SECTORFOTO
Social profit 2008
Departement Werk en Sociale Economie
Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel 02/553 42 56
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Dirk Vanderpoorten Secretaris-generaal Depotnummer: D/2008/3241/337 Lay-out: Vingerhoets.com Uitgave: december 2008
Synthese • De social profit is een heterogene en complexe sector omwille van de brede waaier aan activiteiten ten behoeve van de bevolking (gezondheidszorg, welzijn, socioculturele activiteiten, gepaste tewerkstelling, …) die vallen onder zowel federale als Vlaamse beleidskaders en worden verricht door ondernemingen met een privaat of publiek statuut. De verschillende subsectoren kennen onderling vaak ook zeer verschillende dynamieken. De sectorfoto van de social profit moet samen gelezen worden met de sectorfoto’s van de lokale besturen en het vermakelijkheidsbedrijf (podiumkunsten). • In 2007 werkten 247.531 Vlamingen in de social profit (excl. de vele werknemers in publieke instellingen behorend tot de lokale overheidssector), die daarmee een aandeel van 12,1% in de totale loontrekkende tewerkstelling in Vlaanderen heeft. • Bijna de helft van alle jobs in de social profit worden uitgeoefend in grote ondernemingen met minstens 200 jobs. In de ganse privésector vinden we slechts 29,5% van alle jobs terug in dergelijke grote ondernemingen. • Bijna 8 op 10 werknemers in de social profit zijn vrouwen. Bijna 60% van de werknemers werkt deeltijds, dubbel zoveel als in andere sectoren. • In 2007 ontving de VDAB 30.133 vacatures uit de social profit. • Van de 203 beroepen uit de sector waarvoor de VDAB minstens 10 vacatures ontving, worden er 69 beschouwd als knelpuntberoep. • In 12,2% van de ondernemingen uit de sector werden in 2006 opleidingen georganiseerd voor de werknemers. In alle sectoren samen organiseerden slechts 4,8% van de ondernemingen dergelijke opleidingen. Bijna de helft van alle werknemers uit de social profit namen deel aan een opleiding. • Vanuit de social profit werden in 2007 niet minder dan 126 diversiteitsplannen ingediend, 20,3% van alle diversiteitsplannen die dat jaar vanuit alle sectoren samen werden ingediend.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
3
Voorwoord Sectoren zijn een belangrijke motor in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. We denken hierbij bijvoorbeeld aan acties in het kader van diversiteit, opleiding van werknemers en toeleiding van leerlingen en werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de sectorale sociale partners zich om de prioriteiten van het arbeidsmarktbeleid mee gestalte te geven. Op die manier werkt het sectorale beleid versterkend ten aanzien van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2001 werd de eerste generatie sectorconvenants afgesloten in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2001-2002. De bestaande samenwerking van de Vlaamse Regering met de sectoren d.m.v. sectorconvenants werd later telkens verlengd en uitgebreid op basis van de volgende Werkgelegenheidsakkoorden. Anno 2008 is het vooral de Competentieagenda die inspirerend werkt op de werking van de sectorconvenants. Via de sectorconvenants trachten de sectoren meer mensen aan het werk te krijgen en houden en elk talent te (h)erkennen, ontwikkelen en benutten. Om de sectorconvenants en de sectoren te kunnen plaatsen binnen een socio-economisch kader, worden sectorfoto’s gemaakt die we ter beschikking stellen van de sectoren en publiek maken via de portaalsite www.werk.be. Op deze website kan u ook de gehanteerde cijferreeksen en uitleg bij de methodologie terugvinden. We geloven namelijk in de sectorfoto’s als steunpunt én hefboom om in overleg met de sectoren en vanuit een sectorale invalshoek een strategische visie te ontwikkelen als antwoord op de huidige en toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt. Sectoren krijgen aan de hand van de sectorfoto’s zicht op de realiteit in hun sector en op hun positie ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Dit kan inspirerend werken bij de totstandkoming van nieuwe sectorconvenants (verlengingen) of kan sectoren aanzetten om tussentijds bij te sturen. Alle gepubliceerde sectorfoto’s werden eerst gekeurd en goed bevonden door de sectorale sociale partners. We beseffen dat de onderstaande cijfers, tabellen en grafieken geen perfecte weergave zijn van de sectorale dynamiek. Misschien had uzelf als fotograaf vanuit een ander perspectief een andere kadering gekozen of gefocust op andere elementen. We nodigen u dan ook uit om dit instrument gaandeweg samen met ons te blijven versterken. We hopen met deze snapshots alvast het sectoraal beleid verder te inspireren.
Dirk Vanderpoorten Secretaris – generaal, departement Werk en Sociale Economie
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
4
Inhoudsopgave SYNTHESE
3
VOORWOORD
4
INHOUDSOPGAVE
5
1. INLEIDING
6
2. HET AANTAL VLAAMSE WERKNEMERS
7
3. AANTAL JOBS EN VESTIGINGEN IN VLAANDEREN
9
4. KENMERKEN VAN DE BEROEPEN EN VACATURES
11
5. OPLEIDINGSINSPANNINGEN
19
6. DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING
20
7. DIVERSITEITSPLANNEN
22
Figuren 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
8 10
Tabellen 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers (2005-2007)
7
2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007)
8
3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
10
5: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de social profit (Vlaams Gewest, 2007)
11
6: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de social profit (Vlaams Gewest, 2007) 12 7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de social profit (Vlaams Gewest, 2007) 17 8: 0pleidingsinspanningen in de bedrijven in de social profit (België, 2006)
19
9: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007)
20
10: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007)
22
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
5
1. Inleiding De social profit is een heterogene sector, die heel wat verschillende ondernemingen omvat met een brede waaier aan activiteiten ten behoeve van de bevolking: gezondheidszorg, welzijn, socioculturele activiteiten, gepaste tewerkstelling,… Ze zijn actief binnen federale en Vlaamse beleidskaders. Bovendien bestaat de social profit zowel uit private ondernemingen (vzw’s e.a.) als uit instellingen met een publiek statuut die vooral ressorteren onder de lokale overheidssector. In deze sectorfoto wordt de publieke sector niet mee opgenomen. Deze gegevens vindt u terug in de specifieke sectorfoto van de lokale besturen. De databestanden waarmee de cijfers uit deze sectorfoto opgemaakt zijn steeds afgebakend volgens óf paritair comité óf nace-codes, rekening houdend met gebruikte registratiepraktijken. De beide populaties stemmen weliswaar niet volledig overeen, maar bieden wel een voldoende inzicht voor een globale positionering van de social profit. Op basis van de paritaire (sub)comités wordt de social profit hier als volgt afgebakend1: 318.02 Gezins- en bejaardenhulp 319.01 Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en –diensten (gehandicaptenzorg, bijzondere jeugdbijstand, algemeen welzijnswerk, sociale verhuurkantoren, CIG-CKG …) 327.01 Beschutte en sociale werkplaatsen 329.01 Socioculturele sector 330 (meer bepaald 330.01, 330.02 en delen van 330.04) Ziekenhuizen, residen tiële ouderenzorg, thuisverpleging, autonome revalidatiecentra, beschut wonen, wijkgezondheidscentra, diensten van het bloed van het Rode Kruis, palliatieve thuiszorg, … (noot: voorheen in PC’s 305.01 en 305.02) 331 Vlaamse welzijns- en gezondheidssector: kinderopvang, centra voor gees telijke gezondheidszorg, centra voor ontwikkelingsstoornissen, adoptie diensten, … (noot: voorheen in PC 305.02) Op basis van de activiteitennomenclatuur NACE wordt de social profit hier als volgt afgebakend2: Code 85 Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Code 92 Cultuur, recreatie en sport In deze sectorfoto vindt u totale cijfers voor de globale social profit terug (met eventueel tweedeling volgens NACE-code) maar geen cijfers voor afzonderlijke subsectoren. De resultaten van de analyse worden per sector steeds afgewogen tegen een gemiddelde voor alle sectoren samen. Hierdoor kan vastgesteld worden of de sector beneden- of bovengemiddelde cijfers haalt voor de verschillende indicatoren. De sectorfoto biedt zo een globaal cijfermatig portret van de sector. Een uitgebreide toelichting over de gebruikte methodologie/bronbestanden kan u terugvinden op www.werk.be. De cijfers die in deze sectorfoto gebruikt worden, evenals in de sectorfoto’s van andere sectoren, worden u integraal online aangeboden. Ook de sectorfoto’s zijn downloadbaar in pdf-formaat. De podiumkunsten (PC 304: vermakelijkheidsbedrijf) worden hier niet opgenomen aangezien deze sector een aparte sectorconvenant heeft. Het nieuwe, aanvullend paritair comité voor de non-profitsector (PC 337) is nog niet operationeel. 2 Bij het gebruik gegevens op basis van deze NACE-codes is overlapping met de sectorfoto’s voor lokale besturen en podiumkunsten niet uit te sluiten. 1
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
6
2. Het aantal Vlaamse werknemers Voor het berekenen van het aantal loontrekkende werknemers in de social profit maken we gebruik van de gecentraliseerde statistieken van de RSZ3. In deze statistieken wordt de tewerkstelling berekend in functie van de woonplaats van iedere werknemer, i.c. het Vlaams Gewest (dus exclusief het BHG). De sector wordt hier afgebakend als alle werknemers uit de geselecteerde paritaire comités 318.02, 319.01, 327.01, 329.01, 330, 331, aangevuld met alle werknemers uit ‘paritair comité 999’ (d.w.z. overheid excl. lokale besturen of geen paritair comité bekend) voor zover die werken in de nace-activiteiten 85 (gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening) of 92 (recreatie, cultuur en sport). Door de kruising van PC 999 met Nace-codes 85 en 92 konden 15.707 werknemers toegekend worden aan de social profit. De social profit telde in het tweede kwartaal van 2007 247.531 loontrekkende werknemers die in het Vlaams Gewest wonen. In alle sectoren samen waren op dat moment 2.045.049 Vlaamse loontrekkende werknemers actief. De social profit is dus goed voor een aandeel van 12,1% van alle loontrekkende Vlamingen. Dit cijfer is een onderschatting omdat een grote groep van werknemers in publieke instellingen die behoren tot de lokale besturen (d.w.z. gemeentelijke en provinciale overheden) en ressorteren onder de RSZ-PPO, hier niet zijn meegeteld. Voor meer informatie wordt verwezen naar de sectorfoto van de lokale besturen. Tabel 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers (2005-2007) Social profit
(n)
2006
2007
239.033
247.531
(%) Quartaire sector
4
(n)
+3,6% 611.089
(%) Alle sectoren
(n)
619.790 +1,4%
2.014.451
(%)
2.045.049 +1,5%
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2005-2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
• De Vlaamse social profit werknemers bevinden zich voor 96,7% in de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening (nace 85) en voor 3,3% in de sector recreatie, cultuur en sport (nace 92). • De social profit is een sterk vervrouwelijkte sector. 78,6% van de loontrekkende werknemers in 2007 waren vrouwen. • Meer dan 7 op 10 werknemers hebben een bediendenstatuut, 26,8% is arbeider en 1,7% ambtenaar.
De gecentraliseerde statistieken worden opgemaakt op basis van de onderneming als een homogeen geheel en worden geteld naar personen. Hierdoor worden dubbeltellingen door personen met meerdere jobs uitgezuiverd. 4 De quartaire sector omvat, naast de social profit, ondermeer ook overheidsinstellingen, onderwijs en beroeps-, werkgevers- en andere organisaties. 3
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
7
• De meeste werknemers zijn tussen 25 en 49 jaar (72,5%). Dit is een groter aandeel dan in alle sectoren samen (69,2%) • Deeltijds werken is sterk ingeburgerd in de social profit. 57,1% van de werknemers in de sector werken deeltijds, dubbel zoveel als in andere sectoren (28,7%). Tabel 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) Social profit
Totaal Vlaams Gewest
n
%
%
247.531
100,0
100,0 (n=2.045.049)
Mannen
52.906
21,4
54,8
Vrouwen
194.625
78,6
45,2
Arbeiders
66.268
26,8
38,7
Bedienden
176.948
71,5
48,5
4.315
1,7
12,8
18-24 jaar
18.799
7,6
9,8
25-49 jaar
179.422
72,5
69,2
50-64 jaar
48.541
19,6
20,1
769
0,3
0,8
Voltijds
106.051
42,8
67,4
Deeltijds
141.423
57,1
28,7
57
0,0
3,8
Totaal aantal Geslacht
Statuut
Ambtenaren Leeftijdsklasse
Andere (-18 en +65) Arbeidsregime
Speciaal regime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) Ambtenaren
Andere
Andere
Speciaal regime 100%
50-64
90%
50-64 Deeltijds
Vrouwen
50% 40%
Bedienden
Mannen
Mannen
Social profit
Vlaams Gewest
Geslacht
70% 60%
Deeltijds
Bedienden Vrouwen
80%
30%
Arbeiders Arbeiders Social profit
Vlaams Gewest
Statuut
20%
25-49
25-49
18-24
18-24
Voltijds
Voltijds
Social profit
Vlaams Gewest
Social profit
Vlaams Gewest
Leeftijd
10% 0%
Arbeidsregime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
8
3. Aantal jobs en vestigingen in Vlaanderen De cijfergegevens betreffende het aantal jobs en vestigingen zijn gebaseerd op de gedecentraliseerde statistieken van de RSZ. Binnen deze statistieken telt men met het aantal arbeidsplaatsen naar ‘werkplaats’ (plaats van tewerkstelling). Het is dus ook de werkplaats die toegewezen wordt aan de sector, en niet de individuele werknemer. De afbakening is gebeurd op basis van nace-codes 85.1 (gezondheidszorg), 85.3 (maatschappelijke dienstverlening) en 92 (cultuur, recreatie en sport). In 2005 was de social profit goed voor een totaal van 236.281 jobs of 14,8% van het totale aantal jobs in de Vlaamse privésector5. Ook hier worden de werknemers in publieke instellingen die behoren tot de lokale besturen niet meegeteld. Het gaat om zo’n 70.000 werknemers die besproken worden in de sectorfoto van de lokale besturen. Het gaat hier ook om jobs binnen het Vlaams Gewest. Er zijn heel wat vestigingen gelokaliseerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die gereglementeerd en/of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse overheid, die hier niet in rekening gebracht worden. Bijna de helft van alle jobs in de social profit (48,9%) is terug te vinden in grote ondernemingen met minstens 200 jobs. In de ganse Vlaamse privésector wordt slechts 29,5% van de jobs uitgeoefend in dergelijke grote ondernemingen. Het zijn vooral de jobs in de gezondheidszorg die in grote ondernemingen uitgeoefend worden. Jobs in de socio-culturele sector vinden we vaker in kleinere ondernemingen. Tabel 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Social profit Ondernemingsgrootte
Privésectoren
n
%
%
236.281
100,0
100,0 (n=1.544.659)
9.474
4,0
10,8
5 tot 9 jobs
7.214
3,1
9,7
10 tot 19 jobs
11.454
4,8
10,6
20 tot 49 jobs
31.425
13,3
16,1
50 tot 99 jobs
34.441
14,6
12,2
100 tot 199 jobs
26.718
11,3
11,3
200 tot 499 jobs
48.787
20,6
13,7
500 tot 999 jobs
32.760
13,9
7,5
Meer dan 1.000 jobs
34.008
14,4
8,3
Totaal 1 tot 4 jobs
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Jobs bij de overheid werden niet mee opgenomen in het totaal omwille van de atypische dimensie van de overheidsinstellingen. 5
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
9
Figuur 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 25% 20,6% 20% 16,1% 13,3% 10,8%
9,7%
14,6% 12,2%
10,6%
13,7%
13,9%
14,4%
11,3%11,3% 7,5%
8,3%
15% 10%
4,8%
4,0%
3,1%
1-4
5-9
5%
10-19
20-49
50-99
100-199
200-499
500-999
+1.000
0%
Ondernemingsgrootte (aantal werknemers)
Social profit Privésector Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
In tabel 4 vinden we de verdeling van de organisaties naar ondernemingsgrootte. Het gaat hier om alle vestigingen van alle ondernemingen, niet om de ondernemingen in hun geheel. In 2005 telt de social profit 9.651 vestigingen, wat goed is voor 6,8% van het totale aantal inrichtingen in de Vlaamse privésector. Het aandeel in het aantal bedrijven in het Vlaams Gewest is kleiner dan het sectoraandeel in het totale aantal jobs omdat de sector relatief meer grote ondernemingen heeft. Tabel 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Social profit Ondernemingsgrootte
Totaal privésectoren
n
%
%
Totaal
9.651
100,0
100,0 (n=141.511)
1 tot 4 jobs
5.820
60,3
65,9
5 tot 9 jobs
1.086
11,3
16,2
10 tot 19 jobs
833
8,6
8,5
20 tot 49 jobs
996
10,3
5,8
50 tot 99 jobs
485
5,0
1,9
100 tot 199 jobs
197
2,0
0,9
200 tot 499 jobs
146
1,5
0,5
500 tot 999 jobs
51
0,5
0,1
Meer dan 1.000 jobs
18
0,2
0,0
Onbekend
19
0,2
0,2
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
10
4. Kenmerken van de beroepen en vacatures Voor de afbakening van de social profit maakt de VDAB gebruik van een indeling op basis van Nace-code 85 (gezondheidzorg en maatschappelijke dienstverlening) en 92 (cultuur, recreatie en sport)6. Het betreft vacatures uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten. Zowel de vacatures uit het AMI-systeem, die beheerd worden door consulenten van de VDAB, als de vacatures uit Jobmanager, die door de werkgever zelf worden ingevoerd, zijn opgenomen in de cijfers. Bij de interpretatie van de gegevens, dient men rekening te houden met het feit dat de sectoren ook andere pistes bewandelen in hun aanwervingsbeleid. Tabel 5: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de social profit (Vlaams Gewest, 2007) Social profit
Vlaanderen
n
%
%
30.133
100,0
100,0 (n=281.661)
Antwerpen
8.780
29,1
23,3
Vlaams-Brabant
3.722
12,4
12,7
West-Vlaanderen
5.846
19,4
25,8
Oost-Vlaanderen
7.254
24,1
18,6
Limburg
2.238
7,4
9,0
Buiten Vlaanderen
2.293
7,6
10,5
Laag
14.264
47,3
45,3
Midden
6.182
20,5
22,0
Hoog
9.687
32,1
32,7
<6 maanden
22.201
73,7
60,1
6 maanden - 2 jaar
6.837
22,7
26,1
+2 jaar
1.095
3,6
13,8
2.262
11,7
8,0
Totaal Vestigingsplaats bedrijf
Studieniveau7
Gevraagde ervaring
Jobkanaal
8
Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)
• In de social profit zocht men in 2007 voornamelijk laaggeschoolde werknemers (47,3%), gevolgd door hooggeschoolden (32,1%) en middengeschoolden (20,5%). Dit komt ongeveer overeen met het gemiddelde in alle sectoren samen. • Voor bijna driekwart van de vacatures in de sector was weinig of geen ervaring vereist. Slechts 3,6% van de vacatures vroegen naar mensen met meer dan 2 jaar ervaring.
Bij het gebruik van de betreffende gegevens op basis van deze NACE-codes is overlapping met de sectorfoto’s voor lokale besturen en podiumkunsten niet uit te sluiten. 7 Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studienveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs. 8 Jobkanaal is een rekruteringskanaal dat zich exclusief richt op werkzoekende ouderen, personen met een handicap en allochtonen. Het aandeel wordt berekend door het aantal vacatures ontvangen via Jobkanaal te delen door het totaal aantal vacatures in het AMI-systeem (vacatures in beheer van VDAB-consulenten), dus exclusief jobmanager. 6
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
11
• VDAB ontving 2.262 vacatures van de social profit via Jobkanaal, 11,7% van alle vacatures uit de sector. Van alle vacatures die VDAB in 2007 registreerde, waren 8% via Jobkanaal ontvangen. Voor 203 beroepen in de social profit werden in 2007 minstens 10 vacatures ontvangen. In totaal waren er 30.133 vacatures (uit het NEC zonder interim) voor de social profit. Dit is 10% van het totale aantal vacatures bij VDAB uit het NEC zonder interim in heel Vlaanderen. Dit komt dus redelijk overeen met het sectoraandeel in de totale Vlaamse werkgelegenheid (11,7%). 69 van de 203 beroepen zijn volgens VDAB knelpuntberoepen, waarvan enkele sectorspecifieke knelpuntberoepen, zoals verpleegkundige, opvoeder en apotheker. Volgens de VDABanalyse van knelpuntvacatures zijn er te weinig kandidaat-verpleegkundigen omwille van de zware fysieke en psychische belasting die het beroep inhoudt, en de variabele uurregeling met geregeld nacht- en weekendwerk. Wat opvoeders en apothekers betreft, gaat het om kwantitatieve knelpunten. In het eerste geval door de toenemende vraag door de uitbreiding van het aantal plaatsen in instellingen, in het tweede geval door het teruglopende aantal studenten farmacie en de stijgende vraag naar loontrekkende apothekers. Naast de verpleegkundigen is de sector ook verantwoordelijk voor een groot deel van de vraag naar schoonmaakpersoneel. VDAB ontving in 2007 bijna 6.000 vacatures voor particuliere schoonmakers vanuit de social profit, meer dan 35% van alle vacatures voor particulier schoonmaakpersoneel. Tabel 6: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de social profit (Vlaams Gewest, 2007) Nace 85 (gezondheidszorg en
Ontvangen vacatures in 2007
maatschappelijke dienstverlening)
Knelpunt
Vlaanderen
Sector
Aandeel
Ziekenhuisverpleegkundige - gebrevetteerde/gediplomeerde
ja
2119
1674
79,0%
Ziekenhuisverpleegkundige - gegradueerde
ja
680
563
82,8%
Thuisverpleegkundige
ja
295
269
91,2%
Hoofdverpleegkundige
ja
239
204
85,4%
Geriatrisch verpleegkundige - gegradueerde
ja
143
126
88,1%
Psychiatrisch verpleegkundige - gegradueerde
ja
118
114
96,6%
143
104
72,7%
75
74
98,7%
Verpleegkundige
Sociaal verpleegkundige - gegradueerde Psychiatrisch verpleegkundige - gebrevetteerde/
ja
gediplomeerde Verpleegassistente
77
50
64,9%
Kinderverpleegkundige - gegradueerde
ja
62
48
77,4%
Vroedkundige - gegradueerde
ja
48
37
77,1%
Verpleegkundige dringende hulpverlening
ja
26
21
80,8%
Verpleegkundige palliatieve zorgen - gegradueerde
ja
14
12
85,7%
ja
Verzorgende Gekwalificeerd verzorgende
1355
1002
73,9%
Ziekenverzorgster
1053
814
77,3%
Zieken, bejaarden of gehandicapten begeleider
538
328
61,0%
Bejaardenhelpster - niet gebrevetteerde
170
67
39,4%
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
12
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaanderen
Sector
Aandeel
ja ja
553 887 382
323 202 201
58,4% 22,8% 52,6%
ja
657 648 370 65 46 84 17
531 474 70 47 43 23 14
80,8% 73,1% 18,9% 72,3% 93,5% 27,4% 82,4%
513 500 85 565 602 117 633
437 388 65 31 19 12 10
85,2% 77,6% 76,5% 5,5% 3,2% 10,3% 1,6%
Maatschappelijk assistent-individuele problemen Maatschappelijk assistent - vormingswerk
989 374
658 179
66,5% 47,9%
Maatschappelijk assistent - personeelszaken Consulent Consulent welzijnswerk Maatschappelijk adviseur Consulent training en advies personeelszaken Consulent sociaal secretariaat Consulent werving en rekrutering van personeel Buurtwerker - migrantenwerker
341 1580 257 121 196 338 500 66
139 131 85 60 32 19 17 17
40,8% 8,3% 33,1% 49,6% 16,3% 5,6% 3,4% 25,8%
711 460 119 176 175 138 91 45 719 38 258 29 26 51 13
515 356 108 102 98 58 40 35 34 34 28 22 12 10 10
72,4% 77,4% 90,8% 58,0% 56,0% 42,0% 44,0% 77,8% 4,7% 89,5% 10,9% 75,9% 46,2% 19,6% 76,9%
Kinderopvang Kinderverzorgster Begeleider buitenschoolse kinderopvang Kinderoppas - kindermeid - gouvernante Opvoeder Opvoeder klasse 1 - orthopedagoog Opvoeder klasse 2 Monitor opvoeder - spelleider Opvoeder klasse 3 Hoofdopvoeder Studiemeester-opvoeder (inslapend - internaat) Eerste opvoeder (opvoeder groepschef) Animatie Ergotherapeut Psycho-sociale begeleider Bejaardenanimator Helper in de diensten- of vermaaksector Pastor / pastoraal medewerker Helper voor sportbeoefening Animator toeristische centra Maatschappelijk werk - Consulenten
ja
Paramedische beroepen Kinesitherapeut Logopedist Klinisch psycholoog Psycholoog Pedagoog Apothekersassistent Dietist Ziekenhuisapotheker Laborant Psychotherapeut Assistent in de psychologie Operator van medische apparatuur Psycholoog in studie- en beroepsorientering Audioloog Muziektherapeut
- Departement Werk en Sociale Economie
ja
Sectorfoto Social profit 2008
13
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaanderen
Sector
Aandeel
Particuliere Schoonmaker
ja
17012
5920
34,8%
Klassieke (professionele) schoonmaker
ja
4076
780
19,1%
530
381
71,9%
Administratieve bediende
9745
680
7,0%
Uitvoerend bediende
2497
237
9,5%
Medisch assistent
249
221
88,8%
Medisch secretaresse
299
218
72,9%
Receptionist
2514
118
4,7%
Boekhouder
162
90
55,6%
Administratief kaderpersoneel niveau 1 openbaar bestuur
479
30
6,3%
Hulpbediende
176
28
15,9% 2,6%
Logistiek - Onderhoud
Logistieke hulp - afdelingshulp in zieken&rusthuizen Ondersteunende administratieve functies
Bediende in de boekhouding Technisch-administratief bediende
ja
Bediende - begeleider op trein, tram, bus Magazijnbediende
840
22
1906
21
1,1%
185
20
10,8%
1159
20
1,7%
Bediende planning en logistiek
ja
1373
17
1,2%
Call center medewerker
ja
2341
16
0,7%
Keukenhulp
3668
368
10,0%
Handlanger (halfzwaar werk)
1450
265
18,3%
Ondersteunende uitvoerende functies
Klusjesman gebouwen
ja
Productiearbeider Inpakker met de hand Strijkster met de hand
ja
Onderhoudsarbeider van gebouwen
ja
Bewaker - bedrijfsportier
768
210
27,3%
4531
163
3,6%
1727
112
6,5%
515
110
21,4%
707
102
14,4%
1783
99
5,6%
Arbeider in de land- en tuinbouw
ja
887
90
10,1%
Chef de partie - hulpkok
ja
1091
87
8,0%
Tuinier
ja
523
78
14,9%
199
69
34,7%
Keukenhulp - collectiviteiten Keukenverantwoordelijke - chef-kok
601
59
9,8%
Huisknecht - huismeid (niet inwonend)
ja
345
58
16,8%
Kok grootkeuken
125
57
45,6%
Chauffeur - ambulancier
97
51
52,6%
3081
47
1,5%
Insteller bediener van een inpakmachine
242
41
16,9%
Bedrijfschauffeur (personenwagens en minibusjes)
177
36
20,3%
383
35
9,1%
368
35
9,5%
Mecanicien-hersteller van fietsen
162
34
21,0%
Afwasser
557
33
5,9%
753
33
4,4%
Magazijnarbeider onderdelen en wisselstukken - opslag- en
ja
stapelplaatsen
Helper magazijnarbeider Kok traiteurdienst - onderchef keuken - sous-chef
Bestuurder lichte vrachtwagen - vaste wagen (max. 7,5 ton)
- Departement Werk en Sociale Economie
ja
ja
Sectorfoto Social profit 2008
14
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaanderen
Sector
Aandeel
Handlanger bouw
357
30
8,4%
Afvalsorteerder
419
30
7,2%
Helper wasserijarbeider
234
27
11,5%
Drankkelner brasserie, taverne, bistro, cafe, tea-room
ja
1428
27
1,9%
Schilder - decorateur
ja
601
24
4,0%
430
22
5,1%
464
22
4,7%
96
20
20,8%
Handlanger (zwaar werk) Sanitair installateur - loodgieter
ja
Helper ordehandhaver Bestuurder van ziekenwagen Chauffeur distributie
ja
Perser , strijkster met de machine
ja
Bestelwagenbestuurder
18
18
100,0%
683
18
2,6%
79
17
21,5%
259
17
6,6%
Onderhoudselektricien
ja
823
16
1,9%
Tuinaanlegger - bosaanlegger
ja
308
16
5,2%
Dierenverzorger - stalknecht
109
15
13,8%
Helper kapper of schoonheidsspecialist
107
15
14,0%
Bestuurder kleine bus (maximum 9 meter)
ja
30
15
50,0%
Stikster - geen kleding -
ja
119
14
11,8%
79
12
15,2%
Kapper voor dames en heren
ja
676
12
1,8%
Onderhoudsmecanicien en hersteller machines en
ja
2064
12
0,6%
Residentieel elektrotechnisch installateur (bouwelektricien)
ja
870
12
1,4%
Dispatcher - transportplanner
ja
595
12
2,0%
Carrosserieschilder
ja
147
11
7,5%
Hulpkelner
ja
353
11
3,1%
Kamerpersoneel
ja
Conciërge - huisbewaarder
industriële installaties
430
11
2,6%
Arbeider in de bosbouw
109
10
9,2%
Handlanger ruwbouw
294
10
3,4%
Steward - horeca
28
10
35,7%
Arts
70
22
31,4%
Arts - specialist
42
21
50,0%
487
121
24,8%
1551
117
7,5%
594
98
16,5%
Artsen
Management functies Kwaliteitsverantwoordelijke Veiligheidsverantwoordelijke
ja
Secretaris District verkoopsmanager-area salesmanager
ja
Marketingsverantwoordelijke, -manager Directieassistent personeelszaken - hrm
ja
Verantwoordelijke loon-, salaris-en personeelsadministratie Projectleider (project in matrixverband) Coördinator / functionaris (cultuur, sport, jeugdwerking, ...)
ja
Directiesecretaris
ja
Directieassistent van de algemene directie
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
115
91
79,1%
2072
88
4,2%
2606
86
3,3%
1254
52
4,1%
125
50
40,0%
1800
38
2,1%
508
37
7,3%
1162
28
2,4%
15
Ontvangen vacatures in 2007 Economist
Knelpunt
Vlaanderen
Sector
Aandeel
ja
1038
25
2,4%
598
25
4,2%
1697
24
1,4%
118
18
15,3%
Personeelsverantwoordelijke Jurist
ja
Verantwoordelijke logistiek Verantwoordelijke vorming en opleiding
660
17
2,6%
ja
461
16
3,5%
692
14
2,0%
ja
1803
13
0,7%
Kwaliteitscontroleur
28
13
46,4%
Projectleider - informatica
160
13
8,1%
Verantwoordelijke interne communicatie
2083
11
0,5%
86
10
11,6%
688
60
8,7%
Financieel en/of administratief verantwoordelijke Productieverantwoordelijke Algemeen verantwoordelijke profit sector
Algemeen verantwoordelijke non profit sector Technische beroepen Toepassingsprogrammeur - informatica Stedenbouwkundige
973
42
4,3%
2061
38
1,8%
Support - informatica
392
34
8,7%
Technicus
267
33
12,4%
Netwerkbeheerder - informatica
465
25
5,4%
Ingenieur bouwkunde
ja
Technicus klinische scheikunde
ja
1626
23
1,4%
Ingenieur
ja
633
21
3,3%
Tandtechnicus
ja
66
20
30,3%
Architect
ja
3846
19
0,5%
Systeembeheerder - informatica
416
17
4,1%
Technicus elektromechanica
207
17
8,2%
Monitor beschutte werkplaats
839
13
1,5%
Leraar-docent in de wetenschappen - hoger onderwijs
703
45
6,4%
Leerkracht basisonderwijs
1827
27
1,5%
Niet onderwijzend pedagogisch personeel
376
17
4,5%
Leraar 3de graad secundair onderwijs - ASO-KSO-TSO
1685
14
0,8%
Leraar-docent in de letteren - hoger onderwijs
189
11
5,8%
7201
55
0,8%
Onderwijs - Vorming
Commerciële functies Vertegenwoordiger
ja
Commercieel bediende
ja
6021
28
0,5%
11067
28
0,3%
4930
27
0,5%
2389
24
1,0%
Schoonheidsspecialist(e)
555
17
3,1%
Reclame- en publiciteitsmedewerker - promoteam
108
16
14,8%
Handelsagent
69
10
14,5%
Verkoper Winkelverkoper - aanvuller - kassier Filiaalhouder of handelszaakbeheerder
ja
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
16
Tabel 7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de social profit (Vlaams Gewest, 2007) Ontvangen vacatures in 2007
Nace 92 (Cultuur, recreatie en sport)
Knelpunt
Sector
Management functies Coordinator / functionaris (cultuur, sport, jeugdwerking, ...) Filiaalhouder of handelszaakbeheerder Organisator evenementen - beurzen - tentoonstellingen - popconcerten, ... Directieassistent van de algemene directie Financieel en/of administratief verantwoordelijke
ja
28 19 57 13 20
Animatie - vorming Monitor opvoeder - spelleider Kinderoppas - kindermeid - gouvernante Animator toeristische centra Helper voor sportbeoefening Redder (strand en zwembad) Leraar 3de graad secundair onderwijs - ASO-KSO-TSO Kinesitherapeut Sporttrainer Monitor lichamelijke opvoeding en sportactiviteit Acteur
15 16 84 81 56 26 21 319 294 11
Ondersteunende administratieve functies Receptionist Administratieve bediende Onthaalhostess - toerisme Boekhouder Bediende planning en logistiek Bediende in de boekhouding Call center medewerker Uitvoerend bediende Reclame- en publiciteitsmedewerker - promoteam
ja ja ja
146 132 115 13 16 18 20 54 99
Ondersteunende technische en logistieke functies Helper in de diensten- of vermaaksector Technicus elektromechanica Kok traiteurdienst - onderchef keuken - sous-chef Productiearbeider Tuinaanlegger - bosaanlegger Klusjesman gebouwen Dierenverzorger - stalknecht Tuinier Zaalmedewerker fast-food, sneldienstrestauratie Keukenverantwoordelijke - chef-kok Handlanger (licht werk) Barman Onderhoudsarbeider van gebouwen Bewaker - bedrijfsportier Chef de partie - hulpkok Keukenhulp Helper zaal Handlanger (halfzwaar werk) Keukenmedewerker fastfood - sneldienstrestauratie Drankkelner brasserie, taverne, bistro, cafe, tea-room
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
ja ja ja ja ja ja
ja ja
ja
276 10 12 11 10 16 17 17 20 20 32 52 41 41 38 63 95 28 76 73
17
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Sector
Technicus
ja
10
Support - informatica
ja
10
Technische beroepen
Cameraman (film - video - tv)
11
Filmmonteur
10
Standen- en decorbouwer
ja
11
Beeld- en/of geluidstechnicus
ja
37
Klassieke (professionele) schoonmaker
ja
111
Particuliere Schoonmaker
ja
67
Onderhoud
Commerciële functies Croupier
28
Schoonheidsspecialist(e)
11
Verkoper
124
Vertegenwoordiger
ja
61
Commercieel bediende
ja
31
Televerkoper
ja
14
Filiaalassistent - eerste verkoper - rayon verantwoordelijke
ja
13
Kassier
36
Winkelverkoper - aanvuller - kassier
34
Klantendienstmedewerker - verkoopsassistent
34
Loketbediende - weddenschappen, kansspelen
21
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
18
5. De opleidingsinspanningen Hieronder vinden we de opleidingsinspanningen in de social profit. In tegenstelling tot de voorgaande hebben deze cijfers betrekking op België in z’n geheel, en niet enkel op het Vlaams Gewest. De social profit werd hier afgebakend aan de hand van nace-code 85 (gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening). Gegevens voor Nace 92 (cultuur, recreatie, sport) zijn niet beschikbaar9. Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de Sociale Balansen van 5.761 ondernemingen uit de social profit, 40,9% van alle ondernemingen uit de sector die hun jaarrekeningen hebben ingediend10. Tabel 8: Opleidingsinspanningen in de bedrijven in de social profit (België, 2006) Ondernemingen met
Deelnemers aan
opleidings-activiteiten
een opleiding
Opleidingskost
Opleidingsuren
% van
% van de
% van
% van
Gemiddelde
totaal aantal
gemiddelde
personeels-
Gemiddelde
gewerkte
per
ondernemingen
werkgelegenheid
kosten
per uur (€)
uren
deelnemer
Social profit
12,2
47,1
0,77
29,1
0,72
17,4
Privésector totaal
4,8
32,5
1,08
46,8
0,71
29,6
Bron: Nationale Bank van België (Sociale Balansen CD-rom 2006) (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
De social profit (enkel Nace 85) is erg actief in het creëren van mogelijkheden aan hun werknemers om opleidingen te volgen. 12,2% van de ondernemingen uit de sector hebben hun werknemers in 2006 opleidingen laten volgen, bijna 3 maal zoveel als in de gehele privésector. Bijna 1 op 2 werknemers nam ook effectief deel aan zo’n opleiding (47,1%), tegenover 1 op 3 in alle sectoren samen. De opleidingen zijn wel vrij kort, gemiddeld 17,4 uur per deelnemer, waardoor ook de kost van de opleidingen veel lager ligt dan in de meeste andere sectoren.
Bij het gebruik van de betreffende gegevens op basis van deze NACE-codes is overlapping met de sectorfoto’s voor lokale besturen niet uit te sluiten. 10 Meer informatie over welke bedrijven jaarrekeningen en/of sociale balansen moeten indienen vindt u op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). 9
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
19
6. De individuele beroepsopleiding in de onderneming De tewerkstellingsmaatregel IBO staat voor individuele beroepsopleiding in de onderneming. Dit is een opleiding waarbij de cursist door de onderneming op de werkplek wordt getraind en begeleid. De IBO kan 1 tot 6 maanden duren en tijdens deze opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht om hem een contract voor onbepaalde duur te geven. De social profit werd afgebakend op basis van nace-codes 85 (gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, exclusief dierenartsen, artsen- en tandartsenpraktijken) en 92 (cultuur, recreatie, sport)11. Tabel 9: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007) Social profit
Vlaanderen
n
%
%
Totaal aantal IBO’s
343
100,0
100,0 (n=14.718)
Man Vrouw
144 199
42,0 58,0
69,3 30,7
88 159 96
25,7 46,4 28,0
40,7 44,7 14,6
168 155 20
49,0 45,2 5,8
52,4 44,9 2,7
98 82 39 88 36 -
28,6 23,9 11,4 25,7 10,5 -
21,7 12,5 19,1 25,5 19,6 1,6
134 59 61 53 25 11
39,1 17,2 17,8 15,5 7,3 3,2
47,1 17,7 16,4 11,0 6,5 1,3
<10 werknemers 10-49 werknemers 50-199 werknemers 200-499 werknemers >499 werknemers
140 80 82 22 19
40,8 23,3 23,9 6,4 5,5
54,3 25,4 8,7 4,6 7,1
Allochtonen
30
8,7
16,7
Arbeidsgehandicapten
29
8,5
6,4
Ongunstige stopzettingen
66
19,2
19,4
Studieniveau Laag Midden Hoog Leeftijd -25 jaar 25-49 jaar +50 jaar Woonplaats Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg Buiten Vlaanderen Werkloosheidsduur < 3 maanden 3 - 6 maanden 6 maanden - 1 jaar 1 - 2 jaar 2 - 5 jaar + 5 jaar Ondernemingsgrootte
Bron: VDAB Bij het gebruik van de betreffende gegevens op basis van deze NACE-codes is overlapping met de sectorfoto’s voor lokale besturen en podiumkunsten niet uit te sluiten. 11
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
20
• In de social profit werden in 2007 343 IBO’s opgestart, of 2,3% van alle opgestarte IBO’s in Vlaanderen, wat vrij weinig is in vergelijking met het aandeel van de social profit in de Vlaamse privésector (11,7%). Een verklaring hiervoor is dat de meest typische social profit beroepen enkel toegankelijk zijn voor personen die beschikken over een bepaald diploma of die een erkende opleiding gevolgd hebben. 192 van deze IBO’s werden opgestart in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, en 151 in de socioculturele sector. • 58% van de IBO’s werden ingevuld door vrouwen. In de gezondheidszorg zijn vrouwen sterk oververtegenwoordigd in de IBO’s. In de socio-culturele sector zijn het vooral mannen die in een IBO stappen. • De meeste IBO’s in de social profit worden opgestart door middengeschoolden, maar het zijn vooral de hooggeschoolden die oververtegenwoordigd zijn ten opzichte van het gemiddelde. Over het algemeen maken hooggeschoolden minder vaak gebruik van dit instrument, maar omdat in de social profit relatief hoge scholingsvereisten bestaan stappen hooggeschoolden toch vaker in een IBO. • Jongeren zijn relatief ondervertegenwoordigd in de IBO’s in de gezondheidssector, maar niet in de socio-culturele sector. • Allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in de IBO’s in de social profit, en arbeidsgehandicapten zijn (licht) oververtegenwoordigd tov het IBO bereik in het Vlaamse gewest.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
21
7. Diversiteitsplannen Met een subsidiëring van diversiteitsplannen moedigt de Vlaamse Overheid ondernemingen, organisaties en lokale besturen aan om werk te maken van een divers personeelsbeleid. Een diversiteitsplan kan afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. In elk diversiteitsplan worden streefcijfers mbt de instroom, doorstroom, opleiding en/of retentie van de prioritaire kansengroepen (allochtonen, 50+ en personen met een arbeidshandicap) opgenomen. Organisaties kunnen onder bepaalde voorwaarden een subsidie verkrijgen voor de ontwikkeling en uitvoering van een diversiteitsplan en kunnen beroep doen op de kosteloze externe begeleiding via een projectontwikkelaar.Er zijn 4 verschillende varianten van diversiteitsplannen: • • • •
Instapdiversiteitsplannen: opstap naar HR-beleid Diversiteitsplannen: meerdere diversiteitsbevorderende acties Groeidiversiteitsplannen: verankering van diversiteitsbeleid door opvolgacties Clusterdiversiteitsplannen: in meerdere bedrijven of bedrijfseenheden
Tabel 10: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007) 2007 2006
Instapplan
Diversiteitsplan
Clusterplan
Groeiplan
Totaal
Social profit
43
45
9
29
126
Alle sectoren
257
186
88
89
620
Social profit
37
22
13
21
93
Alle sectoren
251
184
36
56
527
Bron: Departement WSE
Tussen 2006 en 2007 steeg het aantal diversiteitsplannen in de social profit van 93 naar 126, een stijging van +35,5%. Met deze 126 diversiteitsplannen vertegenwoordigt de sector niet minder dan 20,3% van alle diversiteitsplannen in Vlaanderen.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Social profit 2008
22
Samen talent in goede banen leiden
Departement Werk en Sociale Economie