Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
Projectplan energiebesparingsaanpak bedrijven
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
1. Algemene gegevens Regio Namen deelnemende gemeenten: Zuid-Limburg:
Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg en Voerendaal.
Noord-Limburg: Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Venlo, Peel en Maas, Beesel, Nederweert, Weert, Leudal, Roermond, Maasgouw, Roerdalen, EchtSusteren. Naam deelnemende provincie:
Provincie Limburg
Naam regionale uitvoeringsdiensten:
RUD Zuid-Limburg en RUD Limburg Noord
Aanvragende partij namens de regionale uitvoeringsdiensten Organisatie Adres Postcode en plaats Telefoon IBAN-nummer Contactpersoon Functie Mailadres Telefoon
: : : : : : : : :
RUD Zuid-Limburg Limburglaan 10 6229GA Maastricht 043-3897330 NL53BNGH0285159127 Michael Lezer (zie ook hieronder) Projectleider
[email protected] 06-55418925 / 06-20411961
Contactpersonen: Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg: De heer Chrit Faarts E:
[email protected] T: 06-55418911 Mevrouw Ludmilla Kobes (directeur) E:
[email protected] T: 043-3897330 Postadres: Postbus 5700, 6202 MA Maastricht Bezoekadres: Limburglaan 10, 6229 GA Maastricht
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
1
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord: De heer Rutger Vloet E:
[email protected] T: 0478-523629 Mevrouw S. Gielkens (programma-coördinator) E:
[email protected] T: 0478-5233703 Postadres: Postbus 500, 5800 AM Venray Bezoekadres: Raadhuisstraat 1, 5801 MB Venray
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
2
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
2. Beoogde resultaten Het projectplan beschrijft concrete doelen en resultaten en hoe daarmee een bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het Energieakkoord. A. Geef een analyse van het energieverbruik van de bedrijven/sectoren in de regio. Deze analyse wordt gemaakt op basis van beschikbaar materiaal1. Hiermee wordt inzichtelijk hoeveel relevante bedrijven er in de regio zijn en waar het meeste energiebesparingspotentieel zit. Relevante bedrijven zijn bedrijven die onder het activiteitenbesluit vallen en geen deel uitmaken van een meerjarenafspraak of vallen onder het Mee convenant, of een ETS bedrijf zijn, of categorie C bedrijf uit het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Voor de inschatting van het in Limburg aanwezige besparingspotentieel is gebruik gemaakt van een rapport dat in mei 2013 in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Energiebesparing via de Wet milieubeheer, raming van het potentieel in de dienstensector en de industrie) is opgesteld. Daarnaast is door de provincie Limburg in 2012 een nul-meting gedaan. Het totaal verbruik was 126,2 PJ in Limburg. Het grootste potentieel ligt bij de sectoren industrie, kantoren, gezondheidszorg, supermarkten, MKB bedrijven en landbouw. Dit zijn voornamelijk bedrijven die niet vallen onder de zogenaamde basistaken (zoals benoemd in de “package deal”) en derhalve niet behoren tot het standaard takenpakket van de RUD’s. Het is dus van groot belang dat ook gemeenten willen meewerken aan dit project. In de loop van 2015 zal in overleg met de diverse deelnemers van het project (de gemeenten en de Provincie Limburg) gezocht worden naar eventuele mogelijkheden om in de toekomstige werkplannen van de deelnemers meer prioriteit te krijgen voor het onderwerp “energiebesparing bij bedrijven”. Daarbij zullen er, via een branchegerichte aanpak, bedrijfsbezoeken worden uitgevoerd waarbij er met specialistische kennis van zaken voornamelijk wordt gekeken naar de mogelijkheden tot het besparen van energie bij de bezochte bedrijven. Wij gaan er van uit dat een dergelijke branchegerichte aanpak een substantiële bijdrage zal kunnen leveren aan de energiebesparingspotentie van 36 PJ, zoals die in SER Energieakkoord is berekend.
Mochten er geen gegevens beschikbaar zijn over het energieverbruik van de bedrijven in uw regio dan kan gebruik worden gemaakt van de gegevens uit de klimaatmonitor van Rijkswaterstaat. Deze worden zo spoedig mogelijk per omgevingsdienst verstrekt. U kunt hierover contact opnemen met Gert Nijsink van Rijkswaterstaat(vi:
[email protected]). De klimaatmonitor geeft het energieverbruik per branche en per gemeente weer. Eind april rondt ECN een onderzoek af waarin het energieverbruik van de bedrijven die onder Wet Milieubeheer per omgevingsdienst is uitgezocht. Deze gegevens kunnen gebruikt worden om ofwel uw eigen analyse te verfijnen ofwel uw analyse te toetsen aan de gegevens uit het ECN onderzoek. 1
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
3
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
ECN heeft (recent) een schatting van het besparingspotentieel van de energie-intensieve sectoren in Limburg in kaart gebracht. In onderstaande overzichten zijn deze schattingen voor respectievelijk Limburg Noord en Zuid-Limburg vermeld:
Op basis van de landelijke verdeelsleutel van de subsidie ter stimulering van meer prioritering van energiebesparing bij bedrijven gaan wij uit van een besparingsopgave voor de provincie Limburg van 2,64 PJ als doelstelling in dit plan van aanpak. Gelet op de nul-meting van de provincie Limburg en haar doelstelling van 1,5% per jaar, zou het verbruik in 2020 uit moeten komen op 111,75 PJ, dit betekent een reductie van 14,36 PJ. Van het verbruik in 2012 (126,12 PJ) is 36,9 PJ toe te wijten aan bedrijven die onder de scoop van dit project vallen, dit houdt in dat er een reductie nodig is van 4,42 PJ in 2020. Dit betekent rekenend vanaf 2015 een reductie van 2,76 PJ voor dit projectplan. De geplande inspanningen in 2015 zijn er mede op gericht om in 2016 en de jaren daarna van de diverse gemeenten en de Provincie Limburg een bijdrage te vragen (financieel en/of capaciteit) om de uiteindelijke doelstellingen van het Energieakkoord te kunnen halen. De doelgroepen waar dit project zich op richt behoren grotendeels niet tot het zogenaamde basistakenpakket van de RUD‘s. Onderdeel van de voorgestelde aanpak is om aan de deelnemers (en
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
4
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg dus de gemeenten) van beide RUD’s medewerking te vragen om in gezamenlijkheid dit plan uit te rollen en daarmee de uiteindelijke doelstelling te behalen. De RUD’s faciliteren daarbij de gemeenten met hun expertise op het gebied van energie en voeren voor (en eventueel met) de gemeenten de bedrijfsbezoeken uit. Dit Plan van Aanpak beperkt zich tot de (gemeentelijke) categorie A- en B-bedrijven en er wordt daarbij uitgegaan van een doelstelling met een totale besparing van circa 2,64 PJ.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
5
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
B.
Beschrijf op basis van deze analyse de prioriteitstelling waarbij het voor de hand ligt dat de bedrijven of sectoren waar het meeste energie wordt verbruikt als eerste aan bod komen en de meeste aandacht krijgen.
Bij het opstellen van dit projectplan is gekozen voor de volgende prioriteiten: - Een branchegerichte aanpak aan de hand van een indicatie van het besparingspotentieel; - Extra zorg en aanpak van de achterblijvers op basis van signalen van toezichthouders.
Branchegerichte aanpak Uit een snelle, eerste analyse (van ECN) blijkt dat het in Limburg voornamelijk zal gaan over de branches: kantoren, opleidingsinstituten, zorgsector, toeristensector, MKB bedrijven en (woon)warenhuizen. Het voornemen bestaat om in 2015 reeds te beginnen met de zorginstellingen. Aanpak achterblijvers Wij streven ernaar dat (allround) toezichthouders een signalerende functie gaan krijgen. Zij moeten energieverspillende situaties tijdens het uitvoeren van hun reguliere controles bij bedrijven kunnen herkennen om vervolgens gespecialiseerde collega’s te vragen voor specifieke verdieping van het thema van energiebesparing bij dergelijke bedrijven. Tijdens de reguliere controles van toezicht en handhaving bij bedrijven wordt via het tweesporenbeleid meer aandacht gevraagd voor het aspect “energiebesparing”. De voorkeur heeft het om primair een stimulerend spoor met bewustwording in te zetten, maar daarnaast ook het tweede spoor van een mogelijk handhavingstraject niet uit te sluiten. De praktijk wijst uit dat door meer bewustwording de eerste belangrijke en eenvoudigste stappen naar energiebesparing worden gezet. Deze zijn vaak de eenvoudig te treffen maatregelen en worden ook wel betiteld als “het laag hangende fruit”.
C.
Beschrijf de doelstelling van het projectplan voor 2020 (bijvoorbeeld een indicatief te bereiken bespaarde PJ’s of gerealiseerde acties.)
Ter uitvoering van dit projectplan zijn de volgende 5 doelstellingen bepaald: 1. 2.
3.
Het, op basis van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, in Limburg realiseren van circa 2,64PJ aan energiebesparing bij (gemeentelijke) categorie A- en B- bedrijven in 2020; Het op de agenda krijgen en prioriteren van het onderwerp energiebesparing bij alle overheidsorganisaties in Limburg (in 2015), het trainen en opleiden van de daar werkzame (allround) toezichthouders m.b.t. dit onderwerp en het blijvend borgen van dit thema na 2016; Het delen van de aanwezige kennis op het gebied van energiebesparing tussen een aantal gespecialiseerde toezichthouders (via opbouwen netwerk en/of creëren overlegplatform);
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
6
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg 4. 5.
In 2016 een provincie brede uniforme werkwijze voor dit aspect in Limburg ontwikkeld hebben; Het opzetten en uitvoeren van minimaal een branchegerichte aanpak in de vorm van een gezamenlijk project per jaar, rekenend houdend met de prioritering op besparingspotentieel en kosten versus baten.
Ad 1.
Op basis van een volledig afgeronde analyse en een nadere uitwerking van de nog op te stellen projectplannen per branche is er (in een later stadium) een betere inschatting te maken van de hoeveelheid PJ die bespaard kan worden.
Ad 2.
Het streven is om de reeds aanwezige (allround) toezichthouders ook een signalerende functie te laten hebben met betrekking tot het onderwerp energiebesparing. Zij moeten primair in staat zijn om energie onzuinige situaties te kunnen signaleren en te herkennen, maar daarnaast ook de mogelijkheid hebben om deze situaties te bespreken en door te geven aan daarvoor aanwezige en gespecialiseerde collega(’s). Daarbij is het noodzakelijk dat er minimaal 1 gespecialiseerde persoon per RUD functioneert, maar is het vanwege het voorkomen van kwetsbaarheid wenselijk om daarvoor 2 personen per RUD aan te wijzen. Daartoe worden door de rijksoverheid ook nog trainingen gefaciliteerd, bepaalde tools ontwikkeld en zijn nog andere (technische) ontwikkelingen voorzien.
Ad 3.
Met deze doelstelling wordt beoogd dat de aanwezige specialistische kennis breed gedeeld wordt en dat deze kennis eenvoudig beschikbaar komt in de provincie Limburg en aansluit bij landelijke ontwikkelingen.
Ad 4.
Het ontwikkelen van een uniforme wijze van aanpak voor energiebesparing bij bedrijven in Limburg (naar voorbeeld van de in Zuid-Holland reeds in de praktijk beproefde en toegepaste aanpak (zie bijlage 3). Hierbij is het essentieel dat beide RUD’s in Limburg gebruik maken van dezelfde wijze en protocollen, maar daarnaast ook volgens een uniforme werkwijze werken ongeacht het verschil in structuur van de desbetreffende organisaties. Door te werken met een vaste projectleider (energie coördinator) die vast gestationeerd wordt op een bepaalde plaats in Limburg (het Gouvernement in Limburg) willen we extra zorg dragen voor de uniformiteit en kwaliteit van het gehele project.
Ad 5.
Zoals hierboven reeds omschreven wordt gestreefd naar het verkrijgen van een aantal medewerkers (het streven is 4) met specialistische kennis van zaken (zie Ad 3.). Het is de bedoeling dat deze medewerkers in de komende jaren minimaal een keer per jaar gezamenlijk een bepaalde branche gaan onderzoeken. Voor het daadwerkelijk uitvoeren van deze doelstelling dient er vanuit de opdrachtgevers op termijn extra budget te komen, dan wel hogere prioritering te worden geven aan dit onderwerp. Daarom is het belangrijk dat dit project de eerste jaren goede en concrete voorbeelden oplevert met positieve resultaten op het gebied van de energiebesparing. Deze uitkomst moet er dan voor zorgen dat de deelnemers overtuigd raken van het nut en de noodzaak van de uitvoering van dergelijke branchegerichte projecten Dit moet de basis zijn voor een structurele aanpak in de periode 2016 - 2020.
D. Beschrijf op basis van de analyse en de prioriteitsstelling en de doelstelling de energiebesparingsaanpak die gekozen wordt. Deze aanpak bestaat minimaal uit een omschrijving welke acties zullen worden ondernomen om bedrijven tot energiebesparing te bewegen, waarbij aandacht wordt geschonken aan de in het energieakkoord gemaakte afspraak om te investeren in verleiding en moderne vormen van handhaving. De aanpak is erop gericht dat maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder worden
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
7
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg geïmplementeerd. Zie bijlage van de financieringsvoorwaarden voor praktijkvoorbeelden.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
8
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
Een nadere uitwerking van een eenduidige en uniforme aanpak zal in de regio besproken worden met zowel medewerkers als bestuurders van de gemeenten. De hoogste prioriteit ligt bij het enthousiasmeren en trainen van medewerkers van de gemeenten. Daarnaast is het relevant dat deze medewerkers op termijn bepaalde positieve resultaten kunnen behalen. Daarbij is het van belang dat het komende jaar de meerwaarde van het project wordt aangetoond en ook wordt aangeven welke voordelen energiebesparing heeft voor de regio, de burgers en het bedrijfsleven. De kennis en kunde over het nut en de noodzaak van wettelijke mogelijkheden om te komen tot energiebesparing bij bedrijven, maar ook eventueel te treffen maatregelen in dat kader, zijn nog redelijk onbekende zaken voor de toezichthouder, de ambtenaar of de bestuurder. Daarnaast blijkt ook dat het grootste gedeelte van het bedrijfsleven zich nog niet echt bewust is van bepaalde verplichtingen op dat gebied. De investering die nu voor de komende jaren wordt gedaan is primair bedoeld om een fundament te leggen voor een blijvende inspanning op het gebied van de energiebesparing bij bedrijven. Als dit fundament eenmaal stevig staat is het vervolgens een kwestie van goed beheer en permanent onderhoud. Waarbij het denkbaar is dat het gedachtengoed van dit project ook gebruikt kan worden in de op- en begeleiding van studenten en kan helpen bij het verduurzamen van bedrijfsterreinen. Om te kunnen voldoen aan alle vijf de doelstellingen zoals geformuleerd onder C. van dit hoofdstuk is in de bijlage van dit projectplan een, nadere invulling van de mogelijke aanpak beschreven.
E.
De doelstelling van de bijdrage is het structureel inbedden van stimulering, toezicht en handhaving energiebesparing door het bevoegde gezag. Beschrijf het structurele karakter van de aanpak die is voorzien in de komende jaren.
De structurele inbedding van stimulering, toezicht en handhaving en daarmee de borging van het onderdeel energiebesparing binnen de diverse bevoegde gezagen in Limburg wordt bewerkstelligd door: - het opstellen van een meerjaren-energieplan; - het stimuleren van samenwerking op het gebied van energiebesparing in de provincie Limburg; - het opstellen van kwalitatieve goede protocollen volgens bepaalde kwaliteitseisen; - het aanbieden van de kennis en kunde (incl. nieuwe producten) aan de diverse gemeenten; - een opleidingsplan voor medewerkers van de diverse deelnemers aan het project; - het volgens bepaalde wijze registreren en monitoren van energiegegevens; - het continu evalueren van de uitgevoerde processtappen gedurende het project; - het o.b.v. tussentijdse evaluaties bijsturen van het verdere proces en/of het Plan van Aanpak. Er wordt gestreefd naar een structurele inbedding van dit onderwerp in de werkprogramma’s van bevoegde gezagen. Dit wordt met name bereikt door te voldoen aan de doelstellingen 2, 3, 4 en 5 zoals genoemd onder C. van dit projectplan. Door te werken aan een regionale aanpak ontstaat een uniforme werkwijze, inclusief kennisuitwisseling en borging van het onderwerp op de werkvloer. De investering die nu voor de komende jaren wordt gedaan is primair bedoeld als fundament voor de toekomst en de garantie op een blijvende inspanning m.b.t. energiebesparing bij bedrijven. Daarna is het enkel nog goed beheer en permanent onderhoud dat gevraagd wordt.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
9
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
3. Activiteiten en planning (max ca. 400 woorden) Geef hieronder een korte omschrijving van de concrete activiteiten die in 2015 en 2016 worden ondernomen op de hierboven genoemde doelen en resultaten te bereiken. Geef een doorkijk naar de plannen voor de jaren daarna t/m 2020.
Het grootste accent van dit project voor het jaar 2015 ligt bij het via samenwerking komen tot realisatie van energiebesparing bij bedrijven in Limburg. Daartoe starten we met het gezamenlijk aanvragen van de subsidie en gaan we zorg dragen dat het thema binnen de gemeenten en de provincie wordt geagendeerd. Daarnaast gaan we op zoek naar eventuele mogelijkheden tot (mede)financiering en naar medewerkers en bestuurders van gemeenten die het project (mee) willen dragen en (mee)helpen om het tot uitvoering te laten gaan. Daarbij is 2015 voor Limburg een soort overgangsjaar, waarin o.a. de branchegerichte aanpak, het beleid, de communicatie en de werkinstructies worden ontwikkeld. Om invulling te geven aan de branchegerichte aanpak kiezen wij voor de doelgroep “zorginstellingen” en in een later stadium voor de vakantieparken (2016). Uit ervaring is namelijk gebleken dat er bij de zorginstellingen veel potentieel te behalen is. Daarnaast ligt er het voorstel van Infomil om via een pilot in Limburg binnen enkele jaren te komen tot een nieuwe erkende maatregelenlijst voor vakantieparken. In de planning voor het jaar 2016 wordt een groot accent gelegd bij het daadwerkelijk uitvoeren van bedrijfsbezoeken met als thema “energiebesparing bij bedrijven”. Daarbij zal uiteraard worden geanticipeerd op de (binnenkort landelijk vastgestelde) nieuwe maatregellijsten. De belangrijkste en moeilijkste opgave is om bruggen te bouwen tussen alle gemeenten (33 stuks), de 2 omgevingsdiensten en de provincie Limburg. Het is onze primaire taak om deze partijen in te laten zien dat intensivering op dat aspect noodzakelijk is. Daarbij zullen we in eerste instantie in 2015 starten met het overtuigen van bestuurders van het nut en de noodzaak van dit project, maar zullen er ook afspraken gemaakt moeten worden over het afstemmen en uitvoeren van werkprogramma’s. Dit met het doel om energiebesparing bij bedrijven een hogere prioriteit te geven. De beide RUD‘s zetten zich in om het bestaande instrumentarium voor toezicht en handhaving middels hechtere samenwerking en kennisoverdracht efficiënter en effectiever te kunnen toepassen. Het verbeteren van het instrumentarium en het verhogen van het effect van toepassing daarvan richt zich primair op een aantal specifieke elementen. Zo zal er extra aandacht zijn voor het efficiënt inzetten van beschikbare menskracht (b.v. door het inzetten van een zgn. vliegend team), maar zal er ook aandacht zijn voor de overdracht en de verdieping van kennis op het specialistische thema bij de desbetreffende branche. En tot slot zal er gezamenlijke inkoop van expertise kunnen plaatsvinden die zorgt voor het centraal beschikbaar komen van gespecialiseerde kennis en het gebruik kunnen maken van door individuele diensten ontwikkelde toezichtinstrumenten.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
10
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
4. Globale begroting 2015 en 2016 Geef een omschrijving van de activiteiten, de geschatte kosten daarvan en welke partijen of budgeten voor de dekking ervan (op hoofdlijnen) in 2015 en 2016 worden voorzien Subsidiabele kosten zijn bijvoorbeeld: extra uren bedrijfsbezoeken, ook kosten inzet stimuleringsinstrumenten, eventueel kosten om e.e.a. op te zetten.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
11
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
5. Verklaring en ondertekening aanvragende partij: Hierbij dien ik de aanvraag in namens de partijen genoemd in blok 1 en verklaar ik dat deze partijen bestuurlijk achter deze aanvraag staan. Naam:
de heer G.J.M. Cox (Burgemeester gemeente Sittard-Geleen)
Functie:
Voorzitter Dagelijks Bestuur RUD Zuid-Limburg
Handtekening:
Naam:
de heer I. Busser (Wethouder gemeente Venray)
Functie:
Voorzitter Bestuurlijk overleg RUD Limburg Noord
Handtekening:
Dit ingevulde formulier kan worden gemaild aan
[email protected] ontvangt een ontvangstbevestiging.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
12
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg BIJLAGE 1 De aanpak bestaat uit vier primaire onderdelen: a.
Het realiseren van een uniforme provincie brede werkwijze ten aanzien van de beoordeling en behandeling van bedrijven. Een dergelijke uniformiteit bevordert het onderling uitwisselen van kennis en expertise. Ook draagt dit bij aan een effectieve werkwijze en waarborgt het de (provinciale) uniformiteit en kwaliteit. Dit heeft o.a. betrekking op: o o o o o
Professionalisering van het instrumentarium; Standaard kwaliteitscriteria ten aanzien van de beoordeling van bedrijven; Borging meerjarenplanning van de geïdentificeerde maatregelen; Standaardisering van best practices; Juridische toets ten aanzien van handhaafbaarheid.
Professionaliseren van het instrumentarium Om te komen tot een uniforme werkwijze zullen er gezamenlijke standaarden opgesteld worden. Als eerste zullen hiervoor de verschillende instrumenten en formats van de diensten geïnventariseerd worden (zoals de ontwikkeling van een checklist voor een specifieke branche, het projectplan dat voor een branche-aanpak wordt opgesteld, consideransteksten, briefteksten, voorlichtingsmateriaal voor bedrijven). Ook de hulpmiddelen van Infomil die zijn/worden ontwikkeld worden daarin meegenomen. Deze kunnen bijvoorbeeld op een centrale plek toegankelijk worden gemaakt voor alle diensten zodat dit werk niet opnieuw hoeft te worden verricht; Kwaliteitscriteria De beoordeling van een bedrijf wordt bepaald aan de hand van gezamenlijke op te stellen en af te spreken kwaliteitscriteria. Deze worden SMART geformuleerd. De landelijke kwaliteitscriteria kunnen daarmee uitgebreid worden. Provincie breed worden bedrijven hierdoor op dezelfde wijze beoordeeld. De samenstelling van deelnemers aan de pool van experts wordt naast achtergrond, inhoud werkveld ook bepaald aan (toekomstige) inbreng per dienst. Borging meerjarenplanning van de maatregelen Om bij de (kleinere) bedrijven ook in de toekomst te kunnen handhaven op onderwerpen die bij eerdere controle naar boven kwamen is het van belang dit duidelijk te borgen in de meerjarenplanning. Immers, de controle vindt om de paar jaar plaats.Hiervoor is het van belang met goede ICT- systemen te werken die via een tijdsbalk het traject van maatregelen voor een bedrijf volgen. In gezamenlijkheid wordt gekeken hoe en wanneer dit het beste kan. In de voorbereiding, voorafgaand aan een controle bezoek van de toezichthouder, wordt energie daardoor standaard meegenomen. Standaardisering op basis van ‘Best practises’(branchegericht) Per branche zal door middel van de juiste werkmethode een standaardisering voor controle en handhaving worden opgesteld. Hierdoor zijn er minder onvoorziene complicaties en betere eindresultaten te verwachten. Dit instrumentarium is vervolgens eenvoudig uitwisselbaar tussen de verschillende diensten wat bijdraagt aan kennisontwikkeling, efficiëntie en een kwaliteitsverbetering.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
13
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg
Toets handhaafbaarheid (juridisch) De beoordeling van een bedrijf binnen een branche wordt juridisch getoetst op basis van handhaafbaarheid. Deze juridische toets zorgt voor kwaliteit, is effectief en efficiënt bij de onderlinge uitwisselingen van branche aanpakken. Ook geeft het de toezichthouder duidelijke handvatten voor de handhaving op het gebied van energie en kan hij/zij daardoor gedegen aan de slag gaan. Zo nodig kan gezamenlijk specifieke expertise (als second opinion) worden ingehuurd. Daarmee kunnen zeer kostbare bestuursrechtelijke procedures zoveel mogelijk worden voorkomen.
b.
c.
Kennisdeling op specialisten niveau (provincie breed) Energiebesparing bij toezicht vraagt om specifieke vakinhoudelijke specialismen op het gebied van toegepaste werktuigbouwkunde, koeltechniek en bouwfysica. Niet iedere RUD beschikt over dezelfde bagage. Dit doel richt zich op het delen van kennis tussen energiespecialisten vanuit de RUD’s binnen Limburg. Kennisdeling betreft het slim organiseren van bestaande en op te bouwen kennis van het thema energiebesparing in relatie tot toezicht. Dit varieert tot uitwisseling in digitale vorm tot het uitwisselen van menskracht tussen RUD’s onderling om werkzaamheden op een kwalitatieve en efficiënte manier uit te voeren. Dat gaan we doen door: o
Gebruikmaken van pools van deskundigen die hands-on projecten bij elkaar kunnen opzetten en uitvoeren en tegelijkertijd kennis kunnen overdragen;
o
Inventarisatie aanwezige beschikbare kennis en competenties en identificeren van specialismen per RUD. Vervolgens aanwijzen van “themabeheerders” die mede ter ondersteuning van andere RUD’s themagerichte en verdiepte kennis bijhouden en opbouwen;
o
Instellen van een regulier kennisoverleg die als community of practice zorgt voor delen van successen en ervaring, kennisoverdracht, voortgangsbewaking en suggesties voor programmering. De reeds bestaande netwerken ondersteunen c.q. samenwerken;
o
Databank van (voorbeeld) rapportages, projectplannen, voorlichtingsmateriaal, checklists, briefteksten, etc.
Het thema energie bij regulier toezicht structureel borgen. Dit betreft het verhogen van het kennisniveau en het specifiek aandacht besteden aan houding en gedrag van de ‘reguliere’ toezichthouder. De aandacht van de allround toezichthouder is bij een fysieke inspectie verspreid over zeer veel thema’s. Dat leidt er op dit moment toe dat aandachtsgebieden die teveel tijd kosten ondersneeuwen. Het doel van dit project is erop gericht deze toezichthouder concreet gereedschap mee te geven op basis waarvan hij snel en eenvoudig kan herkennen waar de belangrijkste energiewinst zit. Dat doen we door twee acties:
d.
o
Link aanbrengen tussen de cursus erkende maatregelen die in 2015 door Infomil zal worden gegeven en vertaling daarvan naar de dagelijkse uitvoeringspraktijk. Eenvoudig en laagdrempelig maken;
o
Invoering model waarbij toezichthouder leert ‘kansen’ te signaleren en weet wanneer hij expert moet inschakelen.
Monitoren resultaten Een activiteit die niet mag ontbreken is het meten van het resultaat van deze intensivering. Dat zal zich richten op het aantal bedrijven dat hierdoor extra bereikt kan worden en de besparingspotentie die daarmee wordt geïdentificeerd en behaald. Door de controles zoveel mogelijk projectmatig uit te voeren kunnen de data van het energieverbruik en de
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
14
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg implementatiegraad van de erkende maatregelen in Excel worden vastgelegd. Met de combinatie hiervan kan een inschatting van besparingspotentieel worden bepaald. Dit besparingspotentieel (de maatregelen met een terug verdientijd van 5 jaar of korter) wordt dan binnen een termijn van 3 jaar verzilverd. Het is wenselijk dat IenM hier op landelijk niveau via Infomil tools voor ontwikkelt. Bijvoorbeeld door deze te koppelen aan een nog te ontwikkelen APP. Tot die tijd wordt gewerkt om bestaande werkwijzen en applicaties zoveel mogelijk te uniformeren om op provinciaal niveau tot eenduidige data. Naar aanleiding van de jaarlijkse monitoren zal de doelgroep mogelijk worden aangepast.
Vaststellen doelgroep bedrijven:
Systematisch een plan van aanpak ontwikkelen o Type C bedrijven (grootverbruikers): de dialoog aangaan over LNG (liquid natural gas), restwarmte, duurzame energie en mobiliteit; o Type B bedrijven: stimulering, toezicht en handhaving bij bedrijven die aan de grenswaarden voor energie voldoen (maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder). Partijen geven uitvoering aan de afspraak uit het Energieakkoord om meer prioriteit te geven aan toezicht en handhaving van de energiebesparingverplichting uit de Wet milieubeheer. De erkende maatregellijsten van het Rijk vormen daarbij het uitgangspunt; o Type A bedrijven: stimuleringsbeleid door bewustwording en praktijkvoorbeelden; voor groot verbruikende type A bedrijven eenzelfde aanpak als de type B bedrijven, dus toezicht en handhaving bij bedrijven die aan de grenswaarden voldoen (maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder); o De ontwikkelingen rond de Energie Prestatie Keur worden op de voet gevolgd. Gemeente Maastricht en Venray is bij een pilots met deze EPK betrokken (welke??) en zal de resultaten communiceren richting de opdrachtgevers.
Kennisoverdracht intern (milieu inspecteurs) en extern (bouw- en installatiebranche en overige bedrijven) in de regio. o De RUD’s organiseren regelmatig bijeenkomsten/seminars over energiebesparing en duurzaamheid. Milieu-inspecteurs zullen hiervoor worden uitgenodigd om kennis op te doen; o Kennisoverdracht naar andere RUD’s (via Multihoek (op te richten in dit deel van Nederland) en vragen uit gemeentes netwerk bijeenkomst energie/duurzaamheid).
Bewustwording. Om aan te tonen dat optimalisatie van installaties loont, worden de datalogger en warmtecamera ingezet (o.a. ook bij scholen en kantoren). Voorbeelden worden gecommuniceerd via een website en nieuwsbrief. Samenwerking met (lokale) installateurs op het gebied van informatie-uitwisseling o Gebiedsgerichte aanpak bedrijventerreinen - Bedrijventerreinen in Limburg gaan verduurzamen en organiseren. Dit naar voorbeeld van de Greenbiz Beverwijk. Dit initiatief kan een voorbeeld zijn voor een landelijke aanpak. Hiermee wordt invulling gegeven uit een passage uit het Energieakkoord.; o Aan bedrijven in gemeente Venlo wordt kosteloze deelname aan de Milieubarometer van Stichting Stimular aangeboden in samenwerking met de ondernemersvereniging. Met de samenwerkingsafspraken voor energiebesparing bij bedrijven uit het Energieakkoord kan dit initiatief meer doelgericht worden uitgevoerd. Dit project loopt van eind 2014 tot eind 2017; o In het kader van energiebesparende maatregelen zullen factsheets opgesteld worden voor bedrijven, met daarin tips en voorbeelden met betrekking tot energiebesparing. Deze worden regelmatig geactualiseerd en kunnen gaan fungeren als aanvulling op of voorloper van de maatregellijsten; o Bedrijf met restwarmte evt. woningen of bedrijven verwarmen. De overgang naar restwarmte en duurzame energie betekent een veel lagere CO2 uitstoot in Limburg. Het ondersteuningsbudget van het ministerie kan hieraan bijdragen.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
15
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg BIJLAGE 2 Nadere info omtrent diverse convenanten en type inrichtingen Activiteitenbesluit milieubeheer Energieregelgeving en convenanten bij industriële bedrijven Industriële bedrijven vallen voor wat betreft regulering van energiegebruik en convenanten in verschillende kaders. Voor wat betreft wettelijke verplichtingen geldt een onderscheid tussen: De grootste gebruikers (onder andere energetisch vermogen > 20 MW). Deze vallen onder het EUETS, het Europese handelssysteem voor CO2-emissies. Voor deze bedrijven is sinds 2005 in de Wet milieubeheer vastgelegd dat in de milieuvergunning geen eisen opgelegd mogen worden t.a.v. energie-efficiency . Achtergrond hiervan is het voorkomen dat bedrijven zowel in het kader van de Wet milieubeheer, als in het kader van het EU-ETS maatregelen op het vlak van energie-efficiency zouden moeten nemen. Voorbeelden in onze regio zijn o.a. Du-Pont en Nedstaal, die beiden onder het bevoegd gezag van de provincie vallen. Daarnaast zijn er 2 vrijwillige convenanten van toepassing: • Voor de EU-ETS bedrijven het MEE-Convenant. Kernpunt hierin is dat bedrijven een ‘significante’ verbetering in energie-efficiency realiseren. Bedrijven stellen 4-jaarlijks een energie-efficiency plan op. Daarin nemen ze mogelijke rendabele maatregelen op. • Voor de bedrijven buiten het EU-ETS is het MJA-3 convenant opgesteld. Hieraan nemen circa 30 industriële bedrijfstakken deel. Activiteitenbesluit milieubeheer De voorschriften uit het Activiteitenbesluit (inclusief de terugverdientijd van 5 jaar) worden als uitgangspunt gehanteerd voor alle bedrijven. Afhankelijk van het soort bedrijf, het 'type inrichting', is het Activiteitenbesluit geheel of gedeeltelijk van toepassing. Het Activiteitenbesluit maakt onderscheid in drie typen inrichting: type A, B en C. Inrichting type A: Dit zijn inrichtingen die onder het zogenaamde lichte regime van het Activiteitenbesluit vallen, omdat minder milieubelastende activiteiten worden uitgevoerd. Deze inrichtingen hoeven bij de oprichting of een wijziging geen melding te doen aan het bevoegd gezag. In artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit worden de criteria genoemd waardoor een inrichting als inrichting type A moet worden beschouwd. Per onderdeel van het Activiteitenbesluit wordt aangegeven of dit van toepassing is op een inrichting type A. Voorbeelden: kantoor- en schoolgebouwen.
Inrichting type B: Dit zijn inrichtingen die volledig onder het Activiteitenbesluit kunnen vallen. Het gaat hierbij om de inrichtingen (niet zijnde type A) die onder voormalige 8.40-AMvB's vielen en een groot aantal inrichtingen die van vergunningplicht zijn overgeheveld naar de algemene regels. Per onderdeel van het Activiteitenbesluit wordt aangegeven of dit van toepassing is op een inrichting type B. Voorbeelden: garagebedrijven, metaalbewerkende bedrijven en bepaalde zeefdrukkerijen.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
16
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg Inrichting type C: Dit zijn inrichtingen die (vooralsnog) niet volledig onder het Activiteitenbesluit kunnen vallen en een Omgevingsverguning milieu nodig hebben. Als een bedrijf op grond van het Besluit omgevingsrecht een omgevingsvergunning milieu nodig heeft (Wabo, artikel 2.1, onder e), dan is het altijd een inrichting type C. Voor deze inrichtingen is het Activiteitenbesluit gedeeltelijk van toepassing naast de omgevingsvergunning. Per onderdeel van het Activiteitenbesluit wordt aangegeven of dit van toepassing is op een inrichting type C. Voorbeelden: een propaantank bij een IPPC-bedrijf, rioolwaterzuiveringsinstallatie met slibvergistingsinstallatie, autodemontagebedrijf waar ook vrachtwagens gedemonteerd worden.
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
17
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg BIJLAGE 3 Literatuurlijst: https://www.youtube.com/watch?v=NsWFMolfE0M; http://www.ozhz.nl/nieuws/0/71/Check-en-advies-energiebesparing-bijzorginstellingen/#.VCBsOxvCSRU; http://www.nen.nl/NEN-Shop/Vakgebieden/Machinebouw-Transport/Actualiteiten-MachinebouwTransport/Metaalindustrie-en-machinebouw-kunnen-fors-energie-besparen.htm; http://mirck.nl/grote-kansen-energiebesparing-grootverbruikers; http://www.ce.nl/?go=home.downloadPub&id=1375&file=CE_Delft_3876_Energiebesparing_via_W et_milieubeheer_def.pdf;
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
18
Uitvoering prestatieafspraken Nationaal Energieakkoord in Limburg BIJLAGE 4 Globale planning 2015
overleg Gemeente Bestuurders gemeenten Beleidsmederwerkers milieu/duurzaamheid Plan van aanpak Concept plan Plan van aanpak verspreiden Plan definitief maken Aanbieden aan besturen RUD Ondertekening RUD Zuid-Limburg Ondertekening RUD Limburg Noord Werkzaamheden uit plan van aanpak Meerjarenplan energie 2016-2020 Werkinstructies Standaardbrieven Website Folders Opleiding toezichthouders Opleiden energiespecialisten Monitoring ontwikkelen Werkprogramma 2016 Multihoek Zuid-Nederland Energie controles Start energie tijdens reguliere controles Overige bedrijven agenderen (buiten dit PVA) Zorginstellingen Gemeenten vragen om NAW-gegevens bedrijven Plan van aanpak Uitvoeren Symposium Rapportage maken
1
2
3
X
X
X x
4
5
6
7
8
9
10
11
X X X
X
12
1
X X X
X X X
X X X X X
X
X X X X X
X
X X
X X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X X
X
X X X
X
X X X
X
X
X X X
X
X X
Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen
19