Slaaponderzoek Auping Onderzoek naar de Olympische Spelen en de Zomertijd voor Auping B11662, februari 2010
Copyright © 2010 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA.
Voorwoord Voor u ligt een onderzoeksrapport van Blauw Research uitgevoerd in opdracht van Koninklijke Auping bv. Dit onderzoek geeft inzicht in het gedrag en de houding van Nederlanders ten opzichte van televisie kijken in bed en de Olympische Winterspelen alsmede de houding van Nederlanders ten opzichte van de zomertijd.
Wij wensen de lezer veel succes met het gebruik van de resultaten. Rotterdam, februari 2010 Project team: Linda Metzemaekers, Project Manager Marlies Kerklaan, Business Cell Manager Branding
Inhoudsopgave
Legenda
1 Kort & Krachtig 1.1 Achtergrond 1.2 Conclusies Zomertijd 1.3 Conclusies Olympische Spelen
4 5 6 7
Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten worden in dit rapport belangrijke of opmerkelijke resultaten toegelicht aan de hand van pictogrammen.
2 Zomertijd 2.1 Reden zomertijd 2.2 Stellingen slapen 2.3 Stellingen nachtrust 2.4 Stellingen zomertijd 2.5 Overige stellingen 2.6 Slaapervaringen partner
8 9 10 11 12 13
Betekenis van de pictogrammen:
3 Olympische Spelen 3.1 Volgens OS 3.2 Slaapverwekkende sport 3.3 Stellingen OS
15 16 17 18
4 TV kijken in bed 4.1 Redenen TV in bed 4.2 Houding TV kijken in bed 4.3 Stellingen TV in bed
19 20 21 22
5 Bijlagen
23
Verantwoording Achtergrond respondenten
Verschillen geslacht 18 50
35
Verschillen leeftijd Verschillen TV in slaapkamer Verschillen mensen met/zonder verstelbaar bed
Aanvulling Blauw Research
23 25
Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 www.blauw.com Onderzoek OS en Zomertijd / pag.3 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Hoofdstuk I: Kort & Krachtig
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.4 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
1
Kort & Krachtig
1.1 Achtergrond
Inleiding “In welke mate zijn Nederlanders geïnteresseerd in de Olympische Winterspelen, en welke sporten zijn dan favoriet? Zijn zij ook daadwerkelijk bereid hiervoor op te staan, de wekker te zetten, of wakker te blijven? Weten Nederlanders eigenlijk wel waar de zomertijd voor is, en wat vinden zij hiervan?” Om antwoord te krijgen op onder andere deze vragen heeft Koninklijke Auping BV aan Blauw Research gevraagd onderzoek uit te voeren onder de Nederlandse bevolking. Doelstelling Het centrale doel van het onderzoek is tweeledig; enerzijds inzicht verkrijgen in de houding en het gedrag van Nederlanders ten opzichte van de Olympische Winterspelen, anderzijds inzicht verkrijgen in de kennis en houding van Nederlanders met betrekking tot de zomertijd. Doelgroep Het onderzoek is uitgevoerd onder 819 Nederlanders, en is representatief voor leeftijd, geslacht en opleiding.
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.5 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
1
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies Zomertijd
Meerderheid Nederlanders is bekend met de reden van de zomertijd Meer dan de helft (59%) van de Nederlanders weet dat de zomertijd ooit is ingesteld uit energiebesparing. Mannen en ouderen zijn zich hier het best bewust van. Vrouwen en jongeren denken daarentegen vaker dan mannen en ouderen dat de zomertijd is ingesteld omdat men van korte dagen depressief wordt. Zomertijd zorgt voor ontregeld ritme maar is geen excuus om je te verslapen Meer dan één op de vijf Nederlanders heeft door de invoering van zomer- of wintertijd last van een verstoord ritme. Toch is deze invoering volgens driekwart van de Nederlanders geen excuus om je te verslapen. Vrouwen zijn wel milder, van hen vindt een kleiner deel dat het geen excuus is. Dit begrip is wellicht te verklaren door het feit dat vrouwen vaker last hebben van de zomertijd; zij zijn hierdoor vaker vermoeid en hebben vaker last van een ontregeld ritme. Slechts een kwart van de Nederlanders vindt dat de zomer- en wintertijd moet worden afgeschaft. Nederlanders zijn avondmensen en slapen te weinig Een groot deel van de Nederlanders geeft aan een avondmens te zijn. Opvallend is wel dat oudere mensen juist vaker ochtendmensen zijn. Tevens houden Nederlanders van vermaak; het weekend wordt vaker gebruikt om leuke dingen te doen dan om uit te rusten. Dit heeft wel tot gevolg dat meer dan een derde van de Nederlanders aangeeft te weinig te slapen. Vooral jongeren leiden aan slaaptekort. Meer dan de helft van de Nederlanders voelt zich door te korte nachten weleens vermoeid, en 38% zou graag een middagdutje doen.
Een TV in de slaapkamer leidt tot nog meer klachten over vermoeidheid door te korte nachten. Bij ongeveer vier op de tien Nederlanders hebben te korte nachten een negatieve invloed op de dagelijkse werkzaamheden. Vrouwen en jongeren zijn echte koukleumen Een ruime meerderheid van de Nederlanders heeft altijd een raampje open in de slaapkamer, toch heeft meer dan een kwart het vaak te warm in bed. Vrouwen en jongeren zijn echter koukleumen; 17% van de vrouwen en 18% van de jongeren heeft het vaak te koud in bed. Ruim een derde van de vrouwen warmt zich in bed dan ook op aan hun partner. Nederlanders slapen goed Zeven op de tien Nederlanders slapen goed. Een goed bed is belangrijk voor de nachtrust, vindt maar liefst 96% van de Nederlanders. Opvallend is dat bijna de helft (48%) van de mensen met een verstelbaar bed aangeeft dat hun bed zo goed is, dat ze wel een uurtje minder kunnen slapen. Mensen zonder verstelbaar bed zijn het hier beduidend minder vaak mee eens (34%). Snurkende partner zorgt voor ergernissen Een derde van de Nederlanders ergert zich wel eens aan een snurkende partner, dit zijn vooral vrouwen. Mannen ergeren zich juist vaker aan de koude voeten van hun partner. Andere ergernissen zijn onrustig slapende partners, maar ook snoozende wekkers. Ondanks deze ergernissen wil slechts 6% van de Nederlanders liever alleen in bed liggen.
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.6 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
1
Kort & Krachtig
1.3 Conclusies Olympische Spelen Olympische Spelen populair onder Nederlanders Bijna driekwart van de Nederlanders is van plan minimaal één sport te volgen bij de Olympische Winterspelen in Vancouver, en bijna één op de vijf Nederlanders is zelfs van plan wakker te blijven voor de Spelen, dit zijn vooral mannen. De meerderheid van de Nederlanders geeft echter toe wel eens in slaap te vallen onder een programma of wedstrijd. Schaatsen favoriet Schaatsen is veruit favoriet. Vooral mannen en vijftigplussers zijn geïnteresseerd in de Olympische Spelen. Hoewel vrouwen minder van plan zijn de Spelen te volgen, hebben zij wel vaker dan mannen de intentie het kunstrijden te gaan volgen. Mannen zijn juist vaker geïnteresseerd in bobsleeën, skiën en ijshockey. Curling slaapverwekkend Ruim een derde van de Nederlanders vindt curling een slaapverwekkende sport. Vooral mannen vinden deze sport slaapverwekkend. Een derde van de vijftigplussers vindt geen enkele sport slaapverwekkend, slechts 20% van de mensen jonger dan 35 jaar deelt deze mening. Kunstrijden is onder vrouwen beduidend populairder dan onder mannen; slechts 4% van de vrouwen vindt deze sport slaapverwekkend tegenover bijna een kwart (23%) van de mannen.
De meerderheid van de mensen met een televisie in hun slaapkamer vindt TV kijken in bed gezellig. Een groot deel (63%) kijkt dan ook weleens TV in bed met hun partner.
Jongeren vaak lichamelijke klachten door televisie kijken in bed Bijna één op de vijf Nederlanders vindt zijn of haar bed niet prettig om lang in TV te kijken, 12% krijgt hierdoor wel eens lichamelijk klachten. Vooral vrouwen hebben hier last van. Bijna vier op de tien Nederlanders zou graag een verstelbaar bed willen hebben. Vijftigplussers hebben beduidend vaker een verstelbaar bed, dan mensen jonger dan 35 jaar (60% vs. 17%). Opvallend is dat vijftigplussers vaker aangeven geen lichamelijke klachten te krijgen van televisie kijken in bed, dan mensen onder de 35 jaar. Verstelbaar bed zorgt voor minder lichamelijke klachten Mensen met een verstelbaar bed hebben minder vaak last van lichamelijke klachten (zoals een stijve nek, schouderklachten of rugklachten) door TV kijken in bed. Tevens vinden zij hun bed minder vaak onprettig om lang in TV te kijken.
TV kijken in bed: ontspannend en gezellig Bijna de helft van de mensen die een televisie in de slaapkamer heeft staan, kijkt televisie voor het slapen gaan ter voorbereiding op de nachtrust. Ook kijkt een groot deel van hen televisie in bed omdat dit comfortabel is. Vijftigplussers kijken echter minder vaak met deze reden televisie in bed dan mensen jonger dan 35 jaar. Onderzoek OS en Zomertijd / pag.7 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Hoofdstuk II: Zomertijd
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.8 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
2
Nederlanders weten dat zomertijd is ingesteld vanwege energiebesparing
Reden zomertijd Aantal uren slaap per nacht
59%
11% 8%
7
vrouw
7,2
2.1 Reden zomertijd
Het grootste deel van de Nederlanders (59%) denkt terecht dat we een zomertijd nodig hebben omdat dit energie bespaart. 11% van de Nederlanders heeft het idee dat we een zomertijd hebben zodat we langer buiten kunnen zitten. Mannen weten vaker dan vrouwen dat we een zomertijd hebben uit energiebesparing (64% vs. 55%). Vrouwen denken juist vaker dan mannen dat we een zomertijd nodig hebben omdat men van korte dagen depressief wordt (8% vs. 4%).
Aantal uren slaap per nacht - leeftijd
6% 10%
Man
6%
< 35
7,4
35 t/m 49
6,9
18 50
> 50 uit energiebesparing langer buiten kunnen zitten van korte dagen wordt men depressief zorgt voor extra arbeidstijd voor boeren geen van bovenstaande weet niet
Zomertijd
n=819
7,1
35
71% van de vijftigplussers ziet energiebesparing als reden voor een zomertijd, in tegenstelling tot slechts 39% van de mensen jonger dan 35 jaar. Jonge mensen denken juist vaker dan vijftigplussers dat we een zomertijd hebben omdat men van korte dagen depressief wordt (11% vs. 2%). De zomertijd begint op de laatste zondag van maart en eindigt op de laatste zondag van oktober. In de nacht van zaterdag op zondag eind maart worden de klokken om 2 uur een uur vooruit gezet. In Nederland is de zomertijd in 1977, vanwege de oliecrisis, opnieuw ingevoerd; ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Uitvinder in 1907 is de Londense aannemer William Willett (bron: knmi.nl).
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.9 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
2
Zomertijd
2.2 Stellingen slapen
Nederlanders zijn avondmensen
Stellingen slapen ochtendmens
26%
gebruikt weekend om bij te komen
zet altijd raampje open in slaapkamer
27%
44%
slaapt te weinig
34%
-60%
-40%
0%
vaak te koud in bed
10%
slaapt slecht als het koud is
20%
Vrouwen hebben het vaker dan mannen koud in bed (17% vs. 6%). Ook geven zij vaker dan mannen aan dat zij slecht slapen als het koud is (14% vs. 7%). 18
12%
6%
-20%
Bij 64% van de Nederlanders staat altijd een raampje open, toch heeft 27% het vaak te warm in bed. 44% van de Nederlanders slaapt slecht als het warm is.
zet nooit raampje open in slaap-kamer
15%
vaak te warm in bed
-80%
gebruikt weekend om leuke dingen te doen
39%
64%
slaapt slecht als het warm is
avondmens
44%
17%
Nederlanders zijn eerder avondmensen dan ochtendmensen (44% vs. 26%), en gebruiken het weekend vaker om leuke dingen te doen dan om bij te komen (39% vs. 17%). Maar liefst een derde van de Nederlanders vindt dat zijzelf te weinig slapen.
50
35
Mensen onder de 35 jaar hebben het vaker koud (18%) dan mensen tussen de 35 en 49 jaar (11%) en vijftigplussers (8%). Vijftigplussers zetten dan ook vaker een raampje open dan mensen jonger dan 35 jaar (73% vs. 53%). Vijftigplussers zijn vaker ochtendmensen dan mensen jonger dan 35 jaar (30% vs. 18%).
slaapt teveel
40%
60%
n=819
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.10 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Meer dan de helft van de Nederlanders voelt zich wel eens vermoeid door te weinig slaap, van de mensen onder de 35 jaar is dit zelfs bijna driekwart
Stellingen nachtrust Ik voel me overdag wel eens vermoeid door te korte nachten. (n=819)
8%
Mijn dagelijkse werkzaamheden hebben eronder te lijden als ik slecht slaap. (n=819)
7%
47%
19%
31%
22%
19%
6%
30%
8%
2
2.3 Stellingen nachtrust Meer dan de helft van de Nederlanders (55%) voelt zich wel eens vermoeid door te korte nachten. Ruim eenderde denkt dat hij/zij vroeger naar bed zou moeten gaan (35%). Wanneer het mogelijk zou zijn, zou 38% van de Nederlanders graag een middagdutje doen. Bij bijna vier op de tien Nederlanders (38%) hebben de dagelijkse werkzaamheden te lijden onder een slechte nachtrust. Een partner met een slecht humeur wordt vaker als vervelend gezien dan een baas met een slecht humeur (29% vs. 19%)
18 50
Ik zou graag een middagslaapje doen als daar de mogelijkheden voor waren. (n=819)
7%
Ik vind dat ik vroeger naar bed zou moeten gaan. (n=819)
6%
Als mijn partner slecht heeft geslapen, baal ik van zijn/haar humeur. (n=565)
31%
29%
mee eens
neutraal
33%
20%
40%
niet mee eens
16%
30%
31%
15%
0%
24%
26%
25%
Als mijn baas slecht heeft geslapen, baal ik van zijn/haar humeur. (n=819)
helemaal mee eens
22%
29%
15%
60%
8%
9%
11%
25%
80%
100%
helemaal niet mee eens
weet niet
Zomertijd
35
Ruim een kwart (26%) van de vijftigplussers denkt van zichzelf dat hij of zij vroeger naar bed zou moeten gaan. Mensen jonger dan 35 jaar hebben dit idee vaker; 45% van hen denkt vroeger naar bed te moeten gaan. Zij denken ook vaker dat hun werkzaamheden te lijden hebben onder een slechte nachtrust (51% vs. 28%). Ook voelt driekwart (74%) van de mensen onder de 35 jaar zich weleens vermoeid door te korte nachten, tegenover 39% van de vijftigplussers. Hoe ouder men wordt, hoe meer begrip zij krijgen voor een partner met een slecht humeur door weinig slaap.
Mensen met een televisie in de slaapkamer zijn vaker vermoeid door te korte nachten dan mensen die geen televisie in hun slaapkamer hebben (62% vs. 48%). Onderzoek OS en Zomertijd / pag.11 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Eén op de vijf Nederlanders heeft last van een verstoord ritme bij het ingaan van de zomertijd
2
Zomertijd
2.4 Stellingen zomertijd
Stellingen zomertijd Je verslapen omdat de zomertijd is ingegaan is geen excuus.
33%
Als het zomer is slaap ik soms slecht doordat ik zweet. De zomer- en wintertijd zouden afgeschaft moeten worden. Mensen die zeggen dat ze een verstoord ritme hebben door het ingaan van de zomer- of wintertijd stellen zich aan.
28% 14% 6%
De week/de maandag na ingang van de zomertijd ben ik vermoeid. Ik heb in de periode na ingang van de zomertijd last van een verstoord ritme.
42%
7%
25%
9%
15% 16%
15%
De week na ingang van de zomertijd ben ik vermoeid.
14%
20%
Ik ga iets eerder naar bed als de zomertijd wordt ingesteld.
helemaal mee eens niet mee eens
11% 7%
0% 20% 40% mee eens helemaal niet mee eens
25%
Vrouwen zijn milder als het gaat om verslapen door de zomertijd dan mannen; 81% van de mannen vindt dit geen excuus, tegenover 68% van de vrouwen. Ook zijn vrouwen minder vaak van mening dat mensen die zeggen een verstoord ritme te hebben, zich aanstellen (15% vs. 30%). Vrouwen hebben zelf dan ook vaker last van de zomer- en wintertijd; ze hebben vaker een verstoord ritme dan mannen (25% vs. 17%). Vrouwen zijn ook vaker vermoeid dan mannen na de ingang van de zomertijd (26% vs. 17%).
20%
37% 31%
De zomertijd is geen excuus om je te verslapen, aldus driekwart van de Nederlanders. Toch vindt 43% van de Nederlanders dat mensen die een verstoord ritme hebben door zomer- of wintertijd zich niet aanstellen. Ruim één op de vijf (22%) heeft ook echt last van een verstoord ritme. Slechts 8% van de Nederlanders gaat echter eerder naar bed als de zomertijd wordt ingesteld.
17%
36%
23% 33%
38%
28% 23%
13%
26%
20%
Bij het ingaan van de zomertijd weet ik niet zeker of de klok een uur vooruit of een uur achteruit gaat.
Ik blijf iets langer liggen als de zomertijd wordt ingesteld.
25%
31%
17%
8%
29%
25%
16% 16%
13%
21%
38% 44% 60% neutraal weet niet
18
18%
50
24% 80%
35
Vijftigplussers zijn vaker van mening dat de zomer- en wintertijd moet worden afgeschaft dan mensen jonger dan 35 jaar (26% vs. 16%).
100% n=819
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.12 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
2
Eén op de drie Nederlanders „snoozt‟
2.5 Overige stellingen
Bijna alle Nederlanders (96%) vinden een goed bed belangrijk voor de nachtrust. Zeven op de tien Nederlanders zeggen goed te slapen. Toch zegt maar 38% dat zijn of haar bed zo lekker ligt, dat een uurtje minder slaap best kan. 41% heeft moeite met opstaan als gevolg van een lekker bed.
Overige stellingen Een goed bed is belangrijk voor de nachtrust.
51%
Ik zweet in bed meer in de zomer dan in de winter.
50%
13%
7%
Ik heb een heerlijk bed, een uurtje minder slaap kan ik best hebben.
8%
30%
Als het ’s nachts koud is doe ik de ramen van de slaapkamer dicht.
7%
30%
Ik laat mijn wekker altijd ‘snoozen’.
0%
24%
20%
26%
26%
17%
10%
40%
mee eens helemaal niet mee eens
12%
25%
32%
30%
26%
60% neutraal weet niet
Ruim driekwart (76%) van de mannen zegt over het algemeen goed te slapen, tegenover 66% van de vrouwen. Mannen vinden ook vaker dan vrouwen dat zij best een uurtje minder kunnen slapen, doordat ze een lekker bed hebben (43% vs. 32%).
11%
23%
34%
11%
15%
46%
Mijn bed ligt zo lekker, ik kom er moeilijk uit.
helemaal mee eens niet mee eens
45%
20%
Over het algemeen slaap ik goed.
Zomertijd
8%
5%
15%
50
35
Mensen jonger dan 35 jaar hebben meer moeite met uit bed komen dan vijftigplussers (58% vs. 31%), en laten hun wekker dan ook beduidend vaker „snoozen‟ (51% vs. 18%). Bijna de helft (48%) van de vijftigplussers kan dankzij een goed bed wel een uur minder slapen, van de mensen onder de 35 jaar is slechts een kwart (26%) het eens met deze stelling. Mensen met een verstelbaar bed geven vaker aan dat hun bed zo lekker ligt, dat ze wel een uurtje minder kunnen slapen (48% vs. 34%). Het lijkt er dus op dat een goed bed ervoor zorgt dat je minder slaap nodig hebt om uitgerust te zijn.
28%
80%
18
100% n=819
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.13 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
2
Zomertijd
2.6 Slaapervaringen partner
Snurkende partner grootste ergernis
Stellingen slaapervaringen partner ergert zich aan snurkende partner
Een derde (32%) van de Nederlanders ergert zich wel eens aan een snurkende partner. Ook heeft een kwart wel eens last van een onrustig slapende partner. Een kwart van de Nederlanders warmt zich op aan zijn of haar partner.
32%
warmt zich op aan partner
25%
partner slaapt soms onrustig, heeft daar wel eens last van
Vrouwen ergeren zich vaker aan hun snurkende partner dan mannen (41% vs. 23%), terwijl mannen zich juist vaker ergeren aan de koude voeten van hun partner (13% vs. 6%). Vrouwen vinden het juist fijn om zich op te warmen aan hun partner; 36% doet dit, tegenover 15% van de mannen.
25%
ergert zich als partner wekker steeds opnieuw laat afgaan
11%
gaat wel eens weleens apart liggen i.p.v. naast partner
11% 18
ergert zich aan koude voeten partner
50
9%
zou liefst alleen in bed liggen
7%
ergert zich aan uitslapende partner
6%
Mensen jonger dan 35 jaar ergeren zich 35 vaker dan vijftigplussers aan de koude
voeten van de partner (16% vs. 5%) en aan een partner die de wekker steeds opnieuw laat afgaan (21% vs. 4%). Bijna vier op de tien mensen onder de 35 jaar, warmen zich op aan hun partner, tegenover twee van de tien vijftigplussers.
Deze vraag is alleen voorgelegd aan mensen die samenwonen met een partner (68%).
ergert zich aan zwetende partner
3% 0%
10%
20%
30%
40% n=565
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.14 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Hoofdstuk III: Olympische Spelen
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.15 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
3
3.1 Volgen OS
Olympische Winterspelen vooral populair bij ouderen en mannen
Volgen Olympische Spelen schaatsen
Bijna driekwart van de Nederlanders (74%) gaat in ieder geval één van de Olympische sporten volgen tijdens de Winterspelen 2010. Vooral schaatsen is populair onder de Nederlanders; 44% is van plan deze sport te gaan volgen.
44%
bobsleeën
20%
kunstrijden
Olympische Spelen
18%
skispringen
Mannen zijn vaker van plan de Olympische Spelen te volgen dan vrouwen (78% vs. 70%). Ook zijn zij meer geïnteresseerd in schaatsen; 47% van de mannen is van plan deze sport te volgen, tegenover 40% van de vrouwen. Ook bobsleeën (24% vs. 17%), ijshockey (14% vs. 4%) en skiën (17% vs. 11%) wordt vaker gevolgd door mannen dan door vrouwen. Vrouwen daarentegen zijn juist vaker dan mannen van plan kunstrijden te gaan volgen (26% vs. 9%).
15%
skiën
14%
zoveel mogelijk
14%
ijshockey
9%
biathlon
9%
shorttrack
9%
snowboarden
8%
langlaufen
5%
noordse combinatie
5%
rodelen
5%
freestyleskiën
4%
curling
18 50
3%
skeleton
26%
weet niet
11% 0%
10%
20%
30%
80% van plan de OS te gaan volgen. Mensen jonger dan 35 jaar hebben deze intentie minder vaak; 59% van hen gaat de OS volgen. Kunstrijden blijkt een echte slaapkamersport; mensen met een televisie in de slaapkamer zijn vaker van plan naar het kunstrijden te kijken dan mensen die dit niet hebben (21% vs. 14%).
2%
gaat OS niet volgen
De Olympische Spelen zijn vooral onder 35 ouderen populair. Van de vijftigplussers is
40%
50% n=819
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.16 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
3
Olympische Spelen
3.2 Slaapverwekkende sport
Curling meest slaapverwekkende sport Olympische Spelen Slaapverwekkende sporten Olympische Spelen alle sporten
Curling wordt door Nederlanders gezien als meest slaapverwekkende sport; een derde van de Nederlanders is deze mening toebedeeld. Ook vindt ruim één op de vijf (22%) langlaufen een slaapverwekkende sport. Ruim een kwart van de Nederlanders (27%) vindt geen enkele sport slaapverwekkend.
10%
curling
34%
langlaufen
22%
biathlon
15%
kunstrijden
13%
skeleton
Mannen vinden nog vaker dan vrouwen curling een slaapverwekkende sport (37% vs. 30%). Ook vindt 23% van de mannen kunstrijden slaapverwekkend, tegenover slechts 4% van de vrouwen.
12%
rodelen
11%
noordse combinatie
10%
shorttrack
7%
freestyleskiën
18
6%
skispringen
50
6%
snowboarden
5%
ijshockey
5%
schaatsen
5%
bobsleeën
3%
geen enkele sport
27%
weet niet
13% 0%
10%
20%
30%
35% van de vijftigplussers vindt geen enkele sport slaapverwekkend, tegenover 20% van de mensen jonger dan 35 jaar. 15% van de mensen jonger dan 35 jaar, vindt zelfs alle sporten slaapverwekkend. Van de vijftigplussers vindt slechts 6% dit ook. Het slaapverwekkende karakter van curling komt in de slaapkamer nog sterker naar voren. Van de mensen met een televisie in de slaapkamer vindt 38% curling een slaapverwekkende sport, van de mensen die geen televisie in de slaapkamer hebben vindt 30% deze sport slaapverwekkend.
4%
skiën
35
40% n=819
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.17 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
3
Olympische Spelen
3.3 Stellingen OS
Eén op de vijf Nederlanders blijft wakker voor de Olympische Spelen
Stellingen Olympische Spelen Het gebeurt nog wel eens dat ik tijdens een programma of wedstrijd in slaap val. (n=415)
13%
Ik vind het prettig om voor het slapen nog even snel het nieuws/teletekst te kijken. (n=415) Ik blijf wakker als er een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt, zoals verkiezingen, verslag van een ramp of een live uitzending. (n=415)
43%
12%
38%
19%
17%
8%
34%
Ik heb er begrip voor als mensen de dag na een sportevenement op televisie zoals de Olympische Spelen iets later opstaan. (n=819)
19%
16%
Ik blijf wakker voor de Olympische Spelen. (n=819)
20%
23%
17%
14%
19%
26%
18%
14%
12%
Bijna één op de vijf Nederlanders (19%) blijft wakker voor de Olympische Spelen. 21% van de Nederlanders heeft er begrip voor als mensen na een sportevenement wat later opstaan, slechts 5% vindt echter dat zijn/haar baas begrip moet tonen als zij hierdoor later beginnen met werken. De meerderheid van de Nederlanders valt weleens in slaap tijdens een programma of wedstrijd (56%).
18% 65% van de vrouwen blijft niet wakker voor de Olympische Spelen, tegenover 58% van de mannen. Vrouwen zijn het ook vaker niet eens met de stelling dat een baas begrip moet tonen als een werknemer later komt na een wedstrijd (81% vs. 74%).
28%
26%
35% 18
Na het zien van een spannende wedstrijd kan ik niet goed slapen. (n=415)
9%
Mijn baas moet begrip tonen als ik na het zien van een nachtelijke Olympische wedstrijd iets later begin. (n=819) Ik zweet soms in bed als ik op TV een spannende wedstrijd heb gezien. (n=415)
mee eens
neutraal
35%
12%
7%
0% helemaal mee eens
15%
36%
28%
niet mee eens
35
Ruim zeven op de tien (71%) mensen onder de 35 jaar blijven niet wakker voor de OS. Onder vijftigplussers ligt dat aandeel aanzienlijk lager: 56% is niet van plan wakker te blijven voor dit evenement.
49%
35%
20%
50
52%
40%
60%
80%
helemaal niet mee eens
100% weet niet
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.18 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Hoofdstuk IV: TV kijken in bed
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.19 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
4
TV kijken in bed
4.1 Redenen TV in bed
Televisie kijken in bed vooral ter voorbereiding op nachtrust
Reden televisie kijken in bed Ruim de helft (52%) van de Nederlanders heeft een televisie in hun slaapkamer (niet in grafiek).
ter voorbereiding op nachtrust
Bijna de helft van Nederlanders die een televisie in de slaapkamer heeft, kijkt televisie ter voorbereiding op de nachtrust (48%). Ook kijkt een groot deel televisie in bed omdat dit comfortabel is (45%).
48%
comfortabel
18
45%
50
favoriete programma niet missen
35
Mensen jonger dan 35 jaar kijken vaker televisie in bed omdat ze dit comfortabel vinden dan vijftigplussers (55% vs. 35%).
23%
kijkt televisie in bed als televisie in huiskamer bezet
21%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% n=415
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.20 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
4
TV kijken in bed
4.2 Houding TV kijken in bed
Televisie kijken in bed vooral liggend met een kussen onder het hoofd Houding televisie kijken in bed liggend met kussen onder hoofd
63%
achterover leunend in verstelbaar bed
Een ruime meerderheid (63%) van de Nederlanders die weleens televisie in bed kijkt, ligt met een kussen onder het hoofd. Iets meer dan een kwart (28%) leunt achterover in een verstelbaar bed. Mannen liggen vaker dan vrouwen achterover leunend in een verstelbaar bed televisie te kijken (33% vs. 24%), vrouwen liggen daarentegen vaker op hun zij (27% vs. 19%).
28%
hangend/leunend met kussens
25%
18
Mensen jonger dan 35 jaar kijken vaker vijftigplussers televisie met een kussen onder het hoofd (70% vs. 53%), hangend/leunend met kussens (39% vs. 13%) of liggend op hun zij (31% vs. 14%). Ook hebben zij vaker eten of drinken binnen handbereik (18% vs. 3%). Vijftigplussers kijken juist vaker achterover leunend in een verstelbaar bed (40% vs. 16%).
35 dan 50
liggend op zij
23%
met eten/drinken binnen handbereik
11%
zittend op rand bed
3%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70% n=415
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.21 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
4
4.3 Stellingen TV in bed
TV kijken voor het slapen gaan gezellig
Stellingen televisie kijken in bed Ik vind het geen probleem als mijn partner in bed TV kijkt en ik wil gaan slapen. (n=296)
21%
TV kijken voor het slapen is gezellig. (n=415)
17%
45%
16%
Als ik TV kijk voor het slapen gaan dan val ik makkelijker in slaap. (n=415) Meestal kijk ik korter dan een half uur TV in bed. (n=415)
42%
12%
Ik kijk vaak samen met mijn partner TV op bed. (n=296)
6%
23%
34%
11%
10% 10%
33%
34%
13%
17%
33%
32%
19%
10%
13%
29%
De meerderheid van de Nederlanders met een TV in de slaapkamer (57%) vindt TV kijken voor het slapen gaan gezellig. De helft van de Nederlanders kijkt dan ook vaak samen met hun partner TV op bed. 63% vindt het geen probleem als hun partner in bed TV kijkt wanneer hij/zij zelf wil gaan slapen. Bijna één op de vijf Nederlanders (18%) vindt zijn of haar bed niet prettig om lang in TV te kijken, 12% krijgt ook daadwerkelijk lichamelijke klachten van TV kijken in bed. 39% van de Nederlanders zou een verstelbaar bed willen hebben, 37% heeft al een verstelbaar bed. Vrouwen hebben vaker dan mannen last van lichamelijke klachten door TV kijken in bed (15% vs. 8%).
6%
8%
18 50
Ik zou een verstelbaar bed willen hebben. (n=415)
19%
Mijn bed is niet prettig om er lang in naar TV te kijken. (n=415)
11% 0%
mee eens
neutraal
26%
11%
14%
Ik krijg lichamelijke klachten van TV kijken in bed. (n=415)
helemaal mee eens
20%
26%
Ik heb een verstelbaar bed. (n=415)
TV kijken in bed
17%
16%
niet mee eens
Van de vijftigplussers heeft maar liefst 60% een verstelbaar bed, dit is veel meer dan de jongere generatie. Van de mensen jonger dan 35 jaar heeft 17% een verstelbaar bed, van de mensen tussen de 35 en 49 jaar heeft 32% een verstelbaar bed. Vijftigplussers geven vaker dan mensen jonger dan 35 aan geen lichamelijke klachten te krijgen van TV kijken in bed (78% vs. 63%).
32%
39% 40%
15%
42%
34%
15% 20%
17%
35
33% 60%
80%
100%
helemaal niet mee eens
weet niet
Mensen met een verstelbaar bed hebben minder vaak lichamelijke klachten (6% vs. 15%). Ook is TV kijken in een verstelbaar bed prettiger; mensen met een verstelbaar bed vinden hun bed minder vaak onprettig om lang in TV te kijken (13% vs. 21%). Onderzoek OS en Zomertijd / pag.22 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Bijlage verantwoording Doelgroep De doelgroep van het onderzoek wordt gevormd door de Nederlandse bevolking vanaf 18 jaar, representatief naar leeftijd, geslacht en opleiding.
zich geen problemen hadden voorgedaan in de vragenlijst. Vervolgens is de overige 90% uitgenodigd voor het onderzoek.
Methode Om cijfermatige inzichten te verkrijgen is een (online) kwantitatieve onderzoek uitgevoerd. Er is onder meer voor online onderzoek gekozen vanwege het respondentvriendelijke karakter. Mede daardoor is de respons hoger dan bij andere veldwerkmethoden. Een hogere respons leidt tot een betere representativiteit en lagere kosten.
Analyse Na afloop van het veldwerk zijn de opgebouwde databestanden gecontroleerd op volledigheid en consistentie en vervolgens geschikt gemaakt voor statistische analyse. Er is een extra analyse uitgevoerd om te achterhalen of zich in de steekproef frauduleuze respondenten bevonden (respondenten die sneller dan mogelijk de vragenlijst hebben afgerond). Op basis van deze analyse zijn 36 respondenten uit de steekproef gehaald.
De geselecteerde (potentiële) respondenten ontvingen een uitnodigingsmail met een link, met daarin een unieke code en wachtwoord. Via deze link kon de vragenlijst op (een afgeschermd deel van) de website van Blauw Research worden ingevuld. De vragenlijst is in samenspraak met Koninklijke Auping en SterkWerk opgesteld.
De resultaten van de steekproef is door middel van van propensity weighting gewogen om de resultaten representatief te laten zijn naar de Gouden Standaard. Dit is gebeurd op basis van leeftijd, opleiding en geslacht.
Steekproefprocedure De steekproef is getrokken uit het panel van BlauwNL, één van de vaste online researchpanels van Blauw Research. De netto gerealiseerde steekproef bestaat in totaal uit 819 respondenten. Veldwerk Het veldwerk vond plaats van 29 januari tot en met 3 februari 2010, de gemiddelde invulduur was 7 minuten. Bij aanvang van het onderzoek is 10% van de bruto steekproef uitgenodigd. Op het moment dat ongeveer 10% van de beoogde (netto) respons was behaald, zijn tussentijds resultaten opgevraagd om te controleren of
Dataverwerking De mate waarin de uitkomsten van het onderzoek ook daadwerkelijk voor de gehele doelgroep gelden, uit zich o.a. in de validiteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Op deze punten wordt nader ingegaan.
Validiteit Een bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Bij dit onderzoek is hieraan ruime aandacht besteed. Bij de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van antwoordcategorieën en antwoordschalen.
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.23 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Bijlage verantwoording Betrouwbaarheid Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd. Het databestand is vervolgens geschikt gemaakt voor de statistische analyses. Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare toetsen en testen. In dit rapport worden de uitkomsten significant genoemd bij een betrouwbaarheid van 95% ( =0,05). Dit betekent dat met minimaal 95% betrouwbaarheid gesteld kan worden dat het waargenomen verschil in de steekproef ook voor de gehele onderzoekspopulatie geldt.
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.24 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010
Bijlage achtergrond respondenten Geslacht
Leeftijd 37%
49%
22%
51% 41%
man
vrouw
n=819
< 35 jaar
35 t/m 49 jaar
> 50 jaar n=819
Opleidingsniveau
42%
31%
27%
laag
midden
hoog
n=819
Onderzoek OS en Zomertijd / pag.25 t.b.v. Koninklijke Auping bv Blauw Research / B11662 © februari 2010