Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT ‘LUISTEREN NAAR EINDGEBRUIKERS’ TSCI ONTWIKKELT ZICH VAN DISTRIBUTEUR TOT BEDENKER EN PRODUCENT VAN HIGHTECH MEDISCHE PRODUCTEN
3 17e jaargang augustus 2008
• OGEN TEKORT OP HET INSTRUMENT 2008 • CHARLIE APTROOT: “ONDERWIJS BASISTAAK VOOR POLITIEK” • BETUWELIJN TWEEHONDERD MILJOEN GOEDKOPER DAN BEGROOT
■ INHOUD
■ REDACTIONEEL
Rubrieken Interview Peter de Jong ■
Algemeen management ■
4
‘Luisteren naar eindgebruikers’
8
Kort Nieuws
Regelgeving en arbeidsmarkt 10 ■
Het concurrentiebeding
Milieu en duurzaamheid ■
Conjunctuur ■
41 42 47
30
Er was zo verschrikkelijk veel te zien en te beleven op HET Instrument.
����
� ����� �����
Hoe te handelen bij transportschade Zonder aantekening op de vrachtbrief doet verzekeraar moeilijk.
49
59
50 56
Branche bezorgd over investeringsbeleid
Informatie
2
40
LabAnalyse 2008
Medische Technologie ■
38
Ogen tekort op HET Instrument 2008
De rol van VLW
Laboratorium Technologie ■
36
62
24
FHI en stichting 3D Medisch technologische kennis van Nederlandse universiteiten beschikbaar voor bedrijven.
signalement augustus 2008
Beleid is vluchtig. Industriepolitiek maakte zichzelf onmogelijk eind zestiger, begin zeventiger jaren. Het publieke geheugen is kort. De scheepsbouwenquêtes zijn vergeten. Boeken worden nauwelijks gelezen. De roep om verliesdekkende subsidies met behulp van beleid vastgelegd in industriebrieven dreigt soms zelfs de draaiende wind van nostalgisch sentiment te volgen. De bovenliggende jetstream loopt nog goed, maar voorlopig is er toch wat lokale onbestendigheid. De storm die op de loer ligt heeft alles te maken met mensen. We komen tekort op de arbeidsmarkt, structureel, langdurig. Met de wind mee van over de bergen, uit het buitenland, is eigenlijk de enige oplossing. Maar we zijn er bang van. De mistral, onbeheersbaar, heet, uitheems. Hoe ga je daar mee om? De wind heeft zich nog nooit gestoord aan landsgrenzen.
Nationale PROFIBUS & PROFINET dag
VLW ■
30
Heftig Lagerhuisdebat op HET Instrument
Profibus ■
Meer dan de helft grote projecten in industrie en infra mislukt.
MicroNanoConference
Industriële Automatisering ■
28
HALT-test
MinacNed ■
23
Betuwelijn tweehonderd miljoen goedkoper
Vanderlande Industries
PLOT ■
20
Belevingsmarketing
Development Club ■
18
Ogen tekort op HET Instrument 2008
Industriële Elektronica ■
Een sixties kid verloochent zich niet. Echt is echt, voor babyboomers en Einsteiners. Veel vervliegt. De bezoekersaantallen van HET Instrument? Schijn bedriegt. Wat overblijft besteedt meer, weet beter waar het over gaat. Het kaf en het koren. Hoewel, met de kop in het zand zie je niet dat ook het koren wegwaait.
Charlie Aptroot pleit voor minder regels
HET Instrument ■
16
Recruiten is matchen
Haagse babbel ■
44
Hij was in 2001 de eerste onafhankelijke federatievoorzitter van FHI.
‘Wij wensen u veel personeel!’
Nieuws van FHI partners ■
Blowin’ in the wind
Is er leven na FHI?
Federatienieuws ■
18
Industrie rekent fors hogere prijzen
Tom Fransen ■
13
Stichting RTA
“Het voorzitterschap was een absoluut hoogtepunt”
signalement augustus 2008
Ons eigen windje waait intussen tamelijk braaf over Gods akkers. FHI gaat verhuizen, maar niet meer dan een paar kilometers. Van de ene kant van het Amersfoortse dierenpark naar de andere. Naar de Dodeweg in Leusden. Op de grens met Amersfoort, pal aan de snelweg A28. Naar een betere, grotere, mooiere locatie. De wind in de zeilen? We zijn er mee verwend. Zo lang we onze bomen niet te hoog laten groeien, zal het waarachtig wel meevallen. Op het landgoed Leusderend, tussen de bomen, vele malen beschutter dan in de toren op de Uraniumweg. Van de Uraniumweg weg naar de Dodeweg, kan het meer sixties? Onze Einsteiners weten heus wel dat de Nederlandse elektriciteit voor het grootste deel komt aanwaaien van Franse kerncentrales. Ons aardgas verkopen we als lucht aan de laatste multinationals die over zijn. De opbrengst vervliegt voor een groot deel in duur wetenschappelijk onderzoek naar nog een dag langer leven na onze honderdste verjaardag. We eten er voorlopig nog ons technologisch brood van. Nu windsingels aanleggen, dan kan de jonge aanplant wortelen voor de storm komt. Kees Groeneveld
3
■ INTERVIEW PETER DE JONG
Door André Weigand The Surgical Company International, afgekort TSCI, is gevestigd in Amersfoort. Peter de Jong (49) is er sinds twee jaar managing director. Hij vertelt: “The Surgical Company Group waarvan TSCI deel uitmaakt, ontstond in 2000 uit het samengaan van Granulab en The Surgical Company, volgens de formule 1+1=3. De holding, een directeur/grootaandeelhouder, is Nederlands. TSC Benelux is de distributieorganisatie. Voor Duitsland hebben we dit jaar een eigen GmbH opgericht, ook een distributiefirma. Sebac en Adhesia zijn beide Frans. Hemologic tot slot is onze onderzoekspoot in dienst van de holding. De totale groep omvat tweehonderd employees. TSCI is weliswaar nog een klein bedrijf, maar we groeien hard. Zo nemen we binnenkort weer drie mensen aan: een service engineer, een clinical specialist, en een tweede marketing manager.”
eerste en enige dat werkt op basis van infrarood licht. Veel van de bloed- en vloeistofverwarmers van de concurrentie werken op basis van warm water, het au bain marie principe. Maar op een operatiekamer wil je liever geen apparatuur met water. De Fluido is wat je noemt een droog apparaat, heel gebruikersvriendelijk, makkelijk op te bouwen, en binnen dertig seconden functioneel. Het is samen met eindgebruikers ontwikkeld hier in Nederland, door ons gepatenteerd, en later nog uitgebreid met een aantal componenten zoals een drukkamer inclusief benodigde compressor, waarmee je de vloeistof onder hogere druk kunt toedienen, en een luchtbeldetector. Wij brengen het wereldwijd op de markt.” “Bij normale operaties hang je gewoon een infuuszak in de Fluido. Er hoort een speciaal ontwikkelde disposable bij, waar de te verwarmen vloeistof doorheen vloeit naar de patiënt. De disposable is een hyperintel-
“De concurrentie is grimmig, met name door de grote Amerikaanse spelers op de markt” “Hoofdactiviteit van The Surgical Company Group is de distributie van allerlei medische artikelen die zij inkoopt en wederverkoopt aan ziekenhuizen. Daarop ontstond het idee om zelf producten te bedenken en op de markt te brengen. Zo werden we ontwikkelaar, bedenker en manufacturer van producten. En daar is TSCI het uitvloeisel van. We houden ons bezig met hypothermia, het voorkomen van lichamelijke afkoeling tijdens operaties.”
‘Luisteren naar eindgebruikers’
TSCI ontwikkelt zich van distributeur tot bedenker en producent van hightech medische producten Iedereen kent wel mensen in zijn omgeving die een keer zijn geopereerd. Als je ze vraagt wat nu het vervelendste was, krijg je vaak iets te horen over de kou bij het wakker worden uit de narcose. De medische term hiervoor is hypothermia. Om patiënten op zo’n koude operatiekamer op temperatuur te houden, ontwikkelde The Surgical Company International in Amersfoort een aantal unieke producten.
4
signalement augustus 2008
“Waar onze producten nu voor zorgen is dat patiënten op zo’n koude operatiekamer, waar ze onder doeken liggen en niet rillen omdat ze onder narcose zijn, op temperatuur blijven. Uit de literatuur weten we dat afkoeling de kans vergroot op complicaties zoals bloedingen, leidt tot meer antibioticagebruik en ook een langer verblijf in het ziekenhuis tot gevolg heeft. Dat is allemaal in studies aangetoond. Wij hebben producten ontwikkeld die dat tegengaan.” “Wij hebben twee productlijnen. De eerste is de bloed- en vloeistofverwarmer Fluido. Dat apparaat is hier bedacht, het is het
signalement augustus 2008
ligente radiator die werkt op basis van een algoritme. De vloeistof komt binnen met een bepaalde snelheid en een bepaalde temperatuur. De arts stelt de temperatuur in en het apparaat bepaalt vervolgens zelf de af te geven stralingswarmte. Wij kunnen als enigen de ingestelde temperatuur aan het eind van de lijn garanderen, dus bij de patiënt.” “Bij een grotere operatie waar veel bloed verloren gaat, of bij patiënten die met ernstig bloedverlies binnenkomen op een EHBO, wil je de vloeistof sneller inbrengen. Door aan weerzijden balgjes vol te blazen met behulp van een compressor, wordt de infuuszak als het ware leeg geperst.”
“Wij hebben producten ontwikkeld die onderkoeling tegengaan” “Tot slot is er dan nog de AirGuard luchtbeldetector, ook zelf ontwikkeld. Als je ergens
snel vloeistof doorheen jaagt, vergroot dat de kans op luchtbellen. Vandaar de optische detector die zorgt dat het systeem afsluit bij overschrijding van een ingestelde waarde.”
Hoe toont u aan dat de apparatuur veilig is? “Wij hebben een kwaliteitsmanager en engineers. Zij werken volgens ISO- en CE-normen. Wij bieden onze apparatuur ook altijd aan voor KEMA-keur, sowieso in verband met elektrische veiligheid. En we hebben natuurlijk een eigen testprotocol waaraan we moeten voldoen. Waar wij verder in het bijzonder onderzoek naar hebben gedaan, bij Sanquin in Amsterdam, is de invloed van infrarood op bloedcomponenten.”
Moest er bij het testen rekening worden gehouden met wat er wereldwijd wordt geëist? “We hebben ons eerst geconcentreerd op Europa. Voor de Verenigde Staten, waar we sedert begin dit jaar actief zijn, goed voor zestig procent van het totale marktvolume, moesten we de bloedtest opnieuw doen. Bloed wordt daar namelijk anders opgeslagen en bewaard dan in Europa.” “Ons tweede product is een programma warmeluchtdekens onder de naam MistralAir. Die dekens krijgen met een blower warme lucht ingeblazen, en daarmee wordt de patiënt tijdens de operatie afgedekt. Om patiënten warm te houden begin je met de Mistral-Air. Pas bij grotere ingrepen, waar mensen veel vocht krijgen toegediend, komt de bloed- en vloeistofverwarmer in beeld. Warmeluchtdekens bestonden al, maar wij hebben er een aantal zaken aan verbeterd. Het gaat om disposable producten, voor eenmalig gebruik. De dekens zijn er voor uiteenlopende toepassingen, ook voor neonaten en kleine kinderen. Ook hiermee voorkom je de negatieve effecten van afkoeling. Patiënten recupereren sneller, lopen minder complicaties op, en voelen zich gewoon beter als ze met 37 graden van de tafel komen.”
Is dat een inzicht dat leeft bij alle ziekenhuizen, of hebt u hier nog een missie? “Het warmtemanagement met betrekking tot patiënten is bekend bij alle anesthesisten en zij vormen onze doelgroep. Maar het is niet zo’n sexy verhaal. Een nieuwe hartklep of een kunsthart of iets dergelijks, daar staan de kranten meteen vol van. Hier
5
■ INTERVIEW PETER DE JONG
praten we over de dagdagelijkse patiëntengroep. Het belang dat eraan wordt gehecht, verschilt nog sterk per land. Maar er is een sterke groei in de interesse voor en de behandeling van hypothermie.”
Tegenwoordig wordt alles vervat in Diagnose Behandeling Combinaties. Wat vinden de zorgverzekeraars van dit onderwerp? “Het is één van de zaken waar we het inderdaad snel eens over willen hebben met de zorgverzekeraars: aangeven dat warmtemanagement misschien niet zo zichtbaar is, maar wel heel belangrijk voor de patiënt. Wereldwijd staan de budgetten onder druk, dat is geen nieuw verhaal. Anderzijds moe-
pese distributeurs. Zij spreken eindgebruikers. In onze organisatie hebben we ook een productmanager die alle landen afreist en contacten heeft met de key opinion leaders in de diverse landen. Ten behoeve van onze productontwikkeling doen we zelf ook gericht marktonderzoek. Hoe groot is de markt, is er een plek voor ons, wat doet de concurrentie, hoe kunnen we ons onderscheiden? Dat soort zaken monitoren we, zeker voor de grote markten, heel geregeld.”
Wordt de Fluido in Nederland gefabriceerd? “Dat doen we met contract manufacturers. We hebben dus geen eigen fabriek. De Fluido wordt in Nederland geproduceerd.
“Wij winnen op basis van onze IR-technologie en overtuigen sowieso op kwaliteit en service” ten verzekeraars natuurlijk kijken naar de kosten-batenanalyse. Want je kunt weliswaar besparen op apparatuur, maar patiënten die twee dagen sneller uit het ziekenhuis kunnen vertrekken, besparen ook veel geld.”
Doelgroep is dus de anesthesist. Is dat iemand met mandaat? “Absoluut. Hij is degene die tijdens de operatie alle vitale functies van de patiënt bewaakt en beheert. Hij is veelal ook actief ten behoeve van de intensive care. De rol van de anesthesist is steeds belangrijker geworden en zijn inbreng met betrekking tot het patiëntenwelbevinden is wezenlijk.”
Wanneer speelt de aanschaf van een Fluido: bij nieuwe ziekenhuizen, of eerder in een bestaande situatie? “Beide. Nieuwe ziekenhuizen pakken dit onderwerp automatisch mee, daar is het standaard. En wat bestaande ziekenhuizen betreft: een aantal doet het al heel goed, zeker in Nederland. Andere zijn aan het upgraden – en dan is het een kwestie van vergelijken met de concurrent.”
U ontwikkelt in samenspraak met eindgebruikers. Hoe komt u daarmee in contact? “We hebben onze contacten met de Euro-
6
Onze Mistral-Air dekens worden gemaakt buiten Europa door een manufacturer die al ervaring had met het maken van dergelijke producten. Ik weet dat er een grote toeloop is op China en Vietnam. Maar wij zijn erg kwaliteitgericht. Onze Nederlandse manufacturers krijgen twee à drie dagen per week een service engineer van ons over de vloer om elk individueel apparaat te keuren voordat de doos dichtgaat. En onze kwaliteitsman, de regulatory affairs & quality manager, audit samen met een van de engineers zo’n assemblagebedrijf om te zien of nog steeds wordt voldaan aan onze specificaties, alles om de kwaliteit te handhaven. Niet alleen om onze certificeringen te behouden, maar bovenal heerst hier het besef dat we met mensen/patiënten werken.”
Hoe belangrijk is vormgeving? “De vormgeving is wezenlijk, al was het maar vanwege de eerste indruk. Het moet er allemaal goed uitzien en meteen ook ergonomisch zijn. TSCI is een klein bedrijf met vijftien man personeel, waaronder twee uitstekende, hoog opgeleide technici. Samen vormen we een werkgroep. Als we een designer nodig hebben, dan huren we een designbureau in. Hebben we een kunststoffenexpert nodig, idem. In het
kader van het gebruikersgemak raadplegen we artsen en verpleegkundigen. Zo komen we tot een optimaal design. We mikken vooral op een intuïtieve bediening.”
Hoe komt TSCI aan zijn distributeurs? “We nemen vaak deel aan beurzen. Op de European Society of Anaesthesiology en het World Congress of Anaesthesiologists staan we met een eigen stand. Daar worden we dan benaderd door distributeurs. Ze zoeken ons – niet omgekeerd. En als het klikt, gaan we met ze in zee. Zo zijn we begonnen in Europa, zitten inmiddels ook in Australië, Maleisië en Singapore, en onlangs gingen er voor het eerst shipments naar het Midden-Oosten en Zuid-Amerika.”
in de gezondheidszorg heerst altijd die rare mix van kwaliteits- en prijsbewustzijn. Wij winnen op basis van onze IR-technologie en wij overtuigen sowieso op kwaliteit en service. Ook vindt de Amerikaanse doelgroep het prettig dat er nu ook een Europese speler is. Want de Amerikanen domineren de markt. Die leveren overigens goede producten, daar niet van. We merken anderzijds dat de ziekenhuizen daar erg vasthouden aan tradities. Onze concurrenten zijn veel langer op de markt. Dus hoe de Amerikanen precies zullen reageren? Dat gaan we ontdekken.” <
“We zijn erg kwaliteitgericht omdat we beseffen dat we met mensen werken”
Als het gaat om export, is er dan op een of andere manier nog steun van de Nederlandse overheid of van een brancheorganisatie? “Nee, niet van de overheid, daar hebben we althans nog niets van gemerkt. Van een brancheorganisatie … daar zou ik eens met FHI over moeten praten. Dat is ook een van de redenen waarom wij lid zijn: je blijft op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en zij hebben ervaring met meerdere bedrijven en daar willen wij best uit putten. Maar ik denk dat we uiteindelijk op eigen benen … dat we daarvan uit moeten gaan.” “Voorlopig kunnen we heel gezond groeien met onze IR-technologie. Als je bijvoorbeeld in de interventiecardiologie niet elke zes maanden iets nieuws hebt, doe je niet mee. Maar gelukkig speelt in onze markt het tegenovergestelde. Anesthesisten wisselen minder snel, anders moeten ze hun mensen opnieuw gaan trainen, et cetera.”
Is er concurrentie? “Die is best grimmig. Er is een aantal grote spelers op de markt, met name Amerikaanse. Nu denken we dat er zeker plaats voor ons is op de Amerikaanse markt. Een aantal maanden geleden is daar een eerste test geweest in een klein ziekenhuis, om te kijken of technisch alles klopte en om de eerste reacties te peilen. En nu zijn we ons aan het opmaken voor de grote oversteek. Toen de Amerikanen plotseling een Nederlands bedrijf met een kwaliteitsproduct op de markt zagen verschijnen, is er een concurrentiestrijd ontstaan, onder andere op prijs, althans, dat probeert men. Nu is de doelgroep vooral kwaliteitsbewust –
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
7
■ ALGEMEEN MANAGEMENT
Kort Nieuws Elektronische sigaret Verpakkingenbelasting wordt eenvoudiger
MINDER SNEL BOETE BIJ LATE BELASTINGAFDRACHT Ondernemers die te laat zijn met de maandelijkse afdracht van btw krijgen niet meer automatisch een boete. Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft hiertoe besloten omdat hem gebleken is dat er in het midden- en kleinbedrijf veel irritaties leven over het boeteregime van de Belastingdienst. Een soepeler boetebeleid gaat ook gelden voor te late afdracht van loonbelasting van personeel. Het is nog niet bekend wanneer een nieuw boetebeleid wordt ingevoerd, maar de staatssecretaris streeft naar
2009. In principe wordt een coulanceperiode van zeven werkdagen ingevoerd. Een bedrijf dat te laat, maar wel binnen zeven dagen belasting overmaakt, krijgt geen boete. Voorwaarde is dat de onderneming de voorgaande keer wel op tijd heeft betaald. Betaalt een bedrijf twee keer achter elkaar te laat, dan volgt alleen een boete voor de tweede overschrijding. Stelselmatig te laat afdragen van belastingen kan leiden tot een boete tot het wettelijk maximum. Bron: Notabene
<
De razend populaire elektronische sigaretten vallen niet onder het rookverbod op de werkvloer. Dat is namelijk bedoeld om werknemers te beschermen tegen schadelijke sigarettenrook. Uit een elektronische sigaret komt alleen wat waterdamp. Toch betekent dit niet dat het gebruik niet verboden kan worden. Een werkgever kan huisregels of ordevoorschriften opstellen. Eén van deze regels of voorschriften kan zijn dat roken verboden is, of de werknemer dat elektronisch doet of niet. Ondanks de schijn van gezondheid die rond de elektronische sigaret hangt, zijn ze dat niet. Hoewel én geen teer én ook geen schadelijke rook vrijkomen, bevatten de sigaretten wel een flinke dosis van het zeer verslavende nicotine.
Staatssecretaris De Jager van Financiën gaat de verpakkingenbelasting vereenvoudigen. Dit staat in de vergroeningsbrief die in de ministerraad is besproken en nu naar de Tweede Kamer gaat. Gebleken is namelijk dat de uitvoering van deze belasting complex kan zijn. Met VNONCW wil De Jager bezien welke verdere vereenvoudigingen mogelijk en nodig zijn om de administratieve lasten te minimaliseren. De administratie van de verpakkingenbelasting zou beter moeten worden gekoppeld aan bestaande gegevens uit de bedrijfsadministratie. In juli zijn de resultaten inclusief een verbetering van de uitvoering naar de Kamer gestuurd. Belastingplichtigen die niet in staat zijn om voor 1 juli de eerste globale schattingsopgaaf over het jaar 2008 in te dienen, kunnen dit uitstellen tot 1 oktober. Bron: Notabene<
Geen arbeidsovereenkomst voor bestuurders? Het kabinet is van plan om een einde te maken aan de dubbele rechtsverhouding van veel bestuurders met de vennootschap. In een wetsontwerp stelt minister van Justitie Hirsch Ballin voor om de arbeidsrechtelijke relatie te schrappen. Nu hebben bestuurders nog een statutaire én een arbeidsovereenkomst. Bij geschillen kan een bestuurder op grond van de laatste een extra hoge vertrekvergoeding eisen. Recent is daarover maatschappelijke commotie ontstaan en de minister wil daarom meer eenduidigheid in de rechtspositie van bestuurders. Onzeker is nog of het wetsontwerp ook gaat gelden voor bestuurders van niet-beursgenoteerde ondernemingen en voor directeuren-grootaandeelhouders. Bron: Inzake uw zaken<
SPOOKFACTUUR EXPO-GUIDE
Bron: Personeel!<
Spookregistratie domeinnamen Domeinaanbieder Domain Management Group benadert steeds vaker ook FHI-leden met de waarschuwing dat ze benaderd zijn door een klant met het verzoek tot het registreren van diverse domeinen met daarin de bedrijfs- of merknaam van het lidbedrijf.
Arbeidsmarktprobleem kost 3,6 miljard
Het tekort op de arbeidsmarkt bezorgt de economie per saldo steeds meer meetbare schade. Volgens een onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen lopen we jaarlijks € 3,6 miljard aan inkomsten mis doordat vacatures niet kunnen worden ingevuld. Bij de bere-
8
kening van dat schadebedrag is de gemiste winst en het feit dat de kennisontwikkeling stagneert nog niet meegenomen. Daar staat tegenover dat bedrijven wel gedwongen worden om slimmer te gaan werken doordat ze geen geschikte mensen kunnen vinden. Bron: Inzake uw zaken<
Vereenvoudigingen in loonbelasting voor DGA’s De loonbelasting voor directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) wordt vereenvoudigd. Uit overleg tussen staatssecretaris van Financiën De Jager, de werkgeversorganisaties en de koepelorganisaties van belastingconsulenten en accountants is een aantal
Daarnaast vloeide uit het overleg de introductie van een eenvoudiger systeem van betaling voort waarbij de DGA niet steeds een ander betalingskenmerk in moet vullen. Tot slot is de grens voor het doen van kwartaalaangifte voor de btw verhoogd van zevenduizend euro tot vijftienduizend euro per 1 januari 2009, waardoor een grotere groep bedrijven per kwartaal in plaats van per maand aangifte btw gaat doen.
Dit registratiekantoor voor domeinnamen biedt aan om de bij hen binnengekomen aanvraag te blokkeren tegen een eenmalige betaling van een bepaald bedrag. NIET DOEN DUS! FHI-leden die geconfronteerd worden met dit bedrijf of dit verzoek kunnen contact opnemen met Andreas Meijer,
[email protected] of (033) 465 75 07. <
signalement augustus 2008
voorstellen naar voren gekomen. Zo is een vereenvoudigde loonaangifte voor DGA’s geïntroduceerd samen met een systeem waarbij DGA’s maandaangiften met ongewijzigde gegevens eerder in kunnen dienen dan nu het geval is.
Commercial Online Manuals S de RL de CV uit Mexico benaderde in de eerste helft van dit jaar de exposanten van HET Instrument 2008 om zich te laten registreren in ‘The Expo-Guide’. Dit Mexicaanse bedrijf stuurt een brief waarin zij meldt dat inschrijving noodzakelijk is voor gegarandeerd probleemloze communicatie met bezoekers die contact met het aangeschreven bedrijf op willen nemen. Verder heeft het bedrijf een formulier toegevoegd om gegevens te corrigeren. Na ondertekening van de brief is men voor een periode van drie jaar gebonden aan een jaarlijkse betaling van € 1.181,- per jaar. NIET DOEN DUS! FHI-leden die geconfronteerd worden met dit bedrijf of dit verzoek kunnen contact opnemen met Andreas Meijer,
[email protected] of (033) 465 75 07. <
Bron: Notabene<
signalement augustus 2008
9
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
In reactie hierop schrijft de werknemer:
Het concurrentiebeding in een personeelsreglement Geldt een concurrentiebeding als dit in een personeelsreglement is opgenomen? En moet de werknemer dat personeelsreglement dan (voor akkoord) ondertekenen? Deze vragen kwamen aan de orde in een voor de rechtspraktijk zeer belangrijke uitspraak van de Hoge Raad.
“Deze zijn door mij geaccordeerd.”
Michiel van Dijk, CMS Derks Star Busmann
Na enkele jaren zegt de werknemer de arbeidsovereenkomst op en heeft hij het voornemen om bij een concurrent in dienst te treden. De vraag is dan of het concurrentiebeding, zoals dit voorkomt in de (nieuwe) arbeidsvoorwaarden, wel of niet geldt.
De Hoge Raad meent verder dat niet aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan in gevallen waarin de werknemer zich schriftelijk akkoord verklaart met de inhoud van een document waarin een concurrentiebeding is opgenomen, als dit document niet is bijgevoegd. Dit is anders als de werknemer nadrukkelijk verklaart dat hij met het concurrentiebeding instemt.
Conclusie Door Michiel van Dijk In de rechtspraak en literatuur werd vanaf de invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (Flexwet) vrij algemeen aangenomen dat een concurrentiebeding niet in een arbeidsvoorwaardenregeling rechtsgeldig kon worden opgenomen. Dit was anders als de regeling zelf door de werknemer was ondertekend. Dit uitgangspunt vloeit rechtstreeks voort uit de wet, waar de schriftelijkheidseis is opgenomen (artikel 7:653 van het Burgerlijk Wetboek).
De achtergrond hiervan is dat een concurrentiebeding een dermate ingrijpend beding is dat dit persoonlijk met de werknemer moet zijn aangegaan. Een concurrentiebeding kan de vrijheid van een werknemer en daarmee de ontwikkeling van zijn carrière, zijn inkomsten en zijn arbeidsvrijheid in aanzienlijke mate beperken. Dit verklaart waarom er relatief zware eisen worden gesteld aan het rechtsgeldig sluiten van een concurrentiebeding.
komst tekent waarin staat dat hij kennis heeft genomen en instemt met een reglement, waarin een concurrentiebeding is opgenomen. Feitelijk was de tendens dat werknemers vrij eenvoudig onder het concurrentiebeding uitkwamen. In 2007 wees de Hoge Raad twee opvallende arresten, die in de praktijk belangrijke gevolgen hadden voor de naleving van het concurrentiebeding. Sindsdien komen werknemers minder snel dan voorheen onder het concurrentiebeding uit. Met de hierna te bespreken uitspraak van de Hoge Raad lijkt het voor werknemers nog een stapje moeilijker te worden om onder het concurrentiebeding uit te komen.
De werknemer stelt vanzelfsprekend dat het concurrentiebeding niet geldt, nu hij de arbeidsvoorwaarden niet zelf heeft ondertekend, maar uitsluitend een brief heeft geschreven waarin hij stelt dat de arbeidsvoorwaarden door hem zijn geaccordeerd. De Hoge Raad overweegt echter dat het uiteindelijk niet (langer) is vereist dat de arbeidsvoorwaarden zelf door de werknemer moeten zijn ondertekend. Evenmin is vereist, zo bepaalt de Hoge Raad, dat de akkoordverklaring op de aanbiedingsbrief van de werkgever, nadrukkelijk naar de aanvaarding van het concurrentiebeding verwijst.
De conclusie is dat met deze uitspraak de rechtsgeldigheid van het concurrentiebeding eerder wordt aangenomen. De uitspraak zal dan ook voor veel werkgevers uitkomst bieden. Het verdient echter nog steeds aanbeveling om het concurrentiebeding ‘gewoon’ in de arbeidsovereenkomst op te nemen en deze door de werknemer te laten paraferen. Ook verdient het aanbeveling bij iedere contractverlenging het beding nadrukkelijk van toepassing te verklaren op het verlengde contract. Bij een promotie die niet binnen ‘het gebruikelijke carrièreperspectief’ valt,
verdient het zelfs aanbeveling het concurrentiebeding opnieuw overeen te komen. Mocht het concurrentiebeding in de arbeidsvoorwaardenregeling van de werkgever zijn opgenomen, dan is relevant om de werknemer de integrale arbeidsvoorwaardenregeling te overhandigen of toe te zenden, met een aanbiedingsbrief waarin nadrukkelijk wordt vermeld dat de werknemer door ondertekening van de brief zich eveneens akkoord verklaart met de bijgevoegde arbeidsvoorwaardenregeling. De werknemer moet worden verzocht deze aanbiedingsbrief voor akkoord te tekenen en aan de werkgever te retourneren. Ook kan in de arbeidsovereenkomst of brief expliciet worden opgenomen dat de werknemer verklaart de bijlage te hebben ontvangen. De toekomst zal leren of het concurrentiebeding dat is opgenomen in een CAO eveneens geldig wordt geacht. Michiel van Dijk is advocaat-partner bij CMS Derks Star Busmann N.V.
[email protected]<
Uitspraak Hoge Raad
10
Verdeelde rechtspraak in het verleden
De feiten in deze zaak zijn als volgt. De werknemer treedt op 1 april 1987 in dienst bij de werkgever, een accountantskantoor, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst wordt later omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Partijen zijn oorspronkelijk een concurrentiebeding overeengekomen dat was vermeld in de in de arbeidsovereenkomst toepasselijke arbeidsvoorwaarden. In 1997 heeft de werkgever een vernieuwd exemplaar van die arbeidsvoorwaarden aan de werknemer toegestuurd, met daarin wederom een concurrentiebeding. In de aanbiedingsbrief van de werkgever staat het volgende:
Een concurrentiebeding moet dus schriftelijk worden overeengekomen. Rechters waren in het verleden vaak verdeeld over de vraag wanneer een concurrentiebeding schriftelijk is overeengekomen. Zo is eerder uitgemaakt dat een concurrentiebeding niet geldt indien dit uitsluitend vermeld staat op een bijlage waarnaar de arbeidsovereenkomst verwijst, zoals bijvoorbeeld een personeelsreglement. Dit geldt ook indien de werknemer een arbeidsovereen-
“Het doet ons een genoegen u hierbij het nieuwe exemplaar van onze arbeidsvoorwaarden zoals deze per 1 januari 1998 zal gelden te mogen aanbieden. Deze arbeidsvoorwaarden treden in de plaats van het eerder aan u overhandigde exemplaar. Door medeondertekening verklaart u zich akkoord met de inhoud van deze gewijzigde voorwaarden. Graag ontvangen wij één exemplaar van deze brief van u retour.”
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
11
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
Dalende lijn in ziekteverzuim bij FHI-bedrijven
“Stichting RTA is een betrouwbare en solide partner”
Psychische aandoeningen belangrijkste verzuimoorzaak
RTA-deelnemers voldoen aan hun wettelijke verplichting
In de periodiek door ArboNed opgestelde brancherapportage over 2007 valt te lezen dat het ziekteverzuim bij FHI-bedrijven nog steeds ruim beneden het gemiddelde ligt. Sinds 2005 is de dalende lijn door de FHIleden ingezet. Was het verzuimpercentage in 2004 én in 2005 nog 3,3 procent, in 2006 was dit nog maar drie procent. En vorig jaar kwam het verzuimpercentage uit op 2,8 procent. Een daling van een half procentpunt, terwijl het gemiddelde verzuimpercentage net als in 2006 is blijven steken op 3,6 procent.
Het is al weer drie jaar geleden dat Stichting RTA haar deuren opende en de recycling van technologische apparatuur bij de hoorns pakte. Deelnemers van Stichting RTA (Recycling Technologische Apparatuur) én hun klanten voldoen aan de Nederlandse wet als zij via RTA hun afgedankte elektr(on)ische apparatuur laten verwerken. Een van de deelnemers bij wie RTA deze zorg volledig uit handen neemt, is Roche Diagnostics Nederland dat ook lid is van de FHI-branche Laboratorium Technologie. “RTA is voor ons een betrouwbare en solide partner die op een goede en nette manier zorg draagt voor de afhandeling van instrumenten die uit de markt worden gehaald.”
In 2006 lag dat percentage, zoals te zien is in tabel 1, op drie procent en was de meldingsfrequentie 1,05. Het percentage werknemers dat in 2007 langer dan een jaar ziek is geworden, is bij de aangesloten leden 0,63 procent. Aan een gedeelte hiervan zal uiteindelijk een WIA-uitkering (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) worden toegekend.
Verzuimoorzaken Klachten van het bewegingsapparaat en psychische aandoeningen zijn beide belangrijke oorzaken van langdurig verzuim
Tabel 1: Ontwikkeling verzuimpercentage, bron: ArboNed
���������������������������������������������� Door Roy Vervoort
���� �����������������
Het aantal contracten van de bij ArboNed aangesloten leden van FHI bedraagt 119. Bij deze leden zijn in totaal 3.005 mensen werkzaam. Het verzuimpercentage (gecorrigeerd voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) bij de aangesloten leden is in de verslagperiode 2,8 procent. De meldingsfrequentie (het aantal ziekmeldingen gedeeld door het aantal werknemers) in deze periode bedraagt 0,98.
���
�������
���� ���� ����
����
����
����
����
����
����
���������� ������������
���������� �����������
���������� ���������������� ���� ����
�������
���
�������
���
�������
���
�������
���
�������
�� ��
�� ��
�� ��
�� ��
��
��
�� ��
�� ��
�� ��
�� ��
�����������������
��� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��
��
��� ��
�� ��
��� ��
�� ��
������ ����������� ���� ������������ ���������� ������������
�� ��
�� ��
�� ��
�� ��
��
��
�� ��
��� ��
�� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��
��
�� ��
�� ��
�� ��
�� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��
��
��� ��
��� ��
��� ��
��� ��
��� ���
��� �
��� �
��� �
��� �
��
��
��� ��
�� ��
��� ��
�� ��
���������� ���� ����
�
���
������������� ��� ������������� �� ���� �����
12
Een laboratoriumbedrijf als Roche Diagnostics Nederland heeft in haar dagelijkse praktijk veel te maken met apparatuur die gedecontamineerd opgeleverd moet worden. “Wij zijn een organisatie die apparatuur, de bijbehorende verbruiksmaterialen en service levert aan laboratoria binnen de gezondheidszorg”, vervolgt Geert-Jan de Boer. “Met deze apparatuur onderzoeken de laboratoria humaan materiaal als bloed en weefsel. Wanneer we een apparaat uit de markt halen, moeten we vanzelfsprekend rekening houden met de decontaminatie. We hebben daar een uitgebreide procedure voor die onze service engineer samen met de klant uitvoert. Bij alle verwijderde apparatuur is dan ook een decontaminatieformulier aanwezig.”
dat langer dan vier weken duurt. In tabel 2 is te lezen dat, met respectievelijk 21,9 en 24,9 procent van de gevallen, beide oorzaken een flink aandeel hebben. Opvallend is dat nog steeds het aandeel van werkgerelateerde klachten door psychische aandoeningen bij FHI-leden aanmerkelijk hoger (ruim 32 procent) ligt in verhouding tot de ArboNed-populatie (21 procent).
Tabel 2: Verzuimoorzaken, bron: ArboNed
������������� ��
Geert-Jan de Boer, Roche Diagnostics
���������� ���������������� ������������
signalement augustus 2008
Ook is Roche Diagnostics Nederland tevreden over de terugname van de afgedankte elektr(on)ische apparatuur. “Bij ons gaat het vaak om grote en zware instrumenten die op locatie opgehaald worden”, aldus De Boer. “Dat is in ons geval een prima service. Daarnaast verzamelen we vaak de apparaten op één punt die op deze locatie op bepaalde tijdstippen opgehaald worden. De aanmeldprocedure voor nieuwe plaatsingen en het ophalen van de apparatuur is eenvoudig en snel uit te voeren. De responsetijden zijn goed en we zijn goed te spreken over de inzamelingstermijn.”
De hoogte van de verwijderingsbijdrage noemt Geert-Jan de Boer redelijk. “Het eerste jaar was het hoogste tarief voor zware apparatuur wel een probleem. Nu deze door RTA met ongeveer zeventig procent is verlaagd, is het voor ons geen issue meer. We belasten de bijdrage door aan de klant en hebben het als voorwaarde in de offertes opgenomen. Dit vormt in de praktijk absoluut geen probleem en we krijgen de rekeningen altijd betaald.” “We kunnen dus wel stellen dat we over het algemeen meer dan tevreden zijn over de verrichtingen van Stichting RTA. Voor ons is RTA afdanken zonder zorgen.” <
Toch kiest Roche Diagnotics Nederland er bewust voor om naar hun klanten niet te communiceren over Stichting RTA. “Het is voor ons duidelijk een interne procedure om zo goed mogelijk aan de wettelijke eisen te voldoen”, zegt Geert-Jan de Boer. “Het primaire belang ligt in dit geval bij de leverancier die verantwoordelijk is voor de verwijdering van de afgedankte apparatuur. Onze contacten binnen ziekenhuizen liggen op laboratoriumniveau en zij zijn niet verantwoordelijk voor de verwijdering. Dit wordt binnen de instelling vaak door een heel andere afdeling verzorgd, voor wie bekendheid met Stichting RTA waarschijnlijk wel nuttig kan zijn.”
signalement augustus 2008
13
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
Inzameling van apparatuur: wat te doen met gevaarlijke stoffen
“Bedrijven moeten nu met de billen bloot” REACH vergroot de veiligheid op de werkvloer
Via Stichting RTA (Recycling Technologische Apparatuur) kunnen bedrijven eenvoudig afgedankte apparatuur laten inzamelen. Daarmee voldoen bedrijven aan de wet- en regelgeving. Maar is het algemeen bekend dat het inzamelen en vervoeren van de apparatuur (afval) ook onderhavig is aan wet- en regelgeving, zeker als de apparaten gevaarlijk zijn en/of gevaarlijke stoffen bevatten? Gelukkig wordt dit namens Stichting RTA en Shanks, allemaal geregeld door een specialist: Van Vliet Groep.
Van Vliet Groep verzorgt de inzameling en verwerking van alle afgedankte elektr(on)ische apparatuur. Van weegschaaltjes tot enorme koelapparaten, alles wordt conform wet- en regelgeving én op een milieuverantwoorde manier ingezameld en gerecycled. In de praktijk blijkt dat ook in de apparaten, die via Stichting RTA worden afgevoerd, gevaarlijke stoffen voorkomen. De apparatuur bevat bijvoorbeeld olie, kwik, asbest, koelvloeistof, CFK’s, PCB’s en batterijen. In het algemeen wordt een stof als gevaarlijk aangemerkt als het een gevaar op kán leveren voor mens, dier en/of milieu. Van Vliet Groep voldoet aan de eisen en mag bijna alle gevaarlijke stoffen vervoeren. Deze stoffen moeten wel onderdeel zijn van het apparaat en mogen niet uit het apparaat kunnen lekken. Losse potjes, flessen en dergelijke zijn niet toegestaan. Ook de vloeistoffen die aanwezig zijn in de (afgeknipte) slangen moeten verwijderd worden.
Dit betekent dat bedrijven een verantwoordelijkheid dragen die ook is vastgelegd in het reglement van Stichting RTA. Het reglement probeert onder meer het personeel van Van Vliet Groep te beschermen bij het transport en de demontage. Het is dan ook noodzakelijk dat álle apparaten vrij zijn van biologische, chemische of radioactieve besmetting. Alle apparaten dienen dus schoon en ontsmet te zijn. Als bewijs hiervoor moet de ontdoener een ingevulde en ondertekende decontaminatieverklaring duidelijk zichtbaar op het apparaat bevestigen voordat het apparaat wordt afgevoerd. Deze verklaring geeft aan dat het apparaat ‘schoon’ is. Bij onzekerheid over besmetting raadt Stichting RTA aan het apparaat toch te ontsmetten en schoon te maken en een decontaminatieverklaring op het apparaat te bevestigen, zodat problemen bij de afvoer voorkomen worden. De decontaminatieverklaring is te downloaden op de website van Stichting RTA (www.stichtingrta.nl) onder het kopje ‘Downloads’.
Conform het reglement van de RTA moet de ontdoener apparaten, die gevaarlijke stoffen bevatten, apart aanmelden. Op deze manier weet Van Vliet Groep van tevoren wat ze gaan vervoeren. Elke categorie heeft ook een subcategorie, speciaal voor apparaten met gevaarlijke stoffen. Als op het moment van het aanmelden van het apparaat via de Shanks-RTA-website (www.shanks-rta.nl) bekend is welke gevaarlijke stof zich in de apparatuur bevindt, is het mogelijk dit op het aanmeldformulier aan te geven. Bedrijven die (gevaarlijk) afval willen afvoeren dat niet onder de regeling van Stichting RTA valt, kunnen altijd contact opnemen met Van Vliet Groep. Zij dragen zorg voor de juiste afvoer en verwerking van deze afvalstoffen. Neem voor meer informatie contact op met Van Vliet Groep via (030) 285 52 00 of
[email protected] <
Een uitzondering hierop zijn radioactieve stoffen. Van Vliet Groep heeft geen vergunning om deze (afval)stoffen te vervoeren. Bij dit soort apparaten moet de radioactieve bron, samen met de speciale sticker, van tevoren worden verwijderd. Deze bron zal apart moeten worden afgevoerd door de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA). De eigenaar, leverancier of producent (ontdoener) moet hiervoor zelf zorg dragen.
14
Op 1 juni 2007 is gefaseerd REACH in werking getreden. Deze nieuwe Europese verordening moet ervoor zorgen dat alle chemische stoffen alleen geproduceerd, gebruikt of in de handel gebracht worden op een manier die geen negatieve invloed heeft op de mens en het milieu. Precies één jaar later, op 1 juni 2008, is de verplichte REACH-registratie gestart. REACH, dat staat voor Registratie, Evaluatie, Autorisatie van CHemische stoffen, is een regeling die een grote impact heeft voor veel bedrijven uit de vier FHI-branches. “Veel bedrijven worden nu pas wakker en moeten nu met de billen bloot.” Henri Heussen, Arbo Unie
Door Roy Vervoort Aan het woord is Henri Heusen, senior consultant van het Expertise Centrum Toxische Stoffen van de Arbo Unie. Heussen gaf tijdens het seminar ‘REACH in bedrijf!’ op HET Instrument 2008 een presentatie over de noodzaak van de invoering van de Europese Richtlijn. “Uit een RIVM-rapport uit 2005 blijkt dat er jaarlijks 1.850 vroegtijdige sterfgevallen zijn als gevolg van de ‘oude’ situatie. Voor de invoering van REACH ging het alleen over het gevaar, nu zijn de risico’s veel belangrijker.” Een wezenlijke verandering door de invoering van REACH is dat de bewijslast verschuift van de overheid naar het bedrijfsleven. “REACH dwingt bedrijven om naar de risico’s te kijken, ze te kennen en, indien noodzakelijk, maatregelen te nemen. Ze moeten nu simpelweg met de billen bloot. Gevaar maal blootstelling is risico en daar kunnen ze met REACH niet meer omheen.” De nieuwe richtlijn maakt niet alleen de producenten en importeurs verantwoordelijk, maar ook de gebruikers en distributeurs. Het komt er in de praktijk op neer dat bedrijven die op de een of andere manier te maken hebben met stoffen in preparaten of stoffen in voorwerpen REACH zullen moeten naleven. “Hierdoor wordt de rol in de keten veel belangrijker”, vervolgt Heussen. “De positie die bedrijven inne-
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
men bepaalt welke maatregelen ze moeten nemen. We spreken nu over ketenverantwoordelijkheid, waar het voorheen veel individualistischer was.” Dat REACH een veelheid aan regelgeving met zich meebrengt, erkent Henri Heussen volmondig. “We hebben het over veel papierwerk, de gehele regeling beslaat meer dan duizend pagina’s. Omdat de positie in de keten bepalend is, geldt voor ieder bedrijf maar een gedeelte van de hele verordening. Dit neemt overigens niet weg dat het voor de meeste bedrijven nog te veel is. Zij houden zich liever met hun business bezig dan met nog een extra papierwinkel.” Dat er een apart seminar tijdens HET Instrument 2008 één week voor de invoering aan REACH gewijd is, betekent dat FHI deze materie van groot belang vindt, ook voor haar leden. REACH is in de wereld gezet om de veiligheid te vergroten en de risico’s in te dammen. “Ook al is het een grote hoeveelheid nieuwe regeltjes, het vergroot wel degelijk de veiligheid op de werkplek”, zegt Heussen. “Bedrijven zijn er wel mee bezig, maar helaas wordt een groot aantal nu pas wakker.” Algemene informatie over REACH is te vinden op www.helpdesk-REACH.nl. <
15
■ CONJUNCTUUR
Industrie rekent fors hogere prijzen
Producentenvertrouwen verbeterd
De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in mei bijna elf procent hoger dan een jaar eerder. Een maand eerder was de stijging negen procent. Een prijsstijging van meer dan tien procent is na 2000 nog niet voorgekomen.
De stemming onder de ondernemers in de industrie is voor de tweede achtereenvolgende maand verbeterd. Het producentenvertrouwen kwam in juni uit op 5,3, tegen 3,7 in mei. De stemming onder de ondernemers is positief, maar wel minder uitbundig dan begin dit jaar.
De toename van de afzetprijzen komt vooral door de sterk opgelopen olieprijzen. Zo kostte een vat North Sea Brent olie in dollars gemiddeld ruim 83 procent meer dan in mei 2007. In euro’s was de prijs 59 procent hoger. De waardevermindering van de dollar ten opzichte van de euro temperde het effect van de duurder geworden olie op de stijging van de afzetprijzen van de Nederlandse industrie. De afzetprijzen van de aardolieverwerkende industrie lagen ruim 37 procent hoger dan een jaar eerder. Als de aardolie-industrie buiten beschouwing wordt gelaten, is de stijging van de afzetprijzen van de industrie geen elf maar zes procent.
De afzetprijzen in de voedingsmiddelenindustrie waren ruim negen procent hoger dan in mei 2007. Dat is een stevige toename, maar minder groot dan in voorgaande maanden. Bij de afzetprijzen van de chemische industrie lag de stijging in dezelfde orde van grootte. De afzetprijzen van de basismetaalindustrie waren na negen maanden van prijsdalingen
weer hoger dan een jaar eerder. Ten opzichte van april stegen de afzetprijzen met bijna drie procent. De prijsstijging van op de Nederlandse markt afgezette goederen bedroeg bijna twee procent en die van geëxporteerde producten drie procent.
Aan de inflatie in juni droegen de in het afgelopen jaar gestegen kosten van vervoer, waaronder brandstoffen, met 0,8 procentpunt het meest bij. Duurdere voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken zorgden voor 0,7 procentpunt van de inflatie in juni en hogere prijzen in de horeca voor 0,2 procentpunt. Ook de categorie diverse goederen en diensten, waaronder verzekeringen, droeg met 0,4 procentpunt substantieel bij aan de inflatie in juni. Andere posten hadden juist een neerwaarts effect, zoals de prijsontwikkeling van recreatie en cultuur en die van communicatie.
16
orderontvangsten minder positief dan in mei. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) liep licht op, naar 117,1. Bron: CBS.<
Bron: CBS.<
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
�� �� � � � � �
De ondernemers waren in juni duidelijk optimistischer over de toekomstige productie dan in mei. Hun oordeel over de orderpositie verslechterde daarentegen iets.
�� � � � �� ��
����
Industriële ondernemers denken fors meer te investeren
Inflatie verder omhoog De inflatie kwam in juni uit op 2,6 procent. Dit is 0,3 procentpunt hoger dan in mei. Deze stijging hing vooral samen met de prijsontwikkeling van benzine. De inflatie wordt berekend uit de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.
Over de voorraad gereed product is hun mening niet veranderd. Het aantal ondernemers dat aangaf dat de orderontvangsten zijn toegenomen was in juni iets groter dan het aantal dat een afname zag. Toch beoordeelden de ondernemers hun
Om de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU) te kunnen vergelijken worden geharmoniseerde prijsindices (HICP) berekend. Volgens deze methode was de Nederlandse inflatie in juni 2,3 procent. Dit is 0,2 procentpunt meer dan in mei. De inflatie in de eurozone loopt in hoog tempo verder op. Voor juni berekende Eurostat, het Europees statistisch bureau,
een inflatie van vier procent. Het is de hoogste inflatie in de eurozone sinds het begin van de meting in 1997. Voor Nederland viel de piek van de inflatie in deze periode in 2001. In april en mei van dat jaar waren de geharmoniseerde consumentenprijzen in ons land 5,5 procent hoger dan een jaar eerder. Bron: CBS.<
In het voorjaar van 2008 gaven de ondernemers in de industrie aan dat zij verwachten in 2008 flink meer te investeren. De waarde van hun investeringen zal dit jaar naar schatting uitkomen op iets meer dan negen miljard euro, dit is elf procent hoger dan in 2007. In 2007 investeerde de industrie naar eigen zeggen veertien procent meer in vaste activa dan een jaar eerder.
De ondernemers in de industrie waren in het voorjaar van 2008 beduidend optimistischer over hun investeringen dan in het najaar van 2007. Toen dachten ze nog dat het groeitempo van de investeringen in 2008 zou terugvallen naar vier procent. Het is overigens niet ongebruikelijk dat de ondernemers hun verwachting na verloop van tijd bijstellen, als zij meer zicht hebben op uitstel, vertraging of juist versnelling van
��������������������������������������������������� ���������� ���
�� �
de geplande investeringsprojecten. In alle branches van de industrie denken de ondernemers in 2008 meer te investeren, met uitzondering van de aardolie-industrie. Deze sector voorziet een daling van 32 procent. In 2007 stegen de investeringen door de aardolie-industrie nog het hardst van allemaal, waarbij de waarde bijna verdubbelde. Voor 2008 verwachten de ondernemers in de chemische industrie de grootste stijging, zij denken dit jaar 42 procent meer te investeren. Deze stevige toename volgt echter op een daling van 26 procent in 2007. In beide branches zijn sterke schommelingen in de investeringen van jaar tot jaar niet ongewoon. Bron: CBS.<
� � �
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
17
■ INTERVIEW TOM FRANSEN
Is er leven na FHI? Hij was in 2001 de eerste onafhankelijke federatievoorzitter van FHI. Tom Fransen (63) kijkt vanuit zijn eigenhandig prachtig gerestaureerd klooster in Delft met veel plezier terug op zijn vierjarig ambtstermijn als voorzitter. “Het voorzitterschap beschouw ik als een hoogtepunt in mijn carrière en een droom die uitkwam. Dat ik ook nog als eerste onafhankelijke voorzitter deze stap heb mogen zetten, was een eervolle taak. Ik zie de voorzittershamer dan ook als een prachtige afsluiting van mijn technische beroepsleven.”
“Het voorzitterschap was een absoluut hoogtepunt” Door Roy Vervoort “Ik ben begonnen als ingenieur binnen een industrieel automatiseringsbedrijf (Hartmann & Braun, red.)”, vervolgt Fransen. “Maar al heel snel werd ik directeur en dat ben ik gebleven tot het eind van de vorige eeuw. In die overgang zat het overdragen van het bedrijf en het overgaan naar meer bestuurlijke taken, waaronder het voorzitterschap van de federatie.” In die periode is Tom Fransen gevraagd om terug te keren in het bestuur van de branche Industriële Automatisering. “Ik accepteerde deze uitnodiging en trad in eerste instantie toe als bestuurslid. Maar door het vertrek van de toenmalige voorzitter van het branchebestuur heb ik het stokje als voorzitter overgenomen.” In die periode was nog een roulatiesysteem van kracht waarbij de branches om beurten de federatievoorzitter leverde. “Omdat de automatiseringsbranche op dat moment aan de beurt was, ben ik op deze positie terechtgekomen.”
Hamer Op het moment dat Fransen de hamer overnam, is ook besloten dat de federatievoorzitter onafhankelijk moet zijn. Dit betekent dat vanaf 2001 de voorzitter van FHI niet meer aan één van de branches verbonden is, maar van buiten de organisatie afkomstig is. “Dat ik de boeken in zal gaan als de eerste onafhankelijke voorzitter van
18
de federatie beschouw ik als een enorme eer. Ik kijk dan ook met heel veel plezier op terug op mijn tijd bij FHI, en niet alleen de periode als voorzitter. Ik ben tijdens mijn beroepsleven ongeveer dertig jaar betrokken geweest bij en heb samengewerkt met FHI, met het voorzitterschap van de federatie als absoluut hoogtepunt.”
“Ik moet dingen goed doen of helemaal niet” Dat het leven na FHI ook voor Tom Fransen niet ophoudt, merken we als we proberen om een afspraak in te plannen voor dit interview. De wil om de afspraak in te plannen is vanaf het eerste moment aanwezig maar blijkt aardig lastig gezien de nog altijd volle agenda van Fransen. “Ik ben aardig planmatig in mijn leven en in 2005 ben ik, samen met het afscheid bij FHI, uit al mijn technische beroepsactiviteiten gestapt. Ik ben een nieuwe fase in mijn leven begonnen die gedomineerd wordt door het Hoogheemraadschap van Delfland.”
moeten zorgen dat de twee miljoen zuiveringseenheden schoon het milieu weer in gaan. In ons geval is dat meestal de Noordzee of de Nieuwe Waterweg. En het is fascinerend om te zien waar een land als Nederland op het gebied van water mee bezig is. We transporteren bijvoorbeeld ons water via enorme ondergrondse buizen, onmerkbaar voor de mensen, door het gehele land. Ik denk dat negen van tien, misschien zelfs wel 99 van de honderd inwoners zich nauwelijks bewust is waarom dit alles zo probleemloos verloopt.”
Hoogheemraad
“Iedereen produceert ongeveer tweehonderd liter afvalwater per dag”, gaat Tom Fransen verder. “Op jaarbasis praten we dan wel over 73.000 liter per individu dat in de meest schone omgevingen met biologische reinigingsprocessen resulteert in redelijk schoon water dat weer terug het milieu in kan en in slib dat we verbranden in de slibverbrandingsinstallatie in Dordrecht. Leuk aspect is dat Hartmann & Braun jaren geleden leverancier was van deze installatie. Alles komt weer bij elkaar en we komen elkaar weer tegen. Alleen zat ik toen aan de leverancierskant en momenteel zit ik aan de opdrachtgeverskant.”
De oud-voorzitter is Hoogheemraad met in zijn portefeuille afvalwater & zuiveringen. “Ik ben verantwoordelijk voor de totale rioolwaterzuivering in Delfland. In dit gebied gaat het om vier hele grote rioolwaterzuiveringen die we onderhouden en die
Fransen, sinds 2006 erevoorzitter van FHI, vindt de twee werelden waarin hij actief is en is geweest totaal niet met elkaar te vergelijken. “In mijn ‘oude’ leven had ik te maken met mijn bedrijf, mijn medewer-
signalement augustus 2008
kers, fabrieken, leveranciers en afnemers. Dat was mijn wereld, hier was ik goed in, maar het is toch een relatief afgesloten omgeving. Via FHI had ik contact met mijn collega’s, maar wel zo weinig dat ik mijn werk goed kon blijven doen. Ik probeerde de invloed van buitenaf zo klein mogelijk te houden om zo mijn wereld klein en beheersbaar te houden. Binnen deze wereld deed ik mijn werk, voelde ik me goed en was ik heel gedreven bezig op een hoog niveau.”
“Ik probeerde mijn wereld klein en beheersbaar te houden” Droge voeten Maar nu met het Hoogheemraadschap is dat wel wat anders. “Ik heb nu te maken met dertien burgemeesters, zestig wethouders, de rijksoverheid, wetgevers, Europa en belangenverenigingen die op een zeer professionele manier meepraten. Met alle plannen komen we nu terecht in milieueffectrapportages, plannenvorming en inspraakprocedures. Dit is een hele andere wereld dan ik altijd gewend ben geweest en ik kreeg steeds meer positieve bewondering voor de mensen die dit ambtelijk en bestuurlijk allemaal voor elkaar krijgen. Persoonlijk vind ik het een verrijking dat ik dit mee mag maken. Samen zorgen we voor droge voeten, een schoon milieu en veiligheid.” Tom Fransen volgt de technologiebranche in het algemeen en FHI in het bijzonder nog zeer zeker, maar wel van een afstand. “Gezien mijn karakter moet ik dingen of goed doen of helemaal niet, maar absoluut niet half. Langzaam maar zeker wordt de afstand groter en ik realiseer me meer en meer dat er heel veel veranderd is. De wereld waarin ik leefde en werkte is veel groter en dynamischer dan ik me ooit bewust ben geweest. Als je erin zit, telt het per dag door. Kom je twee jaar later in dezelfde omgeving dan ken je niemand meer. En ik vind het ook wel goed zo. Na FHI heb ik een nieuwe wereld gevonden en ik ben nu ook weer bezig met mijn wereld daarna. Voldoende leven na FHI!” <
signalement augustus 2008
19
■ FEDERATIENIEUWS
Zo gezegd en geschreven!
FHI-HRM Actualiteitenseminar:
Door de redactie van Signalement geselecteerde citaten.
‘Wij wensen u veel personeel!’
“Als een voedingsmiddel hetzelfde negatieve effect zou hebben op het aantal nakomelingen als een universitaire opleiding zou de WHO ertegen waarschuwen.” Wetenschapsfilosoof Daniel Dennett in Bionieuws van 10 mei 2008. “Wij vinden onszelf ontzettend belangrijk. Je mag van mij best trots zijn op je land, maar dat betekent niet dat anderen minderwaardig zijn.” Frank van Gool, bestuursvoorzitter van Otto Work Force in Forum van 5 juni 2008. “Iedereen wil natuurlijk graag generaliseren, maar je moet parasiet-gastheerrelaties echt allemaal los van elkaar zien. Elke relatie is anders.” Evolutiebioloog Jaap de Roode in Bionieuws van 24 mei 2008.
Nederland heeft meer mensen nodig om de banen in te vullen Het toekomstige structurele tekort aan arbeidskrachten vereist een nieuwe aanpak. Nederland zal voor het eerst in haar geschiedenis een krimpende beroepsbevolking hebben, die leidt tot een structureel andere situatie waarin er meer werk dan mensen is. Daartegenover staat dat ruim de helft van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf de risico’s van het aannemen van personeel te groot vindt. Vooral de risico’s van ziekte en arbeidsongeschiktheid wegen zwaar. Een op de vier verkoopt nog liever ‘nee’ aan opdrachtgevers dan nieuw personeel aan te nemen om aan de vraag te voldoen. Door Roy Vervoort Nederland heeft snel meer mensen nodig om alle banen in te vullen. Er zijn steeds minder mensen om het werk te doen en dit zal oplopen tot tenminste zevenhonderdduizend minder mensen in 2040. Om onze economie te laten functioneren, in de zorg en onderwijs voldoende mensen te hebben om het werk te doen en om onze publieke voorzieningen betaalbaar te houden, moeten snel vergaande maatregelen genomen worden. Het wordt de ondernemers met personeel momenteel ook niet gemakkelijk gemaakt. Zij moeten voldoen aan
20
tenminste veertig regelingen; 23 van deze regelingen brengen risico’s teweeg waarop zij op geen enkele wijze invloed hebben zoals loondoorbetaling bij ziekte, zorg- en pensioenpremie. Daarnaast zijn de kosten en risico’s van het werkgeverschap de afgelopen zeven jaar fors toegenomen door nieuwe wet- en regelgeving. En ook op dit moment zijn diverse voorstellen in de maak waardoor werkgevers opnieuw verantwoordelijk gesteld worden voor de bescherming van de positie van werknemers.
Het nettoloon is niet het probleem, maar de bijkomende kosten die een steeds groter deel van de loonkosten bepalen zoals de stijgende pensioen- en zorgpremies. Voor een werknemer met een nettoloon van € 1.450,per maand komt er voor de werkgever 33 procent (€ 440,-) aan extra kosten bovenop. Dat percentage loopt op tot 97 (€ 3.330,-) bij een nettosalaris van € 3.420,-. Ondernemers hekelen in dit verband met name de premies werknemersverzekeringen, die de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. De onvindbaarheid van geschikte mensen speelt ondernemers eveneens parten. Door de mismatch tussen vraag en aanbod blijven kansen voor het verhogen van de arbeidsparticipatie onbenut. De essentie van het probleem is dat overheid en vakbeweging veel te veel uitgaan van het aanbod op de arbeidsmarkt en niet de vraag in het bedrijfsleven. De overheid zit te veel in het huwelijk tussen werkgevers en werknemers. De schotten moeten eruit.
signalement augustus 2008
“Ik zag eens een televisieprogramma waarin een gemaskerde illusionist vertelde hoe beroemde trucs werkten. De magie was verdwenen toen ik eenmaal wist waar de spiegels stonden en nadat ik ontdekte dat de assistente een tweelingzus heeft. Geldt voor wetenschap en techniek niet precies hetzelfde?” Ir. Ionica Smeets in Technisch Weekblad van 17 mei 2008. Zonder ingrepen die het werkgeverschap aantrekkelijker maken, zal het kabinet er dan ook niet in slagen de arbeidsdeelname substantieel te vergroten. Nodig zijn maatregelen die de risico’s van personeel beperken, de kosten evenwichtiger verdelen, wet- en regelgeving voor secundaire arbeidsvoorwaarden vereenvoudigen en de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aanpakken. Tijdens het FHI-HRM Actualiteitenseminar op 8 oktober in Groot-Kievitsdal in Baarn zal het accent liggen op de arbeidsproblematiek. Onder de titel ‘Wij wensen u veel personeel!’ gaat een aantal experts in op de verschillende onderdelen. Gezonde mensen doen hun werk beter, hebben meer plezier en energie, het traditionele wervingsproces werkt niet meer omdat de sollicitant aan de macht is en hoe boeiend het binden van mensen kan zijn. Het is slechts een kleine greep uit het complete aanbod van presentaties. Personeel werven of behouden? Investeren in mensen? Het FHI-HRM Actualiteitenseminar geeft de antwoorden. Neem voor meer informatie over het FHIHRM Actualiteitenseminar contact op met Mirjam Fiege van FHI, telefoon (033) 465 75 07 of per e-mail via m.fi
[email protected]. <
signalement augustus 2008
“Ook zullen we moeten aanvaarden dat ons toptalent naar het buitenland vertrekt. We moeten ze niet tegenhouden, maar vooral zorgen dat ze ouder en wijzer terugkomen.” Jaap Koelewijn, hoogleraar en lector corporate governance aan Nyenrode en Hogeschool InHolland in Het Financieele Dagblad, FD Geld van 21 juni 2008. “Een pikante foto of pijnlijke informatie blijft vervelend. Schaamte bestaat sinds Adam en Eva en dat zie ik niet afnemen.” Internetdeskundige Henk van Ess in Het Financieele Dagblad, FD Persoonlijk van 21 juni 2008. “De ene logica – dat je je raampje opendraait als iemand naast je het ook doet – gecombineerd met de andere – dat je je raampje opendraait als je een wind gelaten hebt. Dat zorgt voor humor.” Managementconsultant Fons Trompenaars in Volkskrant Banen van 24 juni 2008. “Ik heb geen zin om mijn hele leven te stoefen over Einstein, Zweistein, Dreistein en dat peloton te vergroten. Het enige zinvolle is iets te maken dat schoonheid heeft.” Belgisch kunstenaar Panamarenko in de Technologiekrant van 30 mei 2008. “Ik vroeg enkele jaren geleden aan onze marketeers of ze voor de vuist weg konden zeggen welk percentage Nederlandse gezinnen aardappels, vlees en groente eet en dan precies tussen half zes en kwart over zes. Onze sushi-eters van destijds kwamen met een schatting van tussen de tien en de vijftien procent. Toen wist ik dat er echt wat moest veranderen. Het juiste percentage is 74,5 procent.” Harry Brouwer, chairman Unilever Benelux in Incompany 500 van mei 2008. <
21
■ FEDERATIENIEUWS
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
FHI-bureau verhuist … Een groeiend aantal activiteiten, meer medewerkers, grotere bijeenkomsten en een hoger echelon externe contacten. Die vier elementen maakten het noodzakelijk dat FHI moest gaan nadenken over verbetering van de kantooraccommodatie. Op de bestaande locatie bleken onvoldoende mogelijkheden om dat in een goede kostenbatenverhouding te realiseren. Na een zoek- en onderhandelingsperiode van een half jaar konden knopen worden doorgehakt.
… van industrieterrein De Isselt naar Landgoed Leusderend
“Recruitment wordt er niet gemakkelijker op”, riep ik laatst tegen één van mijn vrienden die in de werving & selectiebranche zit. Tot voor kort was het voldoende om een pensioengat te dichten, een rode i op de auto te regelen, onbeperkt mobiel bellen toe te staan en een concurrerend employee benefit pakket in te richten. Die zaken blijven belangrijk, maar geven niet meer de doorslag.
Per 1 september is het kantoor van FHI niet langer gevestigd aan de Uraniumweg 23, op het industrieterrein De Isselt, aan de noordwestkant van Amersfoort, tussen een groeiend aantal autohandelbedrijven. Landgoed Leusderend, pal aan de A28, in het bos, biedt het bureau van de technologiebranches nieuw domicilie, in één van de prestigieuze panden van Marketing Village, opgezet door VODW Marketing. Een volledig nieuw gebouw, veel efficiënter ingedeeld en met ruimschoots meer vergaderfaciliteiten dan voorheen.
Door Richard van den Boomen Dat blijkt uit de verschillende onderzoeken naar arbeidstevredenheid en de interviews die je aantreft in diverse bladen. Werknemers zijn niet alleen bezig met de uitdaging en de beloning die een vacature biedt. Ook de persoonlijke ontwikkeling die in het vooruitzicht staat, speelt een grote rol bij hun keuze. Dat lijkt niets nieuws, echter de werknemer van nu is zich meer bewust van het feit dat stilstand op de arbeidsmarkt tot achteruitgang leidt.
Het aantal lidbedrijven dat gebruikt maakt van de FHI-vergaderfaciliteiten in het midden van het land was al groeiende. Dat kan nu nog beter worden gefaciliteerd en op een uitstekend bereikbare plek. Meteen na de jaarwisseling, als alle kinderziektes achter de rug zijn, volgt er een officewarmingparty voor alle leden en relaties.
Een verklaring kan zijn dat werkgevers heden ten dage niet meer voor hun medewerkers zorgen tot aan het einde van hun economische levensduur. Vroeger was dat anders en als de economische levensduur van een werknemer er op zat, kon deze terugvallen op de Staat. Die stond ook klaar als de technische levensduur korter bleek dan de economische. De zekerheden die werkgevers en overheid boden, verdwijnen in Nederland sneller dan de ijskappen.
Het adres wordt Dodeweg 6B, 3832 RC in Leusden, aan de zuidrand van Amersfoort. Het nieuwe postadres is Postbus 366, 3830 AK in Leusden. Het telefoonnummer waarop FHI te bereiken is, blijft ongewijzigd. <
22
RECRUITEN IS MATCHEN
Of dat erg is, mag ieder voor zich uitmaken. Een direct gevolg van die afnemende zekerheden is dat de werknemer zelf meer te regelen heeft. Hij moet voorzieningen
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
treffen voor mindere tijden, moet de arbeidsmobiliteit niet verwaarlozen, moet zijn vitaliteit in de hand houden, hij moet zus en hij moet zo. De verantwoordelijkheid ligt volledig bij medewerker, behalve ten aanzien van roken. Die toenemende verantwoordelijkheid om zelf van alles te moeten regelen is nogal van invloed bij het recruiten. Zoveel mensen, zoveel wensen denk ik dan. Er werd me echter verzekerd dat ik een beer zie die er niet is. Organisaties en werknemers hebben nu namelijk nog meer overeenkomstige belangen. Beiden zijn nadrukkelijker bezig met hun huidig rendement en beiden leggen in het nu een basis voor de toekomst. Met een dergelijke overlap wordt recruitment er in principe juist niet moeilijker op. Mijn ‘werving & selectievriend’ vat het eenvoudig samen: “De werknemer licht gewoon toe wat hem drijft, wat zijn goede en minder sterke eigenschappen zijn, waar hij over enkele jaren wil staan en wat hij daar voor nodig heeft. De organisatie geeft aan wat de huidige cultuur is, wie daarbij past, waar zij in de toekomst wil staan en wat daar voor kwaliteiten bij worden gezocht. De match is
eenvoudig te maken en tsjakkaa, anderhalf maandsalaris in the pocket.” Ik stond paf, mijn toch wel aardig betoog over de verzelfstandiging van de werknemer en de gevolgen voor het recruitmentproces leken mij wel een boeiende probleemstelling. Leuke intro bij de vrijdagmiddagborrel, maar toch niet. Bij het proosten grapt mijn vriend: “Jammer dat die kandidaten meestal zo weinig kunnen vertellen over hoe ze precies in elkaar zitten. Organisaties hebben trouwens ook vaak weinig zicht op de verschillende teamculturen. Je zou beiden af en toe eens een spiegel voor moeten houden. Wat deed jij nou ook alweer?”
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Castor fiber groep via info@castorfibergroep.nl of (073) 523 12 70. <
23
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
■ COLUMN
Hoe te handelen bij transportschade
Komt een servicetechnicus bij de dokter klant
Zonder aantekening op de vrachtbrief doet verzekeraar moeilijk Veel leden van FHI hebben een transportverzekering afgesloten. De reden hiervoor is vrij simpel: de waarden van de te vervoeren goederen is dusdanig hoog dat bij schade (te) weinig schadevergoeding van de transporteur te verwachten is. De aansprakelijkheid van een transportbedrijf is veelal vastgelegd in de Algemene Vervoer Condities (AVC) en de Convention Relative au Contract de Transport de Marchandises par la Route (CMR). De AVC is geschreven voor binnenlands vervoer en de maximale aansprakelijkheid bedraagt € 3,40 per kilogram; de CMR voor grensoverschrijdend vervoer en per kilo is de aansprakelijk maximaal ongeveer elf euro.
Freek Rooze
Helaas komen er nog veel problemen voor bij de afwikkeling van transportschades. Meestal gaat het om de aantekeningen op de vrachtbrief, of liever gezegd over het ontbreken van deze aantekeningen op de brief. Transportverzekeraars hebben er geen problemen mee om een schade te vergoeden, maar willen wel graag dat één en ander controleerbaar blijft. Omdat de verzekeraar vaak van achter zijn bureau een schade afwikkelt, zal hij altijd uit (moeten) gaan van de aangeleverde documenten.
Er komt een servicetechnicus bij een belangrijke klant voor de installatie van een instrument dat acht weken ervoor is aangeschaft. Het is een van de eerste instrumenten van een compleet nieuwe lijn die de leverancier met redelijk veel tamtam heeft geïntroduceerd. Omdat de klant al jaren zaken doet met deze leverancier, durfde men het risico van zo’n exemplaar uit de eerste serie wel aan. Toch staat de klant enigszins gespannen te kijken als de technicus de stekker in het stopcontact steekt en het apparaat aanzet. Lichtjes gaan aan, het beeldscherm licht op en het gezoem van een ventilator is met enige moeite te horen. De engineer speelt een beetje met de software en doorloopt enkele menu’s.
Maar om welke transportafspraken hebben we het dan eigenlijk? In de praktijk gaat het bijvoorbeeld om Cost and Freight (CFR) waarbij de verkoper verantwoordelijk is om de goederen vrij te maken voor uitvoer en te leveren voorbij de scheepsdrempel. De koper neemt in deze constructie het verliesrisico op zich zodra de goederen de drempel hebben overschreden en hij is onder meer verantwoordelijk voor de verzekering. Naast CFR kennen we bijvoorbeeld ook nog Free on Board (FOB), Carriage Paid to (CPT) of Cost, Insurance and Fright (CIF). FHI-partner HBR Branche Verzekeringen verzorgt op maat gesneden informatie over de verschillende transportafspraken. Het belangrijkste document voor het erkennen van een schade is de vrachtbrief. Als de ontvangende partij geen aantekening heeft gemaakt over een beschadigde ontvangst dan kan de verzekeraar de schade afwijzen. Er is namelijk getekend voor een goede ontvangst en de schade kan ook later ontstaan zijn door een eigen fout. Hierdoor kunnen zakelijke onenigheden met relaties ontstaan. HBR Branche Verzekeringen adviseert alle FHI-bedrijven met klem om dit duidelijk met hun relaties te communiceren. Binnen bedrijven bestaat vaak veel onwetendheid wie verantwoordelijk is voor de kosten en
24
Tot dat moment heeft hij voor de klant nauwelijks aandacht gehad. Plotseling draait hij zich om en zegt met een verbaasde glimlach: “Goh, deze doet het.” Het verhaal is waar gebeurd. Toch moet ik er bij aantekenen dat engineer en klant elkaar goed kenden. De engineer was zeer ervaren en had een uitstekende reputatie. Als technicus en ook als stoïcijnse grapjas. Na een eerste schrikreactie begreep de klant snel dat de engineer een van zijn droge grappen had gemaakt. Ze konden er samen hartelijk om lachen en nog jaren daarna sprak de klant met veel genoegen en lof voor de leverancier over dit voorval.
het verliesrisico tijdens het transport. Heldere communicatie op dit gebied kan veel problemen voorkomen.
Nadere informatie:
HBR Branche Verzekeringen BV is gespecialiseerd in bedrijfsverzekeringen. In elk Signalement zal zij een aantal bedrijfsrisicoaspecten behandelen. Daarnaast kunnen leden verzekeringsvragen stellen die in Signalement behandeld zullen worden. <
HBR Branche Verzekeringen BV Ruud Rooker of Eliab Salamony telefoonnummer: (023) 526 07 68 e-mailadressen:
[email protected] of
[email protected] <
De invloed van technici op klanten is groot. Daarbij maakt het niet veel uit of het gaat om service- of applicatietechnici. Ze worden sterk gewaardeerd om hun kennis en het oplossen van problemen. Ze genieten al snel het vertrouwen van klanten en worden eerder geloofd dan verkopers. Juist dat maakt ze potentieel geschikt voor iets commerciëlere taken. Denk daarbij aan het vergroten van de vraag- en luistervaardigheden, het aanzetten tot een meer proactieve instelling en het ontwikkelen van een antennefunctie voor potentiële omzet. Er zijn goede ervaringen met trainingen die stapsgewijs leiden naar een vergroting van dergelijke communicatieve vaardigheden. In een tijd waarin het steeds moeilijker wordt om goede commerciële technici voor verkooptaken te vinden, kan het inzetten van deze groep een oplossing zijn om verkoopkansen binnen de bestaande klantengroep te achterhalen. Ik heb in het verleden zelf meerdere malen een goede fles drank als bonus moeten uitdelen omdat mijn service engineers leads aanbrachten voor uitbreidingen, accessoires of onderhoudscontracten. Ik had het er graag voor over. En u?
[email protected] <
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
25
■ INDUSTRIEBRIEF
Maria van der Hoeven presenteert Industriebrief FHI pleit voor combinatie van dynamiek en consistentie in beleid Het is gelukt. In de Industriebrief van het kabinet aan de Tweede Kamer is de arbeidsmarktproblematiek benoemd als prioriteit nummer één. Of dat ook betekent dat het probleem adequaat wordt aangepakt, laat staan wordt opgelost, is vers twee. Ook in de uitvoering van het beleid ten aanzien van innovaties in de ‘sleutelgebieden’ zou FHI graag meer dynamiek zien. Jaarlijkse herijking van het beleid, met behoud van een consistente middenlange termijn visie, zou verankerd moeten worden in het Haagse denken en doen.
Door Kees Groeneveld
Complexe materie MUNTZ
Heldere boodschap
Minister Maria van der Hoeven greep de, mede door FHI georganiseerde, halfjaarlijkse Industriepoort bijeenkomst van eind juni aan om de door haar ministerie voorbereide kabinetsvisie op het industriebeleid publiek te maken. De verschillende ondernemersorganisaties, waaronder FHI, VNO-NCW en MKB Nederland zijn intensief betrokken geweest bij de voorbereiding. De kritiek uit die hoek kon dus niet anders dan mild zijn en was dat dan ook.
Onderwijs en arbeidsmarkt De twee onderwerpen die FHI begin 2007 inbracht in het regeerakkoord komen prominent terug in de Industriebrief: de problematiek van onderwijs en arbeidsmarkt en de overheid als innovatieve opdrachtgever. De invulling die de beleidsnotitie aan deze onderwerpen geeft, is nog weinig concreet, indirect en ook wat voorspelbaar. Qua onderwijs en arbeidsmarkt wordt tamelijk eenzijdig de bal neergelegd bij het onderwijs en ontbreekt de incentive voor bedrijven om hun verantwoordelijkheid terug te
pakken. Of de ruimte die FHI hierin samen met andere branches probeert te nemen wordt gehonoreerd, blijft nog onzeker. In de tekst die gaat over de overheid als launching customer is een wel erg eenzijdige koppeling gemaakt naar duurzaamheid als leitmotiv, waartegen technologische innovatie het blijkbaar heeft moeten afleggen. Groot probleem daarbij is de moeizame definiëring van het begrip duurzaamheid. Dat de minister haar presentatie begon met de evenwichtige aanduiding van procesindustrie en maakindustrie als scope voor het beleid, beschouwt FHI als winst. Rondom de vorige Industriebrief van minister Brinkhorst en in de aanloop naar deze editie is er door de technologiebranches herhaaldelijk op gewezen dat een eenzijdige focus op de maakindustrie uit het lood is en een belangrijke kurk van de Nederlandse economie miskent. Logisch dat Colette Alma, directeur van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) zich dankbaar toonde.
Maria van der Hoeven presenteert de Industriebrief
Meer evenwicht en positieve stimulansen Verschillende elementen in de Industriebrief kunnen ronduit worden benoemd als positieve stimulansen voor de kenniseconomie: meer geld voor WBSO, voor Innovatievouchers en voor Innovatie Prestatie Contracten; volop aandacht voor de innovatieprogramma’s in de sleutelgebieden; de terugkeer van kredietfaciliteiten vanuit de overheid voor risicovolle technologische innovaties; een ‘groeiversneller’ voor honderd bedrijven om door te groeien naar een jaaromzet van meer dan twintig miljoen euro. FHI mist bij laatstgenoemde beleidsvoornemen, voorbereid door het InnovatiePlatform, de betrokkenheid van de branches en de nuance dat continuïteit in technologiebusiness niet primair gebaat is bij een gang naar de aandelenbeurs. Op enkele plaatsen doet de Industriebrief mee aan de ook elders door FHI gesignaleerde verwatering van het begrip innovatie. Zo wordt in de nota een programma voor een dienstenpensioen gerangschikt onder innovatiebeleid en blijkt men van plan te zijn vouchers in te zetten voor sociale innovatie. De doelen zullen ongetwijfeld legitiem zijn, maar het innovatiebeleid wordt er niet slagvaardiger op als de scope voortdurend wordt opgerekt buiten de technologie. Een niet onbelangrijk element dat ook via VNO-NCW en MKB Nederland in de voorbereiding is gedefinieerd, is niet terug te vinden in de Industriebrief: de consequenties van de trend naar opsplitsing, schaalverkleining van bedrijven. Een belangrijk gegeven voor de dynamische herijking van het beleid … Kijk voor de volledige tekst van de Industriebrief op www.industriebrief.ez.nl. <
26
muntz.nl
PvdA - Kamerlid Pauline Smeets vraagt Kees Groeneveld om commentaar
27
■ HAAGSE BABBEL: INTERVIEW CHARLIE APTROOT
“Er is in Nederland een goede boterham te verdienen” Charlie Aptroot pleit voor minder regels en meer concurrentie
Iedereen zal op zijn manier een bijdrage moeten leveren, maar alles zal wel op schaal moeten gebeuren. Het is duidelijk dat de grote bedrijven veel meer tijd, geld en mensen vrij kunnen maken dan kleinere, maar we moeten het samen doen. Want we kunnen het ons niet veroorloven om de technologie in Nederland kwijt te raken.” “Zaken waarvan het niet echt nodig is om ze te regelen, moeten we ook niet willen regelen”, gaat Charlie Aptroot verder. “Een groot deel van de wet- en regelgeving slaat nergens op en is zo gedetailleerd dat we door de bomen het bos niet meer zien. Goede regelgeving die de veiligheid vergroot of het
Hij omschrijft zich als een parlementariër voor de ondernemer en heeft van het drastisch terugbrengen van de zeer uitgebreide wet- en regelgeving zijn stokpaardje gemaakt. Voormalig ondernemer Charlie Aptroot (57), die sinds januari 2003 namens de VVD in de Tweede Kamer zit, onderkent het belang van de technologische bedrijven in Nederland. “Overheid en politiek moeten meer hun steentje bijdragen om de technologische bedrijven te laten floreren, maar het bedrijfsleven heeft het spiegelbeeld aan taken. Ook zij moeten nog actiever worden, waarbij communicatie het sleutelwoord is.” Een volksvertegenwoordiger met heldere standpunten, vaak in lijn met de belangen en standpunten van FHI. Soms daarvan afwijkend, maar dat maakt de babbel boeiend.
“Geen CAO? Gefeliciteerd” milieu beschermt, moeten we handhaven. Het overgrote deel is overbodig en de politiek moet de moed hebben deze af te schaffen.”
Collectieve arbeidsovereenkomst FHI is één van de weinige branches die geen collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) kent en VVD’er Aptroot juicht dit toe. “Gefeliciteerd”, reageert de parlementariër. “Vaak is maar een klein gedeelte georganiseerd en deze minderheid maakt afspraken die aan iedereen worden opgelegd. De CAO’s zijn bedoeld als basisarbeidsvoorwaarden, maar ze zijn inmiddels opgetuigd tot boekwerken van meer dan honderd pagina’s. Alles is geregeld en als basis zijn ze nauwelijks meer te hanteren.”
Door Roy Vervoort “De basistaak voor de politiek ligt in het onderwijs”, stelt Aptroot. “Daar hebben we steken laten vallen en dat moeten we herstellen. De overheid moet de eerste stap zetten en het bedrijfsleven uitnodigen, maar ook de bedrijven zullen initiatief moeten nemen. Zonder een actief bedrijfsleven gaan we het niet redden; we moeten intensiever samenwerken en goed communiceren. Als de politiek dan ook nog het vestigingsklimaat optimaliseert en randvoorwaarden schept zodat het voor ondernemers fiscaal gunstiger is, dan komen we er wel. Er is in Nederland een goede boterham te verdienen.”
“Naar mijn idee moet een CAO maximaal twintig pagina’s beslaan”, vervolgt het
Kamerlid. We moeten echt terug naar de basis. Werknemers zijn steeds beter opgeleid en mondiger en regelen het zelf wel, zeker in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Bij de multinationals ontkom je er niet aan om het een en ander op papier te zetten en te regelen, maar bij het mkb is dat onzin. Het poldermodel heeft absoluut zijn beste tijd gehad. Ondernemers en werknemers hebben dit al achter zich gelaten, terwijl de organisaties nog vrolijk verder polderen.”
TNO Over een ander hot item binnen FHI, de jacht op het intellectueel eigendom door overheidgefinancierde instellingen, heeft de VVD’er ook een uitgesproken mening. In veel gevallen zal het intellectueel eigendomsrecht automatisch bij de TNO’s terechtkomen als bedrijven dergelijke instituten inschakelen. “Dat moet veranderen en daar wil ik me zeker sterk voor maken”, zegt Aptroot. “Wie betaalt, bepaalt en dat geldt ook in dit geval. Ik krijg hier regelmatig klachten over te horen van vooral mkbbedrijven. Deze bedrijven beseffen vaak niet dat ze met het ondertekenen van het contract het intellectueel eigendomsrecht aan TNO overdragen.” “Meer concurrentie is gezond”, zegt het Tweede Kamerlid. “Waarom moeten bedrijven naar TNO terwijl ze ook universiteiten in kunnen schakelen. De overheid moet het juist stimuleren dat universiteiten en bedrijven intensief samenwerken zodat kennis in de praktijk wordt gebracht. De schakel tussen de wetenschappers en het bedrijfsleven ontbreekt te vaak.” Charlie Aptroot vindt dat universiteiten meer geld uit de markt moeten halen en dat iedere universiteit moet beschikken over een bedrijvenpark zodat studenten door kunnen groeien.
Vijver Het vinden van goed gekwalificeerd personeel is voor veel technologiebedrijven vandaag de dag lastig en ze zitten te springen om hoogopgeleide werknemers, ook uit Roemenië en Bulgarije. Deze zijn in Nederland onvoldoende te vinden, maar de uitbreiding van de Europese Unie vergroot de vijver. “We moeten de Bulgaren en Roemenen nog maar even buiten de deur houden”, zegt Aptroot. “Dat is misschien jammer voor de bedrijven, maar ik denk dat het nu openen van de grenzen voor mensen uit deze twee landen slecht is voor Nederland. In de stroom die dit op gang brengt, zitten te veel laagopgeleide mensen en ik ben bang dat de criminaliteit toe zal nemen.” “Overigens is het nu al mogelijk is om binnen enkele weken een werkvergunning te regelen voor buitenlandse kenniswerkers als het goed onderbouwd is” stelt de volksvertegenwoordiger. “Voorlopig is het nog niet nodig om ook voor de Bulgaren en Roemenen de grens open te zetten omdat de Europese Unie nog niet zo lang geleden met tien nieuwe landen uitgebreid is. De vijver is op dit moment nog groot genoeg.” Charlie Aptroot is momenteel bezig aan zijn tweede termijn als Tweede Kamerlid namens de VVD en voorlopig is hij nog niet voornemens afscheid te nemen. “Als je op de lijst gaat staan en je wordt gekozen dan heb je toch een contract met je eigen partij gesloten voor de volle vier jaar. Ik zal niet snel weggaan, maar zeg nooit ‘nooit’. Ik heb de intentie om mijn tweede termijn netjes af te maken en zolang ik gelukkig ben in mijn rol zal dat ook wel gebeuren. Vorig jaar heb ik op het punt gestaan om de Kamer te verlaten omdat ik me niet kon vinden in een standpunt van de partij. Het was echt kantje boord, maar we zijn er gelukkig uitgekomen.” <
Bijdrage leveren Ook voor de kleinere bedrijven ziet het Kamerlid een rol weggelegd. “Ook voor de minder grote jongens kunnen contacten met onderwijsinstellingen in hun voordeel werken, zeker met het oog op de toekomst.
28
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
29
ogen tekort op HET Instrument 2008 Er was zo verschrikkelijk veel te zien en te beleven op HET Instrument. Je zou alles wel vastgelegd willen hebben op film met je camera, op je pc. Complimenten alom voor de exposanten. Schitterende stands en voor wie er enige kijk op heeft: iedereen had zijn best gedaan om met beperkte budgetten de meest ongelooflijke presentaties te realiseren. Als je dat ziet, dan realiseer je je hoe onze technologie is voortgeschreden. Alles is te visualiseren en met weinig geld kun je het duizenden malen groter en duidelijker laten zien dan de werkelijkheid. Het wordt popelen naar 2010. Liever niet weer in de meimaand, waarin we het zo druk hebben dankzij de vele vakantiedagen. Zien of het lukt uit die periode weg te komen … <
30
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
31
Novelties in Technology De noviteitengalerij ‘Novelties in Technology’ was een succesnummer op HET Instrument. Veel inzendingen van exposanten met hoge nieuwheidswaarde. Ook veel Nederlandse producten daarbij. Onder de stimulans van de Albert Einsteinlookalike werd er op de beursvloer druk gestemd op de nieuwste stemcomputer van Nedap. De veldsterktemeter van de Nederlandse firma D.A.R.E!! werd winnaar in de categorie industriële automatisering. Bronkhorst Cori-Tech werd winnaar in de industriële elektronicaklasse met de Cori-Flow vloeistofmeter. De Phemon elektronenmicroscoop van FEI Company kreeg de meeste stemmen van de inzendingen in categorie laboratoriumtechnologie. <
Ad via FHI
signalement augustus 2008
33
vervoersproblemen Testen in een gesimuleerde omgeving. Een miniatuur Ferrari in een sterk verkleinde windtunnel. Op HET Instrument zie je hoe dat allemaal werkt, hoe het nabootsen van de werkelijkheid resultaat oplevert waarmee je de werkelijkheid te verbeteren. Helaas, de werkelijkheid doet het veel slechter dan zou kunnen met onze technologie. De werkelijkheid staat de toepassing van onze technologie zelfs in de weg: veel mensen die HET Instrument hadden willen bezoeken, hebben onverricht ter zake halverwege hun reis rechtsomkeert gemaakt. De vervoersproblemen waren te erg. Treinen, bussen, wegen, alles was gestremd, vooral op de dinsdag en de woensdag van de beurs. Er is veel werk aan de winkel voor onze transporttechnologen … <
generatie Einstein Ze waren er heus wel op HET Instrument. Minder in aantal dan we zouden wensen, nodig hebben, maar toch … En ze zijn echt slimmer, sneller en socialer dan die lui van tien, twintig jaar ouder. Het viel echt op, dat het bezoekende publiek zich aan het verjongen is. Harde cijfers hebben we niet. De bezoekers zijn niet gevraagd naar hun leeftijd. We moeten het doen met indrukken en met de observatie dat er eindelijk ook meer ‘gekleurde Nederlanders’ rondliepen. Opvallend genoeg, maar in lijn met eerdere ervaringen, meer allochtone meisjes dan jongens. Is die verjonging misschien de verklaring voor het slinkende totaal aan bezoekers? Toch meer kinderen zien te krijgen … <
34
signalement augustus 2008
we came to win the game ‘Bezoek van scholen’, een prachtig concept op de beurs HET Instrument. Bijna duizend scholieren, studenten, mbo, hbo, lab, techniek kwamen georganiseerd, gemotiveerd, geïnstrueerd naar de show. Het was leuk en er was iets te winnen. Vele tientallen standhouders hadden zich expliciet en intensief voorbereid op de ontvangst van toekomstige medewerkers, misschien wel klanten van de toekomst. De fun straalt er af. Zo hoort het ook. Oké, dit was een winnend groepje, maar ze gedroegen zich allemaal als winnaars. Let ook op het evenwicht tussen mannen en vrouwen. Het komt alleen door de leeftijd dat de jongens op de foto iets meer verlegenheid tonen. <
signalement augustus 2008
35
■ COLUMN
Belevingsmarketing vanuit Industriële Elektronica
Belevingsmarketeer bezorgt de bezoeker op HET 2008 illusies
Belevingsmarketing is een marketingstrategie die geheel inspeelt op de beleving van de consument en de toekomstige klant. De aanpak die voor de beurs HET Instrument 2008 gekozen is, heeft sterk te maken met deze ‘nieuwe’ strategie.
Deelnemers aan het Testtechnologie Paviljoen verrichten testen aan ‘reserve’onderdelen van een zonneauto, waarbij in het centrale deel van het paviljoen de Twente One te bezichtigen was. Het doel was de fantasie van de bezoekers te prikkelen met een leuk technisch product en boeiende
Rock & Roll of Technology Technologie is fascinerend en dat kun je op allerlei manieren onder de aandacht brengen. Snel in elkaar geflanste persberichten hebben een even grote kans als
zwaar voorbereide perscampagnes. Laat zien wat je hebt. De wereld is open en via internet en YouTube kun je het nog beter laten zien dan voorheen. Oscar Kneppers van Bright Magazine gaf de boodschap dat leden van de elektronicabranche in de hipste stroom zitten: het gevoel van de Rock & Roll of technology mag wel eens beleefd worden. Die uitdaging werd in de brancheledenvergadering waar Kneppers optrad,
36
testen op dat product. Deze opzet werkte gedeeltelijk. Uit de reacties was vast te stellen dat menig bezoeker de zonneauto zeer interessant vond. Men wilde ook graag de uitdager van de wereldkampioen bezichtigen, maar het was niet de magneet die we hadden verwacht. Wellicht kwam dat doordat de zonneauto ‘verborgen’ leek in de houtbouw van het paviljoen. Meer aandacht en zichtbaarheid aan de auto had de beleving van de bezoeker beter kunnen stimuleren. Vanuit de clusters elektronica componenten en elektronicaproductie is een andere activiteit georganiseerd. Door sponsoring van negentien deelnemers zijn voor de beurs tweeduizend Accelerometers geproduceerd. Deze gadgets waren door de bezoeker samen te stellen, nadat de zes onderdelen bij zes verschillende stands (deelnemers aan het project) werden opgehaald. De bezoekers aan HET Instrument moesten zich daarvoor apart voor de beurs aanmelden. De beleving was sterk te noemen. Uiteindelijk hebben ongeveer 1.700 bezoekers zich
aangemeld voor de Accelerometer, omdat men het gewoon leuk vond. De een was benieuwd naar de onderdelen, een ander wilde het vooral in elkaar sleutelen en een derde zag toepassingen voor de eigen organisatie. Dat de beleving positief was, zagen de deelnemers aan de manier waarop de bezoekers op de stands afkwamen. Men wilde graag komen, omdat er iets leuks te halen was. De gadget paste in de beleving van de bezoeker. Zodoende werden gesprekken gevoerd met potentiële klanten, die anders niet zomaar bij de stands van de deelnemers waren gestopt. Hierdoor werden kwantiteit en kwaliteit van bezoek gecombineerd. Daarnaast was er een spin-off mogelijk gemaakt naar andere exposanten in het cluster van componenten en productie. Het voordeel voor de branche Industriele Elektronica zat in het profiel. Met de belevingsmarketing konden de specifieke bezoekers voor elektronicabedrijven herkenbaar bereikt worden. Door de aanmeldingen vooraf was het ook meteen duidelijk welke bedrijven en personen interesse hadden voor de activiteiten. Voor de beurs Electronics & Automation zal dit concept verder worden uitgezet en gecombineerd met activiteiten vanuit de clusters Test & Measurement en de Development Club. <
teruggekaatst door een lid, die aangaf dat hij dat gevoel vooral ondersteunt door hippe applicaties zoals de Wii spelcomputer, mobiele telefoons en wat dies meer zij.
Paul Petersen
In het begin van het jaar haalde ik de AEX aan met economische inschattingen. Dat ga ik nu weer doen. In 2000 begon de AEX te dalen. Een jaar voor 9/11 en een jaar voordat de economische crisis zich begon voor te doen. In 2001 en 2002 zette de daling (met oplevingen) zich door. Van 2003 tot en met 2007 zette de AEX een mooie lijn neer, die eind 2007 opeens begon te dalen. Met oplevingen blijft deze daling zich voortzetten in 2008. Als de ontwikkeling van de index in een grafiek gezet wordt, is deze ontwikkeling sterk te vergelijken met het trendonderzoek voor de branche Industriële Elektronica. De branche kende van 2001 tot 2003 een sterk dalende omzet en was daarmee een ‘voorspeller’ van de economische crisis van 2002 tot 2004. De ene voorspeller lijkt de andere te volgen, voordat het in de politiek en landelijke pers wordt opgepakt. Als boodschapper zou ik vooral willen zeggen: resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. Dat geldt voor zowel de positieve als de negatieve ontwikkelingen. Het is wel boeiend om er iets mee te doen. Dat geldt voor een individueel bedrijf en voor een branche. De AEX heeft een dalende lijn ingezet, maar de pieken omhoog en omlaag lijken minder hoog te zijn dan zeven jaar geleden. Dat geldt voor de Dow Jones index juist weer andersom. Die grote verschillen tussen pieken en dalen hebben in mijn beleving te maken met zakelijke emotie, dat de structuur van onze economie blijkbaar niet zo sterk is als we gedacht hadden. Dat lijkt mijns inziens nu anders te zijn. In mijn column aan het begin van het jaar haalde ik al aan dat de leden van de branche Industriële Elektronica veel breder georiënteerd zijn dan in 2001. Een grote diversiteit aan markten en toepassingen geeft een stabielere basis voor tegenvallers. Bij breedte in je aanbod en applicaties is de kans op hoge pieken en diepe dalen gewoon minder groot.
Het optreden van 1uptoys liet zien, dat met sensoren en andere basic elektronica geweldig speelgoed te maken is. Met de air-drum werd een levendig concert gegeven. Als de air-guitar het ook had gedaan, was White Snakes een mogelijkheid geweest. Zie op YouTube met als zoekterm ‘1uptoys’.
Je hebt wel de pieken nodig, om de speelruimte te krijgen breed te worden. Deze boodschapper wil dus vooral niet adviseren om zo breed te zijn dat je een grote dikke lijn ervaart. Ondernemersgeest, bedrijvigheid en innovaties geven juist de mogelijkheid om van op en neer gaande lijnen gebruik te maken.
De Rock & Roll of technology zit ook in de FHI-branche voor Industriële Elektronica. Er zijn vele voorbeelden van. De uitdaging van Oscar Kneppers kan opgepakt worden door een persbericht naar Bright te sturen via
[email protected] of naar postbus 14727, 1001 LE in Amsterdam. <
signalement augustus 2008
Breed
Dat doen de handelaren van de AEX ook.
[email protected] <
signalement augustus 2008
37
Vanderlande Industries raadpleegt Development Club
Sensorclub acclimatiseert in De Lier Draadloze sensornetwerken: stand van zaken, toepassingen, mogelijkheden
Lemmer Zeilschool bevestigt reputatie als ‘playground for business’ Het was weer volledig raak! De jaarlijkse jamboree van de Development Club, de laatste jaren gecombineerd met een DevLab-sessie, staat borg voor transpiratie en inspiratie, kameraadschap tussen halve concurrenten, volkomen onverwachte nieuwe doorkijkjes in technologie en businesscases, ouderwets doorzakken aan de bar, de volgende ochtend gewekt worden met harde muziek, met een houten kop de zeilboot in, in Woudsend weer bij je positieven komen, aan het eind van de vrijdagmiddag je afvragen hoe het mogelijk is dat het maar twee dagen waren waarin er zo veel gebeurde. Het gaat over de twee dagen die de Development Club en haar spindochter DevLab elk jaar in juni doorbrengen in zeilschool ‘De Kikkert’ in Lemmer.
Concreet inhoudelijk werkte het DevLab deze keer aan een interne SWOT-analyse met het oog op de technologische doorbraak die binnen DevLab op handen is. Een gemeenschappelijke analyse van eigen sterktes en zwaktes was noodzakelijk om een door alle leden gedragen basis te definiëren voor de stap naar een succesvolle commerciële venture richting de wereldmarkt, met name voor de WSN, wireless sensor networks technologie van DevLab
Mensloos ompakken Meest opvallende businesscase die de Development Club leden werd voorgelegd om over te brainstormen, was deze keer die van Vanderlande Industries. De wereldwijd bekende logistieke automatiseerder, vooral bekend van de transportbanden op vliegvelden, kwam naar Lemmer met de vraag of de DevClubbers zouden kunnen helpen het moeilijkste deel van het logistieke proces, het ‘ompakken’, opnieuw aan te pakken en ‘mensloos’ te maken. Uiteraard kwamen er voldoende ideeën op tafel om een vervolgafspraak te kunnen maken. De binnen FHI beroemde Willem van Raalte van DaVinci Europe kwam als laboratoriumautomatiseerder met een vergelijkbaar probleem op de proppen, in een totaal andere setting: de logistiek van monstervoorbereiding en -analyse in het lab. Daar missen
38
nog wat integratiestappen die heel nauw luisteren, bijvoorbeeld als je te maken hebt met bloedmonsters. Eerdere positieve ervaringen van Van Raalte met de Development Club hadden hem naar Lemmer gelokt. Hij werd niet teleurgesteld. De groep die zijn vraag oppakte werd steeds enthousiaster en is al aan de slag met de oplossing.
Microbrandstofcellen De derde case was vooral technologisch interessant. Via de designergroep O2 was promovendus Bas Flipsen van de TU Delft naar de zeilschool gekomen. Bas werkt aan een microbrandstofcel die geschikt moet zijn voor mobile devices zoals MP3 spelers. Vooral de DevLab technologen die aanwezig waren, kwamen met gespitste oortjes op zijn verhaal af. De oplossing is niet triviaal. Ook Bas is er nog lang niet en DevLab speurt de hele wereld af naar aanknopingspunten om de miniatuurvlinder Atalanta en de WSN-nodes van energie te kunnen voorzien die superklein en superlicht is. Liefst zou je natuurlijk energie uit de omgeving halen, energy scavaging willen toepassen. De brandstofcel kan een technologie zijn op de weg daarheen. Bas is inmiddels, na Lemmer, al bij DevLab op bezoek geweest. Ook dat verhaal krijgt dus een vervolg.
ment de goede formule te pakken hebben om op basis van technologie business te genereren met behulp van onderling vertrouwen en clustervorming. Het aardige is dat het een positieve vicieuze cirkel is geworden. Het succes in de case-aanpak, in combinatie met gezamenlijke onderlinge gezelligheid, leidt tot nog meer vertrouwen en onderlinge binding. Die binding en dat vertrouwen maken de kans op succes weer groter. Wie er niet was, heeft iets gemist. Alsnog aanhaken kan, maar vraagt wel extra energie. <
De verwachting is dat het gebruik van draadloze sensornetwerken in tal van toepassingen exponentieel zal toenemen. Reden genoeg om een thema van een ledenbijeenkomst van de Sensor Technologie Club aan draadloze sensornetwerken te wijden, waar zijn we nu anno 2008, welke toepassingen zijn er te noemen. Gastheer van deze meeting was Priva. Priva biedt zowel in de agrarische markt, de utiliteitsbouw als de industrie totaaloplossingen voor een effectieve procesbeheersing op het gebied van water, klimaat, energie, arbeid en management. Roland van Straaten van Chess gaf een historisch overzicht van de ontwikkelingen van wireless sensor networks (WSN). Tijdens zijn presentatie vertelde hij over de hype WSN en de ontstaansgeschiedenis vanaf 1899 toen Marconi begon met het versturen van Morse codes tot Zigbee in 2004. Nederland blijkt groter te zijn dan we denken op draadloos gebied; de activiteiten van de universiteiten, ‘Wireless LAN’ van AT&T, Greenpeak, SOWNet, DevLab, et cetera zijn toonaangevend op wereldniveau.
De gloednieuwe Priva Campus in De Lier
Als één van deze genoemde partijen kwam SOWNet deze bewering hoogst persoonlijk bevestigen: Winelis Kavelaars vertelde over de mogelijk- en onmogelijkheden van self organising wireless networks, de toepassingen in de ijkdijk en in kassen en verschillende standaards die er zijn. Rick Wolleswinkel van Octalix begon zijn presentatie met de vraag waarom we eigenlijk nog eigenlijk energie verspillen anno 2008. Volgens hem zijn draadloze sensornetwerken de oplossing als het gaat om het besparen van energie in kantooromgevingen. “What’s next”, vroeg Roland van Staaten aan zijn kristallen bol: meer apparaten (draadloze sensoren) aangesloten op het internet dan mensen, sensoren gevoed door mensenkracht, communicatie overal en altijd ... maar wanneer de draadloze sensoren echt booming worden, dat blijft de vraag. De Sensor Technologie Club houdt dit in ieder geval goed in de gaten.<
Het lijkt er op dat DevLab, de Development Club en het ondersteunende FHI-manage-
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
Een heel klein hoekje van de omvangrijke ontwikkelafdeling van Priva
39
■ PLOT
■ MINACNED
“Ontwikkelaars moeten hun producten kapot maken”
Netherlands MicroNanoConference 2008: het gonst in MicroNanoland
HALT-test is de nieuwe manier om productbetrouwbaarheid te testen “HALT betekent Highly Accelerated Life Testing. Het is een testmethode waarbij middels toepassing van extreme omgevingscondities zwakheden in producten ontdekt kunnen worden.” Aan het woord is Boudewijn Jacobs van Philips Medical Systems Nederland die samen met Simon Bakker van MASER Engineering op 18 juni 2008 de workshop HALT-testen organiseerde bij de vestiging van MASER in Enschede. “HALT-testen vraagt een andere mentaliteit van test engineers. De knop moet om van het laten passeren van een product door een omgevingstest naar het zoeken van zwakheden.” Door Sander Knol en Roy Vervoort “HALT is een test die heel goed binnen het vakgebied omgevingstechnologie past”, vervolgt Jacobs. “Productontwerpen zijn zo sterk als hun zwakste schakels. Om te achterhalen welke schakels dat zijn, is onlangs in Best een geavanceerde testfaciliteit in gebruik genomen: de HALT-kamer.” En het lijkt een prima investering te zijn. “We zijn continu volgeboekt.” Maar wat maakt een HALT-test nu anders dan ‘normale’ (klimaat)testen? “Deze test is anders vanwege haar doelstelling en het feit dat er gebruik wordt gemaakt van een vloeibare stikstof om extreme dalingen in temperatuur te bewerkstelligen”, doceert Boudewijn Jacobs. “Een temperatuurver-
andering van zeventig graden per minuut is mogelijk in een temperatuurbereik van minus honderd tot tweehonderd graden boven nul. Het unieke aan HALT is de combinatie met een mechanische vibratie in zes richtingen.” “De HALT-test is ontwikkeld om zwakheden in producten te ontdekken, terwijl normale (klimaat)testen tot doel hebben om het product te kwalificeren. Het vinden van een zwakheid, een zogenaamde failure is juist het doel van de HALT-test. De test is geslaagd als er foutenmechanismen gevonden zijn. Dat is een nieuwe manier van werken. Ontwikkelaars vinden het niet leuk om hun eigen product kapot te maken. Toch is het goed ze te stimuleren dat wél te doen. Want zo kom je erachter wat de marges zijn van de productsterkte ten opzichte van de specificaties.”
duct, meestal twintig jaar. De HALT-kamer is niet groot genoeg om complete scanners te testen, maar dat hoeft ook niet”, zegt Boudewijn. “Het is verstandig op subsysteemniveau te testen. Doen we dat pas later dan is het veel duurder en moeilijker verbeteringen door te voeren.” Toch vergt de HALT-methode nogal het een en ander van de engineers. “Deze test vraagt een hoge mate van productkennis van de betrokken engineers”, besluit Boudewijn Jacobs. Maar alleen productkennis is onvoldoende. “Ze moeten vanzelfsprekend ook kennis hebben van de wijze waarop de HALT-test uitgevoerd moet worden.” Kijk voor meer informatie over omgevingstesten op www.plot.nl. <
Het uiteindelijk doel is het verbeteren van de productbetrouwbaarheid. “Onze systemen worden meestal in het ziekenhuis geassembleerd. Wat we willen voorkomen, is dat de apparatuur het niet doen als ze voor de eerste keer worden aangezet. Met de uitkomsten van de HALT-test kunnen we producten zó robuust maken, dat je early failures of dead on arrival voorkomt.”
40
staat gepland voor 17, 18 en 19 november in conferentiecentrum De Reehorst in Ede. Gelet op het internationale karakter van de conferentiedeelnemers zal de voertaal Engels zijn. Voor meer informatie zie www.micronanoconference.nl of neem contact op met Sander Knol (
[email protected]).<
Netherlands
MicroNano
De Netherlands MicroNanoConference 2008,
CONFERENCE ’08 November 17-18-19 De Reehorst, Ede
Microsystems & Nano Technology on the Road towards Industrial Applications
Microfluidica laat kansen zien aan laboratoriumwereld
DNA biochips, druppel injectie, ziekte & toxine detectie. Het zijn de eerste concrete toepassingen die in één adem genoemd worden als we spreken over wat microfluidica kan gaan betekenen voor de laboratoriumwereld. De workshop was een groot succes voor de aanwezigen. Frederic Breussin van Yole Development vertelde over de marktontwikkelingen en de forecast voor applicaties in de life sciences.
“De HALT-test geeft in een beperkte tijd een goede indruk van alle fouten die zich voordoen tijdens de levensduur van het pro-
een of andere manier betrokken bij omgevings(test)technologie. De speerpunten van het programma zijn dan ook sensoren, data-acquisitie, welke methodes gebruik je wanneer, enzovoort. Kortom, het testproces van A tot Z en vooral ook de nieuwe ontwikkelingen op deze gebieden. Het seminar vorig jaar is in totaal bezocht door ruim
“Het wordt een groots programma, over het kleinste dat we ons kunnen voorstellen”,
aldus Kees Groeneveld. Inmiddels hebben grote wetenschappers uit de wereld van micro- en nanotechnologie toegezegd te komen. Nico de Rooij van de University of Neuchâtel, Laurent Marchand van ESA/Estec, Christof Niemeyer van de Universität Dortmund en Kurt Kremer van het Max-PlanckInstitut zijn enkele keynote sprekers die zeker komen naar de conferentie. Chief technology officer van Shell, dr. Jan van der Eijk, heeft ook bevestigd dat hij zal zorgen dat er een visie vanuit zijn concern wordt neergelegd.
Academic Research in Microsystems & Nano Technology why and how Industry participates
De mogelijkheden die microfluidica, de stromingsleer op de micrometerschaal, in de toekomst kan gaan bieden, wordt concreter. De laboratoriumwereld wordt zich steeds meer bewust van het praktisch belang van het zich razendsnel ontwikkelende vakgebied van de microfluidica. Vrijwel geen bedrijf dat zich bezighoudt met life sciences heeft microfluidica als onderdeel opgenomen in haar technologieroadmap. Ten onrechte! MinacNed organiseerde samen met FHI-branche Laboratorium Technologie op 23 april 2008 een workshop over microfluidica met het oog op toekomstige omzet.
PLOT-SEMINAR: TESTING IN PROGRESS Het PLOT seminar vindt dit jaar plaats op 29 oktober in Eindhoven op de High Tech Campus en heeft als titel ‘Testing in progress’. Een breed thema, dat zeker, maar dat is niet voor niets. Omgevingstechnologie is een breed vakgebied en omvat het totaaltraject van het uitvoeren van testen. Veel disciplines binnen een bedrijf zijn op
Het organisatiecomité van de Netherlands MicroNanoConferentie 2008 is druk in de weer om het programma vorm te geven. Tijdens de eerste voorbereidingen van de conferentie eind vorig jaar is van diverse zijden gewezen op het bereiken van maximale synergie, op het gebied van micro- en nanotechnologie, maar ook tussen industrie en wetenschap en de drie organiserende partijen MinacNed, MicroNed en NanoNed onderling.
160 technologen uit twaalf verschillende landen. Ook dit jaar is het seminar goed toegankelijk voor binnen- en buitenland en zal de voertaal Engels zijn. Neem voor meer informatie contact op met Sander Knol via (033) 465 75 07 of
[email protected]. <
signalement augustus 2008
Ronny van ‘t Oever van Micronit verwoordde de voordelen van miniaturisatie en gebruik van glas als basis van microfluidische apparaten. De weg naar een succesvol microfluidisch product werd beschreven door Geir Horn van Microbuilder. Tot slot werd er een succesvolle applicatie in een laboratorium geanalyseerd; juist het integreren met andere technologieën maakte microfluidica hier tot een succes. “Toch wordt de relatief nieuwe technologie niet direct omarmd en is interesse van de laboratoriumbedrijven in Nederland op
signalement augustus 2008
dit gebied niet majeur te noemen”, aldus Andreas Meijer, FHI’s branchemanager Laboratorium Technologie. Mede om deze reden kent de workshop op 7 oktober 2008 een vervolg. Tijdens deze bijeenkomst zal de focus meer liggen op het daadwerkelijk
toepassen en integreren van deze technologie en enkele succesvolle toepassingen. Neem voor meer informatie over microfluidica of over de verschillende workshops contact op met Sander Knol van FHI via (033) 465 75 07 of
[email protected]. <
De DenkTANK op de MicroNano-stand op HET Instrument 2008
41
Heftig Lagerhuisdebat op HET Instrument Mensen en IT in de industrie, een moeizame combinatie
Zijn we elkaars partner of concurrent, of misschien allebei tegelijk? Een actueel discussieonderwerp waar industrial system integrators, DCS vendors, EPC contractors en eindgebruikers hun tanden in zetten tijdens een het diner-event dat de FHI-branche Industriële Automatisering enige tijd geleden organiseerde. Meer focus op kerncompetenties, technologisch steeds complexer wordende projecten en groeiend gebrek aan gekwalificeerd personeel zijn trends die partnering noodzakelijk en onvermijdelijk maken. Maar zijn we er in de markt wel klaar voor? Weten we wel hoe dat moet, wat er bij komt kijken? En zijn we als tot elkaar veroordeelde partners wel in staat om een belang achter ons directe eigenbelang te dienen?
“Als je de juiste Business Proces Management Systemen goed implementeert, gaan de mensen in jouw bedrijf automatisch efficiënt werken.” “Technisch industriële processen kun je heel goed sturen met daarop afgestemde informatietechnologie, maar als je meent menselijk gedrag te kunnen afdwingen met IT-systemen dan verkoop je illusies en creëer je het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken: inefficiency door gebrek aan ruimte voor creativiteit.” Af en toe stonden ze met verhitte koppen tegenover elkaar in de Lagerhuisdiscussie op HET Instrument. Net als in 2006 was het weer een fraaie setting van mensen die de discussie aangingen. En het werd enerzijds een vervolgverhaal, Alex van Delft van DSM ging door waar hij was gebleven anderhalf jaar eerder. “Onze interne organisatie kan echt niet alles meteen aan wat jullie IT-leverancier graag wil verkopen.” Anderzijds brachten de mannen van Cordys, de nieuwe speler in de markt en geesteskind van Jan Baan, een aantal nieuwe elementen in discussie: een nieuwe softwarematige integratielaag die het totaal eenduidiger moet maken. Met name Cordys-goeroe Henk de Man verdedigde die filosofie met verve, gepas-
Partnering als levensvoorwaarde bij automatisering in de industrie
Cordys-goeroe Henk de Man slaat gepassioneerd de aanval af
sioneerd. Wie tegenwierp dat het volledig overbodig en onnodig complex is, kreeg hem meteen uit zijn stoel en op de kast. Opvallend genoeg ging de discussie niet meer over de eeuwige tegenstelling tussen de boekhouding en de productie. Logica, Siemens, Philips Lighting, Imtech, Atos Origin, Cordys, DSM, Intergraph, Emerson Process, Vitens, Ibanx, de mannen en een enkele vrouw waren het over veel oneens, maar iedereen praat en denkt inmiddels vanuit een functiebenadering die ruimte
biedt aan gerespecteerd onderscheid. Is de strijd nu gestreden, the software battle ten einde? Die indruk wekte de goegemeente geenszins. De winst die kon worden genoteerd, zit in de inhoudelijkheid van het debat. Het gaat nu echt ergens over, de mens, zijn organisatie en de technologie. Hoe stemmen wie die op elkaar af, hoe houden we rekening met verschillende constellaties, vermijden we clichés? Zoeken naar die afstemming kan waarschijnlijk het beste via heftige discussies. <
Door Eelco van Harten en Kees Groeneveld en Kees Groenevelen Kees Groeneveld Volgens Harry van Echteld van DMV Campina is een goed verlopen project, een project waarin na commissioning geen nazorg meer nodig is. DMV Campina werkt in dit kader met risicoanalyses die worden gemaakt voordat een project wordt gestart. Betekent partnering dan dat de partners, toeleveranciers en automatiseerders al in die fase van risicoanalyse worden betrokken? Kan dat wel? Je wilt toch eigenlijk zo lang mogelijk de keuze voor een bepaalde leverancier open houden. Het is de schets van een spanningsveld. Als engineeringman wil je wel. Hoe eerder je een leverancier betrekt in een project, hoe meer je spreekt van partnership, betrokkenheid en gedeelde langetermijnverantwoordelijkheid voor het functioneren van de plant.
van het samenwerken wordt strategisch en een kwestie van overleven. Hoe ga je een partnership aan? Voor hoelang ga je met elkaar in zee? Welke randvoorwaarden moeten worden ingevuld en door wie?”
De inkoopafdeling kijkt er anders naar. “As je jezelf te veel uitlevert, betaal je per definitie te veel.” Pieter Koenraads van EPC contractorfirma Aker Solutions wordt soms ingehuurd juist om op de prijs bij toeleveranciers te beknibbelen. Hij beschrijft zijn ervaringen. “Het in concurrentie laten aanbieden is alleen relevant wanneer sprake is van dezelfde producten en competenties. In alle andere gevallen zul je op zoek moeten naar de leverancier die de meeste raakvlakken heeft met jouw project en daar ga je dan een partnership mee aan.” Een boodschap die eigenlijk alle partners moeten uitdragen, wil die landen bij puur financieel denkende managers.
Er komen expertises bij kijken die je niet van elke projectmanager kunt verwachten. “Ga je voor een vaste prijs met een vaste scope?”, zegt Harry van Echteld. “Of op basis van regie met toeslagen en tarieven, wat je ook nog kunt aanvullen met clausules als no cure no pay of bonus malus.” Je kunt toch niet zonder specifieke inkoop- en contractexpertise. Ook op die manier wordt het uitwerken en beheersen van projecten complexer, professioneler. Langdurige relaties en partnerships zijn nodig, maar niet vanzelfsprekend en moeten tegelijk dynamisch blijven, al was het maar om steeds nieuwe technologie te kunnen absorberen. Leveranciers zullen zich ook bewust moeten worden van de veranderende eisen die in zo’n traject worden gesteld. Is hun organisatie daar wel op voorbereid? Wie proactief anticipeert kan veel winnen, maar te ver voor de muziek uitlopen kan ook dodelijk zijn.
René Barendrecht van Berenschot heeft onderzoek gedaan naar hoe bedrijven zich steeds verder op kerncompetenties terugtrekken. Hij ziet hoe men in ketens daardoor afhankelijker van elkaar wordt. “De kunst
42
signalement augustus 2008
Engineering en systeem integratie in industriële automatisering vraagt om partnerships
signalement augustus 2008
Het soort uitwisseling van ervaringen als tijdens het FHI-diner-event is een keiharde voorwaarde voor succes voor alle spelers in de keten. <
Het was een prachtige mix van gerenomeerde bedrijven die mee discussieerden tijdens het FHI-IA-diner-event: ABB Advantech Europe Aker Solutions NUON Energy Sourcing Bellt Instruments Egemin GTI Industrial Automation HIMA HVL Imtech Automation Solutions Invensys Systems Pilz Nederland Rockwell Automation Saia-Burgess Benelux Simac QuadCore Wonderware Benelux DMV-International Berenschot 43
Betuwelijn tweehonderd miljoen goedkoper dan begroot
Actiegroepen die de bouw stilleggen kun je niet vooraf exact inplannen
Meer dan de helft grote projecten in industrie en infra mislukt
dan alleen de technologie. “We hebben te maken met de politiek, media, actiegroepen én technologische uitdagingen. Actiegroepen die de bouw stilleggen kun je niet exact vooraf inplannen evenmin als wat je tegenkomt bij boren in slappe grond onder de rivieren, als je dat nog nooit hebt gedaan. Qua automatisering kun je eigenlijk ook nooit voorspellen wat de standaard zal zijn over enkele jaren. Hoe houd je vooraf toch rekening met dergelijke onzekerheden?” Mooi leereffect van het Betuwelijnproject: toen al vóór de start van het project bleek dat er overschrijdingen zouden komen, is er een nieuwe planning gemaakt, die uiteindelijk geleid heeft tot een realisatie die ruim tweehonderd miljoen euro binnen budget bleef!
Niet alleen overheidsinvesteringen, maar ook grote projecten in de industrie lopen vaak gierend uit de hand. Hoe komt dat nou en is het echt zo onvermijdelijk? Het zijn belangrijke vragen voor leveranciers van industriële automatiseringsapparatuur. Van alle grote projecten, groter dan een miljard euro aan stichtingskosten, blijkt maar liefst 56 procent te maken te krijgen met 25 procent budgetoverschrijding en 25 procent onvoorziene uitloop qua opleverdatum. Voldoende reden voor het bestuur van de FHI branche Industriele Automatisering om haar themabijeenkomst, gekoppeld aan de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, te wijden aan deze problematiek.
Door Eelco van Harten en Kees Groeneveld Vier deskundigen ‘uit de markt’ gaven hun ervaringen uit de praktijk. Elk van hen bracht andere elementen, analyses en percepties in. De conclusie werd langzaam helder: de looptijd van grote projecten is zo lang dat de projectplannen worden ingehaald door de tijd. Overschrijdingen kunnen alleen worden voorkomen als lang tevoren ruimhartig rekening is gehouden met ontwikkelingen die je nog niet kent. Simpel gezegd, heb je voldoende slack ingebouwd in je planning dan wel aanpassend vermogen gegarandeerd in je uitvoering. Dat vraagt sterke, rechte ruggen. Laat je niet verleiden
44
“Tijden veranderen”, stelt Roel Jonkers van Heineken. “Tot 1995 deed Heineken al zijn
in de aanbestedingsfase te minimaliseren om tegemoet te komen aan krachten die op korte termijn willen scoren op prijs en doorlooptijd. Een groot project is volgens Ruud Schulte van Independent Project Analysis (IPA) inderdaad mislukt als er 25 procent budgetoverschrijding, 25 procent tijdsoverschrijding is en er een jaar na oplevering nog steeds opstartproblemen zijn. “De problemen bij grote projecten blijken heel basaal te zijn. Bij veel van die projecten ontbreekt het aan een goede projectleider en een juiste scope. Het gekke is dat bij projecten tot enkele honderden miljoenen deze problemen de kop niet opsteken, althans niet in de mate dat ze leiden tot der-
projecten in eigen beheer, hielden we onze eigen standaarden aan en hadden we zeer veel kennis in huis van bijvoorbeeld instrumentatie. In 2007 besloten we om eigenlijk alleen nog maar op basis van functionele specificaties uit te besteden. Toeleveranciers bouwen dus de complete brouwerij op basis van vooral internationale algemene richtlijnen. Op deze wijze maken we tegen de laagste prijs een werkende brouwerij met in ons achterhoofd dat toekomstig onderhoud uitgevoerd moet kunnen worden door de bouwers zelf.” Nu ziet Roel Jonkers dat er een verschuiving plaatsvindt van de zeer grote internationaal gebenchmarkte projecten naar maatwerkprojecten in de regio. “Zeker in een land als Nederland waar grote verkeersopstoppingen zijn, is het natuurlijk veel handiger om het transport van grondstoffen en produc-
gelijke overschrijdingen.” Een puur managementprobleem dus volgens Schulte. Dan maar geen grote projecten? Toch wel! Het aanleggen van het Suezkanaal is tientallen malen duurder geworden dan oorspronkelijk begroot. Om over onze eigen Deltawerken met tien jaar opleververtraging nog maar te zwijgen. In theorie zuivere mislukkingen. Niemand hoor je die projecten als zodanig kwalificeren, integendeel, er klinkt een roep om een vervolg, bij beide voorbeelden. Patrick Buck van Prorail, overallverantwoordelijke voor de bouw van de Betuweroute, weet zeker dat bij grote projecten de scope en onzekerheid veel meer omvat
signalement augustus 2008
ten te optimaliseren.” Een trend dus van global gespecificeerd en gespecialiseerd naar local, breed, functioneel en turnkey. Ron van Heijningen van Goudsche Machinefabriek (GMF-Gouda) herkent die trend. “De klanten van GMF-Gouda kopen meer en meer in op basis van functionaliteit.
“Meer onzekerheden dan alleen technologie” Kon GMF-Gouda tot voor kort volstaan met het leveren van alleen machines voor de kern van het productieproces, nu verwacht men van ons dat we complete productielijnen leveren en installeren. Dat betekent engineering, communicatie en allianties met toeleveranciers om aan deze nieuwe vraag te kunnen voldoen.” Managementskills en -continuïteit over jaren, politieke en maatschappelijke onzekerheden, experimentele technologietoepassingen, moeilijk voorspelbare technologieontwikkelingen, marktbewegingen in supply chains, zie daar het rijtje van onzekerheden die grote projecten moeilijk beheersbaar maken. Je moet ze in elk geval kennen om er mee te kunnen dealen. Een heel leerzame themamiddag voor de branche. <
Foto: Ronald Tilleman
signalement augustus 2008
45
Nationale PROFIBUS & PROFINET dag 2008 breed opgezet Voorzitter Jörg Freitag geeft 20 november acte de présence Tijdens de Nationale PROFIBUS & PROFINET dag 2008 zal een aantal belangrijke internationale sprekers acte de présence geven. De voorzitter van PROFIBUS & PROFINET International (PI), Jörg Freitag, verzorgt een keynote speech over de laatste ontwikkelingen binnen de PROFINET-technologie. Karl Weber, ethernet technology expert binnen Siemens Industry Drive Technology en voorzitter van PROFIdrive, gaat in op de mogelijkheden van PROFINET in motion-toepassingen.
Op 20 november staat ook het innovatieve IO-Link op het programma. “IO-Link is een nieuwe technologie die communicatie met standaard driedraads sensoren mogelijk maakt”, betoogt Dolf van Eendenburg. “IOLink is innovatief en een échte noviteit. Dat mag niet ontbreken op deze dag.” “BASF, De Boer Baking Systems en CêlaVita zijn bereid gevonden om op deze dag hun applicaties met de PROFIBUS & PROFINET technologie toe te lichten”, gaat van Eendenburg verder. “Tijdens deze praktijkcases gaan zij door middel van presentaties in op het waarom zij hiervoor gekozen hebben, wat ze ermee bereikt hebben en wat ze bij nieuwe projecten anders zullen doen. Maar ook nu weer zullen de valkuilen niet onderbelicht blijven.”
Neem voor meer informatie over de Nationale PROFIBUS & PROFINET dag 2008 contact op met Marjoleine Haisma, telefoon (033) 469 05 07. <
Jörg Freitag nieuwe president PROFIBUS & PROFINET International Tijdens de twintigste bijeenkomst van PROFIBUS & PROFINET International (PI) in Tokio is de Duitser Jörg Freitag gekozen als de nieuwe voorzitter. Freitag, voorzitter van PROFIBUS Nutzeorganisation (PNO), volgt Edgar Küster op die op 24 oktober 2007 overleed op 59-jarige leeftijd. De directeur van de PROFIBUS Trade Organization (PTO), Mike Bryant, zal Jörg Freitag terzijde staan. Onder de vele verantwoordelijkheden van de voorzitter vallen ook het uiteenzetten van de wereldwijde marketingstrategie van PI en het coördineren van internationale projecten. Het is de taak van Jörg Freitag
signalement augustus 2008
om het mondiale PI-netwerk nog verder uit te breiden, waarbij de belangrijkste focus ligt op de aanwas van de markten. Een ander doel van PI is het versterken van de leidende positie van PROFIBUS in de internationale automatiseringsmarkt. Met meer dan 25 miljoen geïnstalleerde apparaten is PROFIBUS al onbetwist de marktleider voor de fieldbussystemen. En PI is zeker van plan om dit succes te herhalen met PROFINET, de standaard voor industriële ethernet systemen. Verschillende projecten spelen op dit moment al een rol in de wereldwijde strategie. PI bouwt voort op de ervaringen met en de expertise van PROFIBUS. <
47
■ VERENIGING VOOR LEVERANCIERS VAN WEEGINSTRUMENTEN
De rol van VLW in nationale en internationale weegwerkgroepen Wetgeving lijkt altijd iets wat van bovenaf wordt opgelegd en waar je als goede burger maar aan moet voldoen. Toch is inmiddels wel duidelijk dat je als industrie, mits je goed oplet, veel invloed uit kunt oefenen op de voor jou belangrijke wet- en regelgeving. Maar hoe houd je de vinger aan de pols en wat komt erbij kijken? Binnen de Vereniging van Leveranciers van Weeginstrumenten (VLW) wordt al bijna 23 jaar actief bijgedragen aan zinvolle wetgeving over en controle op weeginstrumenten in Nederland.
In goed overleg met het ministerie van Economische Zaken, NMI Certin en Verispect draagt de VLW bij aan de invoering van nieuwe wetgeving en de uitvoering van het ‘controlebeleid’ op de Nederlandse weegsystemen voor handelsdoeleinden. Zeker met de overgang van de IJkwet naar de Metrologiewet is gebleken dat het heel zinvol is om de vinger aan de pols te houden. Want de Metrologierichtlijn is gebaseerd op de aanbevelingen van de OIML, dat staat voor Organisation Internationale de Métrologie Légale. De OIML bestaat sinds 1955 en heeft als doel het verwezenlijken van een globale harmonisatie van de wettelijke metrologie. Bij de OIML zijn vrijwel alle landen aangesloten. Met name vanuit Europa, de Verenigde Staten en Australië wordt actief bijgedragen aan aanbevelingen voor meetapparatuur ten behoeve van handelsdoeleinden. Alle lidstaten worden verondersteld deze aanbevelingen op te nemen in hun eigen wetgeving. Dit is ook gebeurd met de Metrologierichtlijn. Hierdoor loopt Europa, en dus ook Nederland, in de pas met de globale standaarden. Het grote voordeel hiervan is dat internationale handel van apparatuur gemakkelijker wordt, omdat de richtlijnen overal hetzelfde zijn.
communicatie tussen de autoriteiten van de landen in Europa onderling. WELMEC heeft, samen met de industrie, er bij de Europese Commissie op aangedrongen binnen de Metrologierichtlijn de OIML-aanbevelingen als normatief document toe te passen. Hierdoor hoeven er nu geen nieuwe normen geschreven te worden. Nu is het wel zaak dat je als leverancier of producent van weegtoestellen weet wat er aan wetgeving op je afkomt, waar je reeds aan moet voldoen en waar je als collectief nog wat aan kunt doen. Daarom is de VLW aangesloten bij het Comité Européen des Constructeurs d’Instruments de Pésage (CECIP).
Binnen CECIP zijn alle belangrijke Europese producenten van weeginstrumenten aangesloten. CECIP behartigt de belangen van de producenten binnen de WELMEC- en OIML-werkgroepen evenals bij de Europese Commissie. Kortom het bereik en het belang van de VLW in Nederland reikt veel verder dan in eerste instantie wordt vermoed. <
WELMEC, de Western European Legal Metrology Cooperation, ontstond in 1990. Net als de Europese Unie is ook WELMEC meegegroeid en bestrijkt nu meer dan alleen West-Europa. Het doel van WELMEC is een harmonisatie en consistentie in de uitvoering van de wetgeving te krijgen binnen Europa op het gebied van metingen voor handelsdoeleinden. Een belangrijke activiteit van WELMEC is het verbeteren van de
signalement augustus 2008
49
ER 2008 DONDERDAG 30 OKTOB DE KUIP ROTTERDAM
LabAnalyse 2008: Implementatie van de nieuwste technologieën
“Oost-Europeanen hebben een hoog opleidingsniveau” Themamiddag in teken van arbeidsmarkt laboratoriumtechnologie
Van risico naar succes?
www.fhi.nl/labanalyse
Door Roy Vervoort Eén van de deskundigen die tijdens LabAnalyse 2008 een presentatie verzorgt, is Elke Brouwers van het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam. “Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik mij beziggehouden met het ontwikkelen van ICP-MS-methodes voor de bepaling van metaalbevattende antikankermiddelen in verschillende (biologische) matrices. Deze methodes hebben we gebruikt voor het beantwoorden van klinische vraagstukken.” Maar wat is ICP-MS nu eigenlijk? “Zoals de naam al suggereert is ICP-MS een combinatie van een inductief gekoppeld plasma gecombineerd met een massa spectrometer.”, doceert Brouwers. “De ICP is een zeer reactieve bron van argonionen met een temperatuur tot achtduizend graden Kelvin.
‘Van risico naar succes?’ is het thema voor LabAnalyse 2008. De succesvolle eendagsshow van de FHI-branche Laboratorium Technologie is traditiegetrouw weer in het Maasgebouw van De Kuip in Rotterdam. In het programma van 30 oktober staan twaalf deskundigen uit de klantenkring van de laboratoriumbedrijven. Het zijn specialisten op het gebied van analysetechnologie. Signalement vroeg Elke Brouwers van het Slotervaartziekenhuis en Eric Elbers van Blgg naar wat achtergronden. Bij wijze van voorproefje … Als een aerosol afkomstig van een vloeibaar sample dit plasma binnenkomt, ondergaat het een aantal processen, waaronder desolvatie, dissociatie, atomisatie en ionisatie. Een quadrupole massaspectrometer scheidt deze ionen vervolgens van elkaar op basis van hun massa en lading, waarna ze in de detector worden gekwantificeerd.” “Het instrument is in staat om zeer lage hoeveelheden zware metalen te bepalen, omdat de zware metalen door hun hoge massa goed van andere elementen en interferenties te scheiden zijn”, vervolgt Elke Brouwers. “In de oncologie wordt het instrument gebruikt bij de analyse van platina bevattende antikankermiddelen. De moleculen die het platina bevatten worden afgebroken in elementen en geïoniseerd, waarna het platina bepaald kan worden.” Tijdens LabAnalyse 2008 geeft Brouwers een presentatie over hetgeen zij tijdens haar promotieonderzoek heeft uitgevoerd. “De doelstelling van het onderzoek was om kwantitatieve ICP-MS-methoden voor metaalbevattende antikankermiddelen te ontwikkelen en te valideren. De methoden zijn toegepast om onderzoeksvragen te beantwoorden met betrekking tot de bijwerkingen en langetermijn farmacokinetiek van deze middelen. Daarnaast zijn de methodes gebruikt voor omgevingsmonitoring en voor onderzoek naar effecten van antidota op platinageïnduceerde bijwerkingen.”
Door Roy Vervoort
30 oktober een korte presentatie. “Blgg onderzoek jaarlijks ongeveer zeventigduizend grondmonsters en ruim 75.000 ruwvoermonsters”, zegt Elbers. “Het doel van grondmonsters is om een bemestingsadvies te verstrekken waarmee de tuinder, akkerbouwer of veehouder zijn perceel optimaal mee kan bemesten. Binnen dit advies bepalen we via een CaCl2-extractie voor de plant beschikbare mineralen en sporenelementen.”
Vervolgens heeft Opinion test & taste haar blikveld verlegd en is gaan kijken bij bureaus die gespecialiseerd zijn in Oost-Europese werknemers. “Het eerste bureau waar wij mee in contact kwamen, was Eurostar25”, aldus van Driel. “Hun CV’s sloten in eerste instantie niet altijd aan op de vacature, omdat Eurostar25 niet bekend was met de laboratoriumwereld. Na enkele ‘CV-missers’ bleek dat zij voor iedere vacature meer dan vijftien geschikte CV’s konden leveren.”
De analyse van de ruwvoermonsters heeft als doel het opstellen van een veevoedingsadvies. “Hiermee kan de veehouder een optimale voedingsstrategie voor zijn veestapel opstellen”, vervolgt Elbers. “We bepalen de (semi)-totaalgehalten aan mineralen en eventueel aan sporen om zo de optimalisatie te bereiken.”
Eurostar25 heeft als uitzendbureau goede ervaringen met werknemers van over de grens. “Wij merken dat bedrijven in eerste instantie twijfelen over buitenlandse medewerkers”, zegt Mark Brands van Eurostar25. “Bedrijven hebben vaak de kennis niet in huis om dit efficiënt in te vullen en wij zijn specialist als het gaat om mensen over de landsgrenzen te werk te stellen. Mensen verlaten vaak huis en haard om te komen werken en dan hebben we het nog niet eens over de administratieve zaken die erbij komen kijken.”
Voor beide monstertypen meet Blgg de mineralen met ICP-OES en de sporen met de eerder genoemde ICP-MS. “Voor het meten van fosfaatgehalten in grondextracten maken we gebruik van discrete analyse. Om grote aantallen tot duizend monsters uit beide stromen per dag efficiënt te kunnen verwerken, heeft Blgg de nodige hulpmiddelen aangeschaft, ontwikkeld en laten ontwikkelen.” Neem voor meer informatie over LabAnalyse 2008 contact op met Mirjam Fiege van FHI via (033) 465 75 07 of m.fi
[email protected]. <
Ook Eric Elbers van Blgg, een op de agrarische sector gericht laboratorium, geeft op
50
Binnen de laboratoriumbranche is het vinden van voldoende goed gekwalificeerd personeel een probleem. Een bedrijf dat hiermee in de praktijk mee te maken heeft, is het testlaboratorium Opinion test & taste. “In verband met een aanstaande verhuizing werd een groot personeelsverloop voorzien”, begint Bas van Driel van Opinion test & taste, die tijdens de themamiddag zijn ervaringen van Polen in het laboratorium deelde met de aanwezigen. “Wij hebben verschillende ‘Nederlandse’ uitzendbureaus die gespecialiseerd zijn in laboratoriumpersoneel benaderd, maar geen van de bureaus kon het verwachte verloop opvangen.”
signalement augustus 2008
“Een groot voordeel van Oost-Europese werknemers is het feit dat ze een hoog opleidingsniveau hebben”, vervolgt Brands. “Daarnaast zijn ze leergierig en hebben ze een goed arbeidsmoraal. Nadeel kan wel zijn dat ze heimwee krijgen en dat de sociale zorg rondom het werk meer tijd dan gemiddeld kost. Maar vaak komt dit laatste voor rekening van het uitzendbureau.”
reld”, besluit Mark Brands. “Wellicht moeten bedrijven een hoofdstuk ‘inzicht en mogelijkheden ten aanzien van de inzet van potentiële Europese collega’s’ toevoegen aan het huidige beleid.” Ook Bas van Driel verwacht dat de Nederlandse arbeidsmarkt de tekorten niet op kan lossen. “Vroeg of laat krijgen de meeste bedrijven met deze problemen te maken.” <
Bij Opinion test & taste zijn de ervaringen met de Poolse werknemers over het algemeen goed te noemen. “Onze Poolse mensen zijn voornamelijk jonge werknemers met een mastertitel die goed gemotiveerd zijn”, zegt Bas van Driel. “Bij ons beginnen ze meestal op een mbo-functie. Gezien alle veranderingen die ze in korte tijd meemaken, is dat voor de meeste van hen geen probleem. Op dit moment is de helft van onze afdeling Micro van buitenlandse komaf en de aansluiting met de Nederlanders is goed.” “Ongeacht de economische groei is de verhouding tussen vraag en aanbod statistisch en realistisch scheef in de laboratoriumwe-
INTERNATIONAL RENÉ VAN DER GIJP IN DE LABORATORIUMWERELD Op 12 juni vond op het KNVB Sportcentrum in Zeist de jaarlijkse ledenbijeenkomst van de branche Laboratorium Technologie plaats. Na het gebruikelijke huishoudelijke gedeelte waar de notulen, ingekomen stukken, de lopende activiteiten en financiën onder de hamer kwamen, was het tijd voor de themamiddag met als onderwerp ‘de arbeidsmarkt als key-factor in de laboratorium technologie’. De bijeenkomst werd afgesloten door vijftienvoudig voetbalinternational René van der Gijp die zijn visie gaf op intermenselijke relaties en arbeidsverhoudingen, waarbij hij een link legde naar zijn eigen ervaringen in de topsport. <
signalement augustus 2008
51
WIE HET ONDERSTE UIT DE KAN WIL, … Wie van btw vrijgestelde prestaties verricht - zoals een ziekenhuis - kan de btw op kosten en investeringen niet in aftrek brengen. De btw wordt dan dus een kostenpost. Van oudsher zijn er daarom btw-besparende constructies gangbaar voor instellingen zonder aftrekrecht. Daarbij kan worden gestuurd op een financieringsvoordeel op de btw en/of een daadwerkelijke materiële besparing van de btw zelf.
Door Toon de Ruiter Het financieringsvoordeel wordt bereikt door het apparaat niet zelf aan te schaffen, maar dat te huren of te leasen. De beperking van de aftrek bij aanschaf ineens wordt dan omgezet in beperking van de aftrek van de btw op de huurtermijnen. Met een dergelijke structuur is niets mis, want eenieder die investeringen doet heeft de keuze tussen koop en huur.
leverancier en verhuurt dit vervolgens aan het ziekenhuis. Vier jaar na het jaar van aankoop, koopt het ziekenhuis de aandelen in de SPC en fuseert het met de SPC of vormt daarmee een fiscale eenheid in de zin van de btw. De verhuur van het apparaat is dan niet langer belast met btw. De daadwerkelijk besparing bestaat uit de btw die op de resterende termijnen zou
De leasestructuur kan echter verder worden opgetuigd. Bijvoorbeeld door te huren tegen een, vanuit economisch oogpunt, te lage prijs. Ook kan de financieringscomponent uit de leaseprijs worden geëlimineerd door de aanschaf door de lessor (renteloos) te laten financieren door de lessee, hetgeen bekend staat als lease funding. De Hoge Raad heeft daar in het verleden al eens zijn goedkeuring aan gegeven.
drukken. Dat kan oplopen tot zestig procent van de oorspronkelijke btw op het apparaat. De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat het tussenschuiven van de SPC geen reële betekenis heeft. De apparatuur is dan ook niet aan de SPC geleverd, maar rechtstreeks aan het ziekenhuis. De SPC kan dan de btw op de aanschaf niet in aftrek brengen, net zo min als het ziekenhuis zelf dat kan. In het berechte geval was de gehele aanschaf al geregeld tussen de leverancier en het ziekenhuis zelf. Kort voor de daadwerkelijke aflevering komt de SPC pas tevoorschijn en stelt zich in de plaats van het ziekenhuis. Onder die omstandigheden wordt geoordeeld dat de SPC niet daadwerkelijk eigenaar is geworden van de apparatuur. Wil men echt btw besparen dan zal het ziekenhuis buiten beeld moeten blijven richting leverancier. Het is de SPC die vanaf dag één als afnemer van de apparatuur op moet treden en daarna daadwerkelijk als ‘normale’ verhuurder moet opereren. In een dergelijke situatie is het advies om alleen voor het daadwerkelijk materiële
Special Purpose Company De aanschaf van de apparatuur kan ook geschieden door een speciaal daarvoor opgerichte Special Purpose Company (SPC). Deze SPC koopt het apparaat bij de
voordeel te gaan. Met andere woorden, geen extra’s als te lage huurprijs en/of lease funding.
Belastingbesparing Of de opzet dan kan worden bestreden met het leerstuk van misbruik van recht is zeer de vraag. Dan moet namelijk belastingbesparing het enige, althans het overwegende doel zijn. Dat kan van een normale lease moeilijk kan worden volgehouden. Ook de aankoop van de aandelen door het ziekenhuis kan moeilijk worden aangetast. In beginsel staat de leverancier buiten de constructie en loopt dan ook geen risico ter zake. Dat wordt anders als hij meewerkt aan de structuur door bijvoorbeeld de factuur uit te brengen op een ander dan waarmee hij daadwerkelijk zaken heeft gedaan. Een verwijt van valsheid in geschrifte wordt dan snel gemaakt. En dat is een traject waar niemand van ons in wil belanden. In het voorgaande is kort beschreven hoe de btw-constructie werkt. Bij het opzetten en implementeren van een dergelijke structuur is echter grote zorgvuldigheid geboden. De ervaring leert dat het voor de ‘btw-leek’ lastig is om de structuur consequent uit te voeren. Dat noopt dus tot intensieve begeleiding gedurende het gehele traject. De leverancier heeft in beginsel niets van doen met de structuur en loopt dan ook geen risico. Toon de Ruiter is btw-specialist en partner bij Mazars Paardekooper Hoffman. <
Activiteiten 2008 - 2009 LabAnalyse 2008 Op donderdag 30 oktober organiseert de branche Laboratorium Technologie LabAnalyse 2008 in de Rotterdamse Kuip. Op de dag wordt een uitgebreid lezingenprogramma gecombineerd met ingevuld een expositiegedeelte waaraan voorname leveranciers van laboratoriumapparatuur, diensten en disposables deelnemen. Het event heeft een brede scope en is gericht op bezoekers uit verschillende markten, zoals de gezondheidszorg, (petro)chemische industrie, voedingsmiddelenindustrie, farmaceutische industrie en milieu. Bij LabAnalyse worden ruim tweehonderd enthousiaste bezoekers verwacht. Meer informatie? Neem contact op met Mirjam Fiege van FHI op (033) 465 75 07.
Workshop Microfluidica (in samenwerking met MinacNed) De workshop Microfluidica van 23 april 2008 krijgt op 7 oktober van dit jaar wegens het succes een vervolg. De mogelijkheden die microfluidica in de toekomst kan gaan bieden, wordt steeds concreter en de laboratoriumwereld raakt meer en meer bewust van het praktische belang. Tijdens de vervolgbijeenkomst ligt de focus meer op het daadwerkelijk toepassen en integreren van deze technologie en enkele succesvolle toepassingen zullen de revue passeren.
Workshop algemeen ‘inkopen is meer dan extra korting’ In het najaar zal de workshop ‘inkopen is meer dan extra korting’ worden georganiseerd door de branche Laboratorium Technologie. Deze workshop staat in het teken van het inkopen door mkb-laboratoriumbedrijven. Op korte termijn zal meer informatie bekend gemaakt worden. Meer informatie? Neem contact op met Mirjam Fiege van FHI op (033) 465 75 07 of m.fi
[email protected].
Workshop technologie In het najaar maakt de branche Laboratorium Technologie een start met een workshop gericht op de technologie. Hierbij valt te denken aan een workshop ‘Laboratorium Technologie voor Dummies’ of ‘Chromatografie voor intern ondersteunend personeel’. Deze workshops hebben betrekking op het vakgebied binnen de branche. Geïnteresseerd? Neem voor meer informatie contact op met Mirjam Fiege van FHI via (033) 465 75 07 of m.fi
[email protected].
Voor het jaar 2009 zit een aantal activiteiten reeds in de pijplijn: • LIMS-workshop • Biotech-conferentie • LabAnalyse 2009 <
Meer weten over microfluidica of de workshop? Neem contact op met Sander Knol op (033) 465 75 07 of
[email protected].
Directeurenavond In december zal er een directeurenavond georganiseerd worden door de branche Laboratorium Technologie. Deze avond is bedoeld voor directeuren en DGA’s (directeur/ grootaandeelhouders). Tijdens deze netwerkbijeenkomst komen in ieder geval twee bekende sprekers aan bod. Binnenkort komt de branche met meer informatie naar buiten.
WORKSHOP BTW EN FINANCIERING Op 16 mei 2008 organiseerden de FHIbranches Laboratorium Technologie en Medische Technologie de workshop btw en Financiering. Naast de btw-workshop stond Daniëlle Berndsen stil bij de financiering van
52
ziekenhuizen. Berndsen ging in op hoe ziekenhuizen gefinancierd worden, lopen ziekenhuizen financieel meer risico en wat de trends zijn ten aanzien van kapitaallasten en solvabiliteit.
De presentaties die tijdens de workshop gegeven zijn, zijn op te vragen bij Mirjam Fiege (m.fi
[email protected]) of Linda van Essen (
[email protected]) van FHI. <
signalement augustus 2008
Neem voor meer informatie contact op met Mirjam Fiege van FHI via (033) 465 75 07 of m.fi
[email protected].
signalement augustus 2008
De Kuip
53
“Geduld is een schone zaak” Eerste vrouwelijk bestuurslid geeft haar bestuursstokje door
Na twaalf jaar staat Margreet Schreijer op uit haar bestuurszetel bij de branche Laboratorium Technologie. De eerste vrouw die binnen FHI een bestuursfunctie vervulde, geeft het stokje, dat ze sinds 1996 in handen had, door. “Als je aan statutair aftreden toe bent, realiseer je je pas dat twaalf jaar eigenlijk best lang is.” Maar gelukkig raken we haar binnen FHI niet helemaal kwijt. “Ik blijf zeker nog actief in de tentoonstellingscommissie voor HET Instrument namens de laboratoriumbranche.”
Door Roy Vervoort “In 1996 was ik al actief in de tentoonstellingscommissie toen ik voor het bestuur van Het Instrument gevraagd ben”, begint Schreijer. “De toenmalige directeur Dooper was best sceptisch dat een vrouw tot deze mannenclub werd toegelaten. En het was ook wel even wennen, maar ik heb me vanaf het begin thuis gevoeld bij FHI.” “Er is ook veel veranderd sinds ik bij FHI over de vloer kom”, vervolgt Margreet Schreijer. “Zeker in de eerste jaren is veel aan het bureau overgelaten en was de beurs het belangrijkste project. De participatie van bestuursleden om zelf initiatieven te ontplooien was gering, ondanks de commissies die zich bezighielden met langetermijnprojecten. De huidige federatie pakt steeds meer projecten op, gaat de discussie met de overheid aan om uit subsidiepotten mee te kunnen snoepen en werkt hechter samen met andere bloedgroepen.” “Geduld hebben is ook binnen FHI een schone zaak”, aldus Schreijer. “Als je een bepaalde beslissing voorstaat en je bent
signalement augustus 2008
overtuigd dat deze goed is voor de branche dan moeten we er rekening mee houden dat een andere bloedgroep hier heel anders over denkt. Als een dergelijke beslissing ook nog langs het federatiebestuur moet, kan dit alles vertragend werken.” Magreet Schreijer was in 1996 de eerste vrouw die tot de bestuurskringen van de federatie wist te dringen. Nu Jan Brands haar positie in het bestuur inneemt, is het aantal vrouwen weer gedaald tot nul. “Vrouwen warm krijgen voor bestuursfuncties binnen FHI blijft lastig. Er zijn sowieso weinig vrouwen in leidinggevende functies in deze branche, dus de spoeling is dun. Ik denk ook dat als ze er al zijn, ze niet altijd de tijd naast werk en gezin vrij kunnen maken. Ik ben zelf ook pas begonnen toen mijn kinderen al zelfstandig waren en dat scheelt enorm.” De beurs HET Instrument heeft tijdens de bestuursperiode van Schreijer verschillende ontwikkelingen meegemaakt. “Toch is de beurs nog steeds de belangrijkste horizontale vakbeurs voor laboratoriumtechnologie in Nederland. Natuurlijk wordt internet steeds belangrijker in de informatie-
voorziening, maar meubelboulevards draaien ook nog steeds om dezelfde redenen goed.” “Bezoekers krijgen een keur aan leveranciers en producten gepresenteerd in een handzaam formaat en een prettige entourage”, vervolgt Margreet Schreijer. “Want HET Instrument ziet er, als je het afzet tegen vele andere beurzen in Europa, gelikt uit. En als grote fabrikanten de Nederlandse bedrijven de primeurs van nieuwe apparatuur gaan gunnen op HET, dan neemt het aantal buitenlandse bezoekers ook toe. Maar of dat ooit zal gebeuren …” Gelukkig is het einde van het tijdperk Margreet Schreijer binnen FHI nog niet helemaal ten einde. Voorlopig blijft de laboratoriumvrouw nog lid van de tentoonstellingscommissie voor HET Instrument, zeker ook omdat ze de toekomst van HET Instrument nog steeds positief ziet. “We moeten waken niet te veel te willen veranderen in een succesvol concept. Bezoekers bepalen hoe de beurs eruit moet zien, dus moeten we ons op hen richten.” <
55
aan bod. De standaard is dat medische apparatuur economisch wordt afgeschreven in tien jaar. In de praktijk wordt apparatuur vaak pas na tien tot twintig jaar vervangen. Dit verschilt overigens sterk per ziekenhuis en zelfs per afdeling.
Branche bezorgd over investeringsbeleid ziekenhuizen Vervangingstermijn medische apparatuur onder de loep genomen
Vervangingstermijn Een algemene vervangingstermijn van tien jaar of meer is te lang en past niet bij de huidige ontwikkelingen. Dankzij een aantal belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van medische apparatuur is er nu de mogelijkheid om tussen apparatuur en informatiesystemen elektronisch data uit te wisselen. De komst van remote service en onderhoud, een sterke ontwikkeling op het gebied van alarminstellingen én bewakingsfuncties op apparatuur en een sterke ontwikkeling om bedieningsfouten terug te dringen door vereenvoudigde en intuïtieve bedieningsmogelijkheden maken het ook onverantwoord om oude apparatuur zonder deze functionaliteit niet te vervangen.
In Nederlandse ziekenhuizen is steeds meer en steeds complexere medische apparatuur aanwezig. De FHI-lidbedrijven uit de branche Medische Technologie leveren uiteraard graag deze apparatuur. Maar intussen maken die leveranciers zich in toenemende mate zorgen over het onderhoud aan deze hightech apparatuur die wordt ingezet om mensenlevens te redden. De omvang en complexiteit van de installed base aan equipement nemen toe. Deze toename vereist groei in de omvang van de inzet van onderhoudstechnici en -technologen en hun kennisniveau. Nu blijkt dat die groei stokt, zowel binnen de ziekenhuizen zelf als via het uitbesteden van onderhoudswerk groeit de zorg bij de leveranciers, die al snel de zwarte piet krijgen als zich een calamiteit voordoet. Bekend is dat op niet meer dan circa 25 procent van de nieuw verkochte systemen een onderhoudscontract wordt afgesloten. Dat cijfer versterkt de twijfel of het onderhoud wel voldoende plaatsvindt. Uit een enquête onder de lidbedrijven van FHI blijkt al dat veel fabrikanten en leveranciers zien dat de door hun geleverde apparaten onvoldoende worden onderhouden. Reden voor de branche om in haar Algemene Ledenvergadering afgelopen juni uitgebreid aandacht te besteden aan deze dreiging.
Door Luc Knaven
Gecertificeerd onderhoud
Onderhoudsprotocollen van fabrikanten komen tot stand op basis van grondige product- en materiaalkennis en ervaringen opgedaan uit vele duizenden installaties wereldwijd. Deze protocollen worden mede op basis van Post Market Surveillance, waarbij de industrie actief en passief gebruikservaring verzamelt, verder aangescherpt. De Inspectie Gezondheidszorg hecht sterk aan het proces van Post Market Surveillance.
FHI stelt zich op het standpunt dat er een wettelijke verplichting moet komen die bepaalt dat onderhoud aan medische apparatuur alleen door een daartoe gecertificeerde persoon of organisatie mag plaatsvinden. Daarbij dient het onderhoud plaats te vinden conform de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsintervallen en -specificaties van de medische apparatuur. Externe controle op de onderhoudsrapportages moet erop toezien dat het onderhoud ook daadwerkelijk plaatsvindt.
Voorgesteld is om end of support één jaar van te voren schriftelijk te melden bij het hoofd MID (Medisch Instrumentele Dienst), hoofd ICT, het bestuur of de budgethouder. Eventueel kan bij end of support een gele sticker op het apparaat geplakt worden. Vervanging op best effort basis door middel van tweedehands onderdelen kan alleen in uitzonderlijke situaties en op basis van wederzijdse afspraken. Er moet separaat getekend worden door de verantwoordelijke voor het gebruik van tweedehands onderdelen.
In de praktijk blijkt dat ziekenhuizen veelvuldig afwijken van de onderhoudsprotocollen van de fabrikant en het onderhoud uitvoeren op basis van eigen risicomanagement en inschatting. Ter ondersteuning worden daarbij modellen zoals Model Logic Medical - ASHE 1995 en release 2000 - ECRI en MZH RAS ingezet. In sommige gevallen vindt geen onderhoud plaats of door niet gekwalificeerd personeel.
Tijdens de brancheledenvergadering kwamen tevens de begrippen end of delivery, end of service/support, aan de orde. Over end of delivery wordt gesproken als spareparts zijn nog wel leverbaar zijn maar niet meer worden geproduceerd; end of service/support is de datum waarop onderdelen en service niet meer gegarandeerd worden; er is sprake van afkeur als het apparaat buiten de veiligheidsspecificaties valt.
Bij afgekeurde apparatuur moet een servicerapport worden opgemaakt, dat ondertekend wordt door het hoofd van de afdeling. Het apparaat dient te worden voorzien van een rode sticker. Tevens zal een schriftelijke bevestiging volgen. FHI onderzoekt op dit moment de mogelijkheid om hiervoor speciale branchestickers in te voeren. Ook het onderwerp verouderde apparatuur in ziekenhuizen kwam uitvoerig
56
signalement augustus 2008
Er zijn meer relevante ontwikkelingen te melden. Te denken valt aan de enorme toename van de gevoeligheid en kwaliteit van beelden in de beeldvormende diagnostiek in combinatie met de snellere en betrouwbaardere apparatuur die steeds meer multifunctioneel inzetbaar is. Ook kunnen de voor de patiënt belastende en risicovolle onderzoeken steeds vaker via beeldvormende diagnostiek worden uitgevoerd en is er veel aandacht voor het
terugdringen van stralingsniveaus. Ook zijn de mogelijkheden om te meten aan het lichaam en gegevens te verkrijgen over de toestand van de patiënt aanzienlijk toegenomen en zijn er inmiddels closedloop-systemen beschikbaar waarbij apparatuur zich op basis van meetgegevens aanpast aan de mens in plaats van andersom. Door met verouderde apparatuur door te blijven werken, worden patiënten of niet behandeld of gediagnosticeerd conform verouderde standaard. In sommige gevallen is er zelfs sprake van onnodig hoge kosten vanwege laksheid in investeringen.
Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid en veiligheid van apparatuur neemt af naarmate die apparatuur ouder wordt. Door storingen aan elektronicaverbindingen, -componenten, piekbelastingen of interne vervuiling neemt de kans op defecten of brand bij oude apparatuur toe, net als de kans op lekstroom. Verouderde apparatuur brengt een hoger risico van storingen en defecten met zich mee en kan de veiligheid van patiënten en personeel in gevaar brengen. Apparatuur van voor 1998 is ook niet CE getest en gemarkeerd. Door nieuwe technologieën, zoals GSM, UMTS, C2000 ontstaan extra invloeden van buitenaf. Bij oude apparatuur is nog geen rekening gehouden met de storingsinvloed van dergelijke systemen. Veel oude componenten zijn niet meer te verkrijgen
binnen de elektronica-industrie en zelfs internationaal verdampt de technische ondersteuning. Vaak blijkt er kunst- en vliegwerk nodig om oude apparaten in bedrijf te houden met tweedehands onderdelen. Dit alles draagt niet bij aan betrouwbaarheid en veiligheid. Het verschil in bediening en functionaliteit tussen een hedendaags en een ruim tien jaar oud medisch apparaat is groot. Bedieners en gebruikers die niet zijn meegegaan in de ontwikkeling moeten vaak een grote technologiesprong maken. Ziekenhuizen moeten af van de boekhoudernorm en toe naar een realistische norm voor regelmatige vervanging van medische apparatuur. De adviesrichtlijn vanuit FHI voor vervanging van medische apparatuur is zeven jaar, bij normaal gebruik en het juiste onderhoud. Afwijking van de norm naar boven of beneden kan, mits sprake is van een goede onderbouwing, bijvoorbeeld vanwege het type, het toepassingsgebied, of upgrade en refurb. FHI stelt zich op het standpunt dat medische apparatuur ouder dan tien jaar onwenselijk is. Neem voor meer informatie contact op met Luc Knaven van FHI via (033) 465 75 07 of
[email protected]. <
INNOVATIE EN SUBSIDIES Nederland kent vele subsidieregelingen die interessant zijn voor bedrijven die zich bewegen in de werelden van de medische en laboratoriumtechnologie. Vaak zien bedrijven door de hoeveelheid aan mogelijkheden door de bomen het bos niet meer. Om deze reden organiseren de FHI-branches Medische Technologie en Laboratorium Technologie op 9 september aanstaande een workshop over de vele subsidieregelingen die Nederland kent.
signalement augustus 2008
Tijdens deze workshop staat de interactie tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en presentatoren van innovatieve ideeën, onderzoeken, cluster- en samenwerkingsmogelijkheden centraal. Maar niet alleen de mogelijkheden zullen de revue passeren, ook kunnen deelnemers tijdens de workshop toetsen of er draagvlak bestaat voor het gezamenlijk aanvragen van Innovatievouchers of (pre-)InnovatiePrestatieContracten (IPC) aanvragen.
Onder leiding van onder meer Louis Ouwerkerk van subsidieadviesbureau Raad & Daad worden regelingen als WBSO (Afdrachtvermindering Speur- en Ontwikkelingswerk), Innovatievouchers, IPC en regionale subsidies (Pieken in de Delta en EFRO) besproken. Opgeven voor deze workshop kan via Linda van Essen, telefoon (033) 465 10 63 of per e-mail
[email protected]. <
57
Controle op recepten
Medische apparatuur dringt awareness tijdens narcose sterk terug
Zorgverzekeraars gaan voorts verschillend om met de controle en beoordeling van de recepten. Wat verzekeraar X om administratieve reden afkeurt, ziet verzekeraar Y wel als voldoende. Dit draagt niet bij tot eenduidigheid. Beoordeling en controle is niet bij uitstek een concurrentieel onderwerp. Eenduidig beleid is in het belang van de hele keten. Om die reden heeft FHI bij Zorgverzekeraars Nederland het verzoek neergelegd om ten aanzien van receptcontrole te komen tot eenduidig handelen bij zorgverzekeraars.
Het belang van een correct uitgeschreven recepten wordt door voorschrijvers niet altijd zo ervaren. Om die reden heeft FHI besloten om vanuit de brancheorganisatie de voorschrijvers in Nederland persoonlijk aan te schrijven en het belang van correct ingevulde recepten te onderstrepen. Tevens dringt FHI er bij haar leden op aan de interne controlesystemen door te lichten en zonodig het beleid aan te scherpen. Neem voor meer informatie contact op met Luc Knaven van FHI via (033) 465 10 63 of via
[email protected]. <
FHI en stichting 3D gaan samenwerking aan
Door Roy Vervoort Recent is er in de media bericht over patiënten die onbedoeld ontwaken tijdens narcose, ook wel awareness genoemd. Niet goed functionerende medische apparatuur zou hiervan de oorzaak zijn. FHI neemt afstand van het ontstane beeld. Medische apparatuur is niet de oorzaak van het ontwaken van patiënten tijdens narcose. Door medische apparatuur op de juiste wijze in te zetten kan de incidentie van awareness juist worden teruggedrongen.
58
Awareness kan onder meer ontstaan door foutieve berekening van de dosis anestheticum, foutieve instelling van de apparatuur of onderbreking van de toediening van anestheticum. Ook bijvoorbeeld drugs en alcoholgebruik door de patiënt en individuele fysieke én fysiologische eigenschappen van de patiënt kunnen van invloed zijn op de kans dat awareness optreedt. Een anesthesist heeft de beschikking over meerdere signalen en parameters die een indicatie kunnen geven over pijnverdoving en het bewustzijnsniveau van de patiënt tijdens de narcose. Enkele hiervan zijn tranen in de ogen, pupilreacties, reactie op pijn door veranderingen in hartslag, bloeddruk, ademhalingsfrequentie, saturatiemeting, in- en expiratoire gasdampmeting en het routinematig meten van EEG/hersenactiviteit.
Bij meting van de EEG/hersenactiviteit registreert medische apparatuur de elektrische activiteit van de frontale hersendelen en geeft deze na berekening weer als getal. Hiermee wordt met name het effect van de diverse (be)handelingen en middelen op het bewustzijnsniveau van de patiënt gemeten. Deze methode werkt aanvullend op de overige beschikbare informatie. Op basis van het totaal aan beschikbare parameters en signalen kan de anesthesist vervolgens zijn behandeling zo goed en veilig mogelijk bepalen en uitvoeren. In een recente studie in het New England Journal of Medicine (NEJM) zijn de parameters voor gasdampmeting en meting van EEG/hersenactiviteit met elkaar vergeleken in een hoog risico patiëntengroep. Beide technieken scoorden nagenoeg gelijk en bleken een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen van de kans op awareness. Met de huidig beschikbare technologieën is er nog geen onfeilbare methode voor het voorspellen van awareness beschikbaar. De verschillende methoden vullen elkaar echter wel aan. Door de combinatie van verschillende technieken en metingen toe te passen kan de kans op awareness aanzienlijk worden beperkt. <
signalement augustus 2008
Medisch technologische kennis van Nederlandse universiteiten beschikbaar voor bedrijven
��� �����
����
���
De FHI-branche Medische Technologie en de stichting 3D, Dutch Discoveries Disclosed, gaan samen nieuwe technologische kennis beschikbaar stellen aan lidbedrijven van FHI. Stichting 3D is in 2005 speciaal opgezet door de gezamenlijke Nederlandse universiteiten, universitaire medische centra en kennisinstituten om ‘valorisatie’ te bevorderen. Dat wil zeggen te zorgen dat de met overheidsgeld ontwikkelde kennis ten goede komt aan de maatschappij in het algemeen en gebruikt wordt door bedrijven die daar producten mee ontwikkelen in het bijzonder.
De stichting 3D heeft een database ingericht als virtuele marktplaats die de industrie en wetenschap in staat stelt elkaar te vinden en samenwerking op te zetten rond nieuwe vindingen en technologie. Ook jonge spin-off bedrijven wordt via deze weg de mogelijkheid geboden de juiste partners te vinden om een grote stap voorwaarts te maken. Om deze kennis beter toegankelijk te maken voor medische bedrijven gaan 3D en FHI samenwerken. Voor medisch technologische bedrijven biedt de database enkele bijzondere voordelen. Middels het aanmaken van een profiel worden zij op de hoogte gehouden van de nieuwste ontwikkelingen in hun specifieke
signalement augustus 2008
vakgebied. Voorbeelden hiervan zijn medische beeldvorming en patiënt monitoring, beiden gebieden waar Nederlandse universiteiten en bedrijven elkaar veel te bieden hebben. Ook andere gebieden waaronder implantaten, medische hulpmiddelen en chirurgische instrumenten bieden veel mogelijkheden om samen technologie verder te ontwikkelen. Doordat bedrijven ook specifieke verzoeken om technologie of kennis bij universiteiten kunnen neerleggen, wordt een optimale wisselwerking bewerkstelligd. De afgelopen periode zijn meer dan honderd vindingen en leads aangeboden via het 3D-systeem. Hieruit zijn ondermeer
veelbelovende contacten tussen Genzyme en het Leids Universitair Medisch Centrum voortgekomen. Tot nu toe heeft het 3D systeem 64 nieuwe initiële contacten tussen bedrijven en kennisinstellingen tot stand gebracht. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Luc Knaven van FHI via (033) 465 10 63 of
[email protected]. Meer informatie is ook te vinden op www. dutchdiscoveries.com. <
59
Zorgtotaal 2009 Zorgtotaal is in Nederland de grootste vakbeurs voor professionals werkzaam in de zorg. Zorgtotaal 2009 vindt plaats van 18 tot en met 20 maart 2009 in de Jaarbeurs Utrecht. Het is met een compleet aanbod van producten en diensten hét platform voor de intramurale- en de thuiszorg. De beurs wordt bezocht door inkopers, facilitair managers, directie, algemeen management en bestuur, verpleegkundigen, fysio- en ergotherapeuten, facilitair medewerkers, unithoofden en medisch managers, adviseurs en consultants én medisch specialisten en artsen. Ook tijdens de editie in 2009 zal FHI’s branche Medische Technologie een aantal activiteiten opzetten en ontplooien. Binnen
de branche wordt gedacht aan het uitlichten van een serie innovatieve onderwerpen als micro- en nanotechnologie binnen de zorg, klinische ICT, telemedicine én medische apparatuur in de thuissituatie en beeldvorming. Op dit moment zijn gesprekken gaande met de koepelorganisatie Coördinatie Instrumentatie Beheer Ziekenhuis (CIBZ) van de Vereniging van Ziekenhuizen Instrumentatietechnici (VZI), de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF), de Werkgroep Instrumentatie Beheer Academische Ziekenhuizen (WIBAZ) en de Nederlandse Vereniging voor Technisch facilitair management in de Gezondheidszorg (NVTG) over het gezamenlijk organiseren van een congresprogramma. Tijdens Zorgtotaal zal tevens de Innovatieprijs Zorgtotaal worden
uitgereikt. De Innovatieprijs is een krachtig instrument om innovaties te stimuleren en een bredere bekendheid te geven. Daarnaast geeft deze prijs speciale waardering voor het innovatieve werk. Inmiddels zijn de uitnodigingen voor deelname aan de leden verstuurd. Voor de specifiek uit te lichten onderdelen zal de FHI-branche Medische Technologie medio september een aantal eerste deelnemersbijeenkomsten organiseren. Neem voor meer informatie over Zorgtotaal 2009 contact op met Linda van Essen, telefoon (033) 465 10 63 of per e-mail
[email protected]. <
Wat vinden patiënten belangrijk De Consumer Quality Index (CQ-index) is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. De systematiek is ontwikkeld door het NIVEL, in samenwerking met de afdeling Sociale Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, met financiering door Agis, de Stichting Miletus (een samenwerkingsverband van verzekeraars) en ZonMw. De CQ-index brengt op gestandaardiseerde wijze de kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief in kaart. Op dit moment gaat het binnen de CQ-index vooral om schriftelijke vragenlijsten die de concrete ervaringen van patiënten met de zorg meten. Vragenlijsten kunnen gaan over de zorg die verleend wordt door beroepsbeoefenaren zoals huisartsen en fysiotherapeuten of instellingen zoals ziekenhuizen of verpleeghuizen. Er zijn ook vragenlijsten die betrekking hebben op de zorg rond bepaalde aandoeningen zoals diabetes of reuma. De vragenlijsten
60
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
geven inzicht in twee zaken: wat patiënten belangrijk vinden én wat hun ervaringen zijn met de zorg.
keurmerk. Het keurmerk geeft aan dat de gepresenteerde klantervaringen betrouwbaar, valide, relevant en vergelijkbaar gemeten zijn.
Keurmerk
Op dit moment onderzoeken de FHI-clusters Medisch Facilitaire Bedrijven Thuiszorg (MFBT) en Diabetes, Incontentie, Stoma (DIS) in hoeverre aangehaakt kan worden op de CQindex.
Resultaten van metingen die door een geaccrediteerde meetorganisatie zijn uitgevoerd met een meetinstrument uit de CQ-index en volgens de richtlijnen beschreven in de CQ-index handleidingen, komen in aanmerking voor het keurmerk. Openbare publicatie van de resultaten is een voorwaarde voor het verkrijgen van het
Neem voor meer informatie contact op met Luc Knaven van FHI via (033) 465 10 63 of via
[email protected]. <
61
■ INFORMATIE
Instrumentengids 2008 – 2010 Voor u gelezen:
Ter gelegenheid van de beurs HET Instrument is weer een nieuwe, geüpdate versie van de beroemde Instrumentengids uitgegeven. In de Instrumentengids 2008 – 2010 , de bekende en veelgevraagde productcatalogus, worden de exposanten opgenomen en zij krijgen tevens de gelegenheid hun complete leveringsprogramma op te laten nemen in de webdatabase www.instrumentengids.nl.
De Signalement-redactie binnen FHI komt regelmatig boeken tegen die interessant kunnen zijn voor leden/lezers. In deze rubriek worden deze uitgaven onder de aandacht van de lezer gebracht. Deze selectie biedt een aantal titels die voor de Signalement-lezer interessant is en nuttige en soms ook praktische informatie bevat. Is u onlangs nog een boek opgevallen waarvan u van mening bent dat het aandacht verdient in FHI’s branchemagazine Signalement? Stuur een e-mail naar
[email protected].
nologie te doorgronden. Niet op een droge, wetenschappelijke manier, maar op een voor iedereen toegankelijke wijze. Het boek geeft de leek alles in handen dat nodig is om de basis van nanotechnologie te begrijpen, te ontdekken wat nanotechnologie vandaag de dag betekent en morgen zal gaan betekenen.
Internet overleven Van flowerpower tot second life
Meer weten over nanotechnologie? Het boek is via www.amazon.com te bestellen en kost $ 24,99. <
De technologische ontwikkelingen buitelen de laatste decennia over elkaar heen. Nieuwe toepassingen gaan gepaard met steeds uitgebreidere gebruiksmogelijkheden voor steeds meer mensen. Ons leven is ingrijpend veranderd door al deze ontwikkelingen; de revolutionaire jaren zestig hebben plaatsgemaakt voor een wereld waarin de keuzemogelijkheden haast onbeperkt zijn en het individu (de consument) het voor het zeggen heeft. Maar wat impliceert dat precies voor ons gedrag en voor ons welzijn? Zijn we wel zo gelukkig met al die vrijheid en weten we ons er wel raad mee?
In het boek ‘Nanotechnology for dummies’ krijgt de lezer de kans het begrip nanotech-
Loopbanen in de bètatechniek 2007 De titel zegt al genoeg: in dit rapport wordt gekeken naar de loopbanen van bètatechnici. De focus van de onderzoekers ligt daarbij in de eerste plaats op verschillen in salaris- en loopbaanontwikkeling tussen bètatechnici en ander hoger opgeleiden, in Er is een duidelijk verschil in loopbaanontwikkeling tussen bètatechnici met een hbo-opleiding en die met een woopleiding. Hbo-technici komen na afstuderen relatief vaak in functies terecht
62
het bijzonder medici, economen en juristen. Vervolgens zoomen ze in op de verschillen tussen bètatechnici onderling en komen het salaris, de loopbaanontwikkeling, werktevredenheid en scholingsparticipatie aan bod.
die wat betreft niveau en richting goed aansluiten bij de gevolgde opleiding en verdienen bovendien meer dan een recent afgestudeerde econoom. Ook gekeken naar alle werkende hbo’ers, scoren hbo-technici relatief gunstig. Voor bètatechnici met een wo-opleiding lijkt de situatie minder gunstig, ook al werken zij vlak na hun afstuderen vaker dan gemiddeld in een baan die goed aansluit qua niveau en
Instrumentengids 2008 – 2010 kost € 18,en is per e-mail (
[email protected]) te bestellen. <
Dit geweldig handzame naslagwerk is een must voor iedere technoloog die regelmatig op zoek is naar state of the art meet-, test-, automatiserings- en laboratoriumapparatuur. De informatie van de ‘papieren’ gids wordt één op één opgenomen in de veel geraadpleegde elektronische versie, www.instrumentengids.nl. Dit medium heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een in de technologiebranches veel geraadpleegde zoekcatalogus en online
Nanotechnology for dummies Lees de wetenschappelijke tijdschriften van de laatste tijd er maar op na: het woord ‘nano’ komt er net zo vaak in voor als het woord ‘calorie’ in een boek over diëten. Op zoek naar de laatste trends als het gaat om investeren? Iets dat nanotechnologie genoemd wordt, schijnt op een dag ons leven revolutionair te veranderen! Maar wat is het nu eigenlijk, nanotechnologie?
instrument om offertes aan te vragen voor de levering van producten en diensten.
richting. Hun startsalarissen liggen lager dan gemiddeld, ook al wordt gecorrigeerd dat wo-technici vaak instromen in relatief laag betaalde promotieplaatsen. En deze loonachterstand ten opzicht van wo-collega’s blijft hun gehele loopbaan bestaan. Wilt u het gehele boekje zelf lezen? Vraag het boekje per e-mail aan via
[email protected]. <
signalement augustus 2008
vast, vroeger en zeker nu. ‘Internet overleven’ laat zien waar we vandaan komen, waar we ons nu bevinden – en waar we naar toe gaan. Als u dit boek gelezen hebt, bent u weer helemaal bij en begrijpt u waar uw kinderen mee bezig zijn! Het boek ‘Internet overleven’, ISBN-13: 9789043015370, is onder andere te bestellen via www.managementboek.nl voor € 19,95. <
Cor Molenaar bespreekt in dit boek de meest recente maatschappelijke trends op een persoonlijke en toegankelijke manier en plaatst ze in een breed perspectief. Hij toont aan dat mensen routine en structuur nodig hebben in het leven, dat geeft hou-
signalement augustus 2008
63
■ INFORMATIE
Personalia
AGENDA
André Boer
Kijk voor de meest actuele stand van zaken op http://www.fhi.nl/activiteiten September 2008 Workshop subsidieregelingen 9 september Oktober 2008 FHI-HRM Actualiteitenseminar 8 oktober 2008
Nationale PROFIBUS & PROFINET dag 20 november 2008
Electronics & Automation 2009 27 t/m 29 mei 2009
Federatiecongres 27 november 2008
Juni 2009 Industrial Software Conference 11 juni 2009
IT Room Infra 28 oktober 2008
December 2008 Productie Proces Automatiseringsdag (PPA-dag) 4 december 2008
PLOT Conferentie: Testing in progress 29 oktober 2008
LT-directeurendiner December 2008
LabAnalyse 2008 30 oktober 2008
Maart 2009 Flow & Control show 17 & 18 maart 2009
November 2008 High Tech Equipment 5 november 2008 Netherlands MicroNanoConference 17 t/m 19 november 2008
Veldbussen en Industrieel Ethernet 26 maart 2009
Oktober 2009 Automation in Pharmaceutical Industry 8 oktober 2009 November 2009 Inline Analyse 5 november 2009 December 2009 Productie Proces Automatiseringsdag (PPA-dag) 3 december 2009 <
Mei 2009 Food Automation Show 14 mei 2009
In de jubileumuitgave van Signalement, in 2006, werd Harry geportretteerd als ‘vriendelijk en zachtmoedig’. Hij zette zichzelf toen neer met “ach, ik souffleerde maar
64
André Boer van Krohne Nederland is door de ledenvergadering van de Nederlandse brancheorganisatie Industriële Automatisering gekozen en benoemd als nieuw bestuurslid.
Prof. dr. Theo Rasing, heeft de Spinozaprijs gekregen voor zijn, volgens het juryrapport, “doorbraken op het gebied van de magneto-optica, met name voor zijn werk om met licht magneetjes te manipuleren”. Rasing is als hoogleraar verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en namens deze instelling lid van MinacNed.
prof. dr. Willem de Vos
Jan Brands
De ledenvergadering van de Nederlandse brancheorganisatie Laboratorium Technologie heeft Jan Brands gekozen en benoemd als nieuw bestuurslid.
Gabriëlle Donné – Op den Kelder
Per 1 september 2008 treedt dr. Gabrielle Donné – Op den Kelder aan als nieuwe directeur van de KNCV, de beroepsvereniging voor de chemie & life sciences. Zij volgt daarmee dr. ir. Iwan Thonus op die wegens pensionering zijn functie neerlegt.
Karien van Gennip
Kees Smaling Ook microbioloog prof. dr. Willem de Vos heeft de Spinozaprijs ontvangen. De microbioloog, verbonden als hoogleraar aan de Wageningen Universiteit én deeltijd in Helsinki, kreeg de prijs voor zijn onderzoek naar de darmorganismen in de mens.
Bij het overlijden van Harry Jalink We hebben Harry al gemist tijdens HET Instrument 2008. Na een slopende ziekte overleed de man die vele, vele jaren ‘het gezicht op de achtergrond’ was voor de exposanten op de beurzen van FHI: Harry Jalink. Aanvankelijk kenden we hem als ‘meneer Jalink ‘ van de Jaarbeurs, maar na zijn pensionering in 1994 als Harry. Op freelancerbasis was hij de doorgewinterde oude rot, de door niemand gek te maken steun en toeverlaat voor wisselende medewerkers van FHI.
prof. dr. Theo Rasing
een beetje”. Wie hem meemaakte op de beursvloer kende zijn kwaliteiten, daar waar hij in zijn element was: inderdaad altijd vriendelijk, nooit hard pratend, maar beslist en overtuigend als geen ander. Onredelijkheid van overspannen standhouders verdampte bij hem waar je bij stond.
Op 8 september 2008 ruilt CDA-Kamerlid Karien van Gennip haar zetel in voor de functie van directeur Europese en Internationale Zaken bij ING.
Rob de Vroet
Ronald Kortenhorst
Roel Kramer
Roel Kramer is sinds 1 juli 2008 de nieuwe voorzitter en ambassadeur van Point-One en neemt in deze hoedanigheid het stokje over van Arthur van der Poel. Kramer was de eerste voorzitter van ITEA, vice-voorzitter van MEDEA en voorzitter van Eureka. Van 1990 tot 2003 vervulde Kramer de functie van chief technology officer binnen verschillende divisies bij Philips.
Harry’s vrouw Gerdy was een beetje deel van de FHI-familie. Zij zal hem het meeste missen. Zoon Cas werkt bij de FHI’s huisstandbouwer Arti’70 en verving in de afgelopen meimaand tijdens HET instrument zijn vader met verve. Maar toch missen we Harry en velen zullen hem in dierbare herinnering houden. <
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
In het bestuur van de Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie zijn twee nieuwe leden gekozen en benoemd door de ledenvergadering. Het gaat om Kees Smaling van Siemens Medical Solutions en Rob de Vroet van Medtronic Trading.
CDA-Kamerlid Ronald Kortenhorst verlaat het Binnenhof en begint zijn eigen luchtvaartbedrijf. Onder de naam Skytax gaat de onderneming van Kortenhorst zich richten op zakenlieden. <
65
■ INFORMATIE
Overzicht internationale beurzen en congressen M+R 2008 Brussel www.m-r.be Brussel (België) 2 oktober 2008
Pittcon www.pittcon.org Chicago (Verenigde Staten) 8 t/m 13 maart 2009
Biotechnica www.biotechnica.de Hannover (Duitsland) 7 t/m 9 oktober 2008
Laborama www.laborama.be Brussel (België) maart 2009
IPA 2008 (www.ipa-web.com) Paris-Nord Villepinte (Frankrijk) 17 t/m 20 november 2008
Achema 2009 www.achema.de Frankfurt am Main (Duitsland) 11 t/m 15 mei 2009
Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 19 t/m 22 november 2008
Analytica www.analytica.de München (Duitsland) 23 t/m 26 maart 2010 <
ARABLAB www.arablab.com Dubai Januari 2009
Vanuit de ledenkring Industriële Automatisering Michell Instruments Benelux is verhuisd naar Burgemeester van Campenhoutstraat 61, 4921 KR MADE; telefoonnummer: (0162) 68 04 71, faxnummer: (0162) 43 75 66, e-mail:
[email protected] en website: www.michell.com
De firma Dupa Veiligheidstechniek B.V. is per 1 juli 2008 verhuisd naar NieuwVennep. De nieuwe adresgegevens zijn: Lireweg 26-28, 2153 PH NIEUW-VENNEP.
Nieuwe leden
Onderstaand bedrijf heeft onlangs het lidmaatschap aangevraagd van de branche waaronder zij vermeld staat. Bezwaar tegen een bepaalde aanvraag kan schriftelijk worden ingediend bij het FHI-bureau. Behoudens eventueel bezwaar en goedkeuring door het betreffende branchebestuur zal de firma binnenkort ingeschreven worden in het ledenregister.
Branche Industriële Elektronica
Branche Industriële Automatisering
Centric Tsolve B.V. Jan Tinbergenstraat 138 7559 SP HENGELO Lidnummer: 1545
Equinoxia Industrial Automation Bloemendaal 2 4614 CV BERGEN OP ZOOM Lidnummer: 1548
Electro-Watt Postbus 122 1200 AC HILVERSUM Lidnummer: 1549
Flowserve Flow Control Ambachtsstraat 15 3176 PR POORTUGAAL Lidnummer: 1552
HARTECH meet- & testapparatuur bv Bonte Kraaiweg 16 1521 RD WORMERVEER Lidnummer: 1529
Grow Technology B.V. Duikerweg 7a 5145 NV WAALWIJK Lidnrummer: 1541
KWx BV Postbus 1560 3260 BB OUD-BEIJERLAND Lidnummer: 1542
Branche Laboratorium Technologie
MAX Strategy by design Javastraat 6 3016 CE ROTTERDAM Lidnummer: 1544
Het telefoon- en faxnummer zijn respectievelijk (0252) 62 15 77 en (0252) 68 09 99. Internet- en e-mailadres zijn ongewijzigd gebleven. <
Laboratorium Technologie
Nanosens Berkelkade 11 7201 JE ZUTPHEN Lidnummer: 1546
Spectra-Physics Lasers BV heeft een naamswijziging ondergaan en is verhuisd. De nieuwe naam is Newport SpectraPhysics Lasers BV en het nieuwe adres is Koekhoven 12, B-2310 RIJKEVORSEL, België; telefoonnummer: +32 (0) 334 84 34 57, website: www.newport.com
Aanvraag lidmaatschap
TOP-Electronics B.V. Postbus 59 2920 AB KRIMPEN A/D IJSSEL Lidnummer: 1550
A.D. Jansen Zwolle B.V. Postbus 40218 8004 DE ZWOLLE Lidnummer: 1551 Bio-Connect B.V. Begonialaan 3a 6851 TE HUISSEN Lidnummer: 1547 Elscolab N.V. Hogenakkerhoekstraat 14 B-9150 KRUIBEKE – BELGIE Lidnummer: 1540
Branche Medische Technologie Invacare B.V. Postbus 123 6710 BC EDE Lidnummer: 1543 <
66
signalement augustus 2008
signalement augustus 2008
Branche Industriële Elektronica Vaultex B.V. (Veghel) De firma ontwikkelt turn-key computerruimtes en datacentres. <
COLOFON Redactie Bureau FHI Kees Groeneveld Roy Vervoort André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 366 3830 AK LEUSDEN Telefoon: (033) 465 75 07 Fax: (033) 461 66 38 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Advertentie verkoop Niek van Twillert, MUNTZ Telefoon: (033) 450 20 20 Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
67