Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Schulden voorkomen en oplossingsstrategieën voor gemaakte schulden
1.
Inleiding
2.
Algemene begrippen a. Kernvraag: bekwaamheid i. Twee soorten bekwaamheid ii. Regel = bekwaam – uitzondering = onbekwaam
b. Handelingsonbekwaamheid: beschermingsstatuten
verschillende
specifieke
i. Minderjarigen ii. Geesteszieken onder gerechtelijk statuut 1] Verlengd minderjarigen 2] De gehuwde geestesgestoorde 3] Gerechtelijk onbekwaamverklaarden 4] Toevoeging van een gerechtelijk raadsman 5] Voorlopig bewind
c. Gemeenrechtelijke iedereen gelden
beschermingstechnieken
die
voor
i. Bescherming bij het aangaan van een overeenkomst: nietigheid door wilsgebreken 1] Vier wilsgebreken 2] Kenmerken van de nietigheid 3] De mogelijkheid van bevestiging 4] Gevolgen van de nietigheid 5] Verjaringstermijn 6] Schadevergoeding aan de beschermde persoon ii. Bescherming bij de uitvoering van de overeenkomst 1] Gehuwden 2] Samenwonenden a] Wettelijke samenwoning b] Feitelijke samenwoning iii. Bescherming bij de gedwongen uitvoering van gerechtelijke uitspraken 1] Risico bij effectieve uitvoering 2] Oplossing bij overmatige schulden
1
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
3.
Specifieke handelingsonbekwaamheid binnen het kader van het voorlopig bewind a. Toepassingsgebied b. Rechtshandelingen: compenserende vaten i. De voorlopig bewindvoerder 1] Omvang van de bevoegdheid a] Bevoegdheid m.b.t. het vermogen - regel: algemene opdracht - uitzondering: beperkte opdracht b] Bevoegdheid m.b.t. de persoon 2] Bijzondere machtigingen ii. De beschermde persoon 1] Bevoegdheid m.b.t. het vermogen a] Algemene of beperkte bevoegdheid voorlopig bewindvoerder b] Giften en huwelijkscontract 2] Bevoegdheid m.b.t. de persoon
van
de
c. Sanctieregeling i. Lot van de rechtshandelingen door de beschermde persoon gesteld met overschrijding van zijn bekwaamheid 1] Voorlopig bewindvoerder aanvaardt de rechtshandeling 2] Voorlopig bewindvoerder of de beschermde persoon zelf aanvaardt de rechtshandeling niet: inroepen relatieve nietigheid a] Kenmerken van de nietigheid b] Gevolgen van de nietigheid c] Verjaringstermijn d] Schadevergoeding aan de beschermde persoon ii. Lot van de rechtshandelingen door de voorlopig bewindvoerder zonder de vereiste bijzondere machtiging gesteld iii. Lot van de rechtshandeling indien ze achteraf door de medecontractant wordt betwist
d. Gevolgen voor partners en familie
4.
Specifieke handelingsonbekwaamheid binnen het kader van de collectieve schuldbemiddeling
5.
Besluit 2
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Schulden voorkomen en oplossingsstrategieën voor gemaakte schulden 1.
Inleiding
Deze tekst behandelt de vraag naar het (schuld)beheer van mensen met psychische problemen. Het gaat over personen die verzwakt zijn door ziekte en/of ouderdom, zoals bijvoorbeeld manisch depressiviteit, schizofrenie, borderlinestoornis, dementie, etc.. Geestelijke gezondheid is niet los te koppelen van de juridische aspecten van ons bestaan. Personen met psychische problemen zijn permanent blootgesteld aan de meest verregaande gevolgen van de engagementen (contracten, bestellingen, enz.) die zij goedschiks of kwaadschiks en ongewild of onbewust zouden kunnen aangaan. Een eerste onderdeel biedt een antwoord op de vraag welke beschermingstechnieken de wet voorziet voor alle personen die schulden hebben aangegaan. Hierbij wordt achtereenvolgens behandeld: -
nietigheid van de rechtshandelingen ingevolge wilsgebreken; verhaalbaarheid van vaststaande schulden (wie moet instaan voor welke schuld binnen een gezins- of samenwoningsverband); de daadwerkelijke gedwongen uitvoering van gerechtelijke veroordelingen;
Daarnaast voorziet de wet nog in een diverse bijzondere beschermingsregels die van toepassing zijn op specifieke groepen van personen, inzonderheid de geesteszieken die onder voorlopig bewind staan en diegenen op wie het statuut van de schuldbemiddeling van toepassing is. De aanstelling van een voorlopig bewindvoerder kan bijvoorbeeld deze personen beschermen tegen de gevolgen van eigen daden en van allerlei acties vanwege derden. Tot slot wordt kort een vergelijkende blik geworpen op een ander statuut dat enerzijds dient om een schuldenregeling tot stand te brengen (ten gunste van de schuldeisers), doch anderzijds tevens voorziet in de (tijdelijke) bescherming van de schuldenaar nl. het statuut van de collectieve schuldbemiddeling.
3
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
2.
Algemeen kader
a.
Kernvraag: bekwaamheid
i.
Twee soorten bekwaamheid
Bekwaamheid is geen eenduidige term. Men onderscheidt de rechts – en handelingsbekwaamheid: . Rechtsbekwaamheid = drager zijn van rechten en plichten: het “genieten” van bepaalde rechten. Bijvoorbeeld: materiële rechten: het recht op werkloosheidsuitkering; recht op uitkering vanwege mutualiteit of andere sociaal organisme, enz…Ook niet materiële rechten vallen hieronder: recht om te mogen huwen, recht om te stemmen bij de verkiezingen enz… Elke persoon is rechtsbekwaam. Gedeeltelijke rechtsonbekwaamheid vindt men bij twee categorieën, zijnde vreemdelingen (in vergelijking tot de rechtsbekwaamheid van Belgen) en sommige strafrechtelijke veroordeelden. Daarnaast bestaan er nog enkele specifieke rechtsonbekwaamheden zoals vb. het verbod om te huwen met naaste bloed – en aanverwanten (art. 161 – 163 B.W.). . Handelingsbekwaamheid = de juridische mogelijkheid om de rechten en plichten waarvan men drager is, zelf en zelfstandig uit te oefenen. Bijvoorbeeld: Het recht om een koop/verkoop af te sluiten; het recht om een lening aan te gaan. Algemeen handelingsonbekwaam zijn niet-ontvoogde minderjarigen; verlengd minderjarigverklaarden en gerechtelijk onbekwaamverklaarde geesteszieken. Gedeeltelijk handelingsonbekwaam zijn: ontvoogde minderjarigen; zwakzinnigen en verkwisters aan wie een gerechtelijk raadsman is toegevoegd; personen die onder voorlopig bewind gesteld zijn. ii.
Regel = bekwaam – uitzondering = onbekwaam
In de regel is iedereen vanaf 18 jaar bekwaam, d.i. rechts- en handelingsbekwaam. Het probleem dat vandaag behandeld wordt, situeert zich voornamelijk op niveau van de handelingsbekwaamheid.
4
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
b.
Handelingsonbekwaamheid : verschillende specifieke beschermingsstatuten
Ons rechtssysteem voorziet in bijzondere bescherming van enkele specifieke categorieën personen die omwille van de afwezigheid van of onvoldoende ontwikkelde wil en/of intelligentie of omwille van feitelijke onbekwaamheid door hun gezondheidstoestand, onderworpen kunnen worpen aan één van de volgende beschermingsstatuten. Hierbij dient men een onderscheid te maken tussen de minderjarigheid en de geestelijk gestoorden. i.
Minderjarigen
De minderjarige is de persoon die de leeftijd van 18 jaar (Wet van 19 januari 1990) nog niet heeft bereikt (art. 388 B.W.). Hier geldt het ouderlijk gezag nog ten volle. Een niet-ontvoogde minderjarige zal vertegenwoordigd moeten worden door de ouder(s) of door een voogd. Voor bepaalde rechtshandelingen behoeven de ouder(s) respectievelijk de voogd een voorafgaande en bijzondere machtiging van de Vrederechter (art. 410 B.W.). Deze machtiging is bijvoorbeeld vereist voor de verwerping of aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving van een nalatenschap of een legaat of de verkoop van een onroerend goed. ii.
Geesteszieken onder gerechtelijk statuut
In de regel is elke meerderjarige handelingsbekwaam . Echter bestaan er nog tal van uitzonderingen op deze regel waarbij meerderjarigen alsnog kunnen onderworpen worden aan beschermingsstatuten. 1]
Verlengd minderjarigen (art. 487bis - octies. B.W.):
Dit statuut beschermt een mentaal gehandicapte die lijdt aan een ernstige geestelijke achterlijkheid die reeds dateert vanaf de vroege kinderjaren en die blijvend is. Kortom het ouderlijk gezag wordt verdergezet en dit zowel voor de beslissingen over de persoon als het beheer van de goederen. 2]
De gehuwde geestesgestoorde (art. 220 § 2 en 3):
5
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
De echtgenoot van de betrokken geestelijk gestoorde kan een gerechtelijke volmacht tot vertegenwoordiging (§2) of een bijzondere ontvangstmachtiging (§3) bekomen. De eerstgenoemde maatregel betreft personen die ‘in de onmogelijkheid verkeren zijn wil te kennen te geven’ waaronder ook blijvende dementie wordt verstaan. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid is strikt beperkt tot het vermogensrechtelijk vlak en kan nooit uitgeoefend worden op persoonsrechtelijk vlak. 3]
Gerechtelijk onbekwaamverklaarden (art. 489 - 512. B.W.):
Dit beschermingsstatuut kan worden opgelegd aan personen die zich ‘in een aanhoudende staat van onnozelheid of krankzinnigheid’ bevinden en houdt zowel het gezag over de persoon als het beheer over zijn goederen in. Het komt in de praktijk nagenoeg niet meer voor. 4]
Toevoeging van een gerechtelijk raadsman (art. 513 – 515 B.W. en art. 1247 Ger.W.):
Aan zowel krankzinnigen als aan verkwisters kan een gerechtelijk raadsman worden toegevoegd te hunner bescherming. De bevoegdheid strekt zich enkel uit over het beheer van de goederen. Ook dit beschermingsstatuut is in de praktijk zelden te vinden. 5]
Voorlopig bewind (art. 488bis a) – k) B.W.):
Het voorlopig bewind kan worden opgelegd aan alle meerderjarigen die wegens hun lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand niet in staat zijn hun goederen te beheren. Enkel het beheer van de goederen wordt aldus door de voorlopig bewindvoerder in handen genomen.
c.
Gemeenrechtelijke beschermingstechnieken die voor iedereen gelden
Daarnaast kunnen de handelingen van elk natuurlijke persoon, al dan niet handelingsbekwaam, op grond van de algemene nietigheidsleer teniet gedaan worden. i.
Bescherming bij het aangaan van een overeenkomst: nietigheid door wilsgebreken
6
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Indien men zich (nog) niet kan beroepen op de handelingsonbekwaamheid van een persoon om een rechtshandeling aan te vechten, kan men steeds proberen een wilsgebrek in te roepen. De toestemming van eender welke persoon kan behept zijn met een wilsgebrek waardoor de gestelde rechtshandeling vernietigd kan worden (art. 1109 – 1122 B.W.). Dit is een principe van algemeen verbintenissenrecht en dus van toepassing ook op iedere natuurlijke persoon. Een wilsgebrek definieert zich als een gebrek in de toestemming, m.a.w. wanneer er een discrepantie is tussen de werkelijke en verklaarde wil. Er zijn vier wilsgebreken nl: dwaling, bedrog, geweld en benadeling. 1]
Vier wilsgebreken
. dwaling = de verkeerde voorstelling die een partij heeft aangaande een essentieel bestanddeel van de overeenkomst bij het sluiten daarvan. Dwaling kan zowel gaan over het voorwerp (vb. bouwjaar van een wagen) als de persoon (vb. professionele vaardigheden) overeenkomst. . bedrog = indien de tegenpartij kunstgrepen aanwendt en bewust de beschermde partij doet dwalen. Voorbeeld: het terugdraaien van de kilometerteller “fraus omnia corrumpit”. . geweld of dwang = het uitoefenen van een fysieke of morele dwang of de dreiging ermee. Voorbeeld: om een testament te ondertekenen. . benadeling = indien er een aanzienlijk onevenwicht bestaat tussen de wederzijds bedongen prestaties. Dit kan slechts bij bepaalde contracten waaronder: (1) bij verkoop van onroerende goederen in geval van benadeling ten belope van meer dan 7/12 (art. 1674 B.W.) (2) bij verdeling in geval van benadeling van meer dan ¼ (art. 887 en 1079 B.W.). Daarnaast is het niet onbelangrijk ook een blik te werpen op de gekwalificeerde benadeling (cfr. art. 1907ter B.W.), zijnde indien er misbruik wordt gemaakt van de concrete omstandigheden waarin de benadeelde partij zich bevond. Deze concrete omstandigheden zijn bijvoorbeeld persoonlijke omstandigheden van inferioriteit zoals de fysieke, morele of financiële noodtoestand van de benadeelde contractspartij. 2]
Kenmerken van de nietigheid
7
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Een overeenkomst die ingevolge een wilsgebrek is aangegaan, is niet van rechtswege nietig, maar is vernietigbaar op verzoek van de contractpartij die het slachtoffer is van het wilsgebrek, d.i. in casu de beschermde persoon. Een belangrijk verschil met de vernietigbaarheid ingevolge de bijzondere bepalingen van het voorlopig bewind is dat het wilsgebrek op het ogenblik van de contractsluiting dient bewezen te worden. (vgl. algemene nietigheid – bijzondere nietigheid inzake voorlopig bewind) 3]
De mogelijkheid van bevestiging
De beschermde partij kan de overeenkomst evenwel ook uitdrukkelijk of stilzwijgend bevestigen. 4]
Gevolgen van de nietigheid
De nietigverklaring van de verbintenis geeft aanleiding tot herstel van partijen in hun oorspronkelijke toestand. Dit impliceert dat de door de partijen uitgevoerde prestaties ongedaan moeten worden gemaakt. In gebeurlijk geval is de beschermde partij tot restitutie verplicht. (vgl. algemene nietigheid – bijzondere nietigheid inzake voorlopig bewind) 5]
Verjaringstermijn
De nietigheidsvordering verjaart door verloop van 10 jaar (art. 2262bis B.W.). In geval van geweld begint deze tijd eerst te lopen vanaf de dag waarop dit heeft opgehouden en, in geval van dwaling of van bedrog, vanaf de dag waarop deze zijn ontdekt (art. 1304 B.W.). (vgl. algemene nietigheid – bijzondere nietigheid inzake voorlopig bewind). 6]
Schadevergoeding aan de beschermde persoon
Naast de nietigheid van de overeenkomst kan de beschermde persoon bovendien bijkomende schadevergoeding vragen op grond van de gemeenrechtelijk bepalingen (art. 1382 e.v. B.W.) in volgende gevallen: . indien het gebrek door een fout van de wederpartij is veroorzaakt en de vernietiging van de overeenkomst de beschermde persoon niet volledig in de toestand plaatst waarin hij zich zonder de gebrekkige contractsluiting zou hebben bevonden. . bij bewezen fout van de wederpartij, wanneer de regeling inzake wilsgebreken geen vernietiging toelaat of indien de beschermde persoon er niet om vraagt. ii.
Bescherming bij de uitvoering van een overeenkomst
8
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Bij welke gezinsleden kunnen schulden gerecupereerd worden? Een belangrijke vraag is de kwestie van de verhaalbaarheid van de schulden. Voor zover een koppel of een gezin samenleven binnen een formeel of informele gezinsstructuur, in gehuwde staat of niet, wat gebeurt er dan indien een gezinslid overmatige schulden aangaat? 1]
Gehuwden
Bij gehuwden is er de vraag onder welk huwelijksvermogensstelsel partijen getrouwd zijn. Men onderscheidt naast het wettelijk stelsel, het stelsel van scheiding van goederen en het gemeenschapsstelsel nog tal van gepersonaliseerde stelsels waar we hier niet verder op ingaan. Hierna gaan we enkel in op de regeling van verhaalbaarheid in het wettelijk stelsel en de mogelijke oplossing bij het ontstaan van overmatige schulden door toedoen van een der echtgenoten. Het eigen of gemeenschappelijk karakter van een schuld is één zaak. De verhaalbaarheid van deze schulden een andere. Ten slotte is er nog de uiteindelijke uitvoering die hiervan kan afwijken. Het eigen of gemeenschappelijk karakter van een schuld wordt geregeld in de art. 1406 – 1408 B.W. . Eigen schulden: voorhuwelijkse schulden en lasten van giften en erfenissen; schulden uitsluitend in belang van zijn eigen vermogen aangegaan; schulden ontstaan uit een verboden beroep of ontstaan uit handelingen die de echtgenoot niet mocht verrichten zonder de medewerking van de andere echtgenoot of zonder gerechtelijke machtiging; schulden ontstaan uit een strafrechtelijke veroordeling of uit onrechtmatige daad. . Gemeenschappelijke schulden: schulden ten behoeve van de huishouding en de opvoeding; intresten van eigen schulden; …; schulden waarvan niet bewezen is dat zij aan één der echtgenoten eigen zijn. De verhaalbaarheid van de schulden betreft de omvang van het onderpand voor schulden door een der echtgenoten of beiden samen aangegaan. Deze verhaalbaarheid loopt niet parallel met het eigen of gemeenschappelijk karakter van een schuld. Dit onderdeel wordt geregeld in art. 1409 - 1414 B.W. . Verhaalbaarheid eigen schulden: De algemene regel stelt dat een eigen schuld in principe slechts kan worden verhaald op diens eigen vermogen en inkomsten. In een aantal gevallen is er tevens een beperkt verhaal mogelijk op het gemeenschappelijk vermogen, d.i. voorhuwelijkse schulden en lasten van giften en erfenissen; schulden ontstaan uit een verboden beroep handeling; schulden ontstaan uit een strafrechtelijke veroordeling of uit onrechtmatige daad. . Verhaalbaarheid gemeenschappelijke schulden: De algemene regel stelt dat gemeenschappelijke schulden zowel worden verhaald op het eigen vermogen
9
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
van elk van de echtgenoten als op het gemeenschappelijk vermogen. In een aantal gevallen zullen de eigen goederen van de echtgenoot-niet-schuldenaar aan het verhaal van de schuldeiser kunnen ontsnappen (onvolkomen gemeenschappelijke schulden): d.i. buitensporige schulden voor huishouden en opvoeding; intresten van eigen schulden; beroepsschulden van één van de echtgenoten; onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in nederdalende lijn van één van de echtgenoten. 2]
Samenwonenden
Bij de samenwonenden onderscheidt men wettelijke en feitelijke samenwoning. a]
Wettelijk samenwoning
De regeling van de schulden en de verhaalbaarheid zijn bij wettelijke samenwoning (art. 1477 B.W.) beperkter dan bij huwelijk. De wetgever opteerde voor een stelsel van scheiding van goederen voor dit statuut. Men vindt er enkel een bepaling die de hoofdelijke aansprakelijkheid voor (niet-buitensporige) gezinsschulden regelt. Daarnaast wordt de bescherming van de gezinswoning ook uitgebreid naar wettelijke samenwoning. b]
Feitelijke samenwoning
De feitelijke samenwoning brengt geen specifieke vermogensrechtelijke gevolgen teweeg. Bij afwezigheid van een andersluidende overeenkomst dienen de vermogensrechtelijke verhoudingen dan ook opgelost te worden via het gemeen recht. Men dient het eigen of onverdeeld karakter van de goederen te bewijzen. iii.
Bescherming bij gedwongen uitvoering van gerechtelijke uitspraken
1]
Risico bij effectieve uitvoering
Tot slot is er de feitelijke uitvoering van het beslag. Dit kan van de theoretische verhaalbaarheid van de schulden afwijken. Als de schuld individueel van de schuldenaar is kan zij enkel op zijn domicilie-adres uitgevoerd worden. Er staat niet op elk goed geschreven dat het een eigen of gemeenschappelijk goed is. Bij beslaglegging zal er dan ook in het overgrote deel van de gevallen geen onderscheid gemaakt worden. Anderzijds zijn diverse beschermingsregels voor de schuldenaar van toepassing bij de gedwongen uitvoering, die door de gerechtsdeurwaarder moeten nageleefd worden. Deze worden hieronder besproken bij de gebeurlijke ‘oplossingen’. 2]
Oplossing bij overmatige schulden
10
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Wat kan men doen indien één van beide echtgenoten die bijvoorbeeld te kampen heeft met manisch depressiviteit, schizofrenie, borderlinestoornis, dementie, etc., overmatige schulden is aangegaan en uw eigen vermogen dreigt in gevaar te komen als onderpand? M.a.w. wanneer de schuldenberg reeds ontstaan is: 1. Men kan uiteraard een regeling pogen te treffen met de schuldeisers. De ervaring leert dat veel schuldeisers bereid zijn om een afbetalingsplan in der minne te aanvaarden, mits er onmiddellijk een aanvang met de afbetalingen wordt genomen. Belangrijk hierbij is het feit dat overeengekomen wordt dat de intresten niet verder oplopen. Dit kan bijvoorbeeld door een aflossingstabel op te maken met vermelding van het maandelijks verschuldigd bedrag met begin- en einddatum van de betalingen 2. Een andere (veel fundamentelere) mogelijkheid enkel voor gehuwden is de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel. Men kan overstappen van het wettelijk stelsel naar het veel striktere stelsel van scheiding van goederen alwaar ieder zijn eigen vermogen heeft en er slechts een beperkte onverdeeldheid bestaat. 3. Een volgende oplossing kan worden gezocht in de aanvraag van een bijzonder statuut: voorlopig bewind of schuldbemiddeling (cfr. deel 3 en 4). 4. Bij gehuwden kan het samenwonen ook dermate onherstelbaar ontwricht zijn zodat het koppel dreigt uit de echt te scheiden. Het is belangrijk te noteren dat ten aanzien van de goederen van de echtgenoten de echtscheiding terugwerkt tot op de dag waarop de vordering is ingesteld, d.i. de aanvangsdatum van de echtscheidingsprocedure (art. 1278 Ger.W.). 5. Hetgeen niet als een “oplossing” kan beschouwd worden, maar in de praktijk toch vaak het geval zal zijn, is het juridisch onvermogen van de schuldeiser om zijn schuld daadwerkelijk te innen (een kei kan men niet vlooien). . Wat het beroepsinkomen betreft kan gewag gemaakt van de beslagbare minima(art. 1409 Ger.W.). Een deel van het loon is niet vatbaar voor overdracht of beslag. De wet van 24 maart 2000 maakt een onderscheid tussen de inkomsten uit bezoldigde activiteiten en de inkomsten uit andere activiteiten. Er wordt ook rekening gehouden met de kinderlast. Ter info: - Beslag op lonen en andere inkomsten uit professionele activiteiten (jaar 2008) inkomen Beslagbaar gedeelte 0 – 944 EUR 0% - niet beslagbaar 944 - 1.014 EUR 20% 1.014 –1.119 EUR 30% 1.119 –1.224 EUR 40% > 1.224 EUR 100% - onbeperkt - Beslag op sociale uitkeringen en andere niet-professionele inkomsten (jaar 2008) Schijf inkomen Beslagbaar gedeelte
11
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
0 – 944 EUR 944 - 1.014 EUR 1.014 –1.224 EUR > 1.224 EUR
0% - niet beslagbaar 20% 40% 100% - onbeperkt
- kinderlast: Alle grensbedragen worden verhoogd met 58 € per kind ten laste.
. Voorts is er voor de roerende goederen een beperking van de beslagbaarheid (art. 1408 Ger.W.). Enkele levensnoodzakelijke goederen kunnen niet in beslag genomen worden. Bijvoorbeeld: (1) goederen voor persoonlijk gebruik (bed, beddegoed, kleren, linnengoed, wasmachine, strijkijzer, verwarming, tafel en stoelen, vaatwerk, gezelschapsdieren, …) een en ander met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen; (2) boeken en voorwerpen nodig voor de voortzetting van de studies of voor beroepsopleiding; (3) goederen noodzakelijk voor beroepsuitoefening; … Er dient opgemerkt dat de schuldvordering van de schuldeisers steeds kan opgevorderd worden indien de schuldenaar opnieuw solvabel wordt. Dit kan onder meer wanneer men een nalatenschap aanvaardt.
12
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
3.
Specifieke handelingsonbekwaamheid binnen het kader van het voorlopig bewind
Het voorlopig bewind werd ingevoerd door de wet van 19 juli 1991 en trad in werking op 28 juli 1991. Het beschermingsstatuut van het voorlopig bewind wordt in de praktijk vaak toegepast. Dit statuut laat een soepele regeling toe, het is een beschermingsstatuut dat op maat van de te beschermen persoon kan worden gesneden, aangepast aan de noodwendigheden van de huidige levensomstandigheden, met het oog op een gemakkelijke en veelvuldige toepassing.
b.
Toepassingsgebied
Zoals hierboven reeds vermeld, omvat het toepassingsgebied van het voorlopig bewind alle meerderjarigen die wegens hun gezondheidstoestand niet in staat zijn hun goederen te beheren. Door deze vage omschrijving wilde de wetgever aan dit beschermingsstatuut een zo ruim mogelijk toepassingsgebied toekennen. De uitsplitsing van art. 488bis a) B.W. vereist dat volgende voorwaarden gelijktijdig voldaan zijn: (1) de onmogelijkheid van goederenbeheer en (2) als gevolg van een slechte gezondheidstoestand d.i. zowel fysiek als geestelijk. Aldus vallen onder het toepassingsgebied van deze wet: . ernstig en minder ernstig geesteszieken en geesteszwakken zoals manisch depressiviteit, schizofrenie, borderlinestoornis; comateuze patiënten; demente en seniele bejaarden (ouderdom op zich is geen reden tot toepassing van het voorlopig bewind) etc.. . Indien verspilzucht, een alcohol- of drugverslaving gepaard gaat met of leidt tot een aftakeling van de geestelijke of lichamelijke gezondheidstoestand die de betrokkene niet meer in staat stelt zijn goederen te beheren, is een voorlopig bewind mogelijk.
c.
Rechtshandelingen: compenserende vaten
Wie is bevoegd om welke rechtshandeling te stellen? De Vrederechter bepaalt de omvang van de bevoegdheden van de voorlopig bewindvoerder en daarmee samenhangend de omvang van de handelingsbekwaamheid van de beschermde persoon. De omvang van de vertegenwoordigingsopdracht van de voorlopig
13
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
bewindvoerder en de omvang van de handelingsonbekwaamheid van de beschermde persoon lopen parallel.
i.
De voorlopig bewindvoerder
1]
Omvang van de bevoegdheid
De rechtshandelingen kunnen onderscheiden worden in rechtshandelingen m.b.t. het vermogen en m.b.t. de persoon van de beschermde persoon. a]
Bevoegdheid m.b.t. het vermogen
In de regel heeft de voorlopig bewindvoerder een algemene opdracht. Echter kan de Vrederechter de omvang van de bevoegdheden van de voorlopig bewindvoerder beperken. Kortom, het voorlopig bewind houdt aldus een heel flexibel statuut in. (art. 488bis f) -
regel: algemene opdracht van de voorlopig bewindvoerder
Ingeval de Vrederechter niets bepaalt, beschikt de voorlopig bewindvoerder over een algemene beheers – en vertegenwoordigingsopdracht m.b.t. het vermogen van de beschermde persoon. . Hij beheert de goederen van de beschermde persoon als een goede huisvader en dient daarover op geregelde tijdstippen overleg te plegen met de beschermde persoon of diens vertrouwenspersoon. Dit betekent: op tijd de rekeningen betalen, slechts uitgaven doen die redelijk verantwoord zijn in functie van de nood of de levensstandaard van de beschermde persoon, zorgen dat de tegoeden worden ontvangen, de rechten van de beschermde persoon tijdig doen gelden of ten gelde maken, gelden beleggen volgens een eerder defensief profiel, onroerende goederen zorgzaam beheren, een verzorgde administratie voeren, een overzichtelijk dossier samenstellen van de beschermde persoon, zo nodig snel en accuraat reageren op feiten en situaties i.v.m. het goederenbeheer, de belastingsaangifte tijdig overmaken. . Tevens vertegenwoordigt hij de beschermde persoon in alle rechtshandelingen m.b.t. diens vermogen zowel materiële als procesrechtelijke. . Bovendien betaalt de voorlopig bewindvoerder, binnen de perken van de inkomsten die hij ontvangt, de kosten van onderhoud en behandeling die ten laste van de beschermde persoon vallen. Hij zal deze schulden betalen, en zo nodig hiervoor het kapitaal dat voorhanden is aanwenden als er geen vaste inkomsten zijn. De bewindvoerder zal tevens de gelden van de beschermde persoon aanwenden voor de lotsverbetering van deze laatste. -
uitzondering: beperkte opdracht van de voorlopig bewindvoerder
14
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Gezien het uitgebreide toepassingsgebied van het voorlopig bewind, kan de Vrederechter evenwel de omvang van de bevoegdheden van de voorlopig bewindvoerder beperken, zowel qua aard van de te stellen handeling als qua goederen waarop zijn bevoegdheid van toepassing is. De Vrederechter dient hierbij rekening te houden zowel met de aard als de samenstelling van de te beheren goederen, als met de gezondheidstoestand van de beschermde persoon. Op die manier kan de Vrederechter de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de daaruit voortvloeiende handelingsonbekwaamheid aanpassen in functie van de geestesziekte of de handicap van de betrokkene. Bijvoorbeeld kan hij bij licht mentaal gehandicapten de bevoegdheid beperken tot verreikende rechtshandelingen en de betrokkene de mogelijkheid laten bepaalde eenvoudige handelingen te stellen. Bovendien kan de Vrederechter categorieën van handelingen aanwijzen die de beschermde persoon verder zelf kan stellen maar enkel mits bijstand van zijn voorlopig bewindvoerder. De regels inzake bijstand door een gerechtelijk raadsman zijn hierop van toepassing. In voorkomend geval is de taak van de voorlopig bewindvoerder beperkt tot bijstand en dient hij de beschermde persoon bij te staan in dat beheer. Ook zal er dan slechts een gedeeltelijke vertegenwoordiging kunnen plaatsvinden. b]
Bevoegdheid m.b.t. de persoon
Het voorlopig bewind betreft in de regel enkel het beheer van de goederen van de beschermde persoon. In beginsel heeft de voorlopig bewindvoerder aldus geen enkele bevoegdheid m.b.t. de persoon, en kan hij de betrokkene evenmin vertegenwoordigen in vorderingen van staat noch bij persoonlijke rechtshandelingen. In een aantal bijzondere bepalingen wordt daar nochtans een uitzondering op gemaakt, bijvoorbeeld inzake het verweer in een echtscheidingsprocedure op grond van onherstelbare ontwrichting. 2]
Bijzondere machtigingen
Binnen de perken van zijn opdracht kan de voorlopig bewindvoerder de goederen beheren en de beschermde persoon vertegenwoordigen zonder in beginsel aan enige bijzondere vormvereisten onderworpen te zijn. Evenwel is in sommige gevallen het stellen van een rechtshandeling door de voorlopig bewindvoerder aan een bijzondere vormvereiste onderworpen, namelijk de voorafgaande machtiging door de Vrederechter (art. 488bis f)). Het doel van deze voorafgaande machtiging is nagaan of een voorgenomen handeling verenigbaar is met het belang van de beschermde persoon.
15
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Deze bijzondere machtiging is vereist in volgende gevallen: . Voor een negental categorieën zwaarwichtige rechtshandelingen is er bijzondere machtiging van de Vrederechter noodzakelijk. Het stelsel is te vergelijken met dat van de voogdij (cfr. infra). Zo dient de voorlopig bewindvoerder bijvoorbeeld machtiging te bekomen voor het vervreemden van roerende en onroerende goederen, aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving of verwerpen van een nalatenschap, …. Deze machtiging kan worden bekomen op eenzijdig verzoekschrift bij de Vrederechter. . In geval van een belangenconflict tussen de voorlopig bewindvoerder en de beschermde persoon is er eveneens een bijzondere machtiging van de Vrederechter noodzakelijk. Deze dient gevraagd bij verzoekschrift op tegenspraak. . In geval van beschikking over de rechten i.v.m. de gezinswoning en de huisraad van de beschermde persoon.
ii.
De beschermde persoon
De omvang van de bevoegdheid van de voorlopig bewindvoerder zoals bepaald door de Vrederechter heeft een rechtstreekse invloed op het handelen van de beschermde persoon. De bevoegdheid van de bewindvoerder en de bevoegdheid van de beschermde persoon verhouden zich tot elkaar als compenserende vaten. 1]
Bevoegdheid m.b.t. het vermogen
a]
Algemene of beperkte bevoegdheid van de voorlopig bewindvoerder
Indien de voorlopig bewindvoerder over een algemene bevoegdheid beschikt, dan kan de beschermde persoon zelf geen handelingen m.b.t. zijn vermogen stellen. Indien de voorlopig bewindvoerder over een gedeeltelijke bevoegdheid beschikt, dan reikt de handelingsbekwaamheid van de beschermde persoon ook verder tot de handelingen die niet door de voorlopig bewindvoerder kunnen worden gesteld. De handelingsonbekwaamheid van de beschermde persoon kan bijgevolg volledig of gedeeltelijk zijn. b]
Giften en huwelijkscontract
De beschermde persoon kan zelf geldig (art. 488bis h) § 2 en 3): (1) schenken onder de levenden en een uiterste wilsbeschikking maken; (2) een huwelijkscontract sluiten . Schenken en uiterste wilsbeschikkingen maken vereisen weliswaar een machtiging van de vrederechter. Hiervoor is een éénzijdig verzoekschrift
16
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
noodzakelijk door de beschermde persoon zelf. Een verklaring van een arts van maximum 15 dagen oud dient bijgevoegd. De Vrederechter zal deze schenking of uiterste wilsbeschikking toestaan indien hij van oordeel is dat de beschermde persoon voldoende wilsgeschikt/ gezond van geest is. Bij de uiterste wilsbeschikking gaat de Vrederechter echter wel de inhoud van de schenking na aan de hand van een ontwerp van de schenkingsakte en een overzicht van het vermogensstatuut van de beschermde persoon. . De beschermde persoon is in de regel bekwaam om een huwelijkscontract aan te gaan of zijn huwelijksvermogensstelsel te wijzigen met bijstand van de voorlopig bewindvoerder, na machtiging door de vrederechter op basis van een ontwerp opgesteld door een notaris. 2]
Bevoegdheid m.b.t. de persoon
Uiteraard kan de beschermde persoon elke handeling stellen m.b.t. zijn persoon waarvoor de voorlopig bewindvoerder in principe onbevoegd is.
d.
sanctieregeling
De wet voorziet in een sanctieregeling zowel voor rechtshandelingen gesteld (a) door de beschermde persoon met overschrijding van zijn bekwaamheid als (b) door de voorlopig bewindvoerder gesteld zonder de vereiste bijzondere machtiging.
i.
Lot van de rechtshandelingen door de beschermde persoon gesteld met overschrijding van zijn bekwaamheid
De beschermde persoon wordt algemeen of gedeeltelijk handelingsonbekwaam met betrekking tot vermogensrechtelijke rechtshandelingen, naargelang de voorlopig bewindvoerder een algemene of beperkte opdracht heeft gekregen. Toch in de realiteit is het niet onoverkomelijk dat de beschermde persoon alsnog handelingen stelt met overschrijding van zijn bekwaamheid. Bijvoorbeeld: aankoop van luxe-goederen door het opsparen van leefgeld of het bekomen van extra-inkomsten die de voorlopig bewindvoerder niet bekend zijn. 1]
Voorlopig bewindvoerder aanvaardt de rechtshandeling
17
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
In voorkomend geval kan de voorlopig bewindvoerder de rechtshandeling gesteld door de beschermde persoon met overschrijding van zijn bekwaamheid aanvaarden. Dit is eerder een passief handelen want de voorlopig bewindvoerder zal de relatieve nietigheid simpelweg niet inroepen. De rechtshandeling is door het gebrek aan nietigverklaring, perfect geldig. Bijvoorbeeld: de bewindvoedrder stelt vast dat de patiënt een Playstation heeft aangekocht. Alhoewel hij hiervoor nooit toestemming zou geven (vooraf), is het (achteraf) niet meer opportuun om die rechtshandeling te laten vernietigen. 2]
Voorlopig bewindvoerder of de beschermde persoon zelf aanvaardt de rechtshandeling niet: inroepen relatieve nietigheid
De rechtshandelingen die de beschermde persoon stelt met overschrijding van zijn bekwaamheid zijn onderworpen aan een dubbele bescherming: (1) algemeen verbintenissenrecht: nietigheid door wilsgebreken (cfr. supra) en (2) nietigheid door bijzondere bepalingen voorlopig bewind. (art. 488bis i) en j)) Deze algemene nietigheden die hierboven onder 1.c reeds werden behandeld zijn toepasbaar op elk natuurlijk persoon. Bij het voorlopig bewind zijn zij vooral van belang voor handelingen gesteld vóór de neerlegging van het verzoekschrift tot aanstelling van de bewindvoerder. Voor de beschermde persoon onder voorlopig bewind gesteld is er daarnaast ook een bijzondere vernietigingsgrond eigen aan het statuut. Vanaf het indienen van het verzoekschrift kan men deze bijzondere bepalingen van het voorlopig bewind inroepen. Er wordt uitgegaan van een onweerlegbaar vermoeden dat de beschermde persoon zijn toestemming niet heeft kunnen geven. Door de nietigheid wordt de rechtshandeling met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt. Zij wordt geacht nooit te hebben bestaan. a]
Kenmerken van de nietigheid
Het is een betrekkelijke nietigheid en bovendien een nietigheid van rechtswege (vgl. algemene nietigheid – bijzondere nietigheid inzake voorlopig bewind): . Een betrekkelijke nietigheid betekent dat zij alleen kan worden ingesteld door de beschermde persoon zelf (of na zijn overlijden door zijn erfgenamen) en door de voorlopige bewindvoerder. De nietigheid kan nooit door de medecontractant worden ingeroepen. Dit houdt tevens in dat zij vatbaar is voor bevestiging nadat aan het voorlopig bewind een einde is gekomen. . Een nietigheid rechtens houdt in dat de Rechter niet kan weigeren de nietigheid uit te spreken wanneer ze gevorderd wordt, ook al zou de rechtshandeling gesteld zijn in een heldere tussenpoos of op een ogenblik dat de beschermde persoon daartoe voldoende feitelijk bekwaam is. Hierin zit het
18
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
grote verschil met de nietigheid ingevolge wilsgebreken van het algemeen verbintenissenrecht. Deze nietigheid is retroactief toepasselijk op de rechtshandelingen gesteld door de betrokkene, vanaf de neerlegging van het verzoekschrift, tijdens de procedure tot instelling van het voorlopig bewind, dus nog vóór de aanwijzing van een voorlopig bewindvoerder. b]
Gevolgen van de nietigheid
In afwijking van het gemene recht moet de beschermde persoon in geval van nietigverklaring van de door hem verrichte rechtshandeling in de regel niet restitueren. (vgl. algemene nietigheid – bijzondere nietigheid inzake voorlopig bewind) Indien de wederpartij evenwel bewijst dat de beschermde persoon effectief nut gehaald heeft uit de nietigverklaarde rechtshandeling, kan het reeds betaalde of geleverde wel worden teruggevorderd. (art. 1312 en 1241 B.W.). De medecontractant dient aan te tonen dat de beschermde persoon nuttig gebruik heeft gemaakt van het betaalde, d.i. verwerving van een zaak, of aanwending ter voldoening van een persoonlijke schuld en de uitvoering van de verbintenis hem dus tot voordeel heeft gestrekt. c]
Verjaringstermijn
Er is voorzien in een bijzondere verjaringstermijn voor deze vordering, die op twee punten afwijkt van het gemene recht (art. 488bis j)) (vgl. algemene nietigheid – bijzondere nietigheid inzake voorlopig bewind): . deze vordering verjaart door verloop van vijf jaar; . het vertrekpunt van deze termijn is t.a.v. de beschermde persoon het tijdstip waarop hij kennis heeft gekregen van de betwiste handeling of het tijdsip van de betekening die hem ervan is gedaan na afloop van het voorlopig bewind. Tegen de voorlopig bewindvoerder loopt de verjaringstermijn vanaf het ogenblik waarop de ongeldige handeling gesteld werd. d]
Schadevergoeding aan de beschermde persoon
Maar ook na verloop van de verjaringstermijn wanneer de vordering tot nietigverklaring niet meer kan worden ingesteld, kan de beschermde persoon of zijn erfgenamen nog vergoeding vorderen van de medecontractant voor de geleden schade. Hij moet dan wel bewijzen dat de medecontractant te kwader trouw was geweest. (art. 488bis j)). Deze vordering verjaart na verloop van tien jaar (art. 2262bis). ii.
Lot van de rechtshandelingen door de voorlopig bewindvoerder zonder de vereiste bijzondere machtiging gesteld
19
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
Ook kan de relatieve nietigheid ingeroepen worden bij materiële rechtshandelingen door de voorlopig bewindvoerder gesteld zonder voorafgaande machtiging van de Vrederechter. Echter de vorderingen in rechte die werden ingeleid zonder voorafgaande machtiging van de Vrederechter, kunnen niet worden getroffen door deze nietigheid. iii.
Lot van de rechtshandeling medecontractant wordt betwist
indien
ze
achteraf
door
de
Een laatste mogelijkheid is dat de medecontractant achteraf een rechtshandeling gesteld met een beschermde persoon betwist. Meestal zal deze gefrustreerde medecontractant bij de pakken blijven zitten. In uitzonderlijke gevallen zou hij kunnen overgaat tot het inroepen van een wilsgebrek. Zij die met miskenning van de handelingsonbekwaamheid rechtstreeks met de beschermde persoon en zodoende op nietige wijze contracteert, kan zich, met het oog op vergoeding van haar schade, niet op artikel 1386bis B.W. beroepen, nu zij deze schade enkel aan haar eigen nietige handelwijze te danken heeft.
e.
Gevolgen voor partners en familie
Wat zijn de implicaties voor de partners en familieleden van de beschermde persoon indien deze een handeling stelt met overtreding van zijn bekwaamheid? Zoals hierboven reeds uitvoerig weergegeven, kan zowel de beschermde persoon als de voorlopig bewindvoerder de nietigheid van de rechtshandeling inroepen. Het gevolg is dat de rechtshandeling wordt geacht nooit bestaan te hebben. Ook ten aanzien van partners en familieleden is deze rechtshandeling niet tegenstelbaar. Echter kunnen deze naasten wel geconfronteerd worden met sommige feitelijke gevolgen. Dit kan het geval zijn indien beslag wordt gelegd op een onroerend goed waarin de beschermde persoon woont met partner en/of familieleden.
20
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
4.
Specifieke handelingsonbekwaamheid binnen het kader van de collectieve schuldbemiddeling
Indien de beschermde persoon veel schulden heeft, kan de voorlopig bewindvoerder de aanstelling van een collectieve schuldbemiddelaar vragen. De art. 1675/2 – 1675/19 Ger.W. regelen de collectieve schuldbemiddeling. Collectieve schuldbemiddeling wordt toegepast indien een persoon een privépersoon een overmatige schuldenlast draagt en die situatie maar blijft aanslepen. Er wordt dan een schuldbemiddelaar aangesteld met het oog op een globale regeling van alle schulden van de privé-persoon. Als aanvraag tot de procedure van de collectieve schuldenregeling dient een verzoekschrift te worden neergelegd bij de arbeidsrechtbank. Indien het verzoek toelaatbaar wordt verklaard, wordt in een eerste fase een minnelijke aanzuiveringsregeling opgesteld. Als alle schuldeisers dit plan aanvaarden, dan wordt dit akkoord door de rechter bekrachtigd. Wanneer over dit plan geen akkoord kan worden bereikt dan dringt een gerechtelijke aanzuiveringsregeling zich op. Indien vastgesteld wordt dat de aanzuiveringsregeling geen oplossing lijkt te bieden voor de afbetaling van de schulden, dan kan de arbeidsrechter overgaan tot de gerechtelijke kwijtschelding van schulden. Dit gebeurt in principe na de volledige uitwinning van de schuldenaar. De beschikking van toelaatbaarheid tot de collectieve schuldenregeling heeft de onbeschikbaarheid van het vermogen van de schuldenaar tot gevolg (art. 1675/7 Ger.W.). Enigszins in de denkwijze van de specifieke beschermingsstatuten wordt de handelingsbekwaamheid van de schuldenaar sterk beperkt. Daden die binnen het “normale vermogensbeheer” vallen kunnen door hem worden gesteld. Bijvoorbeeld: dagdagelijkse aankopen en betalingen; bewarende maatregelen treffen zoals aangifte doen aan een verzekeraar; rechten uitoefenen die het vermogen niet in gevaar brengen zoals onderhoudsbijdrage vorderen . Echter voor alle handelingen die verder gaan dan dit “normale vermogensbeheer”, is de toelating van de beslagrechter vereist. Zonder deze toelating, zijn deze handelingen niet tegenwerpelijk aan de schuldeisers. Andere praktische nevenwerkingen van dit regime is dat vanaf de beschikking van toelaatbaarheid van de arbeidsrechter er geen uitvoerende beslagen kunnen worden gelegd, er geen loonsoverdracht meer kan betekend worden en dat het verder lopen van de intresten wordt opgeschort.
21
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
5.
besluit
Het burgerlijk recht voorziet een aantal beschermingstechnieken voor diegenen die schulden aangaan. Sommigen hiervan (o.a. de wilsgebreken) zijn van toepassing op elke rechtshandeling en kunnen door elke schuldenaar (handelingsbekwaam of niet) worden ingeroepen. Het is uiteindelijk de Rechtbank die zal oordelen of een wilsgebrek aanvaard wordt en het voeren van een dergelijke procedure wegens een wilsgebrek, kan heelwat kosten (en tijd) met zich meebrengen, onafgezien de onzekerheid omtrent een gunstige afloop van de zaak. Ook bij de verhaalbaarheid van schulden, kunnen andere gezinsleden beschermd worden. Diverse beschermingsmechanismen ten gunste van de schuldenaar, zijn ook van toepassing bij gedwongen uitvoering. Het is evident dat dit noodscenario’s zijn. Het zijn elementen die voor de Rechtbank of voor de gerechtsdeurwaarder kunnen aangehaald worden, nadat reeds veel gerechtskosten zijn gemaakt. Het is wenselijk dat bij een situatie van (overmatige) schuldenlast, kort op de bal te spelen. Zo kan bijvoorbeeld spoedig contact wordt opgenomen met de schuldeisers teneinde een minnelijk afbetalingsplan te bekomen, al dan niet met stopzetting van het verderlopen van de intresten te bekomen . Ook schuldeisers hebben trouwens belang bij een dergelijk afbetalingsplan teneinde te vermijden dat zij (na heelwat kosten te maken) uiteindelijk niets recupereren. Specifieke beschermingstechnieken werden de laatste jaren voorzien voor diegenen die ingevolge psychisch problemen niet in staat zijn om hun financies te beheren (statuut van het voorlopig bewind) of om een “fresh start” te bieden d.m.v. een door de Rechtbank opgelegd afbetalingsplan aan diegenen die een onoplosbare schuldenberg hebben gecreëerd.
Mr. Philip VAN DEN BERGHE Mr. Loes D’HOOGHE Advocatenassociatie Staelens – Van den Berghe – Vrombaut (Phibalex) BRUGGE 22
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
bibliografie: -
BAEL J., cursus opstellen van notariële akten, 2007-2008. BERTOUILLE V., ROTTHIER K. en VAN DEN EENDEN E., Voorlopig bewind: praktische handleiding, Mechelen, Kluwer, 2008, 407 p.. DELAHAYE T. en CASTELEIN C., 8: voorlopig bewind, in VERBEKE, A. (ed.) Bibliotheek burgerlijk recht en procesrecht Larcier, Brussel, De Boeck en Larcier, 2007, 255 p.. GERLO J. en VERSCHELDEN G., Handboek voor familierecht, Brugge, Die Keure, 2008, p. 290 – 299. PINTENS W., VAN DER MEERSCH B. en VANWINCKELEN K., Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, Leuven, Universitaire pers Leuven, 2002, 997 p. SENAEVE P., Compendium van het personen – en familierecht, Leuven, Acco, 2008, p. 201 -226. SENAEVE P., Compendium van het personen – en familierecht, Leuven, Acco, 2004, p. 258 - 264. SENAEVE P., Het statuut van de geestesgestoorden, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 1999, 305 p.. VAN GERVEN W., Verbintenissenrecht, I, Leuven, Acco, 2003-2004, p. 54 68. WYLLEMAN A., Art. 488bis B.W voorlopig bewind goederen van meerderjarige, nietigheid en verjaring, in X., Personen- en familierecht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer B.W., losbl. WUYTS T., Recente ontwikkelingen inzake vermogensbeheer door ouders voogd en voorlopig bewindvoerder, Capita selecta, in X., Recht in beweging, p. 157-179.
23
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
wetteksten 1] algemene nietigheidsgronden: art. 1109 – 1122 B.W. BURGERLIJK WETBOEK 21 MAART 1804 BOEK III WIJZE VAN EIGENDOMSVERKRIJGING TITEL III CONTRACTEN OF VERBINTENISSEN UIT OVEREENKOMST IN HET ALGEMEEN hoofdstuk II afdeling I
voorwaarden die tot de geldigheid van de overeenkomsten vereist zijn.
toestemming.
Art. 1109. Geen toestemming is geldig, indien zij alleen door dwaling is gegeven, door geweld afgeperst of door bedrog verkregen. Art. 1110. Dwaling is alleen dan een oorzaak van zij de zelfstandigheid betreft van de zaak die het Zij is geen oorzaak van nietigheid, wanneer zij bedoelde te handelen, tenzij de overeenkomst persoon is aangegaan.
nietigheid van de overeenkomst, wanneer voorwerp van de overeenkomst uitmaakt. alleen de persoon betreft met wie men hoofdzakelijk uit aanmerking van deze
Art. 1111. Geweld, gepleegd tegen hem die de verbintenis heeft aangegaan, is een oorzaak van nietigheid, zelfs al is het gepleegd door een derde, onderscheiden van degene ten voordele van wie de overeenkomst is aangegaan. Art. 1112. Het geweld moet van dien aard zijn dat het op een redelijk mens moet indruk maken en hem kan doen vrezen dat hij zelf of zijn vermogen aan een aanzienlijk en dadelijk kwaad is blootgesteld. Hierbij wordt gelet op de leeftijd, het geslacht en de stand van de personen. Art. 1113. Geweld is een oorzaak van nietigheid van het contract, niet alleen wanneer het gepleegd wordt tegen de persoon die het contract aangaat, doch ook wanneer het gepleegd wordt tegen zijn echtgenoot of tegen zijn echtgenote, of tegen zijn bloedverwanten in de nederdalende of in de opgaande lijn. Art. 1114. De vrees uit eerbied voor vader of moeder of een ander bloedverwant in de opgaande lijn, zonder dat enig geweld is gepleegd, is op zichzelf niet voldoende om het contract te vernietigen. Art. 1115. Men kan niet meer tegen een contract uit hoofde van geweld opkomen, indien dat contract sinds het ophouden van het geweld is goedgekeurd, hetzij uitdrukkelijk, hetzij stilzwijgend, hetzij doordat men de tijd, bij de wet voor het herstel bepaald, heeft laten voorbijgaan. Art. 1116. Bedrog is een oorzaak van nietigheid van de overeenkomst, wanneer de
24
Studiedag Toch geen schulden!? ▪ vrijdag 2 oktober 2009 ▪ PAC Het Zuid Gent
kunstgrepen, door een van de partijen gebezigd, van dien aard zijn dat de andere partij zonder die kunstgrepen klaarblijkelijk het contract niet zou hebben aangegaan. Bedrog wordt niet vermoed, het moet worden bewezen. Art. 1117. Een overeenkomst die door dwaling, geweld of bedrog is aangegaan, is niet van rechtswege nietig; zij levert slechts grond op voor een vordering tot nietigverklaring of tot vernietiging, in de gevallen en op de wijze, bepaald in afdeling VII van hoofdstuk V van deze titel. Art. 1118. Benadeling maakt overeenkomsten slechts nietig wat betreft bepaalde contracten of bepaalde personen, zoals in dezelfde afdeling zal worden vastgesteld.
2] specifieke nietigheidsgrond voorlopig bewind: art. 488bis i) & j) B.W. BOEK I
PERSONEN.
MEERDERJARIGHEID, ONBEKWAAMVERKLARINGEN EN BIJSTAND RAADSMAN
TITEL
XI
VOORLOPIG BEWIND, VAN EEN GERECHTELIJK
VOORLOPIG BEWIND OVER DE GOEDEREN TOEBEHOREND AAN EEN MEERDERJARIGE
HOOFDSTUK Ibis
Art. 488 bis i). Alle handelingen die door de beschermde persoon zijn verricht in strijd met de bepalingen van artikel 488bis, f), zijn nietig. Deze nietigheid kan uitsluitend door de beschermde persoon of de voorlopige bewindvoerder worden ingeroepen. Het eerste lid is toepasselijk op de handelingen verricht na de indiening van het verzoekschrift tot aanstelling van een voorlopige bewindvoerder.
3] specifieke nietigheidsgrond collectieve schuldenregeling: art. 1675/7 Ger.W. GERECHTELIJK WETBOEK 10 OKTOBER 1967 DEEL V BEWAREND BESLAG, MIDDELEN TOT TENUITVOERLEGGING EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. HOOFDSTUK I Afdeling 2
Procedure van collectieve schuldenregeling.
Inleiding van de procedure.
Art. 1675/7 § 5. Onverminderd de toepassing van artikel 1675/15 is iedere daad gesteld door de schuldenaar in weerwil van de gevolgen verbonden aan de beschikking van toelaatbaarheid niet tegenwerpbaar aan de schuldeisers.
25