SiepelNieuws Nieuwsbrief van de Werkgroep Siepelveen
JAARGANG 2
NUMMER 1
FEBRUARI 2012
IN DIT NUMMER:
Ter introductie
1
Aan het woord
2
Kleurbekennen
4
Binnengekomen foto’s
6
Ingezonden berichten
7
Bijzondere verschijningen
12
Wetens(w)aardigheden
13
Agenda
14
Colofon
14
Ter introductie
D
it is het begin van alweer de vierde uitgave van het SiepelNieuws en opnieuw is deze nieuwsbrief rijkelijk gevuld met interessante informatie als u het mij vraagt. Om zo maar even een greep uit de inhoud te doen: Jan en Klaas vertellen over wie zij vertegenwoordigen en hoe zij in hun beider werkzaamheden met elkaar en de Werkgroep Siepelveen te maken hebben. Stans licht een tipje van de sluier op van wat het werkcomité van de Werkgroep Siepelveen zoal achter de schermen doet. Jos spreekt over ‘gewenste kaalslag’ waar ik bij het lezen in eerste instantie even van schrok. Syb haalt iets uit een oude doos. Gezinus evalueert en is dankbaar en tevreden. Reinier zet recht. Iets nieuws is ontworpen en ik geef aan waarom ik stop met de werkzaamheden van het werkcomité na met veel voldoening hieraan te hebben bijgedragen. Kunt u nog wachten met verder lezen? Ik wens u heel veel ontdekkingen en inspiratie bij het lezen van deze SiepelNieuws. Wie weet tot ziens op de Zeegser Duinen! Marieanne Drenckhahn
De beuk erin
Afscheid
Koek
Rob liert
Evaluatie
Zwerver
1
Aan het woord Interview met Klaas Hooijer en
Jan Sikkema
zaterdag 4 februari 2012
N
a enig overleg over een datum die voor ons alle drie goed uit kwam, zag ik op zaterdagochtend vier februari jongstleden Klaas Hooijer als voorzitter van de Vereniging van Dorpsbelangen Zeegse en Jan Sikkema als voorzitter van de Boermarke Zeegse voor een interview voor deze uitgave van de SiepelNieuws. Om als het ware kennis te maken met elkaar vroeg ik hen te vertellen over Dorpsbelangen en Boermarke Zeegse. Klaas begon te vertellen over Dorpsbelangen. Hij liet weten dat hij een aantal jaren geleden met een aantal collega’s uit de feestcommissie Dorpsbelangen heeft opgericht, omdat er een groeiende behoefte ontstond bij leden van de feestcommissie om niet alleen met spelletjes en feestdagen bezig te zijn maar ook met beleidszaken in het dorp. Zij proberen nu de wensen en geneugten van de bewoners in het dorp zo goed mogelijk te behartigen. Zes maal per jaar wordt er door hun vergaderd en een keer in het jaar is er een algemene ledenvergadering waarin iedereen zijn of haar zegje kan doen, aldus Klaas. Jan liet weten dat de Boermarke als organisatievorm al sinds de Middeleeuwen (zo’n zevenhonderd jaar) bestaat en dus een veel oudere organisatie is. Zeegse is waarschijnlijk ook rond die tijd ontstaan. De bewoners van de esdorpen hadden destijds gezamenlijk de marke, het dorp, en de gronden om de dorpen heen in beheer en in eigendom. Iedereen was in die tijd boer met als grootste prioriteit het produceren van voeding voor het eigen gezin en er was sprake van ruilhandel. Daarna kwam de verkaveling en kregen de boeren hun eigen gronden waarbij ze dingen gingen verbouwen en vervolgens verkopen en daar werd toen dus ook geld mee verdiend. Er bleven echter ook stukken grond in gezamenlijk beheer, zoals de brink en de wegen. Niet de doorgaande wegen, maar de wegen in de omgeving, zoals zandpaden en door de bossen en dergelijke. Van oudsher zijn dat gronden geweest die bij de Boermarke horen. Dat is de organisatievorm die de marken hier in Drenthe en delen van Overijssel hebben. Het is geen vereniging en geen stichting. Wel zijn de boermarken op Drents niveau georganiseerd binnen de Vereniging van Drentse Boermarken (ongeveer 80 Marken in Drenthe) waarin zij hun gezamenlijke belangen behartigen. In de meeste gebieden is de Boermarke de partij die de jachtgronden uitgeeft. Tot op heden behartigen de boermarken dan de eigena-
ren van die gronden. Maar ook regelen zij praktische zaken voor de boeren zoals het inzamelen van kuilplastic en hebben ze waarschuwingsborden die langs de weg gezet worden als de weg vies is door werkzaamheden van boeren aldaar. Jan vertelde verder dat de Boermarke Zeegse jaren lang een aantal werktuigen heeft gehad om de weilanden en de akkers te bewerken. In sommige dorpen is dat nog steeds het geval. De Boermarke Zeegse heeft die echter af gestoten, omdat er in Zeegse nog maar twee actieve boeren zijn en een aantal boeren dat gronden op de es heeft maar buiten het dorp woont. Deze boerderijen zijn groot genoeg en hoeven zaken dus niet meer gezamenlijk te doen. Duidelijk wordt uit het verhaal van Jan dat de rol van deze organisatie dus beduidend kleiner is geworden dan tot de jaren vijftig/zestig van de vorige eeuw. Wel blijft er een duidelijke rol voor de Boermarke in het coördineren van gezamenlijke activiteiten en het toezicht houden op de gezamenlijke gronden. Op mijn vraag in hoeverre beide organisaties met elkaar te maken hebben, antwoordde Klaas dat zij als Dorpsbelangen de wensen van alle inwoners van Zeegse behartigen en dus ook van de Boermarke leden die in het dorp wonen. Daarnaast zijn er in de zomer altijd feestweken op de brink in Zeegse die door Dorpsbelangen worden georganiseerd. De brink is eigendom van de Boermarke en wordt voor het feest belangenloos ter beschikking gesteld. Jan vulde aan dat Dorpsbelangen ieder jaar een paasvuur organiseert en dat gebeurt ook op land van een van de boeren. Het idee van de herinrichting van de brink is via Dorpsbelangen naar buiten gebracht en zal ook samenwerking met de Boermarke en de gemeente Tynaarlo inhouden. Er zal worden gekeken hoe de zondagse drukte van de auto’s op de brink beter kan worden gereguleerd. Jan vervolgde het gesprek door te vertellen over het idee om de brink weer in ‘oude’ staat te herstellen. De brink was destijds een uitloper van de zandverstuiving op de Zeegser Duinen en veel heuvelachtiger. Door dit aspect weer terug te brengen in het landschap kan bijvoorbeeld het parkeren makkelijker afgescheiden worden van het spelen van de kinderen aldaar. Hij sloeg een brug door te benoemen dat dit herstel van oude staat te vergelijken is met het streven van de Werkgroep Siepelveen op de Zeegser Duinen.
2
Op mijn vraag wat de visie van Dorpsbelangen en de Boermarke Zeegse is op de beheerwerkzaamheden van onze Werkgroep, liet Klaas weten dat hij voor de oprichting van Dorpsbelangen bij veel inwoners van Zeegse langs is geweest voor het afnemen van een enquête. Hij ontdekte dat veel mensen niet echt wisten waar ze wonen en dat velen onbekend waren met de Zeegser Duinen en er nooit kwamen. Hij, met mij, keek hier van op en beseft hierdoor dat hier nog een taak ligt van Dorpsbelangen. Andere inwoners zijn fanatieke wandelaars en komen er juist veel. De hoofdmoot van de inwoners heeft echter volgens Klaas niet erg veel met dit stuk natuur in een bepaald groepsverband. Hij vertelde blij te zijn dat er nu vrijwilligers zijn die gezamenlijk het beheer op zich genomen hebben. Dit wekt meer betrokkenheid bij het beheer van dit gebied van de inwoners van Zeegse dan in het verleden toen het beheer door medewerkers van Staatsbosbeheer (SBB) werd gedaan. Dorpsbelangen probeert tegenwoordig in het kader van het vergroten van deze onderlinge betrokkenheid elke algemene ledenvergadering op te luisteren met een bijdrage van SBB en onze Werkgroep. Het actief deelnemen aan dit beheer als vrijwilliger is voor vele inwoners op dit moment nog een stap te ver gebleken. Een maal per jaar wordt er wel een schoonmaak actie georganiseerd door Dorpsbelangen, maar dit is gericht op het hele dorp en niet specifiek op de Zeegser Duinen. Jan vertelde dat vanwege het feit dat de Zeegser Duinen geen boerengrond betreft de Boermarke Zeegse geen bemoeienissen heeft met het beheerbeleid op de Zeegser Duinen. Zij heeft wel als visie dat de gebruikers een belangrijkere rol moeten spelen in het onderhoud van dergelijke gebieden, zoals ook de aanwonenden en de gemeente zich verantwoordelijk moeten voelen voor het in goede staat houden van de boswegen. Hij zei verder dat naar zijn mening SBB en een aantal andere natuurbeheerders vaak grote stukken grond in eigendom nemen en vanaf een centraal kantoor besturen waar de bewoners niet bij worden betrokken. Daardoor krijgen de dorpelingen als het ware een opgelegd idee en beeld van wat natuur is. De dorpelingen vinden het mooi om in deze prachtige omgeving te wonen. Maar omdat het niet ´eigen´ gebied is en er van buitenaf een visie op wordt ontwikkeld, vindt men het wel goed zo lang het maar niet de verkeerde kant op gaat. Pas bij excessen zullen inwoners reageren op dit beleid, zei Klaas, waarbij hij ook benoemde dat het best lastig is om te weten wat een exces is. Dit kan van persoon tot persoon sterk verschillen.
Tenslotte vroeg ik naar hun kijk op onze Werkgroep en hoe de huidige situatie verschilt met de vroegere situatie zonder ons op de Zeegser Duinen. Jan liet weten dat hij het heel positief vindt dat SBB deze ruimte nu geeft aan de vrijwilligers van de Werkgroep en zich minder opstelt als een soort ‘alwetende organisatie’ die weet hoe de natuur moet worden beheerd en met een eigen visie, die Jan soms heel extreem vindt. Oorspronkelijk is SBB volgens hem een productie organisatie die werd opgericht om de staatsbossen te beheren en voor houtproductie. Hun focus is dus in de loop van de tijd veranderd. Een heleboel families zijn al generaties lang verbonden met de Zeegser Duinen en die mensen hebben de ontwikkeling gezien van een zandverstuiving naar een meer dichtgegroeid bos, aldus Jan. Ongeveer honderd jaar geleden kon men vanaf het spoor in Tynaarlo tot aan de Drentse Aa kijken en was dat gebied een grote vlakte met heide en zandverstuivingen, vertelde hij verder. Nu is het een relatief klein gebied geworden waar de wind geen vrij spel meer heeft en groeit het weer dicht als er niet ingegrepen wordt door de mens. Dan kan je zeggen dat dat de natuur is, maar als je echter dit landschap in stand wil houden, zal je soms heel rigoureus in moeten grijpen volgens hem. De Vogelkers had vroeger heel weinig kans om zich goed voort te planten op de zandgrond. Nu echter tiert hij welig doordat de grond rijker is geworden. Een heel rigoureuze vorm van beheer zou zijn om de bovenlaag helemaal weg te scheuren of je moet ervoor zorgen dat men de plantjes die net opkomen eruit haalt. Jan bracht op dit moment van het gesprek in dat hij het een aardig idee vindt om de wandelaars en de mensen uit de omgeving te vragen de Vogelkers weg te halen. Persoonlijk staat Jan er helemaal achter om dit landschap in stand te houden. Op mijn vraag of zij ook mensen kennen uit de omgeving die tegenstander zijn van het beheerplan zoals dat nu uitgevoerd wordt op de Zeegser Duinen, antwoordde Klaas dat hij geen tegenstanders kent en Jan wel. Hij liet echter weten dat dit van deze mensen geen tegenstand is tegen het beleid, maar meer tegen de hanteerbaarheid van het geheel. Ik vroeg mij op dit moment in het gesprek hardop af of je in het kader van duurzaamheid zou moeten willen dat de dorpelingen (in plaats van veelal vrijwilligers van buiten het dorp) zich meer verantwoordelijk zouden gaan voelen voor het beheer vanuit een gevoel van ‘onze eigen achtertuin onderhouden’. Klaas gaf aan dat dit waarschijnlijk niet haalbaar is, aangezien veel mensen dat dus niet zo ervaren. Hij vindt het het belangrijkst van de hele ontwikkeling in de afgelopen jaren dat SBB nu met zoveel
3
mogelijk mensen praat via de Vereniging Dorpsbelangen over het beheer en is vol lof over de Werkgroep. Hij persoonlijk ziet liever geen mountainbikes op de Zeegser Duinen en het hondenbeleid vindt hij aan de ene kant wat kort door de bocht en aan de andere kant kan hij zich ook wel voorstellen dat loslopende honden niet door iedereen als positief ervaren wordt. Jan benadrukte aan het eind van het gesprek nog dat het in zijn ogen niet zo moet zijn dat SBB zich steeds meer terugtrekt met mensen en faciliteiten nu de Werkgroep in het leven geroepen is. Als eigenaar van deze grond moeten zij, volgens hem, de verantwoordelijkheid voor het beheer blijven nemen en niet vervreemden van hun taken alhier. Wanneer zij dat niet meer kunnen zouden zij gebieden moeten afstoten. Minder is meer
in dit geval, aldus Jan. Voor de toekomst moet volgens beide heren duidelijker worden hoe het beheer van de Zeegser Duinen behapbaar wordt en blijft en hoe er hierbij meer betrokkenheid van de dorpelingen van Zeegse gegeneerd kan worden. Het paasvuur zou voor dit laatste heel geschikt kunnen blijken. Al met al was het een zeer interessant gesprek. Erg mooi vond ik het om te merken dat het gesprek er niet alleen voor gezorgd heeft dat wij als lezers deze beide partijen nu beter hebben leren kennen, maar dat Jan en Klaas op een bepaald moment ook weer even wat herinneringen ophaalden over hun eigen samenwerking in het verleden!
Marieanne Drenckhahn
Kleurbekennen
W
at brengt iemand om de veertien dagen naar het Siepelveen om Amerikaanse vogelkers, berken, vliegden of eiken te verwijderen? Toen Kees drie jaar geleden op een vergadering van de dorpsvereniging een oproep deed om de jeneverbes te behouden en op zoek was naar vrijwilligers, heb ik mij dezelfde avond aangemeld. Werken in de natuur zo dicht bij huis sprak me aan. Het is een mooie afwisseling met het dagelijkse werk: testen, verslagen schrijven, vergaderen. Ik houd van mijn werk, maar in de natuur bezig zijn, is een goed alternatief. Ook de zorg voor het oude landschap speelt mee. Ik ben in Drenthe opgegroeid, heb al vroeg rond gezworven op Kampsheide, Het Grote Zand en het Paradijs bij Hooghalen en het Ter Hosterzand met z’n Makkumerplas. Jeneverbessen hoorden erbij. Toen niet bijzonder, maar toch apart en mystiek, raadselachtig. Passend in het Drentse landschap net als de verhalen. Later onbewust in Scandinavië en Frankrijk gezien, zonder een link te leggen naar onze jeneverbes. Kortom de jeneverbes spreekt mij aan. Zij is het waard om haar in een natuurlijke omgeving te behouden en als dat naast de deur kan, is dat dubbel en dwars de moeite waard. Na die avond duurde het toch nog een aantal maanden voordat we voor het eerst met een kleine groep startten met een verkenning in het Siepelveen. Kort daarop heb ik Sieds en Wim gevraagd mee te helpen. Wat het nog voor mij meer waard maakt om ‘s zaterdags zo vroeg aanwezig te zijn, is de groep. De samenstelling is heel divers. Er zijn verschillen in achtergrond en toch werken we samen voor de jeneverbes. En verder is het goed om je hoofd leeg te maken en lichamelijk bezig te zijn. De jeneverbes schenkt veel. Geert Jan Joosten
4
H
allo medevrijwilligers en andere lezers van het SiepelNieuws. Het is aan mij om deze keer kleur te bekennen aan jullie. Zoals velen van jullie al weten ben ik nu een tweetal jaren betrokken bij de Werkgroep Siepelveen en ik ben ook van plan betrokken te blijven, ook al heb ik onlangs besloten mijn taken binnen het werkcomité en dus ook voor de redactie van SiepelNieuws neer te leggen. Ik wil namelijk op dit moment al mijn aandacht en energie richten op mijn start als zelfstandige onderneemster. Ik kijk met trots terug op wat we samen van de grond hebben gekregen! De Zeegser Duinen hebben mij verleid vanaf het eerste moment dat ik daar een voet neerzette. Wat een prachtgebied. Op dit moment woon ik in de stad Groningen als geboren Peizenaar. Dicht bij huis gebleven dus of anders gezegd na omzwervingen in Ierland opnieuw dicht bij huis beland. Na twee burn-outs, zoals dat tegenwoordig vaak genoemd wordt, ben ik op doktersadvies veel gaan wandelen en de omgeving van Schipborg, Zeegse en Oudemolen heb ik destijds als eerste verkend. In Schipborg heb ik zelfs daarna op verschillende plekken een jaar gewoond. Deze periode was voor mijn herstel van doorslaggevend belang. Graag zou ik er alsnog voor langere tijd neerstrijken, wanneer ik daar de kans toe krijg. Het liefst samen met mijn partner René natuurlijk. Naast een huis met een heerlijk grote (moes)tuin wens ik mij ook een praktijk in het Drentse Aa gebied. Sinds 5 december 2011 heb ik namelijk mijn eigen ‘Wildebloementuin – Praktijk voor levensbegeleiding’ ingeschreven bij de belastingdienst. Na mijn studie psychologie en daarna veel onderwijs van internationale sjamanen voel ik mij nu in staat om mijn kennis en ervaring met anderen te delen, opdat meer mensen baat hebben bij mijn talenten en mogelijkheden. Voor het werk van sjamanen is respect voor de natuur en natuurbeleving van essentieel belang. Hun onderwijs heeft mij ervan bewust gemaakt dat ik als mens onderdeel uit maak van een heel groot geheel waarbij de mens als gelijkwaardig gezien wordt aan alle andere wezens in de natuur (bomen, planten, bloemen en dieren, maar bijvoorbeeld ook stenen en wolken om maar iets van de veelheid te noemen). Mijn daden hebben consequenties voor dit geheel en door dit groeiende inzicht laat ik mij vanaf nu leiden bij mijn werkzaamheden op de Zeegser Duinen en in al mijn keuzes in het leven. Marieanne Drenckhahn
5
Binnengekomen foto’s Negentien toen
I
n de oude doos kwam ik een aantal foto’s tegen van de Zeegser Duinen. Ik weet het niet zeker, maar zou dit de grote beuk in zijn jonge jaren zijn? Syb Tumbelaka
6
Ingezonden berichten Over ons… het werkcomité
I
n dit stukje vertel ik, namens het werkcomité, wat wij zoal doen voor het reilen en zeilen van de werkgroep (wg) Siepelveen. Al heel snel in het begin van de wg zijn Willem, Syb en ik een soort overleg begonnen. Later kwam Marieanne erbij voor de externe communicatie. Willem Bok is een van de initiatiefnemers. Hij hoorde bij de IVN groep die de ‘red de jeneverbes dag’ in oktober 2008 organiseerde. Vanuit dat standpunt vertegenwoordigt hij ook de discussies binnen de wg en treedt hij naar buiten als onze woordvoerder. Hij onderhoudt de contacten met Staatsbosbeheer, ABN-AMRO en andere instanties. Hij heeft ook het begin van een plan gemaakt om de wg zelfstandig te laten worden. Hierover zullen jullie later meer horen als de plannen wat meer uitgewerkt zijn. Syb Tumbelaka kwam bij de wg na de eerste nationale natuurwerkdag in november 2008. Hij besteedt veel tijd aan de wg-activiteiten. Hij heeft bij de werkdagen de leiding, hij houdt de administratie van deelnemers bij, hij maakt in de zomer een nieuw werkplan voor het komende seizoen (dit plan wordt in het werkcomité en met Staatsbosbeheer besproken). Syb zorgt voor al het gereedschap, niet alleen voor onze werkdagen, maar organiseert ook voldoende gereedschap voor de natuurwerkdag. Hij zit iedereen achter de broek om onder andere alle takken en stronken af te laten voeren, af en toe zendt hij de Nieuwsflits. Marieanne Drenckhahn. Nou jullie zien allemaal waar de inspanningen van Marieanne toe leiden. Het was haar idee om een ‘krantje’ te maken. Zij interviewt mensen en vergaart stukjes en foto’s voor het SiepelNieuws. Als ze alles compleet denkt te hebben, gaat ze naar Jos Steenmeijer en die maakt dan dit SiepelNieuws op. Hij verfraait ook tegenwoordig de Nieuwsflits. Het SiepelNieuws wordt ook buiten de leden van de wg verspreid. Wij krijgen daar altijd zeer enthousiaste reacties over. Stans Kofman is ook een van de initiatiefneemsters en is ook vanaf het begin betrokken geweest bij de voortgang binnen de wg. Ik woon wat verder weg door de week en dat schept afstand, zodat ik ook de tegengasgever ben. Als we wat te wilde plannen hebben, hoop ik de discussie op gang te houden en als er voor mijn mening te ruig gewerkt gaat worden in de Zeegser Duinen op plekken die erg kwetsbaar zijn, geef ik een soort beheeradvies. Als Syb niet op een werkdag aanwezig kan zijn, heb ik de leiding die dag. Vorige winter heb ik twee excursies georganiseerd. Bij de tweede was de opkomst heel klein, dus denken wij dat ik dat niet voort moet zetten (heeft iemand een andere mening? Mail dan naar
[email protected]. nl). Sinds kort beheer ik ook de ‘logokas’. Als onze verzelfstandigingsplannen doorgaan zullen wij ook een penningmeester zoeken. Als groepje komen wij zo’n zes keer per jaar op maandagmiddag bij elkaar om de lopende zaken te bespreken en plannen van aanpak te maken voor onder andere de natuurwerkdag in november. Wij lezen het SiepelNieuws eerst via de e-mail voordat het verzonden wordt. Buiten het werkcomité hebben wij nog wat stille krachten. Zoals daar is Jos Steenmeijer voor het ontwerpen van het logo en het vormgeven van onze geschriften en het aanschaffen van een lier om de stobben uit te rukken. Verder helpen Trudi van den Berg met haar vogelkersknopeninitiatief en natuurlijk Louise Dagelet met de koffie en zelfgebakken koekjes op de werkdagen. Stans Kofman
7
Lierervaringen
H
et terugdringen van de vogelkers in ons werkgebied is een kerntaak van onze Werkgroep. Dat hebben we aanvankelijk geprobeerd door ze massaal om te zagen. Dat was leuk werk: enorme stapels omgezaagde vogelkersen en meteen een duidelijk zichtbaar resultaat van de gewenste kaalslag. Tevreden met het bereikte legden we na de laatste werkdag de beugelzagen en takkenscharen neer en gaven het werkgebied voor het broedseizoen terug aan de natuur. Hoe groot was de schrik toen we bij terugkomst zagen wat er was gebeurd: rond de stammen van de afgezaagde vogelkersen waren tot twee meter hoge sprietachtige uitlopers gegroeid. Van kaalslag was geen sprake meer; frisgroene struiken vogelkers grijnsden brutaal naar ons. Bovengronds hadden we de bomen verwijderd maar het wortelstelsel was verre van dood...
Er moest iets nieuws worden bedacht, op de oude voet voortgaan had geen zin. Allereerst moesten de grootste vogelkersen, waar na de bloei duizenden vruchten aan hangen, worden opgezocht en gemarkeerd. Deze bomen moesten zo snel mogelijk worden verwijderd of geringd (onderaan de stam de schors ringvormig, een centimeter of dertig verwijderen tot op het dode hout). Daarnaast moeten de kleinere vogelkersen met wortel en al worden uitgetrokken (wat afhankelijk van de ondergrond gemakkelijk tot vrijwel niet gaat) dan wel worden uitgegraven of omgeduwd. Grote bomen vlak bij de grond afzagen is de slechtste optie: ze lopen weer uit en de wortels zijn alleen met grote moeite uit de grond te lieren. Afzagen kan wel maar er moet dan minimaal twee meter stam blijven staan, bij de meerstammige is het geen goed idee om alles behalve één stam af te zagen, omdat ze relatief dun zijn. Zijn de bomen te groot om uit te graven dan blijft omtrekken met een lier of Tirfor de beste en definitieve oplossing. Daarvoor wordt de lierkabel op ongeveer twee meter van de grond aan de stam vastgemaakt waarmee je dan een hefboom hebt gemaakt van redelijke lengte en de stam is daar nog dik en sterk. Als je hoger vastmaakt, heb je een ladder nodig en bovendien is de stam daar zo dun dat de boom gemakkelijk afbreekt. Ook vogelkersen welke bestaan uit meerdere stammen uit één wortelstelsel vormen een probleem, omdat de stammetjes dun zijn en deze breken ook gemakkelijk. Hiervoor hebben we eigenlijk nog geen goede werkwijze. We hebben ontdekt wat de beste manier van werken is: de grond rond de boom vrijmaken, de lierkabel strak aantrekken en goed kijken waar de grond omhoog komt. Vaak zie je al waar de wortels lopen. Met een bijl of schep kan je deze wortels vrijmaken. Liefst niet meteen alles doorhakken, want we weten niet wat er nog weer kan uitlopen. Dan verder lieren en kleine wortels doorhakken en wat uitgraven. Tot hij omligt, de wortelkluit van aarde ontdoen en aan mootjes hakken. Wanneer je dat niet doet is de kluit vaak te groot om te verplaatsen.
We hebben nu de beschikking over twee Tirfor lieren waarvan de een 1500 kg trekt en de andere 3000 kg. Het werkt het beste als er drie mensen met één lier werken. Dan kan je het werk wat afwisselen aangezien het behoorlijk zwaar is. Wie het eens wil proberen, zal ik met plezier op weg helpen. Jos Steenmeijer
8
9
Vorderingen Werkgroep Siepelveen
A
l een aantal jaren is de Werkgroep Siepelveen bezig op de Zeegser Duinen om het gebied opener en aantrekkelijker te maken. Hiervoor wordt in overleg met Staatsbosbeheer jaarlijks een werkplan opgesteld. Tijd om vanuit Staatsbosbeheer, vanuit ons beheerstandpunt, terug te kijken en de gedane werkzaamheden te evalueren. Voorgaande seizoenen is vooral besteed aan het verwijderen van Amerikaanse vogelkers, het vrijzetten van de aanwezige jeneverbessen, het verwijderen van ongewenste bomen op de heidestukken, kortom het open maken van het veelal dichtgegroeide terrein. Licht en lucht hebben ertoe geleid dat de heide en jeneverbes zich beter kunnen ontwikkelen. Echter een negatief resultaat hiervan is dat op sommige plekken opslag van Amerikaanse vogelkers explosief is toegenomen. Zoals aangegeven is hard gewerkt om de aanwezige jeneverbessen meer ruimte te geven. Hierdoor vallen ze meer op en komen dan ook beter tot hun recht. Creëren van kleine open plekken (middels plaggen) zorgt ervoor dat de plant zich kan uitbreiden en er zijn al een aantal jonge exemplaren aanwezig die het lijken te gaan redden. Door plaatsing van een stuw in de afvoersloot van het ven is het waterpeil gestegen, hierdoor lijken de omstandigheden voor o.a. beenbreek te zijn verbeterd. Daarnaast heeft verwijderen van de opslag een positief effect op de terugkeer van klokjesgentiaan. Verhoging van het waterpeil en verwijderen van berkenopslag in de gagelstruwelen heeft een positieve invloed op de gagel. De struwelen komen mooi tot hun recht, mede door het creëren van een aantal doorkijkjes. Het seizoen 2011-2012 staat dan ook vooral in het teken van het bestrijden van Amerikaanse vogelkers. Daarnaast worden de aanwezige jeneverbessen verder vrijgezet en de zandverstuiving middels kleinschalig plagwerk behouden en/of vergroot. De Amerikaanse vogelkers wordt op verschillende manieren bestreden, namelijk door het: t
Verwijderen jonge zaailingen middels trekken/uitsteken
t
Verwijderen/afsteken uitlopers van eerder afgezette exemplaren
t
Ringen van besdragende exemplaren
t
Rooien van besdragende exemplaren
t
Afdekken afgezette exemplaren met plaggen
t
Plaggen direct rondom afgezette exemplaren
Resultaten van deze werkwijze zijn niet direct zichtbaar. We zullen dan ook het komend groeiseizoen moeten afwachten om te zien of er al zichtbare resultaten zijn en of er een methode is die het beste blijkt te werken. Kortom de bestrijding is een kwestie van een lange adem en de komende jaren moeten we dan ook doorgaan om te proberen de vogelkers te bestrijden. Om het proces te versnellen zouden in het groeiseizoen (september) de uitlopers moeten worden verwijderd, waardoor de reserves in het wortelsysteem sneller uitgeput raken en de plant sneller het loodje legt. Hierbij zou de hulp van scholieren, middels een maatschappelijke stage, kunnen worden ingeroepen. Lopende door het gebied getuigen de vele stapels takken van gedane werkzaamheden. Door Landschapsbeheer Drenthe is in overleg met de gemeente Tynaarlo overeenstemming bereikt m.b.t. het verwerken van het vrijgekomen materiaal. Als de takken op een goed te bereiken locatie worden neergelegd (actie Staatsbosbeheer) is de gemeente bereid ze op te halen. Over de frequentie hiervan moet nog meer overleg worden gepleegd. Voor dit seizoen blijft het bij twee keer verwijderen van het takmateriaal.
10
Willen we ervoor zorgen dat Amerikaanse vogelkers blijvend uit het gebied geweerd wordt, zal jaarlijks de opslag verwijderd moeten worden en zal er met de buren overlegd moeten worden om de aanwezige vogelkers op hun terrein te bestrijden. Met een gezamenlijke aanpak zal het effect groter zijn, anders is het dweilen met de kraan open. Leden van de Werkgroep zijn bezig om ook deze eigenaren voor de gekozen aanpak te interesseren, hiervoor dank. Daarnaast wordt in overleg met de schaapsherders de inzet van de schaapskudde besproken zodat de dieren ook een bijdrage kunnen leveren aan het open houden van het gebied. Wij realiseren ons dat de werkzaamheden de nodige tijd vergen, af en toe misschien zelfs frustrerend lijken en dat resultaten niet direct zichtbaar zijn. We hopen echter dat de Werkgroep de motivatie blijft behouden om ze uit te voeren. Zonder hun inzet zal het gebied in snel tempo weer dichtlopen met o.a. Amerikaanse vogelkers wat jammer zou zijn van de reeds uitgevoerde werkzaamheden. Het is al jammer genoeg te moeten constateren dat wijzelf niet de tijd en middelen (meer) hebben om het gebied op een goede manier te beheren. Mochten er desondanks zaken en/of aspecten zijn waarbij de hulp van Staatsbosbeheer nodig is of wanneer er vragen zijn omtrent de werkzaamheden, schroom dan niet om bij ons aan te kloppen. We kunnen altijd zien wat er binnen onze mogelijkheden mogelijk is. Wij zijn uiterst tevreden over de inzet van de Werkgroep Siepelveen en de hoeveelheid werk die ze hebben verzet op de Zeegser Duinen in de afgelopen jaren. Door de werkzaamheden is het gebied al veel opener geworden en komen karakteristieke bomen beter tot hun recht. Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuw beheersplan voor de Zeegser Duinen, welke een vervolg zal zijn op het huidige Uitwerkingsplan van Staatsbosbeheer. In laatste worden dezelfde werkzaamheden aangegeven die de afgelopen jaren door de Werkgroep zijn uitgevoerd, dus we zijn op de goede weg. Nogmaals bedankt en keep up the good work!!!
Namens Staatsbosbeheer, Gezinus Veenhof medewerker beheer Oudemolen
11
Bijzondere verschijningen De Beuk e vorige keer schreef ik over onze trots, de grootste jeneverbes. In de Zeegser Duinen staat nog een boom waar we best trots op mogen zijn. Het is de grote beuk, midden op de zandverstuiving. Met zijn stamomvang van 4.60 meter en zijn volle kroon met lange laaghangende takken die tot zo’n 15 meter hoogte rijken maken hem tot een bijzondere verschijning. In ieder jaargetijde is het een blikvanger van jewelste.
D
Gezien zijn stamdikte zou hij wel een paar honderd jaar oud kunnen zijn en vanwege zijn geringe stamhoogte van krap aan 1 meter zou het goed mogelijk zijn dat hij bijvoorbeeld tijdens de tweede wereldoorlog gekapt is en in een Zeegser houtkachel is verdwenen. De huidige kroon zou dan zo’n 70 jaar oud zijn. Er staan overigens opvallend weinig beuken op de Zeegser Duinen. De vermoedelijke reden is dat een beuk zich normaal gesproken niet zo thuis voelt op een zandverstuiving. De hoogste beuk van Nederland staat in Dieren. Dit exemplaar meet 43,2 meter. De hoogste beuk ooit gemeten in Nederland stond bij het kasteel te Middachten. Deze was 48,5 meter, maar moest helaas in 2005 gekapt worden. Er staan daar nog een aantal reuze beuken van 43 meter. De combinatie van uitstekende lössbodems met een goede watervoorziening en voldoende beschutting stimuleren beuken (en ook andere boomsoorten) hier tot optimale groei. Kan iemand mij trouwens vertellen waar de uitdrukking “De beuk erin” vandaan komt? Syb Tumbelaka
12
Wetens(w)aardigheden Schapen en Amerikaanse Vogelkers
A
ls reactie op het geschrevene in de vorige uitgave van SiepelNieuws nam Reinier van de Schaapskudde het Stroomdal contact met de redactie op om te laten weten dat schapen wel degelijk vogelkers eten en daar zelfs geen enkel probleem mee hebben. Hij liet weten dat de herder er vooral in het voorjaar voor moet zorgen dat ze dit niet continu doen in verband met de te hoge blauwzuur concentraties. De schapen hebben dus na een paar uur even wat hei nodig voor de afwisseling. Hartelijk bedankt hiervoor, Reinier! Embleem
Z
oals jullie konden lezen in een vorige SiepelNieuws heeft Jos Steenmeijer een logo voor onze werkgroep ontworpen. Dit is nu ook door hem op een embleem laten zetten. Dit embleem, dat op onze werkkleding geplakt of genaaid kan worden, is te koop voor € 5,-. Hiermee zijn niet alleen de onkosten gedekt, maar levert de afnemer ook een kleine bijdrage aan de kas van de Werkgroep Siepelveen, waarmee we in de toekomst bijvoorbeeld foldermateriaal kunnen laten maken. Een kleine stap naar meer zelfstandigheid.
Op de foto’s ziet u Jos Steemeijer die bedankt wordt voor zijn initiatief en Elise de Vries die een embleem cadeau krijgt voor het vinden van het jongste Jeneverbes exemplaar op de Zeegser Duinen vorig jaar.
13
Agenda
T
ot aan het komende broedseizoen vinden er op 25 februari en 10 maart (van 9.00 uur tot 13.00 uur) nog twee werkdagen plaats.
Voor de werkdag op 10 maart aanstaande nodigt de Werkgroep Siepelveen in samenwerking met Dorpsbelangen Zeegse en Boermarke Zeegse alle dorpsbewoners van Zeegse uit om mee te werken op deze ochtend. Het snoeihout van onze werkzaamheden zal gebruikt worden voor het Paasvuur van het Zeegse. Mogelijk wordt het door deze gezamenlijke inspanning het grootste Paasvuur van de gemeente Tynaarlo. Dat zou wat zijn! We werken van 9.00 tot 12.00 uur en verzamelen ons op de brink (dit voor de meewerkende dorpsgenoten). Daarna zijn we, als afsluiting van het seizoen, uitgenodigd door onze buren van het Fletcher Hotel de Zeegser Duinen voor een kop koffie of thee en een Drentsche Turf ! 9 april 2e Paasdag vanaf 20.00 uur Paasvuur: Georganiseerd door dorpsbelangen Zeegse, met een hapje en een drankje heerlijk warmen bij een super openhaardvuur. Je bent welkom! Locatie: Op de es achteraan de Munkakkers (1e straat na het Steakhouse)
Colofon Foto’s J. Steenmeijer/T. vd Berg p. 1,4,5,8,9,14, S. Tumbelaka p. 12, W. Bok p. 13, onbekend p. 6,7
Werkgroep Siepelveen Zeegse Drenthe
Redactie: Marieanne Drenckhahn Vormgeving: Jos Steenmeijer
Copyright 2012
14