Sint Joriskerk Amersfoort 7 oktober 2015 aanvang 19.45 uur
Programma Rien Donkersloot en Sander van den Houten, orgel Kampen Boys Choir, o.l.v. Rintje te Wies
Welkomstwoord - Rutger Baan, bestuurslid Noaber Foundation bestuurslid Ambitus Foundation Pasticcio (uit Organ Book (Ten Pieces)) op hoofdorgel, koororgel en orgelpositief*
Jean Langlais (1907-1991)
A Song of Trust (uit Bible Songs, opus 113) met hoofdorgel**
Charles Villiers Stanford (1852-1924)
Purest and Highest (uit Bible Songs, opus 113) met hoofdorgel**
Charles Villiers Stanford (1852-1924)
Presentatie kistorgel - Rien Donkersloot, bestuurslid Ambitus Foundation Orgelconcert in g, HWV 289 op hoofdorgel en kistorgel* - larghetto, e staccato - allegro
George Frederic Handel (1685-1759)
Henry Purcell (1659-1695)
Rejoice in the Lord Alway, Z. 49 met kistorgel** Sinfonia (uit Cantate BWV 29) op twee kistorgels*
2
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
* Rien Donkersloot en Sander van den Houten, orgel ** Kampen Boys Choir o.l.v. Rintje te Wies, Sander van den Houten, orgel *** Kampen Boys Choir o.l.v. Rintje te Wies (a capella) **** Sander van den Houten, orgel ***** Rien Donkersloot, orgel
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
In het koor van de kerk Lord, for Thy Tender Mercy’s Sake*** Orgelconcert in g op koororgel en kistorgel* - adagio - allegro - minuetto allegro Justorum Animae (uit Three Latin Motets, opus 38)***
Richard Farrant (1525-1580) William Hayes (1708-1777)
Charles Villiers Stanford (1852-1924)
Toelichting Ambitus Orgelconcours - Sander van den Houten, stuurgroeplid Ambitus Orgelconcours Concert Ouverture in c Alfred Hollins (1865-1942) op hoofdorgel***** O Thou, the Central Orb met hoofdorgel**
Charles Wood (1866-1926)
Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) Laß, o Herr, mich Hülfe finden (uit Drei geistliche Lieder, opus 96) met hoofdorgel** Magnificat (uit Evening Service in Es) met hoofdorgel**
Charles Villiers Stanford (1852-1924)
Dankwoord - Henk van den Breemen, voorzitter Raad van Advies Noaber Foundation voorzitter Ambitus Foundation Receptie 3
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
Programmatoelichting “Het orgel is meer dan alleen een instrument: het is een waar orkest, een samensmelting van panfluiten van alle mogelijke kalibers, de één zo klein als speelgoed, de andere zo groot als een tempelzuil.”
D
eze rake woorden van de componist Camille Saint-Saëns vatten goed de aantrekkingskracht samen die het orgel al eeuwenlang op mensen heeft gehad. Met slechts één instrument kan één bespeler zoveel klankrijkdom toveren dat het lijkt alsof er een waar orkest achter de pijpen van het schuilgaat.
Door de geschiedenis heen hebben componisten zich dan ook vaak laten inspireren door de enorme veelzijdigheid van dit instrument. Het repertoire voor orgel is immens. Alleen Bach al schreef bijna 300 werken voor orgel. Uit dit repertoire hoort u vandaag enkele meesterwerken van formaat. Er zullen daarbij veel verschillende aspecten van het orgel de revue passeren. Rien Donkersloot en Sander van den Houten laten horen hoe het orgel zowel pracht en praal kan uitstralen, als verstilling en contemplatie kan ademen.
4
Ook hoort u hoe het instrument samenklinkt met het koor. Het orgel is door
zijn geschiedenis nauw verbonden met kerkelijke aangelegenheden. Ditzelfde geldt voor zang; al vanaf het vroege begin worden er hymnes en psalmen gezongen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er ook prachtige muziek is gecomponeerd voor de combinatie koor en orgel. Het Kampen Boys Choir, onder leiding van Rintje te Wies, zal dat in het concert van vanavond illustreren. Het eerste werk van vanavond is een goed voorbeeld van de grandeur die het orgel eigen is. Jean Langlais’ “Pasticcio” uit 1956 vormt het laatste deel uit Organ Book (Ten Pieces), uitgegeven in de Verenigde Staten. Langlais is zonder meer een van de meest bekende Franse componisten op het gebied van de orgelmuziek. Zijn stukken worden zeer gewaardeerd door organisten en vonden vooral in de Verenigde Staten, waar Langlais graag verbleef, gretig aftrek. Naast een getalenteerd componist van meer dan 300 orgelwerken, was Langlais ook een virtuoos organist. En dat ondanks het feit dat hij blind was. Blinde musici zie je wel vaker, denk aan Andrea Bocelli of Ray Charles, maar onder de organisten lijkt het extra vaak voor te komen. Verderop in dit programma hoort u bijvoorbeeld een werk van de eveneens blinde Alfred Hollins.
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
“A Song of Trust” en “Purest and Highest” zijn twee zogenaamde anthems uit Bible Songs van de Ierse componist Charles Villiers Stanford. Anthems vormen een specifiek genre, meestal een werk voor koor met begeleiding, in de Anglicaanse Kerk waarvan Stanford deel uitmaakte. Naast dat hij componist, dirigent en leraar was (van grootheden als Gustav Holst, Herbert Howells en Ralph Vaughan Williams), bespeelde ook Stanford het orgel op virtuoze wijze. Hij is vooral bekend vanwege zijn prachtige werken voor koor en orgel, die hij schreef voor de Services (missen/diensten) in de Anglicaanse Kerk. Zo is “A Song of Trust” een verklanking van Psalm 121. Stanford was dol op het gebruik van oude melodieën als basis voor zijn composities. De anthem “Purest and Highest” is daar een voorbeeld van. U hoort een bewerking (en vertaling) van een zeventiende-eeuws lied (“Amor Patris et Filii”) van Orlando Gibbons. Handel publiceerde zijn Orgelconcert in g in 1738 samen met nog vijf andere orgelconcerten als zijn Opus 4. Handel voerde de muziek echter al eerder uit, tijdens de pauzes van zijn Alexander’s Feast. Deze opera (of preciezer: ode) werd uitgevoerd in Theatre Royal in Covent Garden, waar Handel met zijn operagezelschap destijds residentie hield. Het werk werd oorspronkelijk geschreven als orgelconcert met strijkorkest en hobo’s, maar vandaag hoort u een versie voor twee orgels,
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
waardoor de heldere en plechtige sfeer van het werk goed tot uitdrukking komt. Vijftien jaar voordat Handel naar Engeland verhuisde, werd daar de grote componist Henry Purcell begraven. En wel: vlak naast het orgel van Westminster Abbey, waar hij de laatste jaren van zijn leven de functie van organist vervulde. Ook Purcell was getalenteerd als organist. Zijn Rejoice in the Lord Alway, een anthem gecomponeerd ergens tussen 1682 en 1685, wordt vandaag niet begeleid door een orkest, zoals het origineel voorschrijft, maar door het orgel. Deze anthem werd al gauw “the Bell Anthem”. Als u wilt weten waarom luistert u dan naar de steeds herhalende baslijn waarmee Purcell klokgelui imiteert. Dit is direct aan het begin van het werk, dus wees er snel bij. Rond het moment dat Purcell zijn Rejoice in the Lord Alway neerpende werd Johann Sebastian Bach geboren. Al vroeg in zijn carrière werd duidelijk dat Bach een getalenteerd toetsenist was. Op zijn achttiende betrok hij zijn eerste officiële positie als musicus; hij werd organist van de St. Bonifacius in Arnstadt. Zijn carrière vorderde gestaag en op 46-jarige leeftijd bevond hij zich in Leipzich, waar hij als cantor werkte in de Thomaskirche. Ook was hij verantwoordelijk voor de jongens van de Thomasschule, die deugdelijk onderricht dienden te worden in zowel Latijn als muziek. Met deze leerlingen voerde Bach
5
een tijd lang wekelijks een door hem gecomponeerde cantate uit. Uit zijn cantate “Wir danken dir, Gott, wir danken dir” hoort u vanavond de inleidende Sinfonia, oorspronkelijk geschreven voor orgel en orkest; een soort orgelconcert. Vandaag hoort u hoe het met twéé orgels klinkt. Richard Farrant, tijdgenoot van de befaamde componist William Byrd, leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het anthem-genre. Waar tot zijn tijd anthems werd geschreven voor volledig koor ( full anthems), besloot Farrant er verses, passages voor solostemmen, aan toe te voegen Purcells Rejoice in the Lord Alway, zoals u wellicht heeft gehoord, is een typisch voorbeeld van zo’n verse anthem waarbij de solostemmen en het koor elkaar afwisselen. In Farrants anthem Lord, for Thy Tender Mercy’s Sake hoort dit fenomeen echter niet. In deze anthem, geschreven voor de vastentijd, hoort u hoe Farrant ook de stijl van de conventionele full anthem goed beheerste.
6
De achttiende-eeuwse componist en organist William Hayes werkte het grootste deel van zijn leven aan de Universiteit van Oxford waar hij organist was van Magdalen College. Als dirigent voerde hij er wekelijks een concert uit. Daarbij maakte hij zich sterk voor zijn tijdgenoot Handel door veel van zijn werken (waaronder de Messiah) op het programma te zetten. In een advertentie uit 1761 voor een opvoe-
ring van Handels Alexander’s Feast is bijvoorbeeld te lezen dat “in the first act will be played, upon the harpsichord, by Mr. Hayes, one of Handel’s Concertos composed for the purpose”. Het is niet verwonderlijk dat Hayes’ eigen stijl erg van die van Handel doordrenkt was. Zijn Orgelconcert in G (oorspronkelijk waarschijnlijk bedoeld voor klavecimbel) componeerde hij omstreeks 1735-1740. In dezelfde periode publiceerde Handel zijn Orgelconcert in g. Zoek de overeenkomsten. Stanfords a capella motet Justorum Animae stamt waarschijnlijk uit 1892, het jaar waarin Stanford zijn functie van organist aan Trinity College in Cambridge opgaf om zich meer te concentreren op zijn composities en zijn professoraat. In de rustige delen van dit motet hoor je de bewondering die Stanford had voor de muziek van Purcell, en die van zijn Engelse voorgangers in het algemeen. Het is dan ook niet geheel toevallig dat na zijn dood, zijn as werd begraven in Westminster Abbey; en wel, vlakbij het graf van Purcell. De Engelse organist en componist Alfred Hollins schreef zijn Concert Ouverture in c in 1899 voor groot orgel. Als organist maakte Hollins al snel faam en op het hoogtepunt van zijn carrière gaf hij optredens voor koningin Victoria en de Nederlandse, Belgische en Duitse koningshuizen en toerde hij door de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Australië. Praktisch vanaf
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
zijn geboorte blind, ontwikkelde daarna zijn gehoor in rap tempo. Op jonge leeftijd constateerde men al een absoluut gehoor bij de muzikaal begaafde jongen. Sloeg je twee willekeurige noten op de piano aan, dan kon hij ze precies benoemen. In de Concert Ouverture in c gebruikte Hollins al zijn muzikaliteit en vakmanschap om zijn favoriete instrument het allerbeste uit de verf te laten komen en als een waar orkest te laten klinken. Charles Wood studeerde onder andere compositie bij Charles Villiers Stanford en bleef gedurende zijn leven nauw verbonden met zijn leraar. Het is bijvoorbeeld tekenend dat Wood het was die na Stanfords overlijden in 1924 zijn positie van Professor of Music aan de Cambridge Universiteit overnam. En net als zijn leraar kon Wood de befaamde componist Ralph Vaugn Williams tot zijn studenten rekenen. Naast zijn educatieve activiteiten was Wood ook een getalenteerd organist. En natuurlijk een componist van naam. Zijn anthem O Thou, the Central Orb uit 1915 wordt nog vaak uitgevoerd, onder andere bij het diamanten jubileum van koningin Elizabeth in 2012, waar dit majesteitelijke en gracieuze meesterwerkje niet misstond. In 1840 ontving Felix MendelssohnBartholdy uit Engeland een speciale commissie om een verse anthem te componeren voor koor, orgel en solostem. Dat
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
Mendelssohn uit Engeland opdrachten kreeg was niet geheel verwonderlijk. Zijn tamelijk conservatieve stijl sloeg goed aan in Engeland, waar hij enkele succesvolle concerttours gaf. Tijdens een van zijn reizen raakte hij zelfs bevriend met koningin Victoria en prins Albert. Zijn Drei geistliche Lieder, waarvan u vandaag de eerste, “Laß, o Herr, mich Hülfe finden”, te horen krijgt, zijn zodoende het resultaat van de faam die hij in Engeland verwierf. Mendelssohn liet daarover geen gras groeien en geheel in Engelse stijl begint hij deze verse anthem met de solist, waarop het koor als geheel een antwoord formuleert. Als spectaculaire afsluiter hoort u het Magnificat van Stanford, dat hij op 22jarige leeftijd componeerde en dat samen met het Nunc Dimittis onderdeel vormt van een zogenaamde Evening Service. De Evening Services, vaak Evensongs genoemd als een groot gedeelte ervan wordt gezongen, vormen een dagelijkse Anglicaanse traditie vergelijkbaar met de Vespers in de Rooms-Katholieke kerk. Naast gebeden en wisselende gezangen wordt meestal na de eerste lezing een Magnificat en na de tweede lezing een Nunc Dimittis gezongen. Deze “Mag and Nunc” zijn daarom vooral door veel Engelse componisten op muziek gezet. In deze versie van Stanford kunt u ten laatsten male een mooi examplaar van de Engelse verse anthem-traditie horen. n
7
Liedteksten A Song of Trust - Psalm 121 (120) I will lift up mine eyes unto the hills, from whence cometh my help. My help cometh even from the Lord, who hath made heaven and earth. He will not suffer thy foot to be moved: and He that keepeth thee will not sleep. Behold, he that keepeth Israel shall neither slumber nor sleep. The Lord himself is thy keeper: The Lord is thy defence upon thy right hand; So that the sun shall not burn thee by day, neither the moon by night. The Lord shall preserve thee from all evil: Yea, it is even He that shall preserve thy soul. The Lord shall preserve thy going out and thy coming in from this time forth for evermore.
Purest and Highest - vertaling van “Amor Patris et Fillii” (Anoniem , ca. 1200) Purest and Highest, Wisest and most Just, There is no truth save only in thy trust, Thou dost the mind from earthly dreams recall, And bring thro’ Christ to him for whom are all. Eternal Glory, all men thee adore, who art and shalt be worship’d evermore. Us whom thou makest comfort with thy might, and lead us to enjoy thy heavenly light. 8
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
Rejoice in the Lord alway - Filippenzen 4 : 4 - 7 Rejoice in the Lord alway, and again I say rejoice. Let your moderation be known unto all men; the Lord is at hand. Be careful for nothing, but in ev’ry thing by pray’r and supplication with thanksgiving let your requests be made known unto God; and the peace of God which passeth all understanding shall keep your hearts and minds through Jesus Christ our Lord. Rejoice in the Lord alway, and again I say rejoice.
Lord, for Thy Tender Mercy’s Sake - uit Lidley’s Prayers (1566) Lord, for thy tender mercy’s sake, lay not our sins to our charge, but forgive that is past, and give us grace to amend our sinful lives. To decline from sin and incline to virtue, that we may walk in a perfect heart before thee, now and evermore. Amen.
Justorum Animae - Wijsheid 3 : 1 - 2a, 3b. Justorum animae in manu Dei sunt, et non tanget illos tormentum mortis. Visi sunt oculis insipientium mori, illi autem sunt in pace. (vertaling op de volgende pagina)
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
9
Maar de zielen der rechtvaardigen zijn in de hand van God, de kwelling van de dood zal hen geenszins aangrijpen. Zij schijnen in de ogen van onnozelen gestorven te zijn, maar zij zijn in vrede. vertaling: Pieter Oussoren, Buiten de Vesting
O Thou, the Central Orb - sonnet door Henry Ramsden Bramley O Thou, the central orb of righteous love, Pure beam of the most High, eternal Light Of this our wintry world, Thy radiance bright Awakes new joy in faith, hope soars above. Come, quickly come, and let Thy glory shine, Gilding our darksome heaven with rays Divine. Thy saints with holy lustre round Thee move, As stars about thy throne, set in the height Of God’s ordaining counsel, as Thy sight Gives measured grace to each, Thy power to prove. Let Thy bright beams disperse the gloom of sin, Our nature all shall feel eternal day In fellowship with Thee, transforming day To souls erewhile unclean, now pure within. Amen.
Lass, o Herr, mich Hülfe finden - Psalm 13 : 2, 3 (12), bew. Charles Broadley Lass, o Herr, mich Hülfe finden, neig’ dich gnädig meinem Flehn, willst gedenken du der Sünden, nimmermehr kann ich besteh’n. 10
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
Soll mein Sorgen ewig dauern, sollen Feinde spotten mein? Schwach und hülflos soll ich trauern und von dir vergessen sein?
Magnificat - Book of Common Prayer (1662) My soul doth magnify the Lord: and my spirit hath rejoiced in God my Saviour. For he hath regarded: the lowliness of his handmaiden. For behold, from henceforth: all generations shall call me blessed. For he that is mighty hath magnified me: and holy is his Name. And his mercy is on them that fear him: throughout all generations. He hath showed strength with his arm: he hath scattered the proud in the imagination of their hearts. He hath put down the mighty from their seat: and hath exalted the humble and meek. He hath filled the hungry with good things: and the rich he hath sent empty away. He remembering his mercy hath holpen his servant Israel: as he promised to our forefathers, Abraham and his seed, for ever. Glory be to the Father, and to the Son, and to the Holy Ghost; As it was in the beginning, is now, and ever shall be, world without end. Amen.
11
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
Biografiën Rien Donkersloot
hij eveneens een diploma voor behaalde. Het orgel en de kerkmuziek zijn niet zijn enige muzikale interesses. Een belangrijke drijfveer in zijn leven is namelijk de beiaard. Hij studeerde daarom aan de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort bij Frans Haagen. In 2011 behaalde hij ook daarvoor een diploma, en ook deze was cum laude. Het is daarom niet verwonderlijk dat hij op het vlak van de beiaard gelauwerd is tijdens verschillende concoursen. Hij won bijvoorbeeld eerste prijzen op vermaarde beiaardconcoursen zoals het Internationaal Beiaardconcours in Wavre, het Internationale Beiaardconcours in Gorinchem en, in 2012, op het Internationale Sweelinck Beiaardconcours in Groningen.
12
Rien Donkersloot (1985) zag in Rotterdam het levenslicht. Aan het conservatorium van zijn geboorteplaats studeerde hij orgel bij Bas de Vroome en Ben van Oosten. Het leverde hem een cum laude-diploma voor het orgel op. Om zijn passie voor het orgel te verdiepen volgde hij ook nog cursussen bij Michel Chapuis, Andres Cea Galan, Harald Vogel, Olivier Latry, Zsigmond Szathmary en Thomas Trotter. Verder volgde hij, aan hetzelfde conservatorium, de opleiding tot kerkmusicus, waar
Rien won niet alleen prijzen voor zijn kunsten op de beiaard. Ook bij concoursen voor organisten in Brielle en Leiden viel hij in de prijzen. En in september 2012 won hij de tweede prijs op het Internationale Orgelconcours te Breda. Rien is nu organist van de Sint Joriskerk in Amersfoort en de Laurentiuskerk te Mijnsheerenland. Hij is stadsbeiaardier van Haarlem en Goes, bekleedt de functie van gemeentebeiaardier in Ridderkerk en vindt daarnaast tijd voor een uitgebreide
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
concert- en lespraktijk, waarbij hij ook nog actief is als (koor)begeleider. Van zijn spel verschenen diverse cd’s, die door het publiek en in de pers positief werden ontvangen. Wilt u meer informatie over deze getalenteerde musicus, of wilt u een van zijn cd’s bestellen, kijk dan op: www.riendonkersloot.nl.
gebruikelijke manier individueel aandacht besteed aan de stemvorming van de jongens.
Kampen Boys Choir
De Engelse koorstijl staat internationaal zeer hoog aangeschreven. Dit omdat er een uitermate hoog muzikaal niveau uit voortkomt. Het is daarom dat dit ideaal het uitgangspunt vormt van het Kampen Boys Choir. Ook het Kampen Boys Choir staat dan ook voor koorzang op topniveau. Sinds 2012 is de artistieke leiding van het koor in handen van Rintje te Wies.
Het Kampen Boys Choir is een zeer jong gezelschap dat in september 2002 is opgericht. Er zingen gemiddeld zestien jongens mee, ondersteund door zo’n veertien mannen. Het koor neemt de Engelse koorstijl als uitgangspunt. Dat doet het tamelijk consequent: niet alleen de omvang en bezetting komen overeen met de Engelse wijze, ook wordt op de in Engeland
De indeling van het koor volgt die van de traditionele Engelse kerkkoren. Het koor is namelijk ingedeeld in twee deelkoren: de cantoris en de decani, afgeleid van de plaats van de twee deelkoren in het hoogkoor van een Engelse kathedraal: aan de kant van de Cantor (cantoris = van de cantor) of aan de kant van de Dean (decani = van de dean). Zowel bij de cantoris als bij de decani is een headboy aanwezig, de leider van de groep; herkenbaar aan de medaille (badge) met een donkerblauw lint. Er is ook een hoofdleider van het gehele koor. Deze jongen is herkenbaar aan de badge met het rode lint. De leiders zijn verantwoordelijk voor de algehele gang van zaken rondom
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
13
een concert of Evensong. Zij zorgen er onder andere voor dat iedereen de juiste muziek heeft en dat iedereen aanwezig is op de plek waar hij moet zijn. Enkele jongens binnen het koor kunnen solo zingen. Een solist is herkenbaar aan de badge met het gele lint. Tot slot is er nog een badge met een lichtblauw smal lint, de last badge. Deze wordt per optreden uitgereikt aan een jongen die zich positief heeft onderscheiden. Dat gebeurt vlak voor het concert, door de dirigent. Voor de jongens die geen vaste badge hebben is het altijd spannend wie deze last badge krijgt en wie de solo mag zingen. De koorleden dragen tijdens optredens een rode toga met een witte superplie van Engelse makelij. De jongens die nog niet zijn toegelaten, de zogenaamde probationers (jongens die op proef meedoen; afgekort probs), dragen alleen een rode toga.
muziektheorie. Dat deed hij bij respectievelijk Cees Rotteveel en Rein Ferwerda. In 2006 werd hij aangesteld als artistiek leider van het Roder Jongenskoor. Het Roder Jongenskoor leeft, net als het Kampen Boys Choir, in de wereld van de Engelse koormuziek. Een wereld die Rintje uitermate goed past. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij de aangewezen man bleek toen het Kampen Boys Choir in 2012 een nieuwe dirigent en artistiek leider nodig had.
Sander van den Houten Rintje te Wies
14
Rintje te Wies (1958) studeerde zowel piano als schoolmuziek aan het Conservatorium in Groningen. Onder zijn leraren bevinden zich Gerben Makkes van der Deyl en Kars Westers. Naast deze opleiding studeerde hij ook koordirectie en
Sander van den Houten (1987) is samen met Sietze de Vries de vaste begeleider van het Kampen Boys Choir. Hij is hoofdorganist van zowel de Burgwalkerk als van de Broederkerk te Kampen. Alsof dat niet genoeg is, is hij ook tweede organist van de Bovenkerk in dezelfde plaats.
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
Het begon allemaal toen hij acht jaar oud was met piano- en orgellessen bij Paul Kieviet. Al tijdens zijn jonge jaren won hij prijzen op jeugdconcoursen. Voorbeelden daarvan zijn het jeugdsolistenconcours in Melissant waar hij de derde prijs won, het ensembleconcours in Oude Tonge (hij behaalde de tweede plaats) en het Buxtehudeconcours te Zierikzee, waar hij de hoofdprijs in de wacht sleepte.
Zijn officiële opleiding tot organist volgde hij aan het Rotterdams conservatorium bij Bas de Vroome (literatuur) en Aart Bergwerff (improvisatie). Hij rondde daar zijn bachelor-diploma af om door te kunnen studeren in Zwolle bij Theo Jellema. Daar, aan het ArtEZ-conservatori-
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
um, slaagde hij in 2013 cum laude voor zijn masterdiploma orgel. Tijdens zijn studie deed Sander nieuwe ervaringen op door masterclasses te volgen bij uiteenlopende grootheden als Willem Tanke (de muziek van Messiaen), Harold Vogel (Buxtehude’s composities), Jacques van Oortmerssen (het stylus-phantasticusrepertoire) en Thomas Trotter (Engelse orgelmuziek). Voor zijn werk als koorbegeleider reisde hij naar onder andere Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Oostenrijk. En in 2013 trok hij naar Rusland waar hij in Kostroma een aantal orgelconcerten verzorgde. Als dirigent is hij verbonden aan het gemengde koor Zang en Vriendschap te Eemdijk, het Mannenkoor IJsselmond te Hasselt en de Zang- en Oratoriumvereniging Raalte. Tevens is hij cantor van de Theologische Universiteit te Kampen en werkt hij als vaste begeleider van onder andere het Bovenkerk Kamerkoor onder leiding van Ab Weegenaar. Sander geeft jaarlijks vele concerten als solist, begeleider en continuo speler. Ook heeft hij een privélespraktijk. Als u meer informatie wilt lezen over Sander, of als u een berichtje wilt achterlaten, kijk dan op: www.sandervandenhouten.nl. n
15
Het orgel
Een reis door de tijd
Het orgel is een blaasinstrument, dat zijn oorsprong heeft in een simpele fluit. Zoals wij het orgel in onze tijd kennen, is het dan ook niet bedacht of uitgevonden, maar het is door de tijd heen zo gegroeid.
D
e syrinx of panfluit, die als blaasinstrument ook nu weer bekendheid geniet, lijkt door zijn vaste pijplengte en zijn aaneengeschakelde pijpen al een beetje op een orgelfrontje.
Het ligt voor de hand, dat men probeerde om, met de panfluit als voorbeeld, een instrument te ontwikkelen waarmee men één of meerdere tonen tegelijk ten gehore kon brengen terwijl men het door één mondstuk aanblies. De oplossing was eenvoudig. Men plaatste een aantal pijpjes (of fluiten) op een langwerpige doos, met aan de zijkant een mondstuk om de pijpen aan te kunnen blazen. Om te voorkomen, dat alle pijpjes tegelijk zouden gaan klinken, werden er onder de pijpen klepjes of schuiven aangebracht, waarmee het mogelijk gemaakt werd, om de tonen die men wilde horen tot klinken te brengen.
16
Naarmate men meer pijpjes aan het instrument toevoegde, werd het moeilijker
om het instrument met de beperkte capaciteit van de menselijke longen van voldoende wind te voorzien. Daarom zocht men naar een mechanische oplossing van dit probleem. De afgestroopte huid (de “balg”) van een dier gebruikte men als reservoir voor de wind waarop het orgel kon klinken. Aangebracht tussen twee scharnierend aan elkaar verbonden planken, kon men druk op de balg uitoefenen. De hals van het dier (de “krop”) werd als uitstroom-opening van de wind aan het instrument verbonden. Deze benamingen worden nu nog in de orgelbouw gebruikt. Het woord “blaasbalg” is bij iedereen bekend. De balg wordt met de krop aan het kanalensysteem van het orgel verbonden. De eerste orgels hadden geen registers waarmee rijen pijpen in- en uitgeschakeld kunnen worden. Variatie in klankkleur of -sterkte was dus niet mogelijk. Om toch aan de wens van afwisseling tegemoet te komen, bouwde men achter de speler een tweede orgel, dat ‘rugpositief ’ genoemd werd. Ook werd er wel een tweede orgel boven het eerste opgesteld, dat ‘bovenwerk’ genoemd werd. Het orgel kreeg daardoor meer handklavieren die afzonderlijk of in samenspel te bespelen waren.
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
Om nog meer speelmogelijkheden voor de handen over te houden, werden de baspijpen met de voeten bespeeld: het pedaal, uitgevonden omstreeks 1470. Na het jaar 1500 werd het mogelijk, door uitvinding van een manier om rijen pijpen in en uit te schakelen, veel meer klankkleuren ten gehore te brengen. Het mechanisme dat hiervoor gebruikt wordt, bedient de organist met het in- en uitschuiven van de registertrekkers naast of boven de speeltafel. Het orgel ontwikkelde zich nu naar een hoogtepunt dat bereikt werd in het midden van de achttiende eeuw. Hierna werd er voortdurend geprobeerd het orgel te verbeteren en aan te passen aan de eisen van de tijd en de veranderende smaak. Vooral de komst van het industriële tijdperk is van grote invloed geweest. In onze tijd zijn we weer teruggekeerd naar de bouwwijze van het orgel in deze periode van bloei van het mechanische orgel. Het belangrijkste dat wij uit onze huidige tijd hebben toegevoegd, is de windmachine. Deze zorgt dat de balgen gevuld blijven met orgelwind, waardoor we afscheid konden nemen van de ‘orgeltrapper’.
Op onderstaande wijze hebben we nu alle onderdelen, die nodig zijn om een orgel te laten functioneren: 1 Orgelpijpen 2 Windlade 3 Kanaal (stippellijn) 4 Balg 5 Ventiel 6 Toetsen
n
17
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
De historie van de orgels in de St. Joriskerk Amersfoort
Naber-orgel (hoofdorgel) In 1845 werd door Carl Friedrich August Naber (uit Deventer) een nieuw orgel gebouwd waarin delen van het toen bestaande instrument zijn verwerkt. Het is niet bekend door wie dit oorspronkelijke orgel was gebouwd; wel is bekend dat Cornelis Gerritz uit Utrecht in 1551 het instrument met een bovenwerk had uitgebreid. In 1636 is het door de Amersfoortse orgelmakers Galtus Germersz en Germer Galtusz van Hagerbeer (vader en zoon)
18
gerestaureerd en uitgebreid. In 1840 bleek het orgel in dusdanig slechte toestand te zijn geraakt dat het niet langer te gebruiken was. Verschillende orgelmakers hebben een offerte ingediend om het bestaande orgel te restaureren en te verplaatsen binnen de kerk. Nadat de keuze op Naber was gevallen is in januari 1843 met hem een contract voor de bouw van een nieuw orgel gesloten; ondertussen waren de plannen van restauratie van het bestaande orgel gewijzigd naar nieuwbouw; met gebruikmaking van enkele delen van het oude orgel. In november 1845 leverde Naber het orgel op. In 1903, 1925 en 1935 werkte J. de Koff uit Utrecht aan het orgel. Er werd toen een aantal registers vervangen door nieuwe. Verder zijn diverse pijpen van het rugwerk vervangen door nieuwe. Rond 1900 is de pedaalomvang uitgebreid. Bij de restauratie in 1969 door de firma De Koff (vanwege hun faillissement werd de restauratie voltooid door de firma Flentrop) is de oorspronkelijke dispositie weer in ere hersteld. Om het orgel wat meer helderheid te geven is op het Hoofdwerk een nieuw register toegevoegd, de Scherp 3-4 st. Het orgel stond tot 1969 opgesteld op het gotische orgelbalkon uit 1480 dat daar-
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
door ernstig beschadigd is. Daarna is het orgel op een nieuwe galerij geplaatst aan de westzijde van de kerk en kon het balkon hersteld worden. In 1995 is het orgel grondig gerestaureerd door de firma Flentrop. Na de restauratie van de kerk in 2011 bleek het orgel ernstig vervuild. Het orgel kreeg daarom in 2012 een grote schoonmaakbeurt waarbij tevens het pijpwerk (waar nodig) werd gerepareerd. Ook werd het orgel opnieuw geschilderd door de firma De Jongh uit Waardenburg. Hierbij kreeg het zijn oorspronkelijke kleurstelling terug.
westkant, beschikt de Joriskerk sinds de restauratie van 1969 ook over een koororgel. Dit koororgel, geschonken door de heer B. Pon, is gebouwd door de Zwitserse orgelbouwer Metzler en Zoon uit Dietikon. Uitgangspunt bij het ontwerp was het Zuid-Duitse barokorgel. De klank is krachtig, helder en dragend. Bij de bouw is rekening gehouden met een latere uitbreiding in de vorm van een bescheiden borstwerk.
Metzler-orgelpositief Metzler-orgel (koororgel) Naast het grote Naber-orgel aan de
In de Gerfkamer van de Joriskerk bleek door het nieuwe gebruik van deze ruimte behoefte aan een klein kabinetorgel. Ook
19
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
hierin voorzag de familie Pon door een klein, verrijdbaar, orgel te schenken, dat eveneens werd vervaardigd door de orgelbouwers Metzler en Zoon in 1967. Het orgel is fraai beschilderd door de heer Antonio Frasson (Luzern), die de luiken met fraaie en toepasselijke voorstellingen verlevendigd heeft.
Het kistorgel van Ambitus Foundation Ambitus Foundation heeft haar eigen kistorgel! Het orgel is gebouwd door de firma Klop en werd in bruikleen gegeven door de Stewardship Foundation. Doordat het klein en licht is, is het makkelijk te transporteren en dus haast overal inzet-
20
baar. Ondanks de beperkte afmeting kan het kistorgel naast een milde kant, ook een grootse klank voortbrengen die ver reikt. Dit komt vooral door het houten pijpwerk dat gebouwd is volgens de Organi di legno-traditie. Het Organo di legno (= houten orgel) deed zijn intreden in de muziek tijdens het laatste deel van de zestiende eeuw. Claudio Monteverdi schreef in zijn bekende opera L’Orfeo (1607) bijvoorbeeld een dergelijk instrument voor. Het instrument werd vooral gebruikt als begeleiding (de zogenaamde basso continuo) bij vocale muziek. Het exemplaar van de Ambitus Foundation heeft ook een twee-voets en een kwint-register, en is daarom ook inzetbaar als solo-instrument. In het concert van vanavond hoort u beide kwaliteiten van dit bijzondere instrument. Het ontwerp voor de orgelkast is van Jan den Ouden. De decoratie van de klank-openingen bestaat uit laser-gesneden, gekleurde cirkelsegmenten. Ze symboliseren de reikwijdte van de veelkleurige muziek die in het orgel ontstaat en zich vervolgens een weg baant naar het oor van de luisteraar. In het hart van elk van de vijf panelen is een medaillon bevestigd met een symbolische betekenis. Het middelste medaillon is geënt op het Compassionlogo, dat ontworpen werd door de Cubaanse kunstenaar José Sierra Santos. Links daarvan ‘de barmhartige Samartitaan’; het beeld rechts-voor symboliseert de
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
‘Liefde tot God en de naaste’. Het medaillon op de linker zijkant verbeeldt ‘de voetwassing’ en op de tegenover gelegen zijde ‘Alles heeft een bestemden tijd’ (Prediker 3). Heleen den Ouden tekende voor het
ontwerp van de medaillons, die door Eline Verweij werden gesneden. Nanda den Ouden, Nico de Deugd, Jan Top en Jan den Ouden namen het schilderwerk voor hun rekening. n
21
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
22
Concert Noaber Foundation - ambitus foundation
Colofon Project manager: Johanna Noom Grafisch ontwerp / opmaak: Jan den Ouden (Artworx) / Nico de Deugd Drukwerk: Torendruk Grafische Producties, Nijkerk Programmatoelichting en redactie: Klaas van der Linden Tekst “Het orgel, een reis door de tijd”: Wim Modderkolk Tekst “De historie van de orgels in de St. Joriskerk Amersfoort”: www.orgelconcertenjoriskerk.nl Foto’s: Erik van Til (foto RD), Joran Looij Photography (foto SvdH), Fotopersbureau Freddy Schinkel (foto KBC, RtW), Wim van der Ros (orgels)
woensdag 7 ok tober 2015 - Joriskerk Amersfoort
23
Dit concert is georganiseerd door Noaber Foundation en Ambitus Foundation