Selectieleidraad Railterminal Greenport Venlo
Plaats Datum
Venlo 26 juni 2013
Selectieleidraad Railterminal Greenport Venlo Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 2 RAILTERMINAL GREENPORT VENLO; PROJECTDOELSTELLING EN SCOPE 3 2.1 Aanleiding en Context ......................................................................................................... 3 2.2 Visie op Greenport Venlo / Trade Port Noord ................................................................. 4 2.3 Projectdoelstellingen ........................................................................................................... 5 2.4 Scope ...................................................................................................................................... 8 2.5 Projectkenmerken en projecteisen .................................................................................. 10 2.6 Aanbestedende dienst ....................................................................................................... 11 3 OMSCHRIJVING AANBESTEDINGSPROCEDURE 12 3.1 Inleiding ............................................................................................................................... 12 3.2 Selectiefase ......................................................................................................................... 12 3.3 Dialoogfase ......................................................................................................................... 13 3.4 Inschrijving- en gunningfase ............................................................................................ 13 3.5 Planning ............................................................................................................................... 14 3.6 Blijvend voldoen aan eisen ............................................................................................... 14 4 OMSCHRIJVING SELECTIEFASE 15 4.1 Inleiding ............................................................................................................................... 15 4.2 Aanmelding ......................................................................................................................... 15 4.2.1 Voorwaarden bij aanmelding ........................................................................................... 15 4.2.2 Bij aanmelding in te dienen documenten ....................................................................... 17 4.2.3 Tijdstip en plaats van aanmelding ................................................................................... 18 4.3 Beoordeling ......................................................................................................................... 18 5 UITSLUITINGSCRITERIA EN GESCHIKTHEIDSEISEN 20 5.1 Algemeen............................................................................................................................. 20 5.2 Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen ................................................................... 20 5.2.1 Uitsluitingsgronden ........................................................................................................... 20 5.2.2 Inschrijving beroepsregister ............................................................................................. 20 5.2.3 Financiële en economische draagkracht......................................................................... 21 5.2.4 Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid .................................................... 22 5.3 Nader in te dienen bewijzen ............................................................................................. 24 5.3.1 Uitsluitingscriteria ............................................................................................................. 24 5.3.2 Financiële en economische draagkracht......................................................................... 25 5.3.3 Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid .................................................... 26 6 Nadere selectie 27 6.1 Algemeen............................................................................................................................. 27 6.2 Selectiecriteria .................................................................................................................... 28 7 VRAGEN 30 BIJLAGEN Bijlage 1 Eigen Verklaring Bijlage 2 Model Referentieproject Bijlage 3 Methode financiële draagkracht
1
INLEIDING
Door de sterke ontwikkeling van de logistieke functie van Greenport Venlo schiet de huidige spoorgoederen overslagcapaciteit binnen enkele jaren tekort. Development Company Greenport Venlo (DCGV) en de gemeente Venlo hebben het voornemen om in samenwerking met de betrokken partners en de regio de benodigde capaciteitsuitbreiding te realiseren en hiermee de multimodale ontsluiting van het gebied te optimaliseren. Hiertoe wordt op het nieuwe bedrijventerrein Trade Port Noord aan de zuidzijde van het spoor Eindhoven-Venlo een nieuwe Railterminal voorzien. De ontwikkeling van de Railterminal is opgenomen in de vastgestelde structuurvisie Greenport Venlo. Ook het op 31 oktober 2012 vastgestelde bestemmingsplan Trade Port Noord Venlo maakt een Railterminal in het gebied mogelijk. De bestemmingsplanaanpassing voor de gemeente Horst met betrekking tot de railterminal is momenteel in procedure en wordt naar verwachting in september 2013 vastgesteld. Reeds eerder heeft een marktconsultatie plaatsgevonden naar de wenselijkheid en behoefte van een railterminal onder marktpartijen. Deze markconsultatie heeft als basis gediend voor wijze en vorm van aanbesteding. Dientengevolge heeft Trade Port Noord C.V. (hierna TPN te noemen) voor dit project een Europese aanbestedingsprocedure uitgeschreven. TPN treedt in deze aanbesteding op als aanbestedende dienst. De aanbestedingsprocedure zal plaatsvinden door middel van de concurrentiegerichte dialoog conform de Aanbestedingswet 2012. De voertaal zowel tijdens de aanbestedingsprocedure en de uitvoering van de Opdracht is Nederlands. Momenteel wordt de selectieprocedure doorlopen, waarvoor zowel de aankondiging als deze Selectieleidraad zijn opgesteld. De Selectieleidraad bevat globale informatie met betrekking tot het project en informatie met betrekking tot de selectiefase voor de aanbestedingsprocedure Railterminal Greenport Venlo. Deze Selectieleidraad bevat in hoofdstuk 2 een omschrijving van het project en de werkzaamheden. In hoofdstuk 3 is informatie over de aanbestedingsprocedure opgenomen. In hoofdstuk 4 is informatie over de selectiefase opgenomen en is omschreven hoe geïnteresseerde partijen zich kunnen aanmelden en hoe de beoordeling van de aanmeldingen plaats zal vinden. In hoofdstuk 5 zijn de eisen genoemd waaraan geïnteresseerde partijen dienen te voldoen om in aanmerking te komen voor een uitnodiging tot deelname aan de dialoog. De selectiecriteria ten behoeve van de nadere selectie zijn omschreven in hoofdstuk 6.
1
Indien naar aanleiding van de Selectieleidraad vragen bestaan kunnen deze op de wijze zoals omschreven in hoofdstuk 7 bij TPN ingediend worden. TPN behoudt zich het recht voor de opdracht niet te gunnen en op enig moment eenzijdig te besluiten de onderhavige procedure tussentijds te beëindigen. Gegadigden en/of inschrijvers kunnen alsdan geen aanspraak maken op enige vergoeding van gemaakte kosten of schade direct of indirect het gevolg van het besluit. Met het begrip Gegadigde wordt bedoeld een ieder die zich aanmeldt conform in de Selectieleidraad opgenomen procedure. Inschrijvers zijn de door de aanbestedende dienst voor deelname aan de dialoog- en inschrijvingsfase geselecteerde Gegadigden.
2
2
RAILTERMINAL GREENPORT VENLO; PROJECTDOELSTELLING EN SCOPE
Ten einde de juiste partijen in het selectieproces te betrekken en om gegadigden een beter inzicht te geven in hetgeen van hen uiteindelijk wordt verlangd, volgt in dit hoofdstuk de aanleiding/context, projectdoelstelling, scope en projecteisen/kenmerken van de te ontwikkelen Railterminal Greenport Venlo.
2.1
Aanleiding en Context
Het goederentransport en de bijbehorende dienstverlening vormen een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. De regio Venlo neemt daarin een vooraanstaande plaats in als grootste achterlandverbinding voor de Noordzeehavens van Rotterdam en Antwerpen en als belangrijke schakel met Duisburg en Europa. Regio Venlo is complementair aan Rotterdam, Duisburg en Antwerpen, en dat is een goede basis om als knooppunt tussen de knooppunten te fungeren1. Hierdoor kan de regio met recht het kloppend hart voor deze drie Europese mainports genoemd worden. De regio Venlo ligt strategisch op het raakvlak van Nederland met NordrheinWestfalen, de motor van de Duitse economie, en vervult op veel terreinen een scharnierfunctie tussen beide landen. De regio vormt de poort tot het dicht bevolkte Ruhrgebied en is een belangrijke schakel in de internationale handel met onze belangrijkste handelspartner Duitsland en de rest van Europa. De kracht van de regio Venlo komt onder meer door de goede bereikbaarheid, waarvan de basis ligt in een omvangrijk wegennet. De regio is een knooppunt op gebied van weg, water en spoor. De goede bereikbaarheid en centrale ligging in Europa maken de regio tot een uitstekende vestigingslocatie voor bedrijven en hun werknemers. In omvang is ze de derde mainport van Nederland en dit jaar werd de regio voor de zesde maal sinds 2004 door de branche zelf uitgeroepen tot logistieke hotspot nummer 1. Door haar ligging en faciliteiten maakt regio Venlo mede de groei van Mainport Rotterdam mogelijk, waardoor ze dan ook in belangrijke mate bijdraagt aan de welvaart van Nederland. Het goederenvervoer per spoor speelt hierin een grote rol en dat neemt substantieel toe. Dit ligt voor de hand gezien de toenemende congestieproblemen en milieubezwaren van het wegvervoer. De Venlose terminals behoren tot van de belangrijkste spoor1
Regio Venlo, kloppend hart voor West-Europa, Bidbook Railport Venlo, Platform Goederenspoorvervoer Regio Venlo, November 2010
3
locaties op het Europese vasteland. Dit levert veel werkgelegenheid op. Zo’n 70 procent van de containers gaat hier open en er wordt met VAL- en VAS-activiteiten direct waarde aan toegevoegd. Goederenvervoer brengt economische voordelen, maar ook milieubezwaren. Van de drie vervoersmodaliteiten zijn binnenvaart en spoor schoner dan wegtransport en scoort de trein het best in duurzaamheid. Goederenknooppunten als Greenport Venlo maken het mogelijk verder over te schakelen van belastend wegvervoer op vervoer over water en per spoor. De regio heeft een belangrijke vervoersfunctie en er zijn dan ook veel lokale en Europese distributiecentra gevestigd. Op de A67 rijden 3,5 maal zo veel vrachtwagens als gemiddeld op de Nederlandse snelwegen. De verwevenheid van de logistiek met de ag-ribusiness is groot en Greenport Venlo kan groeien mede dank zij de logistieke kwaliteit en de innovaties in de regio. Er wordt dan ook veel waarde toegevoegd. Er werken in de regio Venlo ongeveer 16 duizend mensen in de logistiek; dat is 12,6 procent van de beroepsbevolking, tegenover een landelijk gemiddelde van 8,5 procent. Facilitering en uitbouw van spoorgoederenknooppunten in het achterland optimaliseert de complementariteit tussen knooppunten en mainports en versterkt waardetoevoeging en werkgelegenheid, landelijk en regionaal.
2.2
Visie op Greenport Venlo / Trade Port Noord
De toekomstige Railterminal Greenport Venlo ligt in het hart van de Greenport op het bedrijventerrein dat bekend staat als Trade Port Noord. Greenport Venlo en Trade Port Noord kennen een eigen ontwikkelingsbedrijf (zie 2.7) maar kennen een in elkaars verlengde liggende visie. Deze wordt gekenmerkt door een achterliggende visie op de businessontwikkeling in de Agro, Food, Trade en Logistics. Het totale gebied van de Greenport kent een grootte van ongeveer 5.400 hectare ten noordwesten van Venlo, gelegen tussen de snelwegen A73 en A67. In dit uitgestrekte gebied wordt een dynamische zone van logistiek en agrarische bedrijvigheid ontwikkeld zonder dat dit leidt tot een onomkeerbare aantasting van de natuur waarin deze activiteiten zijn ingebed. De nieuwe bebouwing gaat op in het landschap waarbij een harmonisch en duurzaam evenwicht ontstaat in de samensmelting tussen economie en ecologie. Vanuit de visie op het gebied worden verschillende functies zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, zodat er een meerwaarde (in ketens) kan ontstaan. Hierin worden een groot aantal logistieke functies (distributie, handel, opslag) gecombineerd met faciliteiten voor productie en verwerking. Het doel is om niet alleen goederen te verplaatsen maar ook om waarde toe te voegen, deze direct te verhandelen en kennis hieromtrent te ontwikkelen. Dit betekent dat er combinaties wor-
4
den gemaakt met de veiling, logistieke dienstverleners en kennisintensieve bedrijven die voorzien zijn op het toekomstige Campus terrein op het voormalige Floriadeterrein. Behalve deze programmatische combinatie wordt ook synergie in de waterhuishouding, energiesystemen en infrastructuur nagestreefd.
Bestemmingsplangebied van TPN (deel Venlo), ten zuiden van de spoorverbinding is de railterminal gesitueerd. (structuurvisie TPN)
De basis van het Greenport Venlo gebied wordt gevormd door het werklandschap dat bestaat uit een 8-tal grootschalige bedrijventerreinen, in de vorm van klavers, gesitueerd langs en aangesloten op de Greenportlane. De klaverconfiguratie maakt het mogelijk om de doorstroming van het verkeer te optimaliseren. Het klavertje heeft 70% uitgeefbaar terrein.
2.3
Projectdoelstellingen
Met de realisatie van de Railterminal Greenport Venlo worden een aantal doelstellingen beoogd die ten grondslag liggen aan de kracht van de regio, die voor een belang-
5
rijk deel in de logistieke functiewaarde ligt en de spin off die dit economisch en maatschappelijk oplevert. De ontwikkeling van de Railterminal Greenport Venlo beoogt deze waarden te continueren en uit te bouwen.
Voldoen aan de landzijdige capaciteitsbehoefte van overslag spoorgoederen Haalbaarheidsanalyses van spoorgoedervervoer en een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) wijzen uit dat de huidige overslagcapaciteit van spoorgoederen in de regio Venlo op de korte termijn niet meer voldoet. Omdat de ontwikkeling van Greenport Venlo en Trade Port Noord in haar ontwikkeling mede afhankelijk is van de capaciteit van de trimodale bereikbaarheid wordt het van groot belang geacht om de spoorgoederencapaciteit te vergroten zodat deze voldoet aan de toekomstige behoefte.
Vergroting toegevoegde waarde van concept Greenport Venlo Het concept van de Greenport Venlo vormt de economische ruggengraad van de regio. Agro, Food, Trade en Logistics vormen de belangrijkste sectoren in het gebied. Het voorzieningenniveau en de kwaliteit van het gebied Greenport Venlo is hoog. Naast de hoge bereikbaarheid, is ook de strategische ligging en het Cradle to Cradle (C2C)-concept een meerwaarde voor bedrijven. De terminal draagt bij aan de behoefte van huidige en toekomstige klanten en zorgt voor een het vergroten van vervoer van goederen over spoor, hetgeen een voordelig effect heeft op CO2 uitstoot. De railterminal zal daarmee een toegevoegde waarde hebben op de ontwikkeling van het gebied als beschreven in paragraaf 2.2.
Vergroting complementariteit van de vervoersmodaliteiten in Venlo. De Greenport heeft momenteel drie terminals; de Binnenvaartterminal, Cabooter Railcargo Venlo en de railterminal van ECT/Seacon Logistics. Met de Railterminal Greenport Venlo wordt een aanvulling op enerzijds capaciteit en anderzijds de complementariteit van deze drie terminals nagestreefd. De te ontwikkelen railterminal dient bij te dragen aan het multimodale concept van de samenhangende raildiensten die deze terminals gezamenlijk bieden. Om die reden dient de railterminal een onderscheidend profiel te hebben van de huidige terminals ter vergroting van de complementariteit van het totaal.
Vergroting van het aandeel spoorgoederenvervoer op het totaal van goederenvervoer
6
Het rijk en de regio Venlo streven naar een vergroting van aandeel spoorgoederenvervoer ten opzichte van wegtransport. Met deze duurzaamheidsdoelstelling wordt een verkleining van de CO2-footprint per eenheid vracht beoogt en een minder snelle toename van wegtransport over de drukke A67 en A73. Verder geeft dit een effectievere benutting van de infrastructuur (weg, water, spoor).
Vergroting van de regionale werkgelegenheid Eén op de acht werknemers in de regio Venlo is werkzaam in de logistiek. Met recht vormt de logistiek een belangrijke basis voor het economisch profiel van de regio. Om dit te continueren dient blijvend in het logistieke concept van de Greenport Venlo te worden geïnvesteerd. De aanleg van de Railterminal Greenport Venlo dient hieraan bij te dragen en zal primair (werkgelegenheid die de terminal zelf biedt) maar bovenal secundair (afgeleide werkgelegenheid) de regionale werkgelegenheid vergroten.
Vergroting toegevoegde waarde als knooppunt tussen knooppunten. Als vervoersknooppunt tussen de andere mainports (Noordzeehavens, Duisburg) vormt Greenport Venlo een belangrijke schakel. Naast deze schakelfunctie heeft de Railterminal ook toegevoegde waarde als extended gate. Zeker nu de 2e maasvlakte operationeel is geworden verwacht de Railterminal Greenport Venlo deze functie te kunnen vergroten.
Vergroting van positie als achterlandknooppunt in het continentale spoorgoederenvervoer Vanwege de strategische ligging van Greenport Venlo neemt zij een belangrijke positie in in de goederenstromen via het Duitse achterland naar Noord-Italië. Deze goederenstromen volgen de consumptie en industriële productie van een concentreerd stedelijke gebeid in Europa; de Europese Megapolis. In dit gebied wonen en werken ongeveer 90 tot 100 miljoen mensen. Voor de distributie en productie van goederen is deze as van regio's bijzonder interessant omdat het een centrale plaats in Europa combineert met een goed afzetgebied. De regio Venlo ligt midden in deze belangrijke afbakening. De Railterminal Venlo dient de toegevoegde waarde als achterlandknooppunt in deze as te vergroten.
Passen in Rijksbeleid Het rijk heeft vanuit de beleidsdomeinen Economie, Infrastructuur en Ruimte beleid geformuleerd ten aanzien van kernnet knooppunten, het
7
beter benutten van infrastructuur en inzet op topsectoren (waaronder Agrofood, Logistiek en Maakindustrie). De impact van de Railterminal Greenport Venlo dient positief bij te dragen aan dit vigerende rijksbeleid.
In de dialoog- en gunningsfase (dus niet in deze selectieronde) wordt van de gegadigde verwacht dat rondom de ontwikkeling en exploitatie van de openbare Railterminal een logistieke visie en plan van aanpak wordt opgesteld dat zicht geeft op de (mate van) invulling van de hierboven beschreven projectdoelstellingen.
2.4
Scope
De reikwijdte van het project is groot en ligt in bijna alle facetten van de ontwikkeling van de Railterminal Greenport Venlo. Het project behelst het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de exploitatie van de Railterminal conform het (nog definitief op te stellen) PvE. Optioneel behoort (afhankelijk van de uitkomsten van de concurrentie gerichte dialoog) de uitgifte en ontwikkeling van beschikbare omliggende gronden tot het object van aanbesteding. Als in de dialoog meerwaarde kan worden aangetoond dat dit op een positieve wijze bijdraagt aan het bereiken van de projectdoelen als onder 2.3, staat TPN hiervoor open. Welke gronden hiervoor mogelijk in aanmerking komen zal in de dialoogfase duidelijk worden. Suggesties van de kant van de gegadigden worden hierin vanzelfsprekend serieus genomen. Het vormgeven van aansluitingen van de Railterminal op het hoofdspoor behoort niet tot het object van aanbesteding en zal door de overheden worden gerealiseerd. Uitgangspunt is dat dit voor rekening en risico van de overheden wordt gerealiseerd. Harde afspraken hierover zijn nog niet gemaakt. Een en ander hangt ook af van de investeringsbereidheid van de kant van de inschrijver. Zo ook van de spoorgoederenstroom die de inschrijver dient te garanderen voor de te ontwikkelen Railterminal. Een indicatie van de scope wordt hieronder globaal weergegeven. Afhankelijk van de uitkomsten van de dialoogfase zullen de benodigde werkzaamheden meer in detail worden weergegeven en afhankelijk daarvan een contractvorm worden bepaald. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een DBFMO-contract, maar andere vormen zoals een gebiedsconcessie of erfpachtcontract zijn ook zeer goed denkbaar.
Ontwerp en Engineering De opdrachtnemer zal, met inachtneming van het PvE, het voorlopig en definitieve ontwerp en engineering van de Railterminal zelf voor haar rekening nemen. Hiermee
8
beoogd de opdrachtgever dat het ontwerp optimaal op zowel de bouw, als exploitatie als beheer en onderhoud zal worden vormgegeven. Naast het vormgeven zijn ook de nog te voeren planologische procedures (voor zover niet passend binnen de huidige bestemmingsplannen) en het verkrijgen van de benodigde vergunningen in beginsel voor rekening van de opdrachtnemer. Opdrachtgever zal waar mogelijk zich maximaal inspannen om de opdrachtnemer te ondersteunen bij het verkrijgen.
Bouw De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor (tijdige) realisatie van de bouw van de Railterminal. Het risico voor niet tijdige realisatie is geheel voor de opdrachtnemer, behoudens daar waar vertraging haar oorzaak vindt in vergunningprocedures die verwijtbaar door de overheid worden belemmerd.
Financiering De opdrachtnemer zal, met inachtneming van de (financiële) rolverdeling en bijdrage van de overheid, de financiering voor het ontwerp, de uitvoering, het beheer en onderhoud alsmede de exploitatie, dienen te financieren. Ook zullen de gronden die benodigd zijn voor de ontwikkeling van railterminal tegen marktconforme prijzen dienen te worden verworven en gefinancierd.
Beheer en onderhoud De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de Railterminal voor een periode van 15 jaar met een verlengingsmogelijk van nog eens 15 jaar.
Exploitatie De opdrachtnemer verwerft het exclusieve recht tot exploitatie van de Railterminal waarbij het gebruik van de overslagcapaciteit van de Railterminal (tegen een marktconforme vergoeding) voor alle potentiele marktpartijen open staat (openbaarheid). De opdrachtnemer is in staat om een nog nader te bepalen minimale goederenstroom te garanderen en onderbouwt in haar aanbesteding op welke wijze zij dit beoogd te realiseren (goederenstroomgarantie). De opdrachtnemer verwerft de plicht en het recht tot (openbare) exploitatie van de Railterminal voor een termijn van 15 jaar met een verlenging van nog eens 15 jaar waarbij de directe opbrengsten ten goede komen van de opdrachtnemer (exploitatietermijn).
9
2.5
Projectkenmerken en projecteisen Openbare toegankelijk voor spoorgoederenaanbieders, verladers en andersoortige spoorwegondernemingen. De Railterminal maakt onderdeel uit van Trade Port Noord (TPN), dat onderdeel is van de gebiedsontwikkeling Greenport Venlo. De Railterminal is voorzien op het nieuwe bedrijventerrein Trade Port Noord aan de zuidzijde van het spoor Eindhoven-Venlo. De beoogde locatie is volledig in eigendom van TPN of TPN heeft afspraken met betreffende eigenaren over de verwerving. De Railterminal is ruimtelijk inpasbaar op klaver 6b in TPN (GIS: 51’24’23.90’N en 6’05’20’70’O).
Voor de ontwikkeling van de Railterminal is circa 15 ha gereserveerd. Voor de Railterminal wordt een tweezijdige spooraansluiting voorzien. De Railterminal moet treinen tot 750 meter kunnen behandelen. Het voor en natransport kunnen afwikkelen Beoogde start realisatie Q1 2015
10
2.6
Aanbestedende dienst
Trade Port Noord C.V is de aanbestedende dienst van de Railterminal Greenport Venlo. Voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Trade Port Noord is deze aparte rechtspersoon opgericht. De aandeelhouders van de rechtspersoon zijn de Development Company Greenport Venlo (DCGV)en de gemeente Venlo, beide voor 50% aandeelhouder.
Trade Port Noord als rechtspersoon is een dochterbedrijf van de DCGV. De DCGV ontwikkelt de Greenport Venlo, als gebied vaak omschreven als Klavertje 4. Zij ontwikkelt Greenport Venlo exclusief een aantal gebieden zoals Trade Port Noord. De reden hierachter kent vaak een historische en financiële grondslag. In het geval van Trade Port Noord is de gemeente Venlo Trade Port Noord al risicodragend gaan ontwikkelen voordat de DCGV opgericht was. Fysiek gezien ligt Trade Port Noord als ‘enclave’ in het grote gebied van Greenport Venlo/Klavertje 4. Door het gebied van Trade Port Noord, maar ook de toekomstige Railterminal loopt de gemeentegrens tussen Horst en Venlo. In de gemeenschappelijke Integrale structuurvisie Klavertje 4 is de situering van de Railterminal reeds opgenomen. Het bestemmingsplan van Venlo maakt de Railterminal al mogelijk, het bestemmingplan van Horst maakt dit binnenkort ook mogelijk.
11
3
OMSCHRIJVING AANBESTEDINGSPROCEDURE
3.1
Inleiding
De aanbestedingsprocedure zal plaatsvinden volgens de concurrentiegerichte dialoog conform de Aanbestedingswet 2012. Bij deze aanbestedingsprocedure wordt het gunningscriterium economisch meest voordelige aanbieding gehanteerd. In dit hoofdstuk wordt de aanbestedingsprocedure uiteengezet. De railterminal Greenport Venlo is een complex project. Door gebruik te maken van de concurrentiegerichte dialoog wordt tegemoet gekomen aan de wens van TPN tot overleg met de marktpartijen over optimalisatie van het ontwerp en over optimalisatie van onderhoud en exploitatie, waarbij onder andere inhoudelijke en financiële aspecten aan bod kunnen komen. In het kader van deze procedure heeft de dialoog met geselecteerde gegadigden tot doel na te gaan en te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan de behoeften van de aanbestedende dienst te voldoen. De concurrentiegerichte dialoog onderscheidt in de procedure de volgende fasen: Selectiefase: aankondiging; selectie van marktpartijen op basis minimumeisen/uitsluitingscriteria en ervaring. Dialoogfase: dialoog met marktpartijen in meerdere rondes. Inschrijving- en gunningfase: definitieve inschrijving door (overgebleven) marktpartijen; beoordeling definitieve inschrijvingen; gunning. De aanbestedingsprocedure vindt plaats onder het voorbehoud van verkrijging van bestuurlijke goedkeuring en de verstrekking van het voor het project benodigde krediet en de voor het project benodigde vergunningen. TPN behoudt zich het recht voor de opdracht niet te gunnen. TPN behoudt zich het recht voor om op enig moment eenzijdig te besluiten de onderhavige procedure tussentijds te beëindigen. Gegadigden en/of inschrijvers kunnen alsdan geen aanspraak maken op enige vergoeding van gemaakte kosten of schade direct of indirect het gevolg van dat besluit. 3.2
Selectiefase
In de selectiefase vindt een beoordeling van de potentiële ondernemingen plaats op basis van de uitsluitingscriteria en de geschiktheidseisen, met als doel drie (3) gegadigden te selecteren die zullen deelnemen aan de dialoogfase. De te hanteren uitslui-
12
tingscriteria en geschiktheidseisen zijn in hoofdstuk 5 van de Selectieleidraad omschreven. De eventueel te hanteren selectiecriteria, indien meer dan drie (3) gegadigden geschikt worden bevonden, zijn in hoofdstuk 6 omschreven. 3.3
Dialoogfase
Bij de uitnodiging tot deelname aan de dialoogfase zullen de geselecteerde gegadigden een omschrijving ontvangen van de te volgen procedure. In de dialoogfase opent TPN met de geselecteerde gegadigden een dialoog met het doel te bepalen waaraan de Railterminal uiteindelijk moet voldoen en op wat voor wijze deze het beste ontwikkeld en geëxploiteerd kan worden. Tijdens de dialoog kan TPN met de deelnemers aan de dialoog specifieke aspecten van de opdracht bespreken en nader uitwerken. In ieder geval vinden er 3 dialoogrondes plaats. Per dialoogronde zullen een aantal relevante thema’s centraal staan waarop de gegadigden gevraagd worden zich voor te bereiden. De dialoogfase eindigt op het moment dat TPN kan aangeven welke oplossing of oplossingen aan haar behoeften kunnen voldoen. Tijdens de dialoogfase zal TPN zorgdragen voor een gelijke behandeling van de gegadigden en een vertrouwelijke behandeling van de verstrekte informatie. De dialoog beoogt te komen tot concurrerende inschrijvingen, die zo goed mogelijk aansluiten bij de behoefte van TPN.
3.4
Inschrijving- en gunningfase
Na de dialoogfase worden de gegadigden uitgenodigd om hun definitieve inschrijving in te dienen. Deze inschrijving is dan voor elke individuele gegadigde op basis van de oplossing die deze in de dialoogfase heeft voorgelegd en gespecificeerd. Daarna zal op basis van het gunningscriterium de beoordeling van de inschrijving plaatsvinden.
13
3.5
Planning
Voor deze aanbestedingsprocedure wordt uitgegaan van onderstaande planning: Stappen
Indicatieve planning
A. Selectiefase 0. Publiceren aankondiging
26 juni 2013
1. Uiterste termijn indienen vragen selectiefase
10 juli 2013
2. Uiterste datum beantwoorden vragen
17 juli 2013
3. Sluiting aanmeldingstermijn, ontvangst van de aanmeldingen.
23 augustus 2013, 12.00 uur
4. Bekendmaken uitslag selectiefase.
30 augustus 2013
B. Dialoogfase 5. Uitnodiging deelname dialoogfase en verzending aanbestedingsleidraad
Augustus 2013
6. 1e dialoog
Oktober 2013
7. 2e dialoog
November 2013
e
8. 3 dialoog
December 2013
C. Inschrijving- en gunningfase 22. Uitnodiging tot definitieve inschrijving
December 2013
27. Gunning
Februari 2014
De hiervoor onder 1 en 3 genoemde uiterste tijdstippen gelden als een fatale termijn. Niet tijdig ingeleverde vragen worden niet in behandeling genomen. Aanmeldingen welke later dan het onder 3 genoemde tijdstip binnenkomen, worden geretourneerd en worden niet bij de beoordeling betrokken. De overige termijnen zijn indicatief en binden TPN niet.
3.6
Blijvend voldoen aan eisen
Gegadigden dienen gedurende de gehele aanbestedingsperiode tot en met het doen van de inschrijving te voldoen aan de in hoofdstuk 5 gestelde eisen. Indien op enig moment gedurende het verloop van de aanbestedingsprocedure niet meer aan de hierna in hoofdstuk 5 genoemde eisen wordt voldaan, kan dit alsnog leiden tot uitsluiting van de betreffende gegadigde van de aanbestedingsprocedure. De aanbestedende dienst is in die situatie gerechtigd (maar niet verplicht) een andere opvolgende geschikte gegadigde uit de selectiefase alsnog tot de aanbestedingsprocedure toe te laten.
14
4
OMSCHRIJVING SELECTIEFASE
4.1
Inleiding
Bij de onderhavige selectieprocedure worden de in hoofdstuk 5 omschreven uitsluitingscriteria en geschiktheidseisen gehanteerd. Ter beoordeling of gegadigde hieraan voldoet dient de gegadigde in ieder geval de bij de Eigen Verklaring in te dienen bewijzen, genoemd in dit hoofdstuk in te dienen. Eventueel wordt er aan de gegadigde een verzoek gedaan voor het indienen van nadere bewijzen. Indien deze bewijsstukken te laat worden ontvangen kan dit leiden tot het terzijde leggen van de inschrijving. Er wordt met klem op gewezen dat verklaringen, die achteraf (al dan niet na verificatie) onjuistheden blijken te bevatten of toezeggingen die niet (kunnen) worden waargemaakt, door TPN kunnen worden opgevat als ‘valse’ verklaringen. Dit kan uitsluiting van de aanbestedingsprocedure tot gevolg hebben. Gegadigden worden dan ook verzocht de Eigen Verklaring in bijlage 1 van deze Selectieleidraad zeer zorgvuldig in te vullen. 4.2
Aanmelding
Om in aanmerking te kunnen komen voor een uitnodiging deelname aan de dialoog, dienen geïnteresseerde partijen zich uiterlijk op 23 augustus 2013, 12.00 uur als gegadigde aan te melden op het in dit hoofdstuk genoemde adres en dient men te voldoen aan alle in deze Selectieleidraad gestelde eisen. Na het verstrijken van de aanmeldingstermijn zal de aanbestedende dienst de aanmeldingen beoordelen. Het verloop van deze procedure staat beschreven in hoofdstuk 4.3. 4.2.1 Voorwaarden bij aanmelding Bij de aanmelding gelden de volgende voorwaarden: Ten behoeve van de aanmelding mag uitsluitend het origineel of een kopie van het in Bijlage 1 bij de Selectieleidraad gevoegde Eigen Verklaring worden gehanteerd. De tekst van de Eigen Verklaring mag niet worden overgetypt, gescand, aangevuld noch gewijzigd. Aanpassing van de Eigen Verklaring in welke zin dan ook / ongeacht de mate waarin kan leiden tot uitsluiting voor deelname aan het vervolg van de aanbestedingsprocedure. Het indienen van aanmeldingsstukken geschiedt voor eigen rekening en risico van de betreffende gegadigde. Het risico van vertraging bij het indienen van de aanmeldingsstukken berust volledig bij de gegadigde. Stukken die niet voor sluiting
15
van de aanmeldingsstermijn van de aanbesteding in bezit zijn van TPN, worden niet in beschouwing genomen en ongeopend retour gezonden. De bij aanmelding in te dienen documenten die onvoldoende gefrankeerd zijn, worden niet aangenomen en beschouwd als niet tijdig ingediend. Door het aanmelden verklaart de gegadigde volledig kennis te hebben genomen van en akkoord te zijn met de voorschriften en voorwaarden uit de Selectieleidraad en tevens bereid en in staat te zijn om de opdracht uit te voeren zoals hierin aangegeven. Het is de verantwoordelijkheid van de gegadigde dat alle bij de aanmelding in te dienen documenten in zijn geheel, tijdig en op correcte wijze worden opgesteld en ingediend. Indien de Selectieleidraad volgens de gegadigde onjuistheden bevat dan dient de gegadigde dit schriftelijk voor de sluiting van de inschrijvingsperiode kenbaar te maken. Bij verzuim hiervan kan de gegadigde geen beroep daarop doen bij of na de eventuele opdrachtverlening. Door kennis te nemen van de aanmelding en de daarin opgenomen gegevens neemt TPN geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor deze (prijs)gegevens, respectievelijk voor fouten daarin. Indien op de Eigen Verklaring te weinig ruimte is voor beantwoording van vragen dan dienen de antwoorden in apart toe te voegen bijlagen te worden vermeld. De Eigen Verklaring dient ondertekend en de bijlagen geparafeerd te worden door een rechtsgeldig vertegenwoordiger van de gegadigde. Indien de gegadigde bestaat uit een combinatie van ondernemingen, dient de Eigen Verklaring ondertekend te worden door de rechtsgeldig vertegenwoordiger van ieder der combinanten. Indien de gegadigde deel uitmaakt van een concern geldt tevens: Ondernemingen kunnen slechts eenmaal, hetzij als individuele onderneming, hetzij in combinatie met andere ondernemingen inschrijven. Indien meerdere ondernemingen binnen één concern geïnteresseerd zijn, is het slechts mogelijk dat zij deelnemen aan de aanbestedingsprocedure indien zij zich aanmelden als één gegadigde al dan niet in combinatie met derden. Indien de gegadigde, dan wel één of meer combinanten (ingeval van combinatie), deel uitmaakt van een concern, dient de moedermaatschappij te verklaren dat geen van de andere onderdelen van het concern voor de opdracht heeft ingeschreven. Als meerdere ondernemingen binnen één concern als meerdere gegadigden voor de opdracht hebben ingeschreven dient de moedermaatschappij te bepalen welke ondernemingen binnen het concern zich als gegadigde terugtrekken. Indien de moedermaatschappij een keuze binnen 7 kalenderdagen na een verzoek daartoe achterwege laat, zal door TPN worden overgegaan tot een keuze op basis van een loting.
Indien de gegadigde bestaat uit een combinatie van ondernemingen geldt tevens:
16
Bij gunning van de opdracht dient de combinatie een vennootschap of andere rechtsvorm aan te gaan, waarbij elk van de combinanten hoofdelijk aansprakelijk is voor de uitvoering van de opdracht. Na aanmelding is het niet toegestaan een combinatie te wijzigen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de aanbestedende dienst. Deze toestemming zal slechts in zeer bijzondere omstandigheden worden gegeven (bijvoorbeeld fusies of overnames van gegadigden of leden van een combinatie). De aanbestedende dienst kan dan terzake voorwaarden stellen. Een combinatie dient in ieder geval te blijven voldoen aan de in deze Selectieleidraad gestelde eisen.
4.2.2 Bij aanmelding in te dienen documenten Bij de inschrijving dient het volgende document ingediend te worden: Eigen Verklaring (bijlage 1 Selectieleidraad) De Eigen Verklaring dient volledig ingevuld en ondertekend te zijn door een rechtsgeldige vertegenwoordiger. De Eigen Verklaring is conform de Aanbestedingswet 2012 een uniforme verklaring, zie bijlage 1 van de Selectieleidraad. Toelichting op deze verklaring is tevens te vinden in bijlage 1 van de Selectieleidraad. Ingeval van een combinatie dient een ieder van de combinanten de Eigen Verklaring in te vullen en te ondertekenen. Daarnaast dienen de volgende bewijzen ingediend te worden tezamen met de Eigen Verklaring: een uittreksel van de inschrijving in het handelsregister of een vergelijkbaar regis-
ter uit het land van herkomst. Dit bewijs dient de actuele stand van zaken met betrekking tot de onderneming weer te geven en dient op het tijdstip van indienen niet ouder te zijn dan zes maanden. Ingeval van combinatie dient dit bewijs door ieder van de combinanten ingediend te worden; een omschrijving volgens het in bijlage 2 bij de Selectieleidraad opgenomen model per referentieproject. Zie hoofdstuk 5 (geschiktheidseisen) van de Selectieleidraad voor de gestelde eisen aan deze referentieprojecten. Ingeval van combinatie dienen deze gegevens opgesteld te worden door de combinant die het referentieproject heeft uitgevoerd. een omschrijving volgens het in bijlage 2 bij de Selectieleidraad opgenomen model per referentieproject. Zie hoofdstuk 6 (nadere selectie) van de Selectieleidraad voor de criteria waarop deze referentieprojecten worden beoordeeld. Ingeval van
17
combinatie dienen deze gegevens opgesteld te worden door de combinant die het referentieproject heeft uitgevoerd.
De Eigen Verklaring tezamen met bovenstaande bewijzen dienen schriftelijk in tweevoud (1 origineel en 1 kopie) alsmede digitaal op USB stick of cd-rom ingediend te worden. De digitale versie van de inschrijving is een gescande versie van de schriftelijke (papieren) versie. Het scannen dient pas te gebeuren na ondertekening en/of parafering van alle relevante onderdelen. Bij verschillen tussen de digitale versie en de schriftelijke versie prevaleert het origineel van de schriftelijke versie. 4.2.3 Tijdstip en plaats van aanmelding De Eigen Verklaring dient, voorzien van alle bijlagen, ingediend te worden bij: Trade Port Noord T.a.v. de heer P. van der Hulst Innovatoren 9A Sint Jansweg 15 5928 RC Venlo Openingstijden tussen 9.30 uur en 16.00 uur Postadres: Postbus 3317 5902 RH Venlo Onder vermelding van: "Aanmelding Selectieprocedure Railterminal Greenport Venlo" Niet openen voor: 23 augustus om 12.00 uur. Aanmeldingen kunnen niet per fax of e-mail plaatsvinden. Te laat ontvangen aanmeldingen worden niet in behandeling genomen. Gegadigden blijven te allen tijde verantwoordelijk voor het op tijd en op juiste wijze indienen van de aanmelding tot deelname. Door aanmelding verklaart de gegadigde zich akkoord met de in deze Selectieleidraad opgenomen en overige op de procedure van toepassing zijnde bepalingen. 4.3
Beoordeling
Nadat de aanmeldingstermijn is verstreken zal TPN de aanmeldingen beoordelen. De beoordeling vindt plaats door de ingevulde Eigen Verklaring en de daarbij behorende
18
bijlagen te toetsen aan de gestelde criteria. TPN kan de ingediende referenties, bewijzen en antwoorden verifiëren onder meer door van de gegadigden te verlangen dat door de opdrachtgevers van de opgegeven referentieprojecten af te geven verklaringen rechtstreeks aan TPN worden toegezonden, dan wel door het vragen van accountantsverklaringen. De beoordeling vindt plaats in de volgende stappen.
Stap 1. Toets Eigen Verklaringen de daarbij behorende bijlagen De door de gegadigden ingediende aanmeldingsbescheiden worden eerst getoetst op compleetheid. Het ongemotiveerd ontbreken van antwoorden of gegevens kan tot diskwalificatie leiden. Als om welke reden dan ook een vraag niet beantwoord kan worden dan wel de gevraagde gegevens niet (compleet) overlegd kunnen worden, dient dit bij de aanmelding gemotiveerd aangegeven te worden. Op basis van uw argumentatie kan uitsluitend TPN overwegen het gebrek aan overgelegde gegevens te laten herstellen. Vervolgens vindt een toetsing plaats aan de hand van de uitsluitingscriteria zoals omschreven in hoofdstuk 5.2.1. Daarna vindt een toets plaats betreffende financiële en economische draagkracht in hoofdstuk 5.2.3., technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid als omschreven in hoofdstuk 5.2.4.
Stap 2. Shortlisten Indien op grond van de beoordeling in stap 1 meer dan drie (3) gegadigden geschikt worden bevonden, zullen de drie (3) gegadigden met de beste beoordeling inzake de selectiecriteria uit hoofdstuk 6 worden uitgenodigd om in te schrijven.
Stap 3. Bekendmaking resultaat beoordeling Nadat de beoordeling van de aanmeldingen heeft plaatsgehad zullen de gegadigden schriftelijk omtrent het resultaat daarvan geïnformeerd worden.
Stap 4. Check bewijsstukken De gegadigden die ingevolge stap 3 in aanmerking komen voor een uitnodiging tot inschrijving dienen de in de Selectieleidraad als zodanig aangeduide bewijsstukken, binnen 7 kalenderdagen na een verzoek daartoe, te verstrekken. Op basis van deze bewijzen kan TPN alsnog besluiten een geselecteerde gegadigde af te wijzen. TPN zal in dat geval de eerst volgende gegadigde uit de ranking in de gelegenheid stellen om de bewijsstukken in te dienen.
19
5
UITSLUITINGSCRITERIA EN GESCHIKTHEIDSEISEN
5.1
Algemeen
Bij de onderhavige aanbestedingsprocedure worden de in dit hoofdstuk omschreven uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen gehanteerd. Ter beoordeling of gegadigde hieraan voldoen dient de gegadigde in ieder geval de bij aanmelding in te dienen bewijzen, genoemd in hoofdstuk 4.2.2 in te dienen. Eventueel wordt er aan de gegadigde een verzoek gedaan voor het indienen van nadere bewijzen conform hoofdstuk 5.2. Indien deze bewijsstukken te laat worden ontvangen kan dit leiden tot het terzijde leggen van de inschrijving. Er wordt met klem op gewezen dat verklaringen, die achteraf (al dan niet na verificatie) onjuistheden blijken te bevatten of toezeggingen die niet (kunnen) worden waargemaakt, door TPN kunnen worden opgevat als ‘valse’ verklaringen. Dit kan uitsluiting van de aanbestedingsprocedure tot gevolg hebben.
5.2
Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen
5.2.1 Uitsluitingsgronden Van deelname aan de aanbesteding en van opdrachtverlening wordt uitgesloten een ieder die zich bevindt:
in één of meer van de omstandigheden als genoemd in artikel 2.86 Aanbestedingswet; in één van de omstandigheden als genoemd in artikel 2.87, onder a en/of d Aanbestedingswet.
Ingeval van aanmelding als combinatie wordt de combinatie uitgesloten als één of meer van de combinanten zich in één of meer van bovenbedoelde omstandigheden bevindt. 5.2.2 Inschrijving beroepsregister De gegadigde dient ingeschreven te zijn in het Handelsregister of in een vergelijkbaar register in het land van herkomst van de gegadigde. Ingeval van aanmelding als combinatie dient ieder van de combinanten afzonderlijk ingeschreven te zijn in het beroepsregister.
20
5.2.3 Financiële en economische draagkracht Ten aanzien van financiële en economische draagkracht gelden gezien de complexiteit en het algemeen belang van voortgang van de opdracht, conform de Aanbestedingswet, de volgende eisen:
De gegadigde dient over voldoende financiële en economische draagkracht te beschikken om de opdracht tot een goed einde te brengen. Dit wordt onder meer beoordeeld aan de hand van de jaarrekeningen van de afgelopen drie (3) boekjaren waarbij de solvabiliteit, rentabiliteit en de liquiditeit van de onderneming wordt geanalyseerd. De methodiek die wordt gehanteerd voor de beoordeling van de financiële draagkracht is te vinden in bijlage 3 van de Selectieleidraad. De financiële draagkracht van een gegadigde kan worden beoordeeld op basis van de financiële en economische draagkracht van haar moedermaatschappij (indien aanwezig), mits deze een verklaring afgeeft dat zij volledige aansprakelijkheid accepteert voor de uitvoering van de opdracht en de financiële draagkracht van de gegadigde. In geval van aanmelding als combinatie dient ieder van de combinanten afzonderlijk financieel en economisch draagkrachtig te zijn om de opdracht tot een goed einde te brengen Daarbij zal gelet worden op de financiële en economische draagkracht van de combinanten afzonderlijk en op de financiële en economische draagkracht in relatie tot het aandeel in de combinatie. De laatste vastgestelde en op grond van artikel 394 of 395, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, openbaar gemaakte (geconsolideerde) jaarrekening (van gegadigde of in voorkomend geval diens moedermaatschappij) mag daarbij geen paragraaf over de continuïteit van de onderneming bevatten en de accountantsverklaring, als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, over deze jaarrekening mag niet de vorm van een afkeurende verklaring als bedoeld in artikel 393, zesde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek hebben.
De gegadigde dient over de laatste drie boekjaren een gemiddelde jaaromzet te hebben gehad van tenminste 20.000.000 euro per jaar (exclusief BTW). In geval van aanmelding als combinatie dient de combinatie als geheel aan bovengenoemde omzeteis te voldoen. De reden voor het vragen van een omzeteis is de volgende. Het is voor de aanbestedende dienst van belang dat de omzet welke de Railterminal Greenport Venlo genereerd niet een dusdanig groot onderdeel is van de jaaromzet van gegadigde. Zodoende kan de gegadigde bijvoorbeeld bij een negatief resultaat in de opstartfase compenseren met andere bedrijfsactivi21
teiten. Dit komt onder andere ten goede aan de continuïteit van de gegadigde en het project.
5.2.4 Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid De gegadigde dient technisch in staat te zijn de opdracht uit te voeren. Tevens dient de gegadigde te beschikken over voldoende kennis, ervaring, organisatievermogen en adequate kwaliteitsborging om de opdracht uit te voeren. Daarbij gelden de onderstaande eisen. a. Eisen ten aanzien van kennis en ervaring: De gegadigde dient zijn capaciteiten aan te tonen met door hem in uitvoering genomen relevante referentieopdrachten die tot volle tevredenheid van zijn opdrachtgevers zijn uitgevoerd. Dit dient de gegadigde aan te tonen aan de hand van minimaal één (1) en maximaal vijf (5) referenties die voldoen aan de één of meerdere van de volgende eisen: 1. Ervaring op het gebied van genereren en managen van goederenstromen in een logistiek netwerk. Deze ervaring dient maximaal 3 jaar voorafgaand aan de datum van aanmelding, 23 augustus 2013, te zijn opgedaan. 2. Ervaring met het exploiteren van een railterminal. Deze ervaring dient maximaal 3 jaar voorafgaand aan de datum van aanmelding, 23 augustus 2013, te zijn opgedaan. 3. Ervaring met de uitvoering van een civieltechnische onderheide betonconstructie. Deze ervaring dient maximaal 5 jaar voorafgaand aan de datum van aanmelding, 23 augustus 2013, te zijn opgedaan. 4. Ervaring met de uitvoering van een kraanrailconstructie met toleranties volgens NEN 2019. Deze ervaring dient maximaal 5 jaar voorafgaand aan de datum van aanmelding, 23 augustus 2013, te zijn opgedaan. 5. Ervaring met de uitvoering van wegfunderingen en verhardingen geschikt voor exploitatie met overslagequipment voor 40 foot-containers. Deze ervaring dient maximaal 5 jaar voorafgaand aan de datum van aanmelding, 23 augustus 2013, te zijn opgedaan. 6. Ervaring met de aanleg van heavy railsporen met bijbehorende wissels. Deze ervaring dient maximaal 5 jaar voorafgaand aan de datum van aanmelding, 23 augustus 2013, te zijn opgedaan. 7. Ervaring met de financiering van een project met een waarde van €20 miljoen euro. De gegadigde kan dus met 1 referentie aan meerdere eisen voldoen.
22
De gegadigde dient aan alle bovenstaande vereisten te voldoen. Ten bewijze hiervan dienen maximaal vijf (5)referentieprojecten te worden getoond conform bijlage 2, model referentieproject. Indien u meer referenties indient worden alleen de eerste vijf (5) beoordeeld. De bouw-gerelateerde eisen (3,4,5,6) kunnen ook worden aangetoond middels uitgevoerde civiele werken van nominated contracters die in een betreffend referentieproject gelieerd waren aan de gegadigde. TPN kan de ingediende referenties, bewijzen en antwoorden verifiëren, onder meer door het rechtstreeks benaderen van opdrachtgevers van opgegeven referentieopdrachten. U bent zelf verantwoordelijk voor het op de hoogte stellen van de opdrachtgevers.
Verder geldt dat:
De gegadigde kan zich beroepen op referentieprojecten die door hem zelf in onderaanneming zijn uitgevoerd, mits de gegadigde kan aantonen dat deze werken naar volle tevredenheid van de opdrachtgever zijn uitgevoerd. De gegadigde mag refereren aan in combinatie uitgevoerde referentieprojecten. Deze ervaring telt bij de beoordeling alleen mee voorzover de gegadigde kan aantonen dat hij het desbetreffende onderdeel zelf heeft uitgevoerd. Alleen het eigen aandeel in de combinatie telt dan mee. De gegadigde kan zich beroepen op referentieprojecten van de moedermaatschappij dan wel van dochter- of zustervennootschappen. Bij de aanmelding dient dan door middel van een tweezijdige verklaring expliciet verklaard te worden dat de gegadigde de ervaring van de moedermaatschappij dan wel dochter- of zustervennootschappen daadwerkelijk zal inzetten en dat de moedermaatschappij dan wel dochter- of zustervennootschappen de betreffende ervaring op eerste aangeven van de gegadigde beschikbaar zal stellen. De gegadigde kan zich - om aan de geschiktheidseisen te voldoen - aanmelden met aanwijzing van ondernemingen, waarover de gegadigde voor de uitvoering van de opdracht zal kunnen beschikken en die ook daadwerkelijk voor de opdracht zullen worden ingezet. In dit geval dient bij de aanmelding door middel van een tweezijdige verklaring expliciet verklaard te worden dat de gegadigde de ervaring van deze onderaannemer ten behoeve van de opdracht daadwerkelijk zal inzetten en dat deze onderaannemer de betreffende ervaring aan de gegadigde op eerste verzoek van de gegadigde beschikbaar zal stellen. De ervaring van deze onderaannemers waarop de gegadigde zich wenst te beroepen, moet door de desbetreffende onderaannemer bij referentieprojecten zijn opgedaan.
b. Eisen ten aanzien van organisatievermogen: De gegadigde dient over een toereikende organisatie van voldoende capaciteit en over voldoende kwalitatief personeel van diverse disciplines te beschikken om de
23
werkzaamheden op een goede en tijdige wijze uit te voeren (zie ook 5.3.3). De voertaal zowel tijdens de aanbesteding als de contractering is Nederlands.
c. Eisen ten aanzien van kwaliteitsborging: De gegadigde dient te beschikken over een werkend kwaliteitssysteem voor de eigen organisatie gebaseerd op of gelijkwaardig aan de ISO-9001:2000, op grond waarvan voor het project een projectspecifiek kwaliteitsplan kan worden opgesteld.
Ingeval van aanmelding als combinatie dient de combinatie als geheel dan wel iedere combinant afzonderlijk te kunnen beschikken over een werkend kwaliteitssysteem gebaseerd op of gelijkwaardig aan de ISO-9001:2000, op grond waarvan voor de uitvoering van een projectspecifiek kwaliteitsplan kan worden opgesteld.
Voor het bouwende onderdeel van de opdracht dient de gegadigde VCA** gecertificeerd te zijn.
De werknemers op leidinggevende posities die participeren in het project dienen te beschikken over een VOL-VCA certificaat.
Alle werknemers van de gegadigde, inclusief alle onderaannemers, die aanwezig zullen zijn op de bouwplaats, dienen te beschikken over een B-VCA certificaat en te allen tijde in het bezit te zijn van een geldig veiligheidspaspoort
5.3
Nader in te dienen bewijzen
Bij de beoordeling wordt in eerste instantie getoetst op de antwoorden op de Eigen Verklaring opgenomen vragen. Binnen zeven dagen na een schriftelijk verzoek daartoe dient de gegadigde die voor een uitnodiging tot inschrijving in aanmerking komt de hierna genoemde bewijzen in te dienen. Ingeval van combinatie dienen deze bewijzen door ieder van de combinanten ingediend te worden.
5.3.1 Uitsluitingscriteria Binnen zeven kalenderdagen na een schriftelijk verzoek daartoe dienen de maximaal 3 geselecteerde gegadigden de hierna genoemde bewijzen in te dienen. Ingeval van combinatie dienen deze bewijzen door ieder van de combinanten ingediend te worden. Ten aanzien van uitsluitingsgronden (zie paragraaf 5.1.1):
24
Een Gedragsverklaring Aanbesteden als bedoeld in artikel 2.89 lid 2 Aanbestedingswet, afgegeven door de Minister van Justitie of een gelijkwaardig document uit het land van herkomst afgegeven door een gerechtelijke of bevoegde overheidsinstantie ten aanzien van de uitsluitingsgronden als genoemd in artikel 2.86 en 2.87 lid 1, onderdelen b en c Aanbestedingswet. Een verklaring van de belastingdienst als bedoeld in artikel 2.89 lid 3 Aanbestedingswet ten aanzien van de uitsluitingsgrond als genoemd in artikel 2.87 lid 1, onderdeel d Aanbestedingswet.
De gegadigde staat er voor in dat deze verklaringen, op het moment van indiening, overeenstemmen met de werkelijke situatie waarin de gegadigde zich op dat moment bevindt. De Gedragsverklaring Aanbesteden dient op het tijdstip van het verzoek tot deelneming niet ouder te zijn dan twee jaar.
5.3.2 Financiële en economische draagkracht
Gegadigden dienen op basis van de bedrijfsklasse waarbinnen de onderneming valt, volgens de door de Kamer van Koophandel gehanteerde indeling, bewijsstukken aan te leveren voor de beoordeling van de financiële en economische draagkracht. 1. Gegadigden die in de bedrijfsklasse groot en middelgroot vallen, dienen jaarrekeningen (tenminste bestaande uit jaarverslag of wel directieverslag, balans en resultatenrekening met toelichtingen en een accountantsverklaring zoals bedoeld in artikel 393 van het Burgerlijk Wetboek) aan te leveren over het afgelopen boekjaar) en de 2 jaren daarvoor. 2. Gegadigden waarvan de onderneming in de bedrijfsklasse klein valt, dienen jaarrekeningen (tenminste bestaande uit een verkorte balans en beperkte toelichting) aan te leveren over het afgelopen boekjaar) en 2 jaren daarvoor. 3. Indien gewenst wordt de financiële draagkracht van een gegadigde beoordeeld op basis van de financiële en economische draagkracht van haar moedermaatschappij, dan dient deze een verklaring af te geven dat zij volledige aansprakelijkheid accepteert voor de uitvoering van het werk en de financiële draagkracht van de gegadigde. Tevens dienen van de moedermaatschappij de bij de 1 en 2 vermelde bewijsstukken aangeleverd te worden.
Een verklaring betreffende de gemiddelde jaaromzet van de gegadigde over de laatste drie boekjaren opgemaakt door een externe (register)accountant als
25
bedoeld in artikel 2:393, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek, dan wel een daaraan gelijk te stellen accountant uit het land waar de gegadigde is gevestigd.
5.3.3 Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid
Een kopie van het kwaliteitscertificaat, gebaseerd op of gelijkwaardig aan de ISO-9001:2000. . Het kwaliteitscertificaat dient te zijn afgegeven door een certificatie-instelling erkend door een nationale accreditatie-instelling (in Nederland: de Raad voor Accreditatie). Het certificaat moet geldig zijn op de datum van aanmelding als gegadigde voor onderhavige aanbestedingsprocedure. Het certificaat moet betrekking hebben op de aard van het onderhavige werk.
De verklaringen van goede uitvoering afgegeven door de opdrachtgevers van de door de gegadigde ingediende referentieprojecten. Ingeval van combinatie dienen deze gegevens ingediend te worden door de combinant die het referentieproject heeft uitgevoerd.
Een kopie van het VCA** certificaat van de bouwende partner welke mogelijk deel uitmaakt van gegadigde en een VOL-VCA van de werknemers op leidinggevende posities. Het certificaat moet geldig zijn op de datum van aanmelding als gegadigde voor onderhavige inkoopprocedure.
Een beschrijving van de eigen organisatie van de Gegadigde. De beschrijving dient tenminste te bestaan uit een organisatieschema en een overzicht van aantallen functionarissen.
26
6
Nadere selectie
6.1
Algemeen
Indien op grond van de beoordeling van de uitsluitingsgronden en de geschiktheidseisen meer dan drie (3) gegadigden geschikt worden bevonden, zal door de selectiecommissie onder de geschikt bevonden gegadigden een rangorde worden aangebracht op basis van de onderstaande methodiek, met als oogmerk om de drie (3) gegadigden met de hoogste score uit te nodigen tot de dialoogfase. De selectiecommissie bestaat uit: Tom Mineur, directeur Trade Port Noord Jac Jeurissen, projectleider Trade Port Noord Pieterjan van der Hulst, procesmanager Railterminal Greenport Venlo De selectiecommissie wordt bijgestaan door Ed van Nieuwamerongen (railtechnicus, Logitech) en Marjolijn Tausch (aanbestedingsjurist, AT Osborne) Ten behoeve van de nadere selectie dienen gegadigden bij aanmelding een referentielijst in te dienen van tot volle tevredenheid van de opdrachtgever tijdig, verleend uitstel daarbij inbegrepen, opgeleverde relevante projecten. Bij het opstellen van de referentielijst dient gebruik gemaakt te worden van het bij de Selectieleidraad gevoegde model (bijlage 2). Indien een gegadigde gebruik wenst te maken van referentieprojecten die reeds ten aanzien van de in hoofdstuk 5 genoemde geschiktheidseisen zijn ingediend kan de gegadigde bij het invullen van het in bijlage 2 opgenomen model verwijzen naar de informatie die reeds op basis van hoofdstuk 5 is ingediend. Per criterium dient de gegadigde maximaal 1 referentieproject in te dienen. De gegadigden dient per referentieproject duidelijk aan te geven bij welk criterium het referentieproject in de beoordeling betrokken dient te worden. Gegadigden die bij een bepaald criterium geen referentieproject hebben ingediend dan wel bij de referentieprojecten niet duidelijk hebben aangegeven op welk criterium het referentieproject betrekking heeft komen niet in aanmerking voor deelname aan de in dit hoofdstuk omschreven nadere selectie.
27
6.2
Selectiecriteria
Bij de beoordeling zal gekeken worden naar de mate van vergelijkbaarheid van de ingediende referentieprojecten ten aanzien van de onderstaande selectiecriteria. Maximale score
Selectiecriteria a. De mate van ervaring ten aanzien van het genereren en garanderen logistieke goederenstromen in een netwerk.
50
Indien uit de referentie blijkt dat gegadigde kennis, ervaring en vaardigheden in huis heeft ten aanzien van het genereren en garanderen van goederenstromen wordt het volledig aantal punten voor dit criterium toegekend. b. De mate van ervaring met de uitvoering van integrale contracten.
30
Indien uit de referentie blijkt dat gegadigde ervaring heeft met het ontwerp, bouw en financiering, beheer én exploitatie van een terminal/overslaglocatie wordt het volledig aantal punten voor dit criterium toegekend. c. De mate van ervaring op het gebied van projecten in een complexe omgeving.
20
Indien uit de referentie blijkt dat gegadigde kennis, ervaring en vaardigheden in huis heeft ten aanzien van complexe projecten waarbij zowel een multi-actor, samenwerking, multi-issue alsmede ruimtelijk inpassing een rol spelen wordt het volledig aantal punten voor dit criterium toegekend.
Multi-actor; projecten waarbij meerdere belanghebbende actoren (waaronder bijvoorbeeld ProRail) een rol spelen. Samenwerking: projecten waar zowel publieke als privaat partijen samenwerken. Multi-issue; projecten waarbij samenwerking binnen interne organisatie of consortium op alle facetten van het project ( ontwerp, bouw, financiering, onderhoud en exploitatie) een rol spelen. Ruimtelijke inpassing; projecten waarbij omgevingsmanagement rondom de ruimtelijke inpassing van het project een rol spelen. Totaal score
100
28
De gegadigde scoort meer punten naarmate een referentieproject beter vergelijkbaar is met het project Railterminal Greenport Venlo zoals beschreven in hoofdstuk 2. De beoordeling per criterium resulteert in een score tussen 0 (niet vergelijkbaar) en 4 punten (volledig vergelijkbaar). Deze punten werken als volgt door ten opzichte van de maximaal te behalen score per criterium. Waardering
Doorwerking in score
0 punt 1 punt 2 punten 3 punten 4 punten
0 score 25 % van de max. score 50 % van de max. score 75 % van de max. score 100 % van de max. score
De totaalscore per gegadigde wordt vervolgens bepaald door de score per criterium bij elkaar op te tellen. Mocht de ranking uitwijzen dat meerdere gegadigden op plaats nummer drie (3) uitkomen dan zal door loting bepaald worden wie van deze gegadigden voor een uitnodiging tot inschrijving in aanmerking komt.
29
7
VRAGEN
Tot uiterlijk 10 juli 2013, kunnen vragen naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure uitsluitend schriftelijk en in de Nederlandse taal worden gesteld. De verantwoordelijkheid voor het tijdig en correct indienen van de vragen ligt bij de gegadigde. Ingeval een vraag niet is ontvangen door de aanbestedende dienst, dient de gegadigde door middel van een bericht van verzending aan te tonen dat de vragen tijdig zijn verzonden. Vragen dienen o.v.v.: “Vragen selectieprocedure Railterminal Greenport Venlo” per email ingediend te worden bij
[email protected], t.a.v. de heer P. van der Hulst. Door de ontvangende partij wordt de ontvangst per e-mail bevestigd. Voor zover TPN vragen in verband met de aanbestedingsprocedure beantwoordt, worden deze vragen en de antwoorden daarop geanonimiseerd geplaatst op www.aanbestedingskalender.nl. Partijen die deze Selectieleidraad hebben gedownload krijgen automatisch per e-mail bericht van nieuw geplaatste documenten. Eventuele onvolkomenheden en/of tegenstrijdigheden in en/of bezwaren tegen de inhoud van de Selectieleidraad met Bijlagen en/of de selectieprocedure dienen bij deze vragenronde aan de orde te worden gesteld, bij gebreke waarvan de aanbestedende dienst er gerechtvaardigd van mag uitgaan, dat gegadigden tegen de inhoud van deze Selectieleidraad met Bijlagen en/of de aanbestedingsprocedure geen bezwaren hebben en waardoor hun recht om daar later tegen te ageren vervalt.
30
BIJLAGE 1 EIGEN VERKLARING (apart toegevoegd)
31
BIJLAGE 2 MODEL REFERENTIELIJST TEN BEHOEVE VAN GESCHIKTHEISEISEN ( HOOFDSTUK 5) EN SELECTIECRITERIA (HOOFDSTUK 6)
32
Model Referentieproject Per project dient een projectblad, formaat A4, aan de referentielijst toegevoegd te worden met de volgende indeling: 1.
Aanduiding van de geschiktheidseis(en) conform paragraaf 5.2.4 of het criterium (of meerdere criteria) conform paragraaf 6.2. waar het project betrekking op heeft;
2.
Naam van het project en plaats van uitvoering;
3.
Naam, adresgegevens en telefoonnummer van de opdrachtgever;
4.
Beschrijving van de opdracht en de werkzaamheden door de onderneming verricht;
5.
Datum start uitvoering en oplevering;
6.
Aanneemsom in Euro’s (exclusief B.T.W.);
7.
Gefactureerd bedrag in Euro’s (exclusief B.T.W.);
8.
Functie van het referentieproject;
9.
De verklaringen van goede uitvoering, afgegeven door de desbetreffende opdrachtgever;
10. Korte toelichting (maximaal één pagina A-4 formaat) ten aanzien van: de relevantie van de opgedane ervaring in het aangehaald referentieproject; de meerwaarde van deze ervaring voor het onderhavige project; de manier waarop gegadigde deze specifieke ervaring denkt toe te passen in het onderhavige project; als bijlage bij het A-4tje: beeldmateriaal van het referentieproject. 11. Toelichting van de gegadigde waaruit naar de beoordeling van de aanbestedende dienst blijkt of al dan niet aan het criterium wordt voldaan.
33
BIJLAGE 3 METHODIEK FINANCIELE DRAAGVALK (
PARAGRAAF 5.2.3)
34
Methodiek Financiële draagkracht De financiële draagkracht wordt beoordeeld door het analyseren van de jaarrekening van de bedrijven die zich als gegadigde voor het uitvoeren van het werk hebben aangemeld. De analyse is gericht op het schatten van het risico dat de verbintenis met de opdrachtgever voortijdig moet worden afgebroken vanwege financiële problemen van de opdrachtnemer. De analyse bestaat uit het berekenen en beoordelen van de solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit van de betreffende onderneming in de afgelopen drie boekjaren. Solvabiliteit geeft een indicatie van het vermogen van de onderneming om op langere termijn aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Bepalend voor de solvabiliteit is de verhouding tussen het totaal aan activa (bezittingen) en het eigen vermogen. Liquiditeit is een kenmerk dat inzicht geeft in het vermogen van de onderneming om op korte termijn aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Het genereren van voldoende rentabiliteit wordt beschouwd als een indicatie voor continuïteit van de onderneming. Bovenstaande kengetallen worden als volgt berekend:
Solvabiliteit =
Eigen Vermogen Totaal Vermogen
Rentabiliteit =
Bedrijfsresultaat Totaal Vermogen
Liquiditeit =
Vlottende Activa -/- Voorraden Kort Vreemd Vermogen
Elk van deze ratio’s wordt bepaald voor de afgelopen drie boekjaren, waarna een gemiddelde over deze jaren voor elk van de ratio’s wordt berekend. De berekende ratio's krijgen afhankelijk van de hoogte een cijfer tussen de 0 en de 100. Om tot een totaalcijfer per onderneming te komen worden de individuele cijfers voor solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit tenslotte gewogen met factoren van respectievelijk 5, 3 en 2.
35
De mogelijkheden om binnen de huidige Nederlandse wet- en regelgeving de jaarrekening in te richten zijn relatief groot. Dit heeft onder andere tot gevolg dat twee Nederlandse bedrijven op basis van dezelfde feitelijke omstandigheden toch een verschillend totaalcijfer kunnen scoren. De eindscore per onderneming kan derhalve niet worden gebruikt om een rangorde tussen de verschillende gegadigden c.q. inschrijvers op het gebied van financiële draagkracht te bepalen. Daarnaast wordt benadrukt dat de analyse van historische gegevens teneinde uitspraken te doen over de toekomst aan beperkingen onderhevig is. Een voldoende beoordeling geeft derhalve geen absolute zekerheid over de continuïteit van de onderneming. Een onderneming beschikt over voldoende financiële draagkracht bij een totaalcijfer > 50. Wordt een lager cijfer behaald dan wordt de jaarrekening aan een nader onderzoek onderworpen om de mogelijke oorzaak hiervan vast te stellen. Blijkt uit dit nadere onderzoek dat de oorzaak een continuïteit van de onderneming niet in de weg staat dan wordt de onderneming alsnog als voldoende financieel draagkrachtig beoordeeld. Het komt regelmatig voor dat de jaarrekening die ter beoordeling van de financiële draagkracht is ingediend betrekking heeft op een andere juridische entiteit dan de gegadigde zelf. Omdat de financiële draagkracht van de mogelijke inschrijver c.q. gegadigde zelf moet worden beoordeeld is een jaarrekening van een andere partij alleen toepasselijk als de entiteit waarvan de jaarrekening is beoordeeld zich ook garant stelt voor de inschrijver c.q. gegadigde.
36