SkillsTrainingsCentrum Limburg Verzorgende-IG Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen
Module 2 Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen 2013 / 2014 Gastro-enterologie
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm, geluidsband elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrievalsystem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ONDERWIJSBIJEENKOMST Gastro-enterologie
Vaardigheden :
Maagsonde inbrengen Maagsonde verwijderen Sondevoeding toedienen PEG/PRG-katheter verzorgen Medicatietoediening via een maagsonde, PEG/PRG-katheter, jejunostomiekatheter Gastrostomiesonde invoeren en verwisselen (alleen VPK) Doorspoelen van een jejunostomiekatheter
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Doelstellingen
Doelstellingen Na verwerking van de voorbereidende opdrachten en deelname aan de bijeenkomst, kan de deelnemer:
Het theoretisch deel van de protocollen benoemen. De benodigdheden benoemen die noodzakelijk zijn om volgens de protocollen te kunnen werken. De juiste berekeningen maken voor het bereiden van de medicatie. De hier onderstaande handelingen volgens protocol uitvoeren;
Een neusmaagsonde inbrengen Een neusmaagsonde verwijderen Sondevoeding toedienen PEG/PRG-katheter verzorgen Gastrostomiesonde verwisselen (alleen door een verpleegkundige) Medicatietoediening via maagsonde, PEG/PRG-katheter, jejunostomiekatheter Doorspoelen van een jejunostomiekatheter
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Programma Inleiding op de bijeenkomst.
05 min
Demonstratie Een neusmaagsonde inbrengen Een neusmaagsonde verwijderen
20 min
Oefenen in subgroepjes in de protocollen.
20 min
Demonstratie Sondevoeding toedienen Medicatietoediening via maagsonde, PEG/PRG-katheter, jejunostomiekatheter Doorspoelen van een jejunostomiekatheter
30 min
Pauze
10 min
Oefenen in subgroepjes in de protocollen.
30 min
Demonstratie PEG/PRG-katheter verzorgen Gastrostomiesonde verwisselen
25 min
Oefenen in subgroepjes in de protocollen.
30 min
Evaluatie en uitdelen antwoorden van zelfkennistoets
10 min
Totaal:
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
180 min
Registratie KBO
Voorbereidende studieactiviteiten
Studieactiviteit 1: Bestudeer uit de literatuurbijlage de protocollen en artikelen.
Studieactiviteit 2: Beantwoord onderstaande vragen schriftelijk: 1. Noem drie indicaties voor een maagkatheterisatie. 2. Wat kan het voordeel zijn om de patiënt te laten slikken/drinken tijdens het inbrengen van de maagkatheter? 3. Noem twee manieren hoe je de afstand kunt meten hoever de maagkatheter ingebracht moet worden? 4. Noem twee manieren om te controleren of de maagkatheter in de juiste positie zit? 5. Noem drie indicaties om sondevoeding te geven. 6. Noem drie verschillende toedieningswegen voor sondevoeding als het niet via de maag/neussonde kan. 7. Noem drie complicaties die kunnen optreden bij het geven van sondevoeding. 8. Benoem vier oorzaken van het regelmatig verstoppen van de maag- of PEG-sonde . 9. Hoe ga je te werk om verstopping van de sonde te voorkomen (zowel bij de maag als bij de PEG-sonde? 10. Beschrijf hoe je de insteekopening van de PEG katheter verzorgd de eerste 2 weken na het aanleggen van de PEG en welke observatiepunten hierbij van belang zijn.
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Verrijkingsliteratuur
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Protocollen
Opleiding: Risicovolle en Voorbehouden Handelingen. Module 2. ©, 2013 / 2014, SkillsTrainingscentrum Limburg
Registratie KBO
Sondevoeding 90
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Toedienen van sondevoeding via neus-maagsonde mbv voedingspomp Omschrijving De sondevoeding wordt gebruiksklaar gemaakt. Vervolgens wordt de voedingslang in de pomp geplaatst en wordt de pomp ingesteld. Er wordt gecontroleerd of de sonde niet verschoven is. De voedingsslang wordt op de sonde aangesloten. Als de voeding is toegediend wordt de voedingsslang van de sonde afgekoppeld en wordt de sonde doorgespoeld met water. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
arts
Mag zelfstandig verricht worden door:
4
5
Aandachtspunten - Geef sondevoeding nadat een cliënt is verzorgd, om overgeven en aspiratie te voorkomen. - De ligging van een sonde die (op)nieuw geplaatst is, wordt gecontroleerd met pH-indicator. Daarna is bij elke handeling een visuele controle (observeren of de sonde verschoven is) voldoende. - Klem de voedingsslang bij voorkeur af met een rolregelklem. De sonde kan afgeknikt. Niet te lang; let erop dat de sonde ná het afknikken weer doorgankelijk is. - Dien sondevoeding op kamertemperatuur toe. - Volg voor het gebruiksklaar maken van de voedingspomp de gebruiksinstructie van de pomp (deze moet bij de pomp aanwezig zijn). - Een voedingsslang kan meerdere malen gebruikt, mits de tussenliggende periode niet meer dan 8 uur bedraagt. Spoel de voedingsslang na de toediening door met lauw water. Vervang bij intermitterende toediening de slang na 24 en bij continue toediening na 96 uur. NB in ziekenhuis: voedingsslang iedere 24 uur vervangen. - Bewaar na opening de voeding in originele verpakking maximaal 24 uur, mits afgesloten en gekoeld. Datum en tijd van opening op de verpakking aangeven. - Spoel, om dichtslibben te voorkomen, de sonde na elke voeding door met water. - Spuit bij verstopping van de sonde deze door met water en niet met een koolzuurhoudende drank, omdat dit de eiwitten in de sondevoeding doet vlokken (heeft verstopping tot gevolg). - Verzorg na toediening de mond en neus om ontstekingen aan tandvlees of mondslijmvlies en decubitus op de neus te voorkomen. - Instrueer de cliënt/mantelzorgers goed over hoe te handelen bij complicaties (bijvoorbeeld pomp stoppen bij hoesten/benauwdheid). Complicaties tijdens de handeling Cliënt braakt. Cliënt moet hoesten, wordt benauwd. Voeding loopt niet in. Sonde raakt verstopt.
De sonde is verschoven
Handelwijze Controleer of voeding juiste samenstelling heeft en de temperatuur goed is. Controleer of de toedieningssnelheid juist is. Stop de toediening en controleer de ligging van de sonde Controleer of pomp aan staat, of klem voedingsslang open is en voedingsslang juist in de pomp is geplaatst. Sonde krachtig doorspuiten met lauw water in een 5-ml-spuit, met pompende beweging. In opdracht arts doorspuiten met Na-bicarbonaat. Z.n. herhalen. Naspoelen met water. Controleer dikte van sonde en houding van cliënt. Z.n. nieuwe sonde inbrengen. - Controleer of sonde nog in de maag ligt met ph-indicator. - Als sonde niet meer in maag ligt; verwijder sonde en breng i.o.m. arts een nieuwe sonde in.
Benodigdheden - toedienlijst - voorgeschreven sondevoeding - voedingspomp + gebruiksinstructie - passende voedingsslang - bij gebruik fles: flesopener, rubberdop en flessenhouder - infuusstandaard
© Vilans 30-11-2011 PrivaZorg februari 2012
-
kan water op kamertemperatuur opvangbakje 50-ml-spuit z.n. spuitkoppelstukje evt kocher onderlegger / servet afvalbak
Toedienen sondevoeding via neus-maagsonde mbv voedingspomp: 1 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding 91
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Zet de benodigdheden binnen handbereik. 3 Controleer de sondevoeding, de toedien-/voedingslijst en gegevens van de cliënt. a Controleer fles/pack op: - naam en geboortedatum cliënt - vervaldatum - temperatuur (kamertemperatuur) b Vergelijk fles/pack met de toedien-/voedingslijst van de cliënt: - soort - hoeveelheid - toedieningsvoorschrift: tijdstip en toedieningssnelheid 4 Schud fles/pack met sondevoeding. 5 Open de verpakking van de voedingsslang en sluit de klem. 6 Bevestig de voedingsslang op fles/pack sondevoeding. Indien het een glazen fles betreft: a Doe de flessenhouder om de fles. b Verwijder de dop van de fles, zo nodig met de flessenopener. Plaats rubber dop op de fles. c Steek de spike van de voedingsslang door de dop in de fles en druk de spike goed aan. d Hang de fles aan de infuusstandaard en open het ontluchtingsdopje van de voedingsslang. Indien het een pack betreft: a Hang het pack aan de infuusstandaard. b Verwijder het blauwe beschermdopje van het pack. c Druk de spike van de voedingsslang door de afsluitfolie. d Draai het paarse dopje stevig vast. 7 Vul de voedingsslang. a Controleer of de klem dicht is en het kraantje in de open stand staat. b Knijp licht in de druppelkamer totdat deze voor de helft is gevuld met voeding (wanneer de pomp in een tas wordt gebruikt, zo min mogelijk lucht in de druppelkamer laten). c Verwijder het afsluitdopje van de voedingsslang en houd de voedingsslang boven het opvangbakje. d Hef afklemming op en vul de rest van de voedingsslang met voeding. e Sluit de klem en plaats het afsluitdopje terug op het uiteinde van de voedingsslang. 8 Plaats de voedingslang in de pomp volgens gebruiksinstructie van de pomp. 9 Zet de pomp aan volgens gebruiksinstructie. 10 Stel de pomp in volgens gebruiksinstructie. 11 Help de cliënt in een zittende of halfzittende houding. 12 Bescherm de kleding van de cliënt met de onderlegger / servet. 13 Controleer of de sonde in de maag ligt aan de hand van fixatiepleister, markering, mond-/keelinspectie. a Ga na of de sonde nog goed gefixeerd is. Is de pleister nog goed vastgeplakt of hangt de sonde er losjes bij. b Is de positie van markering/markeringsstreepje op de sonde ten opzichte van de neus niet verschoven. c Inspecteer de mond. Ligt de sonde nog goed in de keelholte en is de sonde niet opgekruld. NB Indien de sonde niet goed ligt, verschoven is en bij twijfel over de ligging: dien geen voeding toe! Controleer bij twijfel de ligging met pH-indicator en breng zo nodig i.o.m. arts een nieuwe sonde in en controleer ligging met pH-indicator. 14 Maak, indien van toepassing, de sonde los van de kleding. 15 Verwijder het afsluitdopje van de sonde. 16 Klem de sonde af met de kocher (i.p.v. afklemmen met een kocher kan de sonde ook worden geknikt). 17 Verwijder het afsluitdopje van de voedingsslang en sluit de voedingsslang (zo nodig met bijbehorend verbindingsstuk) aan op het uiteinde van de sonde. 18 Verwijder de knik of kocher van de sonde en hef afklemming van de voedingsslang op. © Vilans 30-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Toedienen sondevoeding via neus-maagsonde mbv voedingspomp: 2 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
19 20 21 22 23 24 25
Sondevoeding 92
Start de pomp volgens gebruiksinstructie; de voeding loopt in. Controleer de toediening en de toedieningssnelheid. Controleer of de fixatiepleister de sonde nog goed fixeert. Bevestig de sonde aan de kleding op ongeveer 20-25 cm van de neus. Informeer de cliënt hoe te handelen bij hoesten, benauwdheid (=pomp stoppen). Pas handhygiëne toe. Noteer de soort en hoeveelheid voeding, tijdstip van toediening en eventuele bevindingen.
Indien de voeding niet continu wordt toegediend: Pas handhygiëne toe. 27 Stop de pomp, nadat de voeding is toegediend, volgens gebruiksinstructie van de pomp. 28 Klem de sonde af met een knik of kocher. 29 Sluit de klem van de voedingsslang en ontkoppel de voedingsslang van de sonde. 30 Spuit de sonde door met 20-30 ml water. a Vul de 50-ml-spuit met 20-30 ml water. b Plaats eventueel een spuitkoppelstukje. c Plaats de spuit op sonde/spuitkoppelstukje. d Hef afklemming van de sonde op en spuit het water door de sonde. e Klem de sonde af met de knik of kocher en verwijder de spuit (en spuitkoppelstukje). 31 Sluit de sonde af met het afsluitdopje en verwijder de knik of kocher en ga na of de sonde nog doorgankelijk is. 32 Verzorg de mond en neus van de cliënt. 33 Bevestig, indien gewenst, de sonde aan de kleding van de cliënt. 34 Verwijder de voedingsslang uit de pomp en zet de pomp uit volgens gebruiksinstructie. 35 Ruim de materialen op. 36 Pas handhygiëne toe. 37 Noteer tijdstip, soort, hoeveelheid, toedieningssnelheid en bevindingen. 26
© Vilans 30-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Toedienen sondevoeding via neus-maagsonde mbv voedingspomp: 3 (van 3)
Sondevoeding 65
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Neus-maagsonde verwijderen Omschrijving De bevestigingen van de neus-maagsonde worden losgemaakt en de sonde wordt afgeknikt uit de neus naar buiten getrokken. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: Mag zelfstandig verricht worden door:
3 IG
4
5
Aandachtspunten – In plaats van gebruik van een kocher kan de sonde, om deze af te sluiten, geknikt worden. Alternatief voor het gebruik van een kocher is het gebruik van een (rolregel)klem die aan het toedieningssysteem is bevestigd.
Complicaties tijdens de handeling Abnormale weerstand tijdens verwijderen van de sonde. Braakneiging, kokhalzen. Verslikken.
Handelwijze Beëindig de handeling. Licht de arts in. Adviseer om rustig en diep in te ademen. Laten hoesten en rustig uitademen.
Verwijzingen - Achtergrondinformatie: maagsonde. - Materiaalbeschrijvingen: maagsondes, frequentie van vervanging sonde/katheter/button. - Hygiënerichtlijnen: handschoenen, afval. Benodigdheden - onderlegger - handschoenen - zo nodig: kocher - papieren zakdoekje (voor de cliënt, om na afloop de neus te snuiten) - afvalbak
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Neus-maagsonde verwijderen: 1 (van 2)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding 66
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Leg de benodigdheden binnen handbereik. 3 Vraag de cliënt een halfzittende houding aan te nemen. 4 Leg de onderlegger op de borst van de cliënt. 5 Verwijder de veiligheidsspeld waarmee de sonde bevestigd is aan de kleding. 6 Maak de pleister los waarmee de sonde aan de neus is bevestigd. 7 Geef de cliënt een papieren zakdoekje (om de neus te snuiten als de sonde is verwijderd). 8 Trek handschoenen aan. 9 Knik de sonde dubbel of plaats een kocher op de sonde en trek hem rustig uit de neus naar buiten. 10 Leg de sonde op de onderlegger. 11 Ruim de materialen op. 12 Pas handhygiëne toe. 13 Noteer de handeling en eventuele bevindingen.
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Neus-maagsonde verwijderen: 2 (van 2)
Sondevoeding 59
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Neus-maagsonde inbrengen Omschrijving De maagsonde wordt via de neus ingebracht tot in de maag. De sonde wordt gefixeerd. Vervolgens wordt gecontroleerd of het uiteinde van de sonde op de juiste plaats ligt (door middel van controle maagsap). Ten slotte wordt de sonde bevestigd aan de kleding. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
arts
Mag zelfstandig verricht worden door:
4
5
Aandachtspunten - Ga na of cliënt bekend is met in- of uitwendige vergroeiingen, tumoren, letsel in keelholte, slokdarm of maag. - Vraag cliënt vooraf neus te snuiten. Inspecteer neus en bepaal in welk neusgat sonde wordt ingebracht. - Maak de sonde vóór het inbrengen nat met water. - Bepaal de lengte van de sonde door de NEX (= nose-earlobe-xyphoïd)-methode (zie voor tabel de achtergrondinformatie). - Vraag de cliënt het kunstgebit uit te doen, indien van toepassing. - Controleer de ligging van de sonde door middel van beoordeling van maagsap. Controleer de opgezogen vloeistof met pH-indicator. Afkappunt is pH van 5.5. Dien bij pHwaarde ≥ 5.5 geen voeding of medicijnen toe. Stel samen met de arts vast hoe te handelen bij afwijkende waarden of wanneer geen maagsap opgezogen kan worden. Let wel: a. Auscultatie is niet betrouwbaar als controle van de ligging. b. Het is van essentieel belang te controleren of de sonde goed in de maag ligt, voordat voeding wordt toegediend! - De sonde kan worden gefixeerd met hypoallergeen pleister. Plak eventueel een hydrocolloïdplak of Tegaderm op de wang om de sonde op te fixeren of gebruik Cavilon ter bescherming van de huid. Complicaties tijdens de handeling
Handelwijze
Weerstand in de neus tijdens inbrengen.
Probeer een iets andere inbrengrichting.
Braakneiging, kokhalzen, benauwdheid, hoesten/proesten.
Trek sonde iets terug en probeer opnieuw. Laat de cliënt een slokje water drinken.
Sonde krult op in de mond/keelholte.
Trek sonde terug en probeer opnieuw.
Inspuiten lucht stuit op weerstand; sonde zit geknikt.
Trek sonde iets terug en probeer opnieuw óf verander van houding.
Er kan geen maagsap opgezogen worden.
Laat cliënt op andere zij liggen of trek de sonde iets terug en probeer opnieuw. Breng bij twijfel in overleg met arts nieuw sonde in.
Verwijzingen - Achtergrondinformatie: voedingssonde via de neus, inbrengen van neusmaagsonde + tabel, controle ligging van de sonde, pH-indicator, complicaties sondevoeding. - Materiaalbeschrijvingen: maagsondes, frequentie van vervanging sonde/katheter/button. - Hygiënerichtlijnen: handhygiëne. Benodigdheden - toedienlijst - tissue - handschoenen - voorgeschreven steriele maagsonde (evt. met spuitkoppelstukje) + afsluitdopje - watervaste stift - kom met water (om de sonde nat te maken) - onderlegger - spuit 50 ml
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
- pH-indicator - hypoallergeen pleister of fixatiepleister voor sonde - zo nodig: hydrocolloïdplak of Tegaderm - schaar - glas water - veiligheidsspeld - afvalbak
Neus-maagsonde inbrengen: 1 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding 60
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Zet de benodigdheden binnen handbereik. 3 Knip 2 stukken pleister op lengte van ± 5 cm. 4 Vraag de cliënt een halfzittende houding aan te nemen en aanwezig kunstgebit uit te doen. Maak met de cliënt een afspraak over een signaal wanneer inbrengen moet stoppen. 5 Neem de sonde uit de verpakking, bepaal en markeer de in te brengen lengte. a Meet bij de cliënt met de sonde de afstand vanaf de punt van de neus naar de oorlel tot aan uiteinde borstbeen (NEX), lees juiste lengte af in tabel. b Markeer de sonde op de afgemeten lengte met een watervaste stift indien geen maatverdeling aanwezig is. 6 Maak de sonde nat onder de kraan of door hem in de kom met water te dompelen. 7 Leg onderlegger op de borst van de cliënt. 8 Trek handschoenen aan. 9 Inspecteer de neus van de cliënt en vraag de cliënt zo nodig de neus te snuiten. 10 Vraag de cliënt het hoofd iets naar achteren te buigen. 11 Schuif de sonde (met afsluitdopje of evt. voerdraad) langzaam via de neusbodem tot in de keelholte. 12 Vraag de cliënt het hoofd iets naar voren te buigen (het strotklepje sluit de luchtpijp af). 13 Vraag de cliënt te slikken, eventueel met behulp van een slokje water. 14 Schuif de sonde op tot de gemarkeerde lengte terwijl de cliënt een paar maal slikt. Controleer of de sonde niet opkrult in de keelholte. 15 Indien van toepassing: verwijder de voerdraad uit de sonde en plaats afsluitdopje. 16 Maak de neus schoon en fixeer de sonde. a Plak het midden van een stuk pleister aan de onderkant van de sonde vast op ± 2 cm vanaf de neus. b Leid beide uiteinden kruislings naar boven en plak ze op de neus vast of plak de pleister op een hydrocolloïdplak of Tegaderm die op de wang is aangebracht. c Ga na of de sonde goed gefixeerd is bij slikken of draaibewegingen. 17 Verwijder het afsluitdopje van de sonde en leg het dopje op het werkveld. 18 Controleer of de sonde in de maag ligt door het opzuigen van maagsap en controle met pH-indicator. a Plaats, indien nodig, het spuitkoppelstukje op de sonde. b Zuig in de 50-ml-spuit 5-10 ml lucht en plaats de spuit op de sonde. c Spuit de lucht door de sonde. De sonde komt nu los van de maagwand te liggen. d Zuig met de spuit voorzichtig maagsap op. e Beoordeel het maagsap. f Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator (bij pH-waarde van ≤ 5.5 ligt de sonde in de maag). Als geen maagsap wordt verkregen a Zorg dat de cliënt op andere zij ligt. b Zuig maagsap op. c Beoordeel het maagsap. d Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator (bij pH-waarde van ≤ 5.5 ligt de sonde in de maag). Als nog geen maagsap wordt verkregen e Breng de sonde 5-10 cm verder in of trek de sonde 5-10 cm terug. f Zuig maagsap op. g Beoordeel het maagsap. h Bepaal de pH-waarde met behulp van de ph-indicator (bij pH waarde van ≤ 5.5 ligt de sonde in de maag). Bij afwijkende bevindingen en pH-waarde ≥ 5.5: geen voeding of medicijnen toedienen; na 30 minuten nog eens maagsap opzuigen en controleren. Indien de sonde niet goed ligt: overleg met de arts. Verwijder zo nodig na overleg met arts de sonde en/of breng deze opnieuw in en controleer de ligging. 19 Sluit de sonde af met het afsluitdopje. © Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Neus-maagsonde inbrengen: 2 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
20 21 22 23 24 25
Sondevoeding 61
Trek de handschoenen uit. Leid de sonde achter het oor langs. Bevestig de sonde met een stuk pleister en een veiligheidsspeld aan de kleding op ongeveer 20-25 cm van de neus. Ruim de materialen op. Pas handhygiëne toe. Noteer de handeling, lengte van de ingebrachte sonde, datum inbrengen sonde en eventuele bevindingen.
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Neus-maagsonde inbrengen: 3 (van 3)
Sondevoeding peg 108
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Verzorgen van de PEG-sonde Omschrijving Wanneer de stoma geen vocht meer afscheidt, wordt bij de (dagelijkse) verzorging van de PEG-sonde deze eerst uit de borging gehaald. De huid wordt geïnspecteerd en verzorgd en de stoma wordt schoongemaakt. De PEG-sonde wordt doorgespoeld met water. Tot slot wordt de PEG-sonde gedraaid en eventueel gedompeld en weer in de borging geplaatst. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: Mag zelfstandig verricht worden door:
3 IG
4
5
Aandachtspunten - Laat tussen de huid en de disk ongeveer 2 mm ruimte (de dikte van een munt). - Zorg voor een reservesonde om de fistel open te houden als de PEG sonde sneuvelt. - Draai de PEG sonde met basketfixatie of interne fixatiedisk één keer per dag om de lengte as om vasthechting aan de mucosa van de maag te voorkomen (90 -360 in overleg arts) en en dompel de PEG sonde minimaal één keer week (als een theezakje).NB een button kan niet gedompeld. - Voor de eerste 5 tot 7 dagen na plaatsing: zie Verzorgen van de PEG-sonde (de eerste dagen na plaatsing). - Voorkom dat de PEG-sonde losschiet tijdens de verzorging. - De huid rond de stoma kan ook onder de douche schoongespoeld worden. Complicaties tijdens de handeling Huidirritatie: - bij lekkage via stoma doordat externe disk niet goed geplaatst is; - door overgevoeligheid voor silicone. Infectie. Bloeden van de stoma. Drukplekken door druk van de externe fixatiedisk. Wildvleesvorming.
Handelwijze Verhelp de lekkage door de externe disk te herplaatsen. – Overleg met arts. Altijd in overleg met arts handelen. Oefen met een gaas lichte druk uit op stoma. Als het bloeden niet stopt: overleg met arts. Plaats fixatiedisk vrij van de huid (2 mm). Niet aanstippen. Overleg met arts. –
Verwijzingen - Achtergrondinformatie: sonde via gastrstoma - Materiaalbeschrijvingen: PEG-/PRG-sondes. - Hygiënerichtlijnen: afval. Benodigdheden - watervaste viltstift - bakje wattenstokjes of gaasjes - goed doorstromende kraan - schone handdoek of gaasje voor de cliënt - schone washand of gaasje (2x) - 20 ml luerlockspuit - glas water op kamertemperatuur - afvalbak
© Vilans 23-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Verzorgen van de PEG-sonde: 1 (van 2)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding peg 109
Werkwijze 1 Zet de benodigdheden overzichtelijk klaar op een schoon werkvlak. 2 Verwijder kleding zodanig dat de PEG-sonde zichtbaar en bereikbaar is. 3 Pas handhygiëne toe. 4 Plaats met de watervaste viltstift een streepje op de PEG-sonde ter hoogte van de externe fixatiedisk. 5 Haal de PEG-sonde uit de borging van de externe fixatiedisk. 6 Schuif de externe fixatiedisk ca. 5 cm omhoog. 7 Inspecteer de huid rond de stoma op irritatie, infectie en drukplekken. 8 Maak de huid rond de stoma schoon met het washandje of een gaasje en water. 9 Maak de onder- en bovenzijde van de externe fixatiedisk schoon met het washandje of gaasje en water. 10 Maak de stoma schoon met, onder de stromende kraan natgemaakte, wattenstokjes of gaasjes. 11 Droog de huid en de externe fixatiedisk goed met de handdoek of een gaasje. 12 Spuit de PEG-sonde door. a Zuig max 20 ml water uit de beker op met de 20 ml-spuit. b Plaats de 20 ml spuit op de voedingsconnector. c Spuit de PEG-sonde door. d Verwijder de 20 ml spuit en deponeer deze in de prullenbak. 13 Draai de PEG-sonde om zijn lengte-as (en dompel de PEG-sonde minimaal 1 x per week een paar maal heen en weer als een theezakje). 14 Schuif de externe fixatiedisk terug op de gemarkeerde plaats. 15 Plaats de PEG-sonde in de borging van de externe fixatiedisk. 16 Help de cliënt bij het weer in orde brengen van de kleding. 17 Ruim de materialen op. 18 Pas handhygiëne toe. 19 Noteer de handeling (moment van draaien en dompelen) en eventuele bevindingen.
© Vilans 23-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Verzorgen van de PEG-sonde: 2 (van 2)
Sondevoeding jejunumsonde 188
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Verzorgen (en doorspuiten) Peg-J-sonde Omschrijving De huid rondom de fistel wordt geïnspecteerd, de Peg-J-sonde wordt gedompeld, de huid en fixatieplaatje worden gereinigd. Tot slot wordt de sonde doorgespoten met water en de voeding weer gestart. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
arts
Mag zelfstandig verricht worden door:
3 IG
4
5
Aandachtspunten - De Peg-J-sonde wordt ook wel transgastrische voedingssonde genoemd. - Via de Peg-J-sonde wordt in het algemeen continu voeding toegediend met behulp van een voedingspomp, maar intermitterende voeding is ook mogelijk. - De fistel van de Peg-J-sonde wordt één keer daags verzorgd. De huid wordt gereinigd met water uit een goed stromende kraan. Baden mag ook als de fistel niet ontstoken is. - De Peg-J-sonde wordt regelmatig doorgespoten met 20 ml kraanwater (beide lumen): - bij continue voeding 8 x per dag; - bij intermitterende voeding steeds voor en na de voeding; - bij niet ingebruikzijnde Peg-J-sonde 2 x per dag. - bij transplantatiepatiënten wordt met lauw mineraalwater zonder koolzuur doorgespoten. - Bij het doorspuiten van de sonde mag geen grote kracht worden uitgeoefend. - De Peg-J wordt dagelijks gedompeld maar mag niet gedraaid worden! - Vervangen van de Peg-J-Sonde vind altijd plaats in het ziekenhuis.
Complicaties tijdens de handeling Peg-J-sonde is verstopt.
Sonde schuift naar binnen of naar buiten.
Handelwijze Probeer door te spuiten met lauw water. Indien dit niet lukt, waarschuw de arts. Spuit sonde zo nodig in overleg met arts door met natriumbicarbonaat. Sonde wordt zo nodig opnieuw ingebracht. Stop de voeding en waarschuw de arts.
Verwijzingen - Achtergrondinformatie: invasieve inbrengtechniek, Peg-J-sonde, aandachtspunten en complicaties. - Materialen: Peg-J-sonde. - Hygiënerichtlijnen: handhygiëne, gebruik kraanwater. Benodigdheden - handdoek en washand - gazen - bakje kraanwater uit kraan die 30 sec heeft gestroomd om huid te reinigen - 50-ml-spuit - bakje met lauw kraanwater uit kraan die 30 sec heeft gestroomd om door te spuiten - afvalbak
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Verzorgen (en doorspuiten) PEG-J-sonde: 1 (van 2)
Sondevoeding jejunumsonde 189
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Leg de benodigdheden binnen handbereik. a gazen b bak met water uit een kraan die 30 sec gestroomd heeft c washand en handdoek d spuit en bakje water een kraan die 30 sec gestroomd heeft 3 Verwijder de kleding zodanig dat de Peg-J-sonde zichtbaar en bereikbaar is. Dompelen van de sonde (één keer per dag) LETWEL: Nooit draaien Controleer de positie van het fixatieplaatje op de sonde en ook de positie van het verlaten van de sonde uit de fistel. 5 Schuif het fixatieplaatje wat omhoog. 6 Duw de sonde 3-4 cm naar binnen zodat het intern fixatieplaatje (of ballon) in de maag loskomt van de maagwand. 7 Plaats de Peg-J-sonde en het fixatieplaatje weer terug in de juiste positie. 4
Verzorgen insteekopening Leg 2 gaasjes in een bakje en overgiet deze met water uit een kraan die 30 sec heeft gestroomd. 9 Inspecteer de huid rond de fistel op huidirritatie, infectie en lekkage. 10 Reinig de huid rond de fistel en de externe fixatiedisk. 11 Reinig het fixatieplaatje (boven en onderkant) met in water gedrenkte gazen. 12 Droog de huid met een handdoek. 13 Droog de onder kant van de fixatiedisk met een droog gaasje. 14 Laat de huid en externe fixatiedisk gedurende 1 minuut drogen. 8
Doorspuiten van de Peg-J-sonde (indien meerdere lumen: beide lumen doorspuiten) 15 Zuig de spuit vol met 20 ml lauw water. 16 Stop de toediening met de pomp. 17 Ontkoppel de voedingsslang van de Peg-J-sonde. Hang de voedingsslang over de pomp. 18 Plaats de spuit op het toedieningspunt van de Peg-J-sonde en spuit het water, zonder veel kracht uit te oefenen, door de sonde. 19 Verwijder de spuit van de sonde. 20 Herhaal stap 15, 18 en 19 bij het tweede lumen (indien aanwezig). Start de voeding 21 Sluit de voedingsslang aan op de Peg-J-sonde en start de toediening met de pomp. 22 Ruim de materialen op. 23 Pas handhygiëne toe. 24 Noteer de handelingen en eventuele bevindingen.
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Verzorgen (en doorspuiten) PEG-J-sonde: 2 (van 2)
Sondevoeding jejunumsonde 197
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Verwisselen voedingsslang en doorspuiten van jejunostomiesonde Omschrijving De sondevoeding en de voedingsslang worden klaargemaakt voor gebruik en de pomp wordt uitgeschakeld. De in gebruik zijnde voedingsslang wordt na de toediening van sondevoeding verwijderd. De jejunostomiesonde wordt doorgespoten. Daarna wordt het nieuwe voedingsslang aangesloten en wordt de pomp gestart. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
arts
Mag zelfstandig verricht worden door:
4
5
Aandachtspunten - Via de jejunostomiesonde wordt in het algemeen continu voeding toegediend met behulp van een voedingspomp. - In plaats van gebruik van een kocher kan de sonde, om deze af te sluiten, geknikt worden. Niet te lang; let erop dat de sonde ná het afknikken weer doorgankelijk is. Alternatief voor gebruik van een kocher is het gebruik van een (rolregel)klem die aan de voedingsslang is bevestigd. - Een voedingsslang die alleen voor sondevoeding wordt gebruikt dient na 72-96 uur te worden vervangen. - De jejunostomiesonde dient ± 4 keer per dag (bij iedere fleswisseling) te worden doorgespoten met 20 ml lauw water (bij transplantatiepatiënten met lauw mineraalwater zonder koolzuur). - Bij het doorspuiten van de sonde mag geen grote kracht worden uitgeoefend. - De sondevoeding wordt op kamertemperatuur toegediend. - Na opening kan de voeding in originele verpakking, maximaal 24 uur worden bewaard mits afgesloten en gekoeld. Datum en tijd van opening op de verpakking aangeven.
Complicaties tijdens de handeling Jejunostomiesonde is verstopt. Sonde schuift naar binnen of naar buiten.
Handelwijze Probeer door te spuiten met lauw water. Indien het niet lukt, waarschuw de arts. Stop de voeding en waarschuw de arts.
Verwijzingen - Achtergrondinformatie: invasieve inbrengtechniek, PEJ-sonde. - Materialen: PEJ-sonde. - Hygiënerichtlijnen: handhygiëne, gebruik kraanwater Benodigdheden - voorgeschreven sondevoeding - voedingsslang - bij gebruik fles: flessenhouder, flesopener en rubber dop - infuusstandaard - voedingspomp - evt. kocher - 20-ml spuit - bakje met lauw kraanwater - afvalbak
© Vilans 30-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Verwisselen toedieningssysteem en doorspuiten van jejunostomiesonde: 1 (van 2)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding jejunumsonde 198
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Leg de benodigdheden binnen handbereik. 3 Controleer de sondevoeding, voedingslijst en gegevens van cliënt. a Controleer de fles/pack op vervaldatum. b Vergelijk de fles/pack met het voorschrift op de volgende aspecten: - naam/soort - hoeveelheid - toedieningsvoorschrift. 4 Schud de fles/pack met sondevoeding. 5 Maak de sondevoeding en voedingsslang gebruiksklaar. a Open de verpakking van de voedingsslang en draai de rolklem dicht. Indien het een glazen fles betreft: b Doe de flessenhouder om de fles. c Verwijder de dop van de fles, zo nodig met de flessenopener en plaats de rubber dop. d Steek de spike van de voedingsslang door de dop in de fles en druk de spike goed aan. e Hang de fles aan de infuusstandaard en open het ontluchtingsdopje van de voedingsslang. Indien het een pack betreft: b Hang het pack aan de infuusstandaard. c Verwijder het blauwe beschermdopje van het pack. d Druk de spike van de voedingsslang door de afsluitfolie. e Draai het paarse dopje stevig vast. 6 Vul de voedingsslang. a Vul de druppelkamer volgens voorschrift van de pomp. b Verwijder het afsluitdopje van de voedingsslang. c Draai de rolklem open en vul de rest van het systeem met voeding. d Draai de rolklem dicht als de luchtbellen verdwenen zijn. e Bevestig het afsluitdopje op de voedingsslang. f Hang het uiteinde van de voedingsslang over de infuusstandaard 7 Verwijder de kleding zodanig dat de jejunostomiesonde zichtbaar en bereikbaar is. 8 Pas handhygiëne toe. 9 Klem de jejunostomiesonde af met de kocher (of knik de sonde). 10 Stop de toediening met de pomp en ontkoppel de oude voedingsslang van de sonde. 11 Verwijder de in gebruik zijnde voedingsslang uit de pomp. 12 Bevestig de nieuwe voedingsslang in de pomp (zie gebruiksaanwijzing voedingspomp). 13 Spuit de jejunostomiesonde door. a Zuig de spuit vol met 20 ml lauw water. b Plaats de spuit op het toedieningspunt van de sonde. c Verwijder de kocher van de sonde. d Spuit het water, zonder veel kracht uit te oefenen, door de sonde. e Klem de sonde af met de kocher. f Verwijder de spuit van de sonde. 14 Verwijder het afsluitdopje van de nieuwe voedingsslang en sluit de voedingsslang aan op de sonde. 15 Verwijder de kocher van de sonde en draai de rolklem van de voedingsslang open. 16 Start de toediening met de pomp en stel de juiste toedieningsnelheid in volgens voorschrift (zie gebruiksaanwijzing voedingspomp). 17 Ruim de materialen op. 18 Pas handhygiëne toe. 19 Noteer de handeling, soort voeding, toedieningsnelheid en eventuele bevindingen.
© Vilans 30-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Verwisselen toedieningssysteem en doorspuiten van jejunostomiesonde: 2 (van 2)
Sondevoeding 97
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Toedienen medicijnen via een neus-maagsonde Omschrijving Het medicijn wordt gereed gemaakt voor toediening en er wordt gecontroleerd of de sonde niet verschoven is. Vervolgens wordt de sonde doorgespoten met water en de medicijnen worden toegediend. Tot slot wordt de sonde wederom doorgespoeld met water en, indien van toepassing, het toedieningssysteem weer aangesloten op de sonde. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
arts
Mag zelfstandig verricht worden door:
4
5
Aandachtspunten - Overleg met apotheker/arts over de wijze van medicijntoediening aan de hand van onderstaande vragen. - Kunnen medicijnen naast de sonde worden gegeven en zo ja is er een toedieningsvorm beschikbaar die uiteenvalt op de tong. Zo niet: - Kan het medicijn gestopt worden. - Is er een andere routing mogelijk dan de toedieningsroute via het maag-darmkanaal. Zo niet: - Wordt de werking van het geneesmiddel beïnvloed bij toediening via de sonde? - Is er een vloeibare vorm van het medicijn beschikbaar voor oraal gebruik. - Is er een parenterale vorm geschikt voor gebruik via het maag-darmkanaal (zo ja, aanleveren in fles voorzien van doseerdop en -spuit met lueraansluiting). Zo niet: - Valt het medicijn in een spuit met vloeistof uiteen. - Kan het medicijn gemalen worden in een tablettenvermaler. NB Medicijnen met een vertraagde afgifte (over het algemeen met de toevoeging “Retard”) mogen nooit verpulverd of uit de capsule worden gehaald. - Los geen medicijnen op in de sondevoeding. - De ligging van een (op)nieuw ingebrachte sonde wordt gecontroleerd mbv een pH-indicator. Daarna is een visuele controle (observatie of sonde verschoven is) voldoende. - In plaats van met een kocher of rolreglklem kan de sonde geknikt worden om af te sluiten. Niet te lang; let erop dat de sonde ná het afklemmen weer doorgankelijk is. - Dien meerdere medicijnen afzonderlijk toe. Spoel tussen de toediening van de medicijnen de sonde door met 5 ml water. - Spuit de sonde na toediening van alle medicijnen door met 20-30 ml water, om dichtslibben te voorkomen. - Spuit bij verstopping de sonde door met water en niet met een koolzuurhoudende drank, omdat deze de eiwitten in de sondevoeding doet vlokken (kans op verstopping). - Verzorg na toediening de mond en neus om ontstekingen aan tandvlees of mondslijmvlies en decubitus aan de neus te voorkomen. - Spuit waarmee het medicijn wordt toegediend kan meerdere malen worden gebruikt, mits de tussenliggende periode niet meer dan 24 uur bedraagt. Reinig de zuiger en huls, los van elkaar, bewaar deze droog. Complicaties tijdens de handeling Sonde raakt verstopt.
Sonde is verschoven.
Handelwijze - Sonde krachtig doorspuiten met lauw water in een 5-ml-spuit, met pompende beweging. I.o.m. arts doorspuiten met Na-bicarbonaat. Z.n. herhalen. Naspoelen met water. Z.n. nieuwe sonde inbrengen. - Controleer of de sonde de juiste dikte heeft. - Laat de cliënt een andere houding aannemen. - Controleer met pH-indicator of sonde nog in de maag ligt. - Als sonde niet meer in maag ligt; verwijder sonde en breng i.o.m. arts een nieuwe sonde in.
Benodigdheden - toedienlijst - voorgeschreven medicijn(en) - zo nodig: spuitkoppelstukje - 50-ml-spuit met afsluitdopje
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
-
kan water op kamertemperatuur kocher onderlegger afvalbak
Toedienen medicijnen via neus-maagsonde: 1 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding 98
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Zet de benodigdheden binnen handbereik. 3 Ga na of er afspraken met de apotheker/arts zijn gemaakt over het toedienen van de medicijnen via de sonde. Dien alleen volgens de afspraken medicijnen via de sonde toe. 4 Controleer het (de) medicijn(en), controleer de toedienlijst en gegevens van de cliënt. a Controleer het medicijn op de volgende aspecten: - naam en gebroortedatum cliënt - vervaldatum - toedieningswijze b Vergelijk het medicijn met de toedienlijst van de cliënt op de volgende aspecten: - soort - dosering - toedieningstijdstip, ga na of er een tijdsinterval nodig is tussen stoppen voeding en toediening medicijn. 5 Help de cliënt in een zittende of halfzittende houding. 6 Stop de voeding bij continue voeding. 7 Bescherm de kleding van de cliënt met een onderlegger. 8 Controleer of de sonde in de maag ligt aan de hand van fixatiepleister, markering, mond-/keelinspectie. a Ga na of de sonde nog goed gefixeerd is. Is de pleister nog goed vastgeplakt of hangt de sonde er losjes bij. b Is de positie van markering/markeringsstreepje op de sonde ten opzichte van de neus niet verschoven. c Inspecteer de mond. Ligt de sonde nog goed in de keelholte en is de sonde niet opgekruld. NB Indien de sonde niet goed ligt, verschoven is en bij twijfel over de ligging: dien geen medicijnen toe! Controleer bij twijfel de ligging met pH-indicator en breng zo nodig i.o.m. arts een nieuwe sonde in en controleer ligging met pH-indicator. 9 Maak, indien van toepassing, de sonde los van de kleding. 10 Verwijder het toedieningssysteem of het afsluitdopje van de sonde (bij toedieningssysteem zo nodig eerst rolklem sluiten). 11 Monteer zo nodig spuittussenstukje om spuit aan te sluiten op sonde of op medicatiepoort aan Ybijspuitpunt aan toedieningssysteem. 12 Klem de sonde af met de kocher (i.p.v. gebruik kocher kan de sonde ook worden afgeknikt). 13 Vul de spuit met 20-30 ml kraanwater. 14 Plaats de spuit op de sonde of medicatiepoort. 15 Verwijder de kocher of de knik en spuit het water langzaam in. 16 Klem de sonde af door middel van een kocher of het aanbrengen van een knik in de sonde. 17 Verwijder de 50-ml-spuit van de sonde. 18 Maak de spuit met medicijn gereed voor toediening. Indien het medicijn in vloeibare vorm wordt toegediend: a Open, indien van toepassing, de verpakking van de vloeistof. b Zuig het medicijn in vloeibare vorm op in de spuit. Indien het medicijn in tabletvorm wordt toegediend: a Neem de 50-ml-spuit en verwijder de zuiger. b Doe de tablet in de spuit en plaats de zuiger terug. c Trek ± 20-30 ml water op. d Plaats het afsluitdopje op de conus van de spuit. e Zwenk de spuit voorzichtig totdat de tablet uit elkaar is gevallen (niet alle bestanddelen lossen op) en verwijder het afsluitdopje. 19 Plaats de 50-ml-spuit op de sonde of op de medicatiepoort.
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Toedienen medicijnen via neus-maagsonde: 2 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
20 21 22
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
Sondevoeding 99
Verwijder de knik uit de sonde of kocher en spuit de vloeistof langzaam in (zwenk de spuit enkele malen als het medicijn in de spuit uitzakt). Klem de sonde af met een knik of de kocher. Controleer of alle medicijnresten uit spuit verdwenen zijn. Trek, indien nog medicijnresten in spuit aanwezig zijn, nogmaals 20-30 ml water op in de spuit, sluit spuit af en zwenk totdat alle medicijn uiteengevallen is en dien medicijnresten toe via sonde. Vul de spuit met 20-30 ml water (bij kinderen: afgesproken hoeveelheid). Plaats de spuit op de sonde of medicatiepoort. Verwijder de knik of kocher en spuit het water langzaam in. Herhaal, bij toediening van meerdere medicijnen, de stappen 18 t/m 25 (maar spoel de sonde tussen de medicijnen door met 5 ml water). Klem de sonde opnieuw af met een knik of kocher en verwijder de spuit. Sluit de sonde af met het afsluitdopje of sluit het toedieningssysteem weer aan en open de rolklem. Verwijder de knik of kocher van de sonde. Verzorg mond en neus van de cliënt. Controleer of de fixatiepleister de sonde nog goed fixeert. Bevestig, indien gewenst, de sonde aan de kleding van de cliënt (op 20-25 cm van de neus). Ruim de materialen op. Pas handhygiëne toe. Teken de toedienlijst af en noteer de bevindingen.
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Toedienen medicijnen via neus-maagsonde: 3 (van 3)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding jejunumsonde 193
Doorspuiten jejunostomiesonde Omschrijving Het toedieningssysteem wordt stopgezet en afgekoppeld. Vervolgens wordt de jejunostomiesonde doorgespoten met water en het toedieningssysteem wordt weer aangesloten. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: Mag zelfstandig verricht worden door:
arts 4
5
Aandachtspunten - Via de jejunostomiesonde wordt in het algemeen continu voeding toegediend met behulp van een voedingspomp. - De jejunostomiesonde dient ± 4 keer per dag (bij iedere fleswisseling) te worden doorgespoten met 20 ml lauw water (bij transplantatiepatiënten met lauw mineraalwater zonder koolzuur). Ook na het toedienen van medicijnen dient de sonde te worden doorgespoten. - Bij het doorspuiten van de sonde mag geen grote kracht worden uitgeoefend.
Complicaties tijdens de behandeling Jejunostomiesonde is verstopt. Sonde schuift naar binnen of naar buiten.
Handelwijze Probeer door te spuiten met lauw water,. Indien dit niet lukt, waarschuw de arts. Stop de voeding en waarschuw de arts.
Verwijzingen - Achtergrondinformatie: invasieve inbrengtechniek, PEJ-sonde, aandachtspunten en complicaties. - Materialen: PEJ-sonde. - Hygiënerichtlijnen: gebruik kraanwater, afval. Benodigdheden - 20-ml spuit - bakje met lauw kraanwater - afvalbak
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Doorspuiten jejunostomiesonde: 1 (van 2)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Sondevoeding jejunumsonde 194
Werkwijze 1 Pas handhygiëne toe. 2 Leg de benodigdheden binnen handbereik. 3 Verwijder kleding zodanig dat de jejunostomiesonde zichtbaar en bereikbaar is. 4 Zuig de spuit vol met 20 ml lauw water. 5 Zet de pomp uit en verwijder het toedieningssysteem van de sonde. Hang het toedieningssysteem over de pomp. 6 Plaats de spuit op het toedieningspunt van de sonde en spuit het water, zonder veel kracht uit te oefenen, door de sonde. 7 Verwijder de spuit van de sonde. 8 Sluit het gebruikte toedieningssysteem of een nieuw toedieningssysteem aan op de sonde en start de pomp. 9 Ruim de materialen op. 10 Pas handhygiëne toe. 11 Noteer de handeling en eventuele bevindingen.
Bron: Protocol: Verzorging van jejunostomiesonde. Leids Universitair Medisch Centrum 2001.
© Vilans 29-11-2011 PrivaZorg februari 2012
Doorspuiten jejunostomiesonde: 2 (van 2)