SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector
SER Nationaal Energieakkoord Tafel I Routeplanning 2020
1
2
Inleiding Dat er een aanzienlijk verbeterpotentieel zit in verduurzaming bebouwde omgeving is de laatste tijd helder in beeld gebracht. (business-‐cases, gerealiseerde projecten en rekenmodellen Platform 31, Energiesprong etc.) Mede vanwege opzienbarende uitkomsten heeft Tafel I grote aandacht in het SER Nationaal Energie Akkoord. Verduurzaming bebouwde omgeving is een sterke business-‐case, met kansen voor werkgelegenheid in de bouw. Voorwaarden om duurzame renovatie van bebouwde omgeving op gang te brengen is vooral het opruimen van belemmerende regelgeving en beleidszekerheid. Bij het scheppen van de juiste markt-‐condities vergt het geen directe investeringen van de overheid. Energie-‐Optimalisatie die de woningvoorraad kan leveren Het energieaandeel van de ongeveer 7,4 miljoen Nederlandse huishoudens is ruim 13% van het totale energieverbruik in NL. (zie bijlage 1 ECN gegevens) Een aanzienlijk deel van energieverbruik is verlies bij transport en opwekking door de grote centrales. Dit is bijna 19% van het totale energieverbruik in NL. (tabel ECN) Verduurzaming van de gebouwde omgeving heeft tot gevolg dat er een dubbelslag geslagen wordt. Een energieneutrale woning bespaart in zichzelf en reduceert ook een aandeel van de verliesenergie. Telt men beide factoren bij elkaar, dan is het besparingspotentieel van huishoudens 18% op het totale energiegebruik in Nederland. 1 Fasering energiedoelstellingen Binnen de bouw-‐sector ontstaat steeds meer het idee dat zij in staat zijn het energie-‐vraagstuk van de gebouwde omgeving op te lossen, waarbij in 2030 de helft van de woningen is verduurzaamd naar het niveau energieneutraal. Op dit moment is een Green Deal tussen Bouwers, Corporaties en Overheid in de maak, waarbij de nota-‐nul optie als meest effectief wordt ingeschat. Binnen de Green Deal van Platform 31 met koplopers uit de bouw, corporatiesector en financiers wordt duidelijk dat de bouw garanties kan en wil gaan afgeven dat woningen grootschalig 2gerenoveerd kunnen worden naar energie nota nul concepten voor bedragen van gemiddeld 50.000 Euro per woning, waarin ook de normale onderhouds-‐en renovatiecomponenten zijn opgenomen (ca 25.000 Euro) Naast garanties over prijsniveau is het ook mogelijk om daadwerkelijk prestatiegaranties te krijgen over de energieprestatie van bouwers voor de geleverde renovatie-‐oplossingen.
1 Het aandeel energiebesparing van het corporatiebezit (1/3 van totale huishoudens) kan dus maximaal 6% bijdragen aan de totale energie-‐doelstelling van 100% energie-‐reductie in 2050 (EU regelgeving), bij volledige energieneutraliteit. (ergo particuliere voorraad kan max 12% bijdragen in 2050 op de totale energiereductie) 2 De huidige aanpak van telkens kleine stappen blijkt op zowel macro als micro niveau inefficiënt en daarmee veel te kostbaar, qua uitvoering, wijzigingen regelgeving, communicatie, economies of scale en proces-‐efficiëntie en nota-‐administratie.
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER
SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector 3
4
5
De termijn van 50% energieneutraal in 2030 zet Economy of Scale aan. Bouwers geven aan een grotere market-‐pull nodig te hebben om grote innovatieslagen te maken op het gebied van een industriele aanpak waarbij renovatie als product kan worden aangeboden aan zowel corporaties als particulieren. Bouwers vragen in die zin om een sterke ontwikkeling van de vraag, wat echter niet kan zonder ontwikkeling van rendabel aanbod. (kip-‐ei discussie) De ontwikkeling van de particuliere vraag kan middels een eenvoudige regelcombinatie op de hypotheek-‐ verstrekking tot stand gebracht worden. Aanbodontwikkeling en ontwikkeling particuliere vraag via hypotheek-‐constructie De bouwpartijen zouden zich moeten committeren aan de methodiek van “energetische prestatiegaranties in de praktijk” en daarmee het effect van de investering na verbouwing/oplevering garanderen. Banken zouden daarop aan de particulier de ruimte moeten geven om deze verantwoorde investering in zijn huis hypothecair mogelijk te maken. De overheid kan de bovenstaande “inspanning” van de marktpartijen eenvoudig laten plaatsvinden door: • toevoeging van een indicatie van het totaal energiegebruik-‐op-‐de-‐meter op het huidig energielabel, en overgang naar labelafgifte bij oplevering in plaats van ontwerp (bij nieuwbouw of grootschalige renovatie). Dat levert meteen een waardebepalende bewijslast voor de financierende bank. •
de totale energielasten bij bewoning mee te nemen bij het bepalen van de hypotheekruimte. Om onnodige drempels weg te nemen, zou dit moeten worden gedaan door de energielasten bij bewoning onderdeel te maken van de inkomenstoets door banken.
•
De hoogte van de rentekorting voor woningen onder NHG koppelen aan de energieprestatie van de woning.
Deze relatief eenvoudige (en voor het rijk budgetneutrale) aanpassing bezit grote potentie tot het vlottrekken van de woningmarkt. Het effectueert een vraag-‐ontwikkeling naar verduurzaming van particuliere woningen en kosten-‐ optimalisatie van de maandelijkse woonlasten van bewoners. Energie-‐Optimalisatie Huurwoningenvoorraad. De corporatiesector neemt ongeveer 1/3 van de totale woningvoorraad voor haar rekening. Het besparingspotentieel van de huurwoningen is daarmee 6 % op het totale energieverbruik in Nederland. Verduurzaming corporatievoorraad is evenwel zeer goed mogelijk aan jagen vanuit hetzelfde principe als bij particuliere woningen. Het vergt wel een ander instrumentarium vanwege huurcontract. De verduurzamingsomslag binnen de huurwoningen is nagenoeg nog dringender gewenst, niet alleen vanwege klimaatdoelstellingen maar ook juist vanwege inkomens en huurdervings-‐problematiek.
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER
SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector
6
Huurders bewonen gemiddeld zeer slecht geisoleerde woningen, 1,6 miljoen woningen met een energielabel van D t/m G. Huurders hebben daardoor relatief zeer hoge stookkosten op hun totale maandlasten. De afgelopen 10 jaren zijn de stookkosten van huurders verdubbeld! Een groot gedeelte van de stookkosten van huurders verdwijnt door de schoorsteen, vanwege slechte isolatie van vloer gevel en dak. Kijkt men naar koopkrachtontwikkeling en inkomenscijfers van de lagere inkomens dan speelt de energienota inmiddels een zeer belangrijke rol in de dalende koopkracht en stijgende armoede-‐ ontwikkeling van deze huishoudens. 3 Corporaties bepleiten al langere tijd een woonlastenbenadering om de maatschappelijke taakstelling van betaalbare woningen voor de doelgroep te kunnen blijven leveren in de nabije toekomst. 4 Wat wordt hier bedoeld met een woonlastenbenadering : Duurzaam renoveren van de corporatie-‐woningen wordt rendabel als corporaties energie mogen toeleveren aan huurders, dwz een woonbedrag (= huur + energie in een som) in rekening mogen brengen aan huurders. Technisch gezien is verstrengeling van beide onderwerpen al lang de realiteit. 5 Vele partijen pleiten er voor corporaties toe te staan te kunnen investeren met de overwaarde in de energie-‐rekening van de huurders.6 Niet verstoken maar investeren is het adagium voor de toekomst. Indien men de mogelijkheden voor corporaties verruimt om energie bij de huur ineens te leveren als complete woondienst tegen 1 woonbedrag, bij gelijkblijvende woonlasten voor de huurders7, ontstaat er investeringspotentieel. 8. Hoeveel investeringsruimte er vanuit de corporatie-‐sector daadwerkelijk beschikbaar gesteld kan worden aan noodzakelijke renovatie/vervangende nieuwbouw en verduurzaming hangt sterk af van de nog actueel gaande overleggen met overheid. Gunstige effecten + noodzaak tot verduurzaming huurwoningenvoorraad : Het traject van kosten-‐efficiente verduurzaming van woningen levert naast de doelen energie-‐besparing en uitstootvermindering een groot aantal andere economische en maatschappelijke voordelen op: Inkomsten van de overheid nemen toe door belastingopbrengst uit bouwinvesteringen. Belastingopbrengst komt o.a. uit toename BTW-‐afdrachten, winstbelasting en inkomstenbelasting. Samen is dit gemiddeld 40% op de investering van 1 miljard plus een half miljard multiplier effect. (besparing op uitkeringen ww in de bouw is nog een extra voordeel). Woonlastenbeheersing + koopkrachtverbetering particuliere bewoners en huurders (armoede-‐ bestrijding, 16% van de huurders leeft inmiddels op of onder de armoede-‐grens. Bij oplopende fossiele brandstofprijzen krijgen corporaties problemen met de huurderving. Energiebedrijven melden een oplopende lijn in het aantal afsluitingen per jaar, zeer ongewenste sociale gevolgen)
TU Delft/Nijenrode, de energielasten vormen een te groot deel van de inkomensquote van de huurhuishoudens. EnergieNL aantal afsluitingen neemt jaarlijks toe 4 bij de huidige ontwikkelng fossiele brandstofprijzen komt de huurderving voor corporaties onder druk. Als fossiele brandstofprijzen stijgen zijn er 3 opties: Moeten dan de huren omlaag om gelijke inkomenspositie aan de ondergrens te behouden, de inkomens en uitkeringen omhoog of de panden verduurzaamd met oog op rendement op investering? Investeren of subsidieren? 5 De technische staat van een woning (isolatie vloer gevel en dak + installaties) bepaalt in samenhang met het gebruik de hoogte van de energierekening. Daarmee zijn de energie-‐nota en e technische staat van een woning en totale woonlasten niet langer te scheiden. In praktijk zijn de onderwerpen hoogte van de energienota en hoogte totale woonlasten niet meer los van elkaar te beschouwen. 6 De gemiddelde huurder gaat de komende 15 jaar 51.000 euro aan energierekeningen betalen. (Croon, 2012, Sev Energiesprong) Dit is investeringspotentieel om de woning te renoveren naar energie-‐nota nul. 7 Woonbond pleit voor gelijkblijvende woonlasten; woonsom niet hoger dan huidig niveau energiedeel + huur. Geen verkapte huurverhogingen. Transparant huren en bevriezing energielasten. 8 Uit projecten binnen Platform 31 blijkt dat pensioenfondsen eveneens bereid zijn verduurzaming te financieren, waarbij het pensioenfonds uitgaat van een rendement op investering tussen de 6 en 8% 3
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER
SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector
7
8
Noodzakelijk onderhoud (sociale) woningvoorraad (= vasthouden vastgoed waarde voor de toekomst, niet laten verloederen, geen ontwaarding van de onderpanden) Voordeel voor gemeenten kans op gezamenlijke aanpak verloedering buurten, (dmv duurzame renovatie gezamenlijke aanpak waarde-‐vermeerdering buurten), voortbouwend op successen behaald in de methode herstructurering. Verduurzaming huishoudens schept zeer belangrijke werkgelegenheid in de bouw die toekomstwaarde toevoegt aan de woningvoorraad. De kwaliteit en waarde van de woningen verbetert, er ontstaat sturing en beheersing op de betaalbaarheid en geschiktheid voor de toekomst, er ontstaat beleid op armoede-‐ bestrijding, de werkgelegenheid in de bouw groeit en de wettelijke energie-‐besparingsdoelen worden gehaald binnen de sector huishoudens. Verduurzaming woningen en Effecten op de werkgelegenheid In de bouwsector wordt hard gewerkt aan business-‐modellen en processen die zowel bestaande huur-‐ als koop-‐woningen efficiënt en rendabel kunnen verduurzamen als de juiste financieringsconstructies geschapen zijn. Het werkgelegenheidseffect van verduurzaming van de bestaande woningvoorraad is positief en zeer welkom in de huidige bouwsector. Een vlotte opheffing van de belemmeringen wordt daarom met klem geadviseerd door Tafel I. Uit het SEO onderzoek bouwen en banen van december 2012 blijkt dat iedere miljard investering in de bouwsector veel meer werkgelegenheid schept dan investeren in bijvoorbeeld infrastructuur. Bij iedere miljard investering in de woningvoorraad zal dit op jaarbasis leiden tot 10.000 tot 11.000 banen. De investering van iedere miljard zorgt bovendien voor een extra investeringsimpuls van 500 miljoen omzet per jaar in faciliterende sectoren. Deze multiplierfactor is volgens CBS 2011: 1,51. De overheid heeft in het kader van het Woonakkoord de toezegging gedaan 600 miljoen euro te plaatsen in een investerings-‐fonds. Dit is een positieve start, echter niet afdoende om de bouwsector weer goed op gang te brengen. De bouwsector heeft de afgelopen jaren 30.000 arbeidsjaren verloren en prognoses wijzen uit dat daar bij huidig beleid de komende jaren nog een verlies van 27.000 arbeidsjaren bij komt. Voor de economie is het belangrijk deze spiraal te keren. Uit het SEO rapport blijkt dat een miljard investeringen in de bouwsector zorgt voor 10.000-‐11.000 bruto banen/jaar. Van deze banen zijn er driekwart direct in de bouwsector en een kwart indirect. Opheffen belemmerende regelgeving voor gezonde markt-‐condities en betrouwbaar investeringsklimaat Het komende decennium ontstaat bij het opheffen van belemmerende regelgeving en scheppen van de juiste markt-‐condities een snel lerende en opschalende markt. Bij bovengeschetste hypotheek-‐constructie als sleutelinstrument kan de benodigde financiering voor verduurzaming van de particuliere voorraad vrijkomen. Daarnaast wordt het particuliere initiatieven op kleine schaal van de buurt toegestaan te mogen salderen; lokaal kleinschalig opwekken en ( tegen redelijke vergoedingen voor transport en garanties aan netbeheerders en energiemaatschappijen) aan zichzelf voor eigen gebruik toeleveren.
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER
SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector
9
10
11
Experimenten binnen de zogenaamde ‘voortrekkersgemeenten’ kunnen een pilot-‐status krijgen waarbinnen goede contracts-‐vormen tussen lokale initiatieven en energiemaatschappijen/netbeheer in de praktijk ontwikkeld en getoetst kunnen worden. Zo ontstaan ’intelligent grids’, de energie-‐infrastructuur van de toekomst. De combinatie van ICT en het energienet wordt ingezet voor netoptimalisatie en garanties, veilige routings etc, vergelijk de ontwikkeling van internet. Voortrekkersrol corporaties verduurzaming woningen Veel gehoorde visie is dat ontwikkeling van ready made markt-‐concepten verduurzaming voor een groot deel logischerwijs kunnen ontstaan in de corporatie-‐sector (vanwege grote schaal opdrachtgever, slechte energetische kwaliteit woningen, inkomenspositie onder druk) Tot nog toe hebben corporaties duidelijk een voortrekkersrol gehad in pilot-‐projecten met betrekking tot experimenten verduurzaming, waarbij de leereffecten doordruppelden naar particuliere markt. Bij gericht overheidsbeleid kunnen Corporaties deze lerende en ontwikkelende voortrekkersrol in de markt blijven vervullen. Benodigde Regelgeving Transitie Corporatievoorraad Om de verduurzaming in de Corporatievoorraad op gang te brengen is het allereerst noodzakelijk dat het Corporaties wordt toegestaan in plaats van huur voortaan woonkosten (huur+energie) in rekening te kunnen brengen. Er komen mogelijkheden om de energetische ingreep off-‐balance te financieren als de fianciele mogelijkheden van de corporatie tekort schieten. -‐ De huurwet laat bijvoorbeeld niet toe dat installatieonderdelen van een woning apart in rekening worden gebracht door bijvoorbeeld een ESCO (EnergyServiceCompany). Verder is het voor stimuleren verduurzaming noodzakelijk dat Corporaties voortaan binnen hun woningvoorraad (virtueel) mogen salderen en kleinschalig energie op wekken. -‐Niet alle woningen zijn geschikt om energetisch optimaal te renoveren. Door deze aanpassing kan binnen de woningvoorraad van de corporatie ongelijkheid tussen huurders worden rechtgetrokken. Daarnaast wordt situatie van rechtsongelijkheid tussen particuliere eigenaren aan wie het is toegestaan op te wekken aan eigen woning en huurders/corporaties aan wie die niet is toegestaan geharmonieerd. Facilitering Verduurzaming Huishoudens Overheid: Er is een heldere duidelijke koers voor nodig om de benodigde verduurzaming huishoudens tot 2020 daadwerkelijk te realiseren. Investeringszekerheid en zekerheid van beleid voor een langere tijd dan 1 kabinetsperiode is voor verduurzamend, ondernemend Nederland van het grootste belang. De economische spiraal wordt gekeerd door ‘groene groei’ en het vlottrekken van de bouwsector dmv innovatie. Drie belangrijke speerpunten in het huidig regeerakkoord.
Jan Willem van de Groep Platform 31 Ivo Opstelten Platform 31 Evelyn van der Ploeg Taskforce CO2 Reductie in de Bouw
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER
SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector
Bijlage I : SECTOR INFORMATIE ENERGIE-‐AKKOORD Welk aandeel kan redelijkerwijs van verduurzaming huishoudens verwacht worden? Naar rato van sectoren is het energieverbruik in NL (ECN 2010): Landbouw 6,3 Huishoudens 13,1 Diensten 10,6 Industrie 35,0 Transport/mobiliteit 16,1 Verliezen 18,8 Totaal 100 % Van verduurzaming huishoudens kan in totaal 18% energiebesparing op nederlands energiegebruik verwacht worden. (verduurzaming woningen en aandeel reductie transportverliezen) Dit is nagenoeg 1/5 van de totale verduurzamingsopgave.
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER
SER Nationaal Energie-akkoord Bouwsector
Bijlage II Contactgegevens
Jan Willem van de Groep Programmaregisseur Energiesprong M +31 (0) 6 20967748 E jan-‐
[email protected] Platform 31 is de nieuwe fusieorganisatie van KEI, Nicis Institute, Nirov en SEV Ivo Opstelten Programmaregisseur Energiesprong Lector "Nieuwe Energie in de Stad" Hogeschool Utrecht T +31 (0)70 302 84 84 M +31 (0)6 23 29 16 16 E
[email protected] E2
[email protected] Evelyn van der Ploeg M:
[email protected] I: www.taskforceco2.nl T: +31 252 34 39 66
Input TAFEL I bebouwde omgeving SER Nationaal Energie Akkoord dd 27 maart 2013. Coordinatie informatie Tafel I : Jan-‐Willem van de Beukel, Nikolai Bloem SER