1/14
Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr. 54/2008 van 10 december 2008
Betreft: aanvraag tot uitbreiding van de machtigingen van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie en Corve tot het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR (RN/MA/2008/060)
Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met
betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1993 tot regeling van de toegang tot de
informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het vervullen van taken met betrekking tot de toekenning van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen en de beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006; Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie en Corve ontvangen op 10/10/2008;
Ber RR 54/2008 - 2/14
Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies, gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 07/11/2008; Gelet op het technisch en juridisch advies, ontvangen op 09/12/2008; Gelet op het verslag van de wnd Voorzitter; Beslist op 10/12/2008, na beraadslaging, als volgt:
I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG Het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, hierna VSAWSE, stelt dat het bij koninklijk besluit van 29 juni 1993 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het
gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het vervullen van taken met betrekking tot de toekenning van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen, gemachtigd werd om toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, WRR. Corve werd bij beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006 gemachtigd om toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 13° en tweede lid, WRR. Beide wensen thans een uitbreiding van hun respectieve machtigingen te bekomen: •
VSAWSE wenst ook een toegang tot het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR evenals de wijzigingen ervan;
•
Corve wenst naast een toegang tot het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR eveneens over een toegang tot de gegevens van het wachtregister te beschikken.
Ber RR 54/2008 - 3/14
II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG 1. Voor wat het VSAWSE betreft Bij koninklijk besluit van 29 juni 1993 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van
het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het vervullen van taken met betrekking tot de toekenning van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen, werd de administratie Werkgelegenheid van het departement Economie, Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gemachtigd om toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9° en tweede lid, WRR voor het
vervullen
van
taken
met
betrekking
tot
de
toekenning
van
arbeidskaarten
en
arbeidsvergunningen. De koninklijke besluiten waarnaar deze machtiging verwijst in verband met de tewerkstelling van vreemdelingen en de toekenning van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen werden ondertussen wel opgeheven en vervangen door recentere reglementering terzake 1 . Het VSAWSE werd opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2005 tot oprichting
van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie 2 als intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van de Vlaamse Overheid (artikel 2). Artikel 4 somt de taken van het VSAWSE op. Daartoe behoort onder meer het uitvoeren van maatregelen tot het
reguleren van de arbeidsmarkt. Daartoe behoort het afleveren van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen. Dit gebeurt door de cel Migratie van het VSAWSE. Het VSAWSE is dus de rechtsopvolger van de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor wat het afleveren van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen betreft. In haar advies nr. 14/2004 van 25 november 2004 oordeelde de Commissie dat indien een bepaalde dienst of instantie voor een welbepaalde finaliteit over een machtiging beschikt, diens rechtsopvolger voor dezelfde finaliteit geen nieuwe machtiging moet vragen. Dit betekent dat het VSAWSE op basis van het koninklijk besluit van 29 juni 1993 - voor de erin vermelde doeleinden en overeenkomstig de erin opgelegde modaliteiten - beschikt over een toegang
1
Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. 2
Genomen ter uitvoering van het kaderdecreet van de Vlaamse Gemeenschap van 18 juli 2003 bestuurlijk beleid en van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse Administratie.
Ber RR 54/2008 - 4/14
tot een aantal gegevens van het Rijksregister en dat zij het identificatienummer van het Rijksregister mag gebruiken. Het Comité kan zijn onderzoek dus beperken tot het nagaan of de gewenste toegang tot het gegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR, proportioneel is in het licht van het doeleinde met het oog op hetwelk het VSAWSE reeds over een machtiging beschikt, namelijk het verstrekken van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen (artikel 4, § 1, 3°, WVP).
A. PROPORTIONALITEIT A.1. Ten overstaan van het informatiegegeven A.1.1. Voor de duidelijkheid wordt de ratio legis van de toevoeging van dit informatiegegeven even in herinnering gebracht. Dit gegeven werd ingevoegd teneinde het netwerk van de sociale zekerheid
en de gewestgelijke administraties bevoegd voor werkgelegenheid toe te laten de gegevens met betrekking tot de verblijfstitels van vreemdelingen op Belgisch grondgebied te gebruiken en dit in het kader van een centrale databank (kadaster) van alle informatie rond tewerkstelling van uit het buitenland op Belgisch grondgebied en van het uniek loket, ingesteld door het Limosa-project (Kamer, doc 51-2773/001 blz.109). Er werd verder opgemerkt: “Ten aanzien van deze personen is het absoluut noodzakelijk dat de
overheden bevoegd voor de aflevering van bijvoorbeeld de arbeidsvergunningen de mogelijkheid hebben vast te stellen of de persoon effectief over een verblijfsvergunning beschikt. Dit geldt eveneens voor de inspectiediensten” (Kamer, doc 51-2773/001, blz.109). Met de opname van dit gegeven in het Rijksregister wenst men dus o.a. de diensten die, zoals de VSAWSE, belast zijn met het afleveren van arbeidskaarten en vergunningen de mogelijkheid te bieden om een toegang te krijgen tot betrouwbare informatie. Het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot bepaling van de informatietypes, verbonden met de
informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen legt per informatiegegeven een aantal informatietypes vast die de werkelijke inhoud van de informatiegegevens verduidelijken. Voor het informatiegegeven
“de verblijfstoestand voor vreemdelingen bedoeld in artikel 2” gebeurt dit aan de hand van 4 informatietypes, zijnde: •
de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten (IT 195);
Ber RR 54/2008 - 5/14
•
de beroepskaart voor vreemdelingen die een zelfstandige activiteit uitoefenen (IT 197);
•
de arbeidsvergunning (IT 198);
•
de
bijzondere
informatiegegevens
met
betrekking
tot
de
verblijfstoestand
van
vreemdelingen (IT 202). A.1.2. De aflevering van arbeidskaarten of arbeidsvergunningen is afhankelijk van het voldoen aan een aantal voorwaarden. Vooraleer tot de aflevering over te gaan, moet het VSAWSE nagaan of deze vervuld zijn. Het VSAWSE stelt dat een toegang tot "de verblijfstoestand voor vreemdelingen
bedoeld in artikel 2” en de 4 eraan gekoppelde informatietypes, relevant is voor het efficiënt en correct uitvoeren van zijn werkzaamheden. Het Comité stelt vast:
¾
Dat het IT 195 betrouwbare informatie bevat m.b.t. de verblijfstoestand van de betrokkene in het licht van de wet van 15 december 1980 3 . Het stelt het VSAWSE in staat om vlot en zonder administratieve last voor de betrokkene te controleren of hij in aanmerking komt voor een arbeidskaart dan wel dat hij vrijgesteld is (artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 4 );
¾
Dat bijvoorbeeld artikel 17, 3°, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 bepaalt dat de arbeidskaart C kan afgeleverd worden aan een buitenlandse onderdaan die gemachtigd of toegelaten werd tot een verblijf van beperkte duur, met mogelijkheid van verblijf voor onbepaalde duur, behoudens wanneer die verblijfsvergunning werd afgeleverd met het oog op de uitoefening van een zelfstandig beroep. Een toegang tot het IT 197 stelt het VSAWSE in staat om te controleren of er al dan niet op naam van de betrokkene een beroepskaart voor een zelfstandige activiteit werd afgeleverd;
¾
Dat ingevolge artikel 8 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 een arbeidsvergunning maar kan toegekend worden wanneer het niet mogelijk is om binnen een redelijke termijn op de arbeidsmarkt een geschikte werknemer te vinden. Artikel 9 voorziet in een aantal uitzonderingen daarop. Zo wordt er bij het verstrekken van een vergunning geen rekening gehouden met de arbeidsmarkt wanneer die vergunning betrekking heeft op de echtgenoot en de kinderen van een buitenlandse onderdaan van wie het recht op verblijf wordt beperkt door de geldigheid van zijn arbeidskaart of beroepskaart. Aan de hand van een toegang tot
3
Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
4
Koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van
buitenlandse werknemers.
Ber RR 54/2008 - 6/14
het IT 198 kan het VSAWSE controleren of aan de echtgenoot of de ouder(s) in een ander gewest al dan niet een arbeidskaart B 5 werd uitgereikt;
¾
Dat artikel 17 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 opsomt aan welke categorieën van personen
een
arbeidskaart
C
kan
toegekend
worden.
Op
de
kartonnen
vreemdelingenkaarten werden vermeldingen opgenomen die verwezen naar de reden van verblijf en daaruit kon de categorie waartoe de betrokkene behoorde worden afgeleid zoals bijvoorbeeld student, in België erkend vluchteling. Op de elektronische vreemdelingenkaart wordt dergelijke informatie niet opgenomen. In het IT 202 6 worden de redenen van verblijf opgegeven. Die informatie is voor de VSAWSE relevant omdat ze toelaat te bepalen of iemand behoort tot een van de in artikel 17 opgesomde categorieën. Samenvattend: in het licht van het beoogde doeleinde is een toegang tot het informatiegegeven "de
verblijfstoestand voor vreemdelingen bedoeld in artikel 2”
en de 4 bijhorende informatietypes
gepast (artikel 4, § 1, 3°, WVP).
A.1.3. Het VSAWSE wenst tevens een toegang te krijgen tot de opeenvolgende wijzigingen van voormeld gegeven gedurende een periode van 10 jaar voorafgaand aan de raadpleging. De toepassing van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 vereist dat een aantal persoonlijke gegevens in de tijd gecontroleerd worden. Hierbij kan ter illustratie o.a. verwezen worden naar artikel 16 van dit koninklijk besluit dat zegt: “De
arbeidskaart A wordt toegekend aan de buitenlandse onderdaan die, over een maximale periode van tien jaar wettig en ononderbroken verblijf onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag, bewijst dat hij vier jaar arbeid met een arbeidskaart B heeft verricht.”. Het Comité stelt vast dat de toegang tot de wijzigingen van het informatiegegeven gedurende een periode
van 10
jaar die
voorafgaat
aan
de
raadpleging
in
overeenstemming
is
met
artikel 4, § 1, 3°, WVP.
A.2. Ten opzichte van de frequentie van de toegang en duur van de machtiging Het VSAWSE wenst over een permanente toegang te beschikken en dit voor onbepaalde duur.
5
De arbeidsvergunning en de arbeidskaart B zijn aan elkaar gelinkt: wanneer de werkgever voor een bepaalde werknemer een arbeidvergunning krijgt, zal aan die werknemer een arbeidskaart B verstrekt worden. 6 Zie artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 januari 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot
bepaling van de informatietypes, verbonden met de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Ber RR 54/2008 - 7/14
Het Comité stelt vast dat dit dezelfde modaliteiten zijn als de toegang waarover het VSAWSE reeds beschikt. Gelet op de aard van de werkzaamheden – er worden voortdurend aanvragen tot het bekomen van een arbeidskaart en arbeidsvergunning behandeld - en het feit dat de taken van het VSAWSE niet in de tijd werden bepaald, is een permanente toegang voor onbepaalde duur gepast (artikel 4, § 1, 3°, WVP).
A.3. Ten opzichte van de bewaringstermijn Het VSAWSE stelt in de initiële aanvraag een bewaringstermijn van 10 jaar voorop. Uit de bijkomende informatie verstrekt op 14 november blijkt evenwel echter dat de bewaringstermijn bepaald wordt door de activiteit die in een dossier wordt ontwikkeld. Volgens de bijkomende informatie worden de gegevens uit het Rijksregister afgedrukt en vervolgens in het papieren dossier worden geklasseerd. Een arbeidskaart wordt telkens voor een bepaalde tijd toegekend, meestal een jaar, met mogelijkheid voor hernieuwing (artikelen 3, 18 en 31 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999). De gegevens worden bewaard zolang het dossier actief is. De dossiers waarin gedurende 2 opeenvolgende jaren geen hernieuwing gebeurde, worden overgebracht naar het archief van de Vlaamse Overheid te Grimbergen. Concreet betekent dit dat de gegevens in de papieren dossiers bijgehouden worden, enerzijds zolang dit nodig is voor het uitvoeren van taken in het kader van de wet van 30 april 1999 en het koninklijk besluit van 9 juni 1999 en anderzijds, zoals voorgeschreven door de bepalingen in verband met het archiefwezen. Het Comité is van oordeel dat dit conform is aan artikel 4, § 1, 5°, WVP.
A.4. Intern gebruik en/of mededeling aan derden Het VSAWSE zal in de eerste plaats de gegevens intern gebruiken met het oog op nagaan of de voorwaarden voor het verkrijgen van een arbeidskaart of een arbeidsvergunning vervuld zijn. Uit de uitleg verstrekt door het VSAWSE blijkt dat zij het gegeven, dat het voorwerp uitmaakt van de uitbreiding, niet meedeelt aan derden. Wel wordt een ander gegeven uit het Rijksregister meegedeeld, namelijk de hoofdverblijfplaats. Wanneer een arbeidsvergunning wordt toegekend, wordt deze toegestuurd aan de werkgever met de melding dat het hem toegelaten is een bepaalde vreemdeling tewerk te stellen. In die brief wordt steeds het recentste adres van de betrokken werknemer vermeld.
Ber RR 54/2008 - 8/14
Het Comité stelt vast dat dit, rekening houdend met het doeleinde, aanvaardbaar is (artikel 4, § 1, 3°, WVP)
B. VEILIGHEID B.1. Consulent inzake informatieveiligheid De identiteit van de consulent inzake informatieveiligheid werd meegedeeld. De betrokkene werd reeds door het Comité aanvaard als consulent inzake informatieveiligheid in het kader van de beraadslaging RR nr. 27/2008 van 4 juli 2008.
B.2. Informatieveiligheidsbeleid Uit de door het VSAWSE meegedeelde stukken blijkt dat hij over een veiligheidsbeleid beschikt evenals over een plan in toepassing ervan. Het Comité heeft er akte van genomen.
B.3. Personen die toegang hebben tot het informatiegegeven van het Rijksregister en lijst van deze personen De personeelsleden van het VSAWSE die belast zijn met het toekennen en valideren van arbeidsvergunningen en arbeidskaarten zullen over een toegang tot het informatiegegeven van het Rijksregister beschikken. Het VSAWSE moet, zoals voorgeschreven door artikel 12 WRR, een lijst opstellen waarop de personen worden vermeld die toegang hebben tot het Rijksregister. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van het Comité gehouden worden. De personen die op deze lijst worden opgenomen moeten daarenboven een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens te bewaren.
Ber RR 54/2008 - 9/14
C. OPMERKING In de aanvraag stelt het VSAWSE dat hij ook over een toegang tot de actuele gegevens van het wachtregister beschikt evenals tot de opeenvolgende wijzigingen. Het Comité stelt vast dat:
¾
Het koninklijk besluit van 6 januari 1997 waarbij aan bepaalde openbare overheden toegang
wordt verleend tot de informatiegegevens die worden bewaard bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot de vreemdelingen die in het wachtregister zijn ingeschreven, de Administratie Werkgelegenheid van de Vlaamse Gemeenschap machtigt om toegang te hebben tot de actuele gegevens van het wachtregister met het oog op het toekennen en intrekken van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen;
¾
Zoals onder punt 1 werd uiteengezet moet het VSAWSE beschouwd worden als de rechtsopvolger van de Administratie Werkgelegenheid voor wat het verlenen van arbeidskaarten en arbeidsvergunningen betreft. Als rechtsopvolger moet het VSAWSE voor dezelfde finaliteit geen nieuwe machtiging vragen. Hij beschikt dus op basis van het koninklijk besluit van 6 januari 1997 over een toegang tot de gegevens van het wachtregister;
¾
Artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 januari 1997 somt de overheden en diensten op die toegang krijgen tot de actuele gegevens van het wachtregister. De Administratie Werkgelegenheid wordt uitdrukkelijk in deze categorie vermeld namelijk, als een dienst ressorterend onder een overheid bedoeld in het toenmalige artikel 5, derde lid, 2°, WRR (de federale minister en de gewestelijke ministers tot wier bevoegdheid de tewerkstelling en de arbeid behoren);
¾
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 januari 1997 dat de overheden en diensten opsomt die toegang krijgen zowel tot de actuele gegevens van het wachtregister evenals de opeenvolgende wijzigingen ervan, bevat geen enkele verwijzing noch naar een overheid bedoeld in het toenmalige artikel 5, derde lid, 2°, WRR noch naar de Administratie Werkgelegenheid.
Hieruit besluit het Comité dat de toegang tot het wachtregister van het VSAWSE beperkt is tot de actuele gegevens. Hij strekt zich dus niet uit tot de opeenvolgende wijzigingen zoals beweerd wordt in de aanvraag.
Ber RR 54/2008 - 10/14
2. Voor wat Corve betreft Corve werd bij beslissing van de Vlaamse Regering van 8 april 2005 opgericht en had als doel de nodige ondersteunende diensten te leveren met het oog op de toepassing van het principe “eenmalig inzamelen en maximaal hergebruiken van gegevens” 7 . Met het oog daarop zorgt Corve voor de ontsluiting van authentieke gegevensbronnen, waaronder het Rijksregister, ten behoeve van de Vlaamse overheden zodat de behoorlijk gemachtigden onder hen op een eenvoudige en uniforme wijze gegevens uit het Rijksregister verkrijgen. Met het oog daarop werd aan Corve bij beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006 een toegang verleend tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 13°, en tweede lid, WRR. Het Comité kan zijn onderzoek dus beperken tot het nagaan of de gewenste toegang van Corve tot het gegeven, vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR en de gegevens van het wachtregister in het licht van het hiervoor vermelde doeleinde, proportioneel is (artikel 4, § 1, 3°, WVP).
A. PROPORTIONALITEIT A.1. Ten overstaan van het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, en tweede lid, WRR Corve zal een informaticatoepassing ter beschikking stellen van haar doelpubliek waardoor diegenen die over een machtiging beschikken om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, dit op dezelfde wijze en via hetzelfde kanaal zullen raadplegen. Het Comité stelt vast dat om dit in de praktijk te realiseren, Corve aan de gemachtigden alle informatiegegevens uit het Rijksregister moet kunnen verstrekken waartoe deze laatsten toegang hebben. Dit betekent dat hij, gelet op zijn ruim doelpubliek, in staat moet zijn om alle in het eerste lid vermelde gegevens te leveren evenals de wijzigingen ervan, dus ook het bij artikel 166 van de
Programmawet I van 27 december 2006 aan het artikel 3 toegevoegde informatiegegeven "de verblijfstoestand voor vreemdelingen bedoeld in artikel 2”.
7 Momenteel wordt er besluit van de Vlaamse Regering voorbereid ter uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. In dit besluit zullen normaliter de opdrachten van Corve - o.a. de integrator-
en routerfunctie - worden vastgelegd met het oog op de rechtszekerheid. Corve zou voortaan deel uitmaken van de Dienst voor Afzonderlijk beheer ICT vermeld in het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007.
Ber RR 54/2008 - 11/14
Samenvattend: in het licht van het beoogde doeleinde is een toegang tot het informatiegegeven "de
verblijfstoestand voor vreemdelingen bedoeld in artikel 2”
en de 4 bijhorende informatietypes
gepast (artikel 4, § 1, 3°, WVP).
A.2. Ten opzichte van de gegevens van het wachtregister Tot 18 juni 2007 was de Koning bevoegd om toegang te verlenen tot de gegevens van het wachtregister. Vanaf die datum werd die bevoegdheid toevertrouwd aan het Comité 8 . Op het ogenblik dat aan Corve bij beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006 toegang werd verleend tot het Rijksregister, was het Comité, en dus a fortiori de Commissie die loco het Comité optrad, niet bevoegd om toegang te verlenen tot de gegevens van het wachtregister. Dit betekent dat niettegenstaande toegang werd verleend tot de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 13°, en tweede lid, WRR, die beraadslaging geen machtiging inhoudt om toegang te hebben tot de gegevens van het wachtregister die betrekking hebben op de administratieve toestand (zie artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 februari 1995 tot vaststelling van de in het
wachtregister vermelde informatiegegevens en tot aanwijzing van de overheden die bevoegd zijn om die gegevens in het wachtregister in te voeren). Een deel van het doelpubliek van Corve beschikt over een toegang tot de gegevens van het wachtregister die betrekking hebben op de administratieve toestand. Corve wenst de behoorlijk gemachtigden eveneens een toegang te bieden tot deze gegevens die in het Rijksregister zijn gebundeld. Het Comité stelt vast dat Corve met het oog op de realisatie van zijn doeleinde - namelijk de diensten van de Vlaamse Overheid de mogelijkheid bieden om op dezelfde wijze en via hetzelfde kanaal de gegevens die in het Rijksregister zijn opgeslagen en die mits machtiging voor derden toegankelijk zijn, te raadplegen – moet in staat zijn om via datzelfde kanaal ook de administratieve gegevens van het wachtregister te routeren. Zoniet zou dit tot een situatie leiden waarbij een gemachtigde via het door Corve ter beschikking gestelde kanaal wel de signalitieke gegevens van een persoon die ingeschreven is in het wachtregister kan raadplegen maar niet zijn administratieve gegevens. Deze laatsten zou de
8
Wet van 15 mei 2007 waarbij de bevoegdheid om toegang te verlenen tot de informatiegegevens van het wachtregister en van het register van de identiteitskaarten toevertrouwd wordt aan het sectoraal comité van het Rijksregister.
Ber RR 54/2008 - 12/14
gemachtigde dan via een ander kanaal moeten raadplegen. Behoudens het feit dat dit niet erg efficiënt is, verhoogt dit tevens de veiligheidsrisico’s. In het licht hiervan is het Comité van oordeel dat een toegang tot de gegevens van het wachtregister die betrekking hebben op de administratieve toestand evenals de opeenvolgende wijzigingen ervan door Corve gepast is.
A.3. Modaliteiten van de toegang tot de gegevens Het Comité is van oordeel dat het, met het oog op de coherentie van de werkzaamheden van Corve, gepast is dat de toegang tot het informatiegegeven "de verblijfstoestand voor vreemdelingen
bedoeld in artikel 2” en de gegevens van het wachtregister overeenkomstig dezelfde modaliteiten geschiedt als de toegang tot de andere gegevens van het Rijksregister. Dit betekent dat de ter zake in de beraadslaging RR nr. 40/2005 geformuleerde vaststellingen hier als herhaald moeten beschouwd worden. Het betreft meer in het bijzonder de punten: •
C.3. voor wat de frequentie van de toegang en de duur van de machtiging betreft;
•
C.4. voor wat de bewaringstermijn betreft;
•
C.5. voor wat het intern gebruik en/of mededeling aan derden betreft;
•
C.6 voor wat de netwerkverbindingen betreft.
Hierbij benadrukt het Comité dat Corve ervoor verantwoordelijk is dat aan de gemachtigden enkel toegang wordt verschaft tot de gegevens waarop zij recht hebben. De rol van Corve bestaat erin om ervoor te zorgen dat zijn doelpubliek (dat gemachtigd is) via een uniform systeem toegang verkrijgt tot het Rijksregister. Om dit te realiseren hoeven de personeelsleden van Corve niet over een toegang tot het Rijksregister te beschikken. Hun taak is immers beperkt tot het uitbouwen van de gepaste omkadering zodat de informatiestroom tussen het Rijksregister en de gemachtigde van toepassing naar toepassing via Corve kan doorgesluisd worden.
Ber RR 54/2008 - 13/14
B. VEILIGHEID B.1. Consulent inzake informatieveiligheid De identiteit van de consulent inzake informatieveiligheid van Corve 9 werd meegedeeld. Hij werd zowel door het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid als door het Comité in het verleden reeds aanvaard als veiligheidsconsulent.
B.2. Informatieveiligheidsbeleid Uit de meegedeelde stukken blijkt dat Corve over een veiligheidsbeleid beschikt evenals over een plan in toepassing ervan. Het Comité heeft er akte van genomen.
B.3. Personen die toegang hebben tot het informatiegegeven van het Rijksregister en de gegevens van het wachtregister en lijst van deze personen Volgens de aanvraag zijn dit de personeelsleden van Corve of van zijn onderaannemer EDS-Telindus die instaan voor de het routerproces en de operationaliteit ervan. Corve moet, zoals voorgeschreven door artikel 12 WRR, een lijst opstellen waarop de personen worden vermeld die toegang hebben tot het Rijksregister en het wachtregister. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van het Comité gehouden worden. De personen die op deze lijst worden opgenomen moeten daarenboven een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens te bewaren.
OM DEZE REDENEN, HET COMITE 1° breidt de bij koninklijk besluit van 29 juni 1993 verleende machtiging uit en machtigt bijgevolg het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie om, onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging, voor onbepaalde duur een permanente toegang te hebben tot het 9
Advies nr. 06/03 van het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid van 14 februari 2006; beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006.
Ber RR 54/2008 - 14/14
informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR evenals tot de opeenvolgende wijzigingen van voormeld gegeven gedurende een periode van 10 jaar voorafgaand aan de raadpleging; 2° breidt de beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006 uit en machtigt Corve om, onder de modaliteiten bepaald in deze beraadslaging evenals deze bepaald in de beraadslaging RR nr. 36/2006 van 20 december 2006, toegang te hebben tot: •
het informatiegegeven vermeld in artikel 3, eerste lid, 14°, WRR evenals tot de opeenvolgende wijzigingen ervan;
•
de gegevens van het wachtregister die betrekking hebben op de administratieve toestand evenals de opeenvolgende wijzigingen ervan;
3° stelt vast dat de toegang van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie tot de gegevens van het wachtregister met betrekking tot de administratieve toestand op basis van artikel 1 het koninklijk besluit van 6 januari 1997 waarbij aan bepaalde openbare overheden toegang
wordt verleend tot de informatiegegevens die worden bewaard bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot de vreemdelingen die in het wachtregister zijn ingeschreven, beperkt is tot de actuele gegevens.
Voor de Administrateur m.v.,
De wnd Voorzitter,
(get.) Patrick Van Wouwe
(get.) Frank Robben