SLO-analyse Wijzer door de natuur
SLO-analyse Wijzer door de natuur - Noordhoff
© Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. Oktober 2007
SLO-analyse Wijzer door de natuur
1. Registratiedeel Titel
Wijzer door de natuur
Volledige titel
Wijzer door de natuur
Auteurs
Baeten, M.; Gog, M. van; Huijzer, M.; Thewissen, M.; e.a.
Uitgever
Noordhoff BAO Postbus 342 3990 GC HOUTEN Tel: 030 - 6383 333 Fax: 050 - 5226 429 E-mail:
[email protected] Website: www.noordhoff.nl
Jaar van uitgave
1998
Omschrijving
Wijzer door de natuur is een methode natuur-, milieu- en techniek voor de basisschool. De methode is thematisch-concentrisch van opzet. Natuur, gezond en redzaam gedrag, natuur en milieueducatie (NME) en techniek worden in de methode geïntegreerd aan de orde gesteld. De methode is tot stand gekomen in samenwerking met de Vereniging voor natuur en milieueducatie (IVN). Wijzer door de natuur biedt een doorgaande lijn voor de groepen 1 tot en met 8. Via de activiteiten van De Kleine Wijzer maken de groepen 1 en 2 kennis met natuur, maar ook met geschiedenis en aardrijkskunde. De werkboekjes voor groep 3 en 4 vormen een speelse voorbereiding op de methodische aanpak in de groepen 5 tot en met 8.
Samenstelling
De methode bestaat voor groep 1 en 2 uit een activiteitenmap De Kleine Wijzer. Vervolgens heeft Wijzer door de natuur voor de leerkracht per leerjaar (groep 3 t/m 8) een handleiding (het praktijkboek). Voor de leerlingen is er vanaf groep 5 een leerlingenboek en vanaf groep 3 een werkboek beschikbaar. Als additioneel materiaal zijn er een videoband (groep 5-8), de taalwijzer (groep 5-8), een methodehandleiding (groep 1-8), een internetsite 'wijzer door de actualiteit' (groep 5-8), werkbladen techniek en Legodacta pakketten.
Doelstellingen en uitgangspunten
Wijzer door de natuur gaat uit van de volgende doelstelling: 'kinderen in contact brengen en zich betrokken laten voelen bij de levende en nietlevende natuur om hen heen: organismen, voorwerpen en verschijnselen. Zo worden de kinderen gestimuleerd om een onderzoekende houding aan te nemen en samenhangen te ontdekken en groeit hun besef van verantwoordelijkheid voor de medemens en de omgeving'. Naast de kerndoelen voor natuuronderwijs hanteren de auteurs voor de keuze van de leerstof de volgende inhoudelijke uitgangspunten: • verkennen en onderzoeken, met als basisvaardigheden waarnemen en meten, experimenteren en verwerken en concluderen; • inhoud gerelateerd aan levende natuur, niet-levende natuur en omgeving waarbij rekening is gehouden met de belevingswereld van de kinderen; • het onderdeel techniek komt in ieder hoofdstuk aan de orde vanuit de volgende vier hoofdgebieden: constructies, transport, productie en communicatie. Er is vanuit de leerstof een koppeling mogelijk met de Legodacta-leerlijnen voor techniek; • thematische aanpak vanuit: een ritmische afwisseling tussen onderwerpen over levende en niet-levende natuur en over de omgeving; afstemming van onderwerpen op de seizoenen; mogelijkheden op het 2
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Titel
Kostenplaatje
Wijzer door de natuur afstemmen van leerstof op de (school) omgeving en de lokale leefsituatie. Als didactische uitgangspunten van de methode worden aangemerkt: • Leerlingen zelf informatie laten opzoeken bij verdiepingsopdrachten en het gebruiken van informatie op het internet. • De leesbaarheid van teksten is van belang door te letten op sfeer, inhoud en leesmoeilijkheid van de teksten. • De keuze voor relatief korte teksten waarbij beschrijvende en verhalende teksten zich afwisselen. • Het gebruik van afbeeldingen ter ondersteuning van de teksten. • Visuele ondersteuning door de inzet van videofilms. • Het betrekken van de ouders bij het natuuronderwijs door middel van ouderbrieven met informatie. • De kleine wijzer sluit aan bij opvattingen over onderwijs aan jonge kinderen zoals het ontwikkelingsgericht onderwijs. Een indicatie van de kosten uitgaande van acht groepen met 25 leerlingen per groep. ‘Kosten eerste aanschaf’ betreft het gebruiks- en verbruiksmateriaal bij de aanschaf van de volledige methode in het eerste jaar. ‘Jaarlijkse kosten’ betreft de kosten van de verbruiksmaterialen in de volgende jaren. Niet doorberekend zijn eventuele kopieerkosten. ‘Additioneel materiaal’ betreft de kosten van extra materialen. Voor de antwoordenboeken is één exemplaar per vijf leerlingen berekend. Kortingsregelingen van de uitgever zijn bij het kostenplaatje niet meegenomen. Peildatum voor dit kostenplaatje is oktober 2007. Voor een overzicht van de kosten van de afzonderlijke materialen voor groep 1-2, 3-4 of 5 t/m 8 van de methode zie www.leermiddelenplein.nl of ga naar de website van de uitgever http://www.wolters.nl. Kosten eerste aanschaf
Jaarlijkse kosten
Additioneel materiaal
€ 3.354,75
€ 564,-
€ 556,15
ICT
Met de internetsite 'Wijzer door de actualiteit' (www.wijzer.wolters.nl) wordt een link gelegd met actuele onderwerpen. Op de website zijn actuele nieuwsberichten met uitleg, lessuggesties, een quiz en kopieerbladen te vinden. Leerlingen hebben hier bovendien de mogelijkheid te reageren op berichten.
Overige informatie
De leerstof voor de jaargroepen 5-8 van Wijzer door de natuur kan audiovisueel ondersteund worden door een dvd met twaalf filmpjes (per jaargroep 3 filmpjes). Per leerjaar zitten er in de handleiding een aantal ouderbrieven met informatie over de lessen natuuronderwijs en hoe ouders in de thuissituatie op deze lessen kunnen inspelen. Wolters Noordhoff werkt aan een nieuwe versie voor de methode. Gepland is dat deze leverbaar is voor schooljaar 2009-2010.
2. In hoeverre wordt aan de kerndoelen voldaan? Toelichting Bij het analyseren van de methoden Natuur en techniek op de kerndoelen is door SLO uitgegaan van de versie herziening 2006. Om de kerndoelen te verduidelijken is hieronder de Karakteristiek van de kerndoelen opgenomen. Deze Karakteristiek is vastgesteld door de overheid.
3
SLO-analyse Wijzer door de natuur
De kerndoelen behorende bij het leergebied 'Oriëntatie op jezelf en de wereld' vallen onder vier verschillende domeinen: • Mens en samenleving • Natuur en techniek • Tijd • Ruimte Bij het domein Natuur en techniek gaat het om het leren kennen van de wijze waarop mensen hun omgeving inrichten. Daarbij kunnen verschillende aspecten een rol spelen (economische, politieke, culturele, technische en sociale aspecten). Het gaat daarbij om datgene wat van belang is voor betekenisverlening aan het bestaan, om duurzame ontwikkeling, om (voedsel)veiligheid en gezondheid en om technische verworvenheden. Bij het oriënteren op de natuur gaat het om jezelf, om dieren en planten en natuurverschijnselen. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Kerndoelen Natuur en techniek Voor het leergebied 'Oriëntatie op jezelf en de wereld – Natuur en techniek' zijn de volgende kerndoelen geformuleerd: (40) De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. (41) De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. (42) De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. (43) De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. (44) De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. (45) De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. (46) De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. Daarnaast zijn er onder het leergebied 'Oriëntatie op jezelf en de wereld – Mens en samenleving' twee kerndoelen betreffende de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen en het zorgvuldig omgaan met het milieu geformuleerd. Deze twee kerndoelen zullen ook in de analyses meegenomen worden. (34) De leerlingen leren zorg dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. (39) De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Analyseresultaten kerndoelen Met betrekking tot de kerndoelen voldoet de methode Wijzer door de natuur aan vijf van de door de overheid geformuleerde kerndoelen 'Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek en Mens en samenleving', namelijk de kerndoelen 39, 40, 41, 43 en 46. De overige kerndoelen zijn allemaal gedeeltelijk aanwezig; Van kerndoel 34 is één aspect aanwezig, alleen het zorgdragen voor de lichamelijke gezondheid van henzelf. De aspecten zorgdragen voor; de lichamelijke gezondheid van anderen, de psychische gezondheid van henzelf en de psychische gezondheid van anderen ontbreken. Ook kerndoel 42 is gedeeltelijk aanwezig. Hier ontbreekt het onderzoek doen aan materialen. Kerndoel 44 is grotendeels aanwezig. Niet aanwezig is het aspect vormgeving voor wat betreft het leggen van relaties tussen werking, vorm en materiaalgebruik van producten. Kerndoel 45 is ook grotendeels aanwezig. Van dit kerndoel komt het onderdeel evalueren van oplossingen voor technische problemen niet aan bod.
4
SLO-analyse Wijzer door de natuur
3. In welke kerninhouden worden de kerndoelen in de methode uitgewerkt? Toelichting De analyse door SLO op kerndoelen is tweeledig. Enerzijds bekijkt SLO of de methode voldoet aan de globaal geformuleerde, door de overheid vastgestelde, kerndoelen. Het resultaat van deze analyse vindt u bij vraag 2 weergegeven. Om aan te kunnen geven op welke wijze methoden de kerndoelen concretiseren is door SLO een nadere uitwerking van de kerndoelen in kerninhouden (indicatoren) gemaakt. Deze analyse op kerninhouden voorziet scholen van gedetailleerde informatie. In dit instrument zijn de kerndoelen voor natuur en techniek en twee kerndoelen voor mens en samenleving uitgewerkt. Deze kerndoelen zijn door SLO vertaald in negentien indicatoren. De kerninhouden zijn zoveel mogelijk direct afgeleid van het kerndoel. Vervolgens zijn deze kerninhouden nader uitgewerkt in specificaties. Er is getracht deze zo zorgvuldig mogelijk te formuleren. Bij deze uitwerking is gebruik gemaakt van de tussendoelen zoals die zijn geformuleerd door de projectgroep Tule (Tussendoelen en leerlijnen, SLO, 2007). Overzicht van aangetroffen kerninhouden In de tabel is aangegeven welke specificaties in de methode Leefwereld aan de orde komen en welke niet. Legenda: A = ■ = ◘ = □ =
analyseresultaat aanwezig gedeeltelijk aanwezig afwezig
Kerndoel
Indicator SLO
Specificatie SLO
A
34. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
34.1 Zorg dragen voor lichamelijke gezondheid van henzelf.
34.1.1 Hygiëne.
■
34.1.2 Voeding.
■
34.1.3 Verslaving.
□
34.1.4 Rust, ontspanning, houding en beweging.
□
34.2.1 Ziekte, handicaps en gezondheidszorg.
□
34.2.2 EHBO.
□
34.3 Zorg dragen voor psychische gezondheid van henzelf.
34.3.1 Opkomen voor jezelf.
□
34.4 Zorg dragen voor de psychische gezondheid van anderen
34.4.1 Rekening houden met anderen.
□
34.2 Zorgen dragen voor lichamelijke gezondheid van anderen.
5
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Kerndoel
Indicator SLO
Specificatie SLO
A
39. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
39.1 Met zorg omgaan met het milieu.
39.1.1 Kennis over de betekenis van het milieu.
■
39.1.2 Kennis over ingrijpen van de mens in relatie tot het milieu.
■
39.1.3 Kennis over duurzame ontwikkeling.
■
39.1.4 Zorg dragen in relatie tot milieu en duurzame ontwikkeling.
■
40.1.1 Variatie en soorten planten onderscheiden en benoemen.
■
40.1.2 Functioneren van planten in leefomgeving.
■
40.1.3 Relatie met omgeving.
■
40.2.1 Variatie en soorten dieren onderscheiden en benoemen.
■
40.2.2 Functioneren van dieren in leefomgeving.
■
40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
40.1 Leren over planten.
40.2 Leren over dieren.
41. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
42. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid,
40.2.3 Relatie met omgeving.
■
41.1 De bouw van planten en de vorm van en functie van de plantendelen.
41.1.1 Bouw van planten.
■
41.1.2 Vorm en functies van plantendelen.
■
41.2 De bouw, vorm en functie van onderdelen/ lichaamsdelen van mens en dier.
41.2.1 Bouw van mens en dier.
■
41.2.2 Vorm en functie van onderdelen/lichaamsdelen van mens en dier.
■
41.3 De overeenkomsten en verschillen tussen planten, dieren en mensen.
41.3.1 Bouw, vorm en functies vergelijken.
■
42.1 Onderzoek doen aan materialen.
42.1.1 Eigenschappen van verschillende soorten materialen.
□
6
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Kerndoel
Indicator SLO
Specificatie SLO
A
42.2 Onderzoek doen aan natuurkundige verschijnselen.
42.2.1 Licht.
■
elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur
42.2.2 Geluid.
43. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
43.1 Beschrijven van het weer met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
43.2 Beschrijven van het klimaat met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
45. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
1
44.1 Relaties leggen tussen werking, vorm en materiaalgebruik van producten.
45.1 Oplossingen bedenken voor technische problemen.
◘1
42.2.3 Elektriciteit.
■
42.2.4 Kracht.
■
42.2.5 Magnetisme.
■
42.2.6 Temperatuur.
■
43.1.1 Temperatuur.
■
43.1.2 Neerslag.
■
43.1.3 Wind.
■
43.1.4 Weer en seizoenen.
■
43.2.1 Aspecten die klimaat bepalen.
■
43.2.2 Klimaatsoorten.
■
44.1.1 Materialen.
■
44.1.2 Technische inzichten.
■
44.1.3 Vormgeving.
□
44.1.4 Wisselwerking tussen werking, vorm en materiaalgebruik.
■
45.1.1 Ontwerp/werktekening maken.
■
45.1.2 Keuze voor materiaal.
■
45.1.3 Keuze voor hulpmiddelen.
□
45.1.4 Rekening houden met
■
Toelichting 42.2.2: geluid komt wel in de methode aan bod, maar slechts in beperkte mate en niet om zelf te onderzoeken.
7
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Kerndoel
Indicator SLO
Specificatie SLO
A
randvoorwaarden. 45.2 Oplossingen uitvoeren voor technische problemen.
45.3 Oplossingen evalueren voor technische problemen. 46. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.
46.1 Leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag/nacht veroorzaakt.
45.2.1 Natuurkundige en technische principes gebruiken.
■
45.2.2 Rekening houden met randvoorwaarden.
□
45.3.1 Beoordelen van eindproduct.
□
45.3.2 Aangeven van verbeterpunten.
□
46.1.1 Zonnestelsel.
■
46.1.2 Draaiing van de aarde en ontstaan van dag- en nachtritme.
■
46.1.3 De beweging van de aarde ten opzichte van de zon en het ontslaan van seizoenen.
■
4. Welke leerinhouden komen aan bod, op welke manier gebeurt dat en is er samenhang? Wijzer door de natuur biedt de leerstofinhoud aan vanuit de volgende drie categorieën: levende natuur, niet-levende natuur en omgeving. De volgende thema's komen in de methode aan bod: groep 1/2: Je eigen buurt; Dieren en planten; Herfst en winter; Lente en zomer; Lichaam; Samen leven; Voeding en Vakantie. groep 3: Elk dier een plek; Zo werkt je lijf; Wat dieren doen; Water; Lekkere hapjes en Lekker naar buiten. groep 4: Hier leven wij; Zo werkt je lichaam; Wat dieren doen; Lucht; Leven met planten en Speel mee in de natuur. In de jaargroepen 5 t/m 8 komen de volgende zes thema's aan de orde: directe leefomgeving; seizoenen; hoe maak je dat?; dat ben je zelf!; seizoenen; daar heb je mee te maken (onderwerpen die gaan over het leefmilieu van mensen, dieren en planten). In ieder hoofdstuk wordt er een techniekonderwerp behandeld dat gerelateerd is aan de leerstof van het betreffende hoofdstuk. Een aantal onderwerpen zijn: drijven en zinken; windturbine; filteren en zuiveren; hulpstukken met een hefboomwerking. Naast de zes thema's kent de methode per jaargroep (groep 5 t/m 8) twee projecten waarbij het doen van proeven, het erop uitgaan voor onderzoek, het inrichten van ontdekhoeken en het opzetten van een tentoonstelling aan de orde komen.
8
SLO-analyse Wijzer door de natuur
4. Welke leerinhouden komen aan bod, op welke manier gebeurt dat en is er samenhang? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
4.1 De volgende leerinhouden komen aan bod:
4.1.1 natuur
■
4.1.2 techniek
■
4.1.3 milieu
■
4.1.4 gezond en redzaam
■
4.2.1 de methode werkt aan het ontwikkelen van onderzoekend leren/gedrag
■
4.2.2 de methode werkt aan het ontwikkelen van ontwerpend leren/gedrag
■
4.2.3 de methode werkt aan het bevorderen van het ontmoeten met de natuur
■
4.2.4 concept-contextbenadering
■
4.2 De leerinhouden worden op de volgende manier aangeboden:
4.2.5 anders, namelijk…. 4.3 Er wordt een relatie gelegd met andere leergebieden:
4.4 Er wordt een relatie gelegd met de actualiteit:
Score
Toelichting
n.v.t.
4.3.1 Nederlands
■
4.3.2 rekenen/wiskunde
□
4.3.3 kunstzinnige oriëntatie
□
4.3.4 bewegingsonderwijs
□
4.3.5 Engels
□
4.3.6 oriëntatie op jezelf en de wereld
■
4.4.1 de handleiding geeft hiervoor suggesties
■
in de wegwijzer wordt verwezen naar de internetsite 'Wijzer door de actualiteit'
4.5 Er wordt een relatie gelegd met de eigen omgeving
4.4.2 er wordt verwezen naar actuele informatie op een methodesite
■
4.4.3 via een (digitale) nieuwsbrief
□
4.5.1 eigen leefomgeving
■
4.5.2 eigen tijd (heden)
■
5. Hoe is de leerstof geordend? Wijzer door de natuur kent een thematische aanpak met een concentrische opbouw. In elk leerjaar komen dezelfde thema's aan bod, maar met een andere invulling. Voor groep 1 en 2 bestaat de methode uit acht themakaternen. Per katern komen vier aspecten aan bod, bij elk aspect zijn er zes activiteiten die gericht zijn op drie leerdoelen. Voor de jaargroepen 3 en 4 heeft de methode een werkboek. Voor groep 3 staan er per thema (6 thema's in totaal) twee kijk- en twee doepagina's in het werkboek. Dit zelfde geldt voor groep 4. De thema's worden behandeld in twaalf lessen. Ook voor de groepen 5 t/m 8 worden dezelfde zes thema's aangeboden, die per leerjaar vertaald zijn in concrete onderwerpen.
9
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Het standaardprogramma bestaat uit 40 lessen. Er zijn zes hoofdstukken van zes lessen plus twee projecten van ieder twee lessen. De lessen zijn verdeeld over basislessen, toetslessen en herhalings-/ verdiepingslessen. Daarnaast wordt in groep 5 ook nog per hoofdstuk een introductieles gegeven. In een basisles wordt een afgerond gedeelte uit de geselecteerde leerstof behandeld. De eerste activiteit van basisles 1 (groep 6 tot 8) en de introductieles (groep 5) is steeds een ontdekactiviteit. In de handleiding (praktijkboek) ziet elke (basis)les er uit volgens het volgende format: informatieblok (met daarin doel/activiteit/materiaal/aandachtspunten en begrippen), lesbeschrijving en extra activiteiten. 5. Hoe is de leerstof geordend? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
5.1 De ordening van de onderwijsinhouden over de leerjaren heen is als volgt:
5.1.1 cursorisch
□
5.1.2 concentrisch
■
5.1.3 aan de hand van thema's 5.1.7 anders, n.l. 5.2 De frequentie waarmee de onderwijsinhouden aan bod komen is als volgt:
5.3 De onderwijsinhouden worden over de leerjaren heen als volgt aangeboden:
5.4 De onderwijsinhouden binnen een leerstofeenheid zijn als volgt geordend:
Score
Toelichting
■ n.v.t.
5.2.1 in één leerjaar
□
5.2.2 in meerdere leerjaren
□
5.2.3 in elk leerjaar
■
5.3.1 van algemeen naar specifiek
□
5.3.2 van specifiek naar algemeen
□
5.3.3 meer leerkrachtgestuurd dan leerlinggestuurd
□
5.3.4 meer leerlinggestuurd dan leerkrachtgestuurd
□
5.3.5 van concreet naar abstract
■
5.3.6 van abstract naar concreet
□
5.3.7 van dichtbij (eigen omgeving) naar veraf (verder weg)
■
5.3.8 van veraf (verder weg) naar dichtbij (eigen omgeving)
□
5.4.1 van algemeen naar specifiek
□
5.4.2 van specifiek naar algemeen
□
5.4.3 van leerkrachtgestuurd naar leerlinggestuurd
■
er vinden afwisselend leerkracht- en leerlinggestuurde lessen plaats
5.4.4 van leerlinggestuurd naar leerkrachtgestuurd
■
er vinden afwisselend leerkracht- en leerlinggestuurde lessen plaats
5.4.5 van concreet naar abstract
□
10
SLO-analyse Wijzer door de natuur
5. Hoe is de leerstof geordend? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
Score
5.4.6 van abstract naar concreet
□
5.4.7 van dichtbij (eigen omgeving) naar veraf (verder weg)
■
5.4.8 van veraf (verder weg) naar dichtbij (eigen omgeving)
□
Toelichting
■
5.5 Er is sprake van een vaste lesopbouw. 5.6 Onderwijstijd
Lesduur (in minuten)
Groepen 1 en 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groepen 6, 7 en 8
docent
60
60
45
60
1
1
1
1
6
6
6 per hfdst
6 per hfdst
bepaalt
+ 2 per
+ 2 p.
zelf
project
project
40
40
Toelichting
bepaalt zelf
Aantal lessen per week Aantal lessen per hoofdstuk/blok
docent
Aantal weken per jaar
40
40
40
Aantal hoofdstukken/ blokken per jaar
keuze uit
6
6
192
6+2
6+2
projecten
projecten
34
28
activiteiten
Minimale onderwijstijd (in uren) Maximale onderwijstijd (in uren
docent
18
12
de tijd die een methode in
bepaalt
één leerjaar nodig heeft
zelf
voor de basisstof
docent
18
12
40
40
de tijd die een methode in
bepaalt
één leerjaar nodig heeft
zelf
voor de basis-, verrijkings- en herhalingsstof samen
6. Hoe vindt instructie plaats? In Wijzer door de natuur wordt voornamelijk het model van directe instructie gehanteerd. Wel wordt voor groep 6-8 in de eerste activiteit van elke hoofdstuk een ontdekactiviteit gegeven, waarbij leerlingen korte tijd met concreet materiaal werken of naar buiten gaan om iets waar te nemen of te onderzoeken. Hier is sprake van ontdekkend leren. In de methode worden om en om leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken gegeven. Bij de leerkrachtgebonden lessen ligt het accent op de interactie met de groep, maar ook zijn er wel momenten waarop de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn. Bij de lessen zelfstandig werken (leerkrachtonafhankelijke lessen) ligt het accent op zelfwerkzaamheid van de leerlingen. Wel is er een introductie en bespreking door de leerkracht.
11
SLO-analyse Wijzer door de natuur
6. Hoe vindt instructie plaats? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
6.1 De methode hanteert de volgende modellen voor instructie:
6.1.1 directe instructie
■
6.1.2 probleemgestuurde instructie
□
6.1.3 ontdekkend leren
■
6.1.4 anders, namelijk
n.v.t.
Toelichting
□
6.2 De methode geeft aanwijzingen voor het variëren van de instructie. 6.3 Er zijn leerkrachtgebonden en leerkrachtonafhankelijke lessen.
Score
6.3.1 de methode kent zowel leerkrachtgebonden en leerkrachtonafhankelijke lessen
■
6.3.2 elke les bestaat uit zowel een leerkrachtgebonden als een leerkrachtonafhankelijk deel
■
7. Hoe vindt verwerking plaats? Wijzer door de natuur biedt afwisselend leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken aan. In de handleiding worden suggesties gegeven hoe de leerstof verwerkt kan worden. Daarbij wordt gevarieerd tussen zelfstandig, in groepjes of individueel werken. Dit gebeurt meestal schriftelijk. De nabespreking vindt meestal klassikaal en mondeling plaats. Er is veel variatie in het type verwerkingsopdrachten dat wordt aangeboden in de methode. In principe maken alle leerlingen dezelfde verwerkingsopdrachten. Bij de extra activiteiten, die in de handleiding worden genoemd, is er af en toe sprake van een vrij open opdracht, zodat leerlingen in enige mate bij hun eigen interesse kunnen aansluiten. Ook wanneer de leerlingen toe zijn aan een verdiepingsopdracht kunnen ze in enige mate bij hun eigen interesses aansluiten, omdat ze de keuze hebben uit een aantal verschillende verdiepingsopdrachten. Voor leerlingen die de stof nog niet voldoende beheersen zijn er herhalingsopdrachten. In die zin kan gesproken worden over variatie naar niveau. 7. Hoe vindt verwerking plaats? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
7.1 De groeperingsvorm waarin de verwerking plaatsvindt is:
7.1.1 klassikaal
■
7.1.2 in tweetallen of in groepjes (samenwerkend)
■
7.1.3 individueel
■
7.2.1 variatie in verwerkingsopdrachten naar interesse
■
7.2.2 variatie in verwerkingsopdrachten naar niveau
■
7.2.3 variatie in verwerkingsopdrachten naar tempo
□
7.2.4 variatie in verwerkingsopdrachten naar leerstijl
□
7.3.1 open opdrachten
■
7.3.2 gesloten opdrachten
■
7.2 Er is variatie in de verwerking van de leerstof:
7.3 De methode kent variatie in type opdrachten:
Score
Toelichting
12
SLO-analyse Wijzer door de natuur
7. Hoe vindt verwerking plaats? Vragen + indicatoren SLO
7.4 De verwerking van de leerstof gebeurt:
7.5 De methode hanteert de volgende informatiedragers in de lesopdrachten:
Specificaties SLO
Score
7.3.3 invulopdrachten
■
7.3.4 rubriceeropdrachten
■
7.3.5 analyseopdrachten
■
7.3.6 associatieopdrachten
■
7.3.7 dramatische werkvormen
■
7.3.8 gespreksvormen
■
7.3.9 creatieve opdrachten
■
7.3.10 praktijkopdrachten
■
7.4.1 mondeling
■
7.4.2 schriftelijk
■
7.4.3 digitaal
□
7.5.1 verhalen
■
7.5.2 leerteksten
■
7.5.3 kaarten
□
7.5.4 tekeningen / foto's
■
7.5.5 schema's / tabellen
■
7.5.6 multimedia
■
7.5.7 concreet materiaal
■
Toelichting
in beperkte mate
8. Op welke wijze maakt de methode gebruik van ICT? Bij Wijzer door de natuur is een educatieve website (www.wijzer.wolters.nl) beschikbaar. Hierop is aanvullend materiaal te vinden over actuele onderwerpen. Op deze website staan ook onderwerpen/materialen voor de andere 'wijzer door'-methoden voor geschiedenis en aardrijkskunde. Een school kan zelf kiezen of er gebruik wordt gemaakt van de website. Naast deze educatieve website is er een algemene methodesite www.wijzerdoordenatuur.nl. Hierop staat algemene inhoudelijke informatie over de methode. Voor groep 5-8 heeft de methode een dvd. Hierop staan twaalf films (drie per leerjaar). De films kunnen gebruikt worden als voorbereiding op of als afsluiting van een hoofdstuk. De docent kan zelf bepalen of en wanneer de bovengenoemde ICT mogelijkheden worden gebruikt. Ook is de docent vrij in het bepalen van de groeperingsvorm. 8. Op welke wijze maakt de methode gebruik van ICT? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
8.3 ICT mogelijkheden zijn er voor:
Toelichting
■
8.1 In de methode wordt gebruik gemaakt van ICT. 8.2 De mogelijkheden voor ICT zijn:
Score
8.2.1 geïntegreerd in de methode (als 'onmisbaar' onderdeel)
□
8.2.2 als additioneel materiaal beschikbaar (als 'extra' onderdeel)
■
8.3.1 oefenen
□
8.3.2 verrijken
■
8.3.3 toetsen
□
13
SLO-analyse Wijzer door de natuur
8. Op welke wijze maakt de methode gebruik van ICT? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
8.4 ICT maakt gebruik van de volgende informatietypen:
Score
8.3.4 remediëren
□
8.3.5 plannen/organiseren van leerling-activiteiten
□
8.3.6 registratie van resultaten
□
8.4.1 geschreven tekst
■
Toelichting
op de website 'wijzer door de actualiteit'
8.4.2 gesproken tekst
■
8.4.3 audiofragmenten
□
8.4.4 stilstaand beeld
■
dvd
op de website 'wijzer door de actualiteit'
8.5 De groeperingsvorm waarin ICT wordt gebruikt is:
8.4.5 bewegend beeld
■
8.5.1 individueel
■
8.5.2 in tweetallen of in groepjes (samenwerkend)
■
8.5.3 klassikaal
■
dvd
■
8.6 De methode heeft een eigen website. 8.7 Op de methodewebsite is informatie te vinden:
8.7.1 voor leerkrachten
■
8.7.2 voor leerlingen
□
9. Kan de methode gebruikt worden in combinatiegroepen? In Wijzer door de natuur worden om en om leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken gegeven. Bij de leerkrachtgebonden lessen ligt het accent op de interactie met de groep, maar ook zijn er wel momenten waarop de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn. Bij de lessen zelfstandig werken (leerkrachtonafhankelijke lessen) ligt het accent op zelfwerkzaamheid van de leerlingen. Wel is er een introductie en bespreking door de leerkracht. Door de afwisseling van deze twee bovengenoemde lessen is de methode geschikt voor het gebruik in combinatiegroepen. 9. Kan de methode gebruikt worden in combinatiegroepen? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
Score
Toelichting
9.1 De methode kan gebruikt worden voor combinatiegroepen.
9.1.1 de handleiding geeft aanwijzingen voor het gebruik van de methode in combinatiegroepen.
■
9.1.2 de methode kent zowel leerkrachtgebonden als leerkrachtonafhankelijke lessen.
■
9.1.3 elke les bestaat uit zowel een leerkrachtgebonden als een leerkrachtonafhankelijk deel.
■
14
SLO-analyse Wijzer door de natuur
9. Kan de methode gebruikt worden in combinatiegroepen? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
Score
Toelichting
9.2 De methode hanteert de volgende groeperingsvormen:
9.2.1 klassikaal
■
9.2.2 in tweetallen of in groepjes (samenwerkend)
■
9.2.3 individueel
■
10. Op welke wijze vindt evaluatie plaats? In Wijzer door de natuur wordt geen aandacht besteed aan observaties in de zin van beoordelingen. Wel worden suggesties gegeven om te observeren en op basis van de bevindingen de volgende lessen aan te passen. De methode heeft voor elk hoofdstuk een toets. De toetsen zijn bestemd voor alle leerlingen. De toetsen zijn als kopieerbladen opgenomen in de praktijkboeken. Met de toetsen worden de hoofddoelen van de methode geëvalueerd door middel van kennis-, inzicht- en vaardigheidsvragen. Docenten zijn vrij in het bepalen van de normering van de toets, wel wordt een mogelijke leidraad gegeven. Afhankelijk van de resultaten op de toetsen krijgen leerlingen herhalings- dan wel verdiepingsopdrachten aangeboden. Ook is er nog andere evaluatiemogelijkheid binnen de methode. In elk hoofdstuk wordt een probleemstelling gegeven met als titel: 'Kan het ook anders?' Leerlingen worden geconfronteerd met een concreet en realistisch probleem uit hun eigen leefwereld. Bij het werken aan de probleemstelling 'kan het ook anders' denken leerlingen, gesteund door vragen en opdrachten, in groepjes na over een probleem. Het gaat bij deze evaluatievorm vooral om bewustwording en om het reflecteren op het eigen en andermans denken met betrekking tot natuur en milieu. In Wijzer door de natuur wordt aangegeven dat de mogelijkheid bestaat om jaarlijks een methodeonafhankelijke toets af te nemen. Hiermee kunnen de vorderingen van de eigen leerlingen afgezet worden tegen een landelijk beeld. Voor de registratie van toetsgegevens biedt Wijzer door de natuur suggesties voor het gebruik van mogelijke software. 10. Op welke wijze vindt evaluatie plaats? Vragen + indicatoren SLO
Specificaties SLO
Score
10.1 Evaluatie vindt plaats door middel van:
10.1.1 observatie
□
10.1.2 toetsing
■
10.1.3 portfolio
□
10.1.4 reflectie door leerlingen
■
Toelichting
Probleemstelling 'Kan het ook anders'. Groepjes leerlingen discussiëren met elkaar.
□
10.2 De handleiding geeft concrete aandachtspunten voor observatie. 10.3 Er wordt met de volgende frequentie geobserveerd:
10.3.1 bij elke les
n.v.t.
10.3.2 na elk hoofdstuk of blok
n.v.t.
15
SLO-analyse Wijzer door de natuur
10. Op welke wijze vindt evaluatie plaats? Vragen + indicatoren SLO
10.4 De wijze waarop de methode toetst of de geformuleerde doelen bereikt zijn, is:
Specificaties SLO
Score
10.3.3 twee of drie keer per jaar
n.v.t.
10.3.4 anders, namelijk
n.v.t.
10.4.1 mondeling
◘
Toelichting
Suggestie wordt geboden dat docent ter controle na het maken van herhalingsopdrachten mondeling enkele vragen kan stellen.
10.5 De leerstof wordt aan de hand van de volgende type vragen getoetst:
10.6 Er wordt met de volgende frequentie getoetst:
10.4.2 schriftelijk
■
10.4.3 digitaal
□
10.4.4 practicum
□
10.4.5 anders, namelijk
□
10.5.1 kennisvragen
■
10.5.2 inzichtvragen
■
10.5.3 toepassingsvragen
■
10.6.1 na elk hoofdstuk of blok
■
10.6.2 twee of drie keer per jaar
□
10.6.3 anders, namelijk
■
Suggestie wordt geboden om jaarlijks een methodeonafhankelijke toets af te nemen.
10.7 De toetsen sluiten aan bij de leerstof:
10.7.1 alle leerstof wordt getoetst
■
10.7.2 er wordt ook niet behandelde leerstof getoetst
□ □
10.8 De methode geeft concrete aanwijzingen voor het samenstellen van een portfolio. 10.9 De methode geeft handreikingen voor het registreren van evaluatiegegevens:
10.9.1 registratie van observatiegegevens
n.v.t.
10.9.2 registratie van toetsgegevens
◘
Er worden suggesties gegeven voor computerprogramma's voor de administratieve verwerking van de toetsresultaten.
10.10 De methode geeft normen voor het beoordelen van evaluatiegegevens:
10.11 De methode biedt mogelijkheden voor remediëring naar aanleiding van de observatie en/of toetsresultaten:
10.10.1 normen voor het beoordelen van observatiegegevens
n.v.t.
10.10.2 normen voor het beoordelen van toetsgegevens
■
10.11.1 de methode biedt informatie voor (eenvoudige) analyse en/of diagnose van tegenvallende toetsresultaten
□
16
SLO-analyse Wijzer door de natuur
10. Op welke wijze vindt evaluatie plaats? Vragen + indicatoren SLO
10.12 De toetsresultaten zijn aanleiding om te differentiëren:
Specificaties SLO
Score
10.11.2 de methode biedt aanwijzingen voor het remediëren van gebleken problemen
□
10.12.1 in aanbod/inhoud
■
10.12.2 in doelen
□
10.12.3 in instructie
□
10.12.4 in verwerking
■
Toelichting
11. Hoe wordt er rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen? Bij Wijzer door de natuur is sprake van een basisprogramma. In dit programma zijn de doelen voor elk kind haalbaar. Voor zwakkere leerlingen die uitvallen op de toets zijn er herhalingslessen. De bedoeling is dat ze hiermee hun kennis en inzicht op peil brengen. De herhalingsopdrachten zijn bedoeld voor zelfstandige verwerking, zowel individueel als in groepjes. De herhalingsopdrachten zijn direct gekoppeld aan de illustraties in het leerlingenboek en leiden de kinderen op een visuele manier langs de leerstof (dit is met name van belang voor leerlingen met leesproblemen). Wijzer door de natuur geeft aan dat als er sprake is van uitval door leesproblemen de docent de toets bij deze kinderen mondeling zou kunnen afnemen. De scores in de analyse en dus ook bij deze vraag is gebaseerd op het standaard materiaal. Als additioneel materiaal heeft de methode per groep een taalwijzer beschikbaar, waarin aandacht wordt besteed aan het beter begrijpen van de teksten. Eerst wordt de buitenkant van de tekst verkend, daarna wordt de binnenkant van de tekst in de vorm van een woordenschatles verkend en ten slotte wordt de 'onderkant' van de tekst aan de orde gesteld (verborgen informatie en redeneringen). Voor de leerlingen die voldoende scoren op de toets is er de mogelijkheid verdiepingsopdrachten te maken. Met deze opdrachten wordt de basisstof verbreed of verdiept. De leerlingen leren informatie te vinden en te verwerken tot bijvoorbeeld een werkstuk, poster, verhaal of collage. In de praktijkboeken 6 tot en met 8 zijn per boek 78 kopieerbare verdiepingsopdrachten opgenomen. Er wordt niet concreet verrijkingsstof aangeboden, maar door het maken van de verdiepingsopdrachten krijgen de leerlingen wel met nieuwe (verrijkende) stof te maken. 11. Hoe wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de leerlingen? Vragen + indicatoren
Specificaties
Score
11.1 De methode biedt hulp aan zwakkere leerlingen om goed met het leerstofaanbod om te kunnen gaan door:
11.1.1 pre-teaching
□
11.1.2 extra instructie tijdens de les
□
11.1.3 gebruik van ondersteunend materiaal (zoals cd's met teksten voor dyslexie)
□
11.1.4 herhalingsopdrachten
■
11.1.5 het aanbieden van een basisprogramma
■
11.1.6 het aanbieden van de leerstof op verschillende taal/leesniveaus
□
Toelichting
17
SLO-analyse Wijzer door de natuur
11. Hoe wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de leerlingen? Vragen + indicatoren
Specificaties
11.2 De methode biedt 11.2.1 aanbieden van verrijkingsstof mogelijkheden voor betere leerlingen door:
Score
■
Toelichting Indirect wordt door het aanbieden van verdiepingsopdrachten ook verrijkingsstof aangeboden.
11. 3 Er is variatie in de verwerking van de leerstof:
11.2.2 aanbieden van verrijkingsvragen/opdrachten
■
11.2.3 formuleren van aanvullende doelen bij de verrijking
□
11.2.4 toetsen van de verrijkingsstof
□
11.2.5 het aanbieden van de leerstof op verschillende taal/leesniveaus
□
11.3.1 naar interesse
■
11.3.2 naar niveau
■
11.3.3 naar tempo
□
11.3.4 naar leerstijl
□ □
11.4 De methode geeft aanwijzingen voor het variëren van de instructie. 11.5 De toetsresultaten zijn aanleiding om te differentiëren:
11.5.1 in aanbod/inhoud
■
11.5.2 in doelen
□
11.5.3 in instructie
□
11.5.4 in verwerking
■
12. Hoe ziet de methode eruit? De methode bestaat uit drie onderdelen, de Kleine Wijzer voor groep 1 en 2. Dit is een blauwe ringband. Voor groep 3 en 4 heeft de methode full color werkboeken, de basiskleuren zijn van beide hetzelfde, de afbeelding op de voorkant is verschillend. Voor groep 5-8 maakt de methode gebruik van steunkleuren om het soort materiaal (werkboek/ praktijkboek/leerlingenboek) van elkaar te onderscheiden. De materialen van de verschillende jaargroepen zijn vrij identiek, alleen de afbeelding op de voorkant verschilt enigszins. Materiaal
Formaat (b x h)
Uitvoering
Presentatie
Handleiding groep 1/2
26,5 x 32 cm
4-gaats ringband; harde, geplastificeerde kaft
Buitenzijde in kleur binnenzijde driekleurig
Handleiding groep 3 t/m 8
21 x 30 cm
Slappe kaft, gelijmd
Buitenzijde en binnenzijde tweekleurig
Wegwijzer
21 x 30 cm
Slappe kaft, gelijmd
Buitenzijde en binnenzijde zwart/wit
leerkracht
18
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Materiaal
Formaat (b x h)
Uitvoering
Presentatie
Leerlingenboek
22,5 x 22 cm
Harde kaft, genaaid
Buiten- en binnenzijde full color; bevat foto's en tekeningen
Werkboek groep 3/4
21 x 30 cm
Slappe kaft, geniet
Buiten- en binnenzijde full color; bevat foto's en tekeningen
Werkboek groep 5 t/m 8
19 x 28 cm
Slappe kaft, geniet
Buitenzijde en binnenzijde tweekleurig
leerling
13. Welke informatie staat er in de handleiding? Voor groep 3 t/m 8 is er een praktijkboek voor de leerkracht. Voor groep 3 en 4 wordt in het praktijkboek eerst een algemene inleiding gegeven, waarna vervolgens de thema's aan bod komen. In de algemene inleiding wordt ingegaan op uitgangspunten, didactiek, structuur en organisatie, de thema's, combinatiegroepen, werken in projecten, planning, samenstelling en werkwijze en samenhang met groep 5 tot en met 8. Per thema wordt een inleiding gegeven, waarna voor groep 3, drie activiteitenblokken en voor groep 4, twee activiteitenblokken worden behandeld. Als laatste zijn er per thema kopieerbladen opgenomen, die kinderen mee kunnen nemen naar huis en samen met hun ouders kunnen maken. In de inleiding van een thema komen meestal aan bod: • Beschrijving thema. • Themadoelen. • Achtergrondinformatie. • Aandachtspunten. • Voorbereiding. • Bronnen. • Internet. • Documentatiecentrum (voor de kinderen, voor de leerkracht). Elk activiteitenblok bestaat uit: • Informatieblok (doel, (achtergrondinformatie), voorbereiding, materialen, aandachtspunten, begrippen). • Lesbeschrijving (introductie, opdracht(en) uit werkboek, afsluiting). • Extra activiteiten. Voor de groepen 5 t/m 8 bestaat het praktijkboek uit vier onderdelen, te weten: I. algemene inleiding, II. lesbeschrijvingen, III. antwoorden en kopieerbladen. In de algemene inleiding worden behandeld: leerstof groep 5-8 in vogelvlucht, inhoudsbeschrijvingen van deel X, het standaardprogramma in groep X, het standaardprogramma aanpassen, materialen, lesopzet in dit praktijkboek, werken met combinatiegroepen en materialenlijst. In het tweede deel 'lesbeschrijvingen' staan de thema's (concreet vertaald in 6 hoofdstukken van 6 lessen en 2 projecten van ieder 2 lessen, zie 'hoe is de leerstof geordend') centraal. Een hoofdstuk begint met achtergrondinformatie en voorbereiding, waarna per les (dit zijn er 6 per hoofdstuk) een informatieblok (doel, activiteiten, materiaal, aandachtspunten en begrippen) wordt gegeven, gevolgd door de lesbeschrijving (waarin verwezen wordt naar het leerlingen- en/of werkboek) en bij de basislessen een onderdeel 'extra activiteiten'. Nadat de lessen aan bod zijn geweest, worden de projecten behandeld. Eerst wordt achtergrondinformatie gegeven, waarna een projectbeschrijving volgt (met verwijzing naar het leerlingenboek). Daarna worden activiteiten voor de hele groep, voor werken in groepjes en voor individueel werk behandeld.
19
SLO-analyse Wijzer door de natuur
Het onderdeel 'antwoorden' maakt een onderscheid in antwoorden werkboek, antwoorden toetsen en antwoorden herhalingsopdrachten. Kopieerbladen zijn er voor toetsen, herhalingsopdrachten, ouderbrieven, tipbladen en verdiepingsopdrachten. Bij de activiteitenmap voor groep 1 en 2 is geen aparte handleiding ontwikkeld. Hoe met deze map gewerkt kan worden wordt voorin de map uitgelegd onder het kopje 'Werken met de Kleine Wijzer'. Hierin komen zaken als doorgaande lijn, uitgangspunten, opzet van de thema's, verhalen, versjes, liedjes en tekeningen, inhoudelijke accenten, de tijdlijn, groepen en differentiëren, werkvormen en voorbereiding aan bod. Bij de methode is een zogenoemde 'Wegwijzer' ontwikkeld, waarin de belangrijkste kenmerken van de methode op een rijtje zijn gezet, de doelen en uitgangspunten zijn beschreven, het leerstofoverzicht is opgenomen en hoe de methode is opgezet en hoe ermee gewerkt kan worden. Tevens is een tekst opgenomen die scholen kunnen gebruiken bij het verantwoorden en beschrijven van het natuuronderwijs op school. In de handleiding zijn geen verkleinde weergaven van de kopieer- of werkschriftbladen opgenomen.
14. In hoeverre is er aandacht voor multiculturele thema's? In de methode komen met name in de illustraties zowel Nederlandse als niet-Nederlandse personen voor. In de teksten komen vooral Nederlandse namen voor. Er zijn geen specifieke thema's die multiculturele onderwerpen behandelen.
15. In hoeverre is er aandacht voor de rolverdeling tussen mannen en vrouwen? In de methode komen zowel personen in rolbevestigende als roldoorbrekende situaties voor. Zo is er bijvoorbeeld een vrouw te zien die bladeren opzuigt met een speciale stofzuiger. Mannen en vrouwen komen ongeveer evenveel aan bod.
20