Sinterklaas in Nederland
een traditie onder vuur
Inhoud Colofon
Inleiding
CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek Den Haag
Hoofdstuk 1
Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed Sinterklaas in Nederland een traditie onder vuur/ Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed Beilen: Pharos uitgevers ISBN 978 90 79399 56 7 NUR 694 Trefw. Sinterklaasfeest, Immaterieel Erfgoed, Tradities, Volkscultuur Eerste druk: juni 2014 ©2014 Pharos uitgevers Tekst: Albert van der Zeijden en Ineke Strouken Vormgeving: Via Bertha, Utrecht Foto’s: Nationale Beeldbank en Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het Sinterklaasfeest nu en zijn maatschappelijke impact Hoofdstuk 2
De geschiedenis van de Sinterklaasviering in Nederland Hoofdstuk 3
Discussie over Zwarte Piet Hoofdstuk 4
De discussie in 2013 Hoofdstuk 5
Naar een toekomstbestendige Sinterklaasviering
7
12
18
35
42
46
Inleiding In 2008 deed het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (vie) onderzoek naar wat Nederlanders hun belangrijke tradities vinden.1 Verreweg de meest genoemde traditie bleek het Sinterklaasfeest te zijn, een traditie die voor veel Nederlanders samenhangt met dierbare herinneringen die zij ook willen doorgeven aan komende generaties. Met het Sinterklaasfeest wordt de verjaardag van Sint Nicolaas gevierd. Sint Nicolaas is een heilige die bekend is in heel Europa. Maar alleen in Nederland bestaat al sinds de zestiende eeuw het gebruik dat kinderen op 5 december hun schoentje mogen zetten om daar de volgende ochtend, op 6 december, allerlei lekkernijen en cadeautjes te vinden. In de loop van de negentiende eeuw zou het feest evolueren tot een familiefeest, met cadeautjes niet alleen voor kinderen maar ook voor volwassenen. In die tijd kwam ook het voor elkaar surprises
en gedichten maken in zwang en werd het ook populair om Sinterklaasliedjes te zingen.2 Zonder overdrijven kan gesteld worden dat het Sinterklaasfeest in Nederland het meest populaire familiefeest is en dat al gedurende vele jaren. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw dateren de bezwaren tegen de helpers van Sinterklaas, de altijd blije en pepernoten rondstrooiende Zwarte Pieten, die voor velen de vrolijke noot in het Sinterklaasfeest zijn naast de enigszins stijve Sinterklaas. Met name de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap in Nederland ziet Zwarte Piet als een discriminerende wanklank in het feest. Volgens hen wordt Zwarte Piet gestereotypeerd in een knechtenrol en zou daarmee verwijzen naar het Nederlandse slavernijver2 Samenvattend over de geschiedenis van het feest zie: Albert van der Zeijden, Suikergoed & surprises. Over Sinterklaas, deel 2 van de reeks het Alledaagse leven (Zwolle 2008).
1 Ineke Strouken, Dit zijn wij, de honderd belangrijkste tradities in Nederland (Utrecht 2008).
6
7
concentreren. De Zwarte Piet figuur, met zijn zwarte gezicht en rode lippen, werd in feite pas betrekkelijk recent in het Nederlandse Sinterklaasfeest geïntroduceerd, in de loop van de negentiende eeuw.
Immaterieel erfgoed
Deze brochure is samengesteld door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed. Vie is in Nederland het landelijk kennisinstituut op het terrein van het immaterieel erfgoed, met een informerende en ondersteunende taak voor de gemeenschappen en verantwoordelijk voor de implementatie van de unesco Conventie van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. De doelstelling van de conventie is ‘het waarborgen van respect voor het immaterieel cultureel erfgoed van de betrokken gemeenschappen, groepen en individuen’.4 unesco omschrijft immaterieel erfgoed als cultuuruitingen die gemeenschappen zien als onderdeel van hun erfgoed en ook graag willen doorgeven aan toekomstige generaties. In dat kader roept unesco op mogelijke knelpunten in kaart te brengen die een toekomst van de traditie in de weg zouden
leden.3 Zij legden hun klachten neer bij diverse mensenrechtenorganisaties. Toen vorig jaar de un Working Group of Experts on People of African Descent concludeerde dat Zwarte Piet ‘is definitely racist’, bereikte de discussie een kookpunt. Over deze discussie werd ook in de buitenlandse pers uitvoerig bericht, niet alleen in Europa maar ook in de Verenigde Staten. In deze brochure worden in kort bestek de historische achtergronden van de Nederlandse Sinterklaasviering uit de doeken gedaan, met bijzondere aandacht voor de figuur van Zwarte Piet, omdat daar de gevoeligheden zich op
4 Officiële Nederlandse vertaling van het unesco verdrag, gepubliceerd in het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jrg. 2011, nr. 151.
3 Ineke Strouken, Dit zijn wij, de honderd belangrijkste tradities in Nederland (Utrecht 2008).
8
kunnen staan. Volgens unesco zijn het de gemeenschappen zelf die moeten werken aan de toekomst van hun tradities. ngo’s hebben geen sturende rol, maar kunnen wel de gemeenschappen ondersteunen en versterken. vie wil daarom vooral informeren en de dialoog bevorderen. In deze brochure ligt het accent op het historische achtergronden van het Sinterklaasfeest in Nederland. Daarnaast wordt bericht over een verkennend onderzoek dat vie begin dit jaar verrichtte naar een toekomstbestendige Sinterklaasviering in Nederland.5 Vie heeft onderzocht hoe de verschillende stakeholders aankijken tegen een toekomstbestendige Sinterklaas. Zowel de liefhebbers als de critici van Zwarte Piet zijn gevraagd naar hun opvattingen.
5 Gábor Kozijn, Zwarte Piet, een verkennend onderzoek naar een toekomstbestendig Sinterklaasfeest (Utrecht 2014)
9
Hoofdstuk I
Het Sinterklaasfeest nu en zijn maatschappelijke impact geven surprises die men voor elkaar maakt worden één voor één uitgepakt. Daarbij horen ook traditionele Sinterklaaslekkernijen, zoals pepernoten, kruidnoten, taai-taai, speculaaspoppen, chocoladeletters en marsepein. Zodra de kinderen niet meer in Sinterklaas geloven, gaan ook zij meedoen aan het cadeautjes maken voor elkaar, die op een ludieke manier worden verpakt, bijvoorbeeld in de vorm van een grote stoomboot of in een ingenieus in elkaar gezet voorwerp dat lijkt op het cadeau dat op het verlanglijstje was gevraagd. De surprise is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse Sinterklaasfeest. In de negentiende eeuw groeide tevens het gebruik om bij het cadeau een gedicht te doen, dat op Pakjesavond luidop moet worden voorgelezen en vaak een milde vermaning bevat die terugslaat op een gebeurtenis uit het afgelopen jaar. In diezelfde tijd werd ook het zingen van Sinterklaasliedjes populair.
Het tegenwoordige karakter van het Sinterklaasfeest wordt bepaald door enkele elementen die niet altijd onderdeel zijn geweest van het feest, er was altijd ontwikkeling. Het traditionele Sinterklaasfeest is allereerst een familiefeest, dat vooral in huiselijke kring maar daarnaast ook in bedrijven en op school wordt gevierd. Sinterklaas is een geefheilige, die op 5 december zijn cadeaus door de schoorsteen in de klaarstaande schoentjes deed belanden. Maar waar aanvankelijk deze cadeautjes door de kinderen pas werden ontdekt ’s ochtends op 6 december, is nu Pakjesavond 5 december het belangrijkste onderdeel geworden van de Sinterklaasviering in Nederland. Aan het eind van de negentiende eeuw ontwikkelde het Nederlandse Sinterklaasfeest zich tot een waar familiefeest, niet alleen voor de kinderen, maar voor alle gezinsleden. Pakjesavond wordt thuis gevierd, met het hele gezin, en de feestelijk vormge-
12
De financiële en sociale impact van het feest
In de loop van de twintigste eeuw werd een feestelijke intocht onderdeel van een meer publieke viering van het Sinterklaasfeest. In vrijwel elke gemeente, dorp of wijk in Nederland worden Sinterklaasintochten georganiseerd, meestal door een plaatselijk intochtcomité of door de plaatselijke middenstandsvereniging. Sinterklaas wordt daarbij, gekleed als een negentiende-eeuwse bisschop inclusief rode mantel en plechtige mijter en gezeten op een paard (tegenwoordig meestal een schimmel), officieel ontvangen door de burgemeester of de wethouder, omringd door een brede schare kinderen en hun ouders. Dit gebeurt al ruimschoots vóór de verjaardag van Sinterklaas, al in de maand november. Het huidige publieke karakter van dit onderdeel van het feest wordt onderstreept door de grote aandacht in de media. De ‘officiële’ landelijke intocht van de Sint, steeds in een andere gemeente, wordt sinds 1952 live uitgezonden op de nationale televisie. Sinterklaas heeft zelfs een eigen dagelijks journaal, het Sinterklaasjournaal, waarin voor de kinderen allerlei spannende ontwikkelingen worden belicht, inclusief zaken die zogenaamd zijn misgegaan omdat Sinterklaas of de Pieten bijvoorbeeld vergeten zijn iets mee te nemen.
Dat de intocht vaak wordt georganiseerd door een plaatselijke middenstandsvereniging duidt erop dat het feest ook van groot commercieel belang is. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, zorgen Sinterklaas en Kerstmis steevast voor een impuls van de speelgoedverkopen. Veertig procent van het totale speelgoed wordt verkocht in het laatste kwartaal van het jaar. De detailhandel schatte in 2013 de extra omzet voor winkeliers vanwege Sinterklaas op zo’n 515 miljoen euro. Deze extra omzet betreft niet alleen de Sinterklaascadeaus maar ook, zoals dat genoemd wordt, de ‘randvoorwaarden van het feest’: de versiering van de huizen, de luxe diners, de gourmetschotels, de pepernoten en de chocoladeletters. De etalages van de winkels worden al ruimschoots voor
13
Scholen
Sinterklaas feestelijk ingericht met Sinterklaasspullen. In het grootwinkelbedrijf zijn tegenwoordig ook in toenemende mate Sinterklaas en Zwarte Piet outfits te koop, waarmee kinderen zich kunnen verkleden.
Naast overheden en gemeenten zijn ook de scholen nauw betrokken bij het Nederlandse Sinterklaasfeest. Al in de negentiende eeuw organiseerden de scholen speciale activiteiten rond het Sinterklaasfeest, met name voor de kinderen van mindervermogende ouders. In veel steden waren er armencomités die geld inzamelden om ook deze arme kinderen van een cadeautje te voorzien, al was het maar een speculaaspop. In negentiende-eeuwse kinderboeken is al te zien hoe Sint en Piet in de ziekenhuizen op bezoek gingen bij zieke kinderen. Sinterklaas was en is een feest voor en door alle kinderen. Tot de dag van vandaag spelen de scholen en de intochtcomités een belangrijke sociale rol. Op de basisscholen worden de vele Sinterklaasliedjes al ruim van tevoren gerepeteerd. Het sluit aan bij de belangrijke pedagogische functie die het feest al vanaf de zestiende eeuw vervult. Sinterklaas speelde altijd een belangrijke rol in de opvoeding omdat het kinderen normbesef bijbracht. Om een bekend Sinterklaasliedje te citeren: ‘Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe’. De maatschappelijke impact van het feest is enorm.
Het Sinterklaasfeest heeft een enorme financiële impact. Dat commerciële belang was er al in zestiende eeuw, maar zou zeer toenemen in de negentiende eeuw. Het blijkt uit de vele advertenties voor Sinterklaascadeaus waar de negentiende-eeuwse kranten al mee vol staan. Daarnaast mag ook de sociale impact van het feest niet onderschat worden. Het Sinterklaasfeest wordt gedragen en uitgedragen in 403 gemeenten, tezamen 7000 dorpen/plaatsen. Gemeentes hechten veel waarde aan tradities die al jaren in de gemeente aanwezig zijn en hechten eraan dat het feest met name voor de jeugd op een goede manier kan plaatsvinden. Omdat het Sinterklaasfeest bijdraagt aan een levende cultuur zien de meeste gemeentebesturen het als een taak om de intocht in goede banen te leiden. Sommige gemeenten geven financiële steun aan plaatselijke intochtcomités.6 Het Sinterklaasfeest wordt gezien als belangrijk voor de sociale cohesie. 6 John Helsloot, ‘’Wie wil er nu niet als redder van Sinterklaas te boek staan?’ Gemeenten en de intocht van Sinterklaas’. In: Levend Erfgoed 7 (2010) nr. 1, 28-34.
14
internet zijn diverse sites te vinden waar je op zoek kunt gaan naar rijmwoorden voor je Sinterklaasgedicht. De Stichting Vrienden van de Sint organiseert cursussen voor Sinten en Pieten in opleiding. Daarnaast zijn er kleine en grotere particuliere Sinterklaasmusea in Neede, Westzaan, Diemen, Apeldoorn en Zwolle. Ook grote musea, zoals het Utrechtse Catharijneconvent (een museum voor religieuze kunst) organiseren tegenwoordig een Huis van Sinterklaas waarin Sinterklaas logeert tussen 15 november en 5 december en waar de kinderen een kijkje kunnen nemen in de werkkamer en de slaapkamer van Sinterklaas. Maar ook Dordrecht, Wageningen, Leiden, Bergen, Helmond en Weert hebben tegenwoordig een Huis van Sinterklaas. Er is, kortom, een reeks van particuliere organisaties betrokken bij het organiseren en levensvatbaar houden van de Sinterklaas traditie in Nederland.
Het Sinterklaasfeest heeft een grote maatschappelijke betekenis. Nationaal, regionaal en lokaal zijn er vele groepen en instellingen die zich inzetten voor de traditie van het Sinterklaasfeest of die de rijke geschiedenis ervan zichtbaar maken. Voor hen is het feest een onderdeel van het Nederlandse culturele erfgoed. Landelijke verenigingen zijn bijvoorbeeld het Sint Nicolaasgenootschap, de Stichting Vrienden van Sinterklaas, het Sinterklaaspaleis (een professionele organisatie die Sinterklazen en Zwarte Pieten verhuurt). Op
15
Hoofdstuk II
De geschiedenis van de Sinterklaasviering in Nederland - aangekleed met diverse wereldlijke elementen zoals populaire jaarmarkten, waar ook speciale speculaaspoppen en andere Sinterklaaslekker nijen werden verkocht. Met de komst van de Reformatie werd in de Nederlanden het religieuze aspect van het feest veroordeeld als een paapse bijgelovigheid en ontwikkelde mede daarom het feest zich in de Nederlandse Republiek tot een populair kinderfeest, dat niet langer in de kerk maar vooral thuis en in een wereldlijke vorm wordt gevierd. Op enkele schilderijen van de beroemde zeventiende-eeuwse schilder Jan Steen is het Sinterklaasfeest in beeld gebracht als een huiselijk feest, waarin het hele gezin rond de open haard zit. Kinderen worden verwend met lekkernijen en speelgoed, die zij op 6 december vinden in hun schoen die zij daarvoor speciaal hadden klaargezet. Eén
Sinterklaas is een feest met een respectabele geschiedenis. De figuur van Sinterklaas gaat terug op Sint Nicolaas, een legendarische heilige uit de vierde eeuw na Christus, die bisschop was in Myra, tegenwoordig gelegen in Turkije. Al tijdens de middeleeuwen ontwikkelde hij zich in heel Europa tot één van de populairste heiligen en zijn feest werd - toen al
Jan Steen, Sint Nicolaasfeest (17e eeuw) Collectie Rijksmuseum
18
Het Sinterklaasfeest had al vroeg een functie in de opvoeding. Sinterklaas was een verlengstuk van de ouders, die de brave kinderen beloonde en de stoute kinderen bestrafte met de roe. Dergelijke Sinterklaastafereeltjes werden veelvuldig afgebeeld in de zeventiendeen achttiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst tot ver in de negentiende eeuw. Opvallend is dat Sinterklaas zelf op deze schilderijen nooit is afgebeeld, laat staan dat hij daarbij vergezeld werd door een knecht als Zwarte Piet. Sint Nicolaas gaf zijn milde gaven zonder dat de kinderen hem daadwerkelijk te zien kregen. De negentiende-eeuwse Leidse hoogleraar W.A. van Hengel schreef het toe aan een ‘christelijke bescheidenheid’ van Sint Nicolaas, ‘welke het weldoen in het verborgene aanbeveelt’.7 van de jongens zien we in de schoorsteen wijzen, waardoor Sinterklaas in de nacht zijn cadeautjes heeft gedeponeerd. Eén van de stoute kinderen is huilend afgebeeld: in zijn schoen vond hij een roe als straf voor zijn gedrag.
De cadeautjes en het schoenzetten waren al vroeg een vast onderdeel van de Nederlandse Sinterklaastraditie. In Moortje, een bekend toneelstuk uit 1617 van komedieschrijver 7 W.A. van Hengel, Sint-Nikolaas en het Sint-Nikolaas-Feest (Leiden 1831).
20
21
wordt vergezeld door een woest uitziende contrastfiguur. In Duitsland staat hij bekend onder de naam Knecht Ruprecht, in Frankrijk als Père Fouettard. Vaak zijn deze helpers van Sinterklaas donker gekleed en hebben ze een zwartgemaakt gezicht. Ook in Nederland zijn er nog enkele regionale tradities, zoals de Ouwe Sundeklaas op het Waddeneiland Ameland, waarbij de Amelanders verkleed op straat gaan als Klaasomes of Sundeklazen, gewapend met knuppels en gehuld in lakens en op 5 december iedereen van straat jagen die er niet hoort. Op Texel wordt het feest van de Ouwe Sunderklaas gevierd op 12 december. Ook in deze traditie spelen enkele afschrikwekkende figuren een rol. Het is opvallend dat ze in de gewone Sinterklaasviering, die in de rest van Nederland wordt gevierd, ontbreken. Daarin kwam verandering in de loop van de negentiende eeuw.
G.A. van Brederode, is te lezen wat voor cadeautjes en snoepgoed toen gegeven werden: Brederode heeft het over speelgoed zoals een kolfstok en een werptol. En over zoete lekkernijen als suikererwten en kapittelstokken. Wat dat betreft is er niet veel veranderd. Speelgoed en zoete lekkernijen vormen nog steeds het hoofdbestanddeel van alle cadeautjes.
Sinterklaas internationaal In het katholieke Europese zuiden, behield Sinterklaas zijn meer oorspronkelijke religieuze karakter. In het Italiaanse Bari wordt jaarlijks een processie georganiseerd - op 6, 7 en 8 mei - om te herdenken dat in 1087 door zeelui van Bari zijn relieken uit Myra werden overgebracht naar de Italiaanse havenplaats. Sint Nicolaas is een heilige die in heel Europa wordt vereerd, met name in havenplaatsen, omdat Sint Nicolaas de patroonheilige van de zeevarenden is. Vanuit internationaal perspectief treft de enorme variëteit: het Sinterklaasfeest is een feest met vele gedaanten. In het Italiaanse Bari ligt de nadruk, nog steeds, op de verering van de relieken van Sint Nicolaas, in Rusland schopte hij het zelfs tot patroonheilige van de Russische natie. Opvallend is ook dat Sinterklaas in diverse landen
Zwarte Piet In de Nederlandse Sinterklaastraditie deed Sinterklaas het meestal alleen en kwam pas ergens in de eerste helft van de negentiende eeuw ook een helper in beeld. Hij heette toen zeker nog niet Zwarte Piet en ook zijn uiterlijk lag nog lang niet vast. De figuur zou geboren
22
23
zijn ‘uit een behoefte aan contrast’, zoals een negentiende-eeuwse bron het noemt.8 In populaire, rijkgeïllustreerde kinderboeken uit de negentiende eeuw gaat Sinterklaas vanaf dat moment steeds vaker vergezeld van een helper. In deze kinderboeken wordt hij onder meer
afgebeeld als Mexicaan en een enkele keer zelfs als een trotse Indiase prins of als een Romeinse soldaat.9 Deze helper is bepaald niet onderdanig, wel vaak heel kleurrijk en bijzonder uitgedost, waardoor het Sinterklaasfeest een bijna sprookjesachtige uitstraling kijgt.
8 John Helsloot, ‘De oudst bekende naam van Zwarte Piet: Pieter-mê-knecht’, in: digitale nieuwsbrief van het Meertens Instituut (november 2011).
9 Frits Booy, Op zoek naar Zwarte Piet. Een speurtocht naar de herkomst, de ontwikkeling en de betekenis van de dienaar van Sinterklaas (Eindhoven/Alkmaar 2008) 37-41.
24
meeste kinderboekenschrijvers kiezen ervoor hem af te beelden als een negentiende-eeuwse rooms-katholieke bisschop, met mijter, staf en een opvallende bisschopsring en gekleed in een rode stola en daaronder een lang wit onderkleed. Eigenlijk is dat heel opmerkelijk in de protestantse natie die Nederland nog steeds was. Blijkbaar had het overgrote deel van de Nederlandse bevolking er geen problemen mee
Invloedrijk in de populaire verbeelding was een kinderboek van de negentiende-eeuwse Amsterdamse kinderboekenschrijver en onderwijzer Jan Schenkman, waarin Sinterklaas - in de eerste druk uit 1850 - geassisteerd wordt door enkele donkere hulpjes op de achtergrond, gekleed in een onopvallend wit gewaad. Minstens zo opmerkelijk als de donkere helper op de achtergrond is Sinterklaas zelf. De
25
dat Sinterklaas gekleed ging als een roomskatholieke bisschop in vol ornaat. Het Sinterklaasfeest was voor het overgrote deel van de Nederlandse bevolking allang geen religieus feest meer en iedereen, van alle gezindten, vierde het dan ook naar hartenlust mee. De opvallende kleding van Sinterklaas droeg vooral bij aan een exotische uitstraling van het kinderfeest, dat al maar populairder werd. Het enige waar soms nog gesteggel over was, was over het kruis op de mijter van Sinterklaas, met name in Amsterdam. Daar zou het kruis op de mijter pas ver in de twintigste eeuw worden vervangen door de drie Andreaskruisen uit het gemeentewapen van Amsterdam, met name om tegemoet te komen aan de multiculturele stad met vele religies die Amsterdam was geworden.
jesachtige invulling van de figuur. Ook de naam Zwarte Piet werd nog niet gebruikt, die dateert pas van na 1900. In het kinderboek van Jan Schenkman wordt hij slechts aangeduid met de term ‘knegt’ en doet hij allerlei praktische dingen op de achtergrond. Veel deed Sinterklaas gewoon nog zelf. Uit genoemde kinderboeken zijn afbeeldingen bekend, waarin Sinterklaas stoute kinderen zelf over de knie legt en ze ongenadig straft met de roe. In het boekje van Schenkman staat een plaatje van Sinterklaas die uit een grote zak zelf de lekkernijen rondstrooit voor de kinderen.
Santa Claus Toen de Jamaicaanse voorzitter van de VN werkgroep op de televisie verklaarde dat Zwarte Piet ‘definitely racist’ was, vroeg ze zich ook af waarom de Nederlanders eigenlijk twee Sinterklazen nodig hadden: niet alleen Sint Nicolaas en Zwarte Piet rond 5 december, maar ook nog eens Santa Claus met Kerstmis, die toch heel erg op Sinterklaas lijkt met zijn opvallend rode kleding en net als Sinterklaas altijd met een karrenvracht aan cadeautjes komt. Het leidt geen twijfel dat de Amerikaanse Santa Claus geënt is op de Europese Sint Nicolaas en door Europese migranten
In latere drukken van het prentenboek van Jan Schenkman krijgen de helpers van Sinterklaas een steeds prominentere rol en krijgen ze ook hun opvallende pagekostuum, dat de Zwarte Piet outfit nog steeds kenmerkt.10 De beeldvorming van de helper lag toen nog lang niet vast. Kinderboekenschrijvers gaven tot ver in de twintigste eeuw een eigen, vaak sprook10 P.J. Buijnsters en L. Buijnsters-Smets, Lust en leering: geschiedenis van het Nederlandse kinderboek in de negentiende eeuw (Zwolle 2001).
26
27
zaamaan de eigen Sinterklaas dreigde te verdringen. Santa Claus werd een symbool van de oprukkende Amerikaanse massacultuur die veel Nederlanders het liefst buiten de deur wilden houden. In die tijd werd ook het Nederlandse Sint Nicolaas Genootschap opgericht, in februari 1993, tot behoud van het eigen Sinterklaasfeest. In de jaren erna bleek de buitenlandse ‘aanval’ met succes te zijn afgeslagen en werd Sinterklaas weer populairder dan ooit, zelfs een icoon van Nederlandse eigenheid.11
naar Amerika is gebracht. Sommigen menen zelfs dat het Nederlandse migranten zijn geweest die de Nederlandse Sinterklaastraditie naar Amerika hebben gebracht, naar New York dat toen nog Nieuw Amsterdam heette. Schrijver Washington Irving schijnt de initiator te zijn van dit verhaal, met zijn in 1809 gepubliceerde Knickerbocker’s History of New York, met heel veel verwijzingen naar de Nederlandse Sinterklaasviering. Al vanaf 1804 was het de New York Historical Society die het Nederlandse Sinterklaasfeest in Amerika promootte. Washington Irving was lid van deze club. In de negentiende eeuw zouden in Amerika, net als in Europa, kerst en Sinterklaas zich ontwikkelen tot gezellige familiefeesten. Pas aan het begin van de twintigste eeuw zou in Amerika de Europees-Amerikaanse Sint Nicolaas zich transformeren tot de Santa Claus zoals wij die nu kennen. In een reeks van promotiecampagnes vanaf 1931 zorgde Coca Cola ervoor dat deze jolige figuur diep verankerd raakte in de Amerikaanse populaire cultuur en in de tweede helft van de twintigste eeuw over de rest van de wereld verspreid werd, ook naar Nederland. In de jaren negentig leidde het in Nederland tot een felle discussie, omdat deze commerciële Amerikaans geïnspireerde Kerstman lang-
De intocht van Sinterklaas Het zou nog even duren voordat de Sint en Piet uit de negentiende-eeuwse kinderboeken ook daadwerkelijk, in levende lijve, te zien zouden zijn. Dat gebeurde pas aan het begin van de twintigste eeuw, toen het gebruik populair werd om in de meeste Nederlandse gemeenten feestelijke intochten te organiseren voor Sint en Piet. Bij die feestelijke intochten werd voor de kleding van Sinterklaas en Zwarte Piet waarschijnlijk met name gekeken naar de negentiende- en 11 John Helsloot, ‘De opkomst van Sinterklaas als nationaal feest in Nederland. Een schets op grond van twee volkskundevragenlijsten van het Meertens Instituut’, in: A. Döring (Hg.), Faszination Nikolaus. Kult, Brauch, Kommerz (Essen 2001) 104-139.
28
tradities in de wereld. Bekend is bijvoorbeeld de Venezolaanse traditie La Parranda de San Pedro de Guarenas, waarin het verhaal van de slavin Maria Ignacia steeds opnieuw wordt opgevoerd door witte mensen met zwart geverfde gezichten, het verhaal staat voor de strijd tegen onrechtvaardigheid en ongelijkheid en kreeg vorig jaar een plek op unesco’s internationale representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed.12
twintigste-eeuwse plaatjesboeken over Sinterklaas en zijn donkere helper. De belangrijkste inspiratiebron was waarschijnlijk het kinderboek van Jan Schenkman, met de in latere drukken over elkaar heen buitelende vrolijke Zwarte Pieten. Bij de intochten werden en worden de Zwarte Pieten meestal gespeeld door witte Nederlanders, die voor de gelegenheid hun gezicht zwart geschminkt hebben. Een uitzondering was de eerste openbare intocht van Sinterklaas in Amsterdam, in 1934, toen de Zwarte Pietenrollen werden gespeeld door Surinaamse migranten. Zwartgekleurde mensen spelen overigens ook een rol in andere
12 Meer in het algemeen over maskeradetradities zie A. Vaicekauskas (ed.), The Power of the Mask (Kaunas 2013), met daarin een artikel van John Helsloot over de Nederlandse Black Mask traditie: ‘Contesting Ambiguity: The Black Peter Mask in Dutch Cultural Heritage’, 124-132.
29
Zwarte Piet, mede onder invloed van de snel aan invloed winnende Nederlandse televisieSint, wiens inkomst in Amsterdam vanaf 1952 live werd uitgezonden op de Nederlandse televisie. Deze uniformering van Sinterklaas en Zwarte Piet, waardoor allerlei plaatselijke varianten naar de achtergrond verdwenen, wil niet zeggen dat de ontwikkeling van de Zwarte Piet figuur daarmee stokte. Een belangrijke ontwikkeling volgde in de jaren zestig, toen Sinterklaas demonstratief zijn zak overboord gooide: voortaan zou hij geen stoute kinderen meer meenemen naar Spanje en vanaf dat moment was Sinterklaas vooral een goedmoedige heiligman en ontwikkelde Zwarte Piet zich tot de vrolijke capriolenmaker die hij nog steeds is. Het had alles te maken met een veranderende maatschappelijke context waarin steeds minder ruimte was voor een al te strenge, paternalistische vaderlijke Sint, net zoals er in de gezinnen minder ruimte was voor een strenge, autoritaire opvoeding. De helper van Sinterklaas zou zich ook meer en meer gaan manifesteren als moderne manager, die meer dan Sinterklaas meegaat met zijn tijd. Door gebruik te maken van digitale middelen zorgt hij ervoor dat Sinterklaas alle kinderen in een dag cadeautjes kan brengen.
Tegenwoordig is de intocht het meest publieke optreden van Sinterklaas, die vergezeld gaat van een schare aan Zwarte Pieten, ieder met zijn eigen specialisme. Maar het huiselijke feest is tot de dag van vandaag veel belangrijker. Tijdens deze huiselijke viering vertoonden Sinterklaas of Zwarte Piet zich zelden of nooit. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam het een enkele keer voor in rijke, deftige gezinnen dat de Sint persoonlijk zijn opwachting kwam maken, vaak gespeeld door een ouder familielid, bijvoorbeeld een oom. Ook bedrijven en verenigingen huurden sinds de Tweede Wereldoorlog steeds vaker een Sinterklaas in, voor de werknemers die hun kinderen mochten meenemen om een presentje te ontvangen. Al in de negentiende eeuw kwam Sinterklaas ook steeds vaker op school en werden acties georganiseerd voor de armere kinderen, die anders niets zouden krijgen met Sinterklaas. De schare Pieten die Sinterklaas assisteren bij de intochten, is in de loop der jaren alleen maar gegroeid, tot wel zo’n 300 per intocht. Tegenwoordig hebben alle Pieten hun eigen taak: de twitterpiet, de pakpiet, de hoofdpiet, de pepernootpiet enzovoort, enzovoort. Pas na de Tweede Wereldoorlog zou sprake zijn van een zekere uniformering in het uiterlijk van
30
31
Hoofdstuk III
Discussie over Zwarte Piet Voor het overgrote deel van de Nederlandse Sinterklaasvierders heeft Zwarte Piet geen enkele racistische connotatie. Uit een onderzoek dat EenVandaag in 2013 liet verrichten onder 19.000 mensen blijkt dat een grote meerderheid van 87% stelt dat de figuur niet moet worden aangepast. Het percentage dat van mening is dat Zwarte Piet wel moet worden aangepast schommelt tussen de 7% en 9% in de Randstad en in Friesland en in de overige provincies tussen de 2% en 3%.
sprake van enige discussie. Aanvankelijk waren het vooral linkse actievoerders die de barricaden op gingen. Tot 1980 was het aantal Surinamers en Antillianen in de Nederlandse samenleving nog betrekkelijk gering, dat aantal groeide pas na de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975. In 1968 kwam activiste Riet Grünbauer in het populaire weekblad Panorama met haar ‘Witte Pietenplan’.13 Volgens Grünbauer konden we niet doorgaan ‘met de oude traditie de neger als slaaf voor te stellen en de machtige Blanke Meester op zijn schimmel of op zijn troon’ - met Zwarte Pieten die nog dom en krom spreken ook! De Amsterdamse Grünbauer voerde niet alleen actie tegen Zwarte Piet. Ze was ook solidair met de vrijheidsstrijd van Nelson Mandela in Zuid-Afrika. Al sinds 1961 kende Nederland een zeer actief Angola Comité, in 1971 werd de Anti-Apartheidsbeweging Nederland opge-
In Amsterdam is het beeld gemêleerder. Dit blijkt onder meer uit een enquête die de gemeente Amsterdam in 2012 liet afnemen onder de eigen bevolking. Met name de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen geven aan zich gediscrimineerd te voelen.
De geschiedenis van de discussie
13 Uitvoeriger zie: John Helsloot, ‘De strijd om Zwarte Piet’, in: I.A. Hoving & H.T. Dibbits & M. Schrover (ed.). Veranderingen van het alledaagse 1950-2000 (Den Haag 2005) 249-271, 398.
Al vanaf de jaren zestig en zeventig is er
35
richt. In deze zelfde kringen ontstonden ook de bezwaren tegen Zwarte Piet.
slavernij een zwarte bladzijde is uit de Nederlandse geschiedenis en betuigde daarover zijn spijt. Elk jaar is er sindsdien een herdenking. In 2002 werd met steun van de overheid ook het NiNsee opgericht, het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis.
Slavernijverleden Ongeveer in diezelfde tijd, in de jaren zestig, ging Nederland zich bezinnen op het eigen slavernijverleden. Al in de zeventiende eeuw had de Nederlandse Republiek, als zeevarende natie, een voortrekkersrol in de internationale slavenhandel. Nederlandse ondernemingen als de West-Indische Compagnie hebben vele honderdduizenden slaven verscheept. Sinds de Tweede Wereldoorlog werd dit in toenemende mate gezien als een donkere bladzijde in het Nederlandse verleden, samenvallend ook met de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd waardoor het Nederlandse koloniale verleden in een ander licht kwam te staan. Het verzet concentreerde zich aanvankelijk op het Van Heutszmonument in Amsterdam.14 De Nederlander J.B. van Heutsz (1851-1924) was gouver neur-generaal geweest in Nederlands-Indië en zijn verdiensten werden in herinnering gehouden in een monument in Amsterdam
dat onthuld werd in 1935. Het Van Heutszmonument is altijd omstreden geweest. Dezelfde provo’s die bezwaar maakten tegen Zwarte Piet, waren in de jaren zestig ook de voornaamste critici van het Van Heutszmonu ment, dat voor hen gold als een verheerlijking van het koloniale verleden. Voor een groeiend deel van de Nederlandse bevolking zou het koloniale verleden op een andere manier herdacht moeten worden. Eind jaren negentig werd het Landelijk Platform Slavernijverleden opgericht, dat ging ijveren voor een monument dat het slavernijverleden in herinnering moest brengen. Het werd in 2002 onthuld door Koningin Beatrix. Tijdens de plechtigheid memoreerde minister Van Boxtel dat de
14 Marieke Bloembergen, ‘Amsterdam: het Van Heutszmonument’ in: Wim van den Doel (red.), Plaatsen van herinnering. Nederland in de twintigste eeuw (Amsterdam 2005) 73-87.
36
Stereotype Voor de critici van Zwarte Piet ligt er een onlosmakelijk verband met het Nederlandse slavernijverleden. Het al genoemde Landelijk Platform Slavernijverleden ging ook ijveren
tegen Zwarte Piet in de Nederlandse Sinterklaastraditie. Er waren ook wetenschappers die wezen op de traditionele stereotypering van Zwarte Piet in een knechtenrol. Het Koninklijk Instituut voor de Tropen speelde daarin een voortrekkersrol. In 1990 organiseerde dit museum de tentoonstelling Wit over zwart. Beelden van Afrika en zwarten in de westerse populaire cultuur, waarin parallellen werden getrokken met de Amerikaanse Black Minstrel traditie. Het jaarlijkse Sinterklaasgebeuren werd een psychodrama genoemd waarin ‘de ambivalentie waarmee Europeanen Afrika bezien gereproduceerd wordt’. Volgens wetenschappers maakt de stereotypering van zwarten in een knechtenrol deel uit van een bredere beeldtraditie die discriminerend is voor zwarten. In een bundel uit 1998, Sinterklaasje, kom maar binnen zonder knecht, pleiten enkele activistische wetenschappers daarom voor de afschaffing van Zwarte Piet.15 Meertens-onderzoeker John Helsloot noemde in 2012 in een wetenschappelijk artikel de Zwarte Piet figuur in de Nederlandse Sinterklaastraditie een vorm van ‘cultural aphasia’.16
Minderheid
Tegenwoordig noemt Sinterklaas expliciet ook namen als Pilal, Farid en Somaya. Men wil ermee laten zien dat Sinterklaas van alle kinderen is, van welke afkomst dan ook. Een ander initiatief van het Sinterklaasjournaal was minder succesvol. In 2006 werd geëxperimenteerd met gekleurde Pieten. Voor de kinderen werd deze plotselinge transformatie verklaard doordat de pakjesboot door een regenboog was gevaren. Het experiment sloeg niet aan en kreeg geen vervolg.
Door de organisatoren van de Nederlandse Sinterklaastraditie wordt steeds meer moeite gedaan om de nieuwe migrantengroepen bij de Nederlandse Sinterklaasviering te betrekken. Men streeft een inclusief feest na, voor en door alle Nederlanders. In 2007 merkten de invloedrijke programmamakers van het Sinterklaasjournaal bijvoorbeeld op dat de Nederlandse televisie-Sint de kinderen slechts met in Nederland veel voorkomende namen aansprak als Jan, Björn of Sanne.
Het is vooralsnog een kleine minderheid van de Nederlandse bevolking die problemen heeft met Zwarte Piet. In 1998 liet een opiniepeiling zien dat 96% van de Nederlanders van mening is dat het Sinterklaasfeest ‘een traditie [is] die niets met discriminatie en onderdrukking te maken heeft’. Critici, die met name afkomstig zijn uit de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap in Nederland, hopen op een kantelpunt, waarbij ook de liefhebbers van Zwarte Piet de onderliggende betekenissen van de Zwarte Piet figuur gaan inzien. Andere groepen, zoals de Nederlanders van Marokkaanse en Turkse herkomst, voelen zich minder geraakt door de figuur van Zwarte Piet omdat zij niet hetzelfde slavernijverleden kennen als de Surinaamse Nederlanders van Pan-Afrikaanse afkomst.
15 Lulu Helder e.a, Sinterklaasje kom maar binnen zonder knecht (Berchem 1998). 16 John Helsloot, ‘Zwarte Piet and Cultural Aphasia in the Netherlands’, in: Quotidian. Journal for the Study of Everyday Life 3 (2012), 1-20.
38
39
Hoofdstuk IV
De discussie in 2013 deze opdracht geen gehoor gaf, werd hij op hardhandige wijze tegen de grond gewerkt. De YouTube- en televisieopnamen van dit politieoptreden gingen de hele wereld over.
De laatste jaren lijkt de discussie tussen liefhebbers en critici zich te verharden. Tijdens de Sinterklaasintocht in Dordrecht, in 2011, protesteerde de Antilliaanse kunstenaar Quinsy Gario, met op zijn T-shirt de tekst ‘Zwarte Piet is racisme’. Toen politieagenten hem vroegen zijn protest op een andere plek voort te zetten omdat ze de kinderen er niet mee wilden confronteren en toen Quinsy aan
In 2013 spitste de discussie zich toe op Amsterdam. In de hoofdstad van Nederland, waar het bezwaar tegen Zwarte Piet het sterkst leeft, werden 21 bezwaarschriften ingediend tegen de gemeente Amsterdam met als doel de plaatselijke intocht te verbieden zolang Zwarte Piet onderdeel is van de intocht. De gemeente wees het bezwaar op formele gronden af, maar burgemeester Eberhard van der Laan toonde zich gevoelig voor de argumenten van de critici. Zoals Van der Laan het formuleerde in zijn brief aan de gemeenteraad: ‘Het feest zelf is in zijn hedendaagse verschijningsvorm (doorgaans) niet racistisch te noemen en in wezen eerder verbindend. Maar (de geschiedenis van) het feest kan wel tot racisme aanleiding geven. Bijvoorbeeld als donkere mensen in het dagelijks leven
42
Zwarte Piet worden genoemd. (...) Krom gepraat, kroeshaar, dikke lippen, oorringen en onderdanigheid bevestigen de door menigeen gevoelde band met de slavernij en zijn daarom te vermijden. (...) Bij dit alles moet geleidelijkheid voorop staan. Dat past in de aard van de discussie.’ De burgemeester vroeg om empathie over en weer om te komen tot een oplossing. Of de brief van burgemeester Van der Laan een oplossing dichterbij heeft gebracht, is moeilijk te zeggen. De critici waren het er alvast niet mee eens en besloten een bodemprocedure aan te spannen tegen de gemeente Amsterdam, onder verwijzing naar een aantal internationale verdragen waarin Nederland zich verplicht tegen racisme op te treden. Omgekeerd roerden de liefhebbers zich met een Pietitie vóór Zwarte Piet, die in slechts in enkele dagen meer dan 2,1 miljoen likes kreeg.
43
Hoofdstuk V
Naar een toekomstbestendige Sinterklaasviering Verkennend onderzoek
De insteek van vie om zich met de discussie rondom Zwarte Piet bezig te houden, is die van de unesco Conventie inzake de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Deze conventie wil bevorderen dat immaterieel erfgoed dat gemeenschappen belangrijk vinden, geborgd wordt voor de toekomst en voorwaarden scheppen voor een hernieuwde dialoog tussen gemeenschappen. unesco noemt het immaterieel cultureel erfgoed een waarborg voor duurzame ontwikkeling en de drijvende kracht achter culturele diversiteit. In principe zijn het de gemeenschappen zelf die het voortouw hebben in het levensvatbaar houden van hun tradities. Aan de overheden vraagt de conventie om bij te dragen aan een gunstig klimaat waarin immaterieel erfgoed kan gedijen.
Begin dit jaar heeft vie een verkennend onderzoek gedaan naar de opvattingen die leven onder de verschillende stakeholders. Het verkennend onderzoek geeft inzicht in de visies en gevoelens van zowel liefhebbers als critici van het Sinterklaasfeest. De bezwaren tegen de figuur van Zwarte Piet zijn hierboven al uitvoerig aan bod gekomen: volgens de critici is Zwarte Piet een racistisch element binnen het Sinterklaasfeest, een stereotype dat symbool staat voor uitingen van racisme en (on-)gelijkheid in Nederland. Voor de meeste van de critici is hier geen compromis over mogelijk. Zij willen graag erkennen dat de meeste liefhebbers van Zwarte Piet geen racistische intentie hebben,
46
maar gezien de historische achtergrond en huidige onderliggende lading zou het beter zijn als Zwarte Piet van het toneel verdwijnt. Een beetje verandering is niet voldoende. Tijdens de bodemprocedure tegen de gemeente Amsterdam verwoordde de voorzitter van het Landelijk Platform Slavernijverleden Barryl Biekman dat ze blijft doorvechten tot Piet blond haar krijgt en blauwe ogen. Niets mag meer aan het slavernijverleden herinneren. Liever vandaag dan morgen, al is er bij sommigen van de critici wel het besef dat dergelijke veranderingen niet een-twee-drie geforceerd kunnen worden. Hoogleraar Caribische geschiedenis en criticus van Zwarte Piet Alex van Stipriaan analyseerde dat ondanks dat de critici van Zwarte Piet graag willen dat de veranderingen snel gaan, de verandering van de figuur gradueel zal verlopen omdat veel liefhebbers het feest op de huidige manier zullen blijven vieren. Volgens Van Stipriaan zullen beide partijen moeten accepteren dat de figuur slechts in langzame stappen gaat veranderen. Anderen hopen op een kantelpunt in de discussie en dat ook bij liefhebbers het besef groeit voor de onderliggende betekenissen van Zwarte Piet.
Piet niets te maken met racisme. De liefhebbers van Zwarte Piet hebben louter positieve associaties met Zwarte Piet, de vrolijke, onafscheidelijke metgezel van Sinterklaas. Dat veel kinderen zich meer identificeren met Zwarte Piet dan met Sinterklaas, was al gebleken uit een enquête van EenVandaag Jongerenpanel. Bij zowel liefhebbers als critici is er weinig geloof in een mogelijk compromis. Daarvoor verschillen de percepties te veel.
Respect Respect is een woord dat veelvuldig terugkeert in het verkennend onderzoek van vie. Niet alleen bij de critici van Zwarte Piet, maar ook bij de voorstanders is wederzijds respect het sleutelwoord. De liefhebbers vragen erkenning en respect voor het feit dat voor hen Zwarte Piet niet verbonden is met racistische motieven. De critici willen een voor hen discriminerend onderdeel uit de Nederlandse
Omgekeerd zien de liefhebbers weinig reden tot verandering. Volgens hen heeft Zwarte
47
verschillende, vaak plaatselijke groepen en organisaties betrokken zijn bij de organisatie van het feest, biedt volgens sommigen van de geïnterviewden in het verkennend onderzoek van vie mogelijk ruimte om te experimenteren via plaatselijke initiatieven van onderop. Vrijwel alle geïnterviewden verwachten dat er in Amsterdam als eerste geëxperimenteerd zal worden met aanpassingen van Zwarte Piet of andere contrasttypen naast Sinterklaas. Mogelijk kan ook het Sinterklaasjournaal van ntr een rol spelen, vanwege de voorbeeldfunctie die het altijd gehad heeft. Gezien het decentrale karakter van het Sinterklaasfeest, met zijn vele honderden intochtcomités en de betrokkenheid van scholen en bedrijven bij plaatselijke vieringen, lijkt het initiatief vooral van onderop te moeten komen.
Sinterklaastraditie verwijderen. Zowel liefhebbers als critici roepen op tot dialoog, maar hopen daarbij vooral de andere kant van het eigen gelijk te overtuigen. Daar komt nog een praktische omstandigheid bij. Voor veel van de liefhebbers ligt de kracht van het Sinterklaasfeest in zijn samenbindende waarde, het is een feest dat gevierd wordt door jong en oud. Misschien is dit het kantelpunt waar de critici op hopen. De liefhebbers passen ervoor om het feest te vieren in een sfeer van constant debat. Dat zou de samenbindende waarde van het feest in gevaar kunnen brengen. Het maakt dat er bij de meerderheid van de geïnterviewde liefhebbers een groeiende bereidheid is om te luisteren naar de argumenten van de critici en deze serieus te nemen.
Experiment Waar de discussie zal eindigen is moeilijk te voorspellen. Volgens Jan van Wijk, van het Sint Nicolaasgenootschap, is het de bevolking zelf die bepaalt welke kant het feest op gaat. Het Sinterklaasfeest is van iedereen die mee wenst te doen en er is niet één instantie of organisatie die allesbepalend is in de verbeelding van het feest. Het decentrale karakter van het feest, en het feit dat er zoveel
49
Wat te doen?
scholen elders in het land? Moeten we op een rechterlijke uitspraak wachten of gewoon de meerderheid van de Nederlandse bevolking de doorslag laten geven? Er is een breed gevoel dat een mogelijke oplossing niet van bovenaf is op te leggen. Tegelijk zijn er ook mensen aan het nadenken over een mogelijk compromis, sommigen van hen kwamen al aan het woord in het verkennend onderzoek dat in opdracht van vie werd verricht.
Het verkennend onderzoek in opdracht van vie heeft duidelijk in kaart gebracht dat er verschillende opvattingen zijn over Zwarte Piet. De critici van Zwarte Piet zullen hun strijd vervolgen tot Zwarte Piet is getransformeerd in een figuur die in niets meer aan het slavernijverleden doet herinneren. Desnoods willen ze dit afdwingen met een rechterlijke uitspraak. De uitgesproken liefhebbers aan de andere kant van het spectrum benadrukken dat er geen racistische intentie zit achter Zwarte Piet en dat, blijkens diverse opinieonderzoeken, een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking het liefst wil vasthouden aan de traditionele Zwarte Piet. Hun stelling is: de meerderheid van de Nederlandse bevolking heeft gesproken en dat dienen we te respecteren. Daartussenin zitten de intochtcomités, de scholen en ook de ntr die nu druk doende zijn het Sinterklaasfeest van dit najaar te organiseren met daarbij, bewust of onbewust, de heftige discussie van vorig jaar in het achterhoofd. Moeten ze tegemoetkomen aan de eisen van de critici en zo ja, hoe dan en in welke mate? Hoe kunnen schoolleiders ingaan op de discussie, op scholen in de Randstad die tegenwoordig kinderen van diverse afkomst herbergen net zo goed als
In een televisie-uitzending van het nieuwsprogramma Knevel en Van den Brink, begin juni, werden drie mogelijke pieten gepresenteerd: een traditionele Piet, een paarse Piet met rood haar en een compromispiet, lichtbruin van kleur maar zonder de elementen die het meest zouden herinneren aan het slavernijverleden, namelijk de dikke rode lippen, de oorringen en het kroeshaar. Een week later presenteerde Nieuws.nl een compromispiet met een grijs gezicht, om zo de discussie te vermijden over de huidskleur. Het is de visie van vie dat de gemeenschappen zelf de eerste verantwoordelijkheid hebben voor de eigen tradities. Dat sluit ook aan bij de unesco Conventie van het Immaterieel Erfgoed. De rol van vie is vooral informeren, kennis overdragen en waar mogelijk de gemeenschappen ondersteunen. Bij die
50
Foto ANP
Een levende traditie
gemeenschappen horen natuurlijk ook de intochtcomités en de scholen, die in organisatorische zin een hoofdrol spelen in organisatie en uitvoering van het Sinterklaasfeest. vie wil ze waar mogelijk adviseren en ondersteunen in het maken van hun afwegingen.
Cultuur is altijd in ontwikkeling. Het Sinterklaasfeest is een typisch voorbeeld van een feest dat altijd heeft weten te overleven. Het overleefde de Reformatie en verkreeg
51
in de negentiende en twintigste eeuw een hernieuwde populariteit, ditmaal met Zwarte Piet aan de zijde van de Sint. In de jaren zestig werd de autoritaire en soms ook straffende Sinterklaas vervangen door een meer goedmoedige heiligman en kregen ook zijn helpers een steeds belangrijkere rol. Sinterklaas heeft altijd de maatschappelijke ontwikkelingen gevolgd, dat zal in de toekomst niet anders zijn dan in het verleden. Iets anders is of veranderingen van bovenaf afdwingbaar zijn. Hierover is het gevoel dat mogelijke veranderingen vooral uit de samenleving zelf moeten opborrelen. Het debat over Zwarte Piet zal daarbij, bewust of onbewust, onvermijdelijk een rol spelen. De liefhebbers zien Sinterklaas als een feest met een grote samenbindende waarde. De discussie van afgelopen jaar heeft geleerd dat dit niet meer automatisch geldt voor iedereen en dat de figuur van Zwarte Piet zeker de aandacht vraagt, als je nadenkt over een toekomstbestendige Sinterklaasviering in Nederland.
53
Sinterklaas in Nederland: een traditie onder vuur Het Sinterklaasfeest is niet alleen de populairste Nederlandse traditie. Sinds Zwarte Piet onder vuur ligt is het ook de traditie waar het meest
over gepraat wordt, het hele jaar door. Afgelopen jaar bereikte de discussie een kookpunt en werd er ook in de buitenlandse pers uitvoerig over
bericht. Vanuit binnen- en buitenland kreeg het Nederlands Centrum voor
Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (vie) vele vragen, over de traditie van het Sinterklaasfeest zelf en, meer toegespitst, over de rol van Zwarte Piet in deze traditie. Maar ook over de discussie en waarom de kwestie in Nederland zo
gevoelig ligt. In deze publicatie worden in kort bestek de belangrijkste feiten op een rij gezet.
Sint Nicolaas is een populaire heilige in heel Europa. Maar hoe heeft zijn feestdag in Nederland kunnen evolueren tot een populair familiefeest,
waarbij kinderen al sinds de zestiende eeuw hun schoentje mogen zetten?
Hoe ontwikkelde het feest zich in de loop van de negentiende en twintigste
eeuw? Wanneer deed Zwarte Piet zijn intrede in de traditie en zag hij er toen al net zo uit als wij hem nu kennen? Ook de achtergronden van de discussie van nu worden geschetst. Wanneer begon de discussie over Zwarte Piet en wat zijn de voornaamste bezwaren van de critici? Het boek sluit af met de
voornaamste resultaten van een verkennend onderzoek dat vie liet verrichten onder betrokkenen en hoe zij aankijken tegen een toekomstbestendig
Sinterklaasfeest. Hoe staan zij tegenover mogelijke veranderingen? Is er nog een toekomst voor het Sinterklaasfeest?