Plan van aanpak Veilig Thuis 2016/2017 17 september 2015
Uitgave Datum
GGD Gelderland-Zuid 17 september 2015
1
Inhoudsopgave Plan van aanpak Veilig Thuis 2016/2017
1. Inleiding 2. Voorgeschiedenis 2.1
College Besluit om Veilig Thuis onder te brengen bij de GGD Gelderland Zuid
2.2
Programma van Eisen vastgesteld als addendum bij het Handelingsprotocol Veilig Thuis
2.3
Begroting voorbereidingsfase 2014 goedgekeurd
2.4
Begroting Veilig Thuis 2015 goedgekeurd
2.5
Start Veilig Thuis met Front Office januari 2015
2.6
Analyse stand van zaken mei 2015 i.v.m. capaciteitsprobleem Veilig Thuis
2.7
Goedkeuring aanvraag extra capaciteit 2015, juni 2015
2.8
Wekelijkse monitoring Veilig Thuis
3. Aanvraag extra capaciteit Veilig Thuis 2016 4. Plan van aanpak Veilig Thuis 2016 / 2017 4.1
Voorbereiden Concept begroting 2017, in februari 2016
4.2
Van projectfase naar reguliere werkprocessen
4.3
Mogelijke risico’s
4.4
Voorbereiden opstellen van te behalen resultaten met Veilig Thuis vanaf januari 2017
2
1. Inleiding Per 1 januari 2015 is Veilig Thuis Gelderland-Zuid gestart als een 2 jarig project met als doel vanaf 1 januari 2017 onderdeel te zijn van de reguliere werkprocessen van de GGD Gelderland Zuid. Daar is een voorbereidende fase aan vooraf gegaan waarin het Veilig Thuis team is getraind en de projectorganisatie is opgestart. In de ontwikkelingsfase waarin we nu zitten worden grote stappen gemaakt ten aanzien van samenwerking en deskundigheid, waarbij het handelingsprotocol Veilig Thuis als uitgangspunt wordt genomen. Belangrijke aandachtspunten zijn de hoge werkdruk, samenwerking in het veld en registratie. Per 1 januari 2017 wordt Veilig Thuis opgenomen in het reguliere proces van de GGD GelderlandZuid. Het plan van aanpak Veilig Thuis 2016 / 2017 geeft hiervoor de concrete acties en tijdsplanning aan. De ontwikkeling van projectfase naar reguliere werkprocessen kent 3 speerpunten; I. II. III.
Bekend en present zijn van Veilig Thuis in de keten; Versterken van integrale werkwijze; Van tijdelijke organisatie naar definitieve inrichting.
Per deelproject (werkvloer, externe werkafspraken, personeel en HRM, juridische zaken, financiën, informatiemanagement, communicatie, facilitaire zaken en ICT) wordt aangegeven wat we gaan doen om dit te realiseren, binnen welk tijdsbestek, en met welke deadlines. Risico’s die hierbij een rol spelen hebben bijvoorbeeld te maken met onzekerheden (t.a.v. huisvesting, ontwikkeling aantal meldingen, implementatie nieuw registratiesysteem) of met processen die nog in ontwikkeling zijn (samenwerking in het veld, nieuwe werkprocessen). Vanaf 2017 blijven kwaliteitsverbetering, innovatie, deskundigheidsbevordering en efficiency belangrijke aandachtspunten.
3
2. Voorgeschiedenis 2.1 Collegebesluit om Veilig Thuis onder te brengen bij de GGD Gelderland Zuid Op 28 augustus 2014 is het collegevoorstel ingediend waarin wordt voorgesteld het AMHK/Veilig Thuis onder te brengen bij de GGD Gelderland Zuid1. Een ambtelijke verkenning heeft de uitwerkingsrichting onderbrengen bij de GGD opgeleverd. Op basis van dit advies is een opdrachtformulering voor de GGD opgesteld: 1. Voorstel organisatievorm en beoogd opdrachtnemer Om een antwoord te kunnen geven op de vraag over organisatorische vormgeving is een aantal stappen gezet, waaronder het houden van een ambtelijke verkenning naar de gewenste organisatievorm. Voor deze verkenning is gebruik gemaakt van de handreiking van de VNG “Vorming AMHK’s en toegang Jeugdhulp, organisatievormen en arbeidsrechtelijke consequenties”. De ambtelijke verkenning heeft de uitwerkingsrichting onderbrengen bij de GGD opgeleverd. Met deze uitspraak is een verdiepingsslag gemaakt naar wat dit voor de organisatievorm van het AMHK betekent en is in samenspraak met de betrokken partijen, Bureau Jeugdzorg (huidig AMK), Moviera (huidige front-office SHG) en de GGD (huidige backoffice SHG bij Meldpunt Bijzondere Zorg) tot een eensluidend advies gekomen om het AMHK bij de GGD onder te brengen. De GGD is met deze partijen in overleg om te komen tot afspraken die moeten leiden tot (gefaseerde) overdracht van personeel, kennis en kunde en het zorgen voor continuïteit op lopende dossiers. Met het onderbrengen van het AMHK bij het Meldpunt Bijzondere Zorg van de GGD is de juridische en personele verantwoordelijkheid voor 18 gemeenten ondergebracht bij de Gemeenschappelijke Regeling van de GGD. Voor Mook en Middelaar geldt dit niet; zij dienen aanvullende afspraken te maken via een dienstverleningsovereenkomst. 2. Opdrachtformulering voor gefaseerde realisatie van het AMHK door de GGD Op basis van het advies, zoals genoemd onder 1., is een opdrachtformulering voor de GGD opgesteld, waarin de kaders voor de opdracht en de rollen, taken en verantwoordelijkheden nader zijn uitgewerkt. Deze opdrachtformulering luidt in het kort het realiseren van een uitvoeringspraktijk in 2014 en het op 1 januari 2015 operationeel hebben van de front-office van het AMHK. Een uitgebreidere formulering en detaillering van de opdracht is opgenomen in het PvE 1.0 (en bijlage 4 bij dit PvE). Op onderdelen is de opdrachtformulering in het PvE nader uitgewerkt in de blauw gedrukte “uitwerkingspunten”. De wens tot een gefaseerde realisatie, starten in najaar 2014 met uitvoeringspraktijk, leidt tot extra kosten. Om medewerkers voor te bereiden op de nieuwe situatie per 01-01-2015 en om werkprocessen tijdig te kunnen inregelen is de GGD, samen met Moviera en Bureau Jeugdzorg, vooruitlopend op besluitvorming in juli jl. gestart met voorbereidende werkzaamheden. Dit brengt kosten met zich mee die door de gemeenten gezamenlijk zullen moeten worden opgebracht. Op 16 september 2014 is vervolgens het collegebesluit genomen (gemeente Nijmegen): 1. Het bijgevoegde Programma van Eisen (PvE) voor het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK), onder voorbehoud van financiële kaderstelling door de Raad, vast te stellen. 2. Het Handelingsprotocol van de VNG en het regionaal ontwikkelde addendum hierop, gebruiken als basis voor de verdere doorontwikkeling van het AMHK. 3. Het Advies en Meldpunt Huiselijke geweld en Kindermishandeling organisatorisch onder te brengen bij de Gemeenschappelijke Regeling van de GGD.
1
Het gaat om vier bloedgroepen; het voormalig AMK, Meldpunt Bijzondere Zorg, Moviera en een deel van Jeugdbescherming Gelderland.
4
2.2 Programma van Eisen vastgesteld als addendum bij het Handelingsprotocol Veilig Thuis In februari 2014 is gestart met het beschrijven van het AMHK/Veilig Thuis op ambities en functionele eisen. Hierbij werd vanuit wettelijk, beleidsinhoudelijk, juridisch/organisatorisch en financieel perspectief gekeken naar de vorming van het AMHK. Het Functioneel Programma van Eisen (FPvE) is in mei / juni 2014 door de colleges in Gelderland-Zuid vastgesteld. Deze vaststelling van het FPvE maakte de weg vrij voor uitwerking naar praktisch niveau in het Programma van Eisen (PvE). Vervolgens is voor de zomervakantie in 2014 het FPvE uitgewerkt naar praktisch niveau in het Programma van Eisen (PvE) voor het AMHK. Hierin komen vragen aan bod als: hoe vinden we dat het in de praktijk moet worden uitgevoerd, hoe gaan we de organisatie vormgeven, wat verwachten we van de medewerkers, hoe gaan we om met de snijvlakken tussen zorg en veiligheid, tussen Veiligheidshuis en AMHK en tussen AMHK en Lokale Toegangspoort , met de Raad voor de Kinderbescherming, Politie, etc. Niet alleen praktische vragen komen op, maar ook vragen over welke identiteit het AMHK Gelderland Zuid moet krijgen en waar we als AMHK voor willen staan (Uit: Inleiding Programma van Eisen AMHK Gelderland Zuid 26-06-2014). Het Programma van Eisen is vastgesteld als addendum bij het Handelingsprotocol van Veilig 2 Thuis (Laatste versie Handelingsprotocol Veilig Thuis: november 2014 ). Het handelingsprotocol is opgesteld door de VNG (Voor de visuele weergave van het handelingsprotocol: zie bijlage 2). In het handelingsprotocol Veilig Thuis staat omschreven wat de wettelijke taken zijn van Veilig Thuis, en waar Veilig Thuis zich aan moet houden: (Voor een volledig overzicht van wettelijke taken en bevoegdheden: zie bijlage 1) • • • • •
•
• •
het geven van advies en zo nodig het bieden van ondersteuning aan ieder die in verband met een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling om dit advies vraagt; het fungeren als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling; het naar aanleiding van een melding onderzoeken of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling; het beoordelen van de vraag of - en zo ja tot welke stappen de melding aanleiding geeft; het in kennis stellen van een instantie die passende professionele hulp kan verlenen, van de melding, indien het belang van de betrokkene of de ernst van de situatie daartoe aanleiding geeft; het in kennis stellen van de politie of de raad voor de kinderbescherming van een melding van (een vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling indien het belang van de betrokkene of de ernst van het feit daar aanleiding toe geeft; indien het AMHK een verzoek tot onderzoek doet bij de raad voor de kinderbescherming, het in kennis stellen van het college van B&W; het op de hoogte stellen van de melder van de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn ondernomen.
De ontwikkeling van Veilig Thuis in Gelderland-Zuid kent drie fasen: (Bron: Implementatieplan Veilig Thuis Gelderland-Zuid 2015)
1e 2e de 3e
fase: tot 1 januari 2015: Inrichten en ontwikkelen fase: tot 1 januari 2017: Uitvoeren, monitoren en door ontwikkelen en vastleggen van ambities voor de langere termijn. fase: vanaf 1 januari 2017: Stabiliseren en borgen.
We bevinden ons nu in de 2e fase, namelijk de uitvoering, monitoring en doorontwikkeling van Veilig Thuis. In dit plan van aanpak laten we zien hoe we ons voorbereiden op de 3 e fase van Veilig Thuis, namelijk stabilisering en borging.
2
Zie https://vng.nl/files/vng/20141107_vng_model_handelingsprotocol_veilig_thuis.pdf
5
2.3 Begroting voorbereidingsfase 2014 goedgekeurd In het najaar van 2014 is de begroting Uitvoeringskosten voorbereiding AMHK/Veilig Thuis goedgekeurd. Het totaal van deze subsidieaanvraag bedraagt €144.352,-. De GGD is vervolgens van start gegaan met de voorbereiding op twee onderdelen (daarbij uitgaande van het Programma van Eisen): 1. Voorbereiding implementatieplan AMHK en exploitatiebegroting 2. Uitvoeringspraktijk AMHK Voor de ontwikkeling van het AMHK naar de definitieve organisatie die werkt volgens de aangegeven kaders, is een periode van 2 jaar uitgetrokken. De uitvoeringspraktijk is een trainen ontwikkelperiode die hieraan voorafgaat en gericht is op een functionerende frontoffice op 1 januari 2015. De doelstellingen voor de voorbereidingsfase waren de volgende: (zie PvE)
Het opstarten en verder ontwikkelen van de nieuwe werkwijze en werkprocessen op de werkvloer. Het gaat om het inrichten van het AMHK: werkprocessen, ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op de uitvoering, samenhang en samenwerking met partijen dicht bij het AMHK: Het Veiligheidshuis, de lokale netwerken, de Raad voor de Kinderbescherming, spoedzorg, SAVE teams, Politie (zorgmeldingen), drang- en dwang, etc. Samenwerking opstarten en vormgeven met directe samenwerkingspartners. Te weten: Het Veiligheidshuis, de Raad voor de Kinderbescherming, SAVE teams, lokale netwerken (Zorgnetwerken en sociale wijkteams, etc.) Het maken van afspraken met de AMHK’s in de regio Gelderland Noord en Midden over bovenregionale taken van het AMHK. In kaart brengen van kwesties die vragen om bestuurlijke antwoorden als het gaat om positionering, afstemming met het Veiligheidshuis, spoedzorg, etc. In kaart brengen en realiseren van de noodzakelijk randvoorwaarden voor een succesvolle AMHK praktijk. Te denken valt aan informatievoorziening, afspraken over gegevensuitwisseling, registratie, ondersteunende administratieve processen in kaart brengen en ondersteunen, etc. Er is aan de minimale eisen die aan de inrichting van de front-office worden gesteld, voldaan.
2.4 Begroting Veilig Thuis 2015 goedgekeurd In november 2014 is de begroting Veilig Thuis 2015 goedgekeurd. Hierin staan de opbrengsten enerzijds en de producten en diensten anderzijds weergegeven, onderverdeeld naar GGD, JBG en Moviera. De totale begroting Veilig Thuis 2015 bedraagt € 2.098.000.
2.5 Start Veilig Thuis met Front Office januari 2015 Veilig Thuis is per 1 januari 2015 van start gegaan met een team aan medewerkers begeleid door een teammanager. Vanaf die dag komen er telefoontjes en zorgmeldingen binnen. Gelijk de eerste maand is te zien dat de instroom aan telefoontjes en meldingen groot is. Zoals dat ook bij de andere Veilig Thuis regio’s te zien is, zijn er nog de nodige opstartproblemen in deze ontwikkelingsfase. Er wordt geregistreerd in 4 verschillende systemen, de locatie aan de Stieltjesstraat is te krap, de samenwerking met de sociale wijkteams en het veiligheidshuis moet nog worden ontwikkeld en de doorlooptijden lopen op (Zie: Stand van zaken Veilig Thuis
6
Gelderland Zuid, 20 maart 2015).
2.6 Analyse stand van zaken juni 2015 i.v.m. capaciteitsprobleem Veilig Thuis In de notitie ‘Veilig Thuis Gelderland Zuid, probleemanalyse en voorstel tot oplossing’ (d.d. 12 juni 2015), wordt aan de hand van de eerste kwartaalcijfers 2015 inhoudelijk de stand van zaken weergegeven en worden knelpunten en risico’s benoemd. Per knelpunt worden oplossingsrichtingen aangedragen voor korte en lange termijn. Het gaat om de volgende knelpunten: Werkdruk en doorlooptijden, registratiesystemen, samenwerking met de sociale wijkteams, samenwerking met het Veiligheidshuis en cultuur- en werkprocessen. Veilig Thuis bevindt zich in een ontwikkelingsfase. Aangezien nieuwe werkwijzen binnen Veilig Thuis en met de ketenpartners moeten worden ontwikkeld ‘met de winkel open’, staan alle werkprocessen continu onder druk. Veilig Thuis kan niet doelmatig werken door het werken in verschillende registratiesystemen, het hanteren van verschillende werkwijzen, een krappe locatie en afstemmingsproblemen met de sociale wijkteams (zowel qua opschaling als qua afschaling) en het veiligheidshuis. De hoge werkdruk werkt belemmerend in de ontwikkelopdrachten van Veilig Thuis, de samenwerking met ketenpartners en het verwerken van de meldingen. Deze problemen zijn niet uniek voor Gelderland-Zuid, maar doen zich landelijk voor.
2.7 Goedkeuring aanvraag extra capaciteit 2015, juni 2015 Om een efficiencyslag en ontwikkeling te kunnen maken en om het hoofd te bieden aan de hoge werkdruk (het aantal meldingen dat nog moet worden opgepakt is te hoog voor de beschikbare capaciteit) is het AB gevraagd om uitbreiding van capaciteit bij Veilig Thuis in de jaren 2015, 2016 en 2017. Op 25 juni 2015 is het AB is akkoord gegaan met de uitbreiding van het aantal extra fte Veilig Thuis in 2015 met in totaal 7,05 fte op jaarbasis, en de herbestemming van financiële middelen 2014. Hier is wel een aantal voorwaarden aan verbonden: (Zie: Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders, 2 juli 2015). 1. Veilig Thuis monitort de problemen van Veilig Thuis die in deze notitie zijn geschetst. 2. Er vindt 3-maandelijkse terugkoppeling plaats aan het DB van de GGD zodat over de noodzaak van extra ingezette incidentele capaciteit kan worden besloten. 3. Veilig Thuis maakt een plan van aanpak dat in het AB van 1 oktober 2015 besproken zal worden. Tijdens dit AB zal worden besloten over de extra inzet in 2016 voor Veilig Thuis.
2.8 Wekelijkse monitoring Veilig Thuis Tijdens het AB is tevens besloten om de overleggen tussen Veilig Thuis, JBG en de opdrachtgever voorlopig op te schroeven tot 1x per week. Tijdens deze overleggen wordt de stand van zaken besproken per knelpunt en worden de meest recente cijfers besproken (aantal telefoontjes en meldingen, aantal meldingen dat nog moet worden afgehandeld).
3. Aanvraag extra capaciteit Veilig Thuis 2016 Inmiddels zijn de aparte aanvragen van MBZ en JBG ingediend bij de Centrumgemeente Nijmegen als onderdeel van de reguliere subsidieaanvraag en begroting Veilig Thuis 2016. Op het AB van 1 oktober a.s. zal, naast het onderhavige Plan van aanpak Veilig Thuis 2016 / 2017, ook de notitie Veilig Thuis Gelderland Zuid Stand van zaken en inzet extra capaciteit worden aangeboden. De conclusie is dat het aantal meldingen en telefoontjes onverminderd hoog
7
is en dat ook het aantal op te pakken meldingen hoog blijft als gevolg van de tijdelijke afwezigheid van een deel van het personeel van Veilig Thuis tijdens de zomervakantie. We zien hierdoor nog onvoldoende effect van de extra ingezette capaciteit. Ook het effect van een versnelde afschaling naar wijkteams is nog niet aan de orde. Veilig Thuis stelt daarom voor om het eerdere capaciteitsvoorstel (6,94 fte, € 732.564) voor 2016 voorlopig als risico aan te houden totdat we meer zicht hebben op de trend van het aantal aanmeldingen in relatie tot de werkvoorraad en de inzet van capaciteit.
4. Plan van aanpak Veilig Thuis 2016 en 2017
4.1 Voorbereiden Concept begroting 2017, in februari 2016 In september 2015 wordt van start gegaan met de voorbereidingen voor de begroting Veilig Thuis 2017. In deze maand worden de eerste gesprekken gevoerd om de financiële gegevens te kunnen verzamelen. In de maanden november en december wordt vervolgens de conceptbegroting opgesteld. Medio maart 2016 wordt de conceptbegroting 2017 van de GGD door het DB vastgesteld en voor zienswijze naar alle raden van de gemeenten verzonden. In gezamenlijke workshops zullende Veilig Thuis processen zo efficiënt mogelijk worden ingericht. Dit betekent dat er geïnvesteerd wordt in een gezamenlijke, nieuwe werkwijze. Vanuit hier zal ook een nieuwe werkverdeling worden opgesteld. Leidraad hierbij is het handelingsprotocol. Op basis hiervan worden de activiteiten van Veilig Thuis genormeerd. Dit proces zal in november 2015 zijn afgerond.
4.2 Van projectfase naar reguliere werkprocessen Op basis van de wettelijke taken en de fase waar Veilig Thuis zich thans in bevindt, zijn dit de drie speerpunten van Veilig Thuis voor het komende jaar 2016: I. Bekend en present zijn van Veilig Thuis in de keten:
Bekendmaken bereikbaarheid, deskundigheid en integrale werkwijze. Voorlichting voor burgers en partners en deskundigheidsbevordering in de keten. Hulpbron voor gemeenten voor het signaleren van trends in geweldsproblematiek en hiaten in de regionale aanpak. Lokaal present zijn ten behoeve van advisering professionals. Ketensamenwerking: samen op pad met ketenpartners. Leren met elkaar en elkaar versterken in de praktijk van kindermishandeling en huiselijk geweld.
II. Versterken van integrale werkwijze Veilig Thuis door:
Implementeren nieuwe werkprocessen, evaluatie en doorontwikkeling. Samenwerking tussen de vier bloedgroepen en vanuit de gezamenlijke opdracht meerwaarde creëren. Implementeren nieuw registratiesysteem en ontwikkelen van infovoorziening. Professionaliseren risicotaxatie. Interne deskundigheidsbevordering. Leren met elkaar in de praktijk van kindermishandeling en huiselijk geweld.
III. Van tijdelijke organisatie naar definitieve inrichting:
Veilig Thuis wordt opgenomen in het reguliere proces van de GGD.
8
Vacaturestelling in 2016. Harmonisatie financiering ten behoeve van begroting 2017.
Dit resulteert in het Ontwikkelingsplan Veilig Thuis, om de projectfase af te sluiten en te komen tot reguliere werkprocessen voor Veilig Thuis binnen de GGD. Het gaat om alle deelprojecten van Veilig Thuis, zoals gedefinieerd in het implementatieplan Veilig Thuis. In de volgende subparagrafen geven we aan wat we gaan doen in de rest van 2015 ter voorbereiding op het plan van aanpak. Vervolgens beschrijven we wat we gaan doen in 2016, om te zorgen dat op 1 januari 2017 Veilig Thuis is opgenomen in het reguliere proces van de GGD. Daarbij is een onderverdeling gemaakt naar deelproject, zoals gedefinieerd in het Implementatieplan Veilig Thuis.
Werkvloer Externe werkafspraken Personeel en HRM Juridische zaken Financiën Informatiemanagement Communicatie Facilitaire zaken en ICT
4.2.1
Werkvloer
Gereed per 1 januari 2016:
Kwaliteitsbeleid: Er is in kaart gebracht aan welke wettelijke kwaliteitseisen Veilig Thuis moet voldoen (1 nov- 31 dec 2015).
Klachtenregeling (intern en extern): Er is in kaart gebracht waar Veilig Thuis gebruik kan maken van bestaande regelingen van de GGD (bv. Klachtenregeling) en waar er aanvullend nieuwe regelingen nodig zijn of aanpassing van bestaande regelingen (1 mei31 sept 2015).
Monitoringsafspraken stand van zaken probleemgebieden, deelprojecten VT en doorlooptijden: Er zijn afspraken gemaakt welke indicatoren en casussen worden gemonitord en met welke frequentie deze worden gegevens worden gepresenteerd (1 mei-31 okt 2015).
Beschrijving werkprocessen, schakelmomenten en berichtenverkeer: De werkprocessen zijn ondersteunend voor de uitvoering beschreven. De schakelmomenten en het berichtenverkeer (informatieoverdracht tussen de schakels in de keten) zijn vastgesteld (1 april-30 nov 2015).
Continue evaluatie en doorontwikkeling van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017:
Coaching en training op de nieuwe werkwijze: Informeren, trainen, coachen en overdragen werkwijze aan de teamleden van Veilig Thuis. Daarbij is ook aandacht voor de culturele verschillen tussen de 4 bloedgroepen en hoe zij elkaar beter kunnen vinden en elkaar kunnen versterken.
4.2.2
Externe werkafspraken
Gereed per 1 januari 2016:
Gebruik verwijsindex: het Gebruik van de Verwijsindex Regio Nijmegen en Rivierenland door Veilig Thuis waarbij; er afspraken zijn gemaakt over wanneer Veilig Thuis een kind in de verwijsindex zet, op basis van de bestaande afspraken AMK (1 okt-31 dec 2015)
9
Afstemming landelijke forensische expertise: waarbij er duidelijk is welke samenwerkingsafspraken er nu al zijn, het duidelijk is of bijstelling van de bestaande afspraken nodig is, een evaluatie en bijstellingscyclus is afgesproken (1 sept-31 dec 2015).
Deskundigheidsbevordering en coaching lokale professionals: Er is een beleidsstrategie voor het inzetten van coaching / maatwerktrainingen / voorlichting gericht op het vergroten van kennis over Kindermishandeling en Huiselijk geweld bij de lokale professionals. Er is een flexibel aanbod geformuleerd en bekend gemaakt bij de lokale organisaties (1 okt-31 dec 2015).
Gereed per 1 juni 2016:
Inzet dranghulp jeugd: Input hiervoor is geleverd door regionale werkgroep / werkprocessen Nijmegen. Werkafspraken zijn gemaakt op basis van afspraken die gemeenten hebben gemaakt met BJZ (JB/JR). In Rivierenland zijn er afspraken met de SAVE teams over inzet en samenwerking tijdens de uitvoering. Er is een evaluatie en bijstellingscyclus afgesproken. Het is duidelijk wat het verschil is in de rol van JB/JR en die van Veilig Thuis als het gaat om drang en dwang. Op basis van ervaring is er een analyse van de behoefte aan dranghulp vanuit Veilig Thuis (1 okt 2015-31 mei 2016).
Continue evaluatie en doorontwikkeling van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017:
Integrale werkafspraken afstemmen met gemeenten, instellingen en organisaties: Continue afstemming met instellingen en organisaties waarbij: het duidelijk is met welke organisaties Veilig Thuis werkafspraken maakt, er een inventarisatie is van reeds bestaande werkafspraken met deze organisaties, er afspraken zijn gemaakt over de toeleiding en het opstellen van een veiligheidsplan en herstelplan, en de werkafspraken zijn besproken en bijgesteld voor Veilig Thuis. De evaluatiemomenten zijn vastgelegd.
Procesregie ketenaanpak kindermishandeling en huiselijk geweld: Ketensamenwerking is het uitgangspunt. Daarbij staat voorop dat de samenwerking, bijvoorbeeld met de sociale wijkteams, kansen biedt. Het is duidelijk welke ketenpartners betrokken zijn, hoe de keten functioneert en waar verbeterpunten zijn. Hiervoor zijn verbetervoorstellen en die worden ook geïmplementeerd.
4.2.3
Personeel en HRM
Gereed per 1 juli 2016:
Voorbereiding aannemen van personeel, kennis en middelen: Nagegaan wordt hoeveel fte er structureel nodig is vanaf 2017 en op basis daarvan worden vacatures opengesteld. Bij het proces van het in dienst nemen van het personeel wordt JBG betrokken.
4.2.4
Juridische zaken
Gereed per 1 augustus 2016:
Afspraken privacy in het algemeen, en overdracht dossiers, inzage systemen JBG: Er worden afspraken gemaakt (en deze worden vastgelegd) voor de overdracht van dossiers van JBG naar GGD (1 okt 2015-31 juli 2016).
4.2.5
Financiën
Gereed per 1 maart 2016:
Veilig Thuis wordt opgenomen in de P&C cyclus van de GGD (1 okt 2015-29 feb 2016)
Inzichtelijke financiering: De financiering van Veilig Thuis is thans versnipperd, omdat deze uit verschillende inkomstenstromen bestaat. Een gedeelte is opgebouwd uit een
10
bijdrage per inwoner en de overige delen zijn opgebouwd uit de vroegere taken huiselijk geweld van MBZ en AMK van JBG. Iedere inkomstenstroom heeft zijn eigen berekening. De harmonisering van de financiering van Veilig Thuis via de inwonersbijdrage zorgt wel voor verschillen in bijdrage per gemeente. Deze verschillen zullen eerst voorgelegd moeten worden aan de gemeenten (1 okt 2015-29 feb 2016). 4.2.6
Informatiemanagement
Gereed per 1 januari 2016:
Informatie opleveren tbv CBS: Het nieuwe registratiesysteem levert de benodigde gegevens op aan het CBS, in ieder geval vanaf 1 januari 2016 (1 juni 2015-30 nov 2016).
Gereed per 1 juni 2016:
Archiefbeheer: Het is duidelijk hoe en hoe lang de dossiers gearchiveerd worden en wie er toegang heeft. Er is automatische dossieropslag en beheer. Archivering is geïmplementeerd; al dan niet automatisch. (1 jan 2016-31 mei 2016)
Gereed per 1 januari 2017:
Doorontwikkeling van het nieuwe registratiesysteem: Na de implementatie van het nieuwe systeem wordt gekeken naar de conversie van de oude documenten, het beheer, en eventuele uitrol naar overig MBZ en/of GGD breed (1 jan 2016-1 jan 2017).
Continue evaluatie en doorontwikkeling van 1 januari 2016 tot 1 januari 2017:
Benchmarking andere VT regio’s: Omdat alle regio’s vanaf 1 januari dezelfde gegevens aanleveren aan het CBS, kan vanaf dat moment ook gebenchmarkt worden.
4.2.7
Communicatie
Gereed per 1 maart 2016:
Bekend en present zijn van Veilig Thuis in de keten: Dit is een van de speerpunten van Veilig Thuis en kent een belangrijke communicatie- en voorlichtingscomponent. Er wordt een communicatieaanpak opgesteld met daarin doelstellingen, acties, capaciteit, budget en organisatie. Het instellen van een interne werkgroep communicatie, met een brede vertegenwoordiging van medewerkers/functies vanuit Veilig Thuis, zou hierin veel kunnen betekenen. De afdeling Communicatie van de GGD kan deze werkgroep dan ondersteunen, faciliteren en van communicatieadviezen voorzien (1 okt 2015-29 feb 2016).
Continue evaluatie en doorontwikkeling van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017:
Communicatie opnemen in reguliere communicatieactiviteiten GGD: Het gaat in ieder geval om de website en de nieuwsbrieven. Blijven investeren in de bekendheid van Veilig Thuis. Ook de inbedding van het project ouderenmishandeling in Veilig Thuis hierbij betrekken.
4.2.8
Facilitaire zaken en ICT
Gereed per 1 januari 2017:
Huisvesting en ICT voorzieningen zijn in orde: Veilig Thuis is, samen met het veiligheidshuis, gevestigd op een locatie die ruim genoeg is voor alle medewerkers, zowel de frontoffice als de backoffice. Alle ICT systemen zijn in orde, er kan intern en extern beveiligd worden gemaild, en er zijn goede afspraken gemaakt over beheer en ondersteuning van de ICT voorzieningen. (1 mei 2015-31 dec 2016)
11
4.3 Mogelijke risico’s In oktober 2014 is een risico-analyse Veilig Thuis uitgevoerd. Nagenoeg alle risico’s die toen zijn genoemd, zijn nog steeds van kracht (Zie Voorstel Monitoring en Beheer VTGZ 2014). Het gaat om de volgende risico’s: 1. Privacy wetgeving staat een goede gegevensuitwisseling in de weg tussen de samenwerkingspartners en Veilig Thuis. 2. Budgettekort (samenvoeging van functies door de bezuinigingsopdracht), bijvoorbeeld door extra toeloop n.a.v. naamsbekendheidscampagne. 3. Door de nog in ontwikkeling zijnde werkprocessen is Veilig Thuis niet in staat om snel, integraal en adequaat handelen te bewerkstelligen 4. Onvoldoende (duidelijke) afspraken tussen het lokale veld, de dwangnetwerken en het Veiligheidshuis. 5. “Verstopping” bij Veilig Thuis doordat zij niet kunnen afschalen. 6. Overkill aan protocollen. Er wordt momenteel vanuit diverse invalshoeken (MBZ, BJZ, Moviera) gewerkt aan het beschrijven van processen. Dit moet worden gestroomlijnd. 7. ICT is niet georganiseerd. 8. Onduidelijkheid over afspraken en te laat opschaling in het lokale veld. 9. Verbinding sociale wijkteams komt onvoldoende tot stand. Intussen hebben zich nieuwe risico’s vanuit de praktijk van Veilig Thuis voorgedaan: 10. De balans tussen uurtarief en de inwonerbijdrage is verstoord geraakt als gevolg van de uitbreiding in fte van Veilig Thuis. 11. Er is momenteel geen goede inschatting te maken van het aantal meldingen in 2016 en 2017. 12. De effecten van de omschakeling van de huidige vier registratiesystemen naar één registratiesysteem zijn onbekend. 13. De omvang en de kosten van de conversie van de oude bestanden zijn onbekend. 14. In het proces van het in dienst nemen van personeel bestaat het risico dat partijen hierover in bezwaar gaan. 15. De nieuwe huisvesting van Veilig Thuis is nog niet bekend.
4.4 Voorbereiden opstellen van te behalen resultaten met Veilig Thuis vanaf 1 januari 2017 Vanaf het moment dat Veilig Thuis is opgenomen in het reguliere proces van de GGD per 1 januari 2017 worden de volgende doelstellingen van Veilig Thuis 2017-2018 uitgewerkt: I.
Voortgang implementatie van het Plan van aanpak Veilig Thuis 2016 / 2017.
II.
Interne en externe kwaliteitsverbetering. Op basis van het Handelingsprotocol. Blijvende aandacht voor de teamontwikkeling en de kwaliteit van samenwerking met ketenpartners.
III.
Innovatie en onderzoek. Ontwikkeling e-hulp en andere nieuwe technieken. Monitoring en benchmarking met andere Veilig Thuis regio’s.
IV.
Deskundigheidsbevordering binnen Veilig Thuis maar ook in de keten. Informeren en overdragen werkwijze Veilig Thuis.
12
V.
Efficiciency in de werkprocessen. Evaluatie en doorontwikkeling van de integrale werkprocessen. Alle activiteiten zijn genormeerd, leidraad is het Handelingsprotocol.
13
Bijlage 1: Wettelijke taken en bevoegdheden van Veilig Thuis (AMHK) Wettelijke taken Art 4.1.1 Wmo 2015 legt het college van B&W de plicht op om een AMHK in te richten. Als dat voor een doeltreffende taakuitvoering nodig is werken de colleges van B&W van een aantal gemeenten hierin samen. Het AMHK heeft de volgende wettelijke taken (art. 4.1.1 lid 2 en lid 3): • het geven van advies en zo nodig het bieden van ondersteuning aan ieder die in verband met een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling om dit advies vraagt; • het fungeren als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling; • het naar aanleiding van een melding onderzoeken of daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling; • het beoordelen van de vraag of - en zo ja tot welke stappen de melding aanleiding geeft; • het in kennis stellen van een instantie die passende professionele hulp kan verlenen, van de melding, indien het belang van de betrokkene of de ernst van de situatie daartoe aanleiding geeft; • het in kennis stellen van de politie of de raad voor de kinderbescherming van een melding van (een vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling indien het belang van de betrokkene of de ernst van het feit daar aanleiding toe geeft; • indien het AMHK een verzoek tot onderzoek doet bij de raad voor de kinderbescherming, het in kennis stellen van het college van B&W; • het op de hoogte stellen van de melder van de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn ondernomen. Een AMHK dient minimaal deze in de wet genoemde taken uit te voeren. Daarnaast kan een college van B&W het AMHK de opdracht geven om andere niet wettelijke taken in de sfeer van huiselijk geweld en kindermishandeling uit te voeren. Wettelijke bevoegdheden Om de wettelijke taken uit te voeren biedt de Wmo 2015 het AMHK een specifieke bevoegdheid. Het AMHK heeft de bevoegdheid om zonder toestemming van de betrokkene(n) persoonsgegevens te verwerken. Onder persoonsgegevens verstaat de wet alle informatie die herleidbaar is tot individuele personen. Verwerken is de verzamelterm voor alle handelingen die met persoonsgegevens kunnen worden verricht: opslaan, bewaren, analyseren, aan een ander verstrekken, aanvullen, enzovoort. De wet biedt daarmee het AMHK de bevoegdheid om, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de toestemming van de betrokkene(n), een melding over hem aan te nemen en in een registratiesysteem vast te leggen, informatie bij anderen over hem op te vragen, ook deze informatie weer vast te leggen, de melding met anderen te bespreken, overleg over de melding te voeren in verband met de toeleiding naar hulp of om de Raad voor de Kinderbescherming of de politie over de melding te informeren. Daarmee geeft de wetgever, als het om de informatie positie van het AMHK gaat, een zeer ruime bevoegdheid aan het AMHK. Maar er geldt bij deze bevoegdheid wel een belangrijke beperking. De wetgever geeft deze bevoegdheid voor zover noodzakelijk voor de taken van het AMHK. Kortom de wetgever vraagt van het AMHK om in iedere casus op maat te beoordelen wie van de melding op de hoogte moet worden gesteld en met wie overleg moet worden gevoerd om het geweld te stoppen en alle betrokkenen passende hulp te bieden. Het AMHK kan zijn wettelijke bevoegdheden niet overdragen aan ketenpartners of andere instellingen. Hij mag ze alleen zelf gebruiken in het kader van de wettelijke taken. Bevoegdheid geldt niet voor de adviestaak De wet maakt één uitzondering op de wettelijke bevoegdheid van het AMHK om zonder toestemming gegevens van betrokkenen te verwerken. Deze uitzondering geldt voor de adviestaak. Dit betekent dat het AMHK niet de bevoegdheid heeft om bij een advies of een vervolgadvies naar gegevens van een gezin of van gezinsleden te vragen en/of deze vast te leggen. Advies wordt gevraagd en gegeven op basis van anonieme cliëntgegevens. Dit strookt ook met stap twee en stap vier van de verplichte meldcode die circa 1,5 miljoen professionals verplicht zijn te hanteren bij signalen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. De wetgever heeft deze keuze gemaakt om de drempel voor het vragen van advies zo laag mogelijk te maken. Adviesvragers kunnen het AMHK raadplegen over signalen en de aanpak daarvan zonder dat zij meteen hoeven te vertellen over wie het gaat. Daarnaast blijven op deze manier de verantwoordelijkheden helder: het AMHK adviseert de adviesvrager maar zet in geval
14
van een advies geen stappen in de richting van direct betrokkenen, de adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor de aanpak en het zetten van vervolgstappen. Openheid richting betrokkenen De ruime en voor betrokkenen ook ingrijpende bevoegdheid van het AMHK om hun persoonsgegevens te mogen verwerken zonder hun toestemming koppelt de wetgever aan de plicht van het AMHK om open te zijn in de richting van betrokkenen over de melding en over alle stappen die daarna worden gezet. Uitgangspunt is daarbij dat het AMHK eerst in gesprek gaat met betrokkenen om hen over de melding te informeren, om deze met hen te bespreken en om hen te informeren over mogelijke vervolgstappen zoals het voeren van overleg met (bestaande) hulp, het benaderen van informanten en dergelijke. Het uitstellen van het informeren van betrokkenen, dit wil zeggen de melding eerst met anderen bespreken voordat het AMHK in gesprek gaat met betrokkenen, is alleen bij wijze van uitzondering mogelijk, namelijk: ‘Als dit voor (het beoordelen van) de veiligheid van (een of meer) betrokkenen, voor de veiligheid van medewerkers van het AMHK of de veiligheid van anderen noodzakelijk is’. Het AMHK is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke informatieplicht: ‘Het informeren van betrokkenen over de melding en het vervolg daarop’. In de situatie waarin het AMHK na de beoordeling van de melding meent dat betrokkenen direct kunnen worden doorgeleid naar (al dan niet al lopende) hulp, kan het AMHK de hulpverlenende instantie verzoeken om namens het AMHK betrokkenen te informeren over de melding. In dat geval maakt de hulpverlener ook altijd bekend tot wie betrokkenen zich kunnen wenden als men meer informatie over de melding wil, of over de inhoud van de melding in gesprek wil gaan. Deze informatie kan gegeven worden via een gesprek, of een ander communicatiemiddel zoals een folder. Bron: Handelingsprotocol Veilig Thuis, november 2014
15
Bijlage 2: Visuele weergave van het handelingsprotocol Veilig Thuis
16
Verplichte MELDCODE
Betrokkene belt: - Pleger - Slachtoffer - Getuige
1. In kaart brengen van signalen; uitvoeren kindcheck (zie 7.1)
2. Overleggen met collega’s
4. Wegen van het geweld en/of de KIMI
3. Gesprek met cliënt
5. beslissen
@
Veilig Thuis is vanuit haar wettelijk taak verantwoordelijk voor: ‘het op de hoogte stellen van de melder van de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn ondernomen.’
Vraag om advies (4.2) MELDING
Situatie verkennen met adviesvrager (4.3)
Vermoeden van HG en/of KIMI
Ondersteuning aan adviesvrager (4.3.1) MELDING IN ONTVANGST NEMEN (hfs.5)
Ondersteuning in Ondersteuning voorbereiding tijdens gesprekken van gesprekken adviesvrager met uitgevoerd door betrokkenen adviesvrager
Ondersteuning adviesvrager bij opstellen/ bespreken veiligheidsplan
Informeren betrokkenen over melding en vervolgstappen
Beoordeling (6.3.2)
Besluitvorming (6.3.4): Is er sprake v/e redelijk vermoeden van HG of KIMI
Verslaglegging in vast format, op naam van adviesvrager (4.3.5)
Beoordeling verdere advisering of ondersteuning aan adviesvrager (MDT)
Informatie verzamelen (6.3.1)
Informatie verzamelen (5.3.1); Voorlichting werkwijze (5.3.2); Afspraken maken over verantwoordelijkheidsverdeling (5.3.3) Omgaan met anonimiteit (5.3.4)
Bijwonen lokaal teamoverleg t.b.v. stappenplan
@
Eventueel melding ambtshalve, medewerker VT (3.2.4 | 4.3.4)
Criteria 6.3.6
aangifte
Criteria 6.3.5
ONDERZOEKEN (hfs.8) Opstellen Plan van aanpak (8.3.1)
Vervolgadvies (4.3.3) (6.3.10)
Overdragen verantwoordelijkheden voor vervolgstappen aan: het lokaal veld, een instelling of professional, een Multi disciplinair team (7.3.5|7.3.6)
Informeren beëindiging bemoeienis (6.3.11)
Vernietigen alle persoonsgegevens Betrokkene(n)
INZETTEN VERVOLGTRAJECTEN (hfs.7)
ADVIES EN ONDERSTEUNING AAN OMSTANDERS EN PROFESSIONALS (hfs.4)
ADVIES & ONDERSTEUNING HULPVRAGERS (hfs.3)
Praktisch ondersteunen (3.2.3)
Afsluiten meldcode
TRIAGE – afgerond uiterlijk binnen 5 werkdagen na melding (hfs.6)
Informeren & Adviseren
Adviesgesprek Beoordeling (on)veiligheid (3.2.2)
Veilig Thuis is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke informatieplicht: ‘Het informeren van betrokkenen over de melding en het vervolg daarop’ Op deze regel van openheid maakt het Uitvoeringsbesluit bij de Wmo 2015 twee uitzonderingen. (zie 2.4)
Overige manieren van ontvangst
Persoonlijk of telefonisch
Signaal door betrokkene (3.2.1)
6. Zelf hulp bieden en/of regelen
Afspraken maken over opstellen en uitvoeren van het veiligheidsplan (7.3.2) en herstelplan (7.3.3)
Een schriftelijk of digitaal bericht aan: De betrokkenen De melder (bijlage 4)
Optioneel: Verrichten vooronderzoek (8.3.2) Beoordeling
Direct contact met politie (7.3.8)
Informeren betrokkenen over melding en vervolgstappen (8.3.4) Onderzoek: Gesprekken met betrokkenen (8.4.1) Specialistisch diagnostisch onderzoek bij betrokkenen (8.4.2) Gesprekken met kinderen (8.4.3) Specialistisch diagnostisch onderzoek bij kinderen (8.4.4) Overleg met professionals (8.4.5) Overleg met het informele netwerk (10.4.6) Opstellen en uitvoeren van het veiligheidsplan (8.4.7) en het herstelplan (8.4.8) Besluiten naar aanleiding van het onderzoek (8.4.9) Vermoeden is bevestigd Vermoeden niet bevestigd
Direct contact met politie of HovJ (7.3.8); optie WTH (6.3.9)
Inschakelen medisch forensische expertise
Directe doorgeleiding RvdK: ihkv VTS (7.3.7) Nader onderzoek In kennisstelling van college van B&W
@ Verzoek tot onderzoek bij de RvdK (7.3.7) In kennisstelling van college van B&W
Vermoeden weerlegd
Monitoren/Rappel 3 en 12 mnd (7.4)
Afsluiten
17
Verplichte MELDCODE
Betrokkene belt: - Pleger - Slachtoffer - Getuige
1. In kaart brengen van signalen; uitvoeren kindcheck (zie 7.1)
2. Overleggen met collega’s
4. Wegen van het geweld en/of de KIMI
3. Gesprek met cliënt
5. beslissen
ADVIES EN ONDERSTEUNING AAN OMSTANDERS EN PROFESSIONALS (hfs.4)
Veilig Thuis is vanuit haar wettelijk taak verantwoordelijk voor: ‘het op de hoogte stellen van de melder van de stappen die naar aanleiding van zijn melding zijn ondernomen.’
Vraag om advies (4.2) MELDING
Situatie verkennen met adviesvrager (4.3)
Vermoeden van HG en/of KIMI
Ondersteuning aan adviesvrager (4.3.1) MELDING IN ONTVANGST NEMEN (hfs.5)
Ondersteuning in Ondersteuning voorbereiding tijdens gesprekken van gesprekken adviesvrager met uitgevoerd door betrokkenen adviesvrager
Ondersteuning adviesvrager bij opstellen/ bespreken veiligheidsplan
Informeren betrokkenen over melding en vervolgstappen
Beoordeling (6.3.2)
Besluitvorming (6.3.4): Is er sprake v/e redelijk vermoeden van HG of KIMI
Verslaglegging in vast format, op naam van adviesvrager (4.3.5)
Beoordeling verdere advisering of ondersteuning aan adviesvrager (MDT)
Informatie verzamelen (6.3.1)
Informatie verzamelen (5.3.1); Voorlichting werkwijze (5.3.2); Afspraken maken over verantwoordelijkheidsverdeling (5.3.3) Omgaan met anonimiteit (5.3.4)
Bijwonen lokaal teamoverleg t.b.v. stappenplan
@
Eventueel melding ambtshalve, medewerker VT (3.2.4 | 4.3.4)
Criteria 6.3.6
Veilig Thuis kan, indien zij dat voor een betere beoordeling van de melding relevant acht, bij de start van de triage de gegevens uit de melding aanvullen met informatie uit uitsluitend de volgende bronnen: de eigen systemen van Veilig Thuis; de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA); het Centraal Gezagsregister; de Raad voor de Kinderbescherming; de Verwijsindex Risicojongeren; de melder: de direct betrokkenen zelf, over de vraag of zij open staan voor hulp en ondersteuning. en ALTIJD de politie, over al de direct betrokken personen bij de situatie
Het risico-taxatie instrument (6.3.2); Inschatting wel/niet betrokkenheid vertrouwensarts (6.3.3) Afstemming met Politie over vervolgacties die gericht zijn op het creëren van kansen voor een veilige situatie op de korte en langere termijn (6.3.8) De vertrouwensarts wordt in ieder geval betrokken bij: een melding over lichamelijke mishandeling waarbij verwondingen worden gemeld; een ernstige acute en levensbedreigende situatie in het ziekenhuis of opname in een ziekenhuis waarbij medische problematiek van betrokkenen een prominente rol speelt; een melding waarbij medische problematiek speelt, waarbij betrokkenen onder behandeling zijn bij een specialist en deze problematiek gerelateerd is aan de gemelde zorgen een melding over seksueel misbruik; een melding over een vermoeden van Münchhausenby Proxy/ PCF/ FDP; een melding gedaan door een arts (of medewerker) vanuit het ziekenhuis waarbij de gemelde zorgen in verband staan met medische problematiek; een melding waarin sprake is van (een vermoeden van) psychiatrische problematiek bij betrokkenen; een melding waarin sprake is van een vermoeden van verslavingsproblematiek, in het bijzonder bij vrouwen die zwanger zijn; een melding van vrouwelijke genitale verminking.
aangifte
Criteria 6.3.5
ONDERZOEKEN (hfs.8) Opstellen Plan van aanpak (8.3.1)
Vervolgadvies (4.3.3) (6.3.10)
Een veiligheidsplan wordt tenminste opgesteld in meldingen waar sprake is van: huiselijk geweld; lichamelijke kindermishandeling; seksueel misbruik; vrouwelijke genitale verminking; eergerelateerd geweld; huwelijksdwang; (ernstige) verwaarlozing in de zin dat basiszorg en veiligheid ontbreken. Een herstelplan wordt in alle gevallen waarbij sprake is van schade bij één of meerdere betrokkenen
Overdragen verantwoordelijkheden voor vervolgstappen aan: het lokaal veld, een instelling of professional, een Multi disciplinair team (7.3.5|7.3.6)
Informeren beëindiging bemoeienis (6.3.11)
Vernietigen alle persoonsgegevens Betrokkene(n)
INZETTEN VERVOLGTRAJECTEN (hfs.7)
ADVIES & ONDERSTEUNING HULPVRAGERS (hfs.3)
Praktisch ondersteunen (3.2.3)
@
TRIAGE – afgerond uiterlijk binnen 5 werkdagen na melding (hfs.6)
Informeren & Adviseren
Adviesgesprek Beoordeling (on)veiligheid (3.2.2)
Veilig Thuis is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke informatieplicht: ‘Het informeren van betrokkenen over de melding en het vervolg daarop’ Op deze regel van openheid maakt het Uitvoeringsbesluit bij de Wmo 2015 twee uitzonderingen. (zie 2.4)
Afsluiten meldcode
Overige manieren van ontvangst
Persoonlijk of telefonisch
Signaal door betrokkene (3.2.1)
6. Zelf hulp bieden en/of regelen
Afspraken maken over opstellen en uitvoeren van het veiligheidsplan (7.3.2) en herstelplan (7.3.3)
Een schriftelijk of digitaal bericht aan: De betrokkenen De melder (bijlage 4)
Optioneel: Verrichten vooronderzoek (8.3.2) Beoordeling
Direct contact met politie (7.3.8 | 6.3.8)
Informeren betrokkenen over melding en vervolgstappen (8.3.4) Onderzoek: Gesprekken met betrokkenen (8.4.1) Specialistisch diagnostisch onderzoek bij betrokkenen (8.4.2) Gesprekken met kinderen (8.4.3) Specialistisch diagnostisch onderzoek bij kinderen (8.4.4) Overleg met professionals (8.4.5) Overleg met het informele netwerk (10.4.6) Opstellen en uitvoeren van het veiligheidsplan (8.4.7) en het herstelplan (8.4.8) Besluiten naar aanleiding van het onderzoek (8.4.9) Vermoeden is bevestigd Vermoeden niet bevestigd
Direct contact met politie of HovJ (7.3.8); optie WTH (6.3.9)
Inschakelen medisch forensische expertise
Directe doorgeleiding RvdK: ihkv VTS (7.3.7) Nader onderzoek
Besluit tot onderzoek door Veilig Thuis vindt plaats op basis van de volgende criteria: de bedreiging van de veiligheid van een of meer betrokkenen vraagt om directe interventie; uit de melding kan nog niet met voldoende zekerheid worden opgemaakt of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling; uit de melding blijkt dat betrokkenen de gemelde problemen ontkennen of bagatelliseren of dat zij niet bereid zijn hulp te accepteren; de melding bevat onvoldoende informatie om een oordeel te vormen over de vraag welk vervolgtraject passend is; er is anonimiteit ten opzichte van het gezin toegezegd aan de melder door Veilig Thuis
De politie wordt benaderd: Als de gegevens uit de melding wijzen op zodanige ernstige vormen van geweld of mishandeling (waaronder ernstige vormen van lichamelijke kindermishandeling, lichamelijke verwaarlozing, seksueel misbruik, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking of huwelijksdwang) dat het, in verband met de veiligheid van betrokkenen of vanwege de ernst van het feit, noodzakelijk is dat de politie bij de melding betrokken wordt; Als een of meerdere personen die bij de melding zijn betrokken, al bekend blijken te zijn bij de politie in een context die de politie voor een Veilig Thuis-melding relevant acht (de groep die positief scoorde toen (6.3.8) aanvullende informatie werd ingewonnen bij de politie); Bij meldingen, waarbij de politie zelf de melder is; Bij alle andere meldingen waarbij Veilig Thuis een redelijk vermoeden heeft van een strafbaar feit; wanneer Veilig Thuis twijfelt of er in de melding sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, wordt de melding eerst geanonimiseerd aan de politie voorgelegd.
In kennisstelling van college van B&W
@ Verzoek tot onderzoek bij de RvdK (7.3.7)
Criteria voor een VTO aan de Raad zijn: Er is een redelijk vermoeden dat er sprake is van een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van een minderjarige waardoor de inzet van een kinderbeschermingsmaatregelmoet worden overwogen, en/of, De onmogelijkheden om de bedreigde ontwikkeling met behulp van vrijwillige hulpverlening af te wenden, waardoor overheidsingrijpen noodzakelijk wordt, en/of, Er is sprake van een gezagsvacuüm.
In kennisstelling van college van B&W
Vermoeden weerlegd
Monitoren/Rappel 3 en 12 mnd (7.4)
Afsluiten
18