Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT
JTAG: ZO VANZELFSPREKEND ALS GELD UIT DE MUUR
1 14e jaargang maart 2006
BOUNDARY-SCAN TECHNOLOGIE GROEIT MET DE MARKT MEE • LAB EN ELEKTRONICA ZOEKEN ELKAAR OP • IT SECURITY, RAMPMANAGEMENT OF RISICOPREVENTIE
■ INHOUD
Rubrieken Arbeidsmarkt en regelgeving 8 Faillissement komt nooit onverwacht Mkb en grootbedrijf: kunnen die samen door één deur? ■ En meer... ■ ■
Conjunctuur
(redactioneel)
Stoom onder een goed gesternte
16
Producentenvertrouwen vrijwel onveranderd ■ Meer investeringen in 2005 ■ En meer... ■
Federatief
19
Het jaar 2006 stoomt. Er is veel gaande. Opeens is er optimisme over de economie. We zien het terug in een groei van de inschrijvingen voor onze eigen beurs HET Instrument, voor het eerst sinds jaren. Aan alle kanten zijn bedrijven op zoek naar innovaties. En gelukkig ook vaak naar technologische innovaties.
Aanpassen als managementkunst ■ Water for African Cities ■ En meer... ■
Industriële Elektronica
34
Massa-meeting rond elektronicaketen ■ Synergie tussen de branches: lab en elektronica zoeken elkaar op ■ En meer... ■
Development Club ■
39
Xs2HiTek
Industriële Automatisering
40
IT Security in de industrie, rampmanagement of risicopreventie ■ Dag High Tech Equipment Engineering in Evoluon ■ En meer... ■
PROFIBUS
JTAG: zo vanzelfsprekend als geld uit de muur
54
4
Europees aanbestedingsbeleid
In verschillende hoeken binnen FHI zijn we druk met projecten waar de overheid, EZ, geld in wil steken. Er vinden allerlei workshops plaats en nieuwe initiatieven komen van de grond. Als dat maar goed gaat…
Er bestaat al lange tijd onduidelijkheid over de vraag of de zorgsector al dan niet onder het Europese aanbestedingsbeleid valt.
De elektronicabranche ziet overal brood in. Zelfs ingrijpende milieuregelgeving rond gevaarlijke stoffen in producten, RoHS, wordt al heel snel gezien als een kans in plaats van bedreiging! Het DevLab komt op stoom. Het sleurt FHI langzamerhand mee in grotere, internationale initiatieven. Het MicroNano-cluster MinacNed heeft nu ook twee trajecten lopen: de roadmap voor Food & Nutrition en een kennispositie benchmarking.
JTAG Technologies in Eindhoven is vandaag de dag wereldleider op het gebied van IEEE 1149.1-toepassingen.
In Industriële Automatisering gaan we tegelijk een paradigmashift entameren bij procestechnologen en innovatie gebruiken als argument om toch nog weer een nieuwe slag te maken in efficiency bij de klant via nieuwe IT-koppelingen tussen boardroom en productie.
46
PROFIBUS Waterdag 2006 ■ Vertrouwen in Veldbustechnologie definitief ■
Weeginstrumenten
47
Weeginstrumenten en wetgeving ■ Agenda ■
Laboratorium Technologie
48
Eindrapportage strategieproject laboratoriumtechnologie in de maak ■ En meer... ■
Medische technologie
51
Nieuw evenement: Zorgtotaal 2007 ■ DBC-informatiebijeenkosmst ■ En meer... ■
Informatie
56
Voor de laboratoriumbranche openen zich nieuwe perspectieven door verbindingen met elektronica en nano-ontwikkelingen, richting diagnostiek en echt hoogwaardige apparatuur voor fundamenteel onderzoek.
32
21
HET Instrument 2006
Water for African cities Schenkingen in het kader van het FHI-jubileum komen ten goede aan een project van UNESCO-IHE.
HET Instrument 2006 in CineMec Ede, waarvoor velen een feestelijke strik en een zakje haarglitter ontvingen, heeft talloze complimenten opgeleverd. Niet geweest? Dan heeft u wat gemist.
Medische Technologie mag al helemaal niet mopperen over aandacht, in de media en in de markt. Iedereen is bezig met zorg en gezondheid. Iedereen is bezorgd dat er te weinig geld voor is. Dat kan nooit slecht zijn voor de markt. Dan moet hinderlijk overdreven regelgeving bij openbaar aanbesteden aan te passen zijn. Als FHI vieren we dezer dagen ons vijftigjarig bestaan onder een goed gesternte. We hebben een nieuwe, stevige federatievoorzitter. De organisatie staat als een huis dankzij zijn voorganger. Stap voor stap wordt het fundament steviger. De lidbedrijven hebben er baat bij en tegelijk ook onze maatschappij en economie. Als we het ons kunnen veroorloven, laat Afrika dan maar meeprofiteren, liefst in perspectief van mondiale vooruitgang richting 2056, het jaar dat we ons eeuwfeest vieren. Kees Groeneveld
2
signalement maart 2006
signalement maart 2006
3
■ INTERVIEW MET PETER VAN DEN EIJNDEN
JTAG Technologies in Eindhoven is vandaag de dag wereldleider op het gebied van IEEE 1149.1toepassingen. Zonder deze ‘boundary-scan’ standaard is het testen van complexe elektronica zo goed als onmogelijk. Mét de boundary-scan-applicaties van JTAG Technologies is ook de meest complexe elektronica toegankelijk en wordt het onmogelijke mogelijk: vergelijk het maar met het behangen van alle vertrekken in een huis... dóór de brievenbus in de voordeur.
JTAG zet wereldwijd de standaard Boundary-scan technologie groeit met de markt mee In het Eindhovense JTAG Technologies-pand aan de Boschdijk praten we met Peter van den Eijnden, zo op het oog een opgeruimde natuur met een ongedwongen, optimistische ‘we hebben er zin in’ mentaliteit, directeur en een van de drie oprichters van JTAG Technologies. “JTAG Technologies begon met een management buy out”, vertelt hij. “We waren met z’n drieën; inmiddels zijn er twee met pensioen. Bij Philips waren we rond 1990 bezig met het ontwikkelen van een logic analyzer en om die goed te kunnen testen, ontwikkelden we parallel daaraan boundaryscan hardware en software. In die tijd was dat juist een standaard geworden voor het testen van elektronica, een beetje uit nood geboren omdat het structureel testen van elektronicaboarden – traditioneel met behulp van naaldenbedden – de grenzen van zijn mogelijkheden naderde. Door het steeds kleiner worden van componenten, de komst van SMD-technologie en het alsmaar toenemende aantal aansluitingen van een chip, werd structureel testen steeds problematischer. Ook functioneel testen bood geen goed alternatief door de onbekende foutendekking en de complexe diagnose. Al snel bleek hoeveel profijt we van boundary-scan-testen hadden bij de ontwikkeling en productie van onze logic analyseer. En omdat we in de T&M markt actief waren lag de conclusie om deze boundary-scan tools als nieuwe
4
(Peter van den Eijnden, JTAG)
signalement maart 2006
productlijn te introduceren voor de hand. En zo kwam van het een het ander.” “Zo’n naaldenbed voldoet zolang je fysiek toegang hebt tot alle pinnen en sporen op het board. Al in de jaren tachtig zag de industrie aankomen dat er een alternatief nodig was. Binnen Philips research is daarvoor een oplossing ontwikkeld, het testen met behulp van boundary-scan. De werkgroep Joined Test Action Group waarin een aantal internationale bedrijven vertegenwoordigd waren heeft er vervolgens aan gewerkt om deze methode te standaardiseren – want alleen dan zou boundary-scan levensvatbaar kunnen zijn. In 1990 werd de methode onder de code 1149.1 bekrachtigd door de IEEE. Chipsfabrikanten begonnen daarop hun devices aan te passen en vervolgens moesten er natuurlijk tools komen, en software. Zo groeide de methode – en wij groeiden mee.”
U maakte zich vervolgens los door een management buy out. Had Philips zelf geen oog voor het potentieel van de methode? “Het was de tijd van Centurion en alles wat niet onmiddellijk met de core business in verband stond, werd afgestoten. De test- en meetapparatuurtak van Philips ging bijna in zijn geheel naar Fluke. Alleen paste boundaryscan daar weer niet in het strategisch plaatje. Toen hebben wij gezegd: we nemen de stap en beginnen voor onszelf. Vanuit Philips is een aantal werknemers meegegaan; in het
begin waren we met elf man. We hebben van meet af aan wereldwijd geopereerd, in het buitenland maakten we gebruik van onafhankelijke partijen die ons vertegenwoordigden. Ondertussen hebben we wereldwijd werknemers. In Europa zijn er verkoopkantoren in verschillende landen, verder hebben we in de VS een vestiging en ook een in China.” “De boundary-scan-technologie heeft zich niet anders ontwikkeld dan andere nieuwe technologiën. In het begin heb je de technologieenthousiastelingen, vaak specialisten, die er gewoon mee aan de gang willen. En later, als de markt meer ontwikkeld is, volgen de generalisten, de mensen die de technologie wel willen toepassen maar daarvoor tools zoeken die gemakkelijk te gebruiken zijn omdat ze voor hun andere werkzaamheden nog zoveel andere tools ook moeten kennen. Boundary-scan is inmiddels bijna zo vanzelfsprekend als geld uit de muur en mobiele telefonie... verschuiving van het denkkader (paradigm shift) noem je dat. En wij zijn met die markt meegegroeid. Elektronicabedrijven zijn onze klanten, de technologie is ingebouwd in hun printed circuit boards. Om die te kunnen testen, moeten we interfacen met die boards – daartoe moeten we de specificaties, de ‘netlist-informatie’ ervan kunnen inlezen. Die is er in 1001 formaten... En zo zijn er talloze andere aspecten, omgevingsfactoren die bepalen welke kant het uitgaat met onze producten.
5
■ INTERVIEW MET PETER VAN DEN EIJNDEN
Je kunt als fabrikant wel mikken op de behoefte aan een stand-alone apparaat, maar dan zijn er juist weer anderen die hun tests in een netwerk willen uitvoeren: dezelfde functionaliteit, alleen een andere vormfactor. Zo hadden we vroeger VXI, een extensie op de VME-bus. Nog niet zolang geleden kwam daar PXI voor in de plaats, een extensie op de PCI-bus. Daar moet je je aanpassen aan hetgeen de klant vraagt. Daarnaast hebben we ook PC plug-in kaarten als ook units die via Ethernet, USB, en Firewire aangestuurd worden. Het is dus niet alleen je eigen technologie die je constant wilt verbeteren, je hebt ook te maken met je constant veranderende omgeving. Eerst hadden we Unix, toen werd het DOS, Windows 3.1, 98, NT, 2000, XP. Dat lijkt wel hetzelfde, maar het betekent steeds weer een nieuwe stap die medebepalend is voor het product dat je maakt.” “Het grote voordeel van deze technologie is dat je geen adapters nodig hebt. De enige eis is een aansluiting op het board – vier pinnetjes – en dat is voldoende om de tests te kunnen uitvoeren. Of ik een serie van twee, van tweeduizend of van twintigduizend maak, de technologie stelt mij in staat ze te testen. En juist bij kleine series heb je vaak te maken met complexe, hoogwaardige producten.”
Is er een alternatief? “Nee. Want dat zou neerkomen op functioneel testen. Dat betekent dat je vanaf de rand van het board gaat kijken of de functie die
En de kans dat je een fout vindt, is onzeker, bij functioneel testen heb je geen garantie. Structureel testen met boundary-scan is fundamenteel anders, want daar test je of structuren waarvan je weet dat ze aanwezig moeten zijn, er ook daadwerkelijk zijn. Anders gezegd: als ik een specifieke verbinding test, dan weet ik of die er is of niet. De functionele betekenis van die verbinding is daarbij niet relevant.Is de verbinding die ik verwacht ook echt aanwezig? Zo niet, dan is er een fout en die fysieke fout kan ik ook meteen aanwijzen.”
Dus iedereen gebruikt boundary-scan? “Iedereen... is misschien wat overdreven, maar van lieverlee wel, ja. Het komt er gewoon van. De technologie is nu ruim vijftien jaar oud en is gemeengoed geworden. Programmeerbare logica zoals de devices van Xlinx en Altera... ze hebben allemaal boundary-scan aan boord. Er zijn dus al heel veel bedrijven die boundary-scan op hun boards hebben maar daar nu nog geen gebruik van maken, of alleen om bepaalde componenten mee te configureren – een interessant neveneffect van de technologie.” “Weliswaar is boundary-scan ontwikkeld om structureel testen mogelijk te maken. Maar als je bedenkt dat je op een board in feite een serieel kanaal tot je beschikking hebt gekregen... daarmee moest meer mogelijk zijn dan alleen testen. Daar hebben de fabrikanten van programmeerbare logica in het begin van de jaren negentig al op ingehaakt en hun programmeermethodieken
verschillende configuraties op verschillende boarden gebruikte. Het betekende dat je die componenten moest kunnen onderscheiden van componenten die nog niet of anders waren geprogrammeerd. En indertijd kon dat nog niet automatisch. Zo ontstond het in-system programmeren – dat bood gigantisch veel voordelen. Je kon gewoon de maagdelijke component plaatsen en die zo laat mogelijk in het proces programmeren. Toen eenmaal duidelijk werd dat in-system programming het zou worden, werd allengs besloten voor de toegang tot de component een bestaande standaard te gebruiken... inderdaad, de IEEE 1149.1, daar heb je hem weer.”
Draait JTAG Technologies mee in die standaardisatie? En is dat ook meteen de gelegenheid om eens met de concurrentie bij te praten? “Zeker, we hebben zitting in verschillende werkgroepen. En niet alleen met concurrenten, er zitten natuurlijk ook eindgebruikers. Wat ik al zei, veel uitbreidingen van boundary-scan zijn sterk klantgedreven, dat is logisch.”
Hebt u concurrenten? “Geen Nederlandse bedrijven in elk geval, laat ik het zo formuleren. Onze concurrenten zijn bedrijven uit de VS, Engeland en het voormalige Oost-Duitsland. Daarbij hebben we het over business-to-business, dat werkt toch heel anders dan in de consumentenmarkt. We waren de eerste en zijn nu met meer dan 4000 systemen de leveranciers met de meeste installaties.”
klanten zelf hun applicaties kunnen ontwikkelen, maar soms hebben ze niet voldoende capaciteit. Dan ondersteunen wij de ontwerpers, of de test-engineers. Als iets niet werkt, moet je soms in het design kijken, soms is er een file niet correct... Je moet niet alleen interfacen met de netlist, maar ook met de files van de chipleveranciers waarin de boundary-scan-eigenschappen van de component staan beschreven. Daar heb je het over de BSDL-files, van boundaryscan description language. Ook daar kan het gebeuren dat zo’n file niet correct is, misschien syntactisch wel correct, maar toch een onjuiste beschrijving van wat er nu precies in die chip zit. Het oplossen van dergelijke support-vragen is heel interessant en onze mensen zijn daarmee wereldwijd actief.”
hebben... Dat hoeft toch niet? In dat soort termen heeft Philips honderd jaar geleden ook niet gedacht. Welnee. En zo zijn er meer. Neem VDL. Vraag daar waarom niet alle productie naar China wordt overgeheveld. Dan hoor je ‘En dan alle medewerkers die dit bedrijf hebben opgebouwd, op straat zetten? Waarom zouden we dat doen? Alles gaat naar wens.’ Iedereen tevreden en gelukkig. En daar gaat het toch om? .”
Is er bij u een regel dat een bepaald percentage van de winst naar innovatie gaat?
Dat u in Eindhoven zit, is dat strategisch? Nog in de verleiding geweest om op de High Tech Campus aan te schuiven?
“We zullen er alles aan doen om technologisch bij te blijven. De meeste ontwikkelaars zijn bij ons in vaste dienst, minimaal HBO en verder universitair. De tijd die nodig is om je in te werken in ons soort producten is toch behoorlijk. Dat kun je niet meteen als je net van school bent.”
Moet u een helpdesk bemannen?
“Het grote voordeel van deze technologie is dat je geen adapters nodig hebt”
je verwacht, ook echt optreedt. En zo niet, dan heb je een probleem. Dan moet je de fout diagnosticeren. En daar komen we bij het verschil tussen structureel en functioneel testen. Bij functioneel testen zoek je aan de hand van een foutzoekboom net zo lang tot je de fout hebt gevonden. Dat is een langdurig en kostbaar proces.
6
voor hun logica zodanig aangepast, dat die via boundary-scan te programmeren zijn. De voordelen zijn duidelijk. Vroeger moest je een maagdelijke component off line programmeren met speciale apparatuur. Vervolgens werd die component op een board geplaatst. Logistiek gaf dat een probleem, helemaal als je die component in
“Wij leveren support, heel breed, tot en met design reviews voor klanten. Die vragen ons bijvoorbeeld: dit is de eerste keer dat we boundary-scan gebruiken, hier is een printed circuit board, kijk eens of we iets vergeten zijn. Want er zijn uiteraard een aantal regels waar je op moet letten, wil je boundary-scan maximaal kunnen benutten. Stel, je hebt een buffer zonder boundary-scan, maar ervoor en erachter zitten componenten die dat wel hebben. Zorg dan dat je het enable-signaal van die buffer kunt besturen... dat je daar met boundary-scan bij kunt. Want daarmee heb je dan toch greep op het geheel. Hetzelfde geldt voor geheugens.” “Verder helpen we bij de ontwikkeling van applicaties. Wij hebben alle tools waarmee
signalement maart 2006
“Niet direct. Wij zijn niet financieel gedreven, om het zo maar even te formuleren. Je moet natuurlijk voldoende omzet en winst draaien, duidelijk. Maar wij zullen nooit bezuinigen op innovatie om de winst op te voeren. Je moet ook een beetje idealist blijven in het leven, niet alles draait om geld of laat zich glashard berekenen...”
Dat kunt u misschien makkelijk zeggen vanuit een comfortabele monopoliepositie. “Nee, dat is niet zo. We zitten niet in een monopoliepositie. We moeten er terdege rekening mee houden dat ’t allemaal niet vanzelf gaat. Natuurlijk heb je omzet en winst nodig. Maar om nu te roepen dat je over tien jaar beslist 500 man in dienst wilt
signalement maart 2006
“We zitten hier een beetje toevallig, maar eigenlijk wel logisch – en ook wel gunstig. Er zit hier veel industrie. Dat is wel een voorwaarde om als bedrijf te functioneren. De High Tech Campus is voor ons niet noodzakelijk.We zitten hier op een goed bereikbare locatie en direct bij het centrum, dat heeft ook voor medewerkers voordelen. Overigens las ik toevallig in de krant hoeveel medewerkers van bedrijven niet gelukkig zijn met hun plekje op een bedrijventerrein.”
U bent niet alleen lid van FHI, maar ook toegetreden tot het bestuur van de branche Industriële Elektronica, zo
konden we in het vorige nummer van Signalement lezen. Waarom is een bedrijf lid van FHI... even heel berekenend: FHI = de beurs Het Instrument... en als exposant op Het Instrument heeft een FHI-lid heel snel z’n lidmaatschapsgeld eruit. Zo was dat. En was FHI er vroeger vooral voor distributeurs van componenten en apparaten; tegenwoordig is dat anders. De wereld is veranderd. Van lieverlee zijn er andersoortige bedrijven lid van FHI geworden, bedrijven met een eigen productontwikkeling zoals JTAG Technologies. Dat moet natuuurlijk ook zijn weerslag krijgen in de samenstelling van het bestuur, zo mag ik dat misschien formuleren. Dat is de reden dat ik benaderd ben, naast het feit dat JTAG Technologies internationaal is georiënteerd. Nu vind ik het heel prettig om breed actief te zijn in ‘vrijwilligerswerk’ en mijn expertise hier ten nutte te maken. Daarbij gaat het dan even niet om maximale efficiency, ook het sociale aspect is heel belangrijk. Daarvoor moet je soms 180 graden draaien. En het werkt twee kanten op, want ik krijg daar veel voor terug en léér daar ook weer veel van. Ook mijn lidmaatschap van het IE bestuur zie ik toch vooral in dat kader van het “algemeen belang”, als een vorm van “vrijwilligerswerk”. Recentelijk zijn de taken verdeeld; ik zal me meer met events gaan bezighouden. Ook daar is de wereld veranderd. We zitten met een kleine club, wat moet je in Nederland met een elektronicabeurs? Maar een event, dat werkt juist weer wél, een seminar over een bepaald thema...” <
7
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
Elke ondernemer bevindt zich wel eens in zwaar weer. De omzet kan te wensen overlaten of, door welke oorzaken dan ook, rijzen de kosten de pan uit. Er zijn tal van situaties te bedenken waardoor er een bedrijfscrisis kan ontstaan. En de ondernemer die zo’n crisis laat voor wat die is, vindt zichzelf op zeker moment terug in de rechtszaal: failliet. Wanneer komt het faillissement in beeld en hoe valt het faillissement af te wenden? En nóg een bepaald niet onbelangrijke vraag: hoe herken je een ondernemer die op punt staat failliet te gaan?
Faillissement onverwacht?
Faillissement komt nooit onverwacht Het vluchtgedrag van de ondernemer
Wie met gefailleerde ondernemers spreekt, krijgt vaak te horen dat het faillissement onverwacht kwam, doorgaans als gevolg van een verslechterde economie. Toch kloppen deze beweringen niet, een faillissement komt nooit onverwacht. Bedenk dat het faillissement kan worden uitgesproken als de schuldeisers óf de schuldenaar zelf een aanvraag (bij de rechtbank) indienen. Tussen de eerste aanmaning en de aanvraag de schuldenaar failliet te laten verklaren, ligt een periode van meestal vele maanden tot soms meer dan een jaar. Als de schuldenaar dan door de rechter wordt opgeroepen, kan hij toch nauwelijks serieus genomen worden als hij stelt dat de faillissementsaanvraag als donderslag bij heldere hemel kwam… Elk onderzoek naar de oorzaken van failliet gaan, wijst erop dat het faillissement volgt op fouten. De economische situatie heeft hier niet of nauwelijks mee te maken. Vooral kleinere ondernemers maken zich schuldig aan managementfouten: slechte kostenbeheersing, te weinig inzichten in ondernemersaspecten, onvoldoende deskundigheid, ontoereikend personeelsbeleid enzovoort. De ondernemer die er moeite mee heeft de eigen bedrijfsvoering tegen het licht te houden, doet er verstandig aan om zeer snel hulp te zoeken: accountant of administrateur, bedrijfsadviseur of bank.
Vluchtgedrag voor naderende ondergang Ondanks voorgaand mag echter niet de conclusie worden getrokken dat de schuldenaar in kwestie het niet zo nauw neemt met de waarheid. Wie zijn ondergang (als ondernemer) ziet naderen, neigt ernaar
8
signalement maart 2006
signalement maart 2006
om daarvoor te vluchten. De ondernemer ontkent het beeld van het naderende faillissementsspook, niet alleen naar zijn schuldeisers toe, maar vooral ook naar zichzelf en andere betrokkenen (werknemers, gezinsleden enzovoorts). Daarbij laten de schuldeisers de vordering te vaak te lang op z’n beloop.
Bank De bank grijpt doorgaans te laat in omdat die vooral afgaat op jaar- en halfjaarverslagen; die verslagen komen op een tijdstip waarop er al lang sprake kan zijn van een situatie die niet uit die ‘verouderde’ financiële rapportages te distilleren valt. Maar ook grijpt de bank te laat in als ook andere signalen wijzen op een sterk verslechterde situatie. Bedenk dat het verloop van het bankkrediet in rekening courant een prima spiegel is van de bedrijfsvoering. Als er nauwelijks bewegingen (mutaties) voorkomen op de rekening courant, dan weerspiegelt deze situatie een flauwe bedrijfsvoering. Staat de rekening courant voortdurend tegen of óver de toegestane limiet, dan duidt dat op weinig of geen omzet of hoge kosten. Vraagt de kredietnemer regelmatig om toestemming de kredietlimiet te mogen overschrijden of vraagt hij deze te verhogen, ook dan mag dat worden gezien als een signaal waarop de bank in actie zou moeten komen.
Openheid van zaken geven Buiten het (willen) herkennen van crisissignalen die op een naderend faillissement duiden en buiten de bereidheid om eventueel ingrijpende maatregelen te treffen, dient de ondernemer ook snel openheid van zaken te geven in de richting van schuldeisers, waaronder dus ook de bank. De praktijk toont dat de gemiddelde ondernemer daarmee veel te lang wacht. Toch kan eerlijkheid over de verslechterde situatie bij het eigen bedrijf, de ondernemer redden van zijn ondergang. Ten eerste houdt die oprechtheid de goede relatie in stand. Bedenk dat vrijwel elke ondernemer er wel eens slecht(er) voor staat. Dat is dus géén schande. Schuldeisers zullen het waarderen indien zij erop worden gewezen dat voldoening van hun vorderingen te laat komt als gevolg van problemen en zullen bereid zijn betalingsregelingen te treffen of uitstel van betaling verlenen. Op tijd praten, luisteren naar adviezen en maatre-
gelen nemen leidt in de meeste gevallen uiteindelijk tot verbetering en dus geenszins tot het faillissement. Er bestaan voldoende creditmanagementinstrumenten waarmee de leverancier zijn afnemers kan toetsen en waarmee hij de actuele situatie op de voet kan volgen. Maar ook dan is het nodig alert te blijven en de afnemers te blijven observeren. Bedenk dat er bij een klant ook plotseling iets kan gebeuren waardoor de goede kredietwaardigheid niet meer gewaarborgd is.
Signalen van een faillissement Het ‘sleutelwoord’ in dit verband is ‘verandering’ bij de klant tevens schuldeiser. Verandering bijvoorbeeld, in betalingstermijn, ontslag/vertrek van personeel en/of sluiten van vestigingen. Dit kan erop duiden dat de ondernemer zich in de gevarenzone bevindt. En is daar sprake van, schroom dan niet om achter de oorzaak te komen van die verandering. Onderzoek zo snel mogelijk de actuele stand van zaken met betrekking tot kredietwaardigheid en betalingsgedrag. Is die situatie verslechterd en wenst de klant hier niet over te communiceren, stop dan met het leveren van goederen en/of diensten. De situatie moet eerst duidelijk zijn! Uiteraard is met het voorgaande niet alles gezegd over crisis, faillissement en de signalen die daarbij horen. De onderzoeken die aan deze conclusies ten grondslag liggen, zijn veelomvattend en gedetailleerd. Alertheid is dan ook van groot belang, niet alleen om het eventueel naderend faillissement van het eigen bedrijf onder ogen te (durven) zien, maar ook om het faillissement te zien aankomen van de klant van wie nog vorderingen open staan. Voorkomen is nog altijd beter is dan genezen! < Robert J. Blom Onderzoeker Faillissement & Ondernemerschap Graydon Nederland BV
FHI-leden FHI-leden kunnen gebruik maken van speciale tariefafspraken met Graydon. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met FHI, Andreas Meijer, telefoon: (033) 4657507, e-mail:
[email protected]
9
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
Mkb en grootbedrijf: kunnen die samen door één deur? Loek Hermans licht plannen toe voor samenwerking met VNO-NCW MKB-Nederland en VNO-NCW hebben op een aantal dossiers gemeenschappelijke uitgangspunten, ondanks de verschillen tussen groot en klein. Echter, door als twee afzonderlijke organisaties met twee monden te spreken, krijgt de politiek de kans de koepels uit elkaar te spelen. Intensievere samenwerking levert een sterkere lobby op voor werkgevers. Het onderwerp verdergaande samenwerking tussen VNO-NCW en MKB-Nederland kwam tijdens de Algemene Ledenvergadering van MKB-Nederland op 14 november uitgebreid aan de orde. MKB-Nederland-voorzitter Loek Hermans lichtte toe waarom in zijn ogen de beide organisaties hechte banden moeten aangaan. Naast de wens voor een sterkere lobby ziet hij ook dat veel zaken dubbel worden gedaan, met name in de informatievoorziening naar de achterban. In de regio zijn al bewegingen gaande om meer samen op te trekken. Het aantreden van Bernard Wientjes, een oude bekende van Hermans, als voorzitter van VNO-NCW eerder dit jaar, gaf de aanzet om een beweging in gang te zetten de werkgeverskoepels meer in elkaar
signalement maart 2006
te schuiven. Het gaat niet om een fusie, zo zei Hermans, de identiteit van het mkb moet overeind blijven. Hij kondigde tevens aan dat een bestuurlijke commissie met vier vertegenwoordigers van MKB-Nederland en dito van de kant van VNO-NCW de komende maanden gaat onderzoeken hoe en waar er meer kan worden samengewerkt. In februari moeten zij een advies uitbrengen. (Deze commissie is inmiddels de eerste keer bijeen geweest, noot redactie). De heren Van Walsum (Fosag), Boerland (ANKO), Maris (Cumela) en Verkroost (Oost-Nederland) hebben zitting in deze commissie.
Wisselend kritisch De reacties van de leden in de zaal waren wisselend en licht kritisch van toon. Algemeen was het ongenoegen dat de plannen voor de samenwerking al waren toegelicht in de pers voordat de achterban was geïnformeerd. Ook de snelheid waarmee Hermans de plannen wil uitvoeren, was punt van zorg. Branches als de OBN gaven aan juist bewust lid te zijn geworden van MKB-Nederland omdat ze zich daar beter ‘bediend’ voelen. Het gaat om de ondernemer die centraal moet staat, niet het ondernemen. Dat is het verschil. FHI zou een dubbel lidmaatschap zijn aangegaan (ook bij VNO-NCW), maar ziet daar nu voorlopig van af. De vertegenwoordiger van de Centra voor de Kunsten benadrukte dat er al een vehikel bestaat om samen te werken, namelijk de Raad voor Centrale Ondernemingsorganisaties. De afgezant van Bergen op Zoom vroeg aandacht voor de specifieke situatie van
de lokale ondernemersverenigingen. Het onderscheid klein/groot is daar nog meer voelbaar wellicht dan in branches. Vanuit de Gebra werd teruggeblikt op de besprekingen over een fusie tussen het NCOV en NCW destijds. Uiteindelijk is die gestrand vanwege de te grote belangenverschillen. De Mitex ging bij monde van de oudvoorzitter in op het cultuurverschil tussen groot en klein en de arrogantie en het dédain van met name de eerste partij. De NOvAA liet weten dat meer efficiency goed is voor de begroting, maar dat voor het overbrengen van het eigen geluid een eigen organisatie nodig is. MKB-Haarlem repte van de succesvolle kanteling die de regionale organisatie nu aan het doormaken is. Ook branches zouden meer regionaal moeten gaan werken, is de stelling.
Steun Steun voor Hermans kwam er onder andere van Uneto-VNI. Deze organisatie is lid bij zowel MKB-Nederland als VNO-NCW. De concurrentie tussen de beide organisaties, die vooral in de media naar buiten komt, wordt als storend ervaren. Ook de dubbele contributielasten spelen een rol. In de eigen tamelijk recent gefuseerde organisatie is te zien dat je diverse doelgroepen kunt blijven bedienen, als je daar je structuur op aanpast. De regio OostNederland heeft sinds enige tijd ervaring met regionale samenwerking tussen MKBNederland en VNO-NCW. Het gezamenlijke doel: ondernemersbelangen is wat voorop moet staan, niet hoe dat wordt bereikt. < Bron: MKB-Nederland
11
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
Europees mkb krijgt miljarden extra voor R&D De Europese Commissie (EC) trekt bijna vijf keer meer geld uit voor toepassing van technologische ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf. In het Zevende Kaderprogramma (dat 2007 ingaat en loopt tot 2013) is 1,9 miljard euro gereserveerd voor mkb-specifieke programma’s (Craft and Collective Research). In het Zesde Kaderprogramma was slechts 400 miljoen beschikbaar. MKB-Nederland en haar Europese koepel UEAPME zijn uitermate content met deze bijna vervijfvoudiging van het budget. Veel mkb-bedrijven maken gebruik van deze zeer toepasbare en toegankelijke regeling, die daardoor
al snel was uitgeput. Op voorstel van de Raad van Ministers voor research, wordt bovendien opnieuw vijftien procent van de algemene thematische programma’s (in geld zo’n zeven miljard euro) exclusief toegewezen aan het mkb. Voor Nederland gaat het naar schatting om jaarlijks 50 tot 70 miljoen euro. Er zit nog wel een addertje onder het gras. De bedragen zijn gebaseerd op de Europese begroting, die nog niet is goedgekeurd. Waarschijnlijk valt de uiteindelijke begroting lager uit, en zal er ook worden gekort op de R&D-fondsen. Voor nadere informatie: EG-Liaison, telefoon: (070) 3735350, e-mail:
[email protected]. <
‘Last in, first out’ geldt niet meer Ontslagrecht: Afspiegeling wordt leidend principe Het last in, first out bij ontslag om bedrijfseconomische redenen gaat plaatsmaken voor een systeem waarbij de verdeling over de leeftijdscategorieën in een bedrijf leidend wordt. Het gewijzigde Ontslagbesluit is op 1 maart 2006 in werking getreden. MKB-Nederland is altijd voorstander geweest van een systeem waarbij de werkgever zelf een belangrijkere stem in de afweging heeft. Een medewerker die onmisbaar wordt geacht, moet nu wellicht toch wijken. De Tweede Kamer heeft echter in september al dit voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken aangenomen. Het Ontslagbesluit regelt verder dat er geen toetsing meer plaatsvindt door het CWI van collectieve ontslagen om bedrijfseconomische motieven van twintig of meer werknemers. Voorwaarde is dat de werkgever en vakbonden het met elkaar eens zijn over het aantal banen dat moet verdwijnen. CWI controleert overigens wel of het afspiegelingsbeginsel goed wordt toegepast. De nieuwe situatie geldt niet voor lopende ontslagverzoeken of voor
12
Makkelijker speuren en ontwikkelen Verdergaande vereenvoudiging WBSO
meldingen van collectief ontslag die voor 1 maart 2006 zijn gedaan. Idem geldt dit voor een overeenkomst die voor 1 maart met de bonden is gesloten en waarvan het collectief ontslag voor 1 oktober volgend jaar is gemeld. Tot slot vervalt de verplichting langdurig zieke werknemers bij ontslag scholing aan te bieden als dat hun enige kans is om weer aan het werk te gaan. Dit is op 1 januari reeds ingegaan, tegelijk met de WIA. <
De Tweede Kamer is onlangs akkoord gegaan met een verdergaande vereenvoudiging van de belangrijkste technologieregeling: de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Daarmee zijn diverse wijzigingen in de WBSO een feit. Het jaar 2006 wordt een overgangsjaar waarin de definitieve regeling voor 2007 en verder wordt voorbereid. Een groot deel van de nu doorgevoerde wijzigingen heeft MKB-Nederland twee jaar geleden actief ingebracht in de Werkgroep stroomlijning uitvoering WBSO. De bedoelde veranderingen zijn kort samengevat: • met ingang van 2006 zal de Belastingdienst niet meer controleren; • uitvoering van de WBSO vindt voornamelijk door SenterNovem plaats; • de eindafrekening wordt afgeschaft; • de S&O-verklaring is in beginsel tevens de
signalement maart 2006
signalement maart 2006
definitieve afrekening; • wanneer de uiteindelijke omvang lager blijkt te zijn dan vooraf ingeschat, en de ondernemer overschrijdt daarbij een marge van tien procent, is hij verplicht om binnen twee maanden aangifte te doen; op verzuim hiervan staat een boete; • aanvragen kunnen tot maximaal drie keer per jaar worden ingediend over een periode van drie tot zes maanden; • bedrijven die al eerder hebben ingediend en een onderzoek of ontwikkelafdeling hebben, mogen ook per jaar aanvragen; • uurtarieven worden vast, gebaseerd op het gemiddelde S&O-loon over 2004, of voor nieuwe indieners, een inschatting van het gemiddelde over 2006; • voor 2006 geldt een overgangsregeling zodat aanvragen de komende ronde op de gebruikelijke wijze kunnen worden ingediend, en er halverwege 2006 nog een aanvullende aanvraag mogelijk is. <
NIEUWE BEDRAGEN MINIMUMLONEN Het ministerie van SZW heeft de nieuwe bedragen bekend gemaakt voor de minimum (jeugd-)lonen en de sociale verzekeringen per 2006. Voor werknemers van 23 jaar en ouder is het bruto minimumloon vastgesteld op € 1272,60 per maand, respectievelijk € 293,70 en € 58,74 per week/dag. De jeugdlonen zijn van dit bedrag afgeleid. De volledige informatie is terug te vinden op www.minszw.nl/ persberichten. <
13
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
WIA-oplossingen Wanneer een medewerker in de WIA terecht komt, kan zijn inkomen dalen tot onder het bijstandniveau. FHI en HBR Branche Verzekeringen hebben een verzekeringsmantel die het inkomen garandeert tot 70% van het laatst verdiende salaris (maximum € 43.848,-).
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
Situatie 1
Korting op juridische bijstand voor FHI-leden
De werkgever heeft een FHI WGA-aanvullingsverzekering Bedrag in Euro’s
Beslissing van het UWV aanvechtbaar?
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000
Voorbeeld:
5.000
Salaris werknemer € 30.000,Arbeidsongeschiktheidspercentage 40% Werknemer vindt geen werk na afloop van de loondoorbetalingperiode.
0
Loondoorbetaling
Loongerelateerde
Vervolguitkering
FHI WGA-aanvulling
uitkering
De werkgever heeft een FHI WGA-aanvullingsverzekering
Werkervaringregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA-uitkering): • Wachtperiode twee jaar (ziekteverzuimperiode) • Uitkering tijdens WGA-loongerelateerde periode: 70% x (oud loon -/- nieuw loon) = 70% x € 30.000,- = € 21.000,• Uitkering bij geen werk: 70% x minimumloon x arbeidsongeschiktheidspercentage = 70% x € 16.394,- x 40% = € 4.590,-
Werknemer ontvangt vanuit de FHI-polis na de Bedrag in Euro’s loongerelateerde periode een uitkering van 70% De werkgever maakt GEEN gebruik van de FHI WGA-aanvullingsverzekering 30.000 (oud loon -/nieuw loon) -/- WGA-uitkering = 25.000 Bedrag in Euro’s 70% x20.000 € 30.000,- -/- € 4.590,- = € 16.410,-
70%
30.000 15.000 25.000 Totale10.000 uitkering: € 16.410,- + € 4.590,- = 20.000 5.000 € 21.000,zijnde 70% van zijn oude inkomen! 15.000 0 10.000 5.000 Loondoorbetaling 0
Loongerelateerde
Situatie 2 Loondoorbetaling
Vervolguitkering
FHI WGA-aanvulling
Vervolguitkering
WGA-aanvulling
uitkering
Loongerelateerde uitkering
andere verzekeraar
De werkgever maakt GEEN gebruik van de FHI WGA-aanvullingsverzekering Bedrag in Euro’s
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
Loondoorbetaling
Loongerelateerde
Vervolguitkering
uitkering
WGA-aanvulling andere verzekeraar
Uitkering verzekeraar na de loongerelateerde periode: 70% x oud loon x arbeidsongeschiktheidspercentage -/- uitkering van het UWV = 70% x € 30.000,- x 40% -/- € 4.590,- = € 3.810.
28%
Totale uitkering: € 3.810 + € 4.590 = € 8.400 zijnde 28% van zijn oude inkomen!
Conclusie:
De FHI WGA-aanvullingsverzekering biedt meer! Voor de FHI WGA-aanvullingsverzekering geldt een premiekorting. Informatie: HBR Branche Verzekering B.V. telefoonnummer (023) 5260768. Contactpersonen: Ruud Roker, Eliab Salomony, Praveen Sewnarain. 14
signalement maart 2006
Het kan gebeuren; een medewerker die door toedoen van een derde arbeidsongeschikt raakt… of recht heeft op vervangend werk, terwijl dat er gewoonweg niet is. De financiële consequenties zijn dan voor de ondernemer. Vooral kleinere bedrijven kunnen dit risico nauwelijks dragen en zien hun voortbestaan in gevaar komen. Met een goed juridisch advies kan zo’n beslissing meestal met succes worden aangevochten. Werkgevers hebben geen inzage in het medische dossier van hun zieke werknemers. Een artsgemachtigde biedt dan uitkomst. Chiel van der Mast, bedrijfsarts en bedrijfsjurist bij MedRecht, treedt geregeld op als artsgemachtigde. “Het kan bijvoorbeeld zijn dat een werknemer deels in de WAO zit en opnieuw ziek wordt. Is het dezelfde ziekte, dan betaalt de werkgever maar een maand Ziektewet, want hij heeft al twee jaar betaald. Is het een andere aandoening, dan kan het zo zijn dat de werkgever wéér maximaal twee jaar Ziektewet betaalt. Alleen het medische dossier geeft hierover uitsluitsel. Als artsgemachtigde kan ik dit inkijken en een onredelijke beslissing van het UWV als bedrijfsjurist aanvechten.” Door het inhuren van een artsgemachtigde blijft de privacy van de werknemer gewaarborgd, terwijl de ondernemer wel zijn recht kan halen. Als de werkgever al weet wat precies de klachten zijn, bieden we extra deskundigheid om het dossier te interpreteren. Dat geeft in een bezwaar- of beroepsprocedure tegen een beslissing van het UWV meer gewicht. “Komen we er met het UVW niet uit dan volgt soms een gang naar de rechtbank. Dan treden wij op als advocaat. En meestal met succes.”
Korting voor leden FHI-leden die een contract bij ArboNed hebben voor de verzuimbegeleiding, kunnen de aanvullende module MedRecht afsluiten. Het bedrijf is dan verzekerd van deskundige bijstand bij claims als gevolg van beroepsziekten en bedrijfsongevallen. Onder deze module valt ook een telefonisch spreekuur voor medisch-juridisch advies over onder meer bezwaar- en beroepszaken tegen het UWV, verhalen van loon- en letselschade, en sociaal zekerheidsrecht. De module is er vanaf € 250,- per bedrijf per jaar. FHI-leden ontvangen vier procent branchekorting op de tarieven van MedRecht. Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar:
[email protected].<
MedRecht MedRecht staat ondernemers bij met juridisch advies. Naast het inhuren van een artsgemachtigde kan een bedrijf ook bij MedRecht terecht voor onder andere het verhalen van loon- en letselschade wanneer een werknemer door toedoen van een derde ziek of arbeidsongeschikt is geworden.
signalement maart 2006
15
Bruto binnenlands product (BBP) %-volumemutaties 2,5
■ CONJUNCTUUR
1,5 ■ CONJUNCTUUR
2,0
1,2 0,9 0,6
1,0
De ondernemers in de industrie gaven in 0,3 het najaar van 2005 aan dat zij verwachten dit jaar 130,0 procent meer te zullen investeren dan in 2004. De waarde van in gebruik te - 0,3 nemen investeringen in 2005 werd lager - 0,6 ingeschat dan een half jaar eerder. Toen dachten-de 0,9ondernemers in de industrie I I I in 2005 III nog 20 procent meer te gaan dan in 2004. 2 0 0investeren 5
0,5 0,0 -0,5 -1,0 I
II
III
2002
IV
I
II
III
IV
I
2003
II
III
IV
2004
T.o.v. zelfde kwartaal vorig jaar (linkeras) T.o.v. voorgaande kwartaal seizoensgecorrigeerd (rechteras)
Producentenvertrouwen vrijwel onveranderd
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. De Nederlandse industriële ondernemers zijn in januari optimistischer over hun toekomstige productie. Dit geldt vooral voor de producenten van halffabrikaten. Ook over hun voorraadpositie oordeelden de ondernemers iets positiever. Daarentegen beoordeelden ze hun orderpositie negatiever. Dit geldt met name voor de producenten van consumptiegoederen. Het aanhoudend positieve producenten-
Vooral de ondernemers in de aardolie- en chemische industrie verwachtten in 2005 een forse stijging van de investeringen. In 2004 daalden de investeringen in de chemische industrie overigens fors en zijn daardoor dit jaar nog steeds lager dan in 2003. De ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie dachten als enige
6 3 0 -3 aan een daling van de investeringen in 2005. -6 Met uitspraken over hun investeringsplannen -9 voor 2006 waren de industriële ondernemers -12
in het voorjaar 2 0 0 3van 2005 nog 2 0 0erg 4 voorzichtig. 2005 De waarde van de in gebruik te nemen investeringen zou in 2006 naar hun verwachting 17 procent lager uitkomen
dan in 2005. Terughoudendheid over een volgend kalenderjaar is gebruikelijk voor de investeringsverwachting die ondernemers in het uitspreken. In het najaar is deze ‘ 0voorjaar 6 verwachting in positieve zin bijgesteld. Zij verwachtten nu dat de investeringen in 2006 gelijk blijven aan het niveau in 2005. <
Investeringen in de industrie x mld euro 10 9 8 7 6 5
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Conjunctuurbeeld: verbetering zet gestaag door Inflatie
Middelen en bestedingen (volume) %-volumemutaties t.o.v. jaar eerder 8 6
Het producentenvertrouwen in de industrie is in januari 2006 vrijwel onveranderd gebleven en uitgekomen op 3,0. Het vertrouwen is voor de vierde maand op rij relatief hoog. Een vergelijkbaar niveau werd voor het laatst in het begin van 2001 gemeten. Toen verkeerde Nederland in de laatste fase van de hoogconjunctuur.
saldo % positieve en negatieve antwoorden
Meer investeringen in 2005
1,5
-1,5
Producentenvertrouwen
4
geworden over de huidige bedrijvigheid en vertrouwen in de industrie leidt tot minder plannen om het aantal werknemers te de verwachte bedrijvigheid in de komende 2 zes maanden. Dit geldt ook voor de buitenverkleinen. Nog maar 13 procent van de 0 ondernemers wil het aantal personeelsleden landse markt. -2 verminderen, terwijl 9 procent verwacht InvesBBP Invoer ConConde personeelsomvang in de komende drie Net als in Nederland laat de IFO-indicator sumptie sumptie teringen van het producentenvertrouwen maanden uit te breiden. Deze cijfers zijn de overheid h u i s -voor Duitsland sinds de zomerhvan meest positieve sinds juni 2001. o u d2005 e n seen opwaartse lijn zien. In een Focusartikel dat Het aantal ondernemers in de industrie dat Middelen Bestedingen op 11 januari in het Conjunctuurbericht is hogere prijzen verwacht blijft toenemen. ingegaan op de overIn januari verwacht 23 procent van de onder2005-I geplaatst, 2005-IIwordt2005-III eenkomst tussen de Nederlandse en de nemers de verkoopprijzen te verhogen, Duitse economische ontwikkeling in de terwijl 11 procent lagere prijzen verwacht. afgelopen jaren. < De producenten van investeringsgoederen en halffabrikaten verwachten per saldo hogere prijzen, terwijl de producenten van Producentenvertrouwen consumptiegoederen lagere saldo % positieve en negatieve antwoorden prijzen verwachten. 6 Volgens het Institut für 3 Wirtschaftsforschung (IFO) is 0 het producentenvertrouwen -3 van de Duitse industriële -6 ondernemers in januari -9 sterk gestegen. De Duitse -12 2003 2004 2005 ‘06 ondernemers zijn positiever
16
signalement maart 2006
Investeringen in de industrie
%
Uit de conjunctuurklok van eind januari blijkt dat de verbetering van de conjunctuur gestaag doorzet. Alle in januari beschikbaar gekomen indicatoren laten een verbetering zien ten opzichte van december. Alle vijftien indicatoren bevinden zich nu in de opgaande fase. Het zwaartepunt ligt echter nog wel in de herstelfase. In januari 2006 veranderde het consumentenvertrouwen vrijwel niet ten opzichte van een maand eerder. Ook het vertrouwen van de ondernemers in de industrie bleef vrijwel gelijk. Zowel het consumenten- als het producentenvertrouwen vertonen de laatste maanden een stijgende lijn. De ondernemers in de zakelijke dienstverlening verwachten in het eerste kwartaal een verdere stijging van omzet en orders. De productie van de industrie was in december 1,4 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Het volume van de uitvoer van goederen was in november 7 procent groter. Huishoudens besteedden in november 1,6 procent meer. De bestedingen aan duurzame goederen zijn in de tweede helft van 2005 duidelijk aangetrokken. De inflatie daalde sterk in januari en kwam
3,0 2,5 2,0 uit op 1,3 procent. De rente bleef in januari 1,5 vrijwel gelijk. De industriële afzetprijzen 1,0 zijn in december voor de tweede achtereen0,5 volgende maand iets gedaald ten opzichte 0,0
2 0 0 3 eerder. 2 0 0 4 2005 van een maand De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid nam verder af. Het banen-
verlies is tot staan gekomen. Er waren in het derde kwartaal - gecorrigeerd voor seizoeneffecten - zelfs iets meer banen dan in het tweede kwartaal. Het aantal 2006 openstaande vacatures nam in deze periode sterk toe. Ook het aantal uitzenduren is verder toegenomen. <
Uitvoer
signalement maart 2006
Bruto binnenlands product (BBP) %-volumemutaties 2,5
1,5
2,0
1,2
1,5
0,9
1,0
0,6
0,5
0,3
0,0
0,0
-0,5
- 0,3
-1,0
- 0,6
-1,5
I
II
III
2002
IV
I
II
III
IV
I
2003
II
III
IV
2004
I
II
III
- 0,9
2005
T.o.v. zelfde kwartaal vorig jaar (linkeras) T.o.v. voorgaande kwartaal seizoensgecorrigeerd (rechteras)
17
Middelen 2005-I
Bestedingen
2005-II
2005-III
■ CONJUNCTUUR
■ FEDERATIEF
Topondernemers op de Week van de Ondernemer
Producentenvertrouwen
Wat is de week van de ondernemer?
saldo % positieve en negatieve antwoorden
Investeringen in de industrie
Het succesvol runnen van een bedrijf is een kunst. Meer omzet, meer winst, betere kwaliteit, meer service et cetera. U als ondernemer weet als geen ander wat er allemaal bij komt kijken. Daarom is goed het om regelmatig inspiratie op te doen, kennis te vergaren en uw netwerk kwalitatief te verbreden. De Week van de Ondernemer, het grootste ondernemersevenement van Nederland, is hiervoor het uitgelezen moment. Alles wat nodig is om van een bedrijf een succes te maken komt hier aan bod. De Week van de Ondernemer is bestemd voor alle directeuren, eigenaren en/of managers van middelgrote en kleinere bedrijven. In 2005 bezochten ruim 4.500 directeur/eigenaren de Week van de Ondernemer. De Week van de Ondernemer vindt plaats in Utrecht, van dinsdag 28 maart 2006 t/m donderdag 30 maart 2006.
x mld euro
Kennis tijdens het mkb-congres
6 3 0 -3 -6 -9 -12
Inflatie daalt naar 1,3 procent in januari De inflatie kwam in januari 2006 uit op 1,3 procent. Dat is een forse daling ten opzichte van december, toen de inflatie 2,0 procent bedroeg. De inflatie wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. De daling van de inflatie is voor een groot deel toe te schrijven aan de afschaffing van het gebruikersdeel van de onroerendzaakbelasting. Deze maatregel droeg voor bijna 0,5 procentpunt bij aan de daling. Ook de ouderlijke bijdrage aan de kosten van kinderopvang verminderde. Dit droeg voor ongeveer 0,2 procentpunt bij aan de daling van de inflatie. Naast de bovengenoemde overheidsmaatregelen had ook de ontwikkeling van de energieprijzen een drukkend effect op de inflatie. Zoals gebruikelijk in januari stegen de tarieven voor gas en elektriciteit weer flink ten opzichte van de voorgaande maand. In januari van dit jaar was de tariefverhoging echter kleiner dan in januari 2005. Voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie worden
18
2003
2004
10
aparte geharmoniseerde indices berekend. Hierin9wordt de onroerendzaakbelasting niet meegeteld. Gemeten volgens deze 8 geharmoniseerde methode kwam de 7 in Nederland in januari 2006 uit op inflatie 6 1,8 procent. In december was dit nog 2,0 procent. In de eurozone steeg de inflatie in 5 januari met 0,2 procentpunt naar 2,4 procent. 1 9eurozone 97 1998 1 9atieontwikkeling 9 5 1 9 9 6in de De infl wordt nader beschreven op de rentepagina van het Conjunctuurbericht.
2005
‘06
In het plenaire ochtendprogramma worden de economische ontwikkelingen van uw sector belicht. Vervolgens kunt u zich in de middag - tijdens de themasessies - laten bijpraten over trends en ontwikkelingen op het gebied van personeel, marketing, communicatie, ICT en financiën.
cheorganisaties, ondernemersverenigingen en belangenbehartigers in het mkb.
Inschrijven en programma Actuele informatie over het programma, de sprekers en de activiteiten en inschrijven kan via de website: www.weekvandeondernemer.nl.
Netwerken op Business Plaza Hier komen alle bezoekers en kennispartners gedurende de dag bij elkaar. Onder het genot van een hapje en een drankje kunt u hier uitstekend netwerken. Het vormt de ideale zakelijk ambiance voor business, pleasure & lifestyle. U treft hier interessante partijen en belangenorganisaties aan. U kunt uw dag extra rendabel maken door deelname aan de netwerklunches, 1-op-1 adviesgesprekken, matchmakingprogramma’s en rondetafelgesprekken.
Via FHI korting op de entreeprijs FHI-leden betalen slechts € 75,- (in plaats van € 150,-) voor de entree. Hiervoor ontvangt u naast de entree voor één dag van de Week van de Ondernemer ook alle bijbehorende activiteiten, lunch, diner, drankjes en deelnemersbescheiden. U kunt zich via de website www.weekvandeondernemer.nl. met de volgende kortingscode inschrijven: Kortingscode FHI: W06FHI <
De organisatoren
Bijna zes op de tien consumenten vindt dat de prijzen in de afgelopen twaalf maanden sterk of matig gestegen zijn. Het aandeel consumenten dat in de komende twaalf maanden een gelijke of sterkere prijsstijging verwacht, is de laatste maanden wat groter geworden en kwam uit op 56 procent. Dit komt naar voren uit de vragen naar houdingen 0 0 1 2 0in0het2 2 0 0 3 0 2consumenten 1en9verwachtingen 9 9 2 0 0 van Consumenten Conjunctuuronderzoek. <
U kunt de meest actuele kennis tot u nemen over de ‘hoofdbrekens’ van ondernemen.
MKB-Nederland, Synpact Project Management en Reed Business Information. In samenwerking met vooraanstaande bran-
2004 2005 2006
Inflatie % 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0
2003
2004
2005
2006
signalement maart 2006
signalement maart 2006
19
Door Freek Rooze
■ FEDERATIEF
Aanpassen als managementkunst Elke werkdag krijg ik in mijn mailbox een spreuk opgestuurd van justsell@justsell. com. Die van woensdag 18 januari wil ik u niet onthouden: “The art of life lies in a constant readjustment to our surroundings” (Okakura Kakuzo, 1863-1913, Japanese teacher & art critic). Onmiddellijk moest ik daarop denken aan de ‘Survival of the fittest’.
van managementmethoden. In het kort komt het er op neer dat er door de jaren heen vier opeenvolgende hoofdstromingen in managementland zijn geweest. In het rationele doelmodel (begin vorige eeuw) is het de taak van de manager om een harde bestuurder en producent te zijn. Mensen doen er niet veel toe. Alleen resultaten tellen. In het interne procesmodel staan
verheven tot managementkunst! Dus dames en heren managers; kijk nog eens goed in de zelfkennisspiegel of laat uw profiel eens maken. Welke rol ligt u het beste? Voor welke eigenschappen kunt u nog enige verbetering gebruiken? Stap eens buiten uw comfortzone en doe dingen die u anders nooit zou doen. Hoe meer verschillend uw bewust gebruikte arsenaal aan
Water for African Cities FHI-jubileumgeschenk voor UNESCO-IHE Schenkingen in het kader van het FHIjubileum zullen ten goede komen aan een project van UNESCO-IHE, het Institute for Water Education in Delft. Het streefbedrag, 50.000 euro, gaat naar een project in Ghana om de drinkwatervoorziening te verbeteren: Managing Water for African Cities. De bedoeling is om twee betrokken Afrikaanse studenten te sponsoren, een promovendus en een afstudeerder, zodat niet alleen het project wordt gesteund maar ook – blijvend – de kennis op een hoger plan komt. Kortgeleden heeft Vitens een managementcontract van twaalf miljoen euro gesloten met Ghana Water. In totaal gaat het om een investering van 103 miljoen euro. Daartoe is een consortium opgericht: AquaVitensRent. Het mes snijdt hier aan alle kanten, want het ligt voor de
Een term uit de evolutietheorie die wordt toegeschreven aan Charles Darwin (18081882). Hij schreef in ‘On the Origin of Species’ (1859): “In the struggle for survival, the fittest win out at the expense of their rivals because they succeed in adapting themselves best to their environment.” Of Kakuzo’s spreuk op Darwin geïnspireerd is, is niet te zeggen. En het is ook niet belangrijk. Het frappeert mij dat beiden het hebben over het vermogen om jezelf aan omstandigheden te kunnen aanpassen. Darwin zag het als noodzakelijk om als soort te overleven. Hij wist echter niet dat soortoverleving meer te maken heeft met genetische selectie dan met bewuste aanpassing. Daarom vind ik de spreuk van Kakuzo ook zo aansprekend. Hij verheft het bewuste aanpassen tot levenskunst. In die opvatting is hij niet de enige. In zijn ‘Handboek voor managementvaardigheden’ beschrijft Robert Quinn een evolutie
20
controle en coördinatie van processen op de voorgrond. Doel is een zo hoog mogelijke efficiëntie te bereiken. Na 1925 ontstaat het human relations-model, dat pas tegen het einde van de jaren vijftig op de voorgrond treedt. De menselijke benadering en het motiveren van medewerkers staat hierin centraal. De manager is mentor, coach en stimulator. In de laatste stroming, het open systeemmodel, zijn expansie en verandering de drijvende factoren. De manager moet sindsdien innovatief, politiek en flexibel zijn. Quinn concludeert dat – op zichzelf staand – nu geen van de modellen meer voldoen. Moderne managers moeten zich zodanig ontwikkelen dat ze de rollen die bij alle vier modellen horen situatieafhankelijk kunnen spelen. Soms moeten ze directief en op resultaat gericht zijn, maar soms ook organiserend, stimulerend, ondersteunend, analyserend, bemiddelend, controlerend of innoverend. En…dat alles met alle taken die erbij horen. Ik geloof wel in dat streven. Aanpassingsvermogen in optima forma en
gedragingen is, hoe gemakkelijker u zich aan veranderende situaties kunt aanpassen. Dat is de werkelijke overlevingskunst in de managementjungle! Freek Rooze <
Nieuwe medewerker FHI Medische Technologie Barbara Abels is per 1 december 2005 Liesbeth Kamp opgevolgd als managementassistent voor Medische Technologie. Haar e-mailadres is:
[email protected] <
signalement maart 2006
hand dat voor het project apparatuur van de leden moet worden ingekocht, bijvoorbeeld voor het analyseren van grondwater en voor het drinkbaar maken ervan. Het IHE mag dan niet erg bekend zijn, het is een mooi instituut met veel internationale werknemers. Zo promoveren er Afrikanen op onderzoek hoe je met biologische hulpmiddelen water zuivert. Er is een heel behoorlijk lab in Delft aanwezig dat vol staat met apparatuur van FHI-leden. Met het doorsluizen van het jubileumcadeau wil FHI bijdragen aan de training en capacity building van Afrikaanse technici. “In het kader van het jubileum kijken we vanaf 1956 via 2006 naar 2056”, aldus federatiemanager Kees Groeneveld. “Wel, in 2056 moet Afrika de booming economy van de wereld zijn. China zal dan zijn uitgegroeid,
dus heeft de wereldeconomie een nieuwe motor nodig.” De impact van de FHI-steun wordt doorgetrokken naar de beurs HET Instrument, waar de gesponsorde student en promovendus tijdens de opening wellicht iets kunnen vertellen over het project. Ook een van de pagina’s in de officiële uitnodiging voor de beurs zal zijn gewijd aan het project. En wie weet is dat voor IHE-chairman of the board, de bekende Nederlander Henk Vonhoff een mooie aanleiding voor een toespraakje tijdens de opening. Op de beursvloer zal naar verwachting ook zichtbaar worden wat het project inhoudt. Een en ander past ook prima bij het beursthema van HET Instrument 2006: veiligheid, gezondheid en milieu. <
FHI-Strategieproject Federatieve knelpunten basis voor eindrapport Het strategieproject is momenteel in de fase dat het eindrapport wordt voorbereid. Met de verschillende taskforces is afgestemd hoe dat eruit moet gaan zien. Er komt een snel leesbare versie voor de leden, als managementinfo. Een andersoortige, uitgebreidere versie is in de maak voor de subsidiegever. Verder komt er per branche een specifieke bijlage met een beschrijving van de procedure en wat er in het kader van het project is gedaan. Een aantal items die voor alle vier branches gelden, is al onderkend, zoals de problematiek rond (Europees) aanbesteden. Federatief zijn ook de onderwerpen consortiumvorming en security geïdentificeerd als prioriteit. Op cluster-, branche- en federatieniveau
signalement maart 2006
volgen nu aanbevelingen en er worden twee belangrijke vragen beantwoord: wat moet er gebeuren aan de kennispositie van de leden om markt voor hen te ontwikkelen? En: welke concrete stappen moeten er worden genomen op het niveau van individuele bedrijven, van clusters, branches, federatie, federatiebureau en overheid? Het eindrapport komt dit jaar beschikbaar. Na het eindrapport volgen de actieplannen. En als er concreet iets in de markt moet gebeuren, dan worden er samen met stakeholders projecten gedefinieerd, die dan in het kader van de Omnibus-regeling bij EZ kunnen worden ingebracht om tot roadmapping te komen voor ontwikkeling. Een van de segmenten waaraan wordt gedacht is analytische chemie, waar grote bedrijven
niet meer bereid blijken te investeren, zodat bestaande kennis dreigt te verdwijnen. < Voorlopige federatieve knelpunten uit het strategieproject: • balanskeuze tussen handel technologie en projecten; • openbare aanbestedingen; • standaardcontracten; • milieu en duurzaamheid; • procestechnologie als aanjager investeringen; • weglekken van markt door weglekken kennis; • brancheoverschrijding door integratie technologie; • dynamiek in clusters/marktsegmenten; • behoefte aan consortiumvorming; • (IT) Security problematiek.
21
■ FEDERATIEF
Strenger optreden is nodig Rapportage aan stichting RTA loopt nog niet glad Toch nog een behoorlijk aantal bij FHI aangesloten bedrijven heeft zich nog niet aangemeld bij de stichting RTA”, meldt Henk de Folter. “Daarvan is niet bekend of zij zich hebben aangesloten bij een ander collectief, of misschien zelfstandig iets hebben geregeld. Voorzover we kunnen terugvinden op de VROM-site is dat slechts sporadisch het geval.” “Ik wil nog eens benadrukken dat bedrijven die in Nederland apparatuur op de markt brengen, in dat opzicht risico lopen. FHI heeft 800 leden. Daarvan hebben zich 270 aangesloten. Nu zijn er natuurlijk ook bedrijven die alleen diensten leveren of componenten. Maar er is zeker nog een groep die al of niet bewust een risico loopt.” “FHI gaat echt niet op een pot met geld zitten. En de stichting RTA is er één zonder winstoogmerk. Het bestuur van de stichting wordt gevormd uit afgevaardigden van de aangesloten bedrijven, dus de belangen zijn duidelijk. De verwijderingsbijdragen zoals die in eerste instantie zijn vastgesteld, worden misschien als hoog ervaren. Maar mocht blijken dat ze te hoog zijn, dan worden de bedragen meteen aangepast. Zo heeft het bestuur al besloten om de verwijderingsbijdrage te verlagen voor twee categorieën producten. Voor producten die voor
22
tachtig procent of meer uit metalen bestaan, is de bijdrage zeventig procent verlaagd. En voor apparaten die voor tachtig procent zijn samengesteld uit RVS, is de verwijderingsbijdrage zelfs op nul gezet. Dat moet toch een signaal zijn: we zitten er als stichting bovenop. De verlaging geldt overigens met terugwerkende kracht.”
Afgedankte apparatuur
RTA zamelt in, Shanks verwerkt Voor de daadwerkelijke recycling van de door de stichting RTA ingezamelde afgedankte apparatuur is een contract aangegaan met Shanks Nederland. Signalement sprak met Ale Meijer van Shanks.
Herinnering “Enige weken geleden is een herinnering gestuurd aan de bedrijven die nog niet hebben gerapporteerd. Het blijkt dat een aantal bedrijven die rapportage nog in hun operationele werk moet opnemen. Overigens heeft het overgrote deel al wel gerapporteerd. RTA zal op termijn harder moeten optreden tegen deelnemers die niet rapporteren. Dat kan helaas niet anders, wil de reputatie van RTA en FHI niet in diskrediet worden gebracht bij het ministerie van VROM. Immers, ook wij zijn weer gehouden om te rapporteren.” “Wat de opgegeven hoeveelheden betreft: die komen redelijk in de richting van de ramingen in het businessplan. Wel is er tot op heden nog maar een beperkte hoeveelheid goederen daadwerkelijk retour genomen. Maar dat zal een kwestie zijn van onder de aandacht brengen…” Om het inzamelen van afgewerkte apparaten te vergemakkelijken, implementeert RTA binnenkort de mogelijkheid van pakketpost, waarbij het verzenden naar het inzamelpunt gratis is, restricties als maximaal dertig kg bij bepaalde afmetingen daargelaten. <
signalement maart 2006
“De corebusiness van Shanks is de inzameling en verwerking van afvalstoffen in de meest brede zin. Shanks richt zich daarbij op bedrijfsafvalstoffen, op de zakelijke markt dus. Een belangrijke taak betreft het inzamelen, sorteren en bewerken van bouw- en sloopafval, bedrijfsafval en agrarisch afval. Veel reststoffen, zoals hout en puin, worden opgewerkt tot grondstof. Shanks zamelt in en verwerkt ook gevaarlijk afval, zoals chemische stoffen, vervuild water en slib, ziekenhuisafval… En we reinigen grond, zowel thermisch als extractief. Dan hebben we nog een tak ‘industrieel reiniging’, denk aan grote installaties, waarbij we de vrijgekomen afvalstoffen dan weer verwerken.”
Logisch dus dat de stichting RTA bij u terechtkwam? “Eigenlijk wel. We hadden al een bedrijf op het gebied van computerrefurbishment, waar computers geschikt werden gemaakt voor hergebruik door bijvoorbeeld scholen. We hadden dus ervaring met elektronische apparatuur. Daarop zijn wij ons ook gaan richten toen de wetgeving veranderde.” “De consument kon altijd al elektronica inleveren bij de gemeentes. Althans, producenten van consumentenelektronica hadden dat op die manier geregeld. In het kader van de nieuwe regelgeving (AEEA-richtlijn) zijn wij ons gaan richten op die zakelijke markt, werd onze doelgroep aangesproken en zijn wij ons daar verder in gaan verdiepen. Daarop zijn wij de markt opgegaan en zo in contact gekomen met RTA.”
signalement maart 2006
Wat is er zo lucratief aan het inzamelen van afval? Onze onderneming wil eigenaar worden van afvalstoffen om daar vervolgens wat mee te doen. Niet-gesorteerde afvalstoffen komen bij ons binnen en die scheiden wij: daarmee krijgen die stoffen toegevoegde waarde. En daarop probeer je je marge te halen. Sorteren, verwerken, terugbrengen in de keten als nieuwe grondstof. Of via opwekking van energie.”
Geldt dat ook voor apparatuur die via RTA bij u belandt? “Precies. Daarop is die hele wetgeving gebaseerd. Die eist bepaalde recyclingpercentages en materiaalhergebruik. Wij demonteren de apparatuur en scheiden in de verschillende monostromen: kunststoffen, metaalsoorten, batterijen… Die monostromen gaan vervolgens naar gespecialiseerde verwerkers, metaalsmelters et cetera. En zo ontstaat hergebruik. Wat overblijft wordt door gespecialiseerde verwerkers ingezet bij de opwekking van energie.”
Wat komt er via RTA bij u binnen en is dat eenvoudig verwerkbaar? “Dat wisselt heel sterk. Bij de producenten wordt nu nog niet echt veel aangeboden. Wij hebben dus ook nog niet veel apparatuur gekregen. Wat binnen komt, is zeer divers. Wat wij wel duidelijk merken, is dat ziekenhuizen verder zijn dan bedrijven. Logisch natuurlijk, zij moesten van oudsher betalen om van hun apparatuur af te komen en nu kunnen ze er gratis vanaf. Daar is de drijfveer dus ook groter dan voor bedrijven.” “Weliswaar kan de producent apparatuur bij ons aanbieden, maar hij kan die natuurlijk ook tweedehands verkopen. Alleen heeft hij daar niet altijd belang bij. Wij als Shanks hebben met RTA afgesproken dat er niets terugkomt in het circuit. Wij verwerken alleen.
Is de hoeveelheid in overeenstemming met wat u nodig hebt om uw marge te halen? “Het gaat hier om nieuwe business. In Nieuwegein hadden we al onze vaste kosten qua werknemers en apparatuur. Wat van RTA komt, wordt momenteel veelal nog handmatig gedemonteerd. De hoeveelheid apparatuur die binnenkomt, bepaalt vooral het aantal mensen dat wij moeten inzetten en dat is variabel. De hoeveelheid apparatuur is dus niet kritisch. De investeringen zijn daar relatief laag en kunnen omhoog naarmate er meer te verwerken is. Dat is op dit moment nog niet aan de orde. De vraag is ook of er veel te automatiseren valt, omdat de apparatuur zo divers is.”
Overheid moet stimuleren “De overheid zou het retourneren van afgedankte apparatuur veel meer moeten stimuleren. Ontdoeners moeten ervan bewust raken dat ze er kosteloos vanaf kunnen. Zolang ze daarvan niet doordrongen zijn – Stichting RTA kan dat doen, maar de overheid heeft daar een cruciale rol – dan nemen de ingezamelde aantallen vanzelf toe. Veel mensen weten nog niet van dit retoursysteem en de wetgeving daaromheen.” “Inzamelen doet Shanks ook: wij gaan langs de producent. Als wij worden afgeroepen, zorgen wij dat er voor de inzameling emballage op de locatie komt te staan. Ook kunnen we, als RTA dat opgeeft, inzamellocaties bij de ontdoener inrichten, bijvoorbeeld containers bij de grote ziekenhuizen. Daar hebben we ook gespecialiseerde voertuigen voor. Wij zamelen volgens dezelfde methodiek bijvoorbeeld ook alle stukgoederen van Auto Ale Meijer Recycling Nederland in.” <
23
■ FEDERATIEF
PPM, Pre Project Management Fonds Consortiumvorming gericht op technologieontwikkeling
Jet-Net projecten in de praktijk van scholen en bedrijven
Wat is Jet-Net?
De Kennisalliantie Zuid-Holland is toegetreden tot het PPM-fonds. Zij heeft 50.000 euro gestort. De stand is nu: EZ 150.000, FHI 50.000 en Kennisalliantie 50.000. Bart Ronteltap, de vroegere directeur/eigenaar van Van Essen Instruments, neemt namens de Kennisalliantie zitting in het bestuur. In november was de Holland Innovation-meeting in het Congresgebouw Den
Haag. Daar deed FHI drie workshops met de Kennisalliantie in het kader van het PreProjectManagement-traject. De eerste over sensoren in de tuinbouw, de tweede over het monitoren van containers in de haven en de derde over het monitoren van aangroei in leidingen in de procesindustrie.
een project is gedefinieerd, is het wachten nu op de bereidheid van SenterNovem om gelden beschikbaar te stellen. In voorbereiding is verder een vervolgsessie op de oktobermeeting vanuit micronano over het meten van bacteriën in voedselstromen en over de minifabriek.
In februari zijn daar vervolgsessies op om te komen tot een project per onderwerp. Voor Clean Water Sensing, waarvoor reeds
De volgende PPM-sessie vindt plaats tijdens Sense of Contact en is weer een projectgeneratieworkshop. <
Industriepoort Industrie en politiek in Nieuwspoort FHI participeert sinds kort in Industriepoort, een vast ontmoetingscentrum in het middelpunt van de politieke besluitvorming. Industriepoort is hét ontmoetingspunt voor vertegenwoordigers van industrie, politiek, beleidsmakers en media. Zij ontmoeten elkaar daar om van gedachten te wisselen, om contacten te versterken en om samen de positie van de industrie in Nederland te versterken. Daarom wordt Industriepoort gehouden midden in het hart van de publieke
24
arena in Nederland, in het Internationaal Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.
MKB-Nederland en FHI als federatie van technologiebranches.
Industriepoort is een initiatief van vier industriewoordvoerders uit de Tweede Kamer (CDA, PvdA, VVD en D66) en een aantal overkoepelende organisaties: Metaalunie (metaalnijverheid), FME-CWM, Uneto VNI (installatie) VNCI, (chemische industrie), NRK (rubber- en kunststofindustrie), VAI (voedingsmiddelenindustrie), KIVI-NIRIA (de verenigde Nederlandse Ingenieursvereniging), werkgeversorganisatie VNO-NCW,
Twee keer per jaar is er een bijeenkomst. Op 21 maart 2006 spreekt Frits Bolkenstein. Een van de onderwerpen zal zijn: hoe verhoudt Nederland zich ten opzichte van andere landen als het gaat om het eigen bedrijfsleven te helpen aan overheidsopdrachten? Frankrijk en Duitsland lijken dat méér te doen dan Nederland, met name richting (kleinere) technologiebedrijven. <
signalement maart 2006
Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is een samenwerkingsverband tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. In Jet-Net werken bedrijven samen met havo- en vwo scholen. Doel is het onderwijs in de exacte vakken aantrekkelijker te maken. En de beroepsperspectieven in industrie en technologie beter zichtbaar te maken. Het landelijk coördinatiepunt Jet-Net is de initiator en coördinator die scholen en bedrijven één op één bij elkaar brengt. Samen ontwikkelen zij uitdagende activiteiten die aansluiten bij de bètavakken in het curriculum.
In het najaar van 2005 hebben alle FHIleden een mailing ontvangen, om actief deel te nemen in Jet-Net projecten. Voor degene aan wie deze mailing voorbij is gegaan, hierbij een volgende kans om alsnog enthousiast mee te gaan doen. Voor zes bedrijven kwam de kans al uit. Zij kunnen en zullen op hun eigen wijze invulling geven aan een Jet-Net-project. In alfabetische volgorde stellen de bedrijven de volgende projecten voor: • Bio-Rad Laboratories: lessen geven aan circa 30 leerlingen met explorer kits voor DNA-analyse. • Chess Engineering: scholieren betrekken bij jaarlijkse robocup wedstrijd. • DaVinci Europe: workshops voor scholieren in laboratory automotive en gaschromatografie. • DIS: lessen geven met betrekking tot het ontwikkelen en produceren van sensoren. • Synspec: lessen geven in het meten van uitstoot van milieu verontreinigende componenten in het verkeer.
• Actemium: gastles op school geven voor het gebruik van sensoren en actoren in de industriële automatisering, gecombineerd met webles en toetsing. Er zal vanuit Jet-Net naar contacten met scholen worden gekeken, maar ook kunnen de bedrijven zelf met invulling van de projecten bij scholen in de eigen contactenkring aankomen. De extra faciliteiten die de scholen moeten aanschaffen, worden vanuit een fonds voor lesmateriaal ter beschikking gesteld. Dit levert een mooie combinatie op: de interesse voor techniek wordt gestimuleerd en de inzet van kleinere bedrijven wordt beloond. Als deze eerste zes projecten succesvol blijken te zijn, zal FHI haar leden uitnodigen voor een vervolg.
Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
Digitale Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RIE) voor FHI-leden FHI heeft in samenwerking met ArboNed een branchespecifieke digitale RisicoInventarisatie en -Evaluatie (RIE) ontwikkeld. U kunt hiermee snel en simpel werken aan een veilige en gezonde werkomgeving. Via het afgeschermde ledengedeelte van de FHI-website leden.fhi.nl kunt u de nieuwe RIE eenvoudig en kosteloos installeren.
Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) Vanaf 1998 is elke werkgever verplicht een risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) uit te voeren. De werkgever moet onderzoeken welke risico’s werknemers lopen bij het
signalement maart 2006
werken in het bedrijf. Met de nieuwe volledige RIE kunt u als FHI-lid snel en simpel werken aan een veilige en gezonde werkomgeving. Door beantwoording van een aantal vragen kunt u alle belangrijke risico’s in uw bedrijf inventariseren en beoordelen. Er rolt vanzelf een opzet voor het plan van aanpak uit, die u alleen nog maar hoeft aan te vullen. Door het uitvoeren van het plan van aanpak worden risico’s weggenomen of verminderd.
Wie kan u hierbij helpen? KeurCompany, onderdeel van ArboNed, heeft een aantrekkelijk aanbod om u te
helpen bij de RIE. U voldoet hiermee aan de wettelijke verplichting om over een actuele en getoetste RIE te beschikken. U kunt zelf de RIE uitvoeren en laten toetsen door KeurCompany, of de uitvoering van de RIE geheel uitbesteden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paul van Strien, senior consultant KeurCompany, via (030) 2996342. Voor vragen over de RIE zie de downloads op leden.fhi.nl of neem contact op met Andreas Meijer van het FHI-bureau op (033) 4657507. <
25
■ FEDERATIEF
Branche- en salarisonderzoek 2006 Dit jaar vinden binnen FHI zowel het brancheonderzoek als het salarisonderzoek plaats. Het zijn onderzoeken die een benchmarkinstrument geven aan de leden. Om een zo betrouwbaar en nauwkeurig mogelijk onderzoek uit te kunnen voeren, is een grote respons vanuit de branches altijd noodzakelijk.
Brancheonderzoek, de markt De vragenlijst voor het brancheonderzoek bestaat uit onderdelen over de omzet, het personeel, trends en algemene onderwerpen. De omzet wordt verdeeld over productgroepen, afzetmarkten, regio’s en activiteiten. De ingevulde vragenlijsten zullen een uitgebreide analyse mogelijk maken. Naast het brancheonderzoek onder de leden wordt informatie verzameld van de afzetmarkten op zich. Bij FHI voert Valentine van Vuuren dit onderzoek uit. Voor een zo hoog mogelijke respons zal zij de non-respons nabellen om zoveel mogelijk ingevulde vragenlijsten te ontvangen. Zij verzorgt ook de opzet van de
verwerking, de analyse en de eerste rapportage. Dat betekent dat deze eerste fase zal worden afgerond in juni 2006. De tweede fase levert de uiteindelijke rapportage op en wordt in september 2006 afgerond.
Gratis De leden die hebben meegewerkt aan de schriftelijke respons, ontvangen een gratis exemplaar. Andere leden kunnen in het najaar van 2006 voor 110 euro (exclusief BTW) een rapport aanschaffen.
Salarisonderzoek, arbeidsvoorwaarden Begin maart zal het salarisonderzoek 2006 worden gestart. Voor dit onderzoek verzorgt Sander van Ginkel de uitvoering binnen FHI. In vergelijking met het vorige onderzoek wordt andermaal een aantal functies toegevoegd. De vragenlijst is vergelijkbaar met de vorige edities. De analyse wordt daardoor verspreid over drie edities. Het onderzoek levert informatie over de salarissen in de branche en dat op een efficiënte en klantvriendelijke manier voor
de deelnemers, voor 110 euro (exclusief BTW) per rapport. De doelstelling voor de deelnemer is duidelijk. Voor de betreffende functie moet in één oogopslag duidelijk zijn hoe medewerkers binnen de branche worden beloond. De concrete voordelen zijn zo evident dat het niet moeilijk is voldoende deelnemers te krijgen voor dit onderzoek. Dat zijn elke keer ongeveer 150 bedrijven. Bij die aantallen wordt het tevens mogelijk per branche te rapporteren. Indien de respons en verwerking snel en goed verlopen, is het mogelijk om dit rapport vroeg in het najaar van 2006 te ontvangen. Beide onderzoeken hebben een vergelijkbare timing en zullen daardoor rond dezelfde tijd worden afgerond.
Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
Nieuwe FHI-voorman houdt niet van polderen Marcel van den Broek (51) is sinds 1 januari de nieuwe voorzitter van FHI, federatie van technologiebranches. De directeur van een groep van elf bedrijven die apparatuur en producten voor thuispatiënten leveren, bekleedt al elf jaar diverse bestuursfuncties binnen de sector. Van den Broek is een resultaatgerichte pragmaticus die niet van borrelpraat houdt. “Je moet de dingen niet moeilijker maken dan ze zijn.”
Welke koers vaart u in de belangenbehartiging? “Ik ben niet zo’n voorstander van het poldermodel. Als branchevereniging hebben we een bepaald belang. Als je dat op een betrokken en gepassioneerde wijze uitdraagt, kom je vaak tot een goed compromis. Maar als je al begint met het compromis, leidt dat tot verslapping.”
Voor welke beleidsthema’s gaat u zich sterk maken? “De lijn van mijn voorganger Tom Fransen zet ik voort. Twee thema’s zijn belangrijk: innovatie stimuleren en de administratieve lastendruk verminderen. Dat klinkt niet sexy, maar dit zijn de thema’s waar onze ondernemers dagelijks mee bezig zijn. Daar hameren we al zes jaar op en dat blijven we doen. De aandacht voor onze sector is gelukkig toegenomen. Technologie op de politieke kaart zetten is lastig. Dat neemt meer dan een kabinetsperiode in beslag.”
Een veel gehoorde klacht van ondernemers is dat zij vastlopen op de aanbestedingsprocedures van innovatieprojecten. Waar ligt het probleem? “Aanbestedingen worden tegenwoordig geschreven door gespecialiseerde bureaus.
26
signalement maart 2006
signalement maart 2006
Voor doorsnee ondernemers zijn die teksten niet meer te behappen. Zij maken nauwelijks een kans, terwijl vanuit het mkb innovaties moeten komen. De hele procedure is zo juridisch dat iedereen zich aan alle kanten indekt. Tot innovatie leidt dat niet. We moeten teruggaan naar de producten en diensten, dus naar de zaken waar het om draait.”
Veel innovatiegelden gaan naar grote bedrijven en kennisinstellingen. Wat vindt u daarvan? “Op zich vind ik subsidiering van grote kennisinstellingen niet erg, als er maar een spin-off is naar het mkb. Het probleem is dat subsidies nogal eens worden gebruikt om de vaste kosten te dekken. Maar erger is dat grote bedrijven veel productie naar het buitenland hebben verplaatst, terwijl ze daarvoor wel subsidie krijgen. De overheid zou zich wat dat betreft eens goed achter de oren moeten krabben. Ook is de overheid weinig creatief als het om subsidieverstrekking gaat. Ze zou zich moeten beperken tot het scheppen van voorwaarden om bedrijven meer ruimte te geven. En niet zitten kissebissen op procedures en regeltjes. Dat kost bakken met geld dat veel beter is te besteden.”
U neemt als FHI-voorzitter ook zitting in het hoofdbestuur van MKB-Nederland. Hoe kijkt u tegen een eventuele samenwerking met VNO-NCW aan? “Wij juichen dat proces toe. Op veel dossiers zijn er geen verschillen, dan moeten we geen dubbel werk gaan doen. Ook wordt het bedrijfsleven steeds diffuser. Het onderscheid tussen groot en klein vervaagt. Beter is bedrijven in te delen naar de markt waarin ze opereren, dus lokaal, nationaal
en internationaal. Belangrijk is dat de verenigingen niet intern maar naar buiten gericht bezig zijn. In Nederland hebben veel brancheorganisaties een competitief element in zich. Terwijl bedrijven geen belang hebben bij concurrentie tussen verenigingen. Vaak draait het dan om de ego’s van bestuurders en de belangen van de bureaus. Dat is dodelijk voor het bedrijfsleven. Dan ben je voor de politiek geen serieuze partij. Daarom zeg ik: houd het simpel. Het gaat om de bedrijven die je vertegenwoordigt, daar sta je voor.”
FHI is een vereniging die veel voor haar leden organiseert, zoals de beurs HET Instrument. Zou de belangenbehartiging in Nederland meer die kant op moeten gaan? “Ja, maar daar zitten wel grenzen aan. We willen absoluut geen secretariaatsbureau of inkooporganisatie worden. Ook met keurmerken zijn we heel voorzichtig. Je ziet dat die een handel op zich zijn geworden. Dat is kapitaalvernietiging. Er zijn organisaties die ons graag in de hoek van beursorganisatiebureau drukken. Die formule is jaren geleden opzij geschoven. Financieel is de vereniging niet afhankelijk van de beurs. Niettemin zullen we onze oude corebusiness niet verloochenen. Daarmee laten we per slot van rekening zien dat we ook marktgericht zijn.” Dit interview is gehouden door Mike Schellart, redacteur van Ondernemen, een uitgave van MKB-Nederland. <
27
■ FEDERATIEF
■ FEDERATIEF
Welke landen zijn populair? “Tachtig procent van de plannen wordt geschreven op een Europees land binnen de Unie. Dat is soms ook erg afhankelijk van persoonlijke voorkeur van de ondernemer… de buitenlandse vrouw met wie hij is getrouwd, bijvoorbeeld.”
Hoe komt u aan uw expertise, gaat u zich ter plaatse oriënteren? “Ik doe al tien jaar verkoopondersteuning bij bedrijven. Soms heeft dat met export te maken, soms met een andere vorm van verkoopondersteuning. Vanuit die expertise kan ik goed helpen. Het is niet zo dat ik ervaring heb opgedaan in allerlei landen. Verder dan Indonesië gaat mijn specifieke kennis niet. Maar op grond van mijn ervaring kan ik contacten leggen met de juiste mensen.”
Ontstaat er altijd een duurzame relatie tussen het bedrijf en het beoogde buitenland?
Programma Starters op Buitenlandse Markten
Duwtje in de rug voor startende exporteurs Als duwtje in de rug voor startende exporteurs is er PSB, het Programma Starters op Buitenlandse Markten. Deze PSB-regeling heeft tot doel mkb-bedrijven die geen of weinig exportervaring hebben, te ondersteunen bij het betreden van een nieuwe of praktisch nieuwe buitenlandse markt. Een bedrijf dat wil gaan exporteren, krijgt via de PSB-regeling gratis advies bij het opstellen en uitvoeren van een zogenoemd internationaliseringsplan, dat gericht moet zijn op een doelland of op een doelregio. Bovendien ontvangt men een bijdrage in de kosten voor het realiseren van een aantal hieruit voortvloeiende activiteiten. De PSBregeling kan van toepassing zijn op elk land in de wereld. FHI is een van de uitvoerders van deze EVD-regeling en organiseert ondersteuning voor de leden in de persoon van exportconsulent Harry van de Pol. “Toen FHI daar vorig jaar mee begon, heb ik meteen mijn diensten aangeboden”, vertelt Van de Pol, “omdat ik al veel ervaring heb met het uitvoeren van dat programma, dat ik al vanaf 1998 heb uitgevoerd voor de
28
Koninklijke Metaalunie.” Van de Pol werkte toen nog bij een organisatieadviesbureau dat gelieerd is aan de Metaalunie. “Dat bureau voerde als onderaannemer de regeling PSB uit voor de Metaalunie; ik was daar een van de dertig adviseurs.”
“Bedrijven die overwegen om met export te starten kunnen contact opnemen met FHI” Achttien maanden Vorig jaar toog Van de Pol aan het werk voor FHI-leden. In 2005 hielp hij er veertien, dit jaar al weer zes. Tussen eerste kennismaking en afscheid ligt een traject van achttien maanden. “Bedrijven die overwegen om met export te starten – vaak doen ze al wel iets – kunnen contact opnemen met FHI. Dan bezoek ik dat bedrijf en praten we over de plannen. Vervolgens werken we samen een plan van aanpak uit voor het bewerken van een specifiek land. Vervolgens wordt
goedkeuring gevraagd bij de EVD in Den Haag. Bij een positieve beslissing mag het bedrijf achttien maanden kosten maken die met dat plan in verband staan. Naderhand help ik weer om te zorgen dat de helft van die kosten worden teruggestort. Gaande het traject houden we contact om te zien hoe het gaat, om links en rechts nog wat te helpen en de positie ten opzichte van de voorgenomen doelstellingen in de gaten te houden. Dat is mijn rol.”
Zijn er landen waarvan u zegt: daar begin ik niet aan?
“Bedrijven die met PSB aan de slag gaan, zijn altijd gericht op het structureel opbouwen van een relatie, ze zoeken niet iets eenmaligs. Soms doet een bedrijf onderzoek en is de conclusie dat het er maar beter niet aan kan beginnen. Het komt ook voor dat het niet in één keer lukt om een goede dealer te vinden. Maar over het algemeen is het zo dat PSB helpt te focussen op een land waar kansen zijn. Meestal lukt het.”
Hebt u te maken met protectionisme door het beoogde buitenland? Willen ze u wel eens tegenhouden om de binnenlandse markt te beschermen?
Maar je krijgt er altijd mee te maken als je in de export iets wilt. Je zet in je aanvraag dan ook vooral datgene wat je extra hebt te bieden, op grond waarvan je een kans meent te hebben. Als een product teveel lijkt op iets wat in die markt al aanwezig is, dan gaat het niet lukken, tenzij op prijs – en dat is niet de manier waarop je dit moet willen. Ook is er wel eens sprake van belemmerende regelgeving, maar minder in de sectoren waarin FHI-bedrijven actief zijn.”
Welke branche maakt het meest van u gebruik? “Het meest doe ik zaken in de branches Laboratorium Technologie en Industriële Elektronica en de combinatie daarvan.”
HRM-DAG
2006 DE DIEPTE IN Ook voor 2006 staat weer een HRM-dag in de agenda. Op 5 oktober komt een nieuwe editie van deze in 2005 zo geslaagde dag. Het evenement wordt iets anders van opzet: minder onderwerpen, maar met de uitdrukkelijke mogelijkheid om per item dieper op het onderwerp in te gaan. Ook wordt gedacht aan een combinatie van lezingen en workshops. De HRM-groep van FHI werkt de ideeën op dit moment verder uit. <
Voorwaarden “Misschien is het goed de belangrijkste voorwaarden te noemen om voor PSB in aanmerking te komen: je mag als bedrijf niet meer dan honderd man in dienst hebben en je hebt in het jaar voorafgaand aan de aanvraag minder dan dertig procent geëxporteerd. Veel informatie is te vinden op de website van de kamer van koophandel www.kvk.nl. Of anders: neem meteen contact op met mij: ir. Harry van de Pol, telefoon (06) 51217230.” Binnen FHI is Andreas Meijer de verantwoordelijke manager die deze activiteit heeft opgezet en begeleidt. <
Made in Holland, embedded systems De EVD, ‘Agency for international Business and Cooperation’ van EZ, wijdde de januariuitgave van haar magazine Made in Holland geheel aan embedded systems. De uitgave kwam tot stand in nauwe samenwerking met FHI.
“Bedrijven die deelnemen aan het PSB moeten de OESO-richtlijnen (Organisatie voor Ecnomische Samenwerking en Ontwikkeling) onderschrijven en daarin is het een en ander opgenomen over corruptie of milieubelasting en dergelijke. Maar ik heb geen landen op de zwarte lijst staan. Als bedrijven met zeer exotische landen op de proppen komen, waarbij ik bedenkingen heb, dan gaan we wel in gesprek. Maar dat komt niet vaak voor. Over ’t algemeen hebben startende exporteurs al wel een goed beeld van wat ze willen. En dat is zelden een exotisch uitstapje”.
signalement maart 2006
“Dat is zeker aan de orde; je treft dat in bijna elke doelmarkt. Alleen de mate waarin verschilt per land en per product.
Het gekozen onderwerp is in feite een spin off van de HightechConnections-reis naar Boston, waar micronano en embedded ook centraal stonden. De sterkte van Nederland wordt op aanstekelijke wijze internationaal onder de aandacht gebracht. De bijdragen gaan ondermeer over DevLab en DevClub,
signalement maart 2006
over Protonic, Nedap, Dutch Space, Neways, Ricore Systems, TNO FEL, ARS, Chess, Tom Tom, Almende, Decis, Bruco, Priva, Thales, Technolution, JTAG, Buhrs, Enraf, Xsens, Sioux, BESI en Spark Holland. Het magazine wordt door de Nederlandse ambassades en technisch wetenschappelijke attachés verspreid ‘all over the world’, in het kader van Holland-promotie. <
29
■ FEDERATIEF
Raamwerk Arbeids Overeenkomst (RAO) is alweer toe aan een update Door de vele veranderingen op het
de maatregelen op dit terrein. Voor deze
naar wat de werknemer ondanks zijn ar-
gebied van de sociale zekerheid is de FHI-
medewerker geldt ontslagbescherming.
beidsongeschiktheid nog wél kan, in plaats
RAO steeds sneller toe aan een update.
In de RI&E zullen de taken en verantwoor-
van zijn onmogelijkheden. De Wet WIA zorgt
De oerversie stamt uit 1998, de meest
delijkheden van de preventiemedewerker
daarbij voor een uitkering of aanvulling op
actuele versie is van april 2005. Maar een
moeten worden vermeld. Bestaande RI&E´s
het loon wat hij nog kan verdienen. De Wet
update is alweer in de maak.
moeten hierop worden aangepast en
WIA kent twee regelingen.
De voornaamste wijzigingen in de nieuwe
vervolgens worden getoetst door de arbo-
RAO betreffen de preventiemedewerker, ou-
dienst. Het aanpassen en vernieuwen van
derschapsverlofkorting, de Wet Werk en In-
de RI&E kan plaatsvinden tot 1 juli 2006.
Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA): 80% of meer arbeidsongeschikt. Werknemers die volledig arbeidsongeschikt
komen naar Arbeidsvermogen, doorbetaling bij ziekte, bijtelling privégebruik auto van de
Ouderschapsverlofkorting
zijn met géén of een zeer geringe kans op
werkgever, ziektekostenregeling, pensioen
Als de werknemer spaart in de levensloop-
herstel én die naar verwachting ten minste
en de Algemene Nabestaandenwet. Voor
regeling, heeft hij in zijn aangifte inkomsten-
vijf jaar arbeidsongeschikt blijven, komen in
FHI-leden zal de meest recente versie te
belasting recht op een aanvullende heffings-
aanmerking voor een uitkering vanuit de IVA.
downloaden zijn via het afgeschermde
korting; de ouderschapsverlofkorting.
ledengedeelte van de FHI-website.
Deze korting bedraagt de helft van het
Aanstellen Preventiemedewerker
Dat komt momenteel neer op een bedrag
Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA): 35 tot 80% arbeidsongeschikt
Met ingang van 1 juli 2005 is in de
van ongeveer € 636,- per maand bij voltijd
De WGA heeft als uitgangspunt dat werken
Arbeidsomstandighedenwet voor bedrijven
ouderschapsverlof. Maximaal is de ouder-
loont. Met andere woorden, iemand die
de verplichting opgenomen een preventie-
schapsverlofkorting gelijk aan het verschil
gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, kán werken.
medewerker aan te stellen. Bij bedrijven
tussen het loon over het kalenderjaar en het
Via financiële prikkels stimuleert de WIA om
met minder dan vijftien medewerkers kan
loon over het vorige kalenderjaar.
dat ook te doen. De hoogte van de uitkering
de ondernemer zelf de werkzaamheden
Indien ouderschapsverlof (gedeeltelijk)
is dan ook gerelateerd aan de zogenaamde
verrichten. Bij bedrijven met meer dan
onbetaald is, kan de levensloopregeling dus
rest- of verdiencapaciteit.
vijftien medewerkers dient een eigen
gebruikt worden om het loon aan te vullen.
minimumloon per opgenomen verlofuur.
Minder dan 35% arbeidsongeschikt
medewerker als preventiemedewerker te Het minimum takenpakket van de pre-
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)
ongeschikt zijn, zijn niet langer arbeidson-
ventiemedewerker is het verrichten en
Met ingang van 1 januari 2006 wordt de
geschikt in het nieuwe stelsel en vallen niet
opstellen van de RI&E, het adviseren van
WAO vervangen door de Wet Werk en
onder de regelingen van de WIA (huidige
medewerkers over een goed arbeidsom-
Inkomen naar Arbeidsvermogen, de WIA.
WAO’ers vallen niet onder de WIA). <
standighedenbeleid en het uitvoeren van
In deze nieuwe wet wordt vooral gekeken
worden aangesteld.
signalement maart 2006
www.muntz.nl
Werknemers die minder dan 35% arbeids-
31
The making of… ■ HET 2006
de beurs. De bezoekers kunnen een technisch dilemma in de denktank deponeren, waarna men een diagnose en een voorzet voor de oplossing als recept mee naar huis krijgt. De verschillende disciplines werken daartoe samen: typisch het voordeel van een grote beurs. De basis onder deze twee paviljoens is een Elektronicacluster. In het verlengde van het Maak het in Hoge Lonen Land paviljoen in 2004 wordt met de deelnemers een actueel onderwerp gekozen. De milieuwetgeving (RoHS, Ecodesign en AEEA) heeft een enorme invloed op elektro-
De bijeenkomst The making of… HET Instrument 2006 in CineMec Ede, waarvoor velen een feestelijke strik en een zakje haarglitter ontvingen, heeft talloze complimenten opgeleverd. Niet geweest? Dan heeft u wat gemist. Een belangrijk element op ‘The Making Of…’ was het bekend maken van ideeën rond de bezoekerswerving voor HET Instrument. In het vervolg daarop stuurde FHI de leden inmiddels een reminder met de opsomming van het hele pakket aan middelen om de bezoekerswerving voor te bereiden. Een voorbeeld van de radioreclame voor de beurs is al op de FHI-site te beluisteren. Bijna traditioneel bracht de ‘show’ rond de FHI-presentatie een virtuele scheiding aan tussen hen die in feite nog veel meer gimmicks en glamour wensen en anderen, die juist een no nonsense en down to earth-houding nastreven. FHI wil beide groepen bedienen. En juist in de vroege fase moeten marketingmensen worden overtuigd dat een en ander goed wordt aangepakt. Dat zijn vaak anderen dan
degenen die straks de stand bemannen. In dat spanningsveld bewegen zich de voorbereidingsactiviteiten. Belangrijk is om enthousiasme te wekken, anders komt de boel niet aan de gang. En dat is gelukt. De inschrijving verloopt uitstekend. De score zit op 15.000 meter en daarmee loopt de organisatie drie weken vóór op het schema van twee jaar geleden. Bovendien hebben alle grote IAbedrijven die voorheen een collectieve stand bemanden, weer eigen stands. Ook de invulling van het congresprogramma vordert goed.<
Elektronica op HET Instrument 2006 De leden van de branche Industriële Elektronica kunnen zich op verschillende manieren presenteren op HET Instrument 2006. Om een herkenbaar beeld te communiceren naar de 26.000 bezoekers worden drie paviljoens georganiseerd. De formule van een paviljoen geeft een deelnemer de mogelijkheid, om efficiënt een gezamenlijke ruimte met catering
32
te benutten. Daarnaast geeft de samenwerking in een paviljoen de kans om mee te draaien in de promotie vanuit FHI. Zowel in nieuwsbrieven, op de website, in artikelen als in speciale acties wordt aandacht gegeven aan de paviljoens en de deelnemers. Er wordt een Testtechnologiepaviljoen opgezet voor bedrijven uit de clusters Test & Measurement en Platform Omgevingstechnologie. Natuurlijk kunnen ook bedrijven aansluiten die een koppeling zien met testtechnologie. Leden van de Development Club, MinacNed en de Sensor Technologie Club zullen gezamenlijk het DevClub Café vormgeven.
’Denktank’ op de beurs Als speciale activiteit wordt gedacht aan een denktank op
signalement maart 2006
nicatoepassingen en wordt daarom als mogelijk thema gezien. De keuze wordt in het voorjaar gemaakt met de deelnemers die een weerspiegeling van de branche zijn. Elektronica wordt binnen FHI ‘enabling’ genoemd. Elektronica maakt immers andere producten, diensten en toepassingen mogelijk. Dat geeft deelnemers uit de branche niet alleen mogelijkheden in het netwerken tijdens de beurs maar ook al in voorbereiding naar HET Instrument 2006. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
Luchtje aan LivePIL 2006 Een groep van zo’n dertig bedrijven gaat op HET Instrument 2006 parfum produceren. Dit is overigens niet zomaar een parfum. De bezoeker beantwoordt via een interface een aantal vragen en de productielijn maakt aan de hand van de gegeven antwoorden het meest geschikte parfum voor hem of haar. Binnen de FHI-branche Industriële Automatisering hebben de bedrijven Bellt en Panasonic het voortouw genomen. Zij zijn samen met branchemanager, Eelco van Harten, druk bezig met de organisatie van de parfumproductielijn waar bezoekers aan de beurs HET Instrument een aardig presentje voor thuis kunnen produceren. LivePIL is de afkorting voor Live Production Integration Line; feitelijk een miniproductielijn op de beurs HET Instrument. Met deze miniproductielijn wil de organisatie meer media-aandacht genereren, wat weer moet resulteren in meer bezoekers gedurende de beursweek. Leuke bijkomstigheid is dat de deelnemende bedrijven elkaar completeren en dat er samenwerkingsverbanden ontstaan die ook na de beurs hun vruchten kunnen afwerpen. Oplossen van dit ludieke maar technisch best lastig vraagstuk zou niet mogelijk zijn zonder de medewerking van een aantal belangrijke partners. Zo heeft Van Wyk Systems uit Santpoort Noord haar medewerking inmiddels toegezegd. “We wilden al enige tijd een demonstratiemachine maken waarmee we onze klanten kunnen aantonen hoe nauwkeurig en volledig automatisch we kunnen doseren. Nu hebben we een uitgelezen mogelijkheid”, aldus de heer Van Dam van Van Wyk Systems. Ook IFF International Flavours & Fragrances heeft haar medewerking toegezegd. “We verwachten niet dat we onze doelgroep op de beurs zullen ontmoeten, maar we vinden de actie dusdanig interessant dat we
signalement maart 2006
toch graag onze medewerking verlenen”, aldus de heer Oosterhof van IFF. Binnenkort verwacht de organisatie ook met een flesjesleverancier rond te zijn en dan is alles in huis om de parfums te maken. Het woord is dan aan de automatiseerders om het gehele proces van transporteren, robotiseren, wegen, etiketteren et cetera te automatiseren. Het concept van het paviljoen moet voor zowel de bezoeker als voor de deelnemer een duidelijke meerwaarde hebben, wil het een succes worden. En we denken dat we met dit concept op de goede weg zijn aldus de heer Ruiter van Bellt. De heer Starink van Panasonic vult dit nog aan “We verwachten dan ook veel positieve reacties van de leden die mee willen werken aan het paviljoen.”<
LiveLAB Dat het forensisch laboratorium, dat in het kader van LiveLab wordt ingericht op HET Instrument, aansluit bij de actualiteit, kreeg onlangs bevestiging uit onverwachte hoek. Minister Donner kondigde namelijk aan 500 forensisch specialisten te gaan werven… Voor meer informatie neem contact op met FHI, Andreas Meijer, telefoon: (033) 4567507, e-mail:
[email protected] <
33
Massa-meeting rond elektronicaketen Milieuwetgeving: meer dan loodvrij, meer dan RoHS-compliant
gaat veranderen. Wie gaat deze informatie en kennis verstrekken en welke klant wil er voor betalen? Ondanks de experimenten en onderzoeken van verschillende partijen in de bedrijfsketen is men nog niet goed bekend met het gebruik van andere materialen in de voortbrenging van elektronicaproducten. Het is een cliché: voortdurende communicatie zal ook in 2006 en langer van levensbelang blijken in deze revolutie.
De markt Betrouwbaarheid speelt een belangrijke rol in het imago van de ‘nieuwe’ producten. De markt zal op natuurlijke wijze gaan bepalen of men meegaat. De milieuwetgeving is natuurlijk bepalend voor Europa, maar zoals al eerder vermeld: we hebben te maken met een globale markt. De voortekenen zijn positief. Men gaat wereldwijd om.
De werkelijkheid zal het echter nog wel moeten bewijzen.
De communicatie en het vervolg Omdat dit zo’n complexe situatie is, zelfs als andere milieuwetgeving zoals REACH, Ecodesign en AEEA buiten beschouwing worden gelaten, was een congres een belangrijk communicatiemiddel. Zowel toeleveranciers, handelaren, distributeurs, OEM’ers als assembleurs en producenten hebben het RoHS-belang herkend en gaan ermee aan de slag. FHI heeft met het ministerie van VROM afgesproken de onbekendheid en onduidelijkheid aan te pakken. Er wordt onder andere via de Kamers van Koophandel informatie gegeven aan de bedrijven in de regio. Binnen de branchevereniging Industriële Elektronica houdt men de communicatie levend door een mini-event
te organiseren rond de vergadering van passieve- & elektromechanische componenten, in samenwerking met bedrijven als 3T, Neways, Nedap en NBG Industrial Automation. Op 30 maart 2006 wordt door deze bedrijven een programma aangeboden voor componentenleveranciers en OEM’ers. Daarnaast is SenterNovem (bereikbaar via telefoonnummer (030) 2147979 en e-mail
[email protected]) een vraagbaak voor bedrijven met specifieke vragen. Is dat het dan? Nee. Communicatie hierover is ook in 2006 en 2007 van levensbelang. Leden en hun relaties blijven betrokken door het branchebestuur en branchemanagement. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
Het voorjaar komt er aan! Frisse wind waait in de elektronicabranche
Tijdens het RoHS-congres op 23 november 2005 is aandacht gegeven aan de milieuwetgeving die op 1 juli 2006 ingaat. Gevaarlijke stoffen zoals lood, kwik en cadmium mogen vanaf die datum niet meer in elektronica voorkomen. Deze constatering is niet zo lastig en daarvoor is niet per se een congres nodig. De belangrijkste aanleidingen om dat toch te organiseren, waren de onbekendheid en de onduidelijkheid van de wetgeving ten aanzien van de implementatie. Dat meer mensen dat vonden, bleek uit de opkomst: 450 betalende bezoekers. Als u wilt nalezen wat zij hebben gezien, zie www.fhi.nl/rohs.
De milieuwetgeving Het ministerie van VROM heeft de Europese richtlijn 2002/95/EG voor de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Meer informatie is te vinden op de website www. vrom.nl/pagina.html?id=7107 van VROM. Bedrijven die elektronica in hun producten gebruiken, moeten vanaf 1 juli 2006 voldoen aan nieuwe milieuwetgeving. De Europese wetgeving Restriction of Hazar-
34
dous Substances Directive (RoHS) beperkt het gebruik van gevaarlijke stoffen als lood, cadmium en kwik in elektronica. Deze beperking leidt ertoe dat de productlijnen van handelaren, distributeurs, wederverkopers, producenten en OEM’ers … in feite hele bedrijfsketens van de markt kunnen worden gehaald. De titel van het congres was niet voor niets: “Hoe houd ik mijn product na 1 juli 2006 nog op de markt?”
De juridische gevolgen In 2005 zijn door de verschillende bedrijfsketens heel wat brieven gegaan ter juridische voorbereiding op deze wetgeving. Bedrijven die hun fysieke productie hebben uitbesteed (handelaren, OEM’ers, machinebouwers, distributeurs, et cetera), hebben hun toeleveranciers gevraagd voor een bepaalde datum schriftelijk te garanderen dat de geleverde producten RoHS-compliant zullen zijn. Dat deze kettingbrief over de hele wereld gaat, is een logisch gevolg.
De logistiek Juridische zekerheid is slechts één aspect en kan voor een schijnzekerheid zorgen,
aangezien de componenten, onderdelen, sub-assemblies en assemblage wel verkrijgbaar moeten zijn. Als een bedrijf niet hoeft te veranderen volgens de wetgeving, is het zelfs de vraag of de originele componenten wel te verkrijgen zijn. In een dergelijke situatie van vraag en aanbod spelen ook andere factoren een rol. Deze logistieke onduidelijkheid speelt wereldwijd, aangezien de globalisatie zeker niet aan de elektronica voorbij is gegaan. Als de producenten van componenten een beslissing moeten nemen voor consumentenelektronica, dan zal die keuze ook voor industriële elektronica gaan gelden. Als een klant in een regio of een groep zit die toevallig buiten die keuze valt, zal men er ook aan moeten geloven.
De informatie De beslissing om gevaarlijke stoffen uit elektronica te halen, grijpt direct in op het proces om elektronicaproducten te maken. Ten aanzien van de miljoenen componenten willen de vele (en vooral verschillende) afnemers allerhande informatie ontvangen, omdat het proces immers op allerlei gebied
signalement maart 2006
HF Technology
Op het moment dat dit artikel geschreven wordt, kent Rusland een lekkere winter en waait de koude over naar Oost-Europa. Met de wetenschap van die barre omstandigheden is het hartverwarmend om te denken aan de voorjaarsactiviteiten van de branche Industriële Elektronica.
Op 15 mei 2006 wordt in de Space Expo, de buurvrouw van ESA/ESTEC, het HF Technology seminar georganiseerd. Mei wordt de HF-maand en dat moet je helemaal vieren. Naast presentaties van ESA over hun Telecomactiviteiten en de mogelijkheden van het Galileo-project zullen sprekers van TNO, TU Delft, Philips en Utellus de bezoekers verrassen. Ook hier is op de feel-good aspecten gelet. ‘Elektuur’ werkt deze keer samen met FHI aan een invulling tijdens het evenement. De uitgever vult een stand met allerlei praktische elektronicagadgets. Zo zal een smogtester aangeven hoeveel signalen er rondwaren en kan men met modules een eigen applicatie bouwen. De twintig deelnemers helpen graag mee.
Sense of Contact Op 28 maart 2006 heeft de achtste editie van ‘The Sense of Contact’ het thema ‘Leven’ als basis voor het programma. Een dergelijk revolutionair onderwerp vraagt volgens de programmacommissie ook meteen om een parallelle indeling met subthema’s als Food & Flowers, Water & Lucht en Telemedicine. De frisse wind door het programma zorgt nog steeds voor een insteek vanuit de wetenschap en hightech toepassingen, maar is tevens gericht op een hoge aaibaarheidsfactor. Verschillende demo’s worden in het middagprogramma als museumstukken toegankelijk gemaakt voor de bezoeker. Mozart of Robbie Williams op een waterorgel spelen, met een MediMate vaststellen of
signalement maart 2006
Met een beetje mazzel waait er tevens een briesje PROGRESS door het voorjaar en zal de algemene ledenvergadering net voor de start van het WK-voetbal een bijzondere afsluiting geven. je psychisch oké richting zomer gaat en met wat apparatuur door een muur kijken. Het kan op The Sense of Contact 8.
Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
35
Synergie tussen de branches: lab en elektronica zoeken elkaar op
FHI feliciteert de APR groep met 50 jaar Automatie!
Een spin off van de aanpak tijdens de ledenvergadering, waar verschillende branches iets vertellen over hun bezigheden, tevens te zien als spin off van het Strategieproject, is het voornemen van de besturen LT en IE om een keer bij elkaar te gaan zitten en te kijken wat ze van elkaar kunnen leren ten aanzien van historie, trends en raakvlakken.
Het was een idee van IE-bestuurslid Peter van den Eijnden, die bij LT een trend waarnam waarmee hij een aantal jaren geleden in zijn eigen branche te maken had. Daar kunnen de branches van elkaar leren. Dwarsverbanden tussen de branches zijn weer actueel, en dat heeft alles te maken met de technologische ontwikkeling waarin alles steeds meer multidisciplinair wordt. <
Micro Nano activiteiten
Het jaar 1956 was een vruchtbaar jaar. Na een elfstedentocht in februari van dat jaar werd op 6 april de coöperatieve vereniging Het Instrument opgericht. Niet toevallig dat in dat jaar ook het eerste nummer verscheen van het vakblad Automatie. Het is alle jaren daarna, door stormen en lentebriesjes heen een leidend vakblad geworden en gebleven voor wat eerst heette ‘sector meet- en regeltechniek’ van Het Instrument en sinds 1991 voor de branche Industriële Automatisering van FHI.
In het kader van MinacNed is de food- en nutrition roadmap gestart, die wordt uitgevoerd door Prisma Partners in samenwerking met FHI en in opdracht van EZ. Daar wordt nu met de mensen van MinacNed en vertegenwoordigingen uit de volle breedte van de voedingsmiddelenindustrie gekeken naar de toekomst in verbinding met micronanotechnologie.
In de geest van de jubileumviering van FHI kijken we samen vooruit naar een tweede eeuwhelft waar we veel van verwachten: twee fitte vijftigers, in de kracht van hun leven en met bagage aan ervaring en levenswijsheid!
Ter ere van het ‘dubbel’ 50 jarig bestaan bieden wij alle IA-leden een (extra)
Meteen wordt ook geprobeerd om clusters te vormen die na de totstandkoming van de roadmap aan de gang kunnen met projecten. In de kerngroep zitten onder andere Peter de Jong van NIZO, Jaap Lombaers van TNO, Frans Kampers van Wageningen Universiteit, Henk Leeuwis van LioniX, Gert Veldhuis van Nanomi, Jan Maat van Unilever, Tjeerd Jongsma van Friesland Food en Tjerk Gorter met zijn eigen consultancyfirma, Qanbridge.
gratis 1/2 jaar proefabonnement aan. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Erik de Jong, 033-4567050 of
[email protected] Automatie is hét meest toonaangevende en onafhankelijke vakblad van
��������������������������������
������������
Nederland en België dat de gehele industriële automatiseringsbranche
���������������
maandelijks voorziet van hoogwaardig nieuws, actualiteit en het belang-
Verder loopt er voor MinacNed ook een kennispositiestudie en wordt de competentiematrix verder uitgewerkt. Gedacht wordt voorts aan een workshop micronano voor niet-micronanotechnologen. ‘Wat zijn dat: MEMS? Of: Microfluidics. Momenteel bestudeert MinacNed de mogelijkheid om voor microfluidics een aparte werkgroep op te zetten. De leden hebben daar om gevraagd. Ook wordt gedacht aan een seminardag tijdens HET Instrument over dat onderwerp. Een van de trekkers daar is Richard Schasfoort van MESA+. <
rijkste productnieuws. Automatie wordt aandachtig gelezen door ruim 18.500 geïnteresseerden in de industriële, productie- en machineautomatisering, informatisering, procestechniek en instrumentatie.
������������ ����������� �������� ��������������� ����������������� ���������������� ��������������
�������������������� ����������������
www.automatie.nl signalement maart 2006
37
Of loodvrij beklijft moet blijken uit duurtesten
Omgevingstechnologen steken hun licht op bij Philips Medical testapparatuur en testservicebedrijven, zijn verenigd in het netwerk waarbinnen voortdurend ervaringen worden uitgewisseld. De club ‘leeft’ enorm. De attendance in de ledenmeetings is steeds hoog en er zijn twee actieve werkgroepen: de werkgroep reliability testen en de werkgroep mechanische beproevingen. Beide werkgroepen rapporteerden in de laatste ledenmeeting dat zij druk zijn met het normeren van testprocedures. Het Platform OmgevingsTechnologie, PLOT, was onlangs te gast bij Philips Medical Systems in Best. Henk van Leeuwen van PMS deed zijn ‘act’ van het RoHS-congres van november nog eens dunnetjes over: het is echt menens met loodvrij produceren: de componenten om met lood te kunnen produceren zijn er straks gewoon niet meer. Voor de PLOT-leden, de testtechnologen, was het natuurlijk vooral van belang om van Erik Brom, van Mat-tech en aankomend
PLOT-lid, te horen hoe die nieuwe soldeerverbindingen zich gaan gedragen en hoe tests gedaan moeten gaan worden. Zoals meestal bij PLOT-meetings, konden de vakspecialisten hun hart weer ophalen bij een rondleiding langs de testfaciliteiten van Philips Medical.
Normen en OTB’s PLOT is een zelfstandige vereniging die binnen FHI gelieerd is aan de branche Industriële Elektronica. Circa vijfendertig bedrijven met eigen testafdelingen, leveranciers van
Vanuit de werkgroepen worden steeds nieuwe zogenoemde OTB’s ontwikkeld, OmgevingsTesten voor Beginners. Dit zijn fraai uitgewerkte documenten die vrij ter beschikking worden gesteld via internet. Via www.plot.nl zijn de volgende OTB’s te downloaden: • OTB-001-Schok.1.0.pdf • OTB-002-Sinus.1.0.pdf • OTB-003-Random.1.0.pdf • OTB-004-Overzicht tril-schok technieken.1.0.pdf • OTB-005-Zoutsproei.1.0.pdf <
OEM-bedrijven willen samenwerken met sensorontwikkelaars “Voor ons als wereldwijde producent en leverancier van geavanceerde landbouwmachines is het heel belangrijk samen te werken met kleine, gespecialiseerde ontwikkelaars van sensoren. Voorwaarde daarbij is dat die sensorontwikkelaars onderling met elkaar samenwerken en de serieproductie goed regelen. Daarom is het heel goed dat die bedrijven zich binnen FHI hebben georganiseerd in de Sensor Technologie Club”. Aan het woord was Ton van der Voort van der Kleij, directeur van Kverneland Mechatronics, in zijn bijdrage als ‘stakeholder’ in een strategiesessie met de sensorclub.
bedrijven als ASML en Dräger Medical te gast bij de Sensor Club. Behalve een visie op samenwerking bij sensorontwikkeling, gaven respectievelijk Jean Paul van de Heuvel en Geert van Dijk feedback op de door de club ontwikkelde matrix van sensorcompetentie. Tegelijk met een prachtige nieuwe imagofolder, verscheen de tweede versie van die matrix afgelopen maand. De OEM’ers adviseerden om naast de technologische competenties en de applicatiegebieden, ook nog een overzicht te maken van wie sterk is in het meten van de verschillende meetgrootheden.
dat onderzoeksinstituut presenteerden een aantal staaltjes van hun technologie. Verschillende lidbedrijven van de SensorTechnologieClub gebruiken MESA+ graag als resource om te kunnen voldoen aan toekomstige meetvragen. MESA+ op haar beurt is blij met de bedrijfscontacten omdat die gelegenheid bieden om hun maatschappelijke taak waar te maken: door de overheid gefinancierd onderzoek beschikbaar stellen voor het bedrijfsleven. <
Xs2HiTek
Access to High Tech Parallel aan de Development Clubkennispositiestudie loopt het project ‘Access tot High tech’. Onlangs vond in dat kader een eerste meeting plaats bij Mecon in Doetinchem. Het is één van drie workshops die voor de regio oost zijn gepland, uit te voeren door de Development Club en DevLab in samenwerking met de Saxion Hogeschool en de HAN. Ook Syntens is erbij betrokken. Kennis van de Development Club en DevLab, opgedaan in kenniscirculatie met de hogescholen, wordt daarbij gepresenteerd naar kleinere bedrijven in de regio. Het eerst was de regio Doetinchem aan de beurt. De tweede workshop is op 9 maart gehouden bij Demcon in Oldenzaal en de derde zal op 13 april in de regio Nijmegen plaatsvinden. Elke workshop wordt bezocht door een man of twintig en gaat over technologie en toekomst. Zo was de eerste sessie gericht op wireless technology in machines en apparaten. Jouke Miedema van Wireless Value presenteerde een en ander en er volgde een vruchtbare discussie waaruit weer projectideeën voortkwamen. Een achttal bedrijven gaat aan de slag om gezamenlijk een wireless-platform te ontwikkelen, dat vervolgens per bedrijf kan worden gecustomized. Ook legden bedrijven concrete problemen neer, zoals: “Hoe laat ik 2000 diepvrieskasten met elkaar praten?” Of: “Hoe kunnen mijn servicemensen direct in een ERP-systeem geraken?” Of: “Hoe kan ik melkkoeling op afstand monitoren?” Vaak gaat het daar om de keuze voor een bepaalde technologie: Bluetooth, WiFi, 868, RFID… <
De nieuwe STC-folder en competentiematrix is opvraagbaar bij FHI,
[email protected]
MESA+ Imagofolder en competentiematrix Naast Kverneland waren gerenommeerde
38
De meeting met stakeholders werd gehouden bij MESA+ in Enschede. De gastheren van
signalement maart 2006
signalement maart 2006
39
IT Security in de industrie, rampmanagement of risicopreventie?
Dag High Tech Equipment Engineering in Evoluon FHI organiseert op 11 mei 2006 een speciaal IT security-evenement voor de industrie. Waren het eerst vooral de administratieve systemen die een risico vormden, door alle koppelingen komen nu ook control-systemen, industriële netwerken en over enige tijd ook embedded systemen onder vuur te liggen. In het CineMec in Ede komt 11 mei een aantal deskundigen met demonstraties van wat er allemaal mis kan gaan op het gebied van security. Tegelijk wordt gezocht naar oplossingen. Welke risico’s kun en wil je uitbannen en tegen welke kosten? Welke risico’s neem je voor lief en hoe beheers je die risico’s vervolgens? Er bestaan nog steeds grote verschillen tussen de kantoorautomatisering en de industriële automatisering als het gaat om technische achtergrond, perceptie en cultuur. Is het in de kantooromgeving niet meer dan logisch dat een gebruiker geen software kan installeren op zijn of haar computer, in de industrie is het vaak
40
een vereiste dat de productie- en processoftware draait onder administratorrechten. Bovendien is het in industriële systemen lang niet altijd mogelijk antivirus-software te installeren.
Koppeling Tot voor kort was dat niet zo’n probleem, aangezien de industriële besturingen en netwerken geen fysieke verbinding hadden met de kantoornetwerken. Door de koppeling van beide omgevingen is het dashboard met Key Performance Indicators van de manager steeds completer geworden en kan hij het bedrijf beter sturen. Maar de risico’s van deze koppeling mogen niet worden onderschat. Van de manager wordt nu ook verwacht dat hij de informatie continu beheerst. Een breakdown van het systeem is onaanvaardbaar, zelfs bij brand. In het programma van 11 mei komen verschillende internationale security-deskundigen aan het woord. Een aantal leveranciers van industriële automatiseringssystemen presenteert strategie om rampen bij klanten
te voorkomen. En bedrijven uit de nieuwe FHI-branchegroep IT Room Infra geven inzicht in de wijze waarop zij gezamenlijk de beschikbaarheid van systemen zekerstellen. Ten slotte zal een aantal eindgebruikers (industriële bedrijven) haar ervaringen delen. De dag is ondermeer bedoeld voor managers netwerkondersteuning en netwerkbeheer, voor netwerkontwerpers, voor plantmanagers in productie- en procesindustrie en voor security-managers. Gezien de interesse vanuit de industrie voor het security thema, hebben zowel de WIB als FHI besloten aandacht te besteden aan dit onderwerp. Tijdens de WIB-ledenvergadering op 26 april 2006 in Den Haag, zal een introductie worden gegeven om aan te geven waar de risico’s liggen voor de industrie over IT security van processplants. Tijdens het ITsecurity evenement op 11 mei in het CineMec te Ede wordt tot in detail ingegaan op hetzelfde thema en komen de organisatorische- en technische oplossingen aan bod die de risico’s in de productie en procesindustrie zoveel mogelijk moeten beperken. <
signalement maart 2006
Keuzes ‘by design’
Modulair versus in line? Waar gaat het in de machinebouw naar toe? Liggen we in Europa vóór op Azië omdat we verder doorautomatiseren en creatiever zijn bij rampups door modulair te bouwen? Tijdens een levendige vergadering bij FHI droegen Philips Medical, Philips CFT, MA3, IMS, Chess en het Holst Centre bij aan een blauwdruk voor de eerste High Tech Equipment engineering-dag die 15 juni plaatsvindt in het Eindhovense Evoluon; een dag over machines, modules en apparaten. Tekenend voor de huidige machinebouw is dat een bedrijf zoals Gerefa, dat sorteermachines bouwt voor de agrarische sector, in een advertentie om embedded softwareontwerpers vraagt voor haar afdeling fpga-ont-
signalement maart 2006
werp... Het gaat snel in de machinebouw. Tijdens de High Tech Equipment engineering-dag staan twee thema’s centraal. Het eerste behelst de vraag: moet het richting in line-machines, waar elke machine in feite stand alone een afgerond productieproces invult? Of liggen modulaire machines meer voor de hand, met name als het om high end gaat? Dat thema komt ondermeer sterk terug in de presentatie van Philips over Evolvable Ultra-Precision Assembly SystemS (Eupass), een Europees programma dat moet leiden tot standaardisatie van dergelijke modules.
Out-of-the-box denken Een ander aspect op de dag wordt de problematiek van het ontwerptraject, over
het parametriseren van het programma van eisen. Daar moet het naar meer ‘out-of-thebox denken’ en ‘open innovatie’. Naast deze thema’s die de machinebouw momenteel bezighouden, krijgt flankerend nog een aantal technische items de aandacht. Bijvoorbeeld gracefull degradation, waarbij een machine ondanks een storing in een – zij het minder complexe modus – blijft doordraaien. In samenhang daarmee krijgt het onderwerp reliability aandacht. Ook remote control en bedieningsgemak komen aan de orde. Als machines steeds ingewikkelder worden, hebben operators steeds meer kennis nodig – of het bedieningsgemak moet omhoog, bijvoorbeeld doordat de machine zichzelf kan instellen. <
41
PPA Dag + discussie met procestechnologen Discussie tussen Procestechnologen en onder andere automatiseringspecialisten nodig voor echte innovatie! Dit is de conclusie van de Productie Proces Automatisering dag van 30 november 2005. FHI is erin geslaagd om met deze dag de discussie tussen klant en leverancier in de productie proces industrie nieuw elan te geven. Met de locatiekeuze van de Technische Universiteit van Delft en het informatiedichte internationale lezingenprogramma, was de juiste setting gecreëerd om tot een goede informatieuitwisseling te komen. De discussie kwam tot een climax in de door Newshoestoday gehoste sessie; Investeren in besparingen? Met deze groepsessie van ongeveer 80 personen is een aanzet gegeven om tot nieuwe paradigma’s te komen voor de productieprocesindustrie. In een brainstorm-sessie zijn met behulp van het ‘Ned Herrmanmodel’ www.nedherrmann.nl, groepsgewijs antwoorden gegeven op een viertal vragen. • Hoe innovatie organiseren in de toekomst? • Wie doen mee; vanuit welke rol, betekenis en verbinding? • Dromen en leg vast hoe industriële automatisering er over vijf jaar uitziet • Wat is er aan de hand en wat is nodig? Kennisbehoefte? Ongebruikelijke, bij voorkeur concurrentievrije, samenwerkingsverbanden tussen bijvoorbeeld een filosoof, trendwatcher, procestechnoloog, bioloog en natuurkundige, kunnen frisse en nieuwe ideeën opleveren voor de industrie in Nederland. Deze concurrentievrije samenwerking voorkomt dat de vakmensen vast komen te zitten in zijn of haar eigen ideeën. De conclusie om als automatiseringspecialisten in discussie te gaan met procestechnologen om tot echte vernieuwing te komen,
42
signalement maart 2006
signalement maart 2006
is dan ook een stap in de goede richting. Tijdens deze dag zijn er ook een aantal trends en innovatieremmende factoren naar boven gekomen. Zo blijkt de industrie van Nederland zich te kenmerken door een lage ondernemingsdrive en heeft de industrie te maken met een negatief imago van de technicus. Daarnaast heeft de industrie te maken met een visieloze overheid en te strakke regelgeving. De ‘doe maar gewoon’ mentaliteit van de Nederlander maakt het moeilijk om creatief en anders te zijn. Het missen van een creatieve werkomgeving, het ontbreken van een cultuur waar fouten gemaakt mogen worden zijn een rem op vernieuwing en innovatie. Een flexibele organisatie (met meer vrouwen) en visionaire doelstellingen zullen een positieve uitwerking hebben op innovatie en creativiteit. Ook de samenwerking met de scholen en universiteiten mag niet worden vergeten. Zo kunnen schoolverlaters voor frisse ideeën zorgen. Voorwaarde is wel dat de drempel tussen universiteit en productie zo laag mogelijk is. Positief is dat er tijdens deze dag ook een aantal trends zijn aangegeven. Zo zullen goedkopere, kleinere sensoren en processoren meer en meer procesinformatie genereren. Slimme zelflerende software zal uiteindelijk zonder operators processen kunnen sturen en regelen. Door procesminiaturisatie worden de fabrieken steeds kleiner en zullen investeringsdrempels lager zijn. Met de kleinere productiefabrieken kan snel worden ingesprongen op marktvraagontwikkelingen en kan de Europese industrie een tegenpool zijn voor de sterk opkomende Aziatische markten. Dit is een samenvatting van de uitkomsten die zijn voortgekomen uit de brainstormsessie met Newshoestoday. Gezien de positieve reacties van de deelnemers zal FHI vervolgsessies organiseren met als doel een seminar tijdens de beurs HET Instrument.<
43
BenzineLPG
Diesel
FHI initieert nieuw kwaliteitshandboek ijkbevoegdheid Tien maanden voordat de Europese regelgeving van kracht zou worden, was het nieuwe kwaliteitshandboek ijkbevoegdheid benzinepompen, vloeistofmeetinstallaties en LPG-afleverzuilen klaar. Dankzij FHI en zeker ook dankzij de inspanningen van Bennie Leerkes (Hamer Installatietechniek B.V.).
Wat is ijkbevoegdheid? “In Nederland mag een benzinepomp, een vloeistofmeetinstallatie of een LPG-afleverzuil pas in gebruik worden genomen als deze voldoet aan de Europese of nationale regelgeving. Dat is de OIML-aanbeveling R117”, doceert Leerkes. “Er is een aantal mogelijkheden voor het vullen van een brandstoftank van een personenauto, vrachtauto, motorfiets of brommer. Eén: bij een bemand selfservicestation – na het tanken afrekenen. Dat heet ‘betaling achteraf’. Twee: bij een onbemand station – in opkomst – met behulp van credit card of bankkaart, betaling is ‘uitgesteld’. Drie: het selfservice nachtstation waar je twintig euro in de automaat afrekent en vervolgens voor dat geld kunt tappen. Dat is de ‘betaling vooraf’.” “Al deze functies worden door het NMi op locatie gekeurd als een pomp nieuw is 44
geplaatst. Het keurt ook de automaat en het kassasysteem. En, als een pomp al langer in het veld staat en de afwijking in de afgifte bijvoorbeeld door een storing buiten de tolerantie van ± 0,5% valt, keurt de NMi nadat de onderhoudsfirma de benodigde reparaties heeft uitgevoerd. Daarbij wordt ook de software van telwerken gecontroleerd, een en ander volgens het certificaat dat bij de pomp hoort. Als alles klopt, slaat het NMi een ijkmerk, vroeger in lood, tegenwoordig in de vorm van een stickertje.”
IJkgrechtigd “Nu zijn er in Nederland enkele firma’s die net als het NMi ijkgerechtigd zijn om deze keuring te doen, hoewel het NMi tachtig tot negentig procent voor haar rekening neemt. Bedrijven die onderhoud plegen aan dit soort installaties, in Nederland ongeveer dertig, moeten een erkenning van ijkbevoegdheid hebben volgens Artikel 16 van de IJkwet. Het oude handboek dat daarbij werd gehanteerd, dateert van 1994. Het werd destijds geschreven na bundeling van bedrijven die zich hadden georganiseerd in de VTI, de Vereniging van Tank Installateurs en de VVG, de Vereniging van Gasleveranciers. Dat was toen nodig omdat door de privatisering van het toenmalige IJkwezen het zegelrecht verviel. Bedrijven die
meededen, moesten een kwaliteitssysteem opzetten en aantonen dat er kennis en kunde was van de uit te voeren werkzaamheden. In die collectieve aanpak werd een gelijkgesteld kwaliteitsniveau bereikt voor de handboeken van deze firma’s. Om dat handboek up-to-date te houden, was men verplicht de werkzaamheden en de keuringen die men wilde verrichten, volledig in het handboek te omschrijven. In de beginperiode waren er in Nederland nog veel pompen met mechanische telwerken en een minimum aan verzegeling. Die gaven niet zoveel problemen en in de handboeken viel de beperkte verzegeling in een dergelijke pomp eenvoudig te omschrijven. Echter, in de loop der tijd kwamen er veel – al dan niet onbemande –selfservicestations bij, inclusief elektronische pompen en de benodigde randapparatuur, zoals creditcardpalen, kassasystemen en dergelijke… die allemaal moeten voldoen aan de IJkwet, verzegeling, software… Die laatste moet zo zijn gemaakt dat er geen fraude kan worden gepleegd door de beheerder. Tot zover de status quo.” “Om contact te onderhouden tussen het NMi, Verispect (EZ) en de branche wordt er bij FHI tweemaal per jaar een vergadering Platform Volumetrische Meetwerktuigen
signalement maart 2006
georganiseerd. Fabrikanten, importeurs en onderhoudsfirma’s worden dan uitgenodigd. Er worden internationale zaken besproken, zoals wijzigingen en aanpassingen van de EU-regelgeving op het gebied van de metrologie. Zo was er ook aandacht voor de benodigde vernieuwing van het IJkhandboek. Als gevolg van de overgang van nationale naar EU-richtlijnen: de MID (annex MI-005) die 30 oktober 2006 van kracht wordt.” “Begin 2002 werd er tijdens een dergelijke vergadering door Verispect op gewezen dat de wijzigingen in de regelgeving die gepland stonden voor 2006, de nodige tijd zouden vragen. Maar men dacht nog, ach, tijd genoeg. Maar de periode om een heel nieuw handboek te schrijven of in elk geval helemaal aan te passen, was in feite maar kort. In mei 2003 heb ik met het NMi overlegd over de opzet van een ijkbevoegdoverleg voor benzinepompleveranciers. We wilden deze activiteit ook weer graag bundelen en de bedrijven op één rij krijgen. Het voordeel voor een gezamenlijk handboek blijkt bij controles door NMi: eenduidigheid. Veel animo was er toen echter niet. In de vervolgvergadering twee maanden waren 32 ijkbevoegde bedrijven uitgenodigd, overigens niet allemaal lid van FHI. Het NMi en oliemaatschappijen waren eveneens
signalement maart 2006
uitgenodigd. Ik heb toen voorgesteld de wijzigingen voor kwaliteitshandboek te bespreken, vooral met betrekking tot de elektronische telwerken. Want dat is het grote probleem: er wordt uit concurrentieoverwegingen heel weinig informatie verstrekt door de pompfabrikanten.”
Bang voor de concurrent “Tijdens de vervolgvergadering waren vijftien onderhoudsbedrijven aanwezig. Voor informatie met betrekking tot de verzegeling en software zijn deze bedrijven afhankelijk van de fabrikanten. Maar die zijn dus niet bereid deze informatie af te staan. Je hebt die echter wel nodig om een handboek compleet en duidelijk te krijgen. Tussen haakjes, de verzegeling is natuurlijk wel bekend bij NMi, maar die mag deze informatie niet zonder toestemming van de fabrikant afgeven, uit concurrentieoverwegingen. Nogmaals, voor een goed handboek heb je teksten, foto’s en tekeningen nodig, dus een deel uit een toelating. Dat is van groot belang.”
door NMi-Certin. Bij de totstandkoming van het concept hebben wij inspraak gehad, daarnaast zijn er wijzigingen aangebracht ten aanzien van het aanpassen van software. Oorspronkelijk gaf het handboek namelijk aan dat alleen een fabrikant software mag wijzigen. Maar een softwarefabrikant in het verre buitenland komt echt niet even naar Nederland op het moment dat een softwarewijziging noodzakelijk is. Daarom mag de onderhoudsfirma dat nu zelf. Uiteindelijk hebben tien bedrijven aan handboek meebetaald. Deze firma’s hebben het handboek inmiddels ontvangen, op 15 december 2005. Andere bedrijven zullen zelf een handboek moeten schrijven vóór 1 november 2006, als de nieuwe regelgeving ingaat. De handboeken worden momenteel omgezet naar het eigen bedrijfsprofiel en monteurs worden geïnstrueerd, zodat ze straks kunnen worden geauditeerd.” <
“Uiteindelijk heeft FHI de zaak opgepakt en een groepje geformeerd bestaande uit de heer Kortenbach van Emba en mij. Enkele bedrijven zegden toe mee te betalen. Vervolgens is er een handboek geschreven 45
Vertrouwen in veldbustechnologie definitief De ARC Advisory Group publiceerde onlangs de resultaten van haar ‘Fieldbus Survey’ 2005. De vergelijking met hetzelfde onderzoek uit 2003 laat zien dat PROFIBUS in de procesindustrie een koppositie inneemt, dat het vertrouwen in veldbustechnologie definitief gevestigd is. Verder zijn bedrijven zeer te spreken over de verbeteringen wat betreft Life Cycle Costs dankzij PROFIBUS. <
PROFIBUS Waterdag 2006 Veldbus niet voor padvinders
PROFIBUS Nederland organiseert op 12 april 2006 in Ede een praktisch congres over dé veldbus voor water. Centraal staat de vraag, op welke wijze een veldbus bijdraagt aan de optimalisatie van processen in het water. Ook wordt uitvoerig ingegaan in welke mate de veldbus invloed heeft op de Life-Cycle Costs (LCC). Voor alle duidelijkheid: het gaan niet over zo’n heupfles voor padvinders maar een veldbus is in dit verband een communicatieprotocol om technische installaties ‘aan de praat’ te krijgen en te houden.
resultaten zo concreet en duidelijk mogelijk te visualiseren, gebruikt de organisatie hiervoor een denkbeeldige waterbehandelingsinstallatie. Gedurende de middag zullen eindgebruikers, adviseurs en system integrators verschillende best-practices aan de bezoekers voorstellen. De waterdag is zodanig opgezet, dat de dag een objectief beeld geeft van de mogelijkheden en aandachtsgebieden van veldbustechnologie. Het geeft informatie over de uitgebreide mogelijkheden maar spiegelt deze ook aan de dagelijkse werkelijkheid.
46
Wetgeving voor weeginstrumenten kent een lange historie. Op de website van het Nederlands Meetinstituut (www.nmi.nl) staat een korte beschrijving. Voor 1816 waren maten en gewichten in Europa slechts plaatselijk geharmoniseerd. Ook in Nederland had elke streek en zelfs elke stad zijn eigen meetstandaarden.
Verispect, werd op 22 november een aparte bijeenkomst georganiseerd. In het programma was een aparte sessie opgenomen voor leveranciers van weeginstrumenten. Verispect wees de toeleveranciers erop dat eventuele nieuwe punten van controle kunnen worden doorgegeven aan het ministerie van EZ om de wetwijziging op de praktijk aan te laten sluiten.
Gevaarlijke stoffen Metrieke stelsel In 1816 werd het metrieke stelsel bij wet verplicht gesteld. Stedelijke ijkers (ieder met een eigen ijkmerk) werden belast met het toezicht hierop. Zo’n zestig jaar later werd deze taak overgenomen door landelijke inspecteurs. Tijdens het halfjaarlijkse overleg tussen NMi, ministerie van Economische Zaken, Verispect en VLW komt de wetgeving rond weeginstrumenten onder de aandacht. Het hoort bij de core-business van leveranciers van weeginstrumenten.
Verder informeerde FHI de leden in 2005 over nieuwe wetgeving rond het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektronica, de recycling van elektronische apparatuur en het milieuvriendelijk ontwerpen van apparatuur. Alle genoemde bijeenkomsten en informatiedagen kenden één sterke overeenkomst: een grote belangstelling. De moraal hiervan: nieuwe wetgeving vanuit VROM bereikt de betrokkenen slechts moeizaam ondanks de lange ervaring van de VLW-leden met regelgeving. <
Europese regelgeving
automatisering van waterleiding- en zuiveringsmaatschappijen; • Adviseurs automatisering bij adviesbureaus; • Hoofden utiliteit binnen de procesindustrie. <
De dag is uitermate geschikt voor: Het ochtendprogramma laat in het bijzonder zien welke relatie de veldbus heeft met LCC en optimalisatie. Om de
Weeginstrumenten en wetgeving
• Hoofden en beleidsmedewerkers productie en automatisering van waterschappen; • Hoofden en medewerkers productie en
signalement maart 2006
Profibuscenter wordt PROCENTEC Het competence center, Profibus Center Nederland heeft om strategische redenen besloten haar naam te veranderen in PROCENTEC. Infrastructuur, adres en bezetting blijven hetzelfde. De naam ‘Nederland’ in de oude bedrijfsnaam en de toegevoegde PROFINET-technologie waren de factoren om de naam te wijzigen naar PROCENTEC. De nieuwe identiteit maakt internationaal opereren en de weg naar zusterbedrijven binnen en buiten Europa eenvoudiger. Zie ook www.procentec.com. <
signalement maart 2006
Wat de laatste jaren opvalt, is de invoering van de Europese regelgeving. De NAW-richtlijn staat al een tiental jaren op de agenda omdat het ministerie van Economische Zaken zijn gedeelte van die richtlijn wel heeft geïmplementeerd en het ministerie voor Volkgezondheid, Welzijn en Sport nog niet. In 2005 heeft het betreffende ministerie een inschatting van de administratieve lasten gemaakt in samenwerking met het VLW-bestuur. Verwacht wordt dat in 2007 de NAWrichtlijn ook is geïmplementeerd voor farmaceuten en de gezondheidszorg. In 2005 is tevens een start gemaakt met de implementatie van de Measurement Instruments Directive in de vorm van een nieuwe IJkwet. Naast de informatie die in het halfjaarlijkse overleg wordt verstrekt door EZ en
Agenda • 25 mei 2006: bijeenkomst van de werkgroep Wettelijke Metrologie van CECIP te Varese (I). • 26 mei 2006: Assemblee Generale van CECIP te Varese (I). • 8 november 2006: ledenvergadering VLW te Dordrecht. • 8 november 2006: platformoverleg tussen NMi Certin, Verispect en het ministerie van EZ en VLW te Dordrecht. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected]
47
Eindrapportage strategieproject laboratoriumtechnologie in de maak Binnen de branche Laboratorium Technologie wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan de verslaglegging van het strategieproject. Het strategieproject is primair gericht op de leden van de branche en hun stakeholders in de markt. Bedrijven kunnen met de uitkomsten van deze kennispositiestudie hun marktpositie verstevigen en nieuwe ideeën ontwikkelen. De branche kan op basis van de resultaten activiteiten ontwikkelen gericht op het verder versterken van de technologie-uitwisseling tussen bedrijven, kennisinstellingen en zorginstellingen.
Taskforce laboratorium technologie De taskforce van het strategieproject is samengesteld uit bestuursleden van de laboratoriumbranche. Hans Lubbers van Salm en Kipp, Henri Stappaerts van Applikon B.V. en Willem van Raalte van Da Vinci Europe Laboratorium Solutions hebben in verschillende sessies geïnventariseerd welke trends zich voordoen binnen de laboratoriumbranche. Daarnaast is er een inventarisatie gemaakt van stakeholders, waarbij onderscheid is gemaakt tussen klantgroepen en andere stakeholders. Op technologisch gebied is de opkomst van nanotechnologie belangrijk. Praktische toepassingsgebieden van deze technologie zit hem onder meer in een verdere miniaturisering van elektronische chiptechnologie. Andere toepassingen zijn te vinden in de medische industrie en farmaceutische industrie op het gebied van
diagnose en behandeling van ziektes. Verwacht wordt dat er ook bij genetische modificatie en ander biologisch onderzoek een snelle ontwikkeling zal doormaken.
In de branchebrochure komt informatie over de aard van de deelnemende bedrijven,
48
over hun activiteiten en over de verschillende clusters die daaruit zijn voortgekomen. Meer specifieke informatie over de clusters worden gepresenteerd op aparte insteekvellen. Aan bod komen de verschillende productgroepen, de markt, de structuur van
In 2004 werd de productstatistiek van de groep Analytische Instrumenten nieuw leven ingeblazen, nadat eerder een aantal bedrijven dreigde af te haken. Inmiddels zijn er zes voorzitters, die geregeld bij elkaar komen. Bedrijven die vinden dat ze in een van deze groepen thuishoren, worden uitgenodigd zich te melden, bij Andreas Meijer, telefoon: (033) 4657507, e-mail:
[email protected]
Haagse Hoge School Studenten van de Haagse Hoge School hebben verslag gedaan van de evenementen Labanalyse en de Biotech Roadshow. Verder zijn de studenten aanwezig geweest bij verschillende clusterbijeenkomsten. Belangrijke vragen waar een antwoord op is gezocht zijn onder meer: Wat zijn de bottlenecks op dit moment in de markt of wat houdt (verdere groei) tegen? Moet hier gedacht worden aan technologische-, markt- of juridische ontwikkelingen? Door beantwoording van deze vragen kan geconcludeerd worden waar het gebrek aan kennis ligt. <
de branche, collectieve marketing zoals brancheonderzoek, trendonderzoek, productstatistieken en tentoonstellingsbeleid en tot slot informatie over bijeenkomsten en netwerken. <
signalement maart 2006
Productstatistiek Analytische Instrumenten Om voor de negen productgroepen van Analytische Instrumenten een productstatistiek samen te stellen, is onlangs weer een uitvraagformulier verzonden. Het gaat om in totaal zo’n vijftien bedrijven, meest grotere spelers, waaronder Agilent, Varian en InterScience.
Een andere trend is automatisering en robotisering. In verband met de vergrijzing en opkomst van de lagelonenlanden is dit een oplossing om productie binnen Nederland te behouden. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn het aanbieden van totaaloplossingen en toegevoegde waarde in kennis (al dan niet in samenwerkingsverband), groei in service-engineering, de opkomst van contractlaboratoria en het virtueel laboratorium.
Ook voor Laboratorium Technologie een branchebrochure Net als de andere branches binnen FHI komt ook de branche Laboratorium Tecnologie met een ‘eigen’ branchebrochure.
Onderzoek investeringen Nederlandse universiteiten
Overzicht voorzitters • Voorzitter: de heer P. Krabbenborg (Varian) Totaal
Door middel van een vragenlijst aan daartoe geselecteerde leden doet FHI samen met MKB-Nederland onderzoek naar de samenwerking tussen mkb en universiteiten en in het bijzonder naar de geldstromen vanuit het mkb naar universiteiten. De boodschap richting overheid die uit dit onderzoek te verwachten valt, luidt: ‘Laat universiteiten meer export bedrijven, gebruik universiteiten als vlaggendragers voor delegaties die in het buitenland kennisinstituten bezoeken om daar ‘waar aan de man te brengen’, laat universiteiten er contractresearch-opdrachten verwerven, geef ze misschien zelfs een bonus als ze veel opdrachten uit het buitenland binnenhalen – in plaats van te proberen het Nederlandse mkb geld uit de zak te kloppen…’ Universiteiten kunnen door meer in te kopen bíj en meer samen te werken mét het mkb hun researchcapaciteit en
signalement maart 2006
daarmee hun aantrekkingskracht vergroten, waardoor zij hun kennis internationaal beter zullen kunnen verkopen, is de gedachte. Amerikaanse universiteiten bijvoorbeeld verzamelen allerlei bedrijven om zich heen om hun eigen experimenteerkracht te vergroten; het worden daardoor betere universiteiten, terwijl lokale bedrijven direct profiteren en vooral de combinatie universiteit & bedrijven ijzersterk wordt. Er is dus nooit sprake van eenrichtingsverkeer… De mogelijkheid bestaat dus dat uw bedrijf wordt benaderd om mee te doen aan dit onderzoek. De uitkomsten van dit onderzoek en de aanbevelingen richting overheid zullen door MKB-Nederland-voorzitter, Loek Hermans, worden gepresenteerd aan de pers ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van FHI op 6 april aanstaande. <
• Voorzitter: de heer P. Hoskam (Water Chromatography) Groepen: 01: UV/VIS Spectrometrie 02: Infrarood Spectrometrie 03: Atoomabsorptie Spectrometrie 10.A: Inductively Coupled Plasma (ICP) 10.B: Inductively Coupled Plasma/MS (ICP/MS) • Voorzitter: de heer M. van Oosterhout Groep 04: Organische Massa Spectrometrie • Voorzitter: de heer R. Verbeek (Interscience) Groep 05: Gaschromatografie • Voorzitter: de heer F. van Veen (Dionex Benelux) Groepen: 06.A: Hogedruk Vloeistofchromatografie 06.B: Capillaire Elektroforese 07: Dataverwerkingsapparatuur voor Chromatografie • Voorzitter: de heer A.P. van Egmond (Technex) Groep 09: Thermische Analyse 49
Het virtuele lab als marktplaats Nieuwe vorm van kennisdeling door bredere inzet apparatuur Hoe het inzetten van laboratoriumapparatuur kan bijdragen aan een opbloeiende kennismaatschappaij, werd duidelijk in een bijeenkomst over ‘remote experimentation’ die begin 2005 werd georganiseerd door DSM Resolve in samenwerking met projectpartners Telematica Instituut en het AMOLF, in het kader van de projecten Collaboratory.nl en VL-e. Beide projecten richten zich op het ontwikkelen van een professionele infrastructuur voor het uitvoeren van experimenten op afstand. Remote experimentation heeft veel belangstelling van bedrijven en instellingen die op zoek zijn naar mogelijkheden om het gebruik van geavanceerde en vaak kostbare onderzoeksapparatuur te delen. Een dergelijke opzet biedt niet alleen kostenvoordelen, maar opent ook de weg naar nieuwe onderzoeksgebieden voor zowel industrie als wetenschap. Kern van de vernieuwing is het virtuele laboratorium, omgeven door een marktplaats voor gedeeld gebruik van kennis, data en analyseapparatuur. Dat virtuele lab functioneert compleet anders dan het conventionele lab en is gebaseerd op de mogelijkheden van de huidige ict.
Het ontsluit de kwaliteiten van wetenschappers en biedt niet alleen grote bedrijven, maar ook het mkb onvermoede ontwikkelingsmogelijkheden. Een prototype van het virtuele lab functioneert. Het business-model is in ontwikkeling, maar de structuur van de waardeketen staat nog in de kinderschoenen.
De vorming van Collaboratory.nl De basis voor het virtuele lab werd in 1998 gelegd. Toen discussieerde dr. Ir. Jacques Joosten van DSM met collega’s van het AMOLF (Institute for Atomic and Molecular Physics) over het gezamenlijke gebruik van kostbare laboratoriumapparatuur. Dat idee kreeg vorm in het project Collaboratory.nl, een platform waaraan naast DSM nu ook Corus, FEI (lid van de branche Laboratorium Technologie), Philips en het Telematica Instituut deelnemen. Zij leren nu hoe zij elkaars kennis en laboratoriumapparatuur kunnen delen, op afstand. Binnen het virtuele lab kan worden samengewerkt zonder een kilometer te reizen.
Nieuwe benadering Het Collaboratory-platform is open. Nu zijn er zes participanten. Zij doen de nodige ervaring op met dit nieuwe labproces en brengen de mogelijkheden en voordelen naar buiten. Het gaat daarbij niet alleen om R&D, het omvat ook scheduling, dynamische werkplanning en DSCM (Demand Supply Chain Management). Het is ook een geheel nieuw
businessproces. De enablers, de technologieën die deze verandering mogelijk maken, zijn alleen mogelijk door ontwikkelingen uit de ict-omgeving. De meeste laboratoriumapparatuur is - in combinatie met sensortechnologie - geautomatiseerd, en kan met pc’s op afstand worden bestuurd. De enablers zijn vervolgens het onder bereik brengen van data bases, telematica, scheduling en logistiek management. Alle nieuwe informatie die dankzij die nieuw ontwikkelde meetmogelijkheden versneld en veel beter dan ooit beschikbaar komt, wordt opgeslagen in databases. Die data zijn binnen Collabatory.nl voor partners probleem- en persoongericht toegankelijk.
Werkterrein verbreden Collaboratory.nl is een laagdrempelig platform. Participanten met in hun organisatie wetenschappers en hoogwaardige, kostbare laboratoriumapparatuur kunnen het werkterrein van dat personeel en die apparatuur verbreden door het in te brengen in het platform. Voor deelnemers die dergelijke kenniswerkers en/of vereiste apparatuur niet hebben, staat dat alles nu ter beschikking. R&D komt daardoor binnen het bereik van het mkb.
Standaard serviceovereenkomst ondertekend Betere waarborging van kwaliteit van afspraken
Beheer Onduidelijk is nog wie dat virtuele lab gaat beheren. De deelnemende organisaties hebben belang bij een effectief virtueel lab, niet bij een eigen beheerorganisatie. Het technische spel voor het Collaborative lab wordt nu gespeeld en de businessprocessen worden geïnventariseerd. Zowel ondernemingen die kenniswerk en laboratoriumdiensten aan willen bieden als gebruikers uit het grootbedrijf en het mkb zijn welkom. Voor beheer van het platform wordt een organisatie gezocht. Daar staan veel mogelijkheden voor open. Een mogelijke weg is om zo’n organisatie vanuit de fabrikanten van laboratoriumapparatuur te laten groeien. Deze branche is in Nederland goed ontwikkeld. Verkorte weergave van een artikel door Cees van Heijkoop in Computable Technologie: 30/09/05. <
50
v.l.n.r.: Jos Kraus (IGZ), Aaldert Slot (UMC Groningen/NVILG), Koos van Ringelenstein (UMC Groningen/IVIBAZ), Luc Knaven (FHI), Collin Ursem (Siemens), Nicao Laheij (Erasmus/Wibaz), Albert Kramer (Danica)
signalement maart 2006
De ondertekening van de standaard serviceovereenkomst, uitgegeven door de Werkgroep Instrumentatie Beheer Academische Ziekenhuizen (WIBAZ), FHI, Nederlandse brancheorganisaties voor Medische Technologie en Laboratorium Technologie en de Nederlandse Vereniging voor Inkoop en Logistiek in de Gezondheidszorg (NVILG), vond op 1 december 2005 plaats in kasteel Montfoort. Kwaliteitsbeheer van medische apparatuur staat volop in de belangstelling. Door innovaties wordt medische apparatuur steeds geavanceerder en complexer. Het belang daarbij van goede afspraken tussen partijen die betrokken zijn bij het beheer en de service aan deze apparatuur is evident. Om deze reden besluiten ziekenhuizen steeds vaker het service- en onderhoudstra-
signalement maart 2006
ject uit te besteden aan de gespecialiseerde leverancier.
opmerkingen en wensen van de huidige gebruikers zo goed mogelijk zijn verwerkt.
Om de kwaliteit van de service- en onderhoudsafspraken goed te kunnen waarborgen hebben FHI, NVILG en WIBAZ het initiatief genomen een Standaard Service Overeenkomst (SSO) te ontwikkelen. Met deze SSO hebben ziekenhuizen en leveranciers de beschikking over een standaarddocument waarin alle relevante onderdelen voor service en onderhoud aan medische apparatuur zijn opgenomen.
De betrokken partijen gaven tijdens de ondertekeningsbijeenkomst presentaties over het beheer en onderhoud van medische apparatuur in ziekenhuizen. Zo gaf de inspecteur gezondheidszorg een presentatie over incidenten die zich in ziekenhuizen voordoen en welke rol het onderhoud en service aan de medische apparatuur daarin speelt. Tot slot werd het document uitgereikt aan de inspecteur gezondheidszorg. Van de standaard serviceovereenkomst is een digitale en een gedrukte versie beschikbaar. De digitale is vanaf de website leden.fhi.nl te downloaden, de gedrukte kan worden besteld bij FHI. <
Door de modulaire opzet van de SSO is deze flexibel in gebruik en kan een servicepakket worden samengesteld dat het beste aansluit bij de specifieke situatie. Deze nieuwe overeenkomst is een verbetering en uitbreiding van de bestaande SSO waarin ervaringen,
51
Nieuw evenement: Zorgtotaal 2007
Na 22 edities van Medica Utrecht is definitief afscheid genomen van het MEDICA-concept. Op basis van marktontwikkelingen en feedback van marktpartijen lanceert VNU Exhibitions Europe een geheel nieuw concept: Zorgtotaal, het nationale platform voor de intramurale zorgsector en de thuiszorg. Zorgtotaal brengt een zevental doelgroepgerichte vakbeurzen samen op het gebied van farmacie, technologie, revalidatie, verpleging, facilitair, dienstverlening en
voeding. Tijdens Zorgtotaal vindt ook de bekende vakbeurs Zorg&ICT plaats. Uitgangspunt van deze unieke opzet is dat zowel de exposant als de bezoeker zich herkent en thuisvoelt op een eigen, vakspecifieke beurs. Tegelijkertijd biedt de gezamenlijke opzet bezoekers uit de diverse zorgsegmenten de mogelijkheid om ook een kijkje te nemen op de andere beurzen. Alles over de zorgsector is te vinden onder hetzelfde dak.
Paviljoen MEDICA Düsseldorf Van 15 tot en met 18 november 2006 vindt in Düsseldorf ‘s werelds grootste medische vakbeurs MEDICA 2006 voor de 38e keer plaats. MEDICA is het perfecte platform voor internationaal zakendoen, met name voor ondernemingen die zich richten op nieuwe markten. Tijdens MEDICA 2005 toonden ruim 4.000 exposanten hun medische producten en diensten aan meer dan 137.000 vakbezoekers afkomstig uit 100 verschillende landen. MEDICA 2005 is zowel wat betreft exposanten als bezoekers zeer succesvol afgesloten.
Zorgtotaal vindt plaats van 14 t/m 16 maart 2007 in de Jaarbeurs Utrecht FHI verzorgt op de beurs een eigen ‘medisch instrument‘, daarbinnen zal speciale aandacht zijn voor de onderdelen Zorg&technologie en Zorg&verpleging.
In opdracht van de EVD, agentschap van het ministerie van Economische Zaken, organiseert Fairwise BV in samenwerking met enkele brancheorganisaties een collectieve Nederlandse deelname op deze vakbeurs. Het Nederland paviljoen biedt exposanten de mogelijkheid om met een relatief
Voor vragen over Zorgtotaal of informatie over deelname kunt u contact opnemen met FHI, Luc Knaven, telefoon: (033) 4651063 of e-mail:
[email protected]. <
Hoofdlijnen programma • Wat is de werking van een DBC en hoe stel je een DBC op? • Wat speelt er aan de aanbodzijde van DBC’s in binnen- en buitenland ? • Hoe onderhoud je een DBC?
RIVMrapport
• Wat is een kosteneffectiviteitstudie? • Wat levert een kosteneffectiviteitstudie uw organisatie op?
‘Geavanceerde medische technologie in de thuissituatie – Inventarisatie, gebruikersaantallen en risico’s.
Locatie De informatiebijeenkomst wordt gehouden in De Soester Duinen te Soest, Soesterbergsestraat 188, Soest. Tijd: 10.30 - 16.00 uur. Voor nadere informatie of aanmelding kunt u contact opnemen met FHI, Luc Knaven, telefoon: (033) 4651063 of e-mail:
[email protected]. <
52
• Welke veranderingen zijn er gaande op het vlak van zorgaanbod?
Voor eventuele vragen over het MEDICA Nederland Paviljoen kunt u te allen tijde contact opnemen met FHI, Luc Knaven, telefoon: (033) 4651063 of e-mail:
[email protected]. <
Modelovereenkomst Investeringsgoederen
DBC-informatiebijeenkomst 19 april 2006 De Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie organiseert een DBC-informatiebijeenkomst op 19 april 2006. Tijdens deze bijeenkomst wordt informatie gegeven over de werking en het onderhoud van DBC’s (Diagnose-/Behandelcombinaties) en er wordt dieper ingegaan op ontwikkelingen bij DBC. Aan de hand van presentaties en praktijkvoorbeelden komen diverse aspecten op het gebied van DBC aan de orde. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op de werking van kosteneffectiviteitstudies en de veranderingen in het zorgaanbod.
kleine stand, beperkte inspanning en sterk gereduceerde kosten deel te nemen aan dit evenement. Voorts draagt de omvang van het collectief en de gezamenlijke aanpak in sterke mate bij aan exposure en media aandacht. Om de succesfactor te stimuleren heeft de EVD besloten een aanzienlijk deel van het Nederland-paviljoen te subsidiëren. Deelname aan het paviljoen is hierdoor goedkoper dan individuele beursdeelname. Naast dit kostenvoordeel profiteert u tevens van extra exposure, de gezamenlijke standbouw, minimale voorbereidende inspanningen, gezamenlijke cateringfaciliteiten et cetera.
In dit rapport wordt een beschrijving gegeven van complexe medische technlogieën die de afgelopen jaren zijn geïntroduceerd bij de patiënt thuis, de omvang van het gebruik en de mogelijke risico’s. Het rapport is op te vragen bij FHI, telefoon: (033) 4651063, Barbara Abels, e-mail:
[email protected]. <
signalement maart 2006
NVILG (Nederlandse Vereniging voor Inkoop en Logistiek in de Gezondheidszorg) en de brancheorganisatie FHI (medische en laboratoriumbedrijven) hebben het initiatief genomen om een Modelovereenkomst voor Medische Investeringsgoederen en ICT te ontwikkelen. Doelstelling is te komen tot een uniform, praktisch document waarin alle belangrijke aspecten rondom de aan-
schaf van medische apparatuur en ICT zijn benoemd en de belangen van de betrokken partijen goed zijn gewaarborgd. In de afgelopen maanden is de werkgroep al meerdere malen bijeengekomen en is de Modelovereenkomst Medische Investeringsgoederen in de eindfase beland. De werkgroep kijkt nog kritisch naar de artikelen
aangaande aansprakelijkheid alvorens de Modelovereenkomst af te ronden. Zodra de overeenkomst gereed is zullen NVILG en FHI een gemeenschappelijke studiedag organiseren waarin de overeenkomst gepresenteerd wordt. Het streven is dat de modelovereenkomst als landelijke standaard zal gaan fungeren. <
Platform Interventie Cardiologie Vanwege de behoefte aan regelmatig bilateraal overleg over ontwikkelingen of knelpunten in de markt en gezamenlijke lobby richting politiek, overheid en ziekenhuizen/specialisten/zorgverzekeraars heeft een aantal fabrikanten van Drug Eluted Stents binnen FHI een platform Interventie Cardiologie opgezet. Dit platform komt enkele malen per jaar bijeen waarbij
signalement maart 2006
onderwerpen zoals DBC, overheidsbeleid, aanbestedingsbeleid, wet- en regelgeving, vergoedingsvraagstukken et cetera worden besproken. Indien u belangstelling heeft om nader kennis te maken met de opzet en werkwijze van dit platform kunt u zich melden bij FHI, Luc Knaven, telefoon: (033) 4651063 of e-mail:
[email protected]. <
53
Europees aanbestedingsbeleid
Herziening CE-Richtlijn Medische Hulpmiddelen
Onwerkbaar in de medische markt
Conform artikel 11 van Richtlijn 93/42/ EEG dient vijf jaar na inwerkingtreding van de richtlijn medische hulpmiddelen een evaluatie plaats te vinden. Aan de hand van een rapport van de Medical Devices Expert Group (MDEG) en aanvullende publieke consultaties heeft de Europese Commissie op 22 december 2005 een wijzigingsvoorstel voor de richtlijn gepubliceerd. Op 9 februari 2006 heeft op het ministerie van VWS een consultatiebijeenkomst plaatsgevonden waarbij de veranderingen van de nieuwe CE-richtlijn nader zijn toegelicht.
Belangrijkste wijzigingsvoorstellen: • Producten die onder de richtlijn vallen dienen een ‘medical purpose’ te hebben; • Medische software wordt apart beschreven in de nieuwe richtlijn. Standalone software wordt beschouwd als een op zichzelf staand medisch hulpmiddel; Er bestaat al lange tijd onduidelijkheid over de vraag of de zorgsector al dan niet onder het Europese aanbestedingsbeleid valt. Naar aanleiding van twee gerechtelijke uitspraken is – tot in hoger beroep – de conclusie dat de zorgsector wel degelijk aanbestedingsplichtig is.
van de aanbestedingsplicht in de zorgsector. Dat document gaat naar het ministerie van VWS, dat inmiddels de toezegging heeft gedaan ermee naar Brussel te zullen stappen en daar de Nederlandse gedachte voor te leggen.
Onwerkbaar In december 2005 vond overleg plaats tussen FHI, VNO-NCW, MKB-Nederland, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en Acaris, de brancheorganisatie van verpleeg- en verzorgingstehuizen en de ambtenaar die binnen Volksgezondheid verantwoordelijk is voor de portefeuille aanbestedingen. Tijdens dat overleg bleek dat zowel toeleveranciers als afnemers niet gelukkig zijn met de huidige aanbestedingsplicht. Verplichte aanbesteding heeft niet alleen enorme consequenties voor de leveranciers, maar ook voor de zorginstellingen, die daar immers veel capaciteit aan kwijt zijn. Om nog maar te zwijgen van de onmenselijke effecten die de verplichting met zich mee kan brengen. Tijdens het overleg is besloten een beleidslijn te formuleren en te komen tot een praktisch document over de invulling
54
Ook met het ministerie van Economische Zaken was er contact over het dossier EU-aanbesteden, waarbij aan de hand van praktijkvoorbeelden uit de doeken werd gedaan hoe onwerkbaar een en ander is. De EU-aanbestedingsregels bieden een aanbestedende dienst alle vrijheid om zaken in eigen voordeel te regelen. Als het gaat om indekken tegen risico’s gaat zo’n aanbestedende dienst heel ver in zijn eisen door allerlei documenten en verklaringen op te vragen. Voor een partij die wil meedoen aan een aanbesteding, betekent dat een enorme ballast. En niet zelden gaat het dan om documenten en verklaringen die hooguit in de marge met de zaak te maken hebben. Met EZ werd van gedachte gewisseld over mogelijke oplossingen. Concreet was de slotsom dat het onmogelijk is om alle uitwas-
sen via wetgeving af te vangen. EZ heeft nu voor ogen dat de sectoren met elkaar om tafel gaan en trachten te komen tot een consensus over aanbesteden in de vorm van een convenant of een ‘best practice’.
• Desinfectans voor invasieve medische hulpmiddelen komen in klasse IIb;
In het kader van het voorgaande toonde EZ veel belangstelling voor een traject dat momenteel binnen MT wordt doorlopen: een samenwerking tussen de inkopers en de industrie waarbij een gemeenschappelijke ‘modelovereenkomst investeringsgoederen’ centraal staat. Het blote feit dat het lukt om leveranciers en afnemers bij elkaar aan tafel te krijgen teneinde centrale afspraken te maken… Nader overleg volgt.
• Informatie over registratie/vigilantierapporten/certificaten zijn niet meer vertrouwelijk;
Concreet is nu besloten workshops te gaan organiseren in samenwerking met Derks, Star, Busmann advocaten. Daar zal de juridisch-inhoudelijke kant worden belicht en wordt antwoord gezocht op concrete vragen over het gedrag van aanbestedende diensten. Of over juridische mogelijkheden halverwege een aanbestedingstraject. Of over mogelijkheden als er een gunning heeft plaatsgevonden waar een partij het niet mee eens is. <
signalement maart 2006
• Elektronische gebruiksaanwijzingen worden opgenomen in de richtlijn;
• De bewaartermijn van documentatie mag niet korter zijn dan vijf jaar en moet minimaal gedurende de door de fabrikant opgegeven levensduur beschikbaar blijven; • Voor combinatieproducten van medische hulpmiddelen met geneesmiddelen komt er een wijziging in de adviesprocedure. De organisatie EMEA (European Agency
for the Evaluation of Medicinal Products) krijgt een grotere rol ten opzichte van de nationale geneesmiddelenautoriteiten; • De eisen die gesteld worden aan klinische evaluatie en klinisch onderzoek worden aangescherpt. Er worden eisen gesteld aan de beschikbaarheid van data (onderzoeken/literatuur/aantoonbare relevantie van het product). Lidstaten moeten negatieve beslissingen over klinisch onderzoek aan elkaar meedelen. Aanvullende informatie over de wijzigingsvoorstellen kunt u opvragen bij FHI. Voor vragen, opmerking of concrete wijzigingsvoorstellen kunt u eveneens contact opnemen met FHI, Luc Knaven, telefoon: (033) 4651063 of e-mail:
[email protected]. Voorafgaande aan de besluitvorming door de Raad van Ministers op Europees niveau zullen alle lidstaten in een Europese raadswerkgroep het voorstel nader bespreken. Uiterlijk twaalf maanden na de definitieve besluitvorming/inwerking treden van de nieuwe Europese richtlijn moet deze omgezet worden naar nationale wetgeving. <
Prijs
Kwaliteit Kwaliteit
Prijs
Kwaliteit van hulpmiddelen Eind december is op initiatief van MKBNederland overleg geweest met enkele grote zorgverzekeraars en de koepelorganisatie Zorgverzekeraars Nederland. Namens de verzekeraars waren Achmea Zorg, Agis Zorgverzekeringen, VGZ/IZA Groep en Delta Lloyd Zorg aanwezig. Het overleg is opgezet naar aanleiding van een rapport over de kwaliteit van hulpmiddelen dat MKB-Nederland in juni 2005 in de publiciteit bracht. Daarin zijn de resultaten gepubliceerd van een onderzoek dat MKBNederland extern liet uitvoeren naar de kwaliteit van Medische Hulpmiddelen. Wat het rapport signaleert, is dat de markt wordt gedomineerd door een beperkt aantal grote zorgverzekeraars die tezamen een enorme inkoopmacht vertegenwoordigen. Daarbij ligt naar de mening van de onderzoekers – een standpunt dat door FHI wordt gedeeld – het zwaartepunt vaak teveel bij prijsparameters en te weinig bij kwalitatieve aspecten. Onder druk van het volume komt de kwaliteit onder druk te staan. Het eerste overleg is achter de rug. De discussie was hier nog breed en algemeen. Alle betrokken deelmarkten op het gebied van medische hulpmiddelen waren aanwezig. Die blijken echter zo verschillend, dat het overleg voortgezet zal worden per deelmarkt. <
signalement maart 2006
55
■ INFORMATIE
Per 15 november 2005 is Minerva Meettechniek B.V. verhuisd naar: Chrysantstraat 1, 3812 WX AMERSFOORT, Telefoon: (033) 4622000, fax: (033) 4622218, e-mail:
[email protected] en de internetsite: www.minervaipm.com Per 1 januari 2006 is Pedak meettechniek bv verhuisd naar: Roorveld 1, 6093 PL HEYTHUYSEN. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Vanuit de ledenkring Laboratorium Technologie Per 21 november 2005 is Jeol (Europe) B.V. verhuisd naar: Lireweg 4, 2153 PH NIEUW-VENNEP. Telefoon: (0252) 623500, fax: (0252) 623501, e-mail:
[email protected] en de internetsite: www.jeol.com Per 1 oktober 2005 is Isogen Life Science verhuisd naar Lagedijk 18, 3401 VA IJSSELSTEIN. Per 1 januari 2006 is MP Biomedicals verhuisd naar Rokin 55, 1012 KK AMSTERDAM. Overige gegevens blijven ongewijzigd.
Industriële Automatisering / Industriële Elektronica Per 1 Januari 2006 is Amplimo B.V. verhuisd naar: Industrieweg 14, 7161 BX NEEDE, Postbus 27, 7160 AA NEEDE. Telefoon: (0545) 283456, fax: (0545) 283457, e-mail:
[email protected] en de internetsite: www.amplimo.nl Per 30 november 2005 is Koning & Hartman B.V. verhuisd naar: River Building, Haarlerbergweg 21-23, 1101 CH AMSTERDAM Z.O., Postbus 416, 1000 CW AMSTERDAM. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Ing. bureau Hartogs B.V wordt per 1 januari 2006 voortgezet onder de naam HPR Techniek B.V.. De contactgegevens blijven ongewijzigd, maar de e-mail adressen dienen na het “@-teken” gewijzigd te worden in “hprtechniek.nl” Nyquist B.V. heeft per januari haar naam gewijzigd in Bosch Rexroth Electric Drives and Controls B.V. de website is: www.boschrexroth.com de overige gegevens blijven ongewijzigd.
Medische Technologie Per 16 december 2005 is Teleflex Medical B.V. verhuisd naar: Vermogenweg 3, 3641 SR MIJDRECHT Postbus 40, 3640 AA MIJDRECHT. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Nieuwe Leden Industriële Elektronica Almende Westerstraat 50 3016 DJ ROTTERDAM Lidnummer: 1452
Kijk voor de meest actuele
Industriële Automatisering
maart • 28 maart: Sense of Contact (www.fhi.nl/senseofcontact) • 30 maart: ‘RoHS implementeren in de keten vraagt om continue communicatie’
Vaisala Oyj PL26 00421 HELSINKI (FINLAND) Lidmaatschapsnummer: 1450 Envitec N.V. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG Lidmaatschapsnummer: 1454
Laboratorium Technologie Spark System Solutions B.V. Pieter de Keyserstraat 8 7825 VE EMMEN Lidmaatschapsnummer: 1453
Medische Technologie NESS Nederland B.V. Zadelmakerstraat 53 2984 CC RIDDERKERK Lidmaatschapsnummer: 1449 Welmed B.V. De Achterbrink 9 7771 BX HARDENBERG Lidmaatschapsnummer: 1451
Vergaderfaciliteiten bij FHI te Amersfoort Voor haar leden biedt FHI de mogelijkheid tegen geringe kosten gebruik te maken van vergaderfaciliteiten.
Industriële Elektronica
U kunt gebruik maken van de vergaderzalen met koffie, thee en frisdrank. Voor de kosten hiervoor: zie schema. Wanneer u gebruik wilt maken van één van de vergaderzalen, neem dan contact op met de managementassistente van uw branche. Uiteraard is de beschikbaarheid beperkt tot de periodes dat er geen branchevergaderingen zijn.
Industriële Automatisering
56
Aantal Personen: 01-10 personen 10-20 personen meer dan 20 personen
Zaalhuur per dagdeel* € 95,00 € 138,00 € 230,00
Medische Technologie
Borrel 01-10 personen 10-20 personen 20-30 personen meer dan 30 personen Lunch Bittergarnituur Beamer
Kosten € 23,50 € 47,00 € 70,00 € 93,50 Conform factuur cateraar Conform factuur cateraar € 100,00 per dagdeel
Barbara Abels, telefoon: (033) 4651063
* incl. koffie/thee/frisdrank/overheadprojector
Renée Boerma, telefoon: (033) 4657507
Esther van Ingen, telefoon: (033) 4657507
Laboratorium Technologie Sandra van Dusschoten, telefoon: (033) 4651063
signalement maart 2006
AGENDA 2006 / 2007 stand van zaken op www.fhi.nl/fhi/evenementen
april • 6 april: 50 jarig jubileum FHI Jachtslot Mookerheide • 7 april: ’s middags Algemene Ledenvergadering branchebesturen Jachtslot Mookerheide • 7 april: ’s avonds 50 jarig jubileum FHI Ledenfeest Wijnfort Lent • 19 april: Managementcursus ‘DBC’s in het nieuwe zorgstelsel’
LASER-OPTIK-BERLIN 2006 Adlershof, Berlijn (Duitsland) 23 en 24 maart 2006 (www.laser-optik-berlin.de) World Nano-Economic Congress India Mumbai (India) Hyatt Regency 27 – 29 maart 2006 (http://www.world-nano.com/india/) Laborama 2006 Louvain-la Neuve, Tennis Club du Parc (België), 21 maart 2006 Gent (België), 28 maart 2006 (www.laborama.be) Interkama 2006 Hannover Messe (Duitsland), 24 t/m 28 april 2006 (www.hannovermesse.de)
mei • 10 mei: PROGRESS Onderwerp: Embedded System Design • 11 mei: PROGRESS Onderwerp: Networks & Connected Systems • 11 mei: IT Security in de industrie (www.fhi.nl/security) • 15 mei: HF Technologie Seminar (www.fhi.nl/hf) • 31 mei 2006: PROGRESS Onderwerp: Verification & validation
Analytica 2006 Messe München (Duitsland), 25 t/m 28 april 2006 (www.analytica.de)
juni • 1 juni: PROGRESS Onderwerp: ‘Networks on chip’ • 1 juni: algemene ledenvergadering branche Industriële Automatisering • 7 juni: algemene ledenvergadering branche Industriële Elektronica • 14 juni: algemene ledenvergadering branche Medische Technologie • 15 juni: High Tech Equipment Engineering • 20 juni: algemene ledenvergadering branche Laboratorium Technologie
Laboratory Russia St. Petersburg (Rusland), 5 t/m 7 september 2006 (www.biztradeshows.com)
oktober/november • 5 oktober: HRM-actualiteitenseminar • 30 oktober t/m 3 november: HET Instrument (http://www.hetinstrument.nl)
signalement maart 2006
OVERZICHT INTERNATIONALE BEURZEN/CONGRESSEN
Achema 2006 Frankfurt am Main (Duitsland), 15 t/m 19 mei 2006 (www.achema.de) Sensor + test Nürnberg (Duitsland), 30 mei en 31 mei 2006 (www.sensor-test.com)
Bias 2006 Milaan (Italië), 20 t/m 23 september 2006 (www.bias.it) HET Instrument 2006 Utrecht, 30 oktober t/m 3 november 2006 (www.hetinstrument.nl) Electronica 2006 Messe München (Duitsland), 14 t/m 17 november 2006 (www.electronica.de) R+D in life sciences Basel (Zwitserland), 5-11 mei 2007 (http://www.messebasel.ch/ca/cc/ss/) Ilmac 2007 Basel Messe (Zwitserland), 25 t/m 28 september 2007 (www.ilmac.ch) <
Internetsites www.betaalterminal.nl
Aangevraagd Lidmaatschap
Website van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Geeft onafhankelijke en objectieve informatie over elektronisch betalen. Er zijn de nodige veranderingen op komst in het betalingsverkeer.
gaat over de premies van zorgverzekeraars voor de basisverzekering en bijbehorende voorwaarden als wachttijd en medische selectie.
www.foodvalley.nl Bedoeld voor het oplossen van vraagstukken uit het mkb in de voedingsmiddelenindustrie en aanverwante sectoren. Kosteloze ondersteuning bij zoektocht naar juiste kennisaanbieders, financiering en samenwerkingspartners.
Industriële Elektronica Display Elektronika B.V. Techniekweg 44 3542 DT UTRECHT Display Elektronika is leverancier van elektronica en elektronica gerelateerde producten.
www.levensloopwijzer.nl Onderdeel van de website over de levensloopregeling. Berekent hoe lang het duurt voor een werknemer voldoende heeft gespaard voor het financieren van een bepaalde verlofperiode.
www.innovatieplatform.nl Innovatieplatform, projectbureau Den Haag Dit adviesorgaan onder aanvoering van premier Balkenende stimuleert onder meer de uitgifte van Innovatievouchers.
www.slimmerverpakken.nl Laboratorium Technologie Asecos B.V. Postbus 87 2450 AB LEIMUIDEN De firma levert o.a. brandveiligheidsopslagkasten, milieukasten, logen en zuren kasten en chemicaliënkasten. <
Personeelsbemiddeling
www.verzekeringssite.nl
COLOFON Wereldwijde producent van hoogwaardige test- en meetappartuur en –oplossingen zoekt een Europese Product Manager Transmitters. De product manager begeleid het Transmitter portfolio van productontwikkeling, productlancering tot het (technisch & commercieel) ondersteunen van de sales engineers in Europa & Zuid Afrika.
Functie-eisen • hbo-opleiding in natuurkunde, proces engineering of mechanica;
Oostenrijkse producent van besturings- en automatiseringstechniek voor energieinstallaties (Sprecher Automation GmbH) zoekt een verkoop-/technologiepartner. Die zelf schakelinstallaties voor energiebedrijven produceert en een partner zoekt voor de automatisering van de energieinstallaties.
58
• Aantoonbare ervaring in de commerciële promotie van technische producten B2B, marketingkennis is een pre; • Sterke communicatieve & motiverende vaardigheden; • Sterke analytische & commerciële vaardigheden, doorzettingsvermogen, klantgericht, bereid om te leren; • Vaardig in het Engels & internationaal georiënteerd Meer informatie kunt u opvragen bij FHI, Andrea Boersema, telefoon: (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
Contactpersoon: Andree Piskadlo E-mail:
[email protected] Telefoon: +43 732 6908-290 GSM: +43 664 8262 812 Fax: +43 732 6908-321 Internet: www.sprecher-automation.com <
Bedrijven kunnen geld en het milieu sparen door slimmer te verpakken. Deze website van SVM-Pact, de organisatie achter het Convenant Verpakkingen waar ook FHI aan meedoet, geeft informatie over recycling, hergebruik en preventie van verpakkingen.
Particuliere, onafhankelijke website die het kiezen van de juiste verzekeraars makkelijker wil maken. Het meest recente onderzoek
Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 4657507 Fax: (033) 4616638 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder
Leden.fhi.nl
Website van het ministerie van Sociale Zaken, onderdeel van de landelijke campagne over de levensloopregeling. Vanaf 1 januari 2006 kunnen werknemers ervoor kiezen om belastingvrij geld opzij te zetten voor tussentijds verlof.
Website alleen toegankelijk voor FHI-leden. Informatie en downloads van bijvoorbeeld de RAO, het nieuwe ziektekostenstelsel, de export- en de HRM-groep. Nog geen gebruikersnaam en wachtwoord? Op te vragen bij Ingrid van Boxtel (
[email protected]). <
Handelscontacten Lanner Electronics Inc
Een grote Aziatische fabrikant in:
Lanner Electronics Inc is op zoek naar een sales agent in de Nederlandse Markt.
• catheters en tubes • revalidatie hulpmiddelen • speciale ziekenhuisbedden heeft contact opgenomen met FHI. Zij zijn op zoek naar een handelsonderneming in de Benelux.
Lanner Inc, is a leading designer and OEM/ ODM manufacturer of network communications and applied computing solutions. Contactpersoon: David Chan E-mail:
[email protected] Tel: +886 2 8692 6060 ext 163 Fax: +886 2 8692 6101 Internet: www.lannerinc.com
Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
signalement maart 2006
www.levensloopregeling.nl
signalement maart 2006
Indien u hierin geïnteresseerd bent kunt u contact opnemen met FHI, Barbara Abels, telefoon: (033) 4651063 , e-mail:
[email protected]. <
59
����������������������������������������
���� ������������ ���������������� ����������� �������������� ���������
��������������������������������
������������ ��������������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������������
������������������������
�������������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������
������������������������������� ��������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������ ����������������������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������
����������������������������
������������������������������������������������������������������ �
����������������������������������������������������������������������
������������������������������������