Séance du - Vergadering van 28 janvier - januari 2004

COMMUNE DE SCHAERBEEK

GEMEENTE SCHAARBEEK BULLETIN COMMUNAL GEMEENTEBLAD

N° 1

138 e ANNEE-JAAR

CONSEIL COMMUNAL - GEMEENTERAAD

Séance du - Vergadering van 28 janvier - januari 2004 PRESIDENT - VOORZITTER BERNARD CLERFAYT

Bourgmestre - Burgemeester SOMMAIRE - KORTE INHOUD PROCEDURE DISCIPLINAIRE -=- TUCHTZAAK ORDRE DU JOUR – AGENDA AFFAIRE DISCIPLINAIRE -=-

TUCHTZAAK Audition de M. M. M.-.-.-.-, ouvrier auxiliaire -=- Verhoring van de h. M. M.-..-.-, hulparbeider. .................................................................................................................................5 SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE VERGADERING

SECRÉTARIAT COMMUNAL -=- DIENSTEN VAN DE GEMEENTESECRETARIS Bureau des Assemblées -=- Kantoor der Vergaderingen Association hospitalière locale de Bruxelles et de Schaerbeek/Centre hospitalier Brugmann - Démission de M. Georges VERZIN, Echevin, de ses mandats au sein de cette association -=Plaatselijke Ziekenhuisvereniging van Brussel en Schaarbeek Universitair Verplegingscentrum Brugmann - Ontslag van de h. Georges VERZIN, schepen, uit zijn mandaten binnen deze vereniging. ..........................................................................7 -=DIENSTEN VAN DE SERVICES DU RECEVEUR COMMUNAL GEMEENTEONTVANGER Taxe -=- Belastingen Règlement-taxe sur les surfaces de bureaux - Exercices 2004 à 2008 Modification -=- Belastingreglement op de kantooroppervlakten Dienstjaren 2004 tot 2008 - Wijziging. ...............................................................................................8 Règlement-taxe sur la distribution à domicile de feuilles et de cartes publicitaires ainsi que de catalogues et journaux contenant de la publicité à caractère commercial - Exercices 2004 à 2006 - Modification -=Belastingreglement op de huis-aan-huisdistributie van reclamebladen en –kaarten alsook op catologi en reclamekranten bestemd voor handelsdoeleinden - Dienstjaren 2004 tot 2006 - Wijziging............................................................11 EQUIPEMENT -=- UITRUSTING Budget -=- Begroting Budget pour l'exercice 2004 -=- Begroting van 2004...........................................................................15 Contrôle -=- Controle Fabrique d'église St-François d'Assise - Budget pour l'exercice 2003 - Avis favorable -=- Kerkfabriek van St.- Franciscus van Assisi - Begroting voor 2003 - Gunstig advies ..............................................................................................................26 DEVELOPPEMENT STRATEGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME ONTWIKKELING

Contrat de sécurité et de prévention 2004 - Avenant. -=- Veiligheids- en preventiecontract 2004 - Bijvoegsel .................................................................................................29 AFFAIRES GENERALES -=- ALGEMENE ZAKEN Affaires juridiques -=- Juridische zaken Autorisation d'ester en justice dans l'affaire c/nv DIRIMMO -=- Toelating om in rechte op te treden in het geding t/nv DIRIMMO...........................................................................30

28.01.2004 Autorisation d'ester en justice dans l'affaire c/ la Région de BruxellesCapitale - Taxe régionale "Propriétaire" mise à charge de la commune de Schaerbeek -=- Toelating om in rechte op te treden in het geding t/Brusselse hoofdstedelijk Gewest - Gewestbelasting « Eigenaar » ten laste van de gemeente Schaarbeek..................................................................................................31 Autorisation d'ester en justice dans l'affaire c/ S.A. PHOTO HALL MULTEMEDIA - Recours en appel -=- Toelating om in rechte op te treden in het geding t/S.A. PHOTO HALL MULTIMEDIA - In beroep gaan.....................................35 Police -=- Politie Police de la circulation routière - Règlement général complémentaire Modifications -=- Politie op het wegverkeer - Aanvullend algemeen reglement - Wijzigingen....................................................................................................................36 RESSOURCES HUMAINES -=- HUMAN RESOURCES Statut pécuniaire - Péréquation des pensions des agents mis à la retraite dans l'ancien système - Création d'échelles transitoires -=- Geldelijk statuut - Perekwatie van de pensioenen van beambten, op pensioen gesteld onder het oud-regime - Invoeren van overgangsschalen ...................................................42 INFRASTRUCTURES -=- INFRASTRUCTUREN Bâtiments -=- Gebouwen Groupe scolaire Josaphat/Ruche Restauration des menuiseries extérieures - Majoration de la dépense -=- Schoolgroep JosafatBijenkorf - Restauratie van het buitenschrijnwerk - Meeruitgave....................................................43 Contrats de quartier -=- Wijkcontracten Brabant/Verte - Opération 1.2 - 114-116, rue Linné - Marché de travaux Majoration de la dépense. -=- Brabant/Groen - Operatie 1.2 - 114, 116, Linnéstraat - Werkenopdracht - Meeruitgave..................................................................................45 Brabant/Verte - Parc Reine/Verte - Marché de travaux. -=- Brabant Groen - Park Koningin/Groen - Werkenopdracht.......................................................................................45 SERVICES COMMUNAUX SPECIFIQUES -=- SPECIFIEKE GEMEENTEDIENSTEN Petite enfance -=- Peuters Plan social de l’A.S.B.L. Crèches de Schaerbeek - Prise d’acte. -=- Sociaal plan van de vzw Kinderdagverblijven van Schaarbeek. ...................................................................47 VOTE D'URGENCE -=- SPOEDSTEMMING INFRASTRUCTURE -=- INFRASTRUCTUREN Bâtiments -=- Gebouwen Ecole n° 17 - Démolition et remplacement d'un mur en briques de verre Majoration de la dépense. -=- School nr 17 - Slopen en vervangen van een muur in glassteenblokken - Meeruitgave ..................................................................................47 ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG) INTERPELLATIONS -=- INTERPELLATIES M. Grimberghs : La propreté publique dans la commune de Schaerbeek -=De h. Grimberghs : De openbare netheid in de gemeente Schaarbeek...........................................50 M. Grimberghs : Organisation d’une consultation populaire à Schaerbeek sur la problématique du survol de la commune par les avions tant de jour comme de nuit ainsi que des nuisances sonores que cela engendre -=De h. Grimberghs : Organiseren van een volksraadpleging te Schaarbeek over het probleem van het overvliegen van de gemeente door vliegtuigen, zowel overdag als 's nachts, en de veroorzaakte geluidshinder .....................................................................................................................................52 Mme De Dyn : Gestion des commerces dans le quartier de Helmet -=Mevr. De Dyn : Beheer van de handelszaken in de Helmetwijk .......................................................56 QUESTIONS ORALES -=- MONDELINGE VRAGEN M. Grimberghs : Contrôle du part Reinte-Verte. -=- De h. Grimberghs : Controle in het Koninginne/Groenpark..............................................................................................58 M. Grimberghs : Conséquences du réaménagement du tronçon LatinisGilisquet -=- De h. Grimberghs : Gevolgen van de heraanleg van het Latinis-Gilisquetgedeelte ...................................................................................................................59

2

28.01.2004 M. Grimberghs : Délivrance du permis d’urbanisme pour la réalisation du tunnel Schuman-Josaphat. -=- De h. Grimberghs : Afgifte van de stedenbouwkundige vergunning voor de Schuman-Josafattunnel ...................................................60 M. El Khattabi : Organisation des abattages de moutons pour la fête du sacrifice dans la commune. -=- De h. El Khattabi : Organiseren in de gemeente van het slachten van schapen voor het offerfeest ...........................................................61 M. Ozkara : Installation de sites temporaires d'abattage pour la fête du sacrifice -=- De h. Ozkara : Instellen van tijdelijke slachtruimten voor het offerfeest............................................................................................................................................62 Mme Nyssens : Calendrier de fermeture des crèches pendant les mois d'été -=- Mevr. Nyssens : Sluitingskalender voor de kinderdagverblijven tijdens de zomermaanden.................................................................................................................65 M. Temiz : Le contrôle des chômeurs -=- De h. Temiz : De controle op de werklozen ..........................................................................................................................................66

3

28.01.2004 CONSEIL COMMUNAL DESCHAERBEEK GEMEENTERAAD VAN SCHAARBEEK SEANCE DU 28 JANVIER 2004 VERGADERING VAN 28 JANUARI 2004

PRESENTS -AANWEZIG M.-h. Clerfayt, Bourgmestre-Burgemeester, Mme-mevr. Smeysters, MM.-hh. Lahlali, Guillaume, Mme-mevr. Berroho-Essaidi, MM.-hh. Van Gorp, Noël, De Herde, Denys, Verzin, Köse; Echevins-Schepenen, MM.-hh. Charels, Paulet, Duriau, Nimal, Mmes-mevr. Philippart, Nyssens, Bouarfa, MM.-hh. Winkel, Grimberghs, Fraboni, Demol, Ducarme, Mme-mevr. Jodogne, MM.-hh. Temiz, Ozturk, Mmes-mevr. Monseu, Massart, MM.-hh. Crasson, Ramdani, El Khattabi, Mmes-mevr. Gailly, De Dyn, Kleykens, MM.-hh. Heuninck, Vantighem, Decat, Courtheoux, Mmemevr. De Swaef; Conseillers communaux-Gemeenteraadsleden, M.-h. J. Bouvier, Secrétaire communal-Gemeentesecretaris. ABSENTS-AFWEZIG : MM.-hh. Hutchinson, El Arnouki, Germain, Benallel, Mme-mevr. Blanmailland, M.h. Ozkara (excusés-verontschuldigd), MM.-hh. Sessler et De Jaegher, Conseillers communauxGemeenteraadsleden. ETAIENT ABSENTS EN DEBUT DE LA SEANCE - WAREN IN 'T BEGIN VAN DE VERGADERING AFWEZIG : MmeMevr. Gailly, MM.-hh. Winkel, Ramdani, Demol, Fraboni, Nimal, Heuninck, Mme-mevr. Massart, M.-h. Ducarme, Mme-mevr. De Dyn et/en M.-h. Crasson, conseillers communaux-Gemeenteraadsleden.

M. Clerfayt, Bourgmestre, préside l'assemblée qu'il ouvre en séance publique à 18 heures 35 minutes.- De openbare vergadering wordt geopend om 18.35 uur onder voorzitterschap van de h. Clerfayt, Burgemeester. Il est satisfait au prescrit de l'article 89 de la nouvelle loi communale et le procès-verbal de la séance du 17 décembre 2003 est tenu sur le bureau à la disposition des membres du Conseil. Er wordt voldaan aan de voorschriften van artikel 89 van de nieuwe gemeentewet en de notulen van de vergadering van 17 december 2003 zijn, ter beschikking van de raadsleden, ter tafel neergelegd. Conformément à l’article 7 du règlement d’ordre et de service intérieur du conseil communal, les avis de l’autorité de tutelle sur les décisions prises antérieurement par le conseil communal, sont communiqués par écrit à ses membres. Overeenkomstig artikel 7 van het reglement van orde en van huishoudelijke dienst van de gemeenteraad wordt het advies van de toezichthoudende overheid, over de voorgaande gemeenteraadsbeslissingen aan de raadsleden schriftelijk medegedeeld. Mme Bouarfa est désignée par le sort pour voter la première lors du vote par appel nominal. Mevr. Bouarfa is door het lot aangewezen om als eerste te stemmen bij hoofdelijke stemming. La traduction simultanée des débats est assurée par Mme Corteville. De vertaling staande vergadering wordt door mevr. Corteville verzekerd.

***** MM. Winkel, Ramdani, Demol, Mme-Mevr. De Dyn, MM. Ducarme et Fraboni entrent en séance -=De hh. Winkel, Ramdani, Demol, Mevr. De Dyn, de hh. Ducarme en Fraboni treden ter vergadering. *****

SEANCE PUBLIQUE

-=-

OPENBARE VERGADERING

***** - M. le Bourgmestre : Avant de commencer notre ordre du jour, je voulais, au nom de tout le Collège unanime, vous faire une très courte communication sur le principe de neutralité qui s’impose dans notre enseignement communal. Vous savez tous qu’il existe dans notre réseau communal, dans

4

28.01.2004 chaque école, un règlement d’ordre intérieur (on en a déjà parlé ici) qui proscrit le port de tous signes, de tous vêtements qui ont une signification philosophique, politique ou religieuse. Pour le collège, c’est une bonne chose et cela doit le rester. Il n’a jamais été question à Schaerbeek, de changer d’aucune sorte cette attitude. Il n’y a d’ailleurs aucun problème dans nos établissements d’enseignement communal. Ce même principe de neutralité qui, dans les écoles est prévu par un décret récent du mois de décembre de la Communauté Française, s’applique également à tous les fonctionnaires de l’Administration communale compris au sens large en s’entendant comme le principe même du devoir de réserve qui s’applique aux fonctionnaires. Devoir de réserve qui impose aux fonctionnaires de traiter dans la neutralité les demandes de la population, des citoyens qu’ils servent. Un fonctionnaire dans le cadre de son devoir de réserve ne peut exprimer aucune opinion politique, aucune opinion philosophique, aucune opinion religieuse ni l’exprimer verbalement, ni dans son attitude ni dans son comportement, ni dans ses vêtements. Nous souhaitons qu’il en soit ainsi dans l’Administration communale et dans l’ensemble des services qu’organise la Commune, cela compris au sens large. - M. Grimberghs : Monsieur le Président, j’entends bien la mise au point que le Collège entend faire et qui vise pour l’essentiel, je suppose, à faire taire les dissensions en son sein sur cette question. Ceci étant, je trouve qu’il ne faut prendre personne en otage par rapport à des questions que vous avez à régler entre vous. J’ai bien entendu votre déclaration pour ce qui concerne l’enseignement. Je pense que vous faites une erreur en l’élargissant au décret sur la neutralité qui n’a pas à traiter du tout de cette question. Soyons bien clair. Il existe sur le territoire de votre Commune, de notre Commune, des écoles qui ont un autre règlement d’ordre intérieur que le règlement d’ordre intérieur de la commune. Je pense que cela se passe sans problème. C’est bien la preuve qu’il peut y avoir des règlements d’ordre intérieur aux entités qui organisent l’enseignement. Je respecte tout à fait et je n’ai jamais mis en cause quant à moi, le règlement qui concerne l’organisation de l’enseignement communal de Schaerbeek. Il n’est pas question de le mettre en cause. Je trouve qu’il est inutile de donner à cette question la publicité que certains tentent de lui donner, ni d’élargir les concepts auxquels on fait référence en cette matière, par exemple, à l’ensemble du personnel communal comme je viens de l’entendre. - M. le Bourgmestre : Il n’y a que vous qui faites de la publicité sur ce sujet, Monsieur Grimberghs. - M. Grimberghs : J’ai reçu avec la convocation au Conseil Communal de ce jour, dans mon enveloppe de Conseiller Communal une lettre ouverte d’un Echevin… - M. Lahlali : La plus tranquille possible, parce que c’est un sujet pour lequel il faut une longue réflexion et de l’intelligence et ne pas sortir dans la presse avec des articles plutôt en recherche de publicité que d’état d’esprit constructif pour notre Commune. - M. le Bourgmestre : Vous partagez tout à fait le sentiment que souhaite exprimer le Collège làdessus. - De Heer Demol : Ik vind ook uw uitleg toch een beetje kort, aangezien Mijnheer Lalhali toch gezegd heeft achter de hoofddoek vindt men de democratie. Er is blijkbaar toch een grote meningsverchil tussen twee leden van uw College. De ene vraagt het onslag van de andere. Ik zou zeggen, ik zou hem daarbij steunen. Gezien wat Mijnheer Lahlali gezegd heeft. Hij moet aftreden. Ik weet niet hoe dat jullie dat gaan regelen binnen het College. Volgens mij, moet er één van de twee aftreden want er is een groot meningsverschil tussen de twee. Hoe gaat dat opgelost worden binnen het College. - M. le Bourgmestre: Je viens de vous dire que je parlais au nom du Collège unanime et que cette question est donc réglée. - Mme Bouarfa : Monsieur le Président, comme le dit Monsieur Grimberghs quant à la lettre que nous avons reçue dans notre convocation, permettez-moi de marquer mon étonnement par rapport au contenu et simplement de la démarche. Je suis étonnée qu’un Echevin, pour ne pas le citer, l’Echevin De Herde nous envoie un courrier en personnalisant ses attaques alors qu’il n’a pas de compétence sur ce sujet-là. Alors qu’il est président des « Amis de l’Islam », je n’ai pas compris ces attaques personnelles. Ce débat nous vient de France et il faut dire que quand Pasqua éternue, certains s’enrhument à Bruxelles. Nous n’avons pas le même paysage ni la même histoire au niveau de la laïcité en Belgique. Quand on parle de neutralité, Monsieur Grimberghs l’a rappelé, la neutralité n’est vraiment pas le sens qui a été exprimé. Nos écoles publiques garantissent la pratique des différentes religions. J’insiste pour que, bien évidemment, s’il y a un règlement, qu’il soit respecté. En aucun cas et je parle en tant que laïc et socialiste parce que la laïcité a garanti la coexistence des différentes religions et a fait en sorte que d’autres religions mais aussi les différentes philosophies puissent aussi s’exprimer dans ce pays. Je m’insurgerai contre le renvoi, l’exclusion de fillettes ou de jeunes filles adolescentes qui parfois vivent des crises d’adolescence, un renvoi de l’école sachant que l’école dans ces milieux défavorisés est le seul moyen d’ascension sociale et reste le seul moyen d’émancipation pour ces filles. Les Talibans, eux effectivement, ont interdit l’école aux enfants, à des filles. Nous ne sommes pas les Talibans. Si ce règlement permet une certaine harmonie, une non-

5

28.01.2004 agression parce que les musulmans de ce pays, dans ce débat, ressentent cela comme une agression dans tous les sens. Elle peut être aussi islamophobe. Dans ce climat d’islamophobie, nous disons, nous socialistes et laïcs, que nous ne voulons pas aseptiser la société. Chacun a la liberté et a la liberté individuelle bien évidemment. Il y a aussi l’égalité des chances que nous devons garantir à chacun de poursuivre un cursus scolaire qui reste le seul moyen d’émancipation et d’ascension sociale. - M. le Bourgmestre : Je regrette que vous ne souteniez donc pas le Collège sur ce point, Madame Bouarfa. - De Heer Decat : Ik zou toch het volgende eraan willen toevoegen, aan die ganse discussie over de hoofddoek. En dat is dat er een misverstand bestaat, namelijk het volgende "In de grondwet is de vrijheid van de godsdienst gewaarborgd zoals de andere vrijheden gewaarborgd zijn, vrijheid van onderwijs" enz. Maar, iedereen weet dat geen enkele vrijheid absoluut is. Elke vrijheid is aan bepaalde voorwaarde verbonden. Voorbeeld: hebben ze daar in de grondwet de vrijheid van komen en gaan. Ik mag gaan in België waar ik wil, gaan wonen waar ik wil. Maar dat betekent niet bijvoorbeeld dat ik me met een wagen op de straat rijdt dat ik bijvoorbeeld 180 km/uur mag rijden. Mijn vrijheid van komen en gaan is in een zekere zin beperkt. En dat zal ook moeten gelden voor alle godsdiensten. In het bijzonder, de godsdienst die niet tot de dominante cultuur behoort van ons land, dat ze zich neerleggen bij bepaalde beperkingen. Ik anticipeer hier op vragen die nadien gaan gesteld worden in verband met de slachtpartij, van schapen. Dat zijn gebruiken die niet kunnen aanvaard worden in geciviliseerde Westerse maatschappijen. Omdat de vrijheid van godsdienst niet absoluut is. Ze is beperkt en zoals alle vrijheden beperk zijn. Er bestaat een vrijheid van opinie, maar ik mag bijvoorbeeld niemand aansporen om iemand dood te schieten. Ik kan wel mijn opinie hebben ook over bepaalde bevolkingsgroepen of bepaalde maatschappijstructuren maar ik zal nooit iemand aansporen om tot geweld over te gaan, want dan word ik gestraft. En hetzelfde moet gelden voor de vrijheid van godsdienst. Dank U *****

SECRÉTARIAT COMMUNAL -=- DIENSTEN VAN DE GEMEENTESECRETARIS Bureau des Assemblées -=- Kantoor der Vergaderingen Ordre du jour n°2 -=- Agenda nr 2 Association hospitalière locale de Bruxelles et de Schaerbeek/Centre hospitalier Brugmann Démission de M. Georges VERZIN, Echevin, de ses mandats au sein de cette association Plaatselijke Ziekenhuisvereniging van Brussel en Schaarbeek - Universitair Verplegingscentrum Brugmann - Ontslag van de h. Georges VERZIN, schepen, uit zijn mandaten binnen deze vereniging. - M. De Herde : Je voudrais publiquement remercier mon collègue Georges Verzin de sa démission au mandat à Brugman qui me permettra de redevenir Administrateur. J’espère que, si j’ai votre confiance, je parviendrai toujours à concilier les intérêts de la Commune de Schaerbeek avec les intérêts de cet hôpital public. Il est procédé au scrutin secret. LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 100, 117 et 120 de la nouvelle loi communale ; Vu les statuts de l’association hospitalière de Bruxelles et de Schaerbeek - Centre hospitalier universitaire Brugmann; Considérant qu'en séance du conseil communal du 3 décembre 2003, M. Georges VERZIN, échevin, a déclaré qu'il démissionnait de ses mandats au sein de ladite association; DESIGNE, au scrutin secret, par 15 voix contre 14 (l'urne contenant 5 bulletins blancs), Monsieur Michel DE HERDE, échevin, comme délégué de la commune de Schaerbeek aux assemblées générales de l'association hospitalière de Bruxelles et de Schaerbeek – Centre hospitalier universitaire Brugmann et comme candidat au mandat d'administrateur réservé à la commune de Schaerbeek au sein du conseil d'administration de ladite association, en remplacement de M. Georges VERZIN

6

28.01.2004 ***** Mme Massart entre en séance -=- Mevr. Massart treedt ter vergadering. *****

SERVICES DU RECEVEUR COMMUNAL -=- DIENSTEN VAN DE GEMEENTEONTVANGER Taxe -=- Belastingen Ordre du jour n°3 -=- Agenda nr 3 Règlement-taxe sur les surfaces de bureaux - Exercices 2004 à 2008 - Modification Belastingreglement op de kantooroppervlakten - Dienstjaren 2004 tot 2008 - Wijziging. - M. Winkel : On va voter la suppression de l’exonération qui était prévue pour les pouvoirs publics. Je voudrais si ce combat qui est mené contre la Région est un combat de toutes les communes. C’est une proposition que vous avez reprise qui a été votée dans d’autres communes ou bien est-ce une originalité schaerbeekoise ? Est-ce la conférence du Bourgmestre qui a proposé cela ou bien le Collège de Schaerbeek ? Ce serait important de savoir à quoi nous engage cette suppression d’exonération. Beaucoup de pouvoirs publics, comme vous le savez sont situés à Schaerbeek. - M. le Bourgmestre : C’est une proposition que nous vous faisons, Monsieur Winkel. - M. Winkel : D’autres communes l’ont déjà faite ? - M. le Bourgmestre : Je n’en sais rien. Je ne surveille pas les autres communes. Je suis Bourgmestre de la mienne. Cela me fait assez de soucis. Cela remplit déjà bien ma vie. - M. Winkel : Vous avez mesuré les conséquences de l’application de cette suppression ? - M. le Bourgmestre : C’est la Loi. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 170, §4, de la Constitution ; Vu la nouvelle loi communale notamment les articles 117, alinéa 1er et 118, alinéa 1er; Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales modifiée par la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale; Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation contre une imposition provinciale ou communale; Vu sa délibération du 7 novembre 2001 modifiant le règlement de la taxe sur les surfaces de bureau pour la période du 1er janvier 2002 au 31 décembre 2004 ; Vu la situation financière de la commune ; Considérant qu’il convient de supprimer l’exonération qui était prévue dans ce règlement à l’article 6 b) pour les surfaces occupées par des personnes de droit public, à l’exception des surfaces utilisées dans le cadre de la pratique d’opérations lucratives ou commerciales ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE, par appel nominal, à l’unanimité : Article premier. - Il est établi à partir du 1er janvier 2004, et pour un terme expirant le 31 décembre 2008, une taxe annuelle sur les surfaces de bureaux installées sur le territoire de la commune. Article 2. - Pour l'application du présent règlement, il faut entendre par le terme bureau, le local ou l’ensemble des locaux affectés aux travaux de gestion ou d’administration d’une entreprise ou d’un service public ou à l’activité d’un cabinet d’une profession libérale, où, avec un équipement et/ou un mobilier adéquats, l’information est susceptible d’être traitée. Le terme information est à comprendre au sens large, c’est-à-dire quel que soit son support (textes, rapports, études, conférences, données comptables, statistiques, brevets, sons, images, échantillons, prototypes, etc). L’impôt a pour base la surface brute des bureaux, soit la surface totale occupée par la personne physique ou morale, en ce compris les surfaces utilisées indirectement (espaces de circulation et

7

28.01.2004 d’accueil, salles de conférences, locaux de rangement et d’archivages, réfectoires, sanitaires, étages techniques) y compris la part dans les communs et y compris les surfaces accessibles au public. Les surfaces réservées au parking ne sont cependant pas comprises dans la surface brute. Article 3. - L'impôt a pour base, la surface brute des planchers des immeubles ou parties d'immeubles utilisées aux fins définies à l'article 2. Par surface brute, il faut entendre les superficies des planchers mesurées hors murs extérieurs sans soustraire ni la superficie des murs intérieurs ni des dégagements intérieurs, ni des locaux de service. Les surfaces inachevées sont comptées pour leur projection horizontale. Lorsqu'un même plancher comporte à la fois des surfaces de bureaux et des surfaces réservées à d'autres fins, la surface imposable sera égale à la surface brute effectivement occupée pour l’activité déterminée à l'article 2. Article 4. - Le taux de la taxe est fixé à 9 € par an et par m² de surface imposable pour les surfaces de bureaux occupées par une personne physique ou par une personne morale . Les surfaces inférieures à 85 m² ne sont pas taxées. Article 5. - La taxe est due par la personne morale ou physique qui occupe les bureaux. En cas de cessation ou de début d'occupation des surfaces de bureaux en cours d'exercice, la taxe est établie sur base du nombre de mois effectif d'occupation. Pour l'application des présentes dispositions, tout mois entamé compte en entier. Article 6. - Sont exonérées de la taxe sur les surfaces de bureaux, les surfaces servant aux cultes visés par la loi sur le temporel des cultes, aux établissements d'enseignement subventionnés, aux hôpitaux, aux cliniques, aux polycliniques, aux dispensaires et oeuvres de bienfaisance. Article 7. - L’administration fait parvenir au contribuable une formule de déclaration que celui-ci est tenu de renvoyer, dûment complétée, datée et signée avant l'échéance mentionnée. Les contribuables qui n'ont pas reçu de formulaire de déclaration sont tenus d'en réclamer un. Cette déclaration reste valable jusqu'à révocation. Article 8. - La non-déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du redevable, entraîne l’enrôlement d’office de la taxe. En cas d’enrôlement d’office, la taxe qui est due est majorée d’un montant égal au double de celui-ci. Article 9. - En cas de modification de la base d'imposition, une nouvelle déclaration devra être faite dans les dix jours. Toute nouvelle occupation de bureaux dans le courant d'un exercice doit être déclarée dans le même délai de dix jours. Article 10. - Le contribuable est tenu de faciliter le contrôle éventuel de sa déclaration, notamment en fournissant tous documents et renseignements qui lui seraient réclamés à cet effet. Article 11. - Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. Article 12. -La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des Impôts sur les Revenus de 1992. Article 13.- La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 14.- Le redevable peut introduire une réclamation auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être introduite par écrit devant le Collège des Bourgmestre et Echevins. Elle doit être datée et signée par le réclamant ou par son représentant et mentionne les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance, dans un délai de trois mois à partir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet; Gelet op de nieuwe gemeentewet namelijk artikel 117, alinea 1 en artikel 118, alinea 1; Gelet op de wet van 24 december 1996, betreffende de vestiging en de invordering van de provinciale en lokale belastingen gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting;

8

28.01.2004 Gelet op de beraadslaging van 7 november 2001 houdende wijziging en hernieuwing van dit beraadslagingreglement voor de termijn van 1 januari 2002 tot 31 december 2004 ; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat het hoort, de vrijstelling, voorzien in dit reglement te schrappen in artikel 6b, voor de oppervlakten in gebruik genomen door publieke rechtspersonen, met uitzondering der oppervlakten, gebruikt in het kader van winstgevende of handelspraktijken; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen: Artikel één. -Er wordt vanaf 1 januari 2004, en voor een termijn vervallend op 31 december 2008, een jaarlijkse belasting ingevoerd op de kantooroppervlakten, ingericht op het grondgebied van onze gemeente. Artikel 2. - Voor de toepassing van dit reglement dient onder kantoor te verstaan, het gedeelte of de gedeelten van gebouwen bestemd voor beheerswerkzaamheden en/of administratie van een onderneming of van een openbare dienst of de activiteit van het kabinet van een vrij beroep, waar, mits een gepaste uitrusting en/of meubilair, de informatie wordt behandeld. Deze definitie die in brede zin dient te worden gevat welke ook het toepassingsvlak zij, teksten, verslagen,studies, conferenties, boekhoudinggegevens, statistieken, brevetten, klank, beeld, stalen, prototypes enz. De belasting heeft als basis de bruto-oppervlakte, hetzij de totale oppervlakte bezet door de natuurlijke- of rechtspersonen, inbegrepen de onrechtstreekse bezette oppervlakten (circulatie- en ontvangstruimten, vergaderzalen, klasseer- en archieflokalen, eetzalen, sanitair, technische verdiepingen) inbegrepen de gemene delen en inbegrepen de oppervlakten toegankelijk voor het publiek. De oppervlakten voorbehouden aan de parkeerplaatsen zijn echter niet begrepen in de brutooppervlakte. Artikel 3. - De belasting heeft als basis de bruto-oppervlakte der vloeroppervlakten van de gebouwen of gedeelten van gebouwen, gebruikt voor de in artikel 2 bepaalde doeleinden. Door bruto-ppervlakte dient te worden verstaan de oppervlakten der vloeroppervlakten, opgemeten buitenkant der muren, zonder aftrek noch van de oppervlakte der binnenmuren noch van de binnenpanden, noch van de dienstlokalen. De onafgewerkte oppervlakten worden gerekend voor hun totale horizontale projectie. Wanneer eenzelfde vloeroppervlakte tezelfdertijd kantooroppervlakten en ruimten bestemd voor andere doeleinden bevat, zal de belastbare oppervlakte gelijk zijn aan deze welke effectief gebruikt wordt voor de in artikel 2 bepaalde activiteit. Artikel 4. - De aanslagvoet der belasting wordt vastgesteld op 9 € per jaar en per m² belastbare oppervlakte voor de kantooroppervlakten bezet door een natuurlijk persoon of door een rechtspersoon. De oppervlakten van minder 85 m² worden niet belast. Artikel 5. - De belasting is verschuldigd door de fysische of rechtspersoon die de kantoren bezet. In geval van stopzetting of aanvraag van bezetting der kantooroppervlakten in de loop van het dienstjaar, wordt de belasting vastgesteld op basis van het effectief aantal bezette maanden. Voor de toepassing van de bijgaande bepalingen, zal iedere aangevangen maand voor haar totaliteit worden gerekend. Artikel 6. - Worden van de belasting op de kantooroppervlakten vrijgesteld, de oppervlakten welke ten dienste staan van de erediensten aangeduid door de wet op het wereldlijke der erediensten, de betoelaagde onderwijsinstellingen, de hospitalen, de klinieken, de poliklinieken, de dispensaria en weldadigheidswerken. Artikel 7. - Het Gemeentebestuur zal aan de belastingplichtige een aangifte toesturen welke deze dient terug te zenden, ingevuld, gedateerd en getekend voor de vermelde vervaldag. De belastingplichtigen welke geen aangifte hebben ontvangen dienen er een aan te vragen. De aangifte blijft geldig tot herroeping. Artikel 8. - Bij niet aangifte binnen de voorziene termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. In geval van een ambtshalve inkohiering, wordt de belasting die verschuldigd is, verhoogd met het bedrag gelijk aan het dubbel van de vastgelegde belasting. Artikel 9. - In geval van wijziging van de basis der belastingaanslag zal een nieuwe aangifte moeten worden ingediend binnen de 10 dagen. Iedere nieuwe bezetting van de kantoren in de loop van een dienstjaar dient binnen dezelfde termijn van 10 dagen te worden aangegeven.

9

28.01.2004 Artikel 10. - De belastingplichtige dient de eventuele controle van zijn aangifte te bevorderen, ondermeer door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen welke met dat doel aan hem worden gevraagd. Artikel 11. - De kohieren van de belasting worden door het College van Burgemeester en Schepenen opgemaakt en uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar afgesloten en uitvoerbaar verklaard. Artikel 12. - De belasting is te betalen binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek van betaling binnen de vastgestelde termijn, zullen verwijlinteresten worden gevorderd, berekend volgens de bepalingen vastgesteld in artikel 414 van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen voor 1992. Artkel 13..-De belasting is door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 14. - De belastingplichtige kan een bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen die als bestuursoverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermijden, moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn door de eiser of zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid, adres of de zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld, alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen. De bezwaren moeten ingediend worden, op straf van verval, binnen de termijn van drie maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet met vermelding van de bezwaartermijn.

***** MM. Nimal et Heuninck entrent en séance -=- De hh. Nimal en Heuninck treden ter vergadering. *****

Ordre du jour n°4 -=- Agenda nr 4 Règlement-taxe sur la distribution à domicile de feuilles et de cartes publicitaires ainsi que de catalogues et journaux contenant de la publicité à caractère commercial - Exercices 2004 à 2006 - Modification Belastingreglement op de huis-aan-huisdistributie van reclamebladen en –kaarten alsook op catologi en reclamekranten bestemd voor handelsdoeleinden - Dienstjaren 2004 tot 2006 Wijziging. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité eenparigheid van stemmen.

-=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met

LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 170, § 4 de la Constitution ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117 alinéa 1er et 118 alinéa 1er ; Vu la loi du 24 décembre 1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, modifiée par la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale ; Vu l’arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le Gouverneur ou devant le Collège des Bourgmestre et Echevins en matière de réclamation contre une imposition provinciale ou communale ; Vu sa délibération du 28 novembre 2001 renouvelant et modifiant le règlement susvisé pour les exercices 2002 à 2006 ; Considérant que les articles 7 et 7bis de ce règlement-taxe qui prévoient une exonération en faveur des commerçants domiciliés ou ayant leur siège social dans la commune, dans le cadre d’une campagne publicitaire de quartier ainsi qu’à l’occasion des festivités de fin d’année, ont été considérés comme discriminatoires au sens de l’article 172 de la Constitution par le Collège Juridictionnel de la Région de Bruxelles-Capitale ;

10

28.01.2004 Vu l’avis du conseil de la commune proposant d’envisager de supprimer cette exonération au motif « que ce critère de rattachement territorial est, depuis plusieurs années, critiqué de manière constante et uniforme par les jurisprudences » ; Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit ; Considérant qu’il convient de maintenir l’article 7 ancien comme suit : « La publicité distribuée par les soins de commerçants dans le cadre d’une campagne publicitaire de quartier avec un maximum de 7.000 exemplaires est exonérée » ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, ARRETE, par appel nominal, à l’unanimité : 1. ASSIETTE DE L'IMPOT Article premier. §1. - Il est établi, pour les exercices 2004 à 2006, un impôt communal sur la distribution à domicile de feuilles et de cartes publicitaires à caractère commercial ainsi que de catalogues et de journaux contenant de la publicité à caractère commercial, lorsque ces imprimés sont non adressés. §2. - Est uniquement visée la distribution gratuite dans le chef des destinataires. Article 2. §1. - Sont visés par les présentes dispositions les imprimés publicitaires non adressés : a) ouverts à tous les annonceurs et comportant moins de 40 % de textes rédactionnels non publicitaires. b) émanant d'un seul commerçant ou d'un groupe de commerçants, quelle que soit la place occupée par les textes rédactionnels insérés dans les écrits. §2. - Par textes rédactionnels, il faut entendre : - les textes écrits par les journalistes dans l'exercice de leur profession ; - les textes qui, au niveau de la population de la commune, jouent un rôle social et d'information générale en dehors des informations commerciales ou apportent une information officielle d'utilité publique en faveur de l'ordre ou du bien être comme les services d'aide, les services publics, les mutuelles, les hôpitaux, les services de garde (médecins, infirmiers, pharmaciens) ou des informations d'utilité publique telles que les informations communales et les faits divers nationaux et internationaux - les nouvelles générales et régionales, politiques, sportives, culturelles, artistiques, folkloriques, littéraires et scientifiques et les informations non commerciales aux consommateurs ; - les informations sur les cultes, les annonces d'activités telles que fêtes et kermesses, fêtes scolaires, activités des maisons de jeunes et des centres culturels ; - la propagande électorale ; - les petites annonces non commerciales émanant de particuliers, les annonces notariales et les offres d'emploi. §3. - Sont considérés comme textes publicitaires à caractère commercial, les articles : - dans lesquels, il est fait mention, soit explicitement, soit implicitement, de firmes ou de produits déterminés - qui, sous une forme directe ou voilée, renvoient le lecteur à des réclames commerciales ; - qui, d'une façon générale, visent à signaler, à faire connaître, à recommander des firmes, des produits ou services en vue d'aboutir à une transaction commerciale. II REDEVABLE Article 3. §1. - L'imposition est due par l'éditeur des imprimés visés par les présentes dispositions. §2. - Le distributeur des imprimés soumis à l'imposition est solidairement responsable du paiement de l'impôt. III TAUX Article 4. Les taux d'imposition sont fixés comme suit : §1.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale n’excède pas celle du format A4 : 0,01 € par tranche de 5 exemplaires distribués ; §2.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale excède celle du format A4 : 0,01 € par exemplaire distribué ; §3.- catalogue ou journal publicitaire : 0,02 € par exemplaire distribué. Est considéré comme catalogue ou journal publicitaire, la réunion, quel que soit le procédé utilisé (agrafe, collage, insertion ou autres,...), d’au moins 2 feuilles ou cartes publicitaires. Article 5. A la demande du redevable, le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé à accorder un régime d'imposition forfaitaire mensuel, en remplacement des cotisations ponctuelles. Article 6.

11

28.01.2004 Les taux de l’imposition forfaitaire mensuelle sont fixés comme suit : §1.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale n’excède pas celle du format A4 : 161,13 € par mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois ; §2.- carte et feuille publicitaire dont la surface totale excède celle du format A4 : 805,65 € par mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois ; §3.- catalogue ou journal publicitaire : 1.611,31 € par mois quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois. Article 7. La publicité distribuée par les soins de commerçants dans le cadre d’une campagne publicitaire de quartier avec un maximum de 7.000 exemplaires est exonérée. IV. DECLARATION ET MESURES DE CONTROLE Article 8. §1. - Le contribuable est tenu de faire, préalablement à chaque distribution, une déclaration à l'Administration communale, contenant tous les renseignements nécessaires à l'imposition. §2. - En cas d'imposition forfaitaire mensuelle, la déclaration devra être introduite au plus tard, le 5 de chaque mois. Article 9. Les rôles de la taxe sont arrêtés et rendus exécutoires par le Collège des Bourgmestre et Echevins au plus tard le 30 juin de l’année qui suit l’exercice d’imposition. Article 10. La non déclaration dans les délais prévus ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du redevable entraîne l’enrôlement d’office de la taxe. En cas d’enrôlement d’office, la taxe qui due sera majorée d’un montant égal au double de celle-ci. Article 11. La taxe est payable dans les deux mois de l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle. A défaut de paiement dans ce délai, les sommes dues sont productives au profit de l’administration, de l’intérêt de retard calculé d’après les règles fixées par l’article 414 du Code des Impôts sur les Revenus de 1992. Article 12. La taxe est recouvrée par le Receveur communal conformément aux règles établies pour la perception des impôts au profit de l’Etat. Article 13. Le redevable peut introduire une réclamation auprès du Collège des Bourgmestre et Echevins qui agit en tant qu’autorité administrative. A peine de nullité, cette réclamation doit être introduite par écrit devant le Collège des Bourgmestre et Echevins. Elle doit être datée et signée par le réclamant ou son représentant, mentionner les nom, qualité, adresse ou siège du redevable à charge duquel l’imposition est établie, l’objet de la réclamation et un exposé des faits et moyens. Les réclamations doivent être introduites sous peine de déchéance dans un délai de trois mois, à partir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet ; Gelet op de nieuwe Gemeentewet namelijk artikel 117 alinea 1 en artikel 118 alinea 1 ; Gelet op de wet van de 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provinciale- en gemeentebelastingen gewijzigd door de wet van de 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen ; Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot vaststelling van de procedure voor de Gouverneur of voor het College van Burgemeester en Schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting ; Gelet op zijn raadsbesluit van 28 november 2001, hernieuwend en wijzigend het bovenvermelde reglement voor de dienstjaren 2002 tot 2006 ; Overwegende dat de bepalingen van artikels 7 en 7bis van dit belastingreglement, welke een vrijstelling voorzien ten voordele van de handelaars, gedomicilieerd in de gemeente of die er hun maatschappelijk zetel hebben, in het kader van een publiciteitscampagne in de wijk, alsook bij gelegenheid van de festiviteiten op het einde van het jaar, werden als discriminatoir beschouwd in de zin van artikel 172 van de Grondwet door het Rechtscollege van het Brusselse Hoofdstedelijk gewest; Gelet het advies van de raadgever van de gemeente welke voorstelt de schrapping van deze vrijstelling te overwegen, en dit als volgt te motiveren “ dat de maatstaf van territoriale aanhechting is, sedert verschillende jaren, op constante en uniforme wijze bekritiseerd door de rechtspraken » ; Overwegende dat hieraan dient gevolg te worden gegeven ;

12

28.01.2004 Overwegende dat het past het vroeger artikel 7, opgesteld als volgt, te handhaven : « De publiciteit welke door handelaars wordt verdeeld in het kader van een publiciteitsactie in de wijk, met maximum 7.000 exemplaren, wordt van deze belasting vrijgesteld »; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen,

BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen : I. GRONDSLAG DER BELASTING Artikel één. §1.- Er wordt voor de dienstjaren 2004 tot 2006, een gemeentebelasting ingesteld op de bedeling ten huize van publiciteitsbladen en kaarten met handelsdoeleinden, alsook van catalogussen en dagbladen welke publiciteit met handelsoogmerk bevatten wanneer deze drukwerken niet zijn geadresseerd. §2. - Enkel de gratis bedeling ten huize van de bestemmelingen wordt geviseerd. Artikel 2. §1. - Volgende bepalingen treffen de niet geadresseerde publicitaire drukwerken : a) die welke aan alle aankondigers worden opengesteld en welke minder dan 40 % niet publicitaire redactionele teksten bevat ; b) welke uitgaan van één handelaar of van een groep van handelaars, welke ook de gebruikte oppervlakte weze der redactionele artikels in de bijgevoegde tekst. §2. - Met redactionele teksten dient te worden verstaan : - de geschreven teksten door journalisten in de uitoefening van hun beroep ; - de teksten welke naar de inwoners der gemeente toe, een sociale en algemene voorlichtingsfunctie vermelden, buiten de handelsinformatie of welke een officiële voorlichting van openbare nut aanbrengen ten voordele van de orde of het openbaar nut, zoals hulpdiensten, openbare diensten, de ziekenfondsen, de hospitalen, wachtdiensten (dokters, verplegers, apothekers) of inlichtingen van openbare nut zoals gemeentelijke inlichtingen of nationale en internationale berichten ; - algemene, regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke, folkloristische, litteraire en wetenschappelijke berichten alsook inlichtingen zonder handelsdoeleinde welke voor de gebruikers bestemd zijn ; - inlichtingen inzake erediensten, aankondigingen voor activiteiten als festiviteiten, kermissen, schoolfeesten, activiteiten van jeugdtehuizen en culturele centra ; - verkiezingspropaganda; - de kleine niet commerciële advertenties uitgaande van particulieren, de notariële aankondigingen, en werkaanbiedingen. §3. - Worden beschouwd als publicitaire teksten met handelsdoeleinden, de artikels : - in dewelke uitdrukkelijk of niet, melding wordt gemaakt van bepaalde firma's of bepaalde producten; - die, de lezer rechtstreeks of onrechtstreeks, verwijzen naar handelsreclame; - die, op een algemene wijze, ernaar streven firma's, producten of diensten te vermelden, te laten kennen, en aan te bevelen teneinde een handelstransactie te kunnen afsluiten. II. BELASTINGPLICHTIGE Artikel 3. §1. - De belasting is verschuldigd door de uitgever der drukwerken welke door bijgaande bepalingen wordt getroffen. §2. - De verdeler van de drukwerken, aan deze belasting onderworpen, is solidair aansprakelijk door de betaling van de belasting. III. AANSLAGVOET Artikel 4. De aanslagvoeten der belasting worden als volgt vastgesteld : §1. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 niet overschrijdt: 0,01 € per gedeelte van 5 verdeelde exemplaren ; §2. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 overschrijdt: 0,01 € per verdeelde exemplaar; §3. - catalogus en publiciteitsdagblad : 0,02 € per verdeelde exemplaar. Wordt beschouwd als catalogus of publiciteitsblad, de samenstelling, wat ook het gebruikte procédé betreft (klem, lijming, invoeging,...) van minste 2 bladen of publiciteitskaarten. Artikel 5. Op aanvraag van de belastingplichtige kan het College van Burgemeester en Schepenen een forfaitair maandelijks belastingstelsel verlenen ter vervanging van de gelegenheidsheffing.

13

28.01.2004 Artikel 6. De maandelijkse forfaitaire aanslagvoeten worden als volgt vastgesteld : §1. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 niet overschrijdt : 161,13 € per maand welke ook het aantal exemplaren weze dat in de loop der maand verdeeld werd; §2. - publiciteitsbladen en -kaarten waarvan de totale oppervlakte deze van het formaat A4 overschrijdt : 805,65 € per maand welke ook het aantal exemplaren weze dat in de loop der maand verdeeld werd; §3. - catalogus en publiciteitsdagblad : 1.611,31 € per maand welke ook het aantal exemplaren weze dat in de loop der maand verdeeld werd. Artikel 7. De publiciteit welke door handelaars wordt verdeeld in het kader van een publiciteitsactie in de wijk, met maximum 7.000 exemplaren, wordt van deze belasting vrijgesteld. IV. AANGIFTE EN CONTROLEMAATREGELEN Artikel 8. §1. De belastingplichtige is ertoe gehouden voorafgaandelijk aan iedere bedeling, een aangifte in te vullen bij het gemeentebestuur, welke alle elementen bevat, vereist tot vaststelling der belastingaanslag. §2. - In geval van maandelijkse forfaitaire belasting, zal de aangifte moeten worden ingediend ten laatste de 5 de van iedere maand. Artikel 9. De belastingkohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar. Artikel 10. Bij ontbreken van de aangifte binnen de voorziene termijnen, of de onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte vanwege de belastingplichtige, zal de aanslag van ambtshalve worden gevestigd. In geval van ambtshalve aanslag zal de verschuldigde belasting worden verhoogd met het dubbel van de aanslag. Artikel 11. De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn brengen de verschuldigde sommen ten bate van het Gemeentebestuur, een nalatigheidinterest op, berekend volgens de bepalingen van artikel 414 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting van 1992. Artikel 12. De belasting wordt door de Gemeenteontvanger ingevorderd volgens de regels vastgesteld voor het innen van belastingen ten voordele van de Staat. Artikel 13. De belastingplichtige kan een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen die als bestuuroverheid handelt. Om de ongeldigheid te vermelden moet het bezwaarschrift schriftelijk ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet gedagtekend en ondertekend zijn door de eiser of door zijn vertegenwoordiger, met vermelding van naam, hoedanigheid, adres of zetel van de belastingplichtige waarvoor de belasting is vastgesteld, alsook het onderwerp van het bezwaar, het verslag van de feiten en de middelen. De bezwaren moeten ingediend worden, op straf van verval, binnen de termijn van drie maanden vanaf de datum van de verzending van het aanslagbiljet met vermelding van de bezwaartermijn. EQUIPEMENT -=- UITRUSTING Budget -=- Begroting Ordre du jour n°5 -=- Agenda nr 5 Budget pour l'exercice 2004 Begroting van 2004. - M. Köse : Merci Monsieur le Président. Mesdames les Conseillères, Messieurs les Conseillers et chers collègues, c’est avec plaisir que je vous présente le budget 2004 de la Commune de Schaerbeek lors du premier Conseil Communal de l’année. Rappelez-vous, en 2001, le budget fut présenté en mai et en novembre 2001. En 2002, au mois de mai et en 2003, en mars. Cette deuxième partie de législature, je peux enfin vous présenter le budget dans des temps raisonnables. Ceci prouve le sérieux et l’ardeur à la tâche de nos fonctionnaires des finances qui se sont dépensés pour retrouver les failles de la gestion du passé, les corriger et aujourd’hui nous fournir dans les temps, un budget sérieux respectant les désirs de la tutelle régionale et nous permettant de voir l’avenir avec

14

28.01.2004 plus de clarté et de sérénité. Qu’ils en soient remerciés. Grâce à notre gestion depuis 2001, ce budget constitue un plan d’avenir et nous permet de scruter un horizon nouveau avec des éléments qui chantent. Comme vous allez vous en rendre compte, la Commune de Schaerbeek respecte pratiquement à la lettre son plan de redressement. Certains budgets ont encore été modifiés ces dernières heures à la demande expresse de la Région. Certes, quelques aménagements ont dû être prévus par rapport aux dictats régionaux mais ils sont tous facilement explicables. Vous pourrez vous en apercevoir lors de l’explicatif qui va suivre. Toutefois, vous constaterez également que des marges ont été trouvées pour des projets à vocation sociale telles que les crèches ou l’accueil reste insuffisant ou l’asbl « soins à domicile » bien utile pour nos seniors les plus démunis. Enfin, les subventions destinées aux organismes extérieurs se voient pratiquement inchangées. C’est heureux car nos associations sont un point capital du dynamisme de nos concitoyens. De plus, vous remarquerez également que notre politique de recherche de subventions extérieures pour mener à bien des projets ambitieux se poursuit et évolue plus que favorablement : réalisation de contrats de quartier, négociation pour en obtenir de nouveaux, fonds pour la politique des grandes villes, contrat de sécurité. Toutes ces mannes financières sont les bienvenues pour nous permettre de mener une politique ambitieuse et répondant aux exigences des citoyens malgré une situation financière difficile. Je voudrais donc remercier l’ensemble des services de la Commune qui se sont sacrifiés pour respecter à la lettre le plan d’austérité demandé par la Région et qui rivalisent d’imagination pour trouver des subsides quels que soient leurs domaines d’action. En travaillant de la sorte, je suis persuadé que l’embellie budgétaire se rapproche et, avec elle des moyens supplémentaires pour continuer plus encore une politique prospective qui fasse de Schaerbeek une commune qui garde son cachet et qui est soucieuse du bien-être des ses habitants avec leurs différentes cultures, leurs richesses et leurs diversités. Le budget 2004 qui vous est proposé présente à l’exercice propre un budget du budget ordinaire la somme 135 834 645 (cent trente-cinq millions huit cent trente-quatre mille six cent quarante-cinq) euros en recettes et 141 000 027 (cent quarante et un millions vingt-sept) euros en dépenses soit un déficit de 5 165 382 (cinq millions cent soixante-cinq mille trois cent quatrevingt deux) euros. Ce mali est bien en deçà de ce que le plan nous autorisait soit 7 500 000 (sept millions cinq cents mille) euros. Si vous permettez, je vais commencer d’abord par les dépenses. En personnel, le budget prévoit des frais réelles de 67 605 000 euros (soixante-sept millions six cent cinq mille) hors la participation de la police dans fonds de pension alors que le plan mentionnait la somme de 66 661 000 euros (soixante-six millions six cent un mille). Le dépassement est donc de 828 000 euros (huit cent vingt-huit mille). Cependant, il faut se souvenir que ces frais sont largement subventionnés : 20 millions d’euros pour le personnel enseignant, 6 181 000 (six millions cent quatrevingt un mille) pour les emplois ACS ou financés par les contrats de sécurité et le fonds pour la politique des grandes villes. De plus, le fonds de pension de 12 411 000 (douze millions quatre cent onze mille) ne représente pas un traitement pur et constitue une dépense obligatoire. En dépenses de fonctionnement. Elles sont budgétisées à 9 598 167 euros (neuf millions cinq cent nonante-huit mille cent soixante-sept) euros alors que le montant devait être, selon le plan de 9 599 691 euros (neuf millions cinq cent nonante-neuf mille six cent nonante et un). Notre devoir est donc plus que fait. Je voudrais mentionner les faits suivants : toutes les dépenses énergétiques ont été calculées au plus juste. De nombreuses dépenses sont abondamment subventionnées : 231 000 (deux cent trente et un mille) via la discrimination positive ; 363 000 euros (trois cent soixante-trois mille) par le fonds pour la politique des grandes villes ; 311 621 euros (trois cent onze mille six cent vingt et un) pour le contrat de sécurité. Vous constaterez que le budget que vous avez reçu présentait une dépense de 9 833 167 euros (neuf millions huit cent trente-trois mille cent soixante-sept) et, suite aux remarques de la tutelle régionale, lors de la réunion du Comité d’accompagnement de ce matin, ce montant a été réduit à celui que je viens de vous citer et qui se retrouve dans les amendements qui sont sur vos bancs. En dépenses de transfert : elles étaient de 53 500 000 euros (cinquante-trois millions cinq cents mille) euros en 2003. Ils sont de 51 982 000 euros (cinquante et un millions neuf cent quatrevingt deux mille) en 2004. Le plan prévoyait 50 000 000 euros (cinquante millions). Il y a donc un dépassement de 1 900 000 euros (un million neuf cents mille). La différence vient essentiellement de l’inscription d’1 272 000 euros (un million deux cent septante-deux mille) pour les non-valeurs. La dotation communale au CPAS est de 13 311 000 euros (treize millions trois cent onze mille) dont l’avenant régional récemment négocié de 2 243 000 euros (deux millions deux cent quarante-trois mille) compris. De plus, comme nous l’avons dit plus haut, les subsides aux associations et clubs communaux sont pratiquement inchangés. Nous devons continuer de participer à la vie quotidienne des citoyens schaerbeekois. Relevons tout de même quelques points importants : 13 000 (treize mille) euros supplémentaires sont consacrés à Schaerbeek Info, organe officiel d’informations de notre Commune qui voit sa subvention passer de 62 000 euros (soixante-deux mille) à 75 000 euros (septante-cinq mille). Une subvention de 78 150 euros (septante-huit mille cent cinquante) a été débloquée pour l’asbl « Soins à domicile » qui était en graves difficultés financières ; 7 000 euros (sept mille) ont été consacrés au dialogue multiculturel et à l’exécutif des musulmans pour plus de

15

28.01.2004 compréhension et de fraternité entre les hommes ; 15 000 euros (quinze mille) supplémentaires ont été l’asbl « Crèches de Schaerbeek » ; 136 341 euros (cent trente-six mille trois cent quarante et un ) ont été accordé à « Rénovas » pour la poursuite du contrat de quartier Pavillon. On ne constate pratiquement aucun changement en sport, jeunesse et enfance. En dépenses de dettes : les dépenses liées à la dette seront de 11 813 000 euros (onze millions huit cent treize mille) alors que le plan prévoyait un montant de 11 450 000 (onze millions quatre cent cinquante mille) soit une différence de 358 000 euros (trois cent cinquante-huit mille). L’explication est simple. Nous sommes obligés de mettre au budget l’annuité 2004 du fonds de redressement. Ce montant est d’1 187 600 euros (un million cent quatre-vingt sept mille six cents). Celle-ci n’a pas dû être payée en 2003. Il est très probable et je le souhaite qu’une même décision sera reprise en 2004. En recettes de dettes, on peut constater un important boni par rapport au plan. Le montant réel sera de 7 558000 euros (sept millions cinq cent cinquante-huit mille) alors qu’une somme de 7 175 000 euros (sept millions cent septante-cinq mille) était prévue, ce qui constitue une augmentation de 382 474 euros (trois cent quatre-vingt deux mille quatre cent septante-quatre). En recettes de transfert, elles se chiffrent à 123 993 000 euros (cent vingt-trois millions neuf cent nonante-trois mille) alors que le plan prévoyait 118 970 000 euros (cent dix-huit millions neuf cent septante mille). Je vous rappelle que le manque à gagner suite à la baisse de septante-cinq mille additionnels au niveau des impôts se chiffre environ à 710 000 euros (sept cent dix mille). La différence se situe principalement au niveau du montant inscrit pour l’impôt des personnes physiques. Il faudra savoir que le Ministère des Finances nous communique le montant que l’on doit inscrire à l’impôt des personnes physiques. Si on regarde les comptes d’avant 2000, le résultat du compte était toujours inférieur à ce montant. Depuis que nous avons le plan de redressement, nous inscrivions le montant du plan, mais le résultat du compte nous donnait un montant supérieur au résultat du plan. Nous avons préféré inscrire un montant entre les deux : entre le montant communiqué par le Ministère des Finances et le montant du plan de redressement. Des subsides de fonctionnement pour l’enseignement de 2002 en 448 000 euros (quatre cent quarante-huit mille) au lieu d’1 942 000 euros (un million neuf cent quarante-deux mille). Des subventions pour le personnel contractuel subventionné d’un million deux cents mille euros au lieu de huit cent nonante mille euros. Des subsides fonds pour la politique des grandes villes d’un million huit cents mille au lieu d’un million trois cents mille euros. Encours des subsides complémentaires pour les communes ayant un contrat de sécurité à reverser à la zone de police de quatre cent soixante-deux mille euros. Du montant de l’annuité 2004 du fonds de redressement : 1 187000 euros (un million cent quatre-vingt sept mille) qu’on retrouve en dépenses. Des subventions pour le personnel enseignant de vingt millions au lieu de dix-neuf millions. En recettes de prestations : elles sont de 4 282 000 euros (quatre millions deux cent quatre-vingt deux mille) alors que le plan prévoyait 4 040 000 euros (quatre millions quarante mille). Ce petit plus est dû entre autre à la perception supplémentaire de loyers et la récupération de divers traitements. En ce qui concerne la perception des loyers, la tutelle nous demande de mentionner le montant d’1 241 000 euros (un million deux cent quarante et un mille). Je suis convaincu que le montant que nous toucherons sera bien plus important. Ceci termine le budget ordinaire. Quant au budget extraordinaire, un point particulier : au niveau de la charge d’emprunt, la tutelle autorisait cinq millions d’euros. La Commune empruntera effectivement 6 166 000 euros (six millions cent soixante-six mille). Il faut assurer des travaux dans les écoles et leur acheter du mobilier, financer les travaux et les subsides du Neptunium, apporter notre participation financière obligatoire aux contrats de quartier : plus ou moins 2 300 000 euros (deux millions trois cent mille), acheter du mobilier et du matériel pour la Maison du Citoyen, un montant de cinq cent mille euros est budgétisé pour le déménagement de la crèche « Van Oost » à la rue Anatole France et 87 500 euros (quatre-vingt sept mille cinq cents) sont consacrés à l’abattage des peupliers au cimetière. Il est à noter que la différence d’1 166 000 euros (un million cent soixantesix mille) entre le plan et le budget ne changera quasi-rien au remboursement de la dette vu que les taux sont actuellement au plus bas. En conclusion, à la lecture complète du budget qui suit, vous pourrez constater que le budget de Schaerbeek a parfaitement combiné ses obligations de rigueur en lui joignant le cœur, la générosité et le sens de l’avenir. Pour terminer, je ne peux pas m’empêcher de mettre une phrase d’humour : Les Italiens, quand ils gagnent après avoir joué un mauvais match, disent toujours « résultat importante », d’autant plus que nous, nous avons un bon budget et un bon résultat. - M. Grimberghs : Ce qui nous est proposé comme budget, force est de constater lorsqu’on examine tous les paramètres du budget que le plan d’assainissement n’est pas respecté à la lettre. On peut d’ailleurs se demander si on pouvait faire autrement. En effet, en examinant ce budget, on a sérieusement l’impression qu’il n’y a plus beaucoup de marge de manœuvre. Sans doute faudra-t-il un jour organiser un concours d’idées (auquel il faudrait associer les fonctionnaires et la population) pour trouver encore des économies. Sans doute, y a-t-il moyen d’en faire encore ça et là et surtout de maximaliser l’efficacité de nos dépenses. Mais en gros, votre budget 2004 est la démonstration de ce

16

28.01.2004 que l’on est arrivé à l’os ! C’est bien cela le paradoxe : les objectifs budgétaires ne sont pas atteints mais est-ce possible en assurant le service minimum auquel les contribuables ont droit ! Cela m’amène évidemment à porter davantage ma critique en amont. J’ai encore regretté l’épisode rocambolesque de l’ajustement du plan d’assainissement en dernière minute lors du dernier Conseil Communal du mois de décembre. A chaque fois qu’il a fallu décider de ce qui normalement devrait engager l’avenir de notre commune dans un plan pluriannuel d’assainissement, cela s’est décidé à quelques-uns en limitant au maximum les débats pour éviter les ruptures sur des enjeux symboliques et politiques. Résultat : un plan d’assainissement qui n’offre pas durablement la perspective du redressement des finances de Schaerbeek. Résultat concret : un plan d’assainissement qui a été réajusté en décembre dernier et dont Monsieur l’Echevin vient de faire une très belle démonstration. Pour toute une série de bonnes raisons, on ne peut pas l’appliquer tel quel. Les chiffres n’étaient sans doute pas connus au mois de décembre. Il a fallu que se passe la trêve des confiseurs pour qu’on se rende compte qu’un certain nombre de réalités devaient permettre de corriger le plan d’assainissement. Dans ce contexte évidemment, je veux reporter mes critiques sur le fait qu’il n’y a pas d’engagement pluriannuel de solidarité régionale au bénéfice de Schaerbeek. En fonction des alliances, en fonction du personnel politique, Schaerbeek peut compter sur des opérations au coup par coup. Et j’espère pour l’avenir de notre commune que dans ce contexte il y aura une nouvelle intervention « surprise » de la Région dans le courant de l’année 2004. Je pense qu’il serait plus raisonnable d’avoir un accord qui porte sur plusieurs années tant pour les efforts qui sont faits à l’intérieur de Schaerbeek que pour les efforts qui sont apportés à Schaerbeek au niveau de la solidarité régionale. Je voudrais, au-delà de ces considérations générales, encore intervenir sur un certain nombre de points précis pas trop techniques mais m’inquiéter de ce que, si on vient d’avoir un certain nombre de précisions sur les raisons de l’absence de concordance entre le plan d’assainissement et le budget, je n’ai pas vu beaucoup de commentaires qui expliquent les éléments discordants entre le compte 2002 et le budget 2004. Il me semble qu’il est urgent qu’on approuve le compte 2002 car, à mon avis, le compte 2002, hormis quelques opérations qu’on pourra rapidement défriser, est bien la réalité d’une dépense sur une année normale de notre Commune. Il n’y a pas eu de grands effets surprises en 2002 et on peut même essayer de corriger l’une ou l’autre chose. Il n’y pas eu ni en dépenses ni en recettes de one-shot qui soit venu perturber l’équilibre des comptes. On pourrait, au départ des résultats du compte 2002 ajuster le tir par rapport au budget 2004. On est, de ce point de vue là, étonné de ce qu’un certain nombre de chiffres apparaissent davantage comme de l’incantation politique, je parle surtout des recettes, que des résultats réels de la projection du compte 2002. Je pourrais vous citer un exemple qui me semble quand même étonnant : ce sont les dividendes les intérêts de l’intercommunale du gaz qui sont inscrits pour un montant d’1 830 000 euros (un million huit cent trente mille) au budget 2002, qui rapportent au compte 2002 un million d’euros de moins (huit cent quatre-vingt neuf mille euros) et qui sont réinscrits à 1 400 000 euros (un million quatre cent mille) au budget 2004. Comment explique-t-on cette différence ? Je pourrais prendre d’autres exemples qui montrent qu’on a suffisamment finement tenu compte des enseignements qu’offre le compte 2002. Deuxième remarque technique et qui fait peut-être partie aussi de ces inscriptions budgétaires que l’on souhaiterait mais qui relève plus de l’incantation. Je voudrais quand même que le Bourgmestre précise la réalité de l’inscription budgétaire à hauteur de cinq cent mille euros sur les mesures compensatoires à la libéralisation du marché du gaz et de l’électricité. Je ne sais pas si c’est une mesure générale d’inscrire un montant pour le cas où ou si vous avez effectivement quelques garanties qu’il y aura une perception en 2004. Ce n’est pas une somme aussi peu importante. Autant savoir ce qu’il en sera. Dans les questions un peu plus précises, je voudrais qu’on nous explique l’opération « centre sportif Lambermont » parce que je pense qu’il est temps qu'on sache exactement ce qui va être réalisé comme opération. Je vois dans le budget extraordinaire qu’on nous organise un prélèvement au fond de réserve. J’aimerais bien qu’on puisse préciser la manière dont cette opération importante pour Schaerbeek va se réaliser. Je profite de l’occasion pour me féliciter du fait que les crédits aient été prévus pour la plaine Renan et pour le Neptunium. Je voudrais être simplement certain qu’on va les dépenser dans le budget extraordinaire de 2004. faire un budget extraordinaire, c’est une chose, dépenser effectivement c’est-à-dire avoir les autorisations de dépenses (je me souviens du feuilleton du terrain synthétique de Chazal, cela a mis de nombreuses années). Parmi les autres opérations un peu phare, je souhaiterais qu’on puisse avoir une information sur l’opération complexe Van Oost. Là aussi un certain nombre de dépenses et de recettes semblent liés à la transhumance des services y compris la crèche communale etc. J’aimerais bien que, sur ce point, on puisse faire apparaître le bénéfice de l’opération. On va bien entendu moderniser l’équipement des services mais on doit quand même être très attentif à ce que l’on laisse derrière nous d’une part et d’autre part, au coût de déménagement desdits services. J’ai quand même pointé des dépenses importantes y compris les cinq cents mille euros pour l’installation de la crèche prévue rue Anatole France. Dernière remarque : je m’étonne de la hauteur des crédits d’études dans le budget

17

28.01.2004 extraordinaire. Sans doute est-il utile d’envisager la démolition et la reconstruction de l’école 14. Quatre cents mille euros d’études, cela me semble beaucoup. Pour les vestiaires à Chazal, trente mille euros d’études préalables, cela me semble élevé. J’avais noté la même chose pour le système antivol à la bibliothèque néerlandophone. Ce sont chaque fois des crédits d’études et pas de réalisation à moins que ce ne soit une erreur dans le document budgétaire et que ces crédits portent sur la réalité de ce qui va être entrepris au moins en partie. Dernière chose : je souhaiterais, Monsieur le Bourgmestre, que vous nous expliquiez l’opération de transfert qui est réalisée au budget extraordinaire en faveur du CPAS concernant l’Aéropolis puisque là aussi c’est une opération de transfert simple, une recette extraordinaire et un envoi vers le CPAS pour une opération qui est la contre valeur de trente-cinq années de loyers. Est-ce qu’on peut expliquer au Conseil communal la raison pour laquelle en un coup la Commune régularise cette opération au bénéfice du CPAS. - M. Demol : Monsieur le Président, je trouve particulièrement surréaliste de tenir des discussions techniques sur ce budget, de discuter sur son caractère conforme ou non, pour une commune où de surcroît il est de plus en plus cher d’habiter. C’est toute la philosophie de ce budget qui est mauvaise. On voit souvent qu’on dépense des millions et on se demande pourquoi ? Par exemple, de ci de là, on voit des travaux qui sont effectués et on peut se demander quelle en est l’utilité de ses travaux à part peut-être de tuer les petits commerces aux environs desdits travaux. On va y supprimer des places de parking, on rend le passage de plus en plus difficile. C’est peut-être momentanément plus beau mais là encore c’est une question de goût de chacun mais au bout de six mois, cela devient le même cloaque que c’était avant. La réalité, c’est que rien n’est fait pour attirer à Schaerbeek la famille moyenne. Rien n’est fait pour attirer les entreprises et les commerces honnêtes. Pourtant, c’est tout cela qui ramènerait la prospérité dans la Commune. Apparemment, ramener la prospérité dans la Commune n’est pas votre ambition. Je me pose la question « comment un Conseiller communal peutil soutenir ce budget ? » Je vous remercie. - Mme Kleykens : Cela devient en quelque sorte une habitude, chaque fois que nous sommes appelés à examiner notre budget, nous devons tenir compte du respect de la norme budgétaire fixée par le plan de redressement. Précédemment, nous osions dire que ce plan de redressement était le résultat d’un héritage du passé que nous devions bon gré mal gré assumer bien que le manque de prospective budgétaire incombait aux anciens responsables de la commune. Aujourd’hui, certains qui portent sur leurs épaules ce lourd défaut de prévoyance viennent de rejoindre les bancs d’une formation faisant partie de la majorité. Est-ce dire que cette formation est prête à endosser la responsabilité des erreurs du passé commises par les majorités et les bourgmestres précédents ? N’oublions pas que ce sont ces défaillances qui ont amené ce conseil communal à prendre des mesures drastiques pour ce qui concerne la maîtrise des dépenses et des recettes de la commune. A cet égard, nous avons débattu à trois reprises en conseil communal de l’élaboration du plan de redressement dont le respect a dû guider l’élaboration de ce budget. Le 7 novembre 2001, rappelezvous, le PS avait clairement conditionné son soutien à ce plan en précisant qu’en cas d’augmentation des recettes prévues, nous pourrions réduire l’effort budgétaire en matière de personnel, de fonctionnement et de transfert. A la lecture du budget 2004, nous pouvons constater qu’il existe un mou de l’ordre de deux millions d’euros. Aussi, nous souhaiterions pouvoir obtenir l’engagement du Collège que ces deux millions d’euros puissent, dans le cadre d’une modification budgétaire subséquente, être affectés, en priorité, à des mesures en faveur du personnel, du fonctionnement et des politiques sociales. Pour ce qui concerne le personnel, nous avons été contraints de respecter les normes budgétaires contenues dans ce plan ; ce qui se traduisait dans les faits, notamment, par le non remplacement des départs naturels, c’est-à-dire essentiellement les départs à la retraite. Toutefois, cette façon de procéder a très rapidement atteint ses limites puisque dans certains services, le nombre de personnes non remplacées est tel que le bon fonctionnement de ces services s’en trouve presque menacé. Si cette option du non remplacement des départs naturels pouvait se comprendre dans les premières années sous plan de redressement, aujourd’hui, lorsque l’on constate que bon nombre de ces départs sont des mises à la retraite, l’argument paraît moins probant. En effet, dans pareils cas, la prise en charge de ces pensions n’est plus répercutée sur le budget communal mais passe à charge du Fonds des pensions. Nous devons revoir notre copie en ce qui concerne le non remplacement des départs à la retraite afin de sauvegarder le principe de la continuité du service public qui est menacée dans certains services de l’administration communale. Cela dit, bien sûr, le PS votera le budget 2004. Ce budget est le résultat d’une excellente collaboration entre les membres du Collège et les fonctionnaires communaux qui ont été, faut-il le rappeler, en première ligne pour ce qui concerne les efforts à réaliser au niveau budgétaire. Et, selon nous, c’est donc en toute logique que, si des marges budgétaires sont dégagées au-delà de la norme imposée par le plan de redressement, fussent-elles faibles, les fonctionnaires communaux sont en droit d’en attendre un juste retour. Je vous remercie.

18

28.01.2004 - M. El Khattabi : Monsieur le Président, chers Collègues, Ecolo se réjouit de la présentation de ce budget, d’abord parce que le retard dans sa présentation commence à se résorber (l’année passée, il était de trois mois ; l’année précédente, il était de quasiment un an), et que ce budget montre clairement, bien que cela reste un budget de rigueur, que l’on a tenu compte de chaque composante de la majorité. Mais bien entendu notre plus grande satisfaction réside, si on respecte les projections des recettes, dans les deux millions d’euros de mieux que prévu, avec en outre, une diminution de la fiscalité sur le précompte immobilier. Et surtout la tâche était loin d’être facile. Ecolo y a contribué de la meilleure façon possible. Justement, sur cette question du personnel, comme vient de le rappeler le chef de groupe PS, nous l’avions déjà souligné l’année passée, le service d’urbanisme, dont l’essentiel de son enveloppe budgétaire est consacré aux missions obligatoires et l’ampleur de cellesci, en croissance constante, devrait nous conduire à un renforcement des effectifs. Laissez-moi vous en donner quelques mots. Schaerbeek attire de nouveaux habitants et Schaerbeek se rénove. Et nous pouvons que nous en féliciter. Mais cela entraîne un accroissement important des demandes de permis d’urbanisme. Aujourd’hui, le service urbanisme a atteint le seuil d’alerte et ne peut plus assumer ses missions obligatoires endéans les délais imposés faute de pouvoir recruter un minimum de renfort en personnel. Car, outre la gestion des permis d’urbanisme et des contrôles des infractions urbanistiques, il y a aussi toute une série de gros dossiers qui mobilisent énormément de temps (le développement du Quartier Nord, et l’avancement des PPAS : Terdelt et Gaucheret) En outre certains dossiers tels le PPAS Colonel Bourg, et sans oublier l’imminence d’un PPAS sur le site Josaphat sur injonction du gouvernement régional. Pour les dossiers enseignes, le service n’est plus en situation de pouvoir suivre ces dossiers. En environnement également, l’importance de notre commune et sa vitalité nécessitent la délivrance et le contrôle d’une masse de permis d’exploitation, mais aussi un accroissement sensible des demandes d’enlèvement d’amiante, de dépollution du sol, etc. Ce ne sera donc pas faillir à la rigueur de gestion que de permettre les engagements minimums qui permettront d’assumer ces missions légales. Ceci dit, en matière de rénovation urbaine, on ne peut que se réjouir du nouveau contrat de quartier, le deuxième de la génération subsidiée à 90 %. C’est donc une très bonne nouvelle car chaque contrat de quartier tournant autour d’un budget global de dix millions d’euros, pour financer la revitalisation d’un quartier supplémentaire de notre belle commune et de contribuer à la création de logements, problème criant de notre commune comme de la région. En conclusion sur ce point, la surcharge du service urbanisme et le besoin criant en personnel supplémentaire pour simplement pouvoir assumer nos missions légales et obligatoires. Et je ne dis rien d’autre que ce qui a été dit par les membres de la Commission budget. Concernant le CPAS, le groupe Ecolo se réjouit de l’esprit constructif qui préside la relation jusqu’ici, de celui-ci avec la commune. Le projet de plan de gestion prévoit pour 2004 une série de mesures permettant de récupérer plus rapidement et systématiquement des sommes dues au centre. Le CPAS fait depuis des années des efforts importants en matière de personnel et de fonctionnement. Le dépassement par rapport au projet de dotation communale 2004 pour le CPAS n’est pas dû à une gabegie, mais correspond au contraire, à une réalité budgétaire résultant d’une meilleure estimation des dépenses et recettes. Le protocole d’accord signé avec IRIS en est une des manifestations, lui qui a fait apparaître, par exemple, la sous-estimation systématique des dépenses hospitalières pour les années antérieures. Ce dépassement résulte aussi du maintien de la détérioration, comme on peut s’en rendre compte, de la situation socio-économique globale avec les répercussions connues au niveau de la Commune. Le nombre de revenus d’intégration et d’aides équivalentes demandés, et devant être octroyés, ne cesse d’augmenter. Nous constatons que le Collège est derrière la Présidente du CPAS dans le développement des mesures visant à améliorer la gestion, mais partage aussi sa volonté de garantir les moyens suffisants pour permettre au centre de fonctionner et de remplir les missions sociales qui lui sont dévolues. La solidarité avec les plus faibles est au cœur de notre action politique. En 2003, l’asbl Soins à Domicile a été refinancée et la gestion revue. Nous demandons que le Collège ait la même attention pour 2004 si on tient compte de son évolution financière et ceci sans oublier que le déficit de cette asbl résulte surtout de la nature même de son activité de service public. Nous nous félicitons que l’enveloppe globale pour les subventions destinées aux organismes extérieurs reste inchangée même si nous souhaitons à l’avenir plus de transparence sur les critères d’attributions. Le groupe Ecolo demandera un effort supplémentaire pour les associations de notre commune dès que la situation financière de notre Commune le permettra. Nous sommes en bonne voie. Notre groupe est satisfait de la confirmation du budget pour la rénovation du Neptunium qui tend à nous faire espérer que le Collège et son nouvel Echevin des sports ont abandonné l’idée de construire une nouvelle piscine à la place du Neptunium. Malgré les améliorations relevées plus haut, le budget reste difficile tant à l’ordinaire qu’à l’extraordinaire. Mais encore une fois, pour cette année, le défi a été relevé en dépit, comme le précise Monsieur l’Echevin des Finances du « dictat de la région ». Grâce à l’étalement du plan la projection est plus réaliste, proposition que nous avions déjà faite en juillet 2002. Donc, le groupe Ecolo votera ce budget de compromis avec la région tout en

19

28.01.2004 réitérant sa demande d’une plus grande collégialité sur le sujet. Merci Monsieur le Président et chers Collègues. - M. Köse : C’est vrai qu’il y a une différence entre mon acte de politique générale et l’avis de la commission des budgets. Mais il faudrait comprendre que l’avis de la commission des budgets est composée du Secrétaire Communal, du Receveur Communal et de l’Echevin des Finances et ne donne qu’un avis technique. Elle donne un avis technique sur le projet de budget fini par les services. Si vous regardez à la première page, vous verrez que cet avis a été donné le 27 novembre. Entre le 27 novembre et aujourd’hui, il y a deux mois d’écart et ce budget a évolué entre-temps. C’est vrai que Monsieur Grimberghs en disant qu’on ne respecte pas le plan de redressement, les lignes ne sont pas les mêmes, mais pour moi faire mieux que le plan n’est pas ne pas respecter le plan mais respecter deux fois le plan. Je ne vois pas d’inconvénient si on fait mieux que le plan. Les dividendes de la taxe communale pour les dividendes du gaz sont des montants communiqués par Sibelgaz et nous sommes tenus à les inscrire, Monsieur Grimberghs. C’est ce que le service vient de me dire. Les 500 000 euros (cinq cents mille) pour la libéralisation de l’énergie figurés au plan de redressement, nous espérons les recevoir. Pour cela, je demanderai l’appui des Conseillers régionaux qui sont en même temps Conseillers chez nous. Si vous en connaissez un, vous me faites signe. Je pense que vous poserez une question parlementaire à ce sujet-là au Parlement bruxellois. - M. le Bourgmestre : Un mot d’explication sur le dossier Lambermont Aéropolis qui sera un rappel pour les Conseillers communaux qui ont siégé sous l’ancienne législature. Ils n’ont peut-être pas retenu tous les aspects techniques de ce dossier et qui sera une explication pour ceux qui sont nouveaux dans cette assemblée. Le terrain de l’ancien nouvel hôpital du site Aéropolis était un terrain qui appartenait et à la Commune et au CPAS. Il y a eu dans le cas de la vente de ce terrain, à l’origine, il y a très longtemps, un promoteur immobilier. Il n’a pas acheté ce terrain, il l’a pris en bail emphytéotique. Quand il y a eu la faillite et puis la reprise par le nouvel occupant, il y a eu reprise des contrats, notamment du bail emphytéotique concernant la propriété du terrain. Le bâtiment avait été acheté et payé cash. Par contre, le terrain était encore en bail emphytéotique. L’opérateur payait un loyer à la Commune qui redistribuait au CPAS sa part de propriété qui, de mémoire, est de 54 % du total ou quelque chose comme cela. Le montant était versé en une fois à la Commune qui avait une grosse recette. Le bail emphytéotique a été poursuivi et il y avait, dans ce bail, une option de rachat exerçable en 2004 et qui sera exercée en 2004. Il y a un montant unique, un canon unique qui est payé en 2004 pour solde de tout compte et qui équivaut dans la convention à trente-cinq années de loyer. Vous avez dans le budget une grosse recette, une grosse dépense de transfert au CPAS, nous lui rendons sa part et de la part qui reste à la Commune, nous en plaçons une bonne partie dans un fonds de réserve spécialement créé pour la finalisation de l’opération Lambermont. Dans le cadre de l’opération Lambermont, ce Conseil Communal a lancé un marché, un appel à projet appelant un promoteur à y développer un centre sportif et d’autres fonctions et ici sans doute du logement. Tout cela est encore en discussion. Donc, je n’ai pas d’information précise définitive à vous donner. On attend les dernières données et offres précises du promoteur. Ce promoteur construira sur nos terrains un centre sportif communal. Il y aura un montant à payer pour ce centre sportif communal. La mise en réserve du produit pour la Commune de la vente des terrains Aéropolis nous permet de mettre en réserve des moyens qui permettront alors d’acquérir en partie le futur centre sportif communal sur le site Lambermont. J’ai répondu sur le principe et pas sur les montants. Les montants sont repris au budget tels que vous les avez eus sous les yeux. Deuxième question générale que vous avez posée, c’est celle du site Van Oost et donc des aménagements au site Rodenbach. Sont prévus au budget cette année, des travaux d’aménagement des grands plateaux techniques du bâtiment Rodenbach pour y installer l’ensemble des services techniques du service infrastructure, service des travaux. Ce qui permettra, fin 2005 d’y emménager les services techniques des travaux et de quitter le bâtiment Van Oost. Le bâtiment Van Oost posait des problèmes en lui-même. Ce n’est pas un équipement parfait que nous quittons pour joindre un autre site. Le bâtiment Van Oost ne pouvait pas être maintenu en exploitation pendant de nombreuses années sans y réaliser d’énormes investissements. Vous vous souviendrez peut-être que pendant les premières années de cette majorité, nous avons renoncé à faire des gros travaux budgétés à près d’un ou deux millions d’euros dans le site Van Oost pour des réparations de toitures, des mises en conformité d’installation électrique et des choses comme cela. Ce sont des montants, je ne dirai pas équivalents mais de même ampleur qui sont réalisés dans le site Sinta pour avoir un résultat qui sera bien plus fonctionnel et bien plus conforme à des normes décentes de travail pour notre personnel communal. Il en va de même pour la crèche à Van Oost. L’ONE nous met en demeure et nous sommes en train d’obtenir des délais ultimes de sa part pour déménager cette crèche qui ne répond plus, aujourd’hui, aux normes. Il était nécessaire indépendamment d’un maintien à Van Oost, soit de dépenser énormément d’argent pour mettre une crèche conforme aux normes à cet endroit-là. C’était l’occasion de quitter ce site parce que ce n’est pas un site qui offre des qualités exceptionnelles d’accueil pour une crèche.

20

28.01.2004 Une solution a été trouvée dans un bâtiment rue Anatole France. Il y a un crédit important d’un million cinq cents mille euros qui est inscrit pour les travaux d’aménagement de ce site en crèche et le déménagement est prévu début 2005 sans doute. Entre-temps, le Collège prépare la session du site Van Oost mais souhaite avoir des garanties sur sa réaffectation, sur le projet de celui qui en serait l’acquéreur et les garanties qu’il donnerait à la Commune sur la reconversion de ce site où il y a moyen de faire beaucoup de choses. Il y a une étude de la SDRB sur le site qui nous sert de guide sur sa réaffectation. Le Collège a également le souci d’en tirer le meilleur prix. Nous avons à la fois le souci financier et un souci urbanistique en terme de développement de ce quartier. C’est l’occasion de réaliser là du logement, de l’équipement, un peu de bureaux, diverses choses. Tout cela est concevable sur le site. Le Collège cherche maintenant la voie la plus utile pour donner de la publicité à la session prochaine mais sans doute pas avant 2005 de ce bâtiment. Et sur les crédits d’études, vous pourrez retrouver les montants élevés peut-être mais ils ont été tous estimés par le service des travaux en fonction de l’ampleur prévisible des travaux et de la norme déontologique des architectes qui fixent une valeur approximative des honoraires avec aussi le principe qui veut que, si l’on calcule les honoraires au plus juste, on doit systématiquement vous demander ou trop souvent vous demander des adaptations de budget. On préfère avoir un montant qui offre un peu de mou quitte en modification budgétaire, si les nouvelles sont bonnes, de les adapter à la baisse et pouvoir consacrer ces moyens à d’autres dépenses qui surviendraient dans l’année. Voilà pour les questions un peu techniques que vous aviez posées. Je voudrais simplement répondre de manière générale à quelques questions critiques qui ont été posées. Comme l’a dit Monsieur l’Echevin des Finances, nous suivons notre plan de redressement comme guide. Ce plan de redressement est difficile, il nous impose des choix difficiles et de gérer avec rigueur. Ce mot rigueur parfois camoufle des choix très pénibles pour le Collège comme ceux qui ont été évoqués. C’est vrai que c’est difficile de fonctionner avec moins de moyens qu’auparavant. Il y a des services où il y a des situations aujourd’hui, qui sont criantes et qui appellent une réflexion de notre part si notre capacité à poursuivre les missions publiques qui sont prestées par ces agents. Ce plan de redressement est aussi un plan qui imparfait. On n’a jamais prétendu qu’il était une perfection absolue ni qu’il était à suivre ligne par ligne. Ce n’est qu’un guide de gestion. Vous, nous sommes amenés à, sur l’une ou l’autre des prévisions que ce plan contient, à voir les choses un peu autrement. Là on a un peu plus et là on a un peu moins. Si vous faites une lecture ligne à ligne du plan, vous aurez constamment des erreurs. L’important dans ce plan, c’est qu’il soit un guide pour le retour à l’équilibre. La ligne la plus importante du plan, c’est la ligne de résultat, comme l’a rappelé Monsieur l’Echevin. Cette année-ci, nous faisons un résultat qui est meilleur que le plan. Comment nous y parvenons ? Ce n’est pas de la cuisine interne, il faut être sérieux. Si nous y parvenons un peu plus d’un côté que prévu et un peu moins d’un autre que prévu, ce n’est pas grave si cela ne met pas en péril notre capacité les années suivantes à continuer le rythme d’assainissement. Cela ne met pas en péril les politiques que la Commune veut suivre. C’est à cette aune là qu’il faut juger le respect ou non de telle ou telle ligne du plan de redressement. Deuxièmement, ce qui nous guide, ce n’est pas seulement le plan de redressement, ce n’est qu’un cadre budgétaire dans lequel nous réfléchissons. C’est aussi et bien évidemment comme je l’ai déjà rappelé, notre volonté d’assurer toutes les missions publiques essentielles de cette Commune au bénéfice de toute la population. Ces missions sont la sécurité, la propreté publique, l’aide sociale, l’éducation, l’état civil, l’urbanisme, le contrôle du développement de la Commune. Nous voulons toutes les remplir de la meilleure manière en faisant d’énormes efforts de rigueur dans la gestion. Cette année ci, une priorité qui est clairement inscrite dans le budget. C’est le seul département qui a une progression budgétaire par rapport à tous les autres qui sont plutôt limités, c’est la propreté publique. C’est le département qui voit ses moyens augmenter donnés par la Commune et qui nous verra aussi recevoir des moyens humains supplémentaires du Gouvernement régional. Il y a une réelle priorité en cette manière. Enfin, le budget extraordinaire, c’est notre investissement et ce qui devrait garantir l’avenir. Tous les projets que l’Echevin a rappelés sont des projets où nous investissons dans l’école, dans les crèches, dans la rénovation des quartiers, dans toute une série de services directs à la population parce que nous voulons que cette Commune progressivement dans la sécurité, dans les bibliothèques, dans toute une série de services, soit mieux en mesure demain de servir la population et d’être à l’écoute ou en réponse à ses besoins légitimes. Je pense, contrairement à ce que certains ont dit ici que la situation, même si elle est difficile, elle s’améliore sur le plan de la sécurité. Elle reste difficile sur le plan de la propreté, elle s’améliore dans nos écoles, dans le service social d’aide aux personnes précarisées dans notre Commune. Des quartiers se rénovent. Certains se plaignaient tout à l’heure que la Commune était dégradée et en même temps s’étonnaient qu’on y fasse des travaux. Les travaux sont là pour améliorer la situation dans la Commune. Si le coût du logement augmente, c’est évidemment une préoccupation pour nous et pour les familles les plus pauvres. C’est aussi le signe que des gens désirent venir habiter à Schaerbeek et sont prêts à mettre ce prix. C’est l’expression que, pour eux, Schaerbeek en vaut la peine et cela nous fait du bien.

21

28.01.2004 - M. Winkel : Je suppose qu’on va pouvoir poser quelques questions soit page par page, soit sur le budget extraordinaire. J’ai ici une question sur le budget extraordinaire. Premier point : page 5 Rodenbach. On l’a déjà évoqué. Vous vous rappelez qu’on a acheté Rodenbach à l’époque, et c’était une bonne chose car on a évité pour cela une dépense extraordinaire qu’on allait faire au dépôt de la STIB de sept ou huit cents millions de francs belges et on a acheté ce site plus de deux cents millions. On nous avait dit à l’époque que ce site était très bien équipé et disponible facilement. Je constate que chaque année, on vient avec des budgets extraordinaires pour l’équiper. Cette année encore, on vient avec deux millions et demi d’euros d’aménagement. Je suis d’accord qu’on doive faire des travaux mais est-ce que c’est bien la dernière. On ne va pas revenir à chaque fois avec cent millions de francs belges. Tout ce que l’on avait défendu, vous Monsieur le Président et moi-même en Collège, n’était pas vrai. On avait dit que la STIB coûtait très cher et Rodenbach bon marché. Il faudrait que l’on soit cohérent avec ce que l’on a dit il y a quelques années. - M. le Bourgmestre : Jusqu’à présent, on n’a pas fait de travaux dans cet immeuble. Donc, il y a eu des inscriptions budgétaires mais il n’y a pas eu de travaux dans la partie communale de l’immeuble mais que dans la partie qui sert de commissariat. Travaux qui ont été au budget de la Commune puisqu’ils ont été subsidiés par des subsides régionaux dans le cadre du contrat de sécurité et de prévention. Nous avons d’ailleurs là un commissariat qui est parfaitement accessible aux personnes à mobilité réduite. On a tenu complètement compte de toutes les normes. Cette année-ci, c’est l’année où nous mettons les gros crédits sur Sinta sur l’aménagement du grand plateau technique. Certains connaissent ce bâtiment, ce sont les grands plateaux techniques où il y avait les machines de l’entreprise qui l’occupait précédemment qui doivent être cloisonnés et équipés pour accueillir nos services techniques. - M. Grimberghs : Sur cette ligne là, j’en profite parce que dans la réponse que vous m’avez faite vous n’avez pas donné d’indications sur l’origine de la recette autre qui va financer ces travaux. On va avoir des subsides, c’est une bonne nouvelle mais on aura d’autres recettes. Page 5, vous avez deux millions et demi de travaux, quatre cent vingt mille subsides, c’est parfait. Deux millions cent et cinq mille euros de rentrées qui, je suppose, sont les conséquences de vente de Van Oost mais je ne sais rien d’autre. Je vous avoue que, de manière générale, il serait utile qu’on sache d’où viennent les recettes qui sont inscrites là et à d’autres articles dans le budget extraordinaire. - M. le Bourgmestre : Le « autre » c’est une partie du solde du canon d’Aéropolis. Ce sont des recettes qui, sinon, viendraient dans la généralité des recettes du budget extraordinaire. - M. Grimberghs : Cela m’intéresse de savoir. Cela veut dire que Van Oost n’est pas inscrit au budget. La recette Van Oost n’est pas dedans ? - M. le Bourgmestre : Elle n’est pas inscrite au budget 2004. Si on la fait, elle viendra en sus. - M. Winkel : Page 9 : renouvellement de l’éclairage public. Il y a la rue Raymakers et la rue de la Ruche. Tout à fait pour, aucun problème. Je viens toujours avec une question qu’on a posée souvent, et la Conseillère Communale est absente, qui concerne l’avenue Chazal. Déjà, il y a cinq ans, on avait décidé de renouveler l’éclairage avenue Chazal. Je suis passé avenue Chazal et c’est toujours peu éclairé ! Quand va-t-on rénover l’avenue Chazal ? - M. le Bourgmestre : Le bon de commande est signé. C’était au budget 2002 ou 2003. Sibelgaz, dans son programme de chantier va le réaliser. Sibelgaz a des programmes de travaux qui ont souvent un an de retard sur le moment où vous envoyez les engagements budgétaires. - M. Winkel : Troisième question qui concerne les bibliothèques publiques. Page 16. On va acheter des locaux pour des nouvelles bibliothèques publiques rue Royale Sainte Marie, rue des Palais. C’est une très bonne initiative. Le problème connaissant bien les bibliothèques, c’est que quand on achète une bibliothèque, une chose est de l’acheter, une autre chose est de la faire fonctionner. J’espère que le Collège dans son plan d’assainissement a bien comptabilisé aussi les frais de fonctionnement même si la Cocof et la Communauté française aident notamment pour le personnel et notamment pour les frais d’installation. Je crois savoir et j’en suis même certain que la Commune met toujours une grosse partie aussi de sa poche pour les traitements du personnel. Est-ce que c’est bien prévu ? En plus du budget de création, est-ce que vous avez bien chiffré combien cela coûterait en fonctionnement ou bien vous fermez la bibliothèque chaussée d’Helmet ? - M. le Bourgmestre : On ne fermera pas et Georges Verzin expliquera ce montage. - M. Winkel : C’est important parce qu’on n’a jamais eu ce débat ici. - M. Verzin : Cette initiative du Collège et de la majorité va permettre de combler un déficit important en matière de lecture publique et va donner dans un espace extrêmement stratégique pour la Commune de Schaerbeek et pour l’ensemble des personnes concernées par l’apprentissage de la lecture et par l’association de ceux-ci. En effet, vous n’ignorez pas, Monsieur Winkel, que cette zone de Schaerbeek a été pendant longtemps un véritable désert en terme d’investissements sociaux, à telle enseigne que nous avons pendant des années dû compter sur la vigueur du secteur associatif pour compenser quelque peu les carences des pouvoirs publics qui ont précédé il y a quelques

22

28.01.2004 décennies le Collège actuellement en place. Voilà l’esprit dans lequel cet outil va se déployer offrant ainsi à l’ensemble des associations du quartier, et par quartier j’entends les associations actives tant dans le quartier Josaphat que la chaussée de Haecht, que la rue des Palais, que la rue Verte et jusqu’à la place Gaucheret. Elles vont donc pouvoir disposer d’un outil pédagogique de meilleure insertion sociale et qui s’appuie sur une politique du livre et des multimédias. C’est exactement dans cet esprit de partenariat que le Collège a voulu me donner les moyens de développer ce nouvel outil. Je suppose, Monsieur Winkel, que sur la philosophie de ce projet, vous partagerez mon souci et celui de l’ensemble du Collège. Pour le montage financier, nous avons fait le nécessaire grâce à l’appui de votre collègue, Madame Smeysters, et de l’ensemble du groupe Ecolo pour consacrer une partie des charges d’urbanisme de l’îlot 65 pour permettre l’acquisition ainsi qu’un soutien important du fonds de la politique des grandes villes et de la Communauté française pour le premier équipement. En ce qui concerne le fonctionnement : nous avons décidé, le fonctionnaire dirigeant des bibliothèques et moimême, de fonctionner à ce stade-ci, sur une base stable puisque effectivement si nous avons obtenu grâce à notre mise en réseau avec le réseau d’Evere et la bibliothèque d’Evere un meilleur taux de subventionnement, nous n’avons pas à ce stade en effet, obtenu un reclassement des bibliothèques. Ceci est évidemment l’étape sine qua non et la condition sine qua non pour obtenir dans trois ans le reclassement de l’ensemble de notre réseau et donc l’obtention de nouveaux emplois subventionnés. Non seulement il faut un accroissement du nombre de collections mais aussi un accroissement du nombre de sites. C’est cela aussi que cet investissement va permettre dans les trois ans à venir. Meilleur service, élargissement des collections, meilleures conditions de travail pour l’ensemble du personnel de bibliothèque et donc, en ce qui concerne celui-ci, nous travaillerons en personnel constant en modifiant quelque peu les heures d’ouverture de l’ensemble des autres bibliothèques de telle sorte qu’une partie du public qui était obligé, jusqu’à présent, de fréquenter la bibliothèque d’Helmet va pouvoir, effectivement, avoir près de chez eux un outil de proximité rendant plus de souplesse et rendant moins nécessaire le déplacement vers Helmet. Les heures d’ouverture que nous ouvrions aujourd’hui pour assumer un service complet sur Helmet vont être déplacées pour permettre des heures d’ouverture suffisantes sur ce site là. Ce sont effectivement des conditions qui ne seront pas extrêmement confortables mais nous avons veillé à ce que l’ensemble du budget de fonctionnements de bibliothèques reste constant en ce qui concerne les dépenses de personnel. Par contre, en ce qui concerne les investissements, j’attire l’attention du Conseil sur le fait que le Collège a pris une décision parallèle qui est de passer enfin au système d’exploitation vubis. Là aussi, nous allons bénéficier d’un subventionnement à 100 % des pouvoirs publics subventionnant, essentiellement la Cocof pour nous permettre non seulement de changer l’ensemble du hardware du matériel informatique mais aussi nous permettre de passer à vubis qui permettra non seulement d’interconnecter les bibliothèques entre elles mais aussi d’interconnecter les bibliothèques de Schaerbeek à l’ensemble du réseau de la région de Bruxelles Capitale en ce compris les institutions universitaires. Là aussi, cela permettra une meilleure polyvalence et une plus grande souplesse d’utilisation pour l’ensemble des utilisateurs de notre réseau de bibliothèques et l’ensemble des écoliers et des étudiants qui les fréquentent et qui les fréquenteront encore plus à l’avenir. Je vous remercie de votre attention. - M. le Bourgmestre : Enfin, cet investissement s’inscrit tout à fait dans la démarche que nous avions initiée de réinvestissement de la Commune dans tout ce quartier. Tout le contrat de quartier avec le Parc qui va être réalisé cette année, le M-Village, tout cela, c’est un quartier qui va être changé radicalement d’image. Un investissement de type culturel et social comme une bibliothèque vient évidemment compléter le dispositif de développement de la Commune dans ce quartier. - M. Winkel : J’ai bien dit que j’étais totalement pour. J’ai simplement dit que le Collège n’oublie pas d’inscrire aussi des frais de fonctionnement. Question suivante page 20. Le terrain Renan. Puisqu’on a évoqué le terrain Renan, ici, il est marqué placement d’un terrain synthétique : 700 000 euros (sept cents mille) mais je voudrais être sûr qu’aujourd’hui le Collège a bien pris la décision d’installer un terrain synthétique à Renan. Je vous rappelle quand même que, dans le passé, quand on a voulu le faire, il y avait deux problèmes. Premier problème : la Commission royale des Monuments et Sites qu’il faut consulter, qui doit donner son avis, et qui, en général, est assez dure en la matière puisque cela touche au Parc Josaphat. Deuxième question essentielle qui, à l’époque, avait été évoquée par Michel De Herde, qui avait à l’époque « attention, un terrain synthétique là va perturber totalement les activités des jeunes du quartier qui jouent sur le terrain naturel actuellement. » Tu vas rejeter ces jeunes à l’extérieur. On va les mettre ou cela, ces jeunes ? On va les faire jouer où cela puisqu’il y aura un terrain synthétique avec des équipes encadrées, c’est-à-dire les équipes du club du Crossing. Voici les deux problèmes qu’il y avait. Je voudrais si le Collège avait tranché le débat et avait trouvé une solution avec la Commission Royale des Monuments et Sites en plus. - M. Grimberghs : Simplement Monsieur le Bourgmestre, pour permettre à l’Echevin des Sports de préparer sa réponse. J’avais une petite question complémentaire. Il y a une dépense pour ce terrain

23

28.01.2004 synthétique qui est prévu de 700 000 euros (sept cents mille) et un subside pour le même montant. Est-ce à dire qu’on a obtenu une garantie exceptionnelle d’une subvention à cent pour cent pour ces travaux ? - M. le Bourgmestre : Ce sera financé par un prélèvement sur les charges d’urbanisme. - M. Grimberghs : Non, ce n’est pas inscrit. - M. le Bourgmestre : On l’a mis en subsides. On aurait pu le mettre en « autres » mais nous le finançons par des charges d’urbanismes. - M. Grimberghs : C’est soit du subside soit « autres », alors ? - M. le Bourgmestre : En tout cas, ce n’est pas en emprunt communal. Nous allons le financer par subsides pour les 60 % et quarante autres pourcents seront couverts par des charges d’urbanisme. La part communale est de zéro franc. Il n’y a pas d’emprunt communal à réaliser pour faire cette opération. - M. Grimberghs : Il n’empêche que les charges d’urbanismes comme les recettes exceptionnelles de vente de terrain, c’est de l’argent communal. Je souhaite vraiment, Monsieur le Bourgmestre, qu’on reçoive indépendamment des votes qui vont intervenir tout à l’heure, une note technique sur la colonne « autres recettes ». Je vous avoue que je ne m’y retrouve pas. Je voudrais qu’on puisse dire : « les autres recettes, c’est tel montant, proviennent de telle opération et est affectée à telle chose » de telle sorte qu’on puisse effectivement suivre dans l’avenir l’affectation de sommes qui sont quand même importantes et qui vous donnent une marge de manœuvre tout à fait intéressante pour mettre en œuvre les choses qui sont, par ailleurs indispensables. - M. le Bourgmestre : Comme on s’améliore chaque année, on retient votre suggestion pour 2005. Cela relève typiquement du travail de commission et on veillera, pour l’année prochaine, en 2005 à avoir une présentation plus explicite de tout ce qui est mis dans la colonne « autres ». Enfin, pour toutes les questions posées par Monsieur Winkel, la réponse est oui. - M. Winkel : Je n’ai pas écouté mais cela concernait le terrain Renan. Si le Bourgmestre a dit oui, c’est que c’est oui. Je pense que le dossier dépend des Monuments et Sites. Si je me trompe, mon prédécesseur pourra me donner un coup de main. - M. De Herde : On a déjà eu ce débat, Monsieur Winkel. En tant qu’ancien Echevin des Sports, on peut dialoguer ensemble maintenant. Il est évident qu’une des missions de base que le Conseil Communal et le Collège vont confier à l’architecte chargé d’étudier le dossier Renan, c’est effectivement d’obtenir le permis d’urbanisme auprès de la Commission Royale des Monuments et Sites. Quand il aura terminé sa mission, il fera un rapport au Collège et le Collège avisera. D’autre part, pour l’autre question, Monsieur Köse va certainement vous répondre. - M. le Bourgmestre : Sur la question de l’opportunité d’aménager là un terrain synthétique, il est vrai que cela permettra à plus de clubs organisés de jouer sur ce terrain. Cela ne veut pas dire que les jeunes qui jouent spontanément sur le terrain seront renvoyés ailleurs. Ils auront sans doute l’occasion maintenant d’être accueillis dans une série de clubs qui auront plus de plages horaires et qui pourront mieux les encadrer. Ce n’est pas nécessairement une mauvaise chose, Monsieur Winkel. - M. Winkel : Dernière question : Page 27 et cela concerne Monsieur De Herde, l’Echevin compétent. Consultation de nourrissons. Il y a indiqué subsides à la consultation des nourrissons, rue du Progrès sur l’exécution de travaux d’aménagement urgent. On connaît l’état de cette consultation de nourrissons. Donc, 25 000 euros (vingt-cinq mille) sont prévus. Je voudrais rappeler quand même qu’il y a trois, quatre ans, comme les services des travaux n’avaient pas le temps de s’occuper de la rénovation de la rue du Progrès, le Collège et le Conseil Communal avaient accepté de transférer 75 000 euros (septante-cinq mille) ou trois millions de francs à l’asbl pour rénover l’immeuble. Pour l’instant, il y a trois millions sur le compte plus vingt-cinq mille euros. Cela fait quand même quatre millions de francs. Je voudrais savoir si les travaux ont déjà commencé ? Comment faites-vous pour grouper ces deux sommes ? - M. De Herde : C’est un ancien dossier que mon prédécesseur, Echevin de la petite enfance a initié. Le choix que le Collège avait fait à cette époque était effectivement de confier la maîtrise de l’ouvrage à l’asbl « les amis de la consultation des nourrissons ». Cette asbl a d’ailleurs désigné un bureau d’architecte qui étudie le dossier et qui le fait en parfaite relation avec l’asbl « Renovas » qui, dans le cadre du contrat de quartier, cofinance les travaux à cet immeuble communal pour y réaliser au premier étage et au deuxième étage du logement. Evidemment, quand les deux bureaux d’architecte se sont rencontrés, il y a eu toute une négociation sur la prise en charge des travaux aux communs de cet immeuble. Je pense à la toiture et je pense surtout aux caves et aux égouts où il y a eu des désagréables surprises. Suite à une négociation entre « Rénovas » et le bureau privé d’architecte désigné par l’asbl « les amis de la consultation des nourrissons », ils ont fait un partage équitable et l’asbl a demandé à la Commune un complément de 25 000 euros (vingt-cinq mille) qui se trouvent au budget pour pouvoir finaliser les travaux y compris les travaux aux communs qui sont partagés au prorata entre l’opérateur « Renovas » et l’opérateur « consultation de nourrissons ». La consultation a

24

28.01.2004 déjà déménagé provisoirement. Je remercie mon collègue Echevin de l’Instruction Publique d’avoir bien voulu accueillir provisoirement cette consultation dans les locaux de l’école 8, place Gaucheret, juste à côté. Les travaux commencent, je crois au printemps de cette année y compris la toiture, les égouts et puis les logements et la rénovation de la consultation de nourrissons au rez-de-chaussée. Je signale à toute bonne fin, qu’effectivement, l’argent qui est bloqué sur le compte de l’asbl depuis un certain temps, génère des intérêts qui sont redistribués à toutes les consultations de nourrissons et qui permettent d’ailleurs à la Commune de minimiser fortement le subside qu’elle doit accorder à cette asbl. J’espère que cela éclaire le dossier. - M. Winkel : Les subsides à la dotation de police. J’ai constaté que, d’un côté, l’année prochaine, vous augmentez la dotation de 870 000 euros (huit cent septante mille) si je me souviens bien. Vous passez de vingt-quatre millions et quelques à vingt-cinq millions et quelques d’euros. D'autre part, soyons honnête, il y a un retour qui avait été prévu par la zone de police c’est-à-dire que l’argent non dépensé par la zone de police devait revenir à la Commune de Schaerbeek. Je ne sais pas quel retour on aura cette année ? Est-ce que le compte 2003 est fait. Sait-on combien d’argent va revenir ? Est-ce pour cela que vous augmenter la dotation ? Je ne comprends pas très bien. Expliquez-nous, c’est vous le spécialiste. - M. le Bourgmestre : Un. Les inscriptions sont conformes au plan de redressement pour la zone de police comme pour le CPAS en l’absence aujourd’hui de budget du CPAS ou du budget de la zone de police qui ont été arrêtés par les organes qui doivent l’arrêter. Les montants sont ceux conformes au plan. Deux. Le phénomène de retour que vous évoquez est un accord interne qui a été passé au sein de la zone de police entre les bourgmestres des trois communes qui constituent la zone dans le cadre d’un accord sur la clé de répartition entre les trois communes du budget 2003 en indiquant que le surplus au compte qui était prévisible au compte 2002 lorsqu’il serait arrêté, serait transféré à Schaerbeek. Le compte 2002, le premier compte de la zone de police est aussi quasiment terminé. On l’aura bientôt. Il se terminera par un solde positif qui reviendra à Schaerbeek. Je n’ai pas le chiffre comme cela mais il se solde par un solde positif. Cela fera un retour pour Schaerbeek qui fera un retour à l’ordinaire ou à l’extraordinaire, je ne sais pas encore. Il n’y a pas besoin d’article pour recevoir une recette. Les recettes, on peut toujours les prendre malgré les inscriptions budgétaires. On a une réunion de police demain mais on ne votera pas le budget demain. Le budget, c’est pour le Conseil de février. - M. Grimberghs : Juste un commentaire sur votre réponse politique avant qu’on examine les questions techniques. Vous aviez fait une petite réponse politique. Je voulais simplement vous dire, Monsieur le Bourgmestre, que j’ai bien entendu vos réponses. Je reste, moi, avec une question : Estce que le comité d’accompagnement du plan d’assainissement a approuvé, a donné son aval au projet de budget qui vous est soumis ? - M. le Bourgmestre : Lors de la réunion de ce matin, ils ont fait toute une série de remarques précises sur une série de choses. Nous proposons, maintenant, de tenir compte de ces remarques avec l’amendement que le Collège vient d’approuver en fin de journée. Je vous propose de passer au vote sur le budget. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 31 voix contre 5 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 31 stemmen tegen 5. Ont voté OUI -=- Hebben JA gestemd : Mmes-Mevr. Monseu, Massart, MM.-hh. Ramdani, El Khattabi, Mmes-mevr. De Dyn, Kleykens, MM.-hh. Heuninck, Vantighem, Courtheoux, Mme-mevr. De Swaef, MM.-hh. Charels, Paulet, Duriau, Guillaume, Noël, Van Gorp, De Herde, Verzin, Mmemevr. Bouarfa, MM.-hh. Winkel, Fraboni, Denys, Mme-Mevr. Smeysters, MM.-hh. Ducarme, Köse, Mmes-mevr. Essaidi, Jodogne, MM.-hh. Temiz, Lahlali, Ozturk et/en Clerfayt. Ont voté NON -=- Hebben NEEN gestemd : M.-h. Decat, Mmes-mevr. Philippart, Nyssens, MM.hh. Grimberghs et/en Demol. Sont ABSENTS -=- Zijn AFWEZIG : MM.-hh. Nimal, Germain, De Jaegher, Sessler, El Arnouki, Hutchinson, Ozkara, Benallel, Mme-mevr. Blanmailland, M.-h. Crasson et/en Mme-mevr. Gailly.

***** Mme Gailly entre en séance -=- Mevr. Gailly treedt ter vergadering. *****

25

28.01.2004 Contrôle -=- Controle Ordre du jour n°6 -=- Agenda nr 6 Fabrique d'église St-François d'Assise - Budget pour l'exercice 2003 - Avis favorable Kerkfabriek van St.- Franciscus van Assisi - Begroting voor 2003 - Gunstig advies - M. El Khattabi : J’aimerais revenir sur un sujet que j’avais déjà abordé : les fabriques d’églises. Ce n’est pas la première fois que des voix s’élèvent contre une certaine forme d’anachronisme qui consiste à voter chaque mois des subsides à diverses fabriques d’églises avec le résultat que les montants non négligeables émergent au budget communal chaque année. Certes, cela se place en application de vieux accords et, comme conséquence de toute une histoire, mais la société bouge. Nous aimerions que les réalités vivantes soient davantage prises en considération. Dans une commune comme Schaerbeek qui compte certainement au moins autant de musulmans qui fréquentent la moquée que de catholiques qui vont à l’église, il est frappant que le budget 2004 dont on vient de discuter consacre plus de 47 000 euros (quarante-sept mille) au déficit des deux fabriques d’églises, ce qui est mieux que l’an dernier d’ailleurs où l’on prévoyait d’ailleurs 54 000 euros (cinquante-quatre mille) pour le poste et seulement 2 500 euros (deux mille cinq cent) pour la coordination des mosquées, ce que je suppose être subite concernant la fête du sacrifice dont je reviendrai d’ailleurs tout à l’heure dans ma question orale. Qu’on ne se méprenne pas sur la portée de mes propos. Je précise bien que je sais bien qu’il n’appartient pas aux communes d’envisager de subsidier les mosquées puisque cette prérogative et cette charge reviennent aux provinces, dans le cas de Bruxelles, de la région. Bien sûr, nous pourrions, comme autorité communale, œuvrer pour que cette question qui traîne honteusement depuis des années, soit enfin à l’ordre du jour au niveau de la Région chargée de cette compétence. Peut-être y reviendrons-nous une autre fois. Mais, dès à présent, elle est la question d’actualité. Nous pourrions faire en sorte que, là, nous avons quelque chose à dire et que nous le disions convenablement. Je parle, en l’occurrence, d’organisation, d’un lieu d’abattage pour le jour de la fête. Chaque année, la difficulté se manifeste. Voilà que cette année, on constate que des mesures adéquates n’ont pas été prises ou n’ont pas été prises à temps. Il n’est pas nécessaire de s’étendre ici très longuement sur les inconvénients d’une solution qui ne permet qu’à quatre-vingt familles schaerbeekoises de sacrifier un mouton dans un lieu collectif et convivial. - M. Ducarme : Si vous me le permettez, Monsieur le Bourgmestre, par rapport aux propos qui viennent d’être tenus maintenant, je voudrais quand même apporter un rectificatif qui est intéressant dans le cadre de la gestion communale. Il faut savoir qu’un accord de coopération a été signé ici à la mi-janvier entre le gouvernement fédéral et les régions afin de mettre en œuvre au niveau des régions et des provinces comme cela a été dit, le système non seulement de reconnaissance des cultes mais de prise en considération des communautés dites de base. Il est très clair que s’engage pour l’instant, y compris dans la région de Bruxelles-capitale, la mise en œuvre d’un financement équitable en ce qui concerne les cultes. J’apporte quand même une précision. S’il revient bien aux régions de l’organiser éventuellement sur base provinciale en région flamande et en région wallonne et dans la région de Bruxelles-Capitale pour les dix-neuf communes, cela ne veut pas dire que le système à retenir conduit à une subsidiation éventuelle et une prise en considération éventuelle des différentes communautés de base au niveau de la région de Bruxelles-Capitale. Le système qui voudrait véritablement l’équité voudrait que l’on prenne en considération, au niveau de l’ensemble des cultes, ceux qui existent aujourd’hui. Cela veut dire l’application du décret impérial concernant les fabriques d’églises. Dire, dès à présent, que le financement de l’exercice de l’ensemble des cultes et également du culte musulman qui est maintenant reconnu se fera sans qu’il n’y ait un impact et une prise en considération au niveau des différentes communes, c’est un point qu’il ne faut effectivement pas retenir en tant que tel. Chaque région devant organiser comme elle l’entend, avec les pouvoirs qu’elle entend, le système tout à la fois de financement mais également de contrôle des deniers publics par rapport à l’ensemble des cultes et y compris les mosquées reconnues qui rentreront dans le parcours de financement. - M. El Khattabi : J’entends ce que Monsieur Ducarme vient de préciser. Je crois qu’il est important aussi de tenir compte d’un fait. Cela fait des années que le problème est en suspens, cela fait des années que les différents exécutifs de la région, du fédéral ou encore de la commune se renvoient la balle sur cette question. Dois-je percevoir dans vos propos, en tenant compte des autres fonctions que vous occupez, que le problème n’est pas prêt d’être résolu ?. J’en ai encore parlé cette fois-ci mais j’en avais déjà parlé la dernière fois, je crois, il y a un an. Et j’y reviendrai encore. Je crois que c’est un minimum de reconnaître qu’il y a une injustice flagrante. J’ aborderai plus tard la question de l’organisation de la fête du sacrifice qui est apparemment, si j’en crois la presse compliquée, à organiser . Mais la question du financement est une question à part entière. Il faudra un jour avoir la volonté de s’attaquer à cette injustice.

26

28.01.2004 - M. le Bourgmestre : J’aimerais bien qu’on en reste au débat communal et dans l’impact que cela peut avoir sur l’action communale et pas un débat national. La justice n’est pas là pour se défendre et cela ne sert à rien de l’attaquer. - M. El Khattabi : Je parlais au Président de la Région. - M. le Bourgmestre : Les débats à la Région, nous les ferons à la Région, Madame Bouarfa, Monsieur Grimberghs et moi avec le Ministre Président et Monsieur Hutchinson. - M. El Khattabi : Monsieur le Président, je voudrais vous reprendre. Je suis bien d’accord avec vous ma question n’était pas de mélanger les différents débats. Simplement de vous rappeler que tout le monde se renvoie la balle et cela concerne aussi les communes. Il y a des communes qui ont pu trouver un début de solution dont on a déjà parlé. Donc je ne mélange aucune autorité mais il y a une question à laquelle il faut réfléchir avec une volonté d’aboutir et ne je ne me satisferai pas avec les deux mille cinq cents euros prévu dans le budget. - M. Noël : Tout d’abord, je voudrais quand même attirer votre attention sur le fait que, tout à l’heure, vous avez comparé des chiffres en disant vous-même que vous reconnaissiez qu’il y avait une obligation légale d’un côté. Ces chiffres ne sont pas comparables évidemment. D’un côté il y a une obligation légale, il n’y a pas de choix politique dans le chef du Collège. Il y a simplement l’application d’un décret impérial qui est toujours en vigueur aujourd’hui. Cela ne fait donc pas l’objet d’un choix. Nous ne faisons que contrôler des chiffres et vérifier leur véracité. De l’autre, il y a le choix politique. Le choix politique, on peut toujours voir une bouteille à moitié vide ou une bouteille à moitié pleine. On peut toujours se plaindre, Monsieur El Khattabi. Je crois que, aujourd’hui, c’est la première fois dans un budget, à la Commune de Schaerbeek, que l’on prévoie une intervention financière en faveur de la coordination des mosquées ou d’une union des mosquées ou d’un rassemblement de mosquées tout comme c’est la première fois dans l’histoire de Schaerbeek que l’on prévoit une intervention financière un faveur d’un dialogue entre les religions et philosophies présentes sur le territoire de la Commune. Je dirais, moi je n’avais pas envie de faire de cocoricos mais je trouve que c’est quand même une première et que cette première mérite d’être soulignée. Je m’étonne un peu de voir l’aspect négatif. C’est vrai que la loi, aujourd’hui, fédérale est ainsi faite et il appartient à vos amis politiques de proposer de la changer au niveau de parlement fédéral. En tous les cas, nous appliquons la loi, quoi de plus normal. L’innovation, aujourd’hui, dans le budget de la commune de Schaerbeek, c’est la reconnaissance d’un dialogue qui porte tous ses fruits. J’invite tous les mandataires communaux à être plus présent aux réunions qui se font autour de ce dialogue entre la « Morale Laïque », les différentes philosophies et religions présentes sur le territoire de notre commune et aussi une première reconnaissance d’un travail financier à faire avec les mosquées. J’en terminerai là et je ne parlerai plus au nom du Collège mais à titre personnel. Je vous dirais que la reconnaissance des cultes et philosophies dans une Commune, c’est d’abord des relations humaines. Pour ma part, depuis trois ans, je m’efforce de rendre visite tant dans les églises, que dans les mosquées, que dans les deux synagogues et de discuter aussi avec des amis comme les « Amis de la Morale Laïque ». Je voudrais dire que je vois un certain nombre de mandataires politiques beaucoup plus dans certains endroits que dans d’autres. Moi, pour ma part, j’essaye d’être présent partout. - M. El Khattabi : Puisque Monsieur Noël considère que c’est une intervention négative, il faudra peut-être qu’il reprenne mes propos ? Est-ce que le fait de s’étonner qu’à différents niveaux, le culte musulman ne soit toujours pas financé, est-ce un aspect négatif ? Je vous laisse seul juge.. J’aimerais juste dire que je suis très content que deux mille cinq cents euros, c’est toujours mieux que rien. Je vous rappellerai que, pour la Commune de Bruxelles-Ville, c’est dix mille euros et pour la Commune de Molenbeek, c’est vingt-cinq mille euros. Je ne crois pas que Schaerbeek ait la plus petite communauté musulmane de Bruxelles. Merci. - M. Noël : Vous comparez à nouveau des chiffres peu comparables. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Vote nominal - Approuvé par 33 voix et 1 abstention -=- Hoofdelijke stemming - Aangenomen met 33 stemmen en 1 onthouding. LE CONSEIL COMMUNAL Vu le décret impérial du 30 décembre 1809 ; Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Vu l’ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu le budget pour l’exercice 2003 de la Fabrique d’église St-François d’Assise ; Attendu que ce document a été arrêté comme suit par l'administration fabricienne ;

27

28.01.2004 Dépenses Excédent Recettes 6.903,31 € 6.903,31 € Attendu qu’aucune intervention communale n’est sollicitée par cette administration fabricienne ; DECIDE, par appel nominal, par 33 voix et 1 abstention : d’aviser favorablement le budget pour l’exercice 2003 de la Fabrique d’église St-François d’Assise. DE GEMEENTERAAD Gelet op het keizerlijk decreet van 30 december 1809 ; Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten ; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe Gemeentewet ; Gelet op de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen ; Gelet op de begroting voor het dienstjaar 2003 van de Kerkfabriek van de H. Franciscus van Assisi ; Overwegende dat dit document door het kerkbestuur als volgt vastgesteld werd ; Ontvangsten Uitgaven Overschot 6.903,31 € 6.903,31 € Overwegende dat geen enkele gemeentelijke tussenkomst door dit kerkbestuur gevraagd wordt ; BESLUIT : bij hoofdelijke stemming, met 33 stemmen en 1 onthouding : een gunstig advies te verlenen aan de begroting voor het dienstjaar 2003 van de Kerkfabriek van de H. Franciscus van Assisi.

DEVELOPPEMENT STRATEGIQUE ET DURABLE -=- STRATEGISCHE EN DUURZAME ONTWIKKELING Ordre du jour n°7 -=- Agenda nr 7 Contrat de sécurité et de prévention 2004 - Avenant. Veiligheids- en preventiecontract 2004 - Bijvoegsel DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 31 voix contre 3 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 31 stemmen tegen 3. LE CONSEIL COMMUNAL Vu le courrier du Service Public Fédéral Intérieur du 23 octobre 2003 réf. IV/PSP/SPP/2003/SC-Bxl/FVK/JC/71 ; Vu le courrier de la Région de Bruxelles-Capitale AD/pa/CS 061317 du 28 novembre 2003 ; Vu les modifications internes à apporter au budget du Contrat de Sécurité et de Prévention, sans modification de l’enveloppe globale ; Vu l’importance de ces modifications pour une meilleure efficience des dispositifs du Contrat de Sécurité et de Prévention ; Vu l’obligation, pour la Commune, de présenter un avenant budgétaire préalablement à la conclusion du Contrat de Sécurité ; Vu la nécessité, pour la Commune, de pouvoir disposer de ce budget de 2.948.547 € Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté royal du 10 juin 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d’un contrat de sécurité ; Vu l’arrêté royal du 5 juillet 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier de certaines aides financières de l’Etat dans le domaine de la sécurité ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins du 20 janvier 2004 ; Considérant qu’il y a lieu d’y faire droit, DECIDE, par appel nominal, par 31 voix contre 3 D’approuver l’avenant budgétaire au Contrat de Sécurité et de Prévention 2004. DE GEMEENTERAAD

28

28.01.2004 Gelet op de brief van 23 oktober 2003 met referte IV/PSP/SPP/2003/SC-Bx/lFVK/JC/71 van de Federale Overheid Binnenlandse Zaken; Gelet op de brief van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 28 november 2003 met referte AD/pa/CS061317; Gelet op de interne wijzigingen aan de begroting van het Veiligheids- en Preventiecontract te brengen, zonder wijziging van de globale begrotingsenveloppe; Gelet op het belang van die wijzigingen voor een betere doeltreffendheid van de diensten van het Veiligheids- en Preventiecontract; Gelet op de verplichting, voor de Gemeente, om een begrotingsaanhangsel voor te stellen, alvorens het Veiligheids- en Preventiecontract te kunnen besluiten; Gelet op de nood, voor de Gemeente, over die begroting van 2.948.547 € te kunnen beschikken; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1994 bepalend de voorwaarden waarop een veiligheidscontract aan een Gemeente toegewezen wordt, Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 bepalend de voorwaarden waarop de Gemeenten van sommige financiële hulpen van de Staat kunnen genieten, in het kader van een veiligheidscontract, Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 20 januari 2004, Overwegende dat dit verslag ingewilligd dient te worden; BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met 31 stemmen tegen 3 Het begrotingsaanhangsel aan het Veiligheids- en Preventiecontract 2004 goed te keuren.

AFFAIRES GENERALES -=- ALGEMENE ZAKEN Affaires juridiques -=- Juridische zaken Ordre du jour n°8 -=- Agenda nr 8 Autorisation d'ester en justice dans l'affaire c/nv DIRIMMO Toelating om in rechte op te treden in het geding t/nv DIRIMMO. AVIS DE LA COMMISSION AFFAIRES JURIDIQUES -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN Pas de remarques -=- Geen opmerkingen DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 123-8° et 270 de la nouvelle loi communale; Considérant que, par décision du 25 septembre 2003, notifiée à la Commune en date du 5 décembre 2003, le Collège Juridictionnel de la Région de Bruxelles-Capitale a accueilli la réclamation introduite au nom de la N.V. DIRIMMO, contre la taxe sur les immeubles abandonnés enrôlée à sa charge pour l’exercice 1998 (article du rôle : 00017 - adresse de taxation : rue Docteur Elie Lambotte, 187 à 1030 Schaerbeek - montant : 504.000 BEF (12.493,83 euros)), Considérant que le Collège Juridictionnel considère que, durant l’exercice (1998) la requérante a entrepris les démarches nécessaires pour débuter les travaux de construction, au sens de l’article 5 point 1 du règlement-taxe dont application (en l’espèce sont pris en compte … les travaux préparatoires tels que raccordements au gaz, à l’eau et à l’électricité, qui ont été portés à la connaissance de la Commune par la requérante le 8 novembre 1997,… une mission d’architecture commandée le 9 juin 1998 par la requérante, … quatre projets en vue de la construction d’un immeuble à appartements établis par l’architecte de la requérante les 12 juillet 1998, 7 août 1998, 22 septembre 1998 et 13 octobre 1998, et présentés à la Commune, … une demande de permis d’urbanisme introduite par la requérante le 16 novembre 1998); que le Collège Juridictionnel considère également que dans l’attente de la délivrance d’une autorisation de construire, il n’est pas permis de débuter des travaux de construction, de sorte que l’on se trouve dans un cas de force majeure au sens de l’article 5, point 2 du règlement;

29

28.01.2004 Considérant que les motifs susvisés de la décision du Collège Juridictionnel sont criticables comme l’indique Me Bourtembourg dans sa lettre du 16 décembre; Considérant que l’article 5 du règlement-taxe dont application précise que: “La taxe n’est pas due: 1) si dans les deux mois de l’envoi du constat prévu à l’article 2, des travaux de remise en état complète sont entamés et poursuivis avec diligence ou si tout le moins le redevable établit à suffisance que lesdits travaux seront entamés avant la fin de l’exercice » ; 2) si l’état d’abandon ou l’inachèvement résulte d’un cas de force majeure ; 3) (…)»; Considérant que, les travaux préparatoires (raccordements gaz, eau et électricité) et les démarches entreprises pour débuter les travaux de construction pris en compte par le Collège Juridictionnel, ne constituent pas des travaux de remise en état complète visés à l’article 5, point 1 du règlement-taxe; qu’il n’est pas suffisant, en l’espèce, de commander une mission d’architecture, de faire préparer et de présenter plusieurs projets en vue de la construction d’appartements, et d’introduire une demande de permis, pour pouvoir considérer qu’il s’agit de travaux de remise en état complète au sens de l’article 5, point 1 du règlement-taxe; qu’il faut souligner le fait que la demande de permis d’urbanisme introduite le 16 novembre 1998 a été refusée par décision du Collège des Bourgmestre et Echevins du 1er juin 1999, suivant l’avis défavorable du Fonctionnaire délégué; Considérant qu’il ne ressort pas du dossier qu’il existe un cas de force majeure au sens de l’article 5, point 2 du règlement-taxe; Considérant; qu’il est opportun de relever appel de la décision rendue par le Collège Juridictionnel le 25 septembre 2003; DECIDE, par appel nominal, à l’unanimité : le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé à introduire un recours auprès de la Cour d’appel à l’encontre de la décision rendue le 25 septembre 2003 par le Collège Juridictionnel de la Région de Bruxelles-Capitale laquelle a accueilli la réclamation introduite au nom de la N.V. DIRIMMO contre la taxe sur les immeubles abandonnés enrôlée à charge de cette société pour l’exercice 1998- article de rôle 00017- lieu d’imposition: Docteur Elie Lambotte, 187 à 1030 Schaerbeek – montant: 504.000 BEF (12.493,83 euros). DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 123-8° en 270 van de nieuwe gemeentewet; Overwegende dat bij beslissing van het Rechtscollege van het Brussels Hoodstedelijk Gewest van 25 september 2003, betekend op 5 december 2003, het bezwaarschrift ingediend door de N.V. DIRIMMO tegen de gemeentebelasting op de onafgewerkte en verwaarloosde gebouwen - dienstjaar 1998 - kohierartikel 00017 - aanslagplaats : Dokter Elie Lambottestraat 187 te 1030 Schaerbeek bedrag der aanslag : 504.000 BEF (12.493,83 EUR) wordt ingewilligd ; Overwegende dat het Rechtscollege overweegt dat tijdens het dienstjaar (1998) door de bezwaarindienster de nodige stappen werden ondernomen om de verbouwingswerken op te starten in de zin van artikel 5, 1ste punt, van het belastingreglement van toepassing (in casu worden aangestipt ... voorbereidende werken t.t.z. aansluiting gas, water en elektriciteit, die de Gemeente door de bezwaarindienster ter kennis werden gebracht op 8 november 1997, ... een architectuuropdracht aangegaan op 9 juni 1998 door de bezwaarindienster, ... vier voorontwerpen tot de bouw van appartementen voorbereid op 12 juli 1998, 7 augustus 1998, 22 september 1998 en 13 oktober 1998 door de architect van de bezwaarindienster en voorgelegd aan de Gemeente, ... een bouwaanvraag ingediend op 16 november 1998 door de bezwaarindienster) ; dat het Rechtscollege eveneens overweegt dat in afwachting van de aflevering van een bouwtoelating het niet toegelaten is verbouwingswerken te starten, waaruit kan worden afgeleid dat het gaat om overmacht in de zin van artikel 5, 2, van het reglement ; Overwegende dat de hierbovenvermelde motieven van de beslissing van het Rechtscollege aanvechtbaar zijn zoals het aangewezen wordt door Mr Bourtembourg bij schrijven van 16 december; Overwegende dat artikel 5 van het belastingreglement van toepassing zo bepaalt : « De belasting is niet verschuldigd : 1) Zo binnen de twee maanden na het verzenden van het verslag, voorzien in artikel 2, de volledige herstellingswerken zijn aangevat en snel voortgezet of tenminste, dat de belastingplichtige voldoende bevestigt dat de opgegeven werken worden aangevangen voor het einde van het dienstjaar ; 2) Wanneer de toestand van verwaarlozing of onafwerking het gevolg is van overmacht ; 3) (...) » ; Overwegende dat de voorbereidende werken (aansluiting gas, water en elektriciteit) en de zogenaamde nodige stappen ondernomen om de verbouwingswerken op te starten niet samenvallen met de « volledige herstellingswerken » bedoeld in artikel 5, punt 1, van het belastingreglement ; dat het niet voldoend is zoals in casu een architectuuropdracht aan te gaan, meerdere voorontwerpen tot de bouw van appartementen te laten voorbereiden en voorleggen en een bouwaanvraag in te dienen om te kunnen beschouwen dat het gaat om « volledige herstellingswerken » in de zin van artikel 5,

30

28.01.2004 punt 1, van het belastingreglement ; dat de nadruk dient opgelegd te worden op het feit dat de bouwaanvraag ingediend op 16 november 1998 geweigerd werd bij beslissing van het Schepencollege van 1 juni 1999 wegens ongustig advies van de gemachtigde ambtenaar ; Overwegende dat uit het dossier niet blijkt dat het gaat om « overmacht » in de zin van artikel 5, punt 2, van het belastingreglement ; Overwegende dat het zo aangeraden wordt in hoger beroep te gaan tegen de beslissing van het Rechtscollege van 25 september 2003 ; BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen : het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om een beroep in te dienen bij het Hof van Beroep tegen de beslissing van het Rechtscollege van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 25 september 2003 waarbij het bezwaarschrift ingediend door de N.V. DIRIMMO tegen de gemeentebelasting op de onafgewerkte en verwaarloosde gebouwen - dienstjaar 1998 - kohierartikel 00017 - aanslagplaats : Dokter Elie Lambottestraat 187 te 1030 Schaarbeek - bedrag der aanslaag : 504.000 BEF (12.493,83 euros) – wordt ingewilligd. Ordre du jour n°9 -=- Agenda nr 9 Autorisation d'ester en justice dans l'affaire c/ la Région de Bruxelles-Capitale - Taxe régionale "Propriétaire" mise à charge de la commune de Schaerbeek Toelating om in rechte op te treden in het geding t/Brusselse hoofdstedelijk Gewest Gewestbelasting « Eigenaar » ten laste van de gemeente Schaarbeek. AVIS DE LA COMMISSION AFFAIRES JURIDIQUES -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN Mme Monseu : Quelles sont les raisons invoquées pour le non-paiement de ces taxes? M. Denys : Les taxes sont contestées par les communes de la Région. Certaines communes ont fini par payer car il s'agissait de menues sommes? Pour notre commune cela s'élève à des sommes plus importantes. La commune a introduit un recours auprès du Juge des saisies pour éviter que certains objets saisis soient enlevés et vendus. La commune pourrait, au cas où elle n'obtiendrait pas gain de cause, taxer à l'avenir les biens fédéraux et régionaux. -=- M. Grimberghs : Monsieur le Président, j’ai lu le rapport qui nous est soumis aujourd’hui. J’avais examiné avant cela les rapports qui ont été soumis au Collège sur cette question. Je m’étonne quand même un tout petit peu, j’avais l’impression qu’il y avait eu un accord entre la conférence des Bourgmestres et le gouvernement bruxellois sur cette question. Je ne vais pas faire tous les rétroactes mais je ne comprends pas très bien pourquoi est-ce que si accord il y a, il n’y a pas moyen d’éviter de continuer des procédures qui sont coûteuses et, à mon avis, non subsidiées. - M. le Bourgmestre : Il y a eu une discussion et un accord sur le principe. Il y a, dans le cas de Schaerbeek, une difficulté sur une modalité. C’est que nous avons été enrôlés à tort sur des biens sur lesquels nous n’aurions pas dû être enrôlés. Comme nous en sommes au stade de la saisie qui n’a toujours pas été interrompue jusqu’à présent, nous sommes forcés juridiquement pour contester l’ampleur de l’enrôlement, (nous avons été enrôlés sur des biens qui étaient en activités, sur des biens qui appartenaient à la police, sur des biens qui servent à des équipements sportifs et culturels alors qu’ils sont exemptés), nous avons désigné un avocat. Nous sommes maintenant forcés d’aller le contester devant le juge des saisies. Tant qu’il n’y a pas eu, du Receveur régional une interruption volontaire des saisies qu’il a exercées. Ce qui ne veut pas dire que le souhait et le souci n’est pas de trouver un bon accord avec la région sur le problème de fond. Il y a maintenant des modalités concrètes qui font que, si on ne réagit maintenant pour contester certains des enrôlements qui ont été faits et qu’il n’y a pas un geste similaire fait par le Receveur de l’agglomération ou de la région, nous aurons des difficultés. - M. Ducarme : Monsieur le Bourgmestre, j’ai ouï dire que le Ministre-Président de la région de Bruxelles-Capitale avait rencontré le Président de la conférence des Bourgmestres et qu’un accord était intervenu qui vise de manière extrêmement claire à répondre à la préoccupation qui se retrouve dans la motion. Les trois points rencontrés sont les suivants : 1. pour ce qui a trait au choix des différents immeubles qui doivent être exonérés sur base de l’ordonnance du 3 avril 2003, les instructions sont données par le Ministre des Finances régional afin que le Receveur prenne en considération la notion de lieu où se préparent les décisions du Conseil Communal, du CPAS et des zones de police de manière extensive. Ce qui fait que, pour

31

28.01.2004 les exercices en cours, à partir du 1er janvier 2003, une solution peut être envisagée telle que rencontrée par la motion qui est déposée. 2. c’est que bien évidemment, pour le passé, les choses sont objectivées avec les mêmes bâtiments et les communes doivent s’acquitter pour les bâtiments où elles n’auraient pas payé du principal. Cela veut dire que toutes les augmentations dues à une certaine forme de capitalisation des intérêts sont effectivement supprimées. 3. il est très clair que ce qui est prescrit, l’est. Je tenais simplement à apporter cette information qui devrait normalement conduire à démobiliser les communes quant aux actions entreprises. Si vous estimez qu’il faut maintenir, je peux comprendre si l’information n’est pas venue de la part de la conférence des Bourgmestres vers vous. Vous comprendrez que dans ce cas, je m’abstiendrai. - M. le Bourgmestre : Il est vrai que la Commune n’a pas reçu une communication formelle, officielle de cette information. Premièrement. Mais que deuxièmement, il reste, malgré cela, un problème qui est plutôt technique. C’est pour que le passé, pour les montants enrôlés, nous ayons des raisons légitimes de réclamer le non enrôlement ou l’abandon d’enrôlement de biens qui devaient être exemptés selon le texte en vigueur à savoir avoir été affecté à des bâtiments sociaux, culturels ou scolaires etc. Nous devons obtenir que la région annule les enrôlements qui ont été fait à notre encontre pour ceux-là. Il ne s’agit pas ici de remettre en cause le principe l’économie générale de l’accord mais d’obtenir un accord avec le Receveur régional. C’est là-dessus, qu’aujourd’hui, que notre avocat est invité à procéder. Il ne s’agit pas d’un geste agressif à l’égard de la région, Monsieur le Ministre Président. - Mme Bouarfa : Est-ce qu’on a évalué, à un moment donné le coût qui nous revient dans toutes ces transactions juridiques. J’en vois tellement dans ces Conseils. Est-ce qu’on peut savoir combien cela nous coûte ? A combien reviennent les frais d’avocats à la Commune ? - M. le Bourgmestre : Je propose que vous invitiez Monsieur l’Echevin des Affaires Juridiques en commission à vous informer de la suite heureuse ou malheureuse de certaines affaires dont nous avons été amenés à procéder. Merci DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 31 voix et 3 abstentions -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 31 stemmen en 3 onthoudingen. LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 123-8° et 270 de la nouvelle loi communale ; Considérant que, par exploit d’huissier de justice du 03 novembre 2003, à la requête de la Région de Bruxelles-Capitale, représentée par son Gouvernement, en la personne de son MinistrePrésident, poursuites et diligences de Madame Liliane MALPAS, Receveur de l’Agglomération de Bruxelles, il a été fait signification à la Commune d’une « contrainte » décernée en date du 06 octobre 2003, par la dame L. MALPAS, désignée ci-avant, visée et déclarée exécutoire, ayant pour objet la taxe régionale dite « Taxe Propriétaire » enrôlée à charge de la Commune pour son immeuble sis 155 rue des Palais à 1030 Schaerbeek, pour l’exercice 1998 (article du rôle : 955370 - montant : 3.490,99 EUR), et fait commandement à la Commune de payer le montant correspondant à cette imposition, plus frais, soit un total de 3.626,60 EUR, à défaut de quoi la Commune y serait contrainte par toutes voies de droit et notamment, par la saisie-exécution de ses meubles, effets mobiliers et marchandises ; Considérant que, par exploit d’huissier de justice du 02 décembre 2003, à la requête de la Région de Bruxelles-Capitale - Service Recettes, en vertu de la « contrainte » susvisée, il est fait à la Commune itératif commandement d’avoir à payer le montant principal de 3.490,99 EUR, plus frais, soit un total de 3.763,79 EUR, et il est pratiqué saisie-exécution mobilière sur certains biens désignés ; Considérant que la Commune de Schaerbeek s’oppose aux taxes régionales, telle la présente « Taxe Propriétaire », à l’instar des autres Communes bruxelloises de manière générale, estimant contestable qu’elle y soit soumise, notamment en sa qualité de pouvoir public, chargé de missions publiques ; Considérant que, par lettre du 15 décembre 2003, Me Martin Denys, avocat désigné pour ce dossier, exprime l’avis qu’il y a lieu d’introduire immédiatement un recours au fond contre la « contrainte » décernée, signifiée à la Commune par exploit d’huissier du 03 novembre 2003, afin d’éviter la vente publique des objets saisis, prévue pour le 14 janvier 2004 ; Considérant qu’il convient de donner une suite utile à cet avis ;

32

28.01.2004 Considérant que, par quatre exploits d’huissier de justice du 24 décembre 2003 et du 8 janvier 2004, similaires à l’exploit d’huissier du 03 novembre 2003 susvisé, il a été fait signification à la Commune des « contraintes » décernées par Madame le Receveur de l’Agglomération de Bruxelles, visées et rendues exécutoires, ayant pour objet la même taxe régionale enrôlée à charge de la Commune pour quatre autres de ses immeubles, situés Grande rue au Bois 76 à 1030 Schaerbeek (exercice 1998 - article du rôle : 954696 - montant : 168,32 EUR), rue Stephenson 80 à 1000 Bruxelles-Ville (exercice 1998 - article du rôle : 955144 - montant : 1.227,52 EUR), rue de la Constitution 23 à 1030 Schaerbeek (exercice 1999 - article du rôle : 956645 - montant : 846,46 EUR) et rue Van Oost 50 à 1030 Schaerbeek (exercice 1999 - article du rôle : 956737 - montant : 5.225,35 EUR), avec commandement d’avoir à payer le montant en principal de la taxe, plus frais, à défaut de quoi la Commune y serait contrainte par toutes voies de droit et notamment, par la saisie-exécution de ses meubles, effets mobiliers et marchandises ; Considérant que, le cas échéant, il y aura également lieu d’introduire un recours au fond contre ces « contraintes » décernées, et signifiées à la Commune par exploits d’huissier de justice du 24 décembre 2003 et du 8 janvier 2004 ; Considérant qu’il appartient au Conseil communal d’en donner l’autorisation au Collège des Bourgmestre et Echevins ; DECIDE, par appel nominal, par 31 voix et 3 abstentions 1°) Le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé à introduire un recours au fond contre la « contrainte » décernée par Madame L. MALPAS, Receveur de l’Agglomération de Bruxelles, signifiée à la Commune par exploit d’huissier du 03 novembre 2003, ayant pour objet la taxe régionale dite « Taxe Propriétaire » enrôlée à charge de la Commune pour son immeuble sis 155 rue des Palais à 1030 Schaerbeek (exercice 1998 - article du rôle : 955370 - montant : 3.490,99 EUR) ; 2°) Le Collège des Bourgmestre et Echevins est autorisé à introduire un recours au fond contre les autres « contraintes » décernées, signifiées à la Commune par exploits d’huissier du 24 décembre 2003 et du 8 janvier 2004, ayant pour objet la même taxe régionale enrôlée à charge de la Commune pour ses immeubles sis Grande rue au Bois 76 à 1030 Schaerbeek (exercice 1998 - article du rôle : 954696 - montant : 168,32 EUR), rue Stephenson 80 à 1000 Bruxelles-Ville (exercice 1998 - article du rôle : 955144 - montant : 1.227,52 EUR), rue de la Constitution 23 à 1030 Schaerbeek (exercice 1999 - article du rôle : 956645 - montant : 846,46 EUR) et rue Van Oost 50 à 1030 Schaerbeek (exercice 1999 - article du rôle : 956737 - montant : 5.225,35 EUR). DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 123-8° en 270 van de nieuwe Gemeentewet; Overwegende dat bij gerechtsdeurwaarderexploot van 3 november 2003, op verzoek van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van zijn Minister-Voorzitter, ten verzoeke van Liliane Malpas, Ontvanger van de Brusselse Agglomeratie, er aan de Gemeente betekenis werd gedaan van een “dwangbevel” uitgevaardigd op datum van 6 oktober 2003 door mevrouw L. MALPAS, hierboven aangeduid, geviseerd en uitvoerbaar verklaard welk als voorwerp een gewestbelasting heeft “Belasting Eigendom” genoemd die ten laste van de Gemeente voor haar gebouw gelegen 155 Paleizenstraat te 1030 Schaarbeek, voor het aanslagjaar 1998 (kohierartikel : 955370 – bedrag : 3.490,99 €) werd opgemaakt en de Gemeente ertoe dwingt het bedrag dat overeenstemt met deze belasting vermeerderd met de lasten, hetzij een totaal van 3.626,60 € te betalen bij gebrek waaraan de Gemeente ertoe gedwongen zou worden bij alle rechtsmiddelen en namelijk de beslaglegging op haar meubelen, roerende goederen en koopwaren; Overwegende dat bij gerechtsdeurwaarderexploot van 2 december 2003 op verzoek van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Dienst Invorderingen, overeenkomstig het bovenvermeld “dwangbevel” er aan de Gemeente herhaaldelijk werd opgeëist de hoofdsom van 3.490,99 € vermeerderd met de kosten hetzij een totaal bedrag van 3.763,79 € te betalen en er wordt overgegaan tot de roerende beslaglegging op sommige aangeduide goederen; Overwegende dat de Gemeente zich verzet tegen de gewestbelastingen, zoals onderhavige “Belasting Eigendom” en dit in navolging van alle andere Brusselse gemeenten in het algemeen, aangezien ze het feit dat ze eraan wordt onderworpen betwistbaar acht, namelijk in haar hoedanigheid van openbare overheid belast met openbare opdrachten; Overwegende dat per brief van 15 december 2003 Me Martin Denys, advocaat aangeduid in dit dossier het advies uit dat er onverwijld een beroep ten gronde dient te worden ingediend tegen het dwangbevel uitgevaardigd en betekend aan de Gemeente per gerechtsdeurwaarderexploot van 3 november 2003 teneinde de openbare verkoop van de in beslag genomen goederen voorzien op 14 januari 2004 te vermijden ; Overwegende dat er een gevolg dient te worden gegeven aan dit advies;

33

28.01.2004 Overwegende dat bij vier gerechtsdeurwaarderexploten van 24 december 2003 en 8 januari 2004 soortgelijk aan bovenvermeld gerechtsdeurwaarderexploot van 3 november 2003, er betekenis werd gedaan aan de Gemeente van de door Mevrouw de Ontvanger van de Brusselse Agglomeratie uitgereikte dwangbevelen, m.b.t. dezelfde gewestbelasting ten laste van de Gemeente voor 4 andere van haar gebouwen gelegen Grote Bosstraat 76 te 1030 Schaarbeek, (aanslagjaar 1998 – kohierartikel 954696 – bedrag : 168,32 €), Stephensonstraat 80 te 1000 Brussel (aanslagjaar 1998 – kohierartikel 955144 – bedrag 1227.52 €), Grondwetstraat 23 te 1030 Schaarbeek (aanslagjaar 1999 – kohierartikel 956645 – bedrag 846.46 €) en Van Ooststraat 50 te 1030 Schaarbeek (aanslagjaar 1999 – kohierartikel 956737 – bedrag 5.225,35 €), mits bevelschrift het hoofdbedrag van de belasting, vermeerderd met de onkosten te moeten betalen, bij gebrek waaraan de Gemeente ertoe gedwongen zou worden bij alle rechtsmiddelen en namelijk de beslaglegging op haar meubelen, haar onroerende goederen en koopwaren; Overwegende dat desgevallend er eveneens een beroep ten gronde dient te worden ingediend tegen deze dwangbevelen uitgereikt en betekend aan de Gemeente bij gerechtsdeurwaarderexploten van 24 december 2003 en 8 januari 2004; Overwegende dat het de Gemeenteraad toebehoort de toelating ervan aan het College van Burgemeester en Schepenen te verlenen; BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met 31 stemmen en 3 onthoudingen : 1°) Het College van Burgemeester en Schepenen wordt toegelaten een beroep ten gronde in te dienen tegen het dwangbevel uitgereikt door Mevrouw L. MALPAS, Ontvanger van de Brusselse Agglomeratie, betekent aan de Gemeente bij gerechtsdeurwaarderexploot van 3 november 2003, met als voorwerp de gewestbelasting “Belasting Eigendom” genoemd die ten laste van de Gemeente werd opgemaakt voor haar gebouw gelegen 155 Paleizenstraat te 1030 Schaarbeek (aanslagjaar 1998 – kohierartikel 955370 – bedrag 3.490,99 €); 2°) het College van Burgemeester en Schepenen wordt toegelaten een beroep ten gronde in te dienen tegen alle andere dwangbevelen uitgereikt en betekent aan de Gemeente bij gerechtsdeurwaarderexploten van 24 december 2003 en 8 januari 2004 die het voorwerp uitmaken van dezelfde gewestbelasting ten laste van de Gemeente voor haar gebouwen gelegen Grote Bosstraat 76 te 1030 Schaarbeek, (aanslagjaar 1998 – kohierartikel 954696 – bedrag : 168,32 €), Stephensonstraat 80 te 1000 Brussel (aanslagjaar 1998 – kohierartikel 955144 – bedrag 1227.52 €), Grondwetstraat 23 te 1030 Schaarbeek (aanslagjaar 1999 – kohierartikel 956645 – bedrag 846.46 €) en Van Ooststraat 50 te 1030 Schaarbeek (aanslagjaar 1999 – kohierartikel 956737 – bedrag 5.225,35 €). Ordre du jour n°10 -=- Agenda nr 10 Autorisation d'ester en justice dans l'affaire c/ S.A. PHOTO HALL MULTEMEDIA - Recours en appel Toelating om in rechte op te treden in het geding t/S.A. PHOTO HALL MULTIMEDIA - In beroep gaan AVIS DE LA COMMISSION AFFAIRES JURIDIQUES -=- ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN Mme Monseu : En quoi consiste ce recours? M. Denys : Une pièce justificative du dossier n'a pas été prise en considération par le juge. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 123-8° et 270 de la nouvelle loi communale ; Considérant que, par jugements rendus le 21 novembre 2003 dans les affaires ayant pour objet la « taxe sur la distribution à domicile de publicité à caractère commercial » enrôlée à charge de la S.A. PHOTO HALL pour l’exercice 1999 (articles du rôle : 00153 à 00163 - montants : 11 x 43.482 BEF = 478.302 BEF) et pour l’exercice 2000 (articles du rôle : 00106 à 00116 - montants : 11 x 43.482 BEF = 478.302 BEF), le Tribunal de première instance de Bruxelles déclare les requêtes fiscales introduites devant lui au nom de la S.A. PHOTO HALL MULTIMEDIA (venant aux droits de la S.A. PHOTO HALL) recevables et fondées, et ordonne le dégrèvement des taxes en litige ;

34

28.01.2004 Considérant que le Tribunal en décide ainsi, pour ce motif essentiel que la Commune ne prouve pas à suffisance (avec toute certitude) que la formalité de la publicité par la voie de l’affichage, à laquelle devait être soumis le règlement-taxe communal dont application, a été effectivement accomplie, de sorte qu’ainsi, il faut considérer que ce règlement n’a pas acquis de « force obligatoire » ; Considérant que le Tribunal, après avoir dénié une quelconque valeur probante à l’annotation opérée le 21 janvier 2000 dans le « registre des publication » compte tenu du fait qu’un laps de temps de près de trois ans s’est écoulé entre la date mentionnée dans le registre comme étant celle de la publication du règlement-taxe d’application, et l’annotation en question (justement destinée à faire la preuve de l’accomplissement de cette formalité) !..., admet que la preuve de la publication par voie d’affichage peut être rapportée par d’autres voies de droit (parce que l’article 114 de la Nouvelle loi communale ne prévoit pas que cette preuve ne peut être rapportée que par l’annotation dans le registre prévu à cet effet), conformément à la position défendue par la Commune ; Considérant que le Tribunal, s’attachant à vérifier l’accomplissement effectif des mesures de publicité requises, a estimé au terme de son examen que, compte tenu des imprécisions ressortant des documents produits, il n’est pas établi avec certitude que les formalités de publicité par voie d’affichage ont bien été accomplies, ni n’est établie la date de cette publication ; que le Tribunal considère qu’ainsi, le règlement-taxe dont il a été fait application n’a pas de caractère « obligatoire » ; qu’il en découle aussi bien, sa décision de dégrèvement des cotisations litigieuses ; Considérant toutefois que le Tribunal n’a pas eu égard à une pièce essentielle du dossier de la Commune, c’est-à-dire l’affiche elle-même par laquelle la publicité requise par l’article 112 de la nouvelle loi communale a été donnée au règlement-taxe dont application ; que dès lors, moyennant un complément de pièce et d’information à la partie du dossier relative aux formalités de publicité accomplies, un recours d’appel contre les jugements prononcés le 21 novembre 2003 peut être envisagé avec des chances raisonnables de succès ; DECIDE, par appel nominal, à l’unanimité : D’autoriser le Collège des Bourgmestre et Echevins à introduire un recours d’appel contre les jugements rendus le 21 novembre 2003 par le Tribunal de première instance de Bruxelles dans les affaires susmentionnées. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 123-8° en 270 van de nieuwe gemeentewet; Overwegende dat bij vonnissen uitgesproken op 21 november 2003 inzake de fiscale geschillen m.b.t. de « belasting op bedeling ten huize van publiciteitsbladen en –kaarten alsook op catalogi en dagbladen welke publiciteit » ingekohierd ten laste van de N.V. PHOTO HALL voor het dienstjaar 1999 (kohierartikelen : 00153 tot 00163 - bedragen : 11 x 43.482 BEF = 478.302 BEF) en het dienstjaar 2000 (kohierartikelen : 00106 tot 00116 - bedragen : 11 x 43.482 BEF = 478.302 BEF), de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de verzoekschriften van voornoemde vennootschap ontvankelijk en gegrond heeft verklaard, en de betwiste belastingen heeft vernietigd ; Overwegende dat de Rechtbank het zo beslist om de reden dat het niet voldoende (met alle zekerheid) aangetoond wordt dat de Gemeente de formaliteit vervuld heeft van bekendmaking door aanplakbrief van het belastingreglement die toegepast werd ; dat dit reglement dus niet verbindend is geworden aldus de Rechtbank ; Overwegende dat volgens de Rechtbank de aantekening geannoteerd op 21 januari 2000 in het speciaal daartoe gehouden register geen bewijskracht heeft omdat een tijd van bijna drie jaren verlopen is tussen de datum gemeld in het register, gesteld als de datum van de bekendmaking van het belastingreglement en de kwestieuze aantekening - waaruit de bekendmaking en de datum van bekendmaking van het reglement moeten blijken (zie artikel 114, tweede lid, van de Nieuwe Gemeentewet) ; dat de Rechtbank niettemin toegeeft dat het bewijs van de bekendmaking door aanplakbrief van het belastingreglement aangevoerd wordt door middel van andere bewijsmiddelen (want artikel 114 van de Nieuwe Gemeentewet niet voorziet dat dit bewijs alleen aangevoerd wordt door middel van de aantekening in het daartoe gehouden register) ; Overwegende dat na onderzoek van de stukken van het dossier voorgesteld door de Gemeente de Rechtbank geacht heeft dat gezien de onduidelijkheid voortvloeiend uit deze stukken het niet vaststaat dat de formaliteit van bekendmaking door aanplakbrief van het belastingreglement op ongetwijfelde datum uitgevoerd werd ; dat dit reglement dus als niet verbindend beschouwd moet worden ; Overwegende dat de Rechtbank de aanplakbrief niet in aanmerking heeft genomen waarbij de Gemeente de vereiste publiciteit gegeven heeft aan het belastingreglement ; dat het overleggen van dit stuk en het leveren van bijkomende inlichtingen m.b.t. de vervulde formaliteiten van bekendmaking het mogelijk maken om in beroep te gaan tegen de vonnissen uitgesproken op 21 november 2003 ;

35

28.01.2004 BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen : Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om in beroep te gaan tegen de vonnissen uitgesproken op 21 november 2003 door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel in de hierboven vermelde zaken. Police -=- Politie Ordre du jour n°11 -=- Agenda nr 11 Police de la circulation routière - Règlement général complémentaire - Modifications Politie op het wegverkeer - Aanvullend algemeen reglement - Wijzigingen - M. Grimberghs : D’abord une observation. Je prends acte. Qu'aujourd’hui, on semble s’organiser pour mettre en vigueur un dispositif qui a été approuvé par notre Conseil Communal il y a déjà un certain temps. Peut-être que ce n’est pas une mauvaise chose tant qu’à faire, qu’on mette en œuvre les dispositions qu’on a arrêtées. Je voudrais rendre attentif le Collège sur la nécessité qu’il y a de disposer du personnel en suffisance puisque j’avais déjà soulevé le problème précédemment. Des riverains auxquels on impose la carte riverain ne peuvent pas se voir délivrer cet objet qui apparaît comme tellement rare qu’il n’est plus délivré à ceux qui normalement devraient en disposer. Je suppose qu’on aura trouvé les moyens pour faire face à cette situation. Dans la délibération que vous nous proposez, vous remplacez grosso modo le système de la carte riverain par le système d’abonnement. C’était le principe même du règlement qu’on avait approuvé précédemment. Vous modifiez la liste des voiries pour lesquelles un stationnement limité dans le temps est fixé. J’ai bien vu cela. Pour l’essentiel, on change de système pour les mêmes voiries que celles qui étaient concernées par le système précédent. Vous rajoutez toute une série de voiries pour lesquelles vous ne prévoyez pas, dans le texte qui m’est soumis et je n’ai pas vu qu’on en avait distribué un nouveau depuis les débats que vous avez eu. On ne prévoit rien de précis sur le type de système qui y sera appliqué : zone bleue, abonnement ou les deux. Si vous prenez la délibération, on a toutes les voiries à supprimer. Article 22/2, on supprime toute une série de voiries. Puis il y a ajouté à la page 2. Au bas de la page 2, après la rue Jolie, il y a la rue Philomène, la rue Van Dijck, la petite rue de l’olivier, petite ourse, etc. Puis il y a la troisième page pour lesquelles il n’est rien dit du système qui sera mis en vigueur. Je m’inquiète de savoir ce qu’il faut envisager comme disposition pour ces rues là ? Estce aussi zone bleue ? Excepté abonnement ? Rien qu’abonnement ? Rien que zone bleue ? - M. le Bourgmestre : Il faut y entendre, c’est quand même une erreur de copier/coller, zone bleue abonnement comme c’est indiqué dans tous les précédents. C’est le seul endroit où on fait une mesure complémentaire pour l’instant afin d’offrir aux habitants des rues perpendiculaires à la chaussée de Haecht, une protection pour éviter l’effet de débordement des clients de tous les commerces de la chaussée de Haecht. Le système horodateur est déjà remis en vigueur avec un contrôle effectif sur le terrain. Les riverains des rues perpendiculaires se plaignent. C’est le seul endroit, pour le moment, en zone extension avant de passer à une deuxième phase qui serait de créer le système dans de nouveaux quartiers de la Commune. - M. Grimberghs : La deuxième question que je voulais vous poser est la question de savoir quelle est la portée de la carte d’abonnement. La carte riverain avait une portée précise. Elle était utilisable dans la zone où on était riverain. La carte d’abonnement, dans certaines communes, vaut pour toutes les zones. Pour toute la commune, l’habitant de Woluwé-Saint-Pierre ou l’habitant d’Auderghem, quand il a une carte d’abonnement, il peut se garer avec cette carte d’abonnement partout où il y a un stationnement réglementé zone bleue. Si ce n’est pas le cas, je pense que votre règlement ne précise rien à cet égard. J’aimerais savoir quel mode de contrôle on va avoir par rapport à cela. - M. le Bourgmestre : Le règlement-taxe initial le prévoit si ma mémoire est bonne. Ici, il s’agit du règlement de police qui dit quel panneau on installe. Cette distinction ne se trouvait pas plus dans les anciens règlements sur la carte riverain. - M. Grimberghs : La logique de la carte riverain, c’est que la carte est délivrée en fonction d’une zone riverain qui existe au Code de la Route. A partir du moment où vous prenez la disposition de l’abonnement, vous prenez une disposition qui peut s’entendre sur l’ensemble du territoire communal. C’est le cas dans certaines communes, ce qui offre d’ailleurs un avantage intéressant que certains trouvent démesurées aux habitants d’une zone où il y a du parking réglementé par rapport aux habitants qui n’habitent pas dans une zone où il y a du parking réglementé. Eux ne bénéficient pas de cette carte d’abonnement. Ils ne paient pas pour la deuxième carte. C’est peut-être la compensation d’une contrainte qui peut peut-être se justifier.

36

28.01.2004 - M. le Bourgmestre : L’économie générale de ce règlement s’entend comme étant une carte abonnement valable dans le quartier concerné. Je répercuterai votre question au Commissaire de police. - M. Grimberghs : Pour le reste, Monsieur le Bourgmestre, je voudrais encore vous demander si vous avez procédé à quelques concertations avec les communes voisines. Il se dit que la Conférence des Bourgmestres est très intéressée à développer une politique de stationnement municipaliste. Le minimum, me semble-t-il, quand on prend un certain nombre de dispositions en ce qui concerne le stationnement c’est que les voisins immédiats, je pense à Saint-Josse, je pense à Bruxelles Ville ou à Etterbeek, par rapport à d’autres quartiers, Evere aussi. Est-ce qu’il y a eu concertations avec les communes voisines pour effectivement avoir un système qui ait une certaine cohérence d’ensemble. - M. le Bourgmestre : Il y aura concertation après le vote par ce Conseil dans le cadre de la commission de circulation qui est mise en place au niveau de la région bruxelloise et qui a pour tâche d’assurer la coordination entre les mesures de police au sens général qui sont prises par chacune des communes que ce soit un sens unique, des mesures de stationnement, toute autre mesure sur la voirie. Cette commission de circulation, qui est composée d’experts et principalement de policiers, a pour tâche d’assurer cette coordination là. Pour le reste, si je suis pour ma part, prêt à rentrer dans toute réflexion sur une plus grande intégration des politiques de stationnement au niveau des dix-neuf communes, le mieux étant l’ennemi du bien, je pense qu’il est nécessaire de mettre en place notre système ici. Quand nous aurons une solution alternative à proposer aux citoyens, dans un, deux ou trois ans, nous pourrons faire évoluer ce règlement très certainement. - M. Grimberghs : Comme nous sommes en faveur d’une politique concertée sur une matière aussi importante et que nous sommes en faveur d’une politique préalable de concertation au minimum dans les mesures provisoires que l’on prend, nous nous abstiendrons sur ce point. - M. le Bourgmestre : Dommage pour les habitants concernés qui souhaitent absolument la réinstauration du système en vigueur avec les petites corrections qui sont proposées. - M. Grimberghs : Non, ils ont besoin qu’on prenne une décision parce qu’aujourd’hui, on n’applique pas la réglementation actuelle. C’est autre chose. DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 33 voix et 2 abstentions -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 33 stemmen en 2 onthoudingen.

LE CONSEILCOMMUNAL Vu les lois relatives à la police de la circulation routière coordonnées par l'arrêté royal du 16 mars 1968 ; Vu l'arrêté royal du 1 décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière ; Vu l'arrêté ministériel du 11 octobre 1976 fixant les dimensions minimales et les conditions particulières de placement de la signalisation routière ; Vu la circulaire ministérielle du 14/11/1977 relative aux règlements complémentaires et au placement de la signalisation routière ; Vu l'article 119 de la nouvelle loi communale ; Vu son ordonnance du 03/07/80, portant règlement communal complémentaire relatif à la circulation routière en voirie communale, modifiée les 07/10/81 - 10/02/83 - 26/04/84 - 09/05/85 05/06/86 - 18/03/87 - 20/04/89 - 26/04/90, 27/06/94, 29/03/95, 21/01/97 - 18/02/98 - 18/03/98 13/05/98 - 16/09/98 - 26/05/99 et 23/10/2002 Considérant que les mesures suivantes concernant la voirie communale doivent être adoptées pour tenir compte de l'évolution des circonstances locales ; ARRETE, par appel nominal, par 33 voix et 2 abstentions : Article 1 Le règlement complémentaire relatif à la circulation routière en voirie communale du 03/07/80, modifié les 07/10/81 - 10/02/83 - 26/04/84 - 09/05/85 - 05/06/86 - 18/03/87 - 20/04/89, 26/04/90, 27/06/94, 29/03/95, 21/01/97, 18/02/98 , 18/03/98 , 13/05/98, 16/09/98 - 26/05/99 et 23/10/2002 est complété et modifié comme suit : Article 2 Le collège des Bourgmestre et Echevins est chargé de coordonner les dispositions originelles et les modifications apportées successivement au règlement. CHAPITRE V : ARRET ET STATIONNEMENT (signaux routiers)

37

28.01.2004 Stationnement limité dans le temps Art. 22.II SUPPRIMER - rue du Saphir : zone bleue « excepté riverains » - avenue de l’Emeraude : zone bleue « excepté riverains » - avenue Emile Max entre l’avenue Auguste Reyers et l’avenue Milcamps : zone bleue « excepté riverains » - rue Léon Frédéric : zone bleue « excepté riverains » - avenue Victor Hugo entre l’avenue de l’Opale et l’avenue Milcamps : zone bleue « excepté riverains » - square François Riga : zone bleue « excepté riverains » - rue François Séverin entre le n°1 et n°13 : zone bleue « excepté riverains ». - rue Nestor de Tiere : zone bleue « excepté riverains ». - rue du Dahlia : zone bleue « excepté riverains ». - rue Jan Blockx : zone bleue « excepté riverains ». - rue Jérusalem, entre la rue Ernest Laude et la rue Paul Teniers : « excepté riverains » - place Houffalize : zone bleue « excepté riverains ». - place Houffalize : zone bleue « excepté riverains ». - rue Paul Teniers : zone bleue « excepté riverains ». - rue Herman : zone bleue « excepté riverains ». - rue Verwée : zone bleue « excepté riverains ». - rue Royale Ste Marie entre place Colignon et la rue Rubens : zone bleue « excepté riverains ». - rue Renkin : zone bleue « excepté riverains ». - rue Verhas : zone bleue « excepté riverains ». - rue Emmanuel Hiel : zone bleue « excepté riverains ». - rue Vondel : zone bleue « excepté riverains ». - rue Floris : zone bleue « excepté riverains ». - rue Quinaux : zone bleue « excepté riverains ». - rue Maréchal Foch : zone bleue « excepté riverains ». - rue Général Eenens : zone bleue « excepté riverains ». - rue Goossens : zone bleue « excepté riverains ». - place Colignon, entre les rues Verwée et Général Eenens, côté immeubles : « riverains » sens : zone bleue « excepté riverains ». - place Colignon, entre les rues Général Eenens et Maréchal Foch, côté immeubles ; « riverains » AJOUTER - rue du Saphir : zone bleue « excepté abonnement » - avenue de l’Emeraude : zone bleue « excepté abonnement » - avenue Emile Max entre l’avenue Auguste Reyers et l’avenue Milcamps : zone bleue « excepté abonnement » - rue Léon Frédéric : zone bleue « excepté abonnement » - avenue Victor Hugo entre l’avenue de l’Opale et l’avenue Milcamps : zone bleue « excepté abonnement » - square François Riga : zone bleue « excepté abonnement » - rue François Séverin entre le n°1 et n°19 : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Jan Blockx : zone bleue « excepté abonnement » - rue Nestor de Tiere : zone bleue « excepté abonnement » - av du Dahlia : zone bleue « excepté abonnement » - rue Jérusalem, entre la rue Ernest Laude et la rue Paul Teniers : « excepté abonnement » - place Houffalize : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Paul Teniers : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Herman : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Verte : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Liedts : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Quatrecht entre la rue Verte et la rue du Brabant : zone bleue « excepté abonnement ». - rue Rogier entre la rue d’Aerschot et rue du Brabant : zone bleue « excepté abonnement » - rue d’Hoogvorst : zone bleue « excepté abonnement » - rue Depotter : zone bleue « excepté abonnement » - rue de la Fraternité : zone bleue « excepté abonnement » - rue Dupont entre la rue du Brabant et la rue Verte : zone bleue « excepté abonnement » - rue des Plantes : zone bleue « excepté abonnement »

38

28.01.2004 rue Linné : zone bleue « excepté abonnement » Rue Gaucheret : zone bleue « excepté abonnement ». Rue Destouvelles : zone bleue « excepté abonnement ». Rue Gendebien : zone bleue « excepté abonnement » Rue Rogier entre rue Gaucheret et rue du Progrès : zone bleue « excepté abonnement » Av Philippe Thomas: zone bleue « excepté abonnement » Rue Joly entre la Place Gaucheret et la rue Destouvelles : zone bleue « excepté abonnement ». - Rue Philomène entre la chaussée d’Haecht et la rue Josaphat. - La rue Van Dijck. - La rue de l’Olivier. - Petite rue de l’Olivier. - Rue de Beughem. - Rue Cornet de Grez (côté pair) - Rue Marchal entre la chaussée de Louvain et l’av Mahillon. - Rue Charbo. - Av Mahillon entre Charbo et Marchal. - Rue Marien - Rue Scutteneer. La mesure sera matérialisée par des signaux E9i complétés par un panneau additionnel mentionnant « EXCEPTE ABONNEMENT – UITGEZONDERD ABONNEMENT » Un deuxième panneau sera ajouté avec la mention « ABONNEMENT Disponible chez Beschikbaar bij – Steward sur place/ter plaatse – S.A. RAUWERS N.V. » ART. 35 La signalisation prévue ci-dessus sera placée conformément aux dispositions de l’A.R. et de l’A.M. ART. 36 Le présent règlement sera soumis à l’avis de la Commission consultative de la Circulation routière de l’agglomération bruxelloise (pour les communes de Bruxelles uniquement) et à l’approbation du Ministre de la Mobilité et des Transports Art. 22 II E9a + mention. - avenue Huart Hamoir entre la chaussée d’Helmet et le square François Riga, côté église : « abonnement » - place Colignon, entre les rues Verwée et Général Eenens, côté immeubles : « abonnement » - place Colignon, entre les rues Général Eenens et Maréchal Foch, côté immeubles ; « abonnement » - rue d’Aerschot côté immeuble : « abonnement » - av Plasky entre av Victor Hugo et Place Meiser côté immeubles pair et impair : « abonnement » Les mesures reprenant l’abonnement sont complétées par un panneau additionnel où sera ajouté la mention « ABONNEMENT Disponible chez Beschikbaar bij – Steward sur place/ter plaatse – S.A. RAUWERS N.V. » -

DE GEMEENTERAAD Gelet op de wetten betreffende de politie van het wegverkeer gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968 ; Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 aangaande het algemeen reglement op de politie van het verkeer ; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimale afmetingen en de bijzondere plaatsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ; Gelet op het ministerieel rondschrijven van 14/11/77 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens ; Gelet op artikel 119 van de nieuwe gemeentewet ; Gelet op de politieverordening van 03/07/80, betreffende het aanvullend gemeentereglement aangaande het wegverkeer op de gemeentewegen gewijzigd op 07/10/81 - 10/02/83 - 26/04/84 09/05/85 - 05/06/86 - 18/03/87 - 20/04/89 - 26/04/90, 27/06/94 - 27/03/95 - 21/01/97 - 18/02/98 18/03/98 - 13/05/98 - 16/09/98 - 26/05/99 en 23/10/2002 Overwegende dat de volgende maatregelen met betrekking op het gemeentewegennet aangenomen moeten worden rekening houdend met de evolutie van de lokale omstandigheden BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met 33 stemmen en 2 onthoudingen :

39

28.01.2004 Artikel 1 Het bijkomend reglement betreffende het wegverkeer op de gemeentewegen, van 03/07/80 gewijzigd op 07/10/81 - 10/02/83 - 26/04/84 - 09/05/85 - 05/06/86 - 18/03/87 - 20/04/89, 26/04/90, 27/06/94, 29/03/95 - 21/01/97 - 18/02/98 - 18/03/98 - 13/05/98 - 16/09/98 - 26/05/99 en 23/10/2002 wordt als volgt vervolledigd en gewijzigd : Artikel 2 Het college van Burgemeester en Schepenen is belast met coördineren van de originele schikkingen met de achtereenvolgende wijzigingen aan het reglement gebracht. HOOFDSTUK V : STILSTAAN EN PARKEREN (verkeersborden) Art.22.II parkeren met beperkte tijd AFSCHAFFEN Saffierstraat : blauwe zone “uitgezonderd bewoners” Smaragdlaan : blauwe zone “uitgezonderd bewoners” Emile Maxlaan tussen August Reyerslaan en Milcampslaan : blauwe zone “uitgezonderd bewoners” Léon Frédéricstraat : blauwe zone “uitgezonderd bewoners” Victor Hugolaan tussen Opaallaan en Milcampslaan : blauwe zone “uitgezonderd bewoners” square François Riga : blauwe zone « uitgezonderd bewoners » François Séverinstraat tussen n°1 et n°19 : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Nestor de Tierestraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Dahlia straat: blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Jan Blockxstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Jerusalemstraat, tussen de Ernest Laudestraat en de Paul Teniersstraat : « uitgezonderd bewoners » Houffalizeplein : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Paul Teniersstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Hermanstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Verwéestraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Koninklijke ST.-Mariastraat tussen Colignonplein en de Rubensstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Renkinstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Verhasstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Emmanuel Hielstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Vondelstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Florisstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Quinauxstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Maarschalk Fochlaan : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Generaal Eenensstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Goosensstraat : blauwe zone « uitgezonderd bewoners ». Colignonplein, tussen de Verwéestraat en Generaal Eenensstraat, kant bewoning : «bewoners » Colignonplein, tussen de Generaal Eenensstraat en Maarschalk Fochlaan, kant bewoning ; « bewoners » BIJVOEGEN - Saffierstraat : blauwe zone “uitgezonderd abonnement” - Smaragdlaan : blauwe zone “uitgezonderd abonnement” - Emile Maxlaan tussen August Reyerslaan en Milcampslaan : blauwe zone “uitgezonderd abonnement” - Léon Frédéricstraat : blauwe zone “uitgezonderd abonnement” - Victor Hugolaan tussen Opaallaan en Milcampslaan : blauwe zone “uitgezonderd abonnement” - Jan Blockxstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » - Nestor de Tierestraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » - Dahlialaan : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » - François Séverinstraat tussen n°1 et n°19 : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Jerusalemstraat, tussen Ernest Laudestraat en Paul Teniersstraat : « uitgezonderd abonnement » - Houffalizeplein : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Paul Teniersstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Hermanstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Groenstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Liedtsstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ».

40

28.01.2004 Quatrechtstraat tussen de Groenstraat en de Brabantstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Rogierstraat tussen Aarschotstraat en de Brabantstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » d' Hoogvorststraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » De Potterstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Broederschapstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Dupontstraat tussen Brabantstraat en de Groenstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Plantenstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Linnéstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Gaucheretstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Destouvellesstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». Gendebienstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Rogierstraat tussen de Gaucheretstraat en de Vooruitgangstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » - Philippe Thomaslaan : blauwe zone « uitgezonderd abonnement » Jollystraat tussen het Gaucheretplein en de Destouvellesstraat : blauwe zone « uitgezonderd abonnement ». - Philomènestraat tussen Haachtsesteenweg en Josafatstraat. - Van Dijckstraat. - L’Olivierstraat - Korte l’Olivierstraat. - de Beughemstraat. - Cornet de Grezstraat pare kant - Marchalstraat tussen Leuvensesteenweg en Mahillonlaan - Charbostraat - Mahillon, tussen Charbo en Marchal. - Marienstraat - Scutteneerstraat. De maatregel zal verwezenlijkt worden met het plaatsen van het verkeersbord E9i aangevuld met een onderbord met de vermelding « EXCEPTE ABONNEMENT – UITGEZONDERD ABONNEMENT » Een tweede onderbord zal toegevoegd worden met de vermelding « ABONNEMENT Disponible chez Beschikbaar bij – Steward sur place/ter plaatse – S.A. RAUWERS N.V. » Art. 35 De signalisatie zoals hierboven voorzien zal geplaatst worden conform aan de schikkingen van het K.B. en het M.B. -

Art. 36 Dit reglement zal voorgelegd worden aan het oordeel van de Raadgevende Commissie voor het wegverkeer voor de Groep van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (enkel voor de Brusselse Gemeenten) en ter goedkeuring van de Minister van Mobiliteit en Vervoer. E9a + vermeldingen. Art. 22 II - Huart Hamoirlaan tussen de Helmetsesteenweg en de François Rigasquare, kant kerk : « abonnement » - Colignonplein, tussen de Verwéestraat et Generaal Eenensstraat, kant bewoning : « abonnement » - Colignonplein, tussen de Generaal Eenensstraat en de Maarschalk Fochlaan, kant bewoning : « abonnement » - Aarschotstraat kant bewoning : « abonnement » - Plaskylaan tussen Victor Hugolaan en Meiserplein pare en onpare kant bewoningen: « abonnement » De maatregel zal worden aangevuld met een onderbord met de « ABONNEMENT Disponible chez Beschikbaar bij – Steward sur place/ter plaatse – S.A. RAUWERS N.V. »

RESSOURCES HUMAINES -=- HUMAN RESOURCES Ordre du jour n°12 -=- Agenda nr 12

41

28.01.2004 Statut pécuniaire - Péréquation des pensions des agents mis à la retraite dans l'ancien système - Création d'échelles transitoires Geldelijk statuut - Perekwatie van de pensioenen van beambten, op pensioen gesteld onder het oud-regime - Invoeren van overgangsschalen DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. LE CONSEIL COMMUNAL Vu l’article 145 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités ; Vu la délibération du conseil communal du 24 juin 1998 arrêtant le statut pécuniaire du personnel communal avec effet au 1er juillet 1997 ; Vu la circulaire du 14 novembre 2002 de M. le Ministre-Président de la Région de BruxellesCapitale relative à la péréquation des pensions des agents mis à la retraite dans l’ancien système ; Vu l’article 12 de la loi du 9 juillet 1969 modifiant en complétant la législation relative aux pensions de retraite et de survie des agents du secteur public ; Considérant qu’il y a lieu afin de garantir la future péréquation de tous les anciens membres du personnel d’insérer au statut pécuniaire les échelles de traitements applicables avant l’application de la Charte sociale ; Vu le protocole d’accord signé en séance du Comité particulier de négociation en date du 12 décembre 2003; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins en date du 2 décembre 2003 ; DECIDE, par appel nominal, à l’unanimité : d’insérer à la délibération du conseil communal du 24 juin 1998 arrêtant le statut pécuniaire du personnel communal applicable à la date du 1er juillet 1997 les anciennes échelles de traitement précédées par la lettre T, dénommées échelles de traitements transitoires. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 145 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Gelet op het raadsbesluit van 24 juni 1998 houdende vaststelling van het geldelijk statuut van het gemeentepersoneel met ingang van 1 juli 1997 ; Gelet op de omzendbrief van 14 november 2002 van de Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de perequatie van de pensioenen voor de gepensioneerden in het oude stelsel ; Gelet op artikel 12 van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel in de openbare sector ; Overwegende dat het past teneinde de latere perequatie van alle personeelsleden veilig te stellen in het geldelijk statuut de weddeschalen van toepassing vóór de inwerkingtreding van het Sociaal Handvest in te lassen ; Gelet op het protocolakkoord ondertekend in vergadering van het onderhandelingscomité op datum van 12 december 2003 ; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2003 ; BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen : in het raadsbesluit van 24 juni 1998 houdende vaststelling van het geldelijk statuut van het gemeentepersoneel van toepassing met ingang van 1 juli 1997 de oude weddeschalen voorafgegaan door de letter T, genaamd overgangsweddeschalen, in te lassen.

INFRASTRUCTURES -=- INFRASTRUCTUREN Bâtiments -=- Gebouwen Ordre du jour n°13 -=- Agenda nr 13

42

28.01.2004 Groupe scolaire Josaphat/Ruche - Restauration des menuiseries extérieures - Majoration de la dépense Schoolgroep Josafat-Bijenkorf - Restauratie van het buitenschrijnwerk - Meeruitgave DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé à l'unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale ; Vu l’arrêté du 9 novembre 1993 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif aux demandes d’autorisation d’exécuter des travaux à un bien relevant du patrimoine immobilier inscrit sur la liste de sauvegarde ou classé, modifié par l’arrêté du Gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale du 2 juin 1994 ; Vu la loi du 24 décembre 1993 – en particulier son article 17 § 2, 2° a - relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services , telle qu’elle a été modifiée à ce jour ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, Vu sa délibération du 10 septembre 1997 par laquelle il décide de confier au secteur privé une mission complète d’architecte en vue de la restauration des châssis du Groupe scolaire Josaphat/Ruche, d’arrêter les termes du projet de contrat et de passer le marché, par appel d’offres restreint, après consultation de minimum 5 et maximum 20 bureaux d’études ; Vu la délibération du 14 juillet 1998 du Collège des Bourgmestre et Echevins désignant l’adjudicataire ; Considérant qu’à ce stade, le coût des travaux était estimé à 50.000.000 BEF, soit 1.239.000 EUR. et les honoraires à environ 111.500 EUR.; Considérant que par arrêté du 2 avril 1999 le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a classé comme ensemble la totalité des parties originelles – en ce compris le mobilier fixe par destination – du complexe formé par l’école communale n°1, le gymnase et l’ancienne école industrielle, sis rue Josaphat 229 et 241 et rue de la Ruche 30 à Schaerbeek ; Vu l’arrêté du 18 décembre 1999, notifié le 11 janvier 2000, du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale autorisant l’exécution des travaux et fixant le montant de l’intervention régionale dans les frais de ces travaux ; Considérant que cet arrêté estimait le coût des travaux à environ 68.000.000 BEF., TVA incluse, Considérant que suite au classement du complexe scolaire, la Commission royale des Monuments et Sites a imposé des modifications sensibles dans l’orientation du projet de rénovation et a exigé de la part du bureau d’études un nouveau métré et un diagnostic des châssis au cas par cas; Considérant que ces modifications ont entraîné une extension de la mission du bureau d’études, justifiant une augmentation du taux d’honoraires, ainsi qu’une augmentation de l’estimation du coût des travaux ; Considérant que sur base du montant de l’appel d’offres pour les travaux, le coût des honoraires peut être estimé à 166.500 EUR., TVA incluse Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins DECIDE, par appel nominal, à l’unanimité : 1. D’approuver la majoration de la dépense relative au coût des honoraires du bureau d’études chargé de l’élaboration du projet et de la surveillance des travaux de rénovation du groupe scolaire Josaphat/ Ruche, désormais classé comme monument ; 2. D’imputer la dépense à l’article 722/733-60/06 du budget extraordinaire; 3. De financer la dépense complémentaire, soit 55.000 EUR. par les subsides octroyés par le Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale (service des Monuments et Sites). DE GEMEENTERAAD

43

28.01.2004 Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op het besluit van 9 november 1993 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de aanvragen voor vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een goed dat behoort tot het, op de bewaarlijst ingeschreven of beschermd, onroerend erfgoed, gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juni 1994. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 2° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Gelet op het raadsbesluit van 10 september 1997 waarbij beslist werd om een volledige architectenopdracht toe te vertrouwen aan de privé-sector voor de restauratie van de ramen van de Schoolgroep Josafat/Bijenkorf; de voorwaarden van het ontwerpcontract vast te stellen en de overeenkomst te gunnen via een algemene offerteaanvraag, na raadpleging van minstens 5 en maximum 20 studiebureaus. Gelet op de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 14 juli 1998 betreffende de aanduiding van het studiebureau. Overwegende dat in dit stadium de kosten geraamd werden op 50.000.000 BEF, hetzij 1.239.000,00 EUR en de honoraria op ongeveer 111.500,00 EUR. Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bij besluit van 2 april 1999, overging tot de bescherming als geheel van de totaliteit van de oorspronkelijke delen – met inbegrip van het meubilair dat vast door bestemming is – van het complex gevormd door gemeenteschool nr. 1, de turnzaal en de voormalige Nijverheidsschool, gelegen Josafatstraat 229 en 241 en Bijenkorfstraat 30 te Schaarbeek. Gelet op het besluit van 18 december 1999, medegedeeld op 11 januari 2000, van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vergunning voor het uitvoeren van de werken en tot vaststelling van het bedrag van de gewestelijke bijdrage in de kosten van deze werken. Overwegende dat in dit besluit de kosten van de werken geraamd werden op ongeveer 68.000.000 BEF- BTW inbegrepen. Overwegende dat naar aanleiding van de bescherming van het schoolcomplex, de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen aanzienlijke wijzigingen oplegt in het renovatieproject en van het studiebureau een nieuwe meetstaat eist evenals een aparte diagnose van elk raam. Overwegende dat deze wijzigingen een uitbreiding van de studieopdracht tot gevolg heeft, een verhoging van het honorariapercentage, evenals een verhoging van de kostenraming van de werken. Overwegende dat, op basis van het bedrag van de offerteaanvraag voor de werken, de honorariakosten geraamd kunnen worden op 166.500,00 EUR- BTW inbegrepen. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen : 1. in te stemmen met de verhoging in de uitgave betreffende de honoraria van het studiebureau belast met de opstelling van het project en het toezicht op de renovatiewerken van schoolgroep Josafat/Bijenkorf, inmiddels een beschermd goed. 2. de uitgave aan te rekenen op artikel 722/733-60/06 van de buitengewone begroting. 3. de bijkomende uitgave, hetzij 55.000,00 EUR, te financieren met de subsidies toegekend door het ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (dienst Monumenten en Landschappen). Contrats de quartier -=- Wijkcontracten Ordre du jour n°14 -=- Agenda nr 14 Brabant/Verte - Opération 1.2 - 114-116, rue Linné - Marché de travaux - Majoration de la dépense. Brabant/Groen - Operatie 1.2 - 114, 116, Linnéstraat - Werkenopdracht - Meeruitgave Ce point est retiré de l'ordre du jour. -=- Dit punt werd aan de agenda onttrokken.

44

28.01.2004 Ordre du jour n°15 -=- Agenda nr 15 Brabant/Verte - Parc Reine/Verte - Marché de travaux. Brabant Groen - Park Koningin/Groen - Werkenopdracht DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD

Par appel nominal, approuvé par 31 voix contre 3 -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met 31 stemmen tegen 3. LE CONSEIL COMMUNAL Vu les articles 117, 234 et 236 de la nouvelle loi communale; Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics; Vu l’arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics; Vu l’ordonnance du 16 juillet 1998 relative à l’octroi de subsides destinés à encourager la réalisation d’investissements d'intérêt public ; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 juillet 1998 fixant la composition des dossiers de demandes de subsides, la nature des pièces justificatives et la procédure d’octroi et de liquidation, en application de l’article 21 de l’ordonnance du 16 juillet 1998; Vu le Programme Triennal d'Investissement 2001-2003 approuvé par la Conseil communal lors de sa séance du 24 septembre 2003, Vu l’arrêté du 21 septembre 2000 par lequel le Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale approuve le programme du Contrat de Quartier « Brabant » et détermine le montant des subsides; Considérant que l’aménagement du parc Reine-Verte et la rénovation du pavillon constitue le point 4.9 de ce programme ; Considérant qu'il convient de confier les travaux a une entreprise ; que le coût de ces travaux est estimé à 1.458.464 € T.V.A. comprise; Considérant que le Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale pourrait, à concurrence de 100 % dans le cadre du plan triennal d’investissement 2001-2003 (projet repris sous le n° 12), subventionner l’acquisition et le placement de mobilier urbain ainsi que l’acquisition de plantations ; Vu la délibération du conseil du 22 octobre 2003 approuvant le mode de passation et le cahier spécial des charges pour l’aménagement du parc ; Vu l’arrêté du 20 décembre 2003 par lequel le gouvernement n’approuve pas cette délibération ; Vu les modifications apportées pour répondre à cet arrêté

DECIDE , par appel nominal, par 31 voix contre 3 : 1) d’approuver le projet et de passer le marché de travaux à confier à une entreprise par adjudication publique par lots, aux conditions fixées dans le cahier spécial des charges CQ B/V 4.9 2) de publier l’avis de marché ci-joint au Bulletin des adjudications. 3) d'imputer la dépense pour travaux, soit 1.458.464 € TVA comprise, à l’article 930/721-60/52 du budget extraordinaire 2004. 4) de prendre acte de la subsidiation à concurrence de 1.270.008 € . 5) de solliciter des subsides, à concurrence de 100 %, auprès du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale, dans le cadre de la dotation triennale de développement du plan triennal d’investissement 2001-2003, pour l’acquisition et le placement de mobilier urbain ainsi que l’acquisition de plantations (lot 1 : chap.4.2, lot 2 : chap.5.3,5.4,5.5,6.1 et 6.2) 6) de financer la part communale, soit le solde, par un emprunt à conclure, au taux en vigueur au moment de sa conclusion.

45

28.01.2004 DE GEMEENTERAAD Gelet op het artikel 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit dd. 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 houdende het toekennen van betoelagingen bestemd voor het aanmoedigen van het verwezenlijken van investeringen voor openbaar nut; Gelet op het Besluit van de Regering van Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 juli 1998 dewelke de samenstelling van het dossier voor betoelaging vaststelt, alsook de aard van de rechtvaardigende stukken de toekenning –en vrijgaveprocedure, in toepassing van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998; Gelet op het Driejaren Investeringsprogramma 2001-2003, goedgekeurd door de Gemeenteraad in haar zitting van 24 september 2003; Gelet op het Besluit van 21 september 2000 waarmee de regering van Brussels Hoofdstedelijk Gewest het programma van het wijkcontract “Brabant” goedkeurt en de bedragen van de betoelaging vastlegt Overwegende dat de inrichting van het park en de renovatie van het paviljoen het punt 4.9 vormen van dit programma; Overwegende dat het past de werken toe te vertrouwen aan een onderneming ; dat de kostprijs van de werken wordt geraamd op 1.458.464,00 € BTW inbegrepen; Overwegende dat het mogelijk is dat het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ten belope van 100 %, de verwerving en plaatsing van stadsmeubilair en verwerving van beplantingen kan betoelagen; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit dd 22 oktober 2003, welke de gunningswijze en het bestek voor de inrichting van het park goedkeurt; Gelet op het Besluit van 20 december 2003 bij dewelke de Regering dit besluit niet goedkeurt; Gelet op de aangebrachte wijzigingen teneinde te voldoen aan dit Besluit; BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met 31 stemmen tegen 3 : 1) de opdracht voor de werken toe te vertrouwen aan een onderneming mits openbare aanbesteding met loten, en dit volgens de voorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek CQ BV/4.9. 2) de aankondiging van opdracht bekend te maken in het Bulletin der Aanbestedingen.. 3) de kosten voor de werken, zijnde 1.458.464,00 € BTW inbegrepen, aan te rekenen op het artikel 930/721-60/52 van het buitengewone budget 2004; 4) akte te nemen van de betoelaging ten bedrage van 1.270.008,00 € in het kader van het Wijkcontract “Brabant”; 5) betoelaging a ratio van 100 % aan te vragen aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk gewest, in het kader van de triënnale dotatie voor ontwikkeling van het driejaren invensteringsplan 2001-2003, voor het verwerven en plaatsen van stadsmeubilair alsook het verwerven van beplantingen (Lot 1 : Hoofdstuk 4.2, lot 2 Hoofdstuk 5.3, 5.4, 5.5, 6.1 en 6.2); 6) het gemeentelijk deel te financieren door het aangaan van een lening aan de vigerende rentevoeten op het ogenblik van afsluiting

SERVICES COMMUNAUX SPECIFIQUES -=- SPECIFIEKE GEMEENTEDIENSTEN Petite enfance -=- Peuters Ordre du jour n°16 -=- Agenda nr 16 Plan social de l’A.S.B.L. Crèches de Schaerbeek - Prise d’acte. Sociaal plan van de vzw Kinderdagverblijven van Schaarbeek. Ce point est retiré de l'ordre du jour. -=- Dit punt werd aan de agenda onttrokken. VOTE D'URGENCE -=- SPOEDSTEMMING INFRASTRUCTURE -=- INFRASTRUCTUREN

46

28.01.2004 Bâtiments -=- Gebouwen Ordre du jour n°16/2 -=- Agenda nr 16/2 Ecole n° 17 - Démolition et remplacement d'un mur en briques de verre - Majoration de la dépense. School nr 17 - Slopen en vervangen van een muur in glassteenblokken - Meeruitgave DECISION DU CONSEIL -=- BESLISSING VAN DE RAAD L'urgence est admise à l'unanimité -=- De dringendheid wordt eenparig aangenomen. Par appel nominal, approuvé à l’unanimité -=- Bij hoofdelijke stemming, goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. L’urgence est admise à l’unanimité LE CONSEIL COMMUNAL Vu la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services , telle qu’elle a été modifiée à ce jour, en particulier son article 17 §2, 1° a) ; Vu l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour ; Vu l'arrêté royal du 26 septembre 1996 établissant les règles générales d’exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, tel qu’il a été modifié à ce jour ; Vu l’ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, Considérant que la maçonnerie en briques de verre, située en façade est de l’école n° 17, présente des fissures et des problèmes de stabilité; Vu sa délibération du 3 décembre 2003 par laquelle il a approuvé le projet relatif à la démolition et au remplacement du mur en briques de verre situé en façade est de l’école n°17 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2003/081 ; Considérant que le coût des travaux était estimé à 14.700 EUR., TVA incluse ; Considérant qu’après consultation de trois firmes, l’offre de l’entreprise adjudicataire s’élève à 17.568 EUR., TVA incluse ; Considérant qu’à l’inverse, les travaux de renouvellement partiel des toitures et façades, estimés à 125.000 EUR. ont été adjugés pour moins de 90.000 EUR ; qu’un solde suffisant est donc disponible ; Sur proposition du Collège des Bourgmestre et Echevins, DECIDE, par appel nominal, à l’unanimité : 1. d’approuver la majoration de la dépense relative aux travaux de remplacement du mur vétuste en briques de verre à l’école n° 17 2. d’imputer la dépense, de 17.568 EUR., à l’article 722/724-52/06 du budget extraordinaire de 2003 3. de financer la dépense par l’emprunt.

De dringendheid wordt eenparig toegestaan. DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 117, 234 en 236 van de nieuwe gemeentewet. Gelet op de wet van 24 december 1993 – inzonderheid artikel 17 § 2, 1° a - betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals zij tot op heden werd gewijzigd. Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd.

47

28.01.2004 Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals het tot op heden werd gewijzigd. Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Overwegende dat het metselwerk in glazen bouwsteen, in de oostelijke gevel van school 17, barsten en stabiliteitsproblemen vertoont. Gelet op zijn beslissing van 3 december 2003 houdende goedkeuring van het ontwerp betreffende de ontmanteling en de vervanging van de muur in glazen bouwsteen, in de oostelijke gevel van school 17. Gelet op het bestek nr. 2003/081. Overwegende dat de kostprijs van de werken geraamd werd op 14.700,00 EUR- BTW inbegrepen. Overwegende dat, na raadpleging van drie firma’s, de offerte van de aangeduide onderneming 17.568,00 EUR- BTW inbegrepen bedraagt. Overwegende dat daartegenover staat dat de gedeeltelijke vernieuwingswerken van de daken en gevels, geraamd op 125.000,00 EUR, voor minder dan 90.000,00 EUR toegewezen werden en er dus voldoende saldo beschikbaar is. Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, BESLUIT, bij hoofdelijke stemming, met eenparigheid van stemmen : 1. in te stemmen met de verhoging van de uitgave betreffende de vervangingswerken van de bouwvallige muur in glazen bouwsteen, in school 17. 2. de uitgave ten bedrage van 17.568,00 EUR aan te rekenen op artikel 722/724-52/06 van de buitengewone begroting over 2003. 3. de uitgave te financieren met een lening. Après le point 16/2 vote nominal auquel participent les conseillers communaux suivants -=- Na het punt 16/2 hoofdelijke stemming waaraan de volgende gemeenteraadsleden deelnemen : Mme-Mevr. Bouarfa, MM.-hh. Winkel, Grimberghs, Denys, Mme-mevr. Smeysters, MM.-hh. Demol, Ducarme, Mmes-mevr. Essaidi, Jodogne, MM.-hh. Temiz, Lahlali, Ozturk, Mmes-Mevr. Monseu, Massart, MM.-hh. Ramdani, El Khattabi, Mmes-mevr. Gailly, De Dyn, Kleykens, MM.-hh. Heuninck, Vantighem, Decat, Courtheoux, Mme-mevr. De Swaef, MM.-hh. Charels, Paulet, Guillaume, Noël, Van Gorp, De Herde, Verzin, Mmes-Mevr. Philippart, Nyssens et/en M.-h. Clerfayt.

-=-

48

28.01.2004 VOTE LE PREMIER : MME BOUARFA STEMT ALS EERSTE : MEVR. BOUARFA

Points de l'O.J. Punten agenda MM.-HH.

CHARELS PAULET DURIAU NIMAL GERMAIN DE JAEGHER GUILLAUME NOEL VAN GORP DE HERDE VERZIN MME-MEVR. PHILIPPART-LEDUR NYSSENS M.-H. SESSLER MME-MEVR. BOUARFA MM.-HH. EL ARNOUKI WINKEL GRIMBERGHS FRABONI . DENYS MME-MEVR. SMEYSTERS MM.-HH. DEMOL DUCARME KOSE HUTCHINSON MMES-MEVR. BERROHO-ESSAIDI JODOGNE MM.-HH. TEMIZ LAHLALI OZKARA OZTURK BENALLEL MMES-MEVR. MONSEU BLANMAILLAND MASSART MM;-HH. CRASSON RAMDANI EL KHATTABI MMES-MEVR. GAILLY DE DYN KLEYKENS MM.-HH. HEUNINCK VANTIGHEM DECAT COURTHEOUX MME-MEVR. DE SWAEF M.-H.

CLERFAYT OUI-JA NON-NEEN ABSTENTIONSONTHOUDINGEN

OUI - JA : O NON - NEEN : N ABSTENTION - ONTHOUDING : -

3, 4, 8, 10, 12, 13, 16/2

6

7, 15

9

11

O O

O O

O O

O O

O O

O O O O O O O

O O O O O O O

O O O O O N O

O O O O O O

O O O O O O

-

-

O

O

O

O

O

O O

O O

O O

O

O

-

-

O O O O

O O O O

O O N O

O O O

-

O O O O

O O O O

O O O O

O O O O

O O O O

O O O O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O O O O O O O O O O

O O O

O O O O O O O N O O

O O O O O O O O O O

O O O O O O O O O O

O O O O O O

O

O

O

O

O

34 -

33 1

31 3 -

31 3

32 2

49

28.01.2004 ORDRE DU JOUR (REPRISE) -=- AGENDA (VERVOLG) INTERPELLATIONS -=- INTERPELLATIES Ordre du jour n°17 -=- Agenda nr 17 M. Grimberghs : La propreté publique dans la commune de Schaerbeek De h. Grimberghs : De openbare netheid in de gemeente Schaarbeek - M. Grimberghs : Il est assez légitime que l’on ait ici une petite répercussion des débats sur la propreté publique après les informations qui ont abouti à un classement pour le moins déplaisant de notre Commune, bonne dernière une fois de plus au festival organisé par Test-Achat visant à vérifier ce qu’il en est de l’évolution de la propreté publique dans différentes communes du Royaume . Je vous avoue que cela ne me fais jamais plaisir que Schaerbeek soit décriée. Je pense que dans de nombreux cas, les habitants de cette commune ne partagent pas les critiques qui peuvent être émises et qui ternissent l’image de Schaerbeek. Je crains que, malheureusement, en ce qui concerne l’état de la propreté, des voiries et de l’espace public, le sentiment d’une commune sale soit fort partagé par les habitants. L’enquête comparative réalisée par Test-Achat montre qu’il doit y avoir moyen d’obtenir de meilleurs résultats puisque d’autres localités y arrivent. J’ajoute que la réaction de l’Echevin de la Propreté, lors de la publication de cette enquête, n’a pas été de nature à rassurer les Schaerbeekois. En gros, qu’est-ce qu’il nous dit ? Il nous dit : « Les Schaerbeekois salissent leur commune alors que les services communaux tentent de la rendre propre. La concentration de population sur un territoire relativement petit peut engendrer des phénomènes de malpropreté plus graves qu’ailleurs ». Si on doit accepter ces deux hypothèses, en gros, autant dire qu’il n’y a rien à faire. J’ajoute que la petite phrase de l’Echevin qui consiste à dire qu’il y a cent dix mille personnes qui salissent cette commune pour une centaine qui tentent de la nettoyer est, me semble-t-il assez déplaisante pour les habitants qui sont plus victimes de la malpropreté de leur commune que coupables. Monsieur le Bourgmestre, Monsieur Van Gorp, je voudrais que vous nous expliquiez, vous profitiez de l’occasion pour nous dire comment et quelles mesures on entreprend pour renverse la tendance ? Ne pas dire que cette contre performance est normale mais dire comment on va faire effectivement pour mieux conscientiser la population. Je n’ai pas de problème sur le fait que, bien entendu et personne n’a critiqué les campagnes de conscientisation qui ont été lancées. Il faut sans doute conscientiser toute la population mais culpabiliser les gens en disant que c’est de votre faute s’il fait sale, cela ne me semble pas la bonne réponse en l’occurrence. Je pense qu’il serait bon que le Collège donne une première évaluation de son nouveau plan propreté. Je rappelle qu’il y a plus d’un an, une restructuration importante a été décidée, concernant l’organisation des services de la propreté et de la gestion des espaces verts. Même s’il en sans doute trop tôt pour épurer une évaluation définitive, il est de bon droit aujourd’hui et en fonction de cette actualité et de ce regard extérieur qui est porté sur la réalité de ce qui se passe à Schaerbeek, je pense qu’on est en droit d’avoir un premier bilan et qu’on puisse éventuellement ajuster le tir en fonction de ce premier bilan. Voilà le sens de cette interpellation. - M. Van Gorp: Monsieur Grimberghs, vous avez raison de dire que la manière dont Test-Achat nous a classé semble injuste à ceux qui habitent notre commune. J’ai reçu tout comme vous certainement, énormément de réactions d’habitants ou de Comités de quartier indignés par cette enquête et félicitant la Commune pour ses efforts. Par contre, Monsieur Grimberghs, je ne suis pas d’accord du tout avec vous lorsque vous vous basez sur cette enquête de Test-Achat pour nous dénigrer par rapport aux autres communes citées en comparant quarante communes qui connaissent des réalités très différentes. Cette revue compare des poires et des pommes et fait preuve d’une malhonnêteté intellectuelle. Test-Achat prétend par exemple que nous pourrions faire aussi bien que Genk, commune qui serait similaire à Schaerbeek. J’ai du mal à croire que les inspecteurs de Test-Achat ont réellement mis le pied à Genk, commune bourgeoise qui dispose par exemple d’un magnifique terrain de golf drainant une clientèle d’indépendants fortunés. Test-Achat doit avoir confondu à mon avis, le superbe terrain 18 trous de Genk avec le minigolf du parc Josaphat pour estimer que ces communes ont les mêmes caractéristiques. Monsieur Grimberghs, vous évoquez les contre performances du service en charge de la propreté. C’est assez méprisant, je trouve, pour le personnel et assez inexact. En 2003, Monsieur Grimberghs, en pleine période de restructuration du service, les fonctionnaires ont dressé mille cent quatre-vingt cinq procès-verbaux pour un montant de cent quatre-vingt cinq mille euros contre deux cent quinze procès-verbaux en 2002 pour un total de quarante mille euros. Qui dit mieux ! En 2003, nous avons nettoyé chaque jour quatre-vingt lieux de dépôts clandestins récurrents. Qui dit mieux ! En 2003, nous avons ramassé quatre mille tonnes de déchets sur la voie publique. Qui dit mieux ! En 2003, Monsieur Grimberghs, nous sommes passé de trente à soixante canicites et de

50

28.01.2004 six cents à sept cents corbeilles sur la voie publique. Qui dit mieux ! En octobre, novembre et décembre 2003, quinze opérations de surveillance de l’espace public ont été menées de jour et de nuit. Qui dit mieux ! D’ailleurs, Monsieur Grimberghs, si vous ne traînez pas trop longtemps, je pourrai même ce soir vous amener à différents endroits de la Commune où les ouvriers, malgré la neige cette nuit, travaillent pour, à un moment donné, verbaliser les inciviques qui provoquent de nuit des dépôts clandestins. Si Monsieur Grimberghs connaît une commune qui fait mieux, nous irons ensemble la visiter. Enfin, malgré que nous ayons insisté sur ce point en répondant à son questionnaire, TestAchat n’a pas signalé qu’à Schaerbeek deux acteurs gèrent la propreté publique. La commune et l’ABP. Crucifier la commune de Schaerbeek et ne pas citer l’agence de Bruxelles Propreté qui gère de nombreuses voiries, est inqualifiable. J’ose même dire proprement inadmissible. Je pense avoir été complet, Monsieur Grimberghs, mais pour ce que vous avez demandé avoir un résultat du plan de redéploiement qui est en train aujourd’hui de trouver sa vitesse de croisière qui sera renforcée et appuyée par une décision régionale qui va nous permettre de pouvoir engager une vingtaine d’agents supplémentaires, je pense qu’avec les comités d’accompagnement qui se mettent en place dans les jours et les semaines qui viennent avec ce personnel supplémentaire, avec la motivation et du personnel et la motivation de plus en plus de Schaerbeekois qui ont envie ensemble avec le personnel, avec la commune, faire en sorte que leur espace public soit mieux respecté, je pense que nous sommes en train de gagner un pari et un défi. Ce n’est pas facile mais nous y arriverons, je pense. - M. Grimberghs : Monsieur le Bourgmestre, Monsieur l’Echevin, je comprends que les efforts qui sont entrepris qui n’aboutissent pas aux résultats que vous espérez vous rendent nerveux. Je peux parfaitement comprendre. Je ne dis pas que vous n’y consacrez pas une certaine énergie. Malheureusement et en aucun cas, vous ne pouvez dire dans mes propos que je dénigre les services communaux. Il n’est pas question. Il n’y a rien à faire. Les gens s’occupent du résultat. Le résultat, Monsieur Van Gorp, je vais vous le dire franchement, pour l’instant pour la population, elle a l’impression que cela ne va pas mieux depuis que vous êtes Echevin. Ils ont même l’impression que cela va plutôt un peu moins bien. J’allais dire : rendez-nous Paulet. Vous ne parlez peut-être pas aux mêmes personnes. Cela m’étonnerait quand même que ce soient uniquement des gens qui vous félicitent qui téléphonent aux services communaux. J’ai toujours dit qu’il y avait un problème avec le téléphone vert. Faites bien attention parce qu’il ne faudrait quand même pas qu’on jette tous ceux qui râlent. Prenez aussi les communications des gens qui vous demandent que les services communaux passent de temps en temps à certains endroits. Deux ; vous dites « ce n’est pas possible, on me compare à Genk » On peut aller ce soir voir comment travaillent les ouvriers de la commune. Il n’y aucun problème. Après le Conseil, on va aller faire un tour ensemble. On peut aussi aller faire un petit tour à Genk. A mon avis, à Genk, il n’y a pas qu’un golf 18 trous. Mais prenez Louvain, prenez Courtrai, prenez Arlon. Je veux dire qu’il y a d’autres communes. Prenez Bruxelles Ville qui n’est pas très bien classée mais beaucoup mieux que nous. Il n’est pas impensable d’améliorer notre résultat. Je dis et je crois très franchement que les autres qui vous regardent un peu vous dépêtrer dans ce problème ferait bien de travailler sur cette question avec vous parce que je pense très sincèrement qu’il faut faire un diagnostic plus fin sur ce qui ne va pas. Vous avez parlé de l’Agence Bruxelles Propreté. Vous avez tout à fait raison. Il y a des communes où l’Agence Bruxelles Propreté joue le jeu. Pourquoi cela ne serait pas le cas à Schaerbeek. Je vois que l’Agence Bruxelles Propreté est très efficace avec la commune de Saint-Josse. Quand on passe de Schaerbeek à Saint-Josse, c’est le jour et la nuit en terme de propreté. Tout le monde le sait. L’Agence Bruxelles Propreté n’aime pas Schaerbeek. On me raconte cela depuis des années. Justement, les majorités sont ce qu’elles sont, les choses peuvent évoluer, on peut imaginer que les relations entre les hommes sont très importantes, on peut imaginer de changer un peu le cours des choses. Il y a STIB qui doit entretenir un certain nombre de sites propres. On le sait aussi, c’est moins important sur Schaerbeek, encore que. Il y a donc manifestement d’autres acteurs, pas rien que les acteurs communaux qui doivent nous aider à trouver une solution au problème. Je ne pense pas qu’on puisse simplement dire : il y a un problème. Il y a des gens qui salissent et il y a trop peu de monde pour ramasser les crasses. A un moment donné, il faut faire un diagnostic plus fin pour savoir comment est-ce qu’on peut améliorer. J’ai entendu que le Bourgmestre insistait tout à l’heure pour dire que c’était un des points du budget 2004. Rendez-vous à la fin de l’année 2004. J’espère qu’on a pris suffisamment la mesure de ce qu’il convient de faire pour améliorer les choses. Dire simplement qu’on ramasse énormément de dépôts clandestins. Vous le faites et je ne conteste pas cela. Il y a des années qu’on nous raconte cela. C’est la réalité devant laquelle on doit faire face. Vous ramassez les corbeilles de papier chaque fois que c’est nécessaire. Vous en mettez davantage, très bien. Il n’empêche que tous les week-ends les poubelles débordent à Schaerbeek. Il y a du personnel qui travaille dans d’autres communes en soirée et le dimanche y compris pour ramasser les corbeilles. Est-ce qu’il ne faudra pas un jour y passer à Schaerbeek aussi pour éviter cette situation de fait ? Je veux bien venir la fois prochaine

51

28.01.2004 avec un petit reportage photographique. Ce sera peut-être mieux que de longs discours. Il ne faut pas renvoyer la patate chaude soit aux habitants soit à la région. - M. Van Gorp : Renvoyer la patate chaude à la région ou aux habitants. Il est très clair qu’en 2003, nous avons une série d’éléments objectifs qui démontrent que la Commune est 30 % moins sale. D’où viennent ces chiffres ? Tout simplement : en 2002, nous ramassions par jour dix-huit tonnes de déchets y compris les dépôts clandestins. Nous sommes aujourd’hui à onze tonnes par jour. Il y a de ce côté-là une amélioration objective. Il faut savoir également que nos canicites récoltent tous les jours cent vingt kilos de déjections canines. C’est toujours cela qui n’est pas sur les trottoirs, Monsieur Grimberghs. Par toute une série d’éléments objectifs et scientifiques, je peux vous démontrer que Schaerbeek est 30 % moins salie qu’en 2003. J’espère qu’en 2004 nous allons continuer cette amélioration d’une part. D’un autre côté, à quoi est due cette amélioration ? D’une part, c’est vrai je l’ai dit, le personnel est de plus en plus motivé. Pourquoi le personnel est-il motivé ? parce que depuis 2003, ce qui n’a pas toujours été le cas dans le passé, on reconnaît un peu plus leur travail qui est un travail difficile. Depuis que nous verbalisons les inciviques de la malpropreté, je pense que ces personnes qui mènent un combat difficile et un travail difficile se sentent reconnus et sont de plus en plus efficaces et de plus en plus motivés. Je ne dis pas que les choses vont bien, sont parfaites mais j’ai l’impression que nous allons vers un plus. Nous y arriverons, je pense, ensemble. J’espère, Monsieur Grimberghs que début 2005, vous nous direz : Monsieur Van Gorp, maintenant, cela se voit vraiment très fort. Ordre du jour n°18 -=- Agenda nr 18 M. Grimberghs : Organisation d’une consultation populaire à Schaerbeek sur la problématique du survol de la commune par les avions tant de jour comme de nuit ainsi que des nuisances sonores que cela engendre De h. Grimberghs : Organiseren van een volksraadpleging te Schaarbeek over het probleem van het overvliegen van de gemeente door vliegtuigen, zowel overdag als 's nachts, en de veroorzaakte geluidshinder - M. Grimberghs : Je n’ai pas formellement, à ce stade-ci, déposé une motion. On pourrait faire la chose au prochain conseil en fonction du débat que nous aurons ce soir et confier au Collège le soin de donner suite à notre débat. La question du survol de Bruxelles a déjà été traitée à maintes reprises dans notre conseil communal. Je vous rappelle que nous avons adopté au mois de novembre dernier une motion extrêmement explicite contre le plan Anciaux. Je pense que cette motion a été approuvée quasi à l’unanimité des groupes démocratiques. Je pense que Schaerbeek a, à plus d’une reprise manifesté son intérêt sur cette question mais a, jusqu’à présent peu eu l’occasion de peser sur les décisions qui ont pu être prises et peu été présente dans les débats politiques qui se sont fait jour parfois à l’initiative de mandataires communaux très pugnaces. Vous m’avez déjà entendu dire, Monsieur le Bourgmestre, qu’on voudrait vous voir plus souvent sur les plateaux de télévision quand on parle du bruit des avions plutôt que de voir le Bourgmestre de Woluwé Saint Pierre qui, par ailleurs, est un de vos collègues. Cela montrerait qu’on sait aussi qu’à Schaerbeek il y a un problème. On se rappellera qu’en 2003, l’actuel Ministre Président de la région de Bruxelles Capitale, notre collègue Monsieur Ducarme, s’était prononcé en faveur d’une consultation populaire régionale sur cette question du bruit des avions. Cette initiative, malheureusement, se heurte à un obstacle d’ordre constitutionnel et que je ne sache pas qu’il y ait des initiatives qui aient été prises pour l’instant visant à permettre l’organisation d’une consultation populaire au niveau régional. Par contre, la consultation populaire est possible au niveau communal conformément aux articles 318 et 329 de la loi communale. Aujourd’hui, notre Commune, qui est une des premières concernées par les nuisances sonores provoquées par les avions et qui le sera encore davantage si le plan Anciaux est mis en œuvre, pourrait effectivement se saisir de ces articles 318 à 329 de la loi communale pour organiser une consultation populaire sur cette question. Il me semble qu’il est temps d’interroger la population sur cette problématique qui la concerne au quotidien non par des questions démagogiques mais en mettant bien en balance le développement économique, le rayonnement international de Bruxelles et le survol de jour comme de nuit de notre commune. Je souhaiterais et je ne vais pas procéder à de longs développements mais je suis tout disposé à donner un certain nombre de précisions à la fois quant aux types de questions qui pourraient être posées. J’imagine que vous vous en doutez bien mais aussi de donner un certain nombre de précisions quant au fondement d’une intervention de la Commune sur cette question. En l’occurrence, j’attire votre attention sur le fait que l’ordonnance bruxelloise du 17 juillet 1997 relative à la lutte contre le bruit en milieu urbain dit bien en son article 8 § 1er que le Conseil Communal peut éditer des règlements de bruit pour tout ou partie du territoire

52

28.01.2004 communal. Ces règlements respectent les objectifs du plan régional. On est bien dans un cas de figure où l’autorité communale est en droit d’intervenir sur la question. Il est même précisé dans les développements de l’ordonnance régionale que les communes peuvent intervenir en particulier sur cette question des nuisances sonores liées de quelque nature que ce soit et donc aussi liées au bruit des avions et le faire en particulier lorsqu’il n’y a pas de règlement régional visant la chose. Vous savez que pour l’instant, on est dans cette situation ci puisque l’application du règlement régional est suspendue pour l’instant. Dernière chose que je voudrais dire en marge de l’objet principal à savoir la demande de consultation populaire. J’ai eu l’occasion de participer une nuit, il y a dix jours avec le Ministre Gosuin à assurer une certaine présence pour prendre les mesures avec les sonomètres de l’IBGE et savoir effectivement si les normes étaient ou pas dépassées. Je constate qu’à cette occasion Monsieur Gosuin a confirmé qu’il y avait des instruments de mesure, sonomètres disponibles de manière mobile et qu’il y avait des réseaux de captage y compris sur Schaerbeek. Je pense indispensable qu’en toute hypothèse, la Commune demande à se voir informée de tous les dépassements qui sont réalisés par rapport aux normes régionales puisque aujourd’hui il y a un contrôle qui est réalisé. Le résultat de ce contrôle est aujourd’hui inutilisé par la région puisqu’elle a mis entre parenthèses son règlement qui permettrait éventuellement de sanctionner les dépassements mais inutilisé aussi par les communes et les riverains puisque les informations ne sont, à ce jour, toujours pas disponibles sur le site de l’IBGE. Il me semble que l’autorité communale pourrait obtenir que lui soient communiquées les informations qui permettraient d’agir de manière le plus efficace possible dans ce dossier en particulier en dénonçant les dépassements des normes de bruits que ce soit de jour comme de nuit. - M. Ducarme : Monsieur le Bourgmestre, brièvement, suite à l’interpellation qui est celle de notre collègue Monsieur Grimberghs pour vous dire que, à mon estime, le fait qu’il y ait consultation de la population bruxelloise quant à l’avenir de la problématique non seulement du bruit mais comme Monsieur Grimberghs l’a exprimé dans son interpellation de la mise en balance du développement économique du virement international de Bruxelles et du survol tant de jour que de nuit de la Commune, la nécessité d’une consultation de la population bruxellois me paraît plus que jamais indiquée pour une raison simple. C’est que, au-delà de la situation telle que nous la connaissons aujourd’hui, nous allons être très directement concernés au plus tard par une décision qui doit intervenir au 1er septembre de cette année comme un accord à l’avis conforme que pourra donner la région de Bruxelles Capitale quant au développement des activités de DHL à Zaventem. Aujourd’hui, quand nous considérons la problématique des nuisances sonores en tenant compte de la situation actuelle, nous savons que si une décision doit être prise, elle doit l’être à l’aune d’un investissement qui devrait trouver sa pleine rentabilité en 2012. Je crois que si l’on veut véritablement mener une opération sérieuse en terme de consultation populaire, et je répète qu’à mon sens il faudra envisager des mesures telles que celle-là, il convient de rencontrer très certainement trois paramètres. Le premier, cela doit être organisé au niveau des communes étant donné le dispositif légal de la consultation populaire mais cela doit être organisé dans les communes. On ne peut pas faire en sorte de dégager un accord qui obligerait à une attitude extrêmement difficile et ou des autorités régionales qui souhaitent le pouls de l’ensemble des communes seraient finalement obligées de briser le vase de Soisson sans avoir nécessairement tous les éléments. Le fait de dire qu’il faut envisager cette consultation populaire dans un certain nombre de communes ne me paraît pas en regard du pouvoir nouveau qui est donné à la région de Bruxelles Capitale de pouvoir compter avec son avis conforme enfin et pour la première fois dans un dossier qui la concerne. Deuxième réflexion, il faut un dossier pleinement étayé. A partir du moment où vous avez des demandes qui visent à augmenter l’activité au niveau de Zaventem, faut-il savoir quelles sont effectivement les nuisances possibles, éventuellement les contre-propositions que nous pouvons émettre pour qu’il n’y ait pas pollution par le bruit en ce qui concerne l’ensemble des communes et chaque commune en particulier et en le mesurant à l’aune d’une question qui est quand même posée, ne fut-ce que dans la commune voisine d’Evere, quant à connaître l’impact en terme non pas économique mais en terme d’emplois pour une commune telle que celle là. Bien mesurer quel est aujourd’hui l’emploi bruxellois occupé commune par commune, c’est un élément qui doit être fourni et mis à disposition, cela a été demandé à DHL. Nous savons qu’aujourd’hui, il y a à peu près 15% des personnes engagées chez DHL qui sont de la région de Bruxelles Capitale. Faut-il savoir si ces personnes travaillent véritablement sur le site lié à l’activité ou la distribution des colis, chose très différente car distribuer les colis, il faudrait les faire dans la région de Bruxelles Capitale et donc apprécier cela en tenant compte essentiellement de la problématique économique et éventuellement d’y mettre un certain nombre d’items pour ce qui concerne le raisonnement international. Si on veut consulter les gens, il ne faut pas les consulter en ayant un certain nombre de questions qui ne sont pas étayées. Je pense que ce qui est demandé par la population dans le cadre d’une consultation populaire, c’est d’être dûment informé de l’ensemble des points et de vivre un véritable démocratique sur base des points tels qu’ils sont communiqués. Je

53

28.01.2004 ne pense pas que dans l’état actuel des choses, l’ensemble des données soit déjà réuni. Enfin, troisième paramètre, cela doit être repris dans une vision beaucoup plus d’ensemble. Si les conseils communaux se prononcent tous et que la manière dont les conseils communaux se prononcent est différenciée sur l’ensemble du territoire de la région de Bruxelles capitale, à niveau le vase de Soisson réapparaît. Je pense que s’il devait y avoir œuvre utile par rapport à cela dans le cadre de la consultation de la population bruxelloise, il faudrait aussi que l’on soit certain, au-delà des délibérations de la population des consultations populaires que sur base des consultations populaires, les conseils communaux se prononcent. Ensuite, sur base de l’avis de l’ensemble des Conseils communaux, il y a un vote qui intervienne au parlement régional. Je tenais simplement à dire cela parce que cela fait partie d’une analyse me semble-t-il un peu plus globale pour montrer que si le sujet est intéressant et peut rassembler pas mal de gens autour de l’idée, je remercie d’ailleurs Monsieur Grimberghs d’avoir repris d’une autre façon la proposition que j’avais faite en 2003, cela doit quand même nous conduire à travailler le dossier avec le sérieux utile. La demande qui est faite par Monsieur Grimberghs d’envoyer la patate chaude au niveau du Collège pour qu’il puisse s’en occuper me paraît un peu facile. - De Heer Demol : Mijnheer de Voorzitter, mijn partij is altijd voorstander geweest van het houden van referenda om de wil van de burger over een bepaald onderwerp te kennen en er rekening mee te houden. Als zodanig zal mijn fractie het voorstel steunen. Maar in deze complexe materie moet men niet alleen rekening houden met de voorspelbare uitslag van dergelijk referendum in Brussel. Tussen haakjes : men kan nu al voorspellen dat 99 % van de Brusselse bevolking liefst geen nacht- en dagvluchten boven de hoofdstad wenst. Men dient ook ermee rekening te houden dat andere regio’s een dergelijk referendum kunnn organiseren met het gevolg dat men dan gerust het ganse vliegwezen in België kan opdoeken. Immers, niemand wenst vliegtuiglawaai boven zijn hoofd, niet alleen de Brusselaars maar ook niet de inwoners van de Noord- en de Oostkant. En ook de omwonenden van de Waalse luchthavens zouden in een referendum dezelfde uitslag laten blijken. Volgens ons inzicht heeft een referendum alleen zin als er in dezelfde regio en onder dezelfde inwoners sterke meningsverschillen over een bepaald probleem bestaan en dat de politieke verantwoordelijken over dit probleem het meerderheidsstandpunt van de burgers willen kennen. Over iets evidents hoeft men geen referendum te organiseren. Wij kunnen honderden gekke vormen van referenda bedenken waarvan de uitslag bij voorhand vaststaat. Bijvoorbeeld : - Bent u voor-of tegenstander van het feit dat het land moet bestuurd worden door een politieke meerderheid waarvan de wil bepaald wordt door de uitslag van vrije democratische verkiezingen ? – Bent U voor- of tegenstander van het feit dat het gemeentebestuur van Schaarbeek er moet voor zorgen dat de begroting zoveel mogelijk in evenwicht wordt gebracht ? Enzoverder. En in Vlaanderen zou men misschien een referendum kunnen houden over de volgende vraag : - Bent U voor-of tegenstander van het gegeven dat in gemeenten van de verplicht tweetalige hoofdstad Brussel, anti-Vlaamse burgemeesters door de koning mogen benoemd worden ? Ik kan u op voorhand voorspellen wat de uitslag van deze referendum zullen zijn. Laat ons a.u.b. serieus blijven. Eerst wat nadenken voor alleen wij een referendum zouden organiseren. - M. le Bourgmestre : Monsieur Grimberghs, je comptais vous faire une réponse au nom du Collège. Je vais la faire très courte parce qu’il semble que Monsieur Ducarme a très bien balisé le problème. Vous l’avez reconnu vous-même, l’idée n’est pas de vous, l’idée a été émise par Monsieur Ducarme avant qu’il n’assume la fonction de Ministre Président de la Région de Bruxelles Capitale. C’est sans doute en vous souvenant de ses propos que vous vous êtes proposé d’aller dans ce sens. Je crois aussi qu’il n’y a personne, au Collège, dans ce Conseil Communal qui trouve que se serait une mauvaise idée de consulter les habitants sur une question aussi essentielle pour le développement de la région bruxelloise. Développement en terme de qualité et de confort de vie dans les quartiers et développement en terme de développement économique. Tout le monde sait bien que cette question est éminemment complexe. Pour ma part, il me semble, et Monsieur Ducarme l’a très bien exprimé, qu’une telle consultation n’aurait de sens que si toutes les communes l’organise en même temps, de la même manière. Que je sache, actuellement, les quelques communes ou le cdH est au pouvoir n’a pas encore pris l’initiative d’une telle consultation populaire. Je crois même savoir qu’à Bruxelles ville, cela a été refusé. Je le regrette. Deuxièmement, une telle consultation ne peut avoir lieu que si l’on précise clairement la question que l’on pose aux gens sur base d’un dossier complet étayant les arguments des uns, les arguments des autres, les alternatives et les diverses hypothèses sur lesquelles les habitants vont être amenés à se prononcer. On ne pourra pas poser une question aussi idiote que celle : êtes vous pour ou contre les vols de nuit ? Il faut évidemment informer sérieusement les gens. La démocratie, ce n’est pas interroger les gens sur des questions vides de sens. C’est créer un vrai débat qui va concerner l’avenir et le développement de toute la région bruxelloise. Aujourd’hui, il n’y a pas de questions précises non plus. Je pense qu’il est, aujourd’hui, même si beaucoup de gens sont favorables à l’idée d’organiser une telle consultation, si on voulait s’engager dans cette voie, il faut étayer l’information, avancer sur le type de questions que l’on pourra poser. Un et deux,

54

28.01.2004 construire une unanimité des communes qui le ferait s’organiser en même temps et en une fois. Au stade actuel, votre proposition est floue et imprécise. Elle ne fait pas avancer le schmilblick. Le vrai enjeu aujourd’hui, c’est de permettre au gouvernement bruxellois qui mène bien sa barque dans cette affaire, au gouvernement bruxellois d’obtenir les informations qu’il souhaite obtenir de DHL, du gouvernement, du Ministre Anciaux, les informations pour se prononcer sur des propositions concrètes. En particulier, le gouvernement bruxellois a pris la décision de faire réaliser un cadastre de bruit quartier par quartier. C’est un élément essentiel à l’analyse d’examen de cette question délicate. - M. Grimberghs : Monsieur le Bourgmestre, deux trois choses pour que les choses soient bien claires. Dans un esprit non polémique, ce que je voudrais bien c’est que les gens soient capables, à un moment donné, d’aller de la parole aux actes. Ce qui est essentiel dans cette affaire, et c’est là que la petite idée de Monsieur Ducarme était intéressante, c’est d’imposer aux responsables politiques qui doivent trancher dans ce dossier de tenir compte de l’avis des habitants. C’est le sens même de la volonté, dans le cadre de la modernisation de la vie politique d’intégrer la consultation populaire pour dynamiser le débat pour que les politiques soient obligés de tenir compte de l’avis des habitants. Je constate depuis 1995 qu’on peut organiser les consultations populaires dans les communes et singulièrement dans les communes bruxelloises. Jamais on a organisé de consultation populaire. Ce que je souhaite, bien entendu, c’est que cela se déroule simultanément dans plusieurs communes. Le cdH a veillé effectivement à ce que ce soir, on discute de cela ici à Schaerbeek, à Woluwé-Saint-Lambert et à Woluwe-Saint-Pierre. Pourquoi là ? Une des dispositions de la loi communale, Monsieur le Bourgmestre, c’est qu’il faut qu’il y ait un intérêt communal. Je l’ai souligné pour ce qui nous concerne. C’est un tout petit peu plus difficile à Berchem Sainte Agathe qui est moins concernée par le bruit des avions. C’est une réalité objective. Quelles sont les communes qui sont fondatrices dans l’UBCNA ? Les communes qui sont plus directement concernées par cette problématique. Je ne dis pas qu’il ne faut pas que toutes les communes y aillent mais il est évident que ce sont celles qui sont le plus concernées qui doivent se manifester en premier pour montrer le chemin. Deux : je suis tout à fait d’accord pour dire que bien entendu, il faut avoir une concertation entre les autorités politiques qui prendraient l’initiative d’organiser une telle consultation populaire parce qu’il y aurait énormément de bon sens à ce que le même jour, dans plusieurs communes, les mêmes questions soient posées de telle sorte qu’on puisse tenir compte, sur base d’un dossier complet, de l’avis des citoyens sur l’ensemble plus vaste. Je n’ai pas de problème à ce que ce soit dans les dix-neuf communes. Il faut rendre la chose possible. La région est idéalement placée pour opérer cette impulsion notamment par exemple en finançant le coût de la consultation populaire puisque. Un des arguments qu’on nous oppose, c’est que cela coûte cher. Ou alors, on renonce à la disposition de la loi communale qui permet de demander l’avis des citoyens. Si, sur un thème comme celui-là qui intéresse tant nos concitoyens, on dit « non, c’est trop cher », je ne sais pas très bien sur quoi un jour on organisera une consultation populaire. Je dis à Monsieur Ducarme, je ne demande pas de droit d’auteur sur l’initiative, je demande qu’on le fasse. Je suis prêt à attendre un certain temps mais pas l’éternité. Sinon, ce que le cdH dit, c’est qu’il y a moyen d’organiser une consultation populaire sur base d’une autre dynamique qui est effectivement la demande sollicitée par la population bruxelloise. Nous ne renonçons pas, j’ai bien entendu ce qui a été dit ici et j’en ferai rapport à mes chers collègues qui me feront également rapport de ce qui s’est passé dans leurs conseils communaux, à ce stade ci, nous ne renonçons pas à l’idée de pétitionner pour demander les consultations populaires cette fois, non plus sur base d’une décision du conseil communal s’il s’en montre incapable mais sur base d’une demande de la population en fonction de la loi. Voilà, me semble-t-il, de manière assez claire, l’énoncé du problème. Je n’essaye pas de renvoyer la patate chaude au Collège, Monsieur Ducarme, ce n’est pas mon genre. Je suis prêt à prendre mes responsabilités. Si cela n’avance pas, on fera avancer le schmilblick nous-même. Il me semble que, si on parle de concertation avec les autres communes, le Collège est mieux placé que l’opposition pour l’organiser. Je ne cherche pas à me mettre en retrait par rapport à cela mais je cherche l’efficacité. Si rien ne se fait, je pense qu’il faut en prendre acte. Dans ce sens là, au prochain conseil communal, je déposerai une motion. Vous aurez donc la liberté de dire « oui » ou « non » au fait qu’on s’engage dans cette aventure. S’il y a une majorité de Conseillers qui trouve qu’il ne faut pas le faire, les habitants sauront qu’effectivement la Commune de Schaerbeek comme autorité politique ne souhaite pas organiser la consultation. Il restera aux habitants de savoir s’ils veulent forcer la main en pétitionnant. - M. Ducarme : Je suis ravi que Monsieur Grimberghs ne sollicite pas de droits d’auteur et je l’en remercie. Simplement lui dire que, au moment où nous parlons ici, le point est à l’ordre du jour et en discussion à Woluwe-Saint-Pierre et que Monsieur Draps tient exactement le même langage que je vous ai tenu. Vous dites aussi qu’avant que vous n’envisagiez de pétitionner comme vous l’avez dit, vous devriez interpeller à la région pour pouvoir étayer l’explication de votre pétition. J’estime qu’à partir du moment où l’on soumet

55

28.01.2004 - M. Grimberghs : J’ai encore essayé d’interpeller vendredi dernier, Monsieur Ducarme. Vous êtes gonflé, vous n’étiez pas là. Vous avez fait répondre Monsieur Gosuin. Ne vous occupez pas de cela, je m’en occupe à la région. - M. Ducarme : Merci de trouver que je suis gonflé !! Si Monsieur Gosuin a répondu, c’est parce que le sujet que vous savez était beaucoup plus large. Je vous invite, par rapport à la préoccupation dite de la consultation populaire à développer une interpellation telle quelle. Je vous y répondrai par rapport à ce point-là mais on ne va pas noyer le poisson. Je crois que c’est sur base de la réponse que vous aurez, les garanties que vous pourrez obtenir que vous pouvez nous aider à collectivement pétitionner si vous voulez. Je vous mets en garde sur un point. Il n’y a rien de pire en politique que de se présenter vertueux pour la défense de la citoyenneté à travers une consultation populaire ou un référendum pour ensuite être aussi tortueux qu’un cep de vigne pour exploiter de manière partisane ce que l’on a présenté comme étant une vertu. Je vous bien à ce niveau là d’avoir le degré de considération utile vis-à-vis de la population pour ne pas vous lancer dans une espèce d’utilisation politicienne. Je me permets de vous le dire. Ceci étant, je termine par-là Monsieur le Bourgmestre, pour ce qui est du temps, je puis vous indiquer ceci, c’est que je ne souhaite pas que cela se fasse dans l’éternité car vous auriez peut-être la possibilité de le vivre mais moi pas. - M. le Bourgmestre : Je ne suis pas sûr que le pétitionnement ne soit pas le meilleur service à rendre à cette idée sur laquelle il n’y a pas de désaccord. Pour pétitionner, vous devrez proposer aux gens de fixer une question précise et vous risquez d’enfermer le débat alors qu’il a besoin d’être élargi et d’être ouvert. Ordre du jour n°19 -=- Agenda nr 19 Mme De Dyn : Gestion des commerces dans le quartier de Helmet Mevr. De Dyn : Beheer van de handelszaken in de Helmetwijk - Mme De Dyn : Helmet, c’est un peu mon village. Je voulais en parler parce que ce quartier a la chance d’avoir depuis presque cent ans, nonante-trois en réalité, une association de commerçants actifs. Il bénéficie d’un programme de revitalisation financé par la région et mis en œuvre par l’Helmet Shopping Management. La commune travaille en partenariat avec l’HSM. Il y a un représentant permanent des classes moyennes, des travaux, de l’économie, de l’urbanisme, un représentant de la région, de la police. Tout ce beau monde est au conseil d’administration de l’association mais tout le monde ne vient pas au conseil alors que ce serait bien utile pour construire des synergies et pour que le problème dont je vous parle ne soit plus un problème. La place d’Helmet a été complètement refaite pendant l’été et l’automne 2003 et a été inaugurée le5 décembre 2003 avec un Saint-Nicolas venu du ciel. Je crois que ceux qui étaient là ce jour là s’en souviennent et ne sont pas prêts d’oublier. C’était assez impressionnant. Cette année, c’est le square Appolo. C’est une place défoncée par les poids lourds et où tentent de survivre de pauvres petits arbres rachitiques. Elle aussi aura une nouvelle jeunesse cet été ou cet automne ou en 2004. Je suis une habitante de ce quartier très vivant. Je suis cliente assidue de beaucoup de commerces. Je vois de charmantes hôtesses en rouge qui collent les mauvais payeurs d’horodateurs, de jolis stewards en jaune qui renseignent les passants, qui animent les rues. Le marché du samedi a retrouvé sa clientèle. L’équipe HSM se plie en quatre pour animer que ce soit halloween, au carnaval, les animations ne manquent pas. Bref, tout semble aller pour le mieux dans le meilleur des mondes dans ce beau village. Pourtant, des habitants sont mécontents, des commerçants sont mécontents. Pourquoi ? Qu’est-ce qu’ils veulent de plus ? Il y a un gros problème qui persiste. C’est la mixité des commerces qui est en péril. En plus ou moins deux ans, j’ai pu le remarquer moi-même, de nombreux commerces ont changé de destination. De nombreuses vitrines ont été transformées. Si certains ont travaillé dans les règles de l’art, il ne me semble pas que ce soit le cas pour tous. La loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur semble souvent bafouée. Des liquidations totales en veux-tu, en voilà, des horaires d’ouverture sept jours sur sept, des façades méconnaissables, des phones shop qui poussent comme des mauvaises herbes, des transformations de destination ultra rapide. C’est un snack pendant six mois et puis tout à coup, c’est devenu un coiffeur. Je pars en vacances. Quand je reviens, le cyber café est devenu une épicerie, la banque : des logements, la parfumerie : un bureau, le coiffeur : un bazar. Un seul avantage, c’est dépaysant. Ce serait plutôt amusant si tout cela se faisait dans la légalité. Or j’en doute. Les procédures administratives sont généralement assez lentes, les enquêtes publiques affiches rouges sont présentes à certains endroits, des permis d’urbanisme sont délivrés et affichés en vitrine. Il me semble que beaucoup de transformations se font d’une manière sauvage. J’ai appris qu’Helmet a aussi la chance de se trouver dans une zone d’espace au développement renforcé du logement et de la rénovation dans le plan régional de développement et

56

28.01.2004 qu’un arrêté du Ministère de la région de Bruxelles Capitale du 12 décembre 2002 relatif au changement d’utilisation soumis au permis d’urbanisme permet à la commune d’octroyer ou non un permis en fonction du changement de nature du commerce. Ainsi, il faut donc aujourd’hui un permis pour, primo : ouvrir un restaurant, un snack, une friterie, un débit de boisson, un café ou tout autre commerce où il y a possibilité de consommer sur place boisson ou nourriture, une boîte de nuit, un dancing, une salle de jeux, un lunapark, une salle de fêtes ou de charme, un commerce de nuit, des piepshow, des sex-shop, des carrés, un club privé, une wasserette, une station-service ou un commerce relatif à des véhicules motorisés, c’est dans la loi. Deuxièmement, dans les noyaux commerciaux, le changement d’utilisation même d’une partie d’immeuble de commerce principalement orienté vers la vente de biens meubles, en commerce principalement orienté vers la fourniture de services. Tout cela demande aussi un permis. Si j’ai bien saisi et pour résumer, on ne transforme pas du jour au lendemain une pâtisserie en snack ou en phone shop. Dans le noyau commerçant d’Helmet, les phones shop ont proliféré de telle manière qu’il est aujourd’hui plus facile de téléphoner malgré le nombre impressionnant de Gsm vendus chaque année, que d’acheter du pain, un jouet ou une pelote de laine. Le quartier d’Helmet n’est pas le seul dans cette situation. La grand-place de Bruxelles et la rue Dewand dont la presse a parlé début janvier mais aussi les alentours de la place Saint Josse ont vu la mixité des commerces se trouver en péril face à l’invasion de snacks et de phones shop. Les habitants du vieux quartier d’Helmet veulent que les pouvoirs publics vérifient le bien fondé de l’installation ou non de tel ou tel commerce et que les lois existantes soient appliquées. Il n’est pas question de dire qu’ils sont tous des mauvais et qu’ils n’ont pas respecté la loi. L’idée est qu’il faut un peu de tout et pas n’importe quoi. Je sais que les deux contrôleuses du service d’urbanisme ont beaucoup de travail et je crois qu’il y en a une en congé de maternité. Je ne sais pas si elle est remplacée ou non enfin j’espère. Je sais que leur tâche n’est pas simple. C’est un travail très ingrat. Il me paraît quand même primordial que ces vérifications se fassent. J’ai d’ailleurs noté en lisant la note de politique générale que le souci de l’Echevinat de l’urbanisme était l’information et la prévention pour éviter un maximum la répression. En effet, il vaut mieux prévenir que guérir. C’est pourquoi, je pense qu’il faut agir sans tarder. C’est terriblement plus injuste pour tous ceux qui travaillent en toute légalité de voir leur concurrent illicite impuni. Le quartier d’Helmet doit garder sa fonction première qui est d’être un pôle commerçant, un endroit agréable ou on trouve tout. Que pouvons-nous faire pour venir en aide ces deux contrôleuses ? D’autres instances peuvent-elles intervenir ? Est-ce que les APS du quartier, les stewards HSM, les commerçants de l’axe, les clients peuvent vous aider ? Comment ? Est-ce qu’il y a un numéro de téléphone comme au service propreté ou une infraction apparente pourrait être signalée en sachant qu’une suite sera donnée ? Evidemment, il est possible à tout le monde de déposer une plainte auprès de la Direction générale du Contrôle au Ministère des Affaires Economiques. Normalement, celle-ci devrait revenir dans quelques jours au mieux, quelques semaines, si tout va bien, quelques mois peut-être, plus tard vers le service urbanisme de la Commune ou bien vers la police dans d’autres cas. Pour gagner ce précieux temps, je voudrais comment vous travaillez aujourd’hui ? Combien de permis d’urbanisme pour changement de destination de commerce ou de transformation de façade ou autre ont été sollicité dans ce quartier ? Si vous pouviez un peu vérifier ce dossier. Quelles sont les mesures qui sont prises aujourd’hui quand une infraction à cet arrêté du 12 décembre 2002 a été constatée ? Ma dernière question est : quelle aide peut vous apporter tout citoyen qui constate une infraction en la matière ? Quelle suite pouvez-vous y réserver ? - M. Van Gorp : Pour répondre à Fabienne De Dyn, c’est vrai que nous partageons évidemment l’intérêt que Fabienne porte à ce quartier qui est un quartier historique et qui est quelque part l’âme de la Commune. C’est vrai que nous mettons beaucoup de cœur, beaucoup d’ouvrage et beaucoup de moyens pour faire en sorte que ce quartier puisse perdurer et puisse garder cette haute valeur historique dans notre Commune. C’est vrai aussi que nous sommes confrontés comme bien des loyaux commerçants à un moment donné à une concurrence des grandes surfaces et des shoppings. C’est vrai que nous remarquons petit à petit que des enseignes disparaissent et sont, comme tu viens de le souligner, remplacées par snacks ou des phones shop. Nous étions jusqu’ici très démunis par rapport à cette situation. Mais aujourd’hui, c’est vrai que la région permet aux communes d’avoir un outil. Il y a une jurisprudence rue Dewand comme tu l’as souligné ou la commune de Bruxelles a décidé d’empêcher l’ouverture de ce type de commerce car tout le monde le sait et on le voit, il y a évidemment une concurrence effrénée qui provoque évidemment la fermeture inopinée de ces commerces parce que bien entendu, ces commerces ne savent pas perdurer vu le manque de clients, vu, à un moment donné, l’énorme concurrence. Il y a évidemment un aspect d’une part qui concerne les classes moyennes mais il y a également un aspect qui concerne la police et qui concerne l’urbanisme. C’est vrai qu’au sein HSM, nous nous retrouvons réunis pour arriver à créer des synergies. Ce n’est pas toujours évident parce que les agendas des uns et des autres ne nous permettent pas d’être là systématiquement. L’urbanisme a des contrôleuses et des contrôleurs. A

57

28.01.2004 l’avenir, on va pouvoir profiter de cette jurisprudence pour faire en sorte que nous puissions réagir. Je vais céder la parole à notre Echevine de l’urbanisme qui pourra peut-être étayer mes propos et voir si nous pouvons, à l’avenir, faire en sorte que nous soyons plus vigilants et éviter, dans la mesure du possible, que certains types de commerce puissent s’installer. - Mme Smeysters : Je serai brève pour nous permettre rapidement de franchir la tempête et aller nous réchauffer. Pas besoin de tant de choses compliquées. Madame De Dyn, je n’ai eu aucune nouvelle de votre part ni une lettre de Monsieur Van Gorp. S’il y a des plaintes sur des commerces qui ont changé d’affectation, la première démarche n’est pas d’aller au Ministère mais c’est de le signaler au service dont vous avez le numéro. Si le service a été saisi de plaintes et n’y a pas donné suite, c’est aussi une information que je n’ai pas. Je pense que tout simplement, il suffit de procéder à cela et on agira dans la mesure de nos moyens. Il est évident que, malgré le manque de personnel, on place les plaintes en haut de la hiérarchie des contrôles et dans la mesure de nos moyens, on y répondra. - Mme De Dyn : Je trouve quand même que votre réponse est un peu courte. Un numéro, c’est tout. - Mme Smeysters : Vous connaissez très bien le procédé. Vous êtes parfaitement au courant. Je n’ai jamais eu de relations, de lettres, de courrier et mon service ne m’a pas parlé d’une plainte, d’une remarque ni de votre part, ni de la part des autres. - Mme De Dyn : Ce que je vous pose comme question c’est : quand un habitant constate quelque chose, quand un commerçant n’est pas content, qui appelle-t-il, y a-t-il quelque chose de spécial à faire ou bien on appelle juste l’urbanisme et on espère avoir quelqu’un qui va vous répondre ? C’est tout. Voilà ce que je vous demande. - Mme Smeysters : On peut aussi appeler le Conseil communal qui peut le signaler. On appelle, c’est enregistré et les contrôleurs y vont. Cela se passe tout le temps. Je ne sais pas pourquoi cela ne se passe pas là sauf si on ne nous le dit pas. - Mme De Dyn : Et bien vous allez recevoir la semaine prochaine un petit dossier. Je pense que si c’est cela qui vous satisfait, tant mieux. Si les commerçants, grâce à cela, sont satisfaits. Tant mieux car c’est cela le but de l’intervention. C’est que tout le monde soit satisfait. - M. Denys : En guise de complément, je voudrais attirer l’attention sur un événement qui sera organisé le 6 février. Vous êtes déjà informé mais peut-être que les autres pas tous encore. Cela concerne le fait qu’il y a pas mal de vitrines qui sont vides depuis assez longtemps. La commune organise une animation « Helmet Vedet ». C’est inauguré le 6 février. C’est pour faire décorer par des artistes locaux du quartier les vitrines vides depuis des semaines et des mois. C’est justement, pour mettre un peu d’animation dans le quartier que nous ne voulons pas laisser vides ces vitrines. C’est un programme qui est subsidié par la Communauté flamande. Je voudrais quand même que tout le monde soit au courant. C’est un élément qui est complémentaire aux efforts de Jean-Pierre Van Gorp et à Christine Smeysters pour que le quartier ne soit pas mort.

QUESTIONS ORALES -=- MONDELINGE VRAGEN Ordre du jour n°10 -=- Agenda nr 20 M. Grimberghs : Contrôle du part Reinte-Verte. De h. Grimberghs : Controle in het Koninginne/Groenpark - M. Grimberghs : Dans le cadre du contrat de quartier Reine Verte, la rénovation du parc Reine Verte est programmée, on a encore voté un point sur cette question tout à l’heure. Ce projet a fait l’objet de concertations avec les habitants, nous le savons. Un point néanmoins pose problème à ce stade ci. Aucune garantie existe qu’il y aura effectivement une présence permanente d’agents de surveillance dans ce parc et que l’on pourra assurer que ce parc en intérieur d’îlot ne provoquera pas d’intrusion dans les immeubles situés dans cet îlot. Je voudrais donc que le Collège précise, à heure et à temps, c’est-à-dire avant qu’on ne procède aux travaux et éventuellement aux aménagements en fonction de ce problème de l’utilisation du parc et de sa surveillance. Je pense que la situation est connue du Collège mais je voudrais quelles mesures on peut aujourd’hui annoncer aux habitants avant qu’il ne soit trop tard et qu’on puisse voir, comme on l’a vu à Rasquinet, et que la mise en œuvre d’un parc biplan à l’intérieur d’îlot pose des problèmes. - Mme Smeysters : Cette question nous tient fort à cœur et nous en avons longuement débattu dans le processus participatif quia mené à l’élaboration du parc. Il y a déjà dans les aménagements des mesures qui ont été prises notamment la construction d’un double mur c’est-à-dire un mur écarté du mur mitoyen avec une zone accessible par une petite porte pour l’entretien de cette zone tampon. Dans le haut du parc, il est prévu un bassin d’eau qui devrait également faire une frontière entre les

58

28.01.2004 murs riverains des jardins voisins. Le parc sera fermé la nuit et ne sera pas accessible à ces heures de faible fréquentation. Ceci dit, aujourd’hui, les mesures de gestion futures n’ont pas encore été arrêtées. La mission, la mienne et celle de Renovas, normalement s’arrête à la création du parc. Vous pensez bien que l’on a déjà longuement réfléchi à la question. Il y a une étude d’opportunité qui a été réalisée sur l’implantation du service horeca qui devrait contribuer à réguler et à contrôler l’usage du parc. Nous avons également effectué un inventaire complet des besoins globaux en matière de gestion, que ce soit de la gestion par les espaces verts, la surveillance, les horaires, l’entretien. Ce dossier chiffré a déjà été évalué par l’IBGE et le bureau d’études. Il est entre les mains du service de plantation et des espaces verts. Dès qu’on l’aura de retour, il sera soumis au Collège. Là, je me tournerai vers le Bourgmestre et l’Echevin Van Gorp car pour la question des gardiens de parc ou de la surveillance policière ou des moyens à mettre en œuvre après le contrat de quartier est une question importante sur laquelle nous avons encore un an et demi ou deux ans pour vraiment mettre au point une solution vu que les travaux commenceront cet automne et mettront minimum un an, un an et demi. On devra encore protéger les plantations pour qu’elles ne soient pas tout de suite piétinées par l’afflux des visiteurs. - M. le Bourgmestre : La conception du parc a intégré les questions de sécurité. Premier gage. L’utilisation du parc avec la présence à l’intérieur d’un équipement collectif style horeca devrait permettre un meilleur contrôle social et cela fait partie de la conception du parc. C’est très important que cet horeca fonctionne bien parce que le contrôle social naturel jouera un rôle en terme de sécurité même s’il ne résout pas tout. Troisièmement, ce parc sera gardienné. Nous devrons repenser les tournées et les affectations des gardiens de parc au moment de son ouverture. Quatrièmement, il sera évidemment fermé à des heures raisonnables comme celles que nous appliquons à nos parcs. Pour nos parcs, nous venons pour Rasquinet, de décider d’anticiper un petit peu la fermeture parce que nous avions un effet de report des parcs de Saint-Josse qui étaient fermés plus tôt que les nôtres sur notre parc Rasquinet, ce qui posait des problèmes. Nous sommes attentifs à la situation sur le terrain. Enfin, la décentralisation qui se poursuit de la police, fera que, j’espère qu’au moment où nous ouvrirons ce parc, nous aurons un commissariat supplémentaire au cœur de la commune, donc à plus grande proximité de ce parc pour assurer les interventions policières qui devront, dans certains cas, être assurées puisque c’est le rôle de la police. - Mme Essaïdi : C’est un des quartiers où le dispositif "éducateurs de rue" devra être développé. Actuellement, nous avons un seul éducateur qui travaille à l'intérieur de la maison de quartier "Le 58". Comme des moyens sont arrivés, nous remplacerons le dispositif "éducateurs de rue" dans ce quartier. Ceci est un élément supplémentaire. Ordre du jour n°21 -=- Agenda nr 21 M. Grimberghs : Conséquences du réaménagement du tronçon Latinis-Gilisquet De h. Grimberghs : Gevolgen van de heraanleg van het Latinis-Gilisquetgedeelte - M. Grimberghs : Par rapport à la précédente, Monsieur le Bourgmestre, la seule chose que je voulais dire, c’est que j’entends sur vos réponses qu’un certain nombre de choses sont prévues. J’attire l’attention parce que cela n’a pas été le cas précédemment sur l’importance de mettre en œuvre ces dispositifs dès le démarrage du parc. On a mis deux ans avant de trouver un occupant à Rasquinet pour une salle, cinq ans pour l’autre. Ce qui est beaucoup trop évidemment. C’est pas au début que cela se passe. - M. le Bourgmestre : nous apprenons des erreurs du passé. M. Grimberghs : J’en viens à l’aménagement du tronçon Latinis/Gilisquet. L’aménagement de l’avenue Latinis et de l’avenue Gillisquet qui la sépare du boulevard Wahis n’est pas sans poser quelques problèmes aux riverains et en particulier aux commerçants. Ainsi l’aménagement de la piste cyclable d’une part et de la bande réservée pour les bus dans le sens Gillisquet/Lambermont aboutit à la suppression de toutes les places de parking devant les immeubles et commerces côté impair de l’avenue Latinis. En particulier pour les commerces situés de ce côté-là de la rue, aucune aire de stationnement n’a été prévue, pas même pour assurer les livraisons. Les riverains se sont manifestés en vous adressant une pétition début de ce mois. Je souhaiterais savoir quelle est la réaction du Collège face à cette pétition. Je m’interroge sur les mesures qui sont prises pour assurer l’information des personnes concernées lorsqu’il y a des réaménagements majeurs de l’espace public qui peuvent avoir des implications sur des activités commerciales. Manifestement, le simple affichage ne suffit pas dans ce cas pour attirer l’attention d’un public qui, à bon droit, peut croire qu’il s’agit seulement d’une réfection de la voirie et non d’un réaménagement plus important de l’espace public et a des conséquences directement sur l’activité des commerces et sur la vie des riverains. Comme je ne suis

59

28.01.2004 pas sûr que j’aurai le droit de rajouter dans la réponse à votre question quelque chose que le président a l’air de trouver que ce n’est plus comme cela que cela se passe, je voudrais dire que je pense qu’il faut trouver des solutions aux problèmes qui sont posés. En l’occurrence, il doit y avoir moyen d’améliorer la situation. Très sincèrement, j’ai été plusieurs fois sur place. Je pense qu’il doit y avoir moyen d’améliorer. On peut regretter de penser à cela après que les travaux aient été effectués et en particulier que l’on trouve des possibilités de parking complémentaire dans la zone de la gare Josaphat. Encore faudrait-il, dans ce cas là éclairer les lieux. Le paradoxe, c’est que ces zones de parking en recul près de la gare Josaphat ne sont pas éclairées et sont vraiment coupe-gorge.

- Mme Smeysters : Tout d’abord, la pétition, je n’étais pas au courant. C’est donc votre question orale qui m’en a informé. J’ai dû faire des recherches et on a obtenu en début de semaine. Là, il y a certainement quelque chose encore à améliorer dans la transmission des pétitions au sein de la Commune. Ceci dit, par rapport au processus d’information, c’était une des premières enquêtes publiques d’envergure au début de cette majorité ci puisque l’enquête publique a eu lieu du 5 mars à début avril 2001. Nous avons d’emblée estimé qu’il ne suffisait pas de mettre une affiche rouge. Dans toutes les affiches, sur tous les carrefours importants, on a fait ajouter ceci qui a été mis en dessous de l’affiche rouge avec un petit panneau stop qui attirait l’attention et qui décrivait les carrefours en jeu dont celui-ci. A chaque carrefour, on précisait voici ce qui se passe dans votre carrefour avec le plan des aménagements tel qu’il a été réalisé. Cela a suscité énormément de participation. Nous avons reçu 163 avis individuels en grande majorité globalement positifs puisque c’étaient 136 avis positifs et 27 négatifs exprimant des critiques locales. Nous avons aussi eu des pétitions d’une centaine de signatures, une plutôt positive globalement pour tout l’aménagement d’itinéraires cyclables et l’autre négative. C’est un aménagement régional pour les itinéraires cyclables régionaux. Il est donc normal qu’il y ait des pistes cyclables. Ceci dit, suite à la commission de concertation qui s’est tenue fort sereinement malgré le nombre de personnes le 23 avril 2001, plusieurs commerçants nous ont exprimé leurs doléances par rapport aux parkings pour la clientèle ou bien aux zones de livraison. Nous avons, en conséquence, renégocié avec la région des aménagements des plans. C’est ainsi qu’ont été créées deux zones de livraison à hauteur du rond-point. Elles ont été remaniées et discutées avec eux longuement par mon collaborateur à l’époque. Je n’ai pas eu à cette époque de plaintes et mon attention n’a pas été attirée par rapport à la bande bus. Comme vous le faites remarquer vous-même, d’abord au niveau du nombre de places de parking perdues suite à votre question, le service est allé sur place et a fait vraiment un mesurage. Il y a en tout et pour tout, si on compte les places supprimées par la bande bus, mais celles qui ont été ajoutées par le parking en épis et aussi deux places ajoutées dans la zone de l’entrée du site Josaphat, il y a maximum huit places de parking qui auront été perdues en échange de cet aménagement qui amène quand même une sécurisation et un bien-être dans le quartier. Les pistes de solutions. Vous en avez cité une, c’est augmenter les places à l’entrée du site Josaphat mais il y a aussi un meilleur respect des zones actuelles de stationnement livraison. La police a dessein, d’y apposer des panneaux d’interdiction de stationner mais pas de s’arrêter pour permettre un arrêt ponctuel pour une petite course rapide. Ceci dit, ces places de stationnement sont très souvent squattées par les commerçants eux-mêmes. C’est aussi une amélioration qu’on peut amener. On peut envisager l’installation d’horodateurs au niveau du stationnement en épis. Si cela gagnera une rotation pour la clientèle, est-ce que ce sera utile pour les riverains. Le groupe de travail mobilité s’est penché là-dessus pour essayer de trouver des solutions. Nous vous en tiendrons informés mais certainement, augmenter un petit peu le parking dans l’entrée du site Josaphat est une solution. Je vais voir avec la police quelles sont les solutions d’arrêt temporaire légales par rapport à un arrêt de bus qui se trouve juste devant l’un ou l’autre commerce. Odre du jour n°22 -=- Agenda nr 22 M. Grimberghs : Délivrance du permis d’urbanisme pour la réalisation du tunnel SchumanJosaphat. De h. Grimberghs : Afgifte van de stedenbouwkundige vergunning voor de SchumanJosafattunnel - M. Grimberghs : Monsieur le Bourgmestre, j’imagine que vous ne trouvez pas que ce sera un problème peu important dans le cadre de la saga du permis d’urbanisme du tunnel Schumann/Josaphat. Après de longues tergiversations et de nombreux temps morts, le gouvernement bruxellois a discrètement accordé le permis d’urbanisme pour la réalisation du tunnel

60

28.01.2004 Schumann/Josaphat le 5 décembre dernier. A ma connaissance, ce permis vous a été notifié à la fin du mois de décembre. Je souhaite savoir quelle est la position du Collège par rapport au terme du permis tel qu’il a été délivré in fine. Je rappelle que la Commune de Schaerbeek s’est associée à la ville de Bruxelles pour aller en recours devant le Collège d’urbanisme contre le permis délivré initialement par l’Administration régionale. Ce recours était fondé sur différents aspects du permis qui ne rencontrait pas les conditions qui ont été fixées au moment de la délivrance du certificat d’urbanisme sur base de l’étude d’incidence. A ce jour, toutes ces conditions sont-elles remplies ? Je pense en particulier à trois points : les conditions environnementales pour la partie à ciel ouvert du projet, la problématique de la localisation de la halte Josaphat, la commande du matériel roulant de type RER. Je voudrais également rappeler que très régulièrement j’ai insisté sur les délais pour la réalisation du chantier et sur les garanties à obtenir à cet égard. Sur tous ces points, je souhaiterais savoir si le Collège considère qu’il a obtenu des avancées suite au recours qu’il a introduit ou s’il envisage cette fois encore d’introduire un recours juridictionnel cette fois devant le Conseil d’Etat pour l’annulation du permis ? Les délais étant ce qu’ils sont, je pense qu’il est capital que le Conseil communal soit dûment informé de l’évolution de ce dossier le plus vite possible. - Mme Smeysters : Comme vous l’avez dit, le permis nous a été notifié fin décembre. Nous avons deux mois pour introduire un recours. Le Collège, dans un premier temps s’est penché sur ce permis et a demandé d’abord des documents complémentaires qui ne nous ont pas été transmis et ensuite a demandé au service de faire la liste des points acquis, des demandes rencontrées partiellement ou non rencontrées. C’est le 10 février que le service d’urbanisme présentera l’analyse au Collège avec cette liste. J’ai demandé le brouillon pour déjà vous donner une idée de l’analyse par le service de l’arrêté du gouvernement qui délivre le permis. Par rapport aux trois conditions sur lesquelles vous nous attirez notre attention, les conditions environnementales pour la partie à ciel ouvert du projet, ce tronçon qui est situé entre la chaussée de Louvain et Josaphat, on demandait de respecter les mêmes normes de bruit et critères de vibration pour ce tronçon que pour les autres tronçons à ciel ouvert. L’arrêté du gouvernement dit que la condition environnementale impose les mêmes limites vibratoires. A ce niveau-là, c’est acquis. Le permis s’est accompagné de deux plans supplémentaires pour ériger des murs anti-bruit sur ce tronçon. A priori, on peut dire que c’est rencontré. La problématique de la localisation de la halte Josaphat n’est pas évoquée dans le permis. Je pense qu’elle a été reprise dans nos recommandations au gouvernement par rapport à l’arrêté sur la zir Josaphat. On a une certitude qu’on aura là une gare RER. Quant à son implantation directe, je ne connais pas le teneur de cet arrêté, s’il est déjà sorti ou non. Ensuite, pour la commande du matériel roulant - M. le Bourgmestre : assez proche du boulevard. La gare RER devrait être implantée dans l’arrêté du gouvernement, en tout cas puisque invitant la commune a faire un PPAS. Donc, à nous de voir si cela correspond. Relativement au milieu, pas directement sur le boulevard. Ils viseraient aussi à déplacer, reculer la halte qui est sur Evere vers la campagne. Il y a une halte sur Evere vers la campagne. - Mme Smeysters : Dans les grandes lignes concernant le troisième point qui a attiré votre attention à la commande du matériel roulant de type RER. L’arrêté du gouvernement nous fait une liste détaillée de mesure de concrétisation de la mise en œuvre du REF. Cette liste, je vous la soumettrai dès que je l’aurai en version définitive. Enfin, en gros, nous avions évidement et surtout une série de demandes en faveur des riverains notamment par rapport aux estimations des mesures vibratoires avant, pendant. A ce niveau là, on a des acquis. On a également un engagement ferme que toutes les conventions ne seront pas opposables et que l’entièreté du permis sera exécutée une fois entamé. Pour ce qui est du chantier, nous n’avons pas de garantie sur le chantier. Nous serons particulièrement vigilants si nous n’allons pas en recours et si le permis se met en œuvre à délivrer un permis de chantier le plus exigeant possible. C’est préjuger de la décision que le Collège prendra quand nous aurons le document définitif qui sera présenté le 10 février. Voilà. Ordre du jour n°22/2 -=- Agenda nr 22/2 M. El Khattabi : Organisation des abattages de moutons pour la fête du sacrifice dans la commune. De h. El Khattabi : Organiseren, in de gemeente, van het slachten van schapen voor het offerfeest - M. El Khattabi : Vous imaginez bien quelle est ma question. C’est simplement, étant donné que ces derniers temps nous avons eu beaucoup d’informations, parfois contradictoires, sur le sujet et des déclarations dans la presse dont les vôtres d’ailleurs, Monsieur le Président,et des dirigeants des lieux

61

28.01.2004 de cultes sur Schaerbeek sur la question. Je voudrai savoir où en sommes nous ?. J’ai appris une nouvelle, je ne sais pas si elle est conforme à la vérité, peut-être qu’on n’aurait pas de containers dans la Commune pour le ramassage des déchets. Tout cela, pour l’instant, c’est dans les couloirs qu’on les entend. J’aimerais aussi savoir quelles ont été les discussions qui ont eu lieu et avec qui ? Quel est le travail qui a été fait par les différents Echevins? Vous pouvez penser, entre autres, à l’Echevine de l’Intégration et de la Solidarité et de la Prévention. Surtout, ce qui est difficile à comprendre comme je le disais d’ailleurs pour le financement des cultes, c’est que c’est un sujet qui revient chaque année sur la table avec toujours les mêmes problématiques d’organisation. On ne sait pas chez qui on doit se tourner. Ici, qu’on soit bien conscient, je ne parle absolument pas du tout ce qui relève du rituel mais simplement de l’organisation en tant que telle, un travail qui relève de la Commune. Pour faire court, qu’est-ce qui s’est passé ? Qu’est-ce qui est prévu pour dimanche ?

Ordre du jour n°22/3 -=- Agenda nr 22/3 M. Ozkara : Installation de sites temporaires d'abattage pour la fête du sacrifice De h. Ozkara : Instellen van tijdelijke slachtruimten voor het offerfeest - Mme Bouarfa : Merci d’avoir accepté que je puisse intervenir. Une fois n’est pas coutume à la place de mon collègue qui est souffrant. Les socialistes ont toujours été de fervents défenseurs de la laïcité de l’Etat et des institutions publiques qu’elles soient européennes, fédérales, régionales, communautaires ou communales. Mais être laïc, ce n’est pas être intolérant. Au contraire, un Etat laïc doit pouvoir garantir à chaque citoyen de vivre librement ses convictions religieuses et philosophiques. Restituer dans ce contexte du respect mutuel cette intervention nous semblait important afin de prévenir toutes déclarations poujadistes, que nous avons déjà connues sur ce thème, et qui ne peuvent se lire que sur le mode de l’intolérance la plus primaire. Aujourd’hui, Schaerbeek est devenue, n’e déplaise à certains, une commune au caractère interculturel fort. Elle est devenue un permanent riche de rencontres culturelles, philosophiques et religieuses. Chacun doit donc pouvoir librement se loger, exercer son métier, vivre sa culture et pratiquer sa religion. Pour ce qui concerne la fête du sacrifice, qui est une fête importante de la religion musulmane, près de six mille cinq cents moutons ont été sacrifiés en 2003 alors que la Commune avait procédé à l’installation d’un abattoir temporaire où n’ont été sacrifiés qu’environ deux cent cinquante moutons. Dans le budget 2004, se trouvent inscrits 2 500 euros (deux mille cinq cents) qui devraient être versés à des responsables de la religion musulmane pour veiller à l’installation d’abattoirs temporaires. Dans les pages bruxelloises d’un quotidien fort lu, le Ministre régional en charge de la propreté publique a déclaré que la loi fédérale imposait aux communes, et non à la Région, l’installation d’abattoirs temporaires. L’abattage de six mille cinq cents moutons, comme le ramassage des carcasses, pose quand même des questions de santé publique qu’il ne faut pas éviter d’autant plus que, selon les chiffres de 2003, la grande majorité des abattages se sont produits dans la clandestinité. Avec deux mille cinq cents euros pour environ six mille cinq cents abattages, cela fait moins de quarante centimes par bête abattue. Aussi, je vous saurais gré, Monsieur l’Echevin, de bien vouloir me fournir les informations suivantes : Un : partagez-vous l’avis du Ministre régional de la propreté publique qui a déclaré que c’est aux Communes qu’incombe légalement l’obligation de mettre sur pied des abattoirs temporaires et que la Région n’est en rien tenue de le faire ? Deux : quelle politique active allez-vous mettre en place pour éviter les abattages clandestins et garantir des bonnes conditions d’hygiène en installant des abattoirs temporaires en suffisance ? Trois : Pensez-vous que le budget de deux mille cinq cents euros est un budget suffisant non seulement pour assurer le bon déroulement de cette fête pour tous les musulmans qui la pratiquent, mais aussi pour l’ensemble des Schaerbeekois pour lesquels la commune se doit de prendre des mesures efficientes dans le domaine de la santé publique. Quatre : Est-ce qu’il ressort, selon vous, d’une bonne politique que de confier la mise en place de tout ce processus à des personnes issues de la société civile, alors qu’il s’agit d’une obligation légale qui pèse sur les épaules de la Commune ? Cinq : pouvez-vous, enfin, me faire savoir, dans l’hypothèse où ne seraient pas mis en place d’abattoirs temporaires en suffisance, quelle serait la responsabilité civile et/ou pénale de la commune dans l’hypothèse où une ou plusieurs personnes seraient contaminées par l’ingurgitation d’une viande avariée provenant d’un mouton qui aurait été abattu à l’occasion de cette fête. Je vous remercie pour les réponses que vous voudrez bien me donner.

62

28.01.2004 - M. le Bourgmestre : La position de la commune est la suivante. La Commune souhaite qu’il puisse y avoir des lieux d’abattage en nombre suffisants pour les personnes qui souhaitent vivre cette fête du sacrifice dans le cadre de cette tradition qui est d’égorger un mouton. Tous les musulmans ne le vivent pas de cette manière là. Le prescrit musulman rituel prévoit plusieurs manières de vivre cette fête et ce n’est pas la seule manière de vivre cette fête. Je connais de nombreux musulmans qui ne vivent pas cette fête de la même manière tout en s’estimant bon musulman et en faisant pleinement ce qu’ils doivent faire. C’est une fête de partage, c’est une fête ou l’on donne à ceux qui n’ont pas les moyens. Il y a l’exécutif des musulmans lui-même qui recommande un don en espèces à des œuvres caritatives, etc. L’ensemble des musulmans de Schaerbeek ne sacrifie pas ce jour là. Pour ceux qui le souhaitent, nous souhaitons évidemment qu’ils le fassent dans de bonnes conditions, dans un cadre légal - ce n’est pas la loi pour le plaisir de la loi – parce que la loi organise des conditions qui garantissent la bonne hygiène de l’abattage et la bonne récupération des déchets qui, sinon, se retrouvent dans la nature, dans les égouts, en d’autres lieux et sont eux-mêmes porteurs de germes. Cependant, la Commune estime que s’agissant d’un rite religieux dans le respect du principe de séparation entre le religieux et le civil qui est un principe fondateur de la société belge, c’est une tâche qui incombe aux religieux, qui est de leur pleine responsabilité. Je pense qu’ils sont pleinement capables de le faire. Ce n’est pas une tâche qui incombe aux pouvoirs publics communaux. La meilleure preuve en est que la plus grande partie des musulmans qui souhaitent sacrifier un mouton ou consommer un mouton, s’adresse tout naturellement à des abattoirs privés. Il y en a tout plein en Belgique, il y en a Anderlecht, le seul en région bruxelloise mais il y en a à Londerzeel, à Mechelen, à Namur et à plein d’autres endroits encore. Il y a plein d’autres abattoirs privés où les Schaerbeekois vont, réservent une place, abattent leur mouton rituellement dans un lieu parfaitement organisé, hygiénique. C’est une excellente solution. D’autres Schaerbeekois très nombreux s’adressent à leur boucher. J’ai compté environ une quinzaine de boucheries marocaines (je n’ai pas regardé les turques) sur Schaerbeek. Je n’ai pas fait un sondage intégral chez tous les bouchers mais je suis allé parler avec certains d’entre eux qui m’ont qu’ils avaient des clients, des gens du quartier qui me commandent un, deux moutons. Les uns m’ont dit qu’ils avaient vingt-cinq commandes, l’autre trentesix. Cette quinzaine de bouchers satisfont déjà près de mille moutons. C’est une filière absolument normale, hygiénique, organisée qui suit la filière économique, une filière parfaitement convenable et qui permet à beaucoup de familles de trouver une solution par rapport à cette tradition qu’ils veulent vivre et que nous respectons totalement dans l’Etat laïc que nous sommes. C’est une fête religieuse tout à fait honorable. Ce n’est donc pas nécessairement le rôle de la Commune que de rentrer dans l’organisation d’une fête religieuse. Par contre, le rôle du pouvoir civil est d’assurer la propreté publique et de jouer un rôle dans la récupération des déchets. Il doit jouer un rôle dans l’accompagnement d’activités humaines, de fêtes. S’il y a une grande fête sur le territoire de la commune organisée par quelqu’un et que cette fête entraîne un attroupement, il est évident que la Commune prend les mesures d’accompagnement. Elle met le personnel à disposition, des policiers s’il le faut, s’il faut barrer la rue, d’encadrement avec le service prévention qui vient donner un coup de main. La commune est prête à venir en appui s’il y a une communauté importante de la commune qui décide de vivre un événement qui lui est propre. Cet événement n’est pas un événement civil, c’est un événement religieux et son organisation doit relever du religieux. C’est la raison pour laquelle nous avons souhaité qu’il soit pris en charge par les religieux donc par les mosquées. Nous avons contacté et invité l’ensemble des mosquées à réfléchir là-dessus. Avant cela, je voudrais quand même faire un petit mot d’explication encore sur les différences entre cette année-ci et l’année passée. Cette année ci, Bruxelles propreté qui joue un rôle de coordination au niveau régional a modifié ses pratiques vues notamment les difficultés en collecte de déchets et en organisation d’abattage de l’année passée où chaque commune faisait une série de choses dans son coin. Bruxelles propreté a voulu, pour offrir un meilleur service, regrouper sur le territoire de la région bruxelloise, quatre grands sites de collecte de déchets. Elle a interdit que les sites de collecte des déchets soient encore en voierie publique comme c’était le cas à Schaerbeek l’année passée où la collecte des déchets avait lieu le premier jour au milieu de l’avenue Voltaire. Il y a eu des problèmes de sacs qui n’étaient pas mis dans les containers parce que les gens étaient un peu pressés et les déposaient sur les trottoirs, de sacs qui coulaient, de sang qui coulait dans l’égout et des difficultés pour bloquer la circulation et permettre aux containers d’être chargés sur les camions et de partir à temps et à heure. La multiplicité des sites a compliqué la tâche des camions de Bruxelles Propreté. Dès qu’il y avait un retard à un endroit, les camions étaient en retard un peu partout et partout les containers étaient trop pleins. Cela a été très compliqué en terme d’organisation. Bruxelles Propreté a donc choisi de n’avoir que quatre grands sites en région bruxelloise pour la collecte des déchets et quatre grands sites pour l’abattage et inviter les communes à proposer des sites. Schaerbeek n’avait qu’un seul site pour les deux : la rue Waelhem et Bruxelles Propreté a dit : votre site convient très bien pour un site de collecte. On fera donc un site de collecte pour Schaerbeek Evere Saint-Josse pour toute une série de communes environnantes. Bruxelles

63

28.01.2004 Propreté a dit que c’était un site de collecte le jour même. On ne sait donc plus faire l’abattage sur le même site. Nous pensions au début, de bonne foi, que les sites d’abattage organisé dans cette coordination générale sur d’autres communes pourraient être accessibles à tous les musulmans qui voulaient y souscrire. Ce n’est que début janvier qu’on a compris que, vu la rareté des places dans ces sites, chacune des communes qui les organisaient les a fermés à leurs seuls ressortissants ou à ceux d’une commune voisines avec lesquels ils avaient décidé de partager les frais. Quand nous avons pris contact avec la ville de Bruxelles, notamment, on nous a dit qu’il n’y avait plus de places. Ainsi pour toutes les communes. Or, je comprends qu’il y ait un problème pour une série de familles. Nous avons souhaité qu’il y ait, sur le territoire de la commune, un site. Nous avons entamé un dialogue avec les mosquées. Toutes les moquées de Schaerbeek ont été invitées à une première réunion. Seules les mosquées marocaines sont venues et ont continué le débat avec nous. Les mosquées turques ne se sont pas montrées intéressées, les moquées albanaises non plus. Sans doute, vivent-ils la pratique très différemment. Je crois que les Turcs s’organisent beaucoup plus en allant à l’extérieur, dans les campagnes, dans les petites villes, dans les abattoirs des petites villes en périphérie flamande et ailleurs. Je peux le constater sur base d’autres informations que j’ai pu recueillir. Chaque communauté vit cela de manière différente. Nous avons recherché des sites. Un site qui a pu être proposé grâce à l’intervention de plusieurs mandataires communaux qui ont aidé les mosquées à trouver ce site qui le site de l’ancien abattoir de volaille rue Navez qui pose des problèmes parce qu’il n’est pas aussi confortable et aussi grand que l’on souhaiterait qu’il soit. Les mosquées, au départ, ont été assez difficiles, n’ont pas accepté ce site. Maintenant, depuis ce lundi seulement, une des quatre mosquées marocaines a décidé de jouer le jeu et d’organiser là un site d’abattage. Pas les quatre mosquées parce qu’elles avaient des attitudes différentes exigeant que ce soit la Commune qui le fasse plutôt que les mosquées. Maintenant, tout est mis en œuvre depuis lundi soir et ce mardi matin, c’est un peu la course. Le service travaux va de réunion en réunion, ma collaboratrice également, la police, le service prévention, le service des cultes pour permettre qu’il y ait un abattoir pour environ quatre-vingt moutons ce dimanche. Je dois vous dire aussi que le Collège a tout de suite compris la demande des mosquées de leur permettre d’avoir quelques moyens pour organiser cet abattage. Le Collège, dans l’esprit de tolérance dont vous parliez tout à l'heure, a tout à fait décidé d’accorder ces moyens. Ce sont des moyens matériels, des barrières Nadar, du matériel du service travaux qui a servi l’année passée, des moyens humains comme le personnel policier, le personnel des travaux, le personnel du service prévention seront présents ce jour là ainsi que des moyens financiers pour leur permettre d’intervenir dans la différence entre le montant que payeront les habitants qui iront à cet abattoir et le coût de l’abattage. Il faut quand même reconnaître que cela signifie que la Commune va subventionner. Les quatre-vingt familles qui iront dans cet abattoir là sans subventionner toutes les autres familles qui sont organisées pour aller à l’abattoir de Londerzeel ou de Namur ou d’Anderlecht où les gens sont invité à payer le prix plein. Toutes les familles qui passent chez le boucher assument l’entièreté des coûts et paient leur boucher. Là, il y a une question. S’agissant d’un rite sacrificiel, rituel religieux, il n’est clairement pas de tradition que ce soit le pouvoir civil, la Commune qui prenne en charge cela parce que sinon, on va au devant de demandes similaires des autres cultes. Demain, je vais avoir le curé de je ne sais quelle église qui va me demander de payer la chorale pour la messe de minuit ou les juifs vont demander qu’on finance la circoncision. Ce sont dans leur religion, chaque religion décidera du rite qui est pour elle un rite important pour lequel elle souhaitera une intervention publique pour l’aider à organiser ce rite. Il est de tradition et c’est même dans la loi qu’il y ait une séparation entre le civil et le religieux. Il appartient au religieux d’organiser ce qui relève de son rite religieux, de la manière dont chaque musulman le vit et tous les musulmans ne le vivent pas de la même manière. Il appartient au civil d’organiser ce qui est de notre compétence à savoir la propreté publique. Je voudrais aussi corriger quelques-uns des chiffres que Madame Bouarfa a cités dans la note qu’elle a lue qui avait été écrite pour ou par Monsieur Ozkara. Il ne s’agit pas de six mille cinq cents moutons sacrifiés dans Schaerbeek mais d’environ trois mille. En terme de peaux récoltées sur Schaerbeek, cela faisait environ trois mille. Il ne s’agissait pas de deux cent cinquante moutons sacrifiés sur le site schaerbeekois mais de cent trente huit. L’année d’avant, c’était pratiquement le même chiffre. Ce sont cent quarante familles qui n’ont pas trouvé de solutions dans les filières organisées, c’est cela que cela veut dire. Enfin, ce ne sont pas deux mille cinq cents euros qui ont été inscrits au budget communal mais trois mille cinq cents euros. Nous sommes en discussion avec les mosquées mais c’est vraiment l’urgence, on devra peutêtre augmenter légèrement de quelques centaines d’euros ce crédit en modification budgétaire. Je suis heureux de vous dire qu’une mosquée a décidé d’organiser un petit site d’abattage de quatrevingt moutons à la rue Navez. Soyons claire, ne le crions pas sur tous les toits parce que cette mosquée va s’occuper de distribuer les tickets aux gens qui sont dans cette mosquée là et très vite cet abattoir sera plein. Il ne s’agit pas de dire que c’est un abattoir ouvert à quiconque débarque dimanche matin 1er février juste à la sortie de la prière à 9 heures du matin. Il n’y aura pas quelqu’un qui égorge son mouton. Pour des questions d’organisation, il faut réserver, il faut arriver à l’heure, il

64

28.01.2004 faut un ticket. C’est la même chose si on va à l’abattoir d’Anderlecht, à Londerzeel, chez son boucher. Il y a des règles d’organisation à respecter. Il y a des contraintes physiques dont il faut tenir compte. - Mme Essaïdi : Pour compléter l’information, la distribution de tickets pourra se faire tant pour les fidèles de cette mosquée que pour l’ensemble du quartier. Il faut dire que les personnes qui recevront le ticket seront les plus nécessiteux. Par exemple les veuves ou les personnes âgées etc. Des critères de sélection se feront. Ce que je retiens de cet événement, c’est que nous avons entamé un dialogue et un travail a été démarré avec les mosquées. Je pense qu’au lendemain de la fête, il faut continuer et poursuivre notre réflexion pour qu’on puisse aboutir l’année prochaine à une organisation dans de meilleures conditions. Je pense que la recherche du consensus est la chose la plu difficile qui soit. Elle a eu lieu grâce à l’investissement de l’ensemble des personnes qui ont participé à ce travail là. Voilà ce que je voulais dire. Aussi rappeler que ce moment là est un moment de fête et de partage. Moi dimanche, je serai là présente. - M. El Khattabi : Je voudrais rebondir sur ce que vous venez de dire. Je suis bien d’accord avec vous mais cela rejoint un peu ce que j’ai dit tout à l’heure lors de mon intervention. Je suis totalement d’accord que ce n’est pas le rôle d’une commune de s’occuper de l’organisation d’un rituel de culte. Ici, nous parlons de palliatif face à un problème puisque les cultes ne sont pas financés ils n’ont pas les moyens de s’en occuper. Je ne crois pas que, malgré toute la bonne volonté du monde, que les trois mille cinq cents euros pourraient y changer quelque chose. C’est encore le même problème. Le financement du culte musulman. Quand le financement aura lieu, clairement, cela relèvera de l’organe chef de culte qui devra assumer ses responsabilités par rapport à l’organisation de ce culte. La question, je crois d’ailleurs qu’on l’aborde assez mal, mais elle reste fondamentale sinon le débat sur cette question ou d’autres reviendront encore chaque année. Merci - M. Noël : Je crois qu’effectivement, il y a le problème du financement. Nous souhaitons tous une évolution dans le financement des cultes en ce compris le culte musulman. Je pense aussi qu’il faudra avoir le courage et la volonté d’avoir une réflexion complète sur la manière d’organiser cette fête qui est une fête importante. Dans les discussions que nous avons eues et sans agressivité avec personne, des questions ont été posées. Par exemple, si vous connaissez le fonctionnement de la fête, vous savez que le sacrifice commence juste après une prière spéciale. A la Mecque, ce sacrifice dure trois jours. Cela pose évidemment nettement moins de problèmes d’espace d’accueil qu'ici. Il est évident qu’on aura moins besoin d’importants infrastructures si l’usage courant pour celles et ceux qui veulent encore réellement sacrifier eux-mêmes leur bête évolue vers les trois jours. De même l’appel à des abattoirs professionnels qui de toute façon, en terme d’hygiène et d’organisation toujours mieux que ce que l’on montera de manière temporaire à un moment déterminé. Vraiment, je pense que, comme ma collègue l’a dit tout à l’heure, on a entamé aujourd’hui un débat. C’est un débat qui doit être un débat assez profond, qui doit non seulement permettre à chacun de respecter son culte et ses traditions mais également d’évoluer dans le sens de ce qu’impose la vie en ville. - M. El Khattabi : Il est légitimité et compréhensif que les gens veillent le faire le premier jour parce que justement c’est un rituel. Vous comprendrez qu’il vaut mieux faire la fête avec les autres que d’attendre le troisième jour quand la fête est passée pour se décider à le faire. Mais, par exemple, tous ceux qui ont des obligations professionnelles et qui ne peuvent pas s’absenter ce jour là pour, le feront le deuxième ou le troisième jour. - M. Noël: Je ne trahirai pas un secret en te disant que, dans la discussion que nous avons eue avec les mosquées, une personne des mosquées nous a dit : pour aller sur trois jours, il nous faudrait une autorité religieuse qui prenne position en cette faveur là pour nous ici à Bruxelles. C’est un débat qu’on a eu. - Mme Bouarfa : Effectivement, la fête du mouton, je ne crois pas que ce soit une obligation. Je peux vous donner un exemple à un moment donné où il y a eu un problème d’aridité au Maroc ou de sécheresse. Le Roi du Maroc avait pendant deux ans lancé un appel pour qu’on ne tue pas les moutons. Je crois que de la même manière qu’un bon chrétien n’a pas besoin d’avoir un sapin de Noël et une crèche. De la même manière, je crois qu’un laïc, il fête la Saint Sylvestre. C’est vraiment une journée de fête. Je crois que les familles veulent fêter avec leurs enfants, avec leur proches, leurs voisins. Cela a cet aspect religieux mais je pense que de la même manière que dans les milieux catholiques ou laïcs, la Saint Sylvestre, la Noël. Simplement, on ne peut pas comparer un certain nombre de choses. Vous avez cité tout à l’heure la chorale de la messe de minuit. Mais on ne peut pas comparer cela ni avec la circoncision avec un rituel où il s’agit d’autres responsabilités sur la santé publique. Là, c’est à ce niveau là que nous avons des responsabilités. - M. le Bourgmestre : la réponse à ta question est très claire. Si quelqu’un en égorgeant son mouton pose un problème pour sa santé ou la santé des enfants pour son hygiène, ce n’est pas la faute de la commune. S’il y a bien un précepte important dans l’islam, c’est la propreté et l’hygiène. C’est un précepte bien plus important que le fait d’égorger un mouton. Personne n’est forcé d’égorger un mouton dans des conditions infâmes qui mettent en danger sa vie et la vie de ses enfants.

65

28.01.2004 Ordre du jour n°22/4 -=- Agenda nr 22/4 Mme Nyssens : Calendrier de fermeture des crèches pendant les mois d'été Mevr. Nyssens : Sluitingskalender voor de kinderdagverblijven tijdens de zomermaanden - Mme Nyssens : Monsieur De Herde, je vous ai écrit en novembre déjà à ce propos parce que sollicitée effectivement par des parents qui avaient déjà à l’époque des rumeurs comme quoi on allait changer le calendrier des fermetures des crèches. A l’époque, je n’ai pas eu de réponses à cette lettre. Depuis lors, il y a eu des développements dans la presse que j’ai suivis. Je voudrais savoir s’il y a eu une décision définitive soit du Bourgmestre, soit du Conseil d’Administration des crèches. J’ai l’impression qu’il y a eu un tiraillement entre le Bourgmestre et l’asbl. Je voudrais savoir au jour d’aujourd’hui si le conseil d’Administration des crèches a pris une décision. Le but de mon intervention, c’est de savoir ce qu'il faut répondre aux parents qui s’inquiètent de ne pas avoir de place pendant l’été pour leurs enfants, ceux qui ne peuvent pas trouver de solution alternative ? Vos rapports éventuellement avec les déclarations du Bourgmestre. - M. De Herde : Il est évident que le conseil d’Administration qui a l’unanimité de tous les partis et avec les syndicats à l’unanimité aussi a, au mois de novembre décidé de modifier le fonctionnement des crèches. Nous avons effectivement mésestimé la situation d’un certain nombre de familles qui n’ont pas la possibilité d’avoir autant de jours de congé que celui accordé par la convention collective de travail de notre secteur. Suite effectivement, à certaines déclarations de parents, en nombre limité, une quinzaine de parents, et suite à l’intérêt marqué par le Bourgmestre, nous sommes en train, au conseil d’Administration et en négociation avec les syndicats pour trouver un système qui permet à la fois de résoudre trois questions. La première question c’est un régime qui permet effectivement d’assurer à tous les travailleurs de notre asbl de prendre leur jour de congé conformément à la convention collective de travail. Deux : qui permet de répondre à un souci pédagogique émis par l’ONE et par le conseil d’administration qui souhaite qu’au maximum les parents passent leurs vacances avec leurs enfants. Trois : de répondre aux soucis de nombreuses familles qui ont peu de jours de congé. On s’oriente vers un système de crèche de garde qui fonctionnera en été. La décision n’est pas encore prise et n’est pas définitive parce que nous devons encore trouver une formule qui agrée le syndicat. On va la trouver. J’espère que dans les jours qui viennent, nous aurons un accord des délégations syndicales, du conseil d’administration, du Collège des Bourgmestres et Echevins et que nous pourrons informer les parents. Ordre du jour n°22/5 -=- Agenda nr 22/5 M. Temiz : Le contrôle des chômeurs De h. Temiz : De controle op de werklozen - M. Temiz : Récemment, le gouvernement fédéral a annoncé la suppression du pointage des chômeurs ainsi que son intention de renforcer le contrôle de ces chômeurs. Or, à ce que je sache, le contrôle et l’organisation même du pointage sont du ressort de la commune. Je voudrais savoir si l’Echevin en question pouvait nous informer et si la commune sera appelée à participer à ces contrôles ? Je vous remercie. - M. Noël : Voilà une question qui permet de clarifier les choses entre contrôle, pointage et aide aux demandeurs d’emploi. Les communes ne sont pas compétentes et il n’est pas prévu qu’elles le soient demain en matière de contrôle des chômeurs. Je dirai tant mieux parce que je crois qu’il vaut mieux séparer les organismes qui contrôlent de ceux qui soutiennent les demandeurs d’emploi à retrouver les chemins de l’emploi. Les communes sont simplement chargées par l’Etat d’une tâche administrative qui est donc l’organisation du pointage d’un point de vue matériel. Si ce pointage était supprimé et, effectivement, on parle de supprimer le pointage fin 2004 ou en 2005, je proposerai immédiatement au Collège d’accueillir dans les espaces ainsi libérés rue Gallait et rue de Jérusalem des initiatives en faveur des demandeurs d’emploi donc des initiatives positives. Comme vous, je pense que la majorité des chômeurs est composée de gens de bonne volonté même si nous savons aussi qu’il y a parfois certaines personnes qui trichent avec le système. La majorité des chômeurs est composée de gens de bonne volonté et il nous appartient de les aider. Tout le plan communal pour l’emploi que je mets en place à pour objectif d’augmenter le nombre d’emplois offerts à Schaerbeek, d’aider celles et ceux qui veulent créer leur propre emploi, d’encourager la formation professionnelle, les initiatives de soutien aux demandeurs d’emploi et enfin de permettre à plus de Schaerbeekois de

66

28.01.2004 travailler à la commune quand des emplois sont vacants. Dois-je répéter qu’à ma grande fureur, il n’y a que 42% des fonctionnaires schaerbeekois qui habitent Schaerbeek. Le travail pour mener à bien ce plan est immense. Il s’appuie sur des partenaires telle que l’antenne Orbem, la mission locale qui a un rôle essentiel, l’ALE jeunes schaerbeekois au travail, les guichets d’économie locale, promotion de l’emploi, le club emploi, les centres de formation. Je peux vous assurer que nous sommes décidés, en Collège, à poursuivre cette démarche positive quelles que soient les décisions que prendra le fédéral. Au contraire, même, je pense que nous serons plus utiles encore demain puisqu’il y a lieu de permettre aux chômeurs qui le désirent de retrouver un emploi. - M. le Bourgmestre : C’est donc la fin de la séance publique. Je remercie le public. Je l’invite à nous laisser quelques instants pour notre très courte délibération en comité secret qui va nous prendre pas plus de dix secondes après la fermeture des portes. ***** La séance publique est levée à 22 heures 35 minutes et le comité secret est repris à 22 heures 40 minutes -=- De openbare vergadering eindigt om 22.35 uur en de besloten vergadering wordt hervat om 22.40 uur. *****

67

28.01.2004 QUESTIONS ECRITES POSÉES EN APPLICATION DE L'ARTICLE 84, §3 DE LA NOUVELLE LOI COMMUNALE -=SCHRIFTELIJKE VRAGEN GESTELD IN TOEPASSING OP HET ARTIKEL 84, §3 VAN DE NIEUWE GEMEENTEWET 1. Vraag van de h. Johan DEMOL, van 22 december 2003 -=- Question de M. Johan DEMOL du 22 décembre 2003 Ruimtelijke Ordening. Via de media heb ik vernomen dat er problemen gerezen waren rond de heropening van een pompstation TOTAL aan het Levieplantsoen. Ter gelegenheid van renovatiewerken aan het pompstation, werd er een winkelruimte, gehecht aan het station, voorzien. Het blijk nu dat zich in die winkelruimte een magazijn van het grootwarenhuisketen Louis Delhaize is komen vestigen. Graag had ik het volgende willen weten : 1) Wat het pompstation betreft : - Werden door de firma TOTAL alle nodige vergunningen aangevraagd om hun station te hernieuwen en om het verder uit te baten? - Heeft de firma TOTAL alle reglementaire vergunningen verkregen om deze uitbating verder te zetten? - Achtte het College het niet wenselijk dat dit pompstation dicht zou blijven nu er een tendens bestaat om benzinestations in woonkernen te sluiten, zeker wanneer er al heel wat tankstations in de buurt te vinden zijn? 2) Wat de winkelruimte betreft : - Beschikte voorheen, het station TOATL-FINA van het Levieplantsoen, over een winkelruimte? Zo ja, van welke aard? Zo nee, werden de nodige vergunningen aangevraagd om een winkelruimte aan het station te hechten? - Is het plaatsen van een algemene voedingszaak gehecht aan het tankstations conforme het gemeentelijk en gewestelijk bestemmingsplan? - Achtte het College het wenselijk dat een grootwarenhuisketen, een algemene voedingszaak opent in een woonwijk waar al verschillende kleinhandelszaken te vinden zijn en die zo de kans krijgt die kleinhandelszaken weg te concurreren? Antwoord : (30 januari 2004) Naar aanleiding van uw faxbericht van 22 december 2003 ivm de reglementaire toestand van het benzinestation TOTAL gelegen William Degouve de Nuncquestraat 2, hebben wij het genoegen U de volgende antwoorden te geven : 1) Milieuvergunningen werden verleend : • op 07/07/2003 door het Brussels Instituut voor Milieubeheer voor de uitbating van dit benzinestation. Deze vergunning is geldig voor 15 jaar en is vergezeld van uitbatingvoorwaarden • op 24/06/2003 door het College voor de bodemsaneringwerf Wat uw laatste vraag betreft, kunnen wij U mede delen dat het besluit over de benzinestations van toepassing in Brussel (B.S. 24.03.1999) de uitbating van een benzinestation onder een gebouw absoluut niet verbiedt, maar slechts uitbatingvoorwaarden ervoor vastlegt. De wetgeving wilde des niet de benzinestations in de woongebieden verbieden. Bovendien, in de materies van stedenbouw en leefmilieu, mag het College geen rekening houden met de concurrentieregels die onder de bevoegdheid van andere overheden vallen. 2) Het benzinestation beschikte voordien al over een winkelruimte. Een winkelruimte wordt beschouwd als een handelszaak. Een algemene voedingszaak is een handelszaak. Het betreft hier dus geen bestemmingsverandering. (Toestand vóór de werken : 157 m² handelszaak, inclusief een "shop" van 22 m²; toestand na de werken : 157 m² handelszaak, inclusief een "shop" van 77 m²)

68

28.01.2004 Gedurende het openbaar onderzoek van 24/02/2003 tot 10/03/2003 werden er geen bezwaarschriften ingediend.

69