009). Tips voor e-mailverkeer. Gent: Arteveldehogeschool.