3l9io
i2 3o_
SIRUM Samen Investeren in Ruimte en Mobiliteit voor Al2
-
SALTO
SamenwerkenAan Langeîerm ij nOplossi ngen Een verkenning van de mogelijkheden om de SALTO ambities te financieren
15juni 2004
BWR230-IVR NB
SIRUM Samen Investeren in Ruimte en Mobiliteit
voor Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOplossingen
Een verkenning van de mogelijkheden om de SALTO ambities te financieren
15juni 2004
Bunnik / Nieuwegeiri 11 juni 2004 R.v.d.Veen / BRU C.Boendermaker / NIB Consult C.Pompe / RWS C.Laarman / gemeente Bunnik
Inhoudsopgave
5IRUMvo0rSALTO4 Beslismoment 1 : Vaststellen van Belanghebbenden 6 2.1 Beslismoment 1 7 Beslismoment 2 : Bepaling van ambitie en scope 8 3.1 ZSM na 2015 niet meer toekomstvast 8 3.2 Voorkeursvariant is vooral verkeerskundige variant 8 3.3 PPS-oplossing voor SALTO? 9 3.4 Projectscope van PPS-optossing 9 3.5 Zuinig met omzetting van groen in rood! 10 3.6 Beslismoment 2 10 Beslismoment 3. Bepaling ordegrootte belangen 11 4.1 Discussie op hoofdlijnen 11 4.2 Wie deelt in de kosten? 11 4.3 Investeringen + 90% grijs, 10 % groen 12 4.4 Verdeling van belang-eenheden 13 4.5 Beslismoment 3 13 Beslismoment 4. Spelregelkader I = E + P + S 14 5.1 Investeringen = Som Exploitaties, Posities, Subsidies 14 5.2 Bereikbaarheidstoeslag en andere bijdragen 14 5.3 Belanghebbenden bepalen samenstelling zelf 15 5.4 Levensduurbenadering 15 5.5 Voorbeeld: Krommerijnstede 16 5.6 Beslismoment 4 17
3 Al2 SamenwerkenAanLarigeTermijnOplossingen:
1. S 1 RU M voor S ALT 0 Deze notitie is gebaseerd op een verkenning van de mogelijke publieke en private financieringsbronnen voor het realiseren van de SALTO-ambities. Daartoe is gebruik gemaakt van de SIRuMbenadering.
motto: Samen Investeren in Ruimte en Mobiliteit (SlRuM) Deze benadering wordt ontwikkeld door RWS directie Utrecht in het kader van het innovatieprogramma Wegen naar de Toekomst, voor het project Optimale Corridor. Dit innovatieprogramma gaat uit van een marktbenadering, waarin investeerders gezamenlijk de markt benaderen. In de komende tijd liggen er een aantal interessante uitdagingen in de markt: • Ontwikkeling van dialoog tussen lnfrastructuurmarkt (verkeer) en Vervoersmarkt. De Commissie Luteijn geeft hiervoor een aanzet; • Verbreden van de investeringsbasis, zodat pensioenfondsen en banken kunnen investeren in mobiliteit en ruimte. SIRuM is een van de mogelijke benaderingen. Tot op heden zijn er slechts enkele succesvolle voorbeelden van publiek-private samenwerking met betrekking tot infrastructuur. Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling bestaan er wel vele succesvolle voorbeelden waarbij publieke en private partijen op basis van 'win-win' samenwerken. SALTO is ontstaan in het kader van het BereikbaarheidsOffensief Randstad (BOR) en vindt zijn uitwerking in het Luteijndecentralisatietijdperk. Zij volgt de zogenoemde GebiedsGerichte Benadering, waarbij het initiatief bij de regio ligt. Om te komen tot een optimale mobilisatie van middelen heeft een kleine werkgroep onder leiding van BRU een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden projectdelen geheel of gedeeltelijk privaat te financieren. Daarbij is de Sirum-methodiek nader uitgewerkt. Daarbij doorloopt de Stuurgroep een aantal beslissingsmomenten. vaststellen van de belanghebbenden; vaststellen ambities en projectscope; vaststellen van een methodiek om de ordegrootte van de belangen te wegen; vaststellen van een spelregelkader om de ambities te kunnen financieren; vaststeUen van de individuele bijdrage per belanghebbende.
4 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOplossingen:
Op basis van een nadere onderbouwing van kosten, opbrengsten en risico's en een duidelijke afbakening van de scope van het project kunnen de deelnemende belanghebbende partijen (=de Stuurgroep) ieder hun inzet nader specificeren. Het einddoel is de samenstelling van een SALTO-programma met verschillende deelprojecten, die op verschillende wijze (publieke en/of privaat) worden bekostigd en gefinancierd. Deze notitie is opgebouwd aan de hand van de eerste vier Beslismomenten. Daarin wordt de SIRuM-methodiek en de specifieke spelregels voor SIRuM-SALTO beschreven. Het BRU vraagt de Stuurgroep van SALTO zich daarover uit te spreken. Op basis van de besluitvorming van de Stuurgroep kan worden gewerkt aan de voorbereiding van Beslismoment 5, de individuele invulling van de bijdragen per belanghebbende partij. Bestuur Regio Utrecht doet een aanzet op voor een kostendekkingsplan voor het publieke deel van SALTO. NIB Consult geeft daarbij advies. Er wordt tevens een inschatting gemaakt van de private-sectorinbreng. RWS directie Utrecht en Gemeente Bunnik nemen deel aan de ad hoc-werkgroep voor dit onderwerp. Voor de goede orde moet nog vermeld worden dat met uitzondering van de BOR-afspraken, de in deze notitie genoemde bijdragen en belangen niet bestuurlijk zijn bekrachtigd!!!
Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpiossingen:
2.Beslismoment 1 Vaststellen van Belanghebbenden SALTO kan slechts worden gerealiseerd met medewerking van; • • • • • • • • • • • • • • •
Private Investeerders Individuele burgers Mobilisten van LV tot 0V. 0V-bedrijven (trein, taxi, bus) Grondeigenaren en Investeerders in gebouwen en woningen Bedrijfsleven (lokaal en nationaal) Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden Utrechts Landschap Staatsbosbeheer/Project Nieuwe Hollandse Waterlinie Gemeente Houten Gemeente Bunnik Gemeente Zeist Gemeente Wijk bij Duurstede Provincie Utrecht Rijksoverheid • Ministerie van Verkeer en Waterstaat (via RWS RDU en/of Prorail) • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit • Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
De bovenste belangengroep (individuele burgers en private investeerders) heeft wel een belang in SALTO, maar het lijkt nauwelijks haalbaar om deze groep op een kostenefficiënte manier te laten meedragen in de kosten. De mobilisten (fietsers, automobilisten, 0V-gebruikers) en de 0V-bedrijven hebben weliswaar een belang maar ook deze groep is niet op een kostenefficiënte manier aan te slaan voor de te maken kosten. BRU wordt derhalve als bestuursregio aangesproken op dit deelbelang. Als beheerder van het GDUfonds doet BRU voorstellen voor de aanwending van GDU+middelen, met name voor 0V- en LV-voorzieningen. De deelnemende gemeenten in BRU zullen echter in moeten stemmen met de voorstellen. BRU vertegenwoordigt eigenlijk de belangen van de (anonieme) mobilisten. Bestuur Regio Utrecht is als regisserende partij niet aangemerkt als belanghebbende partij per sé. De overige belanghebende partijen (Publieke Sector, Private Sector en Groen/Blauwe Sector) zijn wel aanspreekbaar op het meedragen in de kosten.
6 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpIossngen:
Elk van deze belanghebbenden zal zich dan wel willen herkennen in de gekozen aanpak, opdat aan zijn of haar belangen tegemoet wordt gekomen. Basisinvesteringen in verkeersvoorzieningen en groene kwaliteitsvoorzieningen worden ongeveer ingeschat op circa 60 tot 90 miljoen Euro. Rond het project SALTO worden door de gemeenten een aantal ondersteunende projecten ontwikkeld. Die dienen om de gemeentelijke bijdragen aan SALTO te genereren. De samenwerking gaat uit van de gedachte dat bij het delen van belangen ook de kosten en opbrengsten kunnen worden gedeeld. Kunnen we een meervoudige win-situatie scheppen?
2.1 Beslismoment 1 Beslismoment 1 De Stuurgroep stemt in met het bovengenoemde overzicht van belangrijkste belanghebbenden
7 Al 2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpossingen;
3.Beslismoment 2 : Bepaling van ambitie en scope 3.1 ZSM na 2015 niet meer toekomstvast Na 2015 is de ZSM-oplossing voor de aansluiting van de N229 op de Al2 niet meer toekomstvast. Uitbreiding van de ontsluitingsstructuur is op grond van autonome groei nodig.
ZSM
ILZI N NS 1
/ H
10 tappunten op HWN
3.2 Voorkeursvariant is vooral verkeerskundige variant De SALTO-stuurgroep heeft een voorkeursrichting bepaald op basis van een verkeerskundige benadering. De investeringen (circa 75 miljoen Euro) overstijgen de beschikbare subsidies.
SALTO voorkeursvariant verkeerskundig
NS
H
t 10 tappunten op HWN
8 Al2 SamenwerkenAariLangelermijnOplossingen:
3.3 PPS-oplossing voor SALTO? Kan een PPS-oplossing uitkomst bieden? Om dat te onderzoeken is een werkgroepje aan de slag gegaan. Het uitgangspunt is Samen Investeren in Ruimte en Mobiliteit (SIRuM). Belangen van groen, rood, privaat en 0V zijn echter nog onvoldoende meegenomen in de voorkeursvariant. Voor het realiseren van SALTO is o.a. medewerking van Zeist nodig. Derhalve heeft de SIRuM-werkgroep een SIRuM-variant geformuleerd, die beter is afgestemd op belangen van het openbaar vervoer, de belangen van de groene partijen en op de verkeersproblematiek in het gebied tussen Bunnik en Zeist. Tevens is het ontwerp wat goedkoper uitgevallen. De aanleg van de verlengde Koelaan legt een koppeling tussen de problematiek van SALTO en de ontsluitingsproblematiek van Zeist en Driebergen. Het is de vraag in hoeverre de Koelaan een oplossing biedt voor de Zeister ontsluitingsproblemen. Deze vraag dient afzonderlijk te worden bestudeerd. De problematiek is gekoppeld, maar de oplossingen voor SALTO en voor Zeist kunnen het best in afzonderlijke projecten worden uitgewerkt. Informeel is er uitwisseling geweest met de RSP-werkgroep voor dit gebied.
3.4 Projectscope van PPS-oplossing SALTO bevat onderstaande basisinvesteringen, met een totale investeringslast van ongeveer 60 tot 90 miljoen Euro; • 6 tappunten voor SALTO op de Al2, aanleg zuidelijke parallelbaan; • Nieuwe verbinding Houten-Bunnik -Al2 (aansluitend op N229); • Verbetering en verlenging N229 en Koelaan, plus aansluiting op Al2; • Aanleg vrije busbaan Wijk bij Duurstede - Bunnik; • Groene- en Blauwe kwaliteit (nieuwe meander en ecologische verbindingen); • Aanpassing Baan van Fectio;
Daarnaast bevat SALTO ondersteunende projecten, die zijn bedoeld om het project aan te vullen en middelen te genereren voor de bijdrage van de Gemeente aan SALTO. • Stationsruimteontwikkeling met transferpunt bij station Bunnik (Randstadspoor(RSS) en Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV); • Wonen in het groen, kantoren bij station Bunnik (bescheiden omvang)
9 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpIossngen:
3.5 Zuinig met omzetting van groen in rood! De SIRuM-werkgroep stelt voor, dat er niet meer groen in rood wordt omgezet, dan strikt noodzakelijk. Door de berekeningsgrondslag hierop te baseren, ontstaan er juridische gronden om rood te laten meebetalen aan grijs en groen.
SIRuM
OMA
basisinvestefingen
ndersteunende prolecten Ondersteunende projecten genereren middelen om basisinvesteringen te dekken.
In de toekomst zal men eventueel aanvullend kunnen ontwikkelen, bij voorbeeld voor de bekostiging van Randstadspoor.
3.6 Beslismoment 2 Beslismoment 2 De Stuurgroep stemt op hoofdlijnen in met bovengenoemde invulling van het project SALTO en geeft de werkgroep opdracht de kostenprognose nader te detailleren
10 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpossingen:
4.Beslismoment 3. Bepaling ordegrootte belangen 4.1 Discussie op hoofdlijnen Een betere bereikbaarheid is een gedeelde ambitie van de publieke- en de private sector. Het is in de praktijk vaak lastig om belangen exact te verdelen. Knelpunt is vaak dat de toedeling van kosten tevoren zorgvuldig juridisch vastgelegd moet zijn om bijdragen van de private sector te kunnen afdwingen. Men moet echter in een vroege fase van een project rekening moet houden met grote onzekerheidsmarges. De ordegrootte vormt de basis voor de kostentoedeling. De SIRuM-methodiek hanteert categorieën in plaats van nauwkeurige percentages. Dan kan de discussie op hoofdlijnen worden gevoerd. Hier gaan we uit van een vijftal categorieën. • Groot • Redelijk Groot • Gemiddeld • Redelijk klein • Klein
4.2 Wie deelt in de kosten? De werkgroep stelt voor om de belangen van de deelnemende Gemeenten te baseren op de mate van gebruik van de infrastructuur door hun (auto)mobiele burgers. Provincie Utrecht en Rijk hebben een ongeveer gelijk belang in het locale SALTOprobleem.
-;.* ,.. Ii
&'
Belangen van de deelnemende Gemeenten kunnen worden vastgesteld op basis van de vervoersstromen die vanuit hun gemeente gebruik maken van de Al2
11 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpiossingen:
•%_
Zoals gezegd hebben de mobilisten als groep een groot belang- we voeren SALTO immers voor hèn uit -, maar we gaan geen kosten op hen verhalen. BRU neemt dit belang over, waar het 0V- en LV voorzieningen betreft (GDU). Investeerders hebben wel een belang om met geld uitlenen te verdienen. Maar als het hier niet is, dan is het daar wel. De grote investeerders hebben geen lokaal belang. Het lokale bedrijfsleven en projectontwikkelaars hebben wel belangen. Zij kunnen daar ook op worden aangesproken. De groen/blauwe sector kan slechts met veel moeite een relatief geringe hoeveelheid additionele inkomsten genereren dankzij de investeringen in SALTO. Hun belang is eigenlijk onmeetbaar. De groene ruimte is een eindige hoeveelheid. We willen daar zuinig mee zijn. Het ontwikkelen van delen van de groene ruimte kan daarentegen wel inkomsten genereren. Daarmee is te proberen de schade te herstellen. Dat kan bijvoorbeeld door de inrichting van een ecologische verbinding van zuid naar noord. Men ruilt dan als het ware de ene groene/blauwe kwaliteit voor de ander. Uitzondering op deze regel is het project Fort Vechten van Staatsbosbeheer. Die willen graag een informatiecentrum inrichten, een grijs-groene knoop bij Slagmaat- en een ecologische passage ontwikkelen. Eigenlijk is dat een groen doel, waarvoor men wat meer rood en grijs ontwikkelt om de kosten te kunnen dekken.
4.3 Investeringen ± 90% grijs, 10 % groen Er wordt ongeveer 10% van de infrakosten besteed aan de inrichting van ecologische verbindingszones. Het formuleren van een RSP en een RVVP is een gezamenlijk belang van de partijen. In deze plannen wordt een visie gegeven op de gewenste ontwikkeling van Ruimte en Mobiliteit. De voorstellen van SIRuMSALTO dienen te passen in beide plankaders. Beide plankaders dienen een regionale vertaling te zijn van de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit van het Rijk. De ordegrootte van belang van de partijen wordt uitgedrukt in belang-eenheden: Groot belang =
5 belang-eenheden
Redelijk groot belang =
4
Gemiddeld belang =
3
Redelijk klein belang =
2
Klein belang =
1
12 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOplossingeri:
44 Verdeling van belang-eenheden
Belanghebbende
categorie Belangeenheden
BRU /Mobilisten Grondeigenaren & investeerders in woningen en gebouwen Bedrijfsleven Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden
pm
pm
pm
pm
pm
pm pm
pm
Utrechts Landschap/Limes
pm
Staatsbosbeheer Gemeente Houten
pm
pm pm
pm
pm
Gemeente Bunnik Gemeente Zeist
pm pm
pm pm
Gemeente Wijk bij Duurstede
pm
pm
Provincie Utrecht
pm
pm
Rijk (RWS, LNV, VROM)
pm
pm
Stel dat het totaal van de belang-aandelen bijvoorbeeld 40 bedraagt. En het project 80 miljoen Euro moet kosten aan investeringen. Dan moet per belangeneenheid 2 miljoen Euro ingebracht worden. In dat geval zou een belanghebben met een groot belang voor 10 miljoen bij aan SALTO bijdragen. De essentie van de SIRuM-methodiek is dat de belanghebbende partijen zelf de aard van hun bijdrage bepalen.
4.5 Beslismoment 3
Beslismoment 3
De Stuurgroep stemt in met de indeling van de verschillende belanghebbenden in 5 belangencategorieën. De Stuurgroep geeft de werkgroep opdracht de benodigde criteria, om de belang-aandelen van de deelnemende belangenpartijen te bepalen, nader te onderbouwen.
13 Al2 SamenwerkenAanLangelermijnOpiossingeri:
5.Beslismoment 4. Spelregelkader 1 = E + P + S 5.1 Investeringen = Som Exploitaties, Posities, Subsidies Tegenover de investeringen staan opbrengsten die kunnen bestaan uit: • Exploitaties; saldo van jaarlijks terugkerende kosten en baten. • Posities; eenmalige, dan wel incidentele-, kosten en baten. • Subsidies; externe bijdrage wegens maatschappelijk- of economisch nut.
Het afdekken van de basisinvesteringen in SALTO wordt verzorgd door de publieke partijen. Daaromheen ligt een wolk van rood/groene projecten. De ondersteunende projecten kunnen de belanghebbenden uitvoeren om daarmee hun bijdrage aan SALTO te genereren.
5.2 Bereikbaarheidstoeslag en andere bijdragen Naast subsidies kunnen de partijen hun bijdrage bepalen op basis van een aantal kentallen: Bereikbaarheidstoeslag (Positie)
Gemeenten
Ontwikkelrechten (Positie of Exploitatie)
Projectontwikkelaars
Verkeersbijdrage (Exploitatie)
Rijk en Provincie
Bereikbaarheidsbijdrage (Explotatie)
Lokale bedrijven
2% van BVOwaarde bedrijven; 2% van verkoopwaarde woonhuis Vergoeding voor het Gekoppeld aan aantal woningen recht tot per ha. projectontwikkeling Bijdrage per Vergoeding voor gebruik infrastructuur automobilist die door een doorsnede rijdt Bijdrage naar rato Vergoeding van van het aantal bereikbaarheid van forenzen van het bedrijf bedrijven Bijdrage per woning/kantoor die in een gemeente mag worden gebouwd
NO. Ve OereiKoaarneiosoijarage is oven gens nog nier in ue PfKUJK .ioswrIniiuiv!u (uvgepuL.
De stuurgroep kan bijvoorbeeld de KvK en VNO/NCW uitnodigen om hierover in gesprek te komen.
Naast deze mogelijke bijdragen zijn er ook andere inkomstenbronnen denkbaar. Het SIRuM-model laat daar bewust ruimte Vrij voor de betrokkenen. Het staat de deelnemers Vrij hun eigen bijdrageregelingen te ontwerpen.
14 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOplossingen:
5.3 Belanghebbenden bepalen samenstelling zelf Welke mix tussen E, P en S wordt gekozen is de bestuurlijke verantwoordelijkheid van elk van de belangenhebbenden af zonder! ij k. Sirum-SALTO
St
75-90
•. SIRUM SALTO
Sp Ss SE x Y Z De voor SALTO benodigde investering is op te brengen door de som van bijdrage X vanuit exploitaties, bijdrage Y vanuit de posities en bijdrage Z aan subsidies. De partijen hebben zelf de ruimte voor hun bijdrage een verdeling te maken tussen exploitaties, posities dan wel subsidies. Zo kan Houten bijvoorbeeld beschikken over een relatief grote subsidiebijdrage uit het BOR. Zij zullen daardoor kunnen volstaan met een relatief beperkte bijdrage in de vorm van exploitaties of posities. Het is niet de bedoeling meer 'Rood' te benutten (door het bebouwen van 'groen') dan noodzakelijk is voor de bekostiging van SALTO. Voor aanvullende investeringen in ambities (groene of grijze) projecten kan men een eventuele verdere omzetting van 'Groen' in 'Rood' aanwenden.
5.4 Levensduurbenadering Om de verschillende bijdragen in de tijd vergelijkbaar te maken is gekozen voor de levensduurbenadering. Alle kosten en opbrengsten worden derhalve in de tijd uitgezet en tegen een rekenrente 'netto contant gemaakt'. Een bijdrage aan over 10 jaar is dan 'minder' waard dan een bijdrage van eenzelfde omvang aan het begin van de projectduur. Met het vizier op 2020 stellen we voor dat we rekenen met een projectduur van 15 jaar. Dus in 15 jaar moeten de kosten worden terugverdiend. De Netto Contante Waarde (=NCW) geeft een indicatie van het projectrendement. Per jaar worden op basis van de kosten (= uitgaven) en opbrengsten (= inkomsten) de zogenaamde kasstromen geprognosticeerd. Al deze jaarlijkse netto kasstromen worden contant gemaakt, hetgeen inhoudt dat deze kasstromen in één bedrag (EURO) voor 2004 worden uitgedrukt. Een negatieve NCW houdt in dat er een tekort ter hoogte van het NCW-bedrag bestaat. Een positieve netto contante waarde geeft aan dat er sprake is van een rendabel project waarbij alle vermogenskosten worden terugverdiend en er bovendien geld overblijft. Bij de berekening van dit tekort/overschot wordt rekening gehouden met de rentelasten van het project, doordat uitgaven gespreid in de tijd worden gedaan en opbrengsten gespreid in de tijd worden genoten. Bij het contant maken van publieke investeringsprojecten wordt vaak een rentevoet van 4% gehanteerd.
15 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOplossingen:
5.5 Voorbeeld: Krommerijnstede Hieronder is een voorbeeld gegeven hoe de denkbeeldige gemeente Krommerijnstede haar bijdrage aan SALTO kan invullen.
Gemeente Krommerijnstede Siruin-SALTO =
8,8
KR041L11V.STE1E
P S
0,9 2,7 5,2
Om een beeld te geven hoe een partij haar kaarten kan schudden, is de mogelijke inbreng van Gemeente Krommerijnstede in beeld gebracht. Het gaat om een toelichting op een mogelijke aanpak. Uitsluitend de gemeenteraad van de gemeente Krommerijnstede is beslissingsbevoegd om te bepalen op welke manier zij daadwerkelijk 'haar kaarten schudt'. Krommerijnstede heeft een belang van 4 (belang-eenheden). Elke eenheid staat voor een investeringsbijdrage van 2,2 miljoen Euro. Dat betekent dat de gemeente Krommerijnstede totaal ongeveer 8,8 miljoen Euro inbrengen (netto contant gemaakt per medio 2004). Wij veronderstellen dat de gemeente Krommerijnstede primair inzet op de beschikbare BOR-subsidie van ca. 5,2 miljoen Euro. Deze subsidie komt alleen beschikbaar indien de gemeente eenzelfde bedrag uit eigen middelen weet op te brengen. In dit voorbeeld kiest de gemeente Krommerijnstede er voor om totaal 3,6 miljoen Euro aan Exploitaties en Posities in te zetten. Dat kan bijvoorbeeld door nieuwe woonlokaties op te zetten waarbij de ontwikkelconcessie voor 170 woningen voor 1,7 miljoen Euro (= gemiddeld 10.000 Euro per woning) aan een private partij wordt verkocht. Daarnaast wordt 2% van de gemiddelde verkoopprijs van deze woningen (gemiddelde verkoopprijs bedraagt 300.000 Euro) in rekening gebracht aan de nieuwe bewoners als bereikbaarheidstoeslag. Dat levert per woning gemiddeld 6.000 Euro op en voor de 170 nieuwe woningen 1,0 miljoen. In het kader van het Regionaal Structuur Plan kan de gemeente Krommerijnstede mogelijk in totaal 1500 woningen bouwen. De spelregel is echter dat slechts groen in rood wordt omzet als dat nodig voor de dekking van de SALTO-kosten. Het restant aan ontwikkelrechten voor nieuwe woningen kan de gemeente Krommerijnstede op een later tijdstip inzetten; bijvoorbeeld om Randstadspoor versneld uit te bouwen, of een Kromme-Rijngrondbank (beheer groene ruimte) op te zetten. Er is ook een exploitatie-inkomstenbron in de vorm van een besparing. De gemeente kan dankzij de investeringen in SALTO een bedrag van naar schatting 65.000 Euro besparen op de exploitatiekosten van de verkeersregelinstallaties op de Hoofdstraat. Daarmee realiseert de gemeente de komende 15 jaar tenslotte een besparing van 975.000 Euro (netto contant waarde = 751.000 euro). Krommerijnstede stelt de contante waarde van deze besparing beschikbaar voor realisatie van SALTO.
16 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnOpiossirigen:
5.6 Beslismoment 4 Beslismoment 4 De Stuurgroep stemt op hoofdlijnen in met het beschreven spel regel kader. De Stuurgroep vraagt de werkgroep om de voorgestelde investeringen nader te onderbouwen De Stuurgroep vraagt de werkgroep in een bredere samenstelling het spelregelkader nader aan te scherpen en de overall consequenties inzichtelijk te maken, waarbij vooral de mogelijkheden om kosten niet via publieke bijdragen te dekken geanalyseerd moeten worden.
17 Al2 SamenwerkenAanLangeTermijnoplossingen: