PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003), gewijzigd bij KB van 10/08/2005
SCHRIFTELIJKE PROEF 29 APRIL 2006 Algemene Instructies Maximale examenduur: 09.00 uur tot 14.00 uur Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en lidnummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Het gebruik van een rekenmachine, een rekeningenstelsel en wetboeken (WIB, BTW, Vennootschapsrecht etc….) is toegelaten voor zover er geen persoonlijke notities in werden opgenomen. Dit examen bestaat een reeks vragen , gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) De resultaten worden toegestuurd van zodra de correctoren alle exemplaren hebben verbeterd. Deze vragenlijst (MET modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen op de website worden gepubliceerd. Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES !!!!!!
1
DEELDOMEIN BOEKHOUDING
…/40 …/15
A.
ALGEMENE BOEKHOUDING
A.1
De bezoldigingen betaald aan de bestuurders van een coöperatieve vennootschap worden op welke rekening geboekt? Antwoord : De bezoldigingen van bestuurders worden geboekt op rekening 618, tenzij ze ingeschreven zijn als weddetrekkende (dit is niet de regel in
België); in dit laatste geval worden de bezoldigingen geboekt op rekening 6200.
A.2
Hoe boekt U de periodieke betalingen van een huurovereenkomst op lange termijn (36 maanden) betreffende een personenwagen? Antwoord : de periodieke betalingen worden rechtstreeks in kosten geboekt onder de rubriek 61 (inclusief de niet aftrekbare BTW); voor fiscale
redenen, is het aangewezen om het deel “intrest” van de periodieke betaling op de rekening 650 te boeken
A.3
Verklaar het verschil tussen de rekeningen 6621 Bestedingen van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten en 762 Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten. Antwoord : De rekening “6621 Bestedingen van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten” wordt gebruikt indien de risico’s waarvoor vroeger voorzieningen werden gevormd aanleiding hebben gegeven tot kosten tijdens het boekjaar. De rekening “762 Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten” wordt gebruikt indien de vroeger gevormde voorzieningen overtollig blijken te zijn.
A.4
De onderneming heeft een openstaande vordering op dubieuze debiteur X voor een bedrag van 9075,00 EUR (BTW-tarief = 21%). Er werd reeds een waardevermindering geboekt van 7 500,00 EUR. Uiteindelijk betaalt de debiteur toch zijn vordering. Geef de journaalposten. Oplossing Journaalposten 550
409
Kredietinstellingen: R/C 407 @ Dubieuze debiteuren
Geboekte waardeverminderingen handelsvorderingen Terugneming waardevermind. op HV 6341 @ <1jaar
2
9 075,00 9 075,00
7 500,00 7 500,00
B.
WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING …/15
B.1
Grondstoffen in voorraad vertonen, op de datum van afsluiting van het boekjaar, een marktwaarde van 10 terwijl de aanschaffingswaarde 12 bedraagt. Wat is de invloed op de afsluitboekingen? Antwoord : De grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de marktwaarde wanneer deze lager is dan de aanschaffingswaarde (art. 69, § 1 KB 30 januari 2001). De voorraad wordt in dit geval aan 10 gewaardeerd. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de marktwaarde wordt in de resultatenrekening onder de rekening “6090 voorraadwijziging van grondstoffen” geboekt (dus niet onder waardeverminderingen).
B.2
Wie bepaalt de waarderingsregels in een naamloze vennootschap? Waar moeten ze worden vermeld? Antwoord : de waarderingsregels worden bepaald door het bestuursorgaan (art. 28, § 1, 2de lid KB 30 januari 2001), nl. de raad van bestuur. De waarderingsregels worden, bij hun goedkeuring, in de notulen van de raad van bestuur genoteerd. Ze worden opgenomen in het inventarisboek en ze worden jaarlijks samengevat in de toelichting bij de jaarrekening (art. 28, § 1, 2de lid KB 30 januari 2001).
B.3
Hoe berekent U het verschuldigde vakantiegeld voor de arbeiders in een vennootschap die haar boekjaar afsluit per 31 december 2005? Antwoord : 10,27 % van 108 % van de in 2005 aan de RSZ aangegeven lonen.
B.4
Een vennootschap heeft bestuurders vervangen tijdens het jaar. Welke bestuurders moeten in de jaarrekening worden vermeld? Antwoord : het zijn de bestuurders in functie op datum waarop de jaarrekening ter goedkeuring aan de algemene vergadering wordt voorgelegd.
3
B.5
Op blz 1 bis van de jaarrekening van een vennootschap die beroep doet op de diensten van een erkend boekhouder-fiscalist, is het verplicht de identiteit van deze beroepsbeoefenaar te vermelden? Antwoord : artikel 100 W. Venn. voorziet niet in de vermelding van de identiteit van de boekhouder-fiscalist. Deze vermelding op blz 1 bis is dan ook volledig vrijblijvend.
B.6
Het jaar dat een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt, welke rechtstreekse verplichtingen vloeien er voort bij het opstellen van de jaarrekening? Antwoord : artikel 57, § 1, 2de lid KB 30 januari 2001 bepaalt: “De geherwaardeerde waarde die voor deze vaste activa in aanmerking wordt genomen wordt verantwoord in de toelichting bij de jaarrekening waarin de herwaardering voor het eerst werd toegepast.”
B.7
Bespreek het eigen vermogen van de vennootschap waarvan U de gegevens hieronder vindt:
Antwoord : De wettelijke reserve bereikt nog niet 10% van het geplaatst kapitaal en er zijn geen andere reserves. De vennootschap heeft dan ook vermoedelijk belangrijke verliezen geleden tijdens de vorige jaren. Het laatste jaar is wel winstgevend. Bovendien bestaat het eigen vermogen voor het grootste deel uit “herwaarderingsmeerwaarden” (het laatste jaar nog 2/3de van het totaal eigen vermogen). Dank zij deze herwaardering heeft men de solvabiliteitsratio verbeterd, maar dit resulteert enkel uit een boekhoudkundige ingreep.
4
C.
ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER
…/6
C.1
Een vennootschap overweegt belangrijke investeringen te doen. Haar liquiditeit is positief. Ongeveer 25% van het balanstotaal wordt door eigen vermogen gefinancierd. Om de voorziene investeringen te financieren, zijn er drie mogelijkheden: - Een krediet aangaan onder vorm van voorschotten op vaste termijn (de huidige rentevoet voor voorschotten op één jaar bedraagt 4,5 %); - Een lening op 10 jaar aangaan met een vaste rentevoet van 7,75 %; - Het kapitaal van de vennootschap verhogen. Wat beveelt U uw klanten aan? Antwoord : Investeringen worden nooit met kredieten op korte termijn gefinancierd. Anderzijds, rekening houdend met de huidige solvabiliteitsratio van 25%, indien de volledige investering met schulden wordt gefinancierd, dan zal de solvabiliteitsratio de gevarenzone naderen. Minstens 25 % van de investering moet door een kapitaalverhoging worden gefinancierd teneinde de solvabiliteitsratio op het huidige peil te behouden; het deel van de investering dat niet door een kapitaalverhoging wordt gedekt wordt dan met een lening op 10 jaar gefinancierd voor zover de economische levensduur van deze investering minstens 10 jaar is. In het andere geval via een lening waarvan de duur gelijk is aan de economische levensduur van de investering.
5
D.
ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING. …/4
D.1
U wordt geconsulteerd door een psycholoog , erkend op de lijst ad hoc van de erkende psychologen bij de overheid. Het betreft evenwel geen geneesheer. Betrokkene werkt als psycholoog in een ziekenhuis als bediende en wenst zich in bijberoep als zelfstandige te vestigen (privé praktijk). Hij vraagt aan U welke formaliteiten hij dient te vervullen om als zelfstandig psycholoog aan de slag te gaan. Welk advies geeft U hem, mede rekening houdend met het feit dat hij gehouden is een beroepsgeheim te respecteren tav zijn cliënten?
1. vermits het een vrij beroep betreft, gebeurt de inschrijving bij de KBO via ofwel de BTW administratie ofwel via de RSZ als de betrokken psycholoog een werkgever zou zijn. Een bezoek aan een ondernemingsloket is dus niet nodig. 2. de activiteit van psycholoog wordt niet aanzien als een medische activiteit. Op deze basis geniet betrokkene dan ook niet van de vrijstelling van BTW op grond van art. 44 WBTW. Hij dient dus zijn inschrijving als BTW belastingplichtige aan te vragenbij de BTW administratie. Evenwel, in het begin van zijn activiteit, kan hij misschien voor het vrijstellingsregime opteren, tenzij hij absoluut de hem aangerekende BTW wenst af te trekken via de periodieke aangiftes. 3. Inzake directe belastingen zijn er twee formaliteiten die moeten nageleefd worden: a) Verplichting om een boek met ontvangstbewijzen bij te houden met de ontvangen erelonen – ontvangstbewijzen (voorzien van zegel “Belgische staat”) Teneinde de identiteit van de patiënten te respecteren, kunnen de namen en adressen worden vervangen door codes, waarvan de overeenstemming kan nagegaan worden door de fiscus. b) Verplichting om een journaalboek bij te houden , voorzien bij ministerieel besluit, waarin hij de reëel ontvangen erelonen moet bijhouden, hetzij ontvangen in contanten hetzij via overschrijving. Het kan volstaan om de ontvangsten bij te houden per BTW boekje op voorwaarde dat elk boekje voorzien is van een band dat het totaal van de ontvangsten totaliseert. Een boek kan slechts de ontvangsten van één jaar bevatten. In concreto dient men dus minstens voor elk nieuw jaar een nieuw boek bij te houden. De niet gebruikte ontvangstbewijzen moeten dan ook vernietigd worden. Opmerking: Vermits het hier een bijberoep betreft, kan betrokkene niet genieten van de vrijstelling van de verhoging wegens onvoldoende voorafbetalingen. 4. Tot slot, dient hij zich als zelfstandige aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. (naar keuze)
6
…/35
DEELDOMEIN FISCALITEIT
(inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen)
E.
BTW
…/10
E.1
Is de BTW in hoofde van de garagist geheel aftrekbaar op volgende 100% beroepsmatige uitgaven? Omcirkel het correcte antwoord.
01. Huur van een voertuig type break voor het transport van materialen 02. Aankoop van 12 flessen wijn van 52,00 € /stuk die aangeboden worden aan alle arbeiders en bedienden van de onderneming( collectief cadeau ) 03. Onderhoudscontract van de bestelwagens 04. Restaurantnota van de bedrijfsleider 05. Levering van diesel voor de gehuurde break 06. Factuur voor de isolatie van het dak van de burelen 07. Factuur van de bedrijfsrevisor 08. Premie brandverzekering van de burelen 09. Aankoop van een radio die gebruikt wordt door de magazijnier in de hall waar goederen gestockeerd worden 10. Publicitaire spot op TV
JA
NEEN
JA
NEEN
JA JA JA JA JA JA JA
NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN NEEN
JA
NEEN
E. 2 Welke zijn alle vakken van de periodieke BTW aangifte die moeten ingevuld worden bij volgende handelingen ? Geef voor elk vak het overeenstemmende nummer alsook het correcte bedrag. Behalve indien anders wordt vermeld , zijn de bedragen die opgenomen worden exclusief 21% BTW. De bedragen dienen afgerond te worden volgens de algemene regel (twee decimalen) 1. Een handelaar in tweedehandswagens koopt een tweedehands aanhangwagencaravan op een beurs voor tweedehandswagens voor de prijs van 6.792,00 € en verkoopt deze daarna voor 8.200,00 € aan een bouwondernemer die deze voor 80% zal gebruiken op zijn werven en voor 20% privé zal aanwenden. Aangifte van de autohandelaar : Vak Bedrag Vak Bedrag 81 6.792,00 59 1.426,32
Vak 03
Aangifte van de bouwondernemer: Vak Bedrag Vak Bedrag Vak 83 6.560,00 59 1.377,60
Bedrag 8.200,00
Vak 54
Bedrag 1.722,00
Vak
Bedrag
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
7
2. Een groothandelaar in informaticamateriaal koopt in Litouwen 200 “platte schermen” (flat screen) aan 187,00 € per stuk. Hij verkoopt er 198 aan een supermarkt in België voor de prijs van 233,00 € stuk, houdt één scherm voor persoonlijk gebruik en houdt er tevens één voor het administratief beheer van zijn onderneming. Aangifte van de groothandelaar (zonder voorafname in de stock): Vak Bedrag Vak 81 37.026,00 83
Bedrag 187,00
Vak 59
Bedrag 7.814,73
Vak 86
Bedrag 37.400,00
Vak 55
Bedrag 7.854,00
Vak Bedrag Vak 03 46.321,00 54
Bedrag 9.727,41
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Of eventueel (met voorafname in de stock): Vak Bedrag Vak 81 37.213,00 83
Bedrag 187,00
Vak 59
Bedrag 7.854,00
Vak 86
Bedrag 37.400,00
Vak 55
Bedrag 7.854,00
Vak Bedrag Vak 03 46.508,00 54
Bedrag 9.766,68
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Alternatief met voorafname van stock Vak Bedrag Vak 81 37.400,00 83
Bedrag nihil
Vak 59
Bedrag 7.854,00
Vak 86
Bedrag 37.400,00
Vak 55
Bedrag 7.854,00
Vak Bedrag Vak 03 46.508,00 54
Bedrag 9.766,68
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Aangifte van de supermarkt : Vak Bedrag Vak Bedrag 81 46.134,00 59 9.688,14
8
3. Een drogisterij laat de ramen van haar onroerend goed, waarin de handelszaak gevestigd is (70%) alsook de privé woning (30%), wassen voor de prijs van 180,00 €: Aangifte van de drogisterij : Vak Bedrag 82 126,00
Vak 59
Bedrag 26,46
Vak 87
Bedrag 180,00
Vak 56
Bedrag 37,80
Vak
Bedrag
Aangifte van de onderhoudsfirma : Vak Bedrag Vak Bedrag Vak 45 180,00
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
4. Een kleinhandelaar in textiel onderworpen aan het forfaitaire regime neemt uit zijn stock een vest met een waarde van 523,00 € (aankoopwaarde) met het oog op het communiefeest van zijn dochter. Vak Bedrag nihil
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
5. Het prorata aftrekpercentage van een gemengde BTW plichtige herberekend in januari 2006 voor het jaar 2005 bedraagt 63% terwijl het voorlopige prorata 49% was. Het bedrag van de BTW die afgetrokken werd in 2005 (vak 59) is 145.491,22 €. Vak Bedrag Vak 62 41.568,92 F.
Bedrag
Vak
Bedrag
PERSONENBELASTING
Vak
Bedrag
Vak
Bedrag
…/10
F.1 Geef een opsomming van wat men verstaat onder de werknemersbezoldigingen die door de werkgever als beroepskosten kunnen worden afgetrokken? -
-
de bezoldigingen, salarissen, vervroegd vakantiegeld, voordelen, premies, schadeloosstellingen en alle analoge retributies, met inbegrip van fooien, en de vergoedingen toegekend nav een arbeidsongeschiktheid. De voordelen in natura De schadeloosstellingen betaald uit hoofde of n.a.v de stopzetting van de arbeidsprestaties of het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. De schadeloosstellingen betaald als geheel of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van loon/bezoldiging De verkregen bezoldigingen, zelfs indien ze aan de rechtverkrijgenden van de werknemer zijn betaald of toegekend.
9
F.2 Wat zijn de gevolgen voor een werkgever indien hij de individuele fiches NIET opmaakt/ aflevert die als bewijs dienen voor de geboekte beroepskosten (vb. commissies, bezoldigingen, schadeloosstellingen enz ….) en deze bedragen niet worden aangegeven door de begunstigden in hun aangifte personenbelasting? De werkgever zal een afzonderlijke belasting ondergaan van 300 % (+ crisisbelasting) op de bedragen die niet werden verantwoord aan de hand van individuele fiches 281 xx en samenvattende fiches 325 xx. Art. 57 WIB Deze belasting zal niet verschuldigd zijn indien de belastingplichtige bewijst dat deze bedragen door de begunstigde in zijn belastingsaangifte werden aangegeven. F.3
Een BVBA stelt een niet-bemeubeld woonhuis ter beschikking van zijn zaakvoerder. Het niet geïndexeerd KI van dit woonhuis bedraagt 1000,00 €. Welk is het bedrag dat in hoofde van de zaakvoerder als voordeel van alle aard zal worden belast. (index = 1,3889) Het belastbaar voordeel in hoofde van de zaakvoerder bedraagt: KI geïndexeerd x 2 x 100/60 Dus: 1000,00 x 1,3889 x 100/60 x 2 = 4629,66 €
F4
Ten gevolge van een auto-ongeluk ontvangt U een schadeloosstelling voor lichamelijke en morele schade In welk vak van de aangifte personenbelasting moet U dit bedrag aangeven? In geen enkel vak, vermits deze schadeloosstelling niet belastbaar is.
F. 5
Onder welke voorwaarden kan een bedrijfsleider een vennootschapsverlies ten laste nemen voor het aanslagjaar 2005? Kan het aldus eventueel in hoofde van de bedrijfsleider bekomen beroepsverlies worden aangezuiverd op de belastbare beroepsinkomsten van de wettelijk samenwonende partner? Antwoord: Voorwaarden: - de tenlasteneming gebeurt door een onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een geldsom - met het oog op het behoud van beroepsinkomsten - deze inkomsten moeten periodiek uit de vennootschap worden verkregen - de aldus betaalde som moet door de vennootschap volledig worden gebruikt voor de aanzuivering van haar verliezen. Ja, tenzij de wettelijke samenwoning zou aanvangen in hetzelfde jaar als dat waarin het beroepsverlies werd geleden. In dat geval zou immers een afzonderlijke aanslag moeten worden gevestigd.
10
G.
VENNOOTSCHAPSBELASTING
…/10
G1.
De BVBA André werd opgericht met een kapitaal van 20.000,00€. Ze stelt 8 personen tewerk, 1 halftijdse bediende en 7 fulltime arbeiders. De zaakvoerder geniet, naast zijn bezoldiging van 30.000 € tevens van een voordeel in natura (bedrijfswagen), waarvan de waarde wordt geschat op 2.000 € De situatie van het eigen vermogen op 30.12.2005 is de volgende : 100 120 130 131 132 133 140
Geplaatst kapitaal Herwaarderingsmeerwaarden Wettelijke reserve Onbeschikbare reserve Belastingvrije reserve Beschikbare reserve Winst
20.000,00€ 6.000,00€ 1.870,00 € 4.650,00€ 8.380,00€ 25.240,00€ 1.550,00€
Fiscaal is er een overgedragen (fiscaal recupereerbaar) verlies van de vorige jaren ten belope van 1.970,00€. In de loop van het jaar 2005, werden volgende vaststellingen gedaan:
1. De buitengewone algemene vergadering van 31 juli 2005 besliste om een kapitaalverhoging door de voeren van 15.240,00€ door incorporatie van reserves en voorafname van de beschikbare reserves voor éénzelfde bedrag, zonder uitgifte van nieuwe deelbewijzen/aandelen. 2. De herwaarderingsmeerwaarde wordt in 2005 afgeschreven voor een bedrag van 1.000,00€ , die in de boekhouding als volgt wordt ingeschreven: 6302 Afschrijvingen op materiële vaste activa 1.000,00€ @ 2219 geboekte afschrijvingen (gebouwen)
3. Er worden provisies aangelegd a) op het passief van de balans - voorzieningen voor risico’s en kosten REK 163 - voorzieningen voor vakantiegeld REK 456 b) op het actief - waardevermindering op vorderingen REK 409
1.000,00€
600,00€ 28.950,00€ (890,00€)
4 Bij een fiscale controle werd opgemerkt dat twee leveranciers op het credit van de rekening leveranciers voorkwamen gedurende 3 boekjaren voor dezelfde bedragen en zonder andere bewegingen(410 en 390) Totaal 800,00€. De administratie beschouwt deze bedragen als niet verschuldigd en verwerpt ze dan ook. 11
5. De vennootschap heeft materiaal, verworven in 1995 voor 80.000,00€ en volledig afgeschreven, verkocht voor een bedrag van 10.000,00€. Ze heeft nieuw materiaal aangekocht voor 90.000,00€, afschrijfbaar op 10 jaar. Er wordt gebruik gemaakt van de gespreide investeringsaftrek en de gespreide belasting van de meerwaarden. 6. Volgende kosten worden genoteerd : 6128 6118 6144 6402 6133 6302
brandstof onderhoud wagen verzekering verkeersbelasting technische inspectie afschrijvingen
1.500,00€ 932,00€ 848,00€ 140,00€ 30,00€ 1.950,00€
Restaurantkosten 6575 Intresten financiering wagen 6450 Verkeersboete 6700 Voorafbetalingen
7.
5.400,00€ 500,00€ 720,00€ 150,00€ 2.120,00€
De gewone algemene vergadering beslist om de winst van 8.630,00€ als volgt te besteden : Wettelijke reserve Dividenden Beschikbare reserves Overdracht
? 2.000,00€ 6.000,00€ saldo
Gelieve de verschillende rubrieken van de aangifte in de vennootschapsbelasting in te vullen en het belastbaar inkomen te bepalen – rubriek 102. Antwoord : zie aangifteformulier + hieronder voorbereiding aangifte Bepaling van de verworpen uitgaven 1. 2. 3.
6700 bedrijfsvoorheffing en voorafbetalingen 6426 verkeersboete Autokosten 6118 onderhoud 932,00€ 6143 verzekering 848,00€ 6402 verkeersbelasting 140,00€ 6133 Technische inspectie 30,00€ 6302 Afschrijvingen 1.950,00€ 3.900,00€ Voordeel van alle aard 2.000,00€ x 70% ( 1.400,00€)
12
2.120,00€ 150,00€
Verworpen 25% van 4.
2.500,00€
625,00€
Restaurantkosten 500,00€ x 31% TOTAL
155,00€ 3.050,00€
Wettelijke reserve toe te voegen 2.000,00€ - 1.870,00€ = 130,00€ Investeringsaftrek 90,000€ x 10,5 x 10% = 945,00€ H.
BELASTINGPROCEDURES
…/5
H1.
In welke gevallen kan de fiscale administratie overgaan tot een belastingsaanslag van ambtswege ten belopen van de belastbare inkomsten die zij vermoedt op basis van de in haar bezit zijnde informatie? De fiscale administratie kan overgaan tot een aanslag van ambtswege in de gevallen waar de belastingplichtige: - niet binnen de voorgeschreven termijnen zijn aangifte indiende - niet binnen de voor deze doeleinden toegekende termijn verhielp aan de gebrekkige vormvereisten van bovenvermelde aangifte. - geen boeken, documenten, boekhoudregisters of dossiers , elektronische gegevens enz… bezorgde - niet tijdig de gevraagde inlichtingen verschafte - niet tijdig antwoordde op de vragen van de fiscus naar aanleiding van een bericht van wijziging betreffende zijn aangifte.
H2.
Naar aanleiding van de verkoop/overdracht van een handelsfonds moeten bepaalde formaliteiten worden vervuld ten aanzien van de ontvanger der belastingen. Welke formaliteiten worden hier bedoeld? De overnemer moet aan de ontvanger der belastingen van de woonplaats van de overdrager een attest vragen waaruit blijkt dat de overdrager geen fiscale schulden heeft. Zo vermijdt de overnemer dat hij hoofdelijk aansprakelijk wordt voor de fiscale schulden van de overdrager. Dit attest dient bijgevoegd te worden aan de verkoopakte. Dit attest zal door de ontvanger niet worden afgeleverd indien op datum van de aanvraag er nog fiscale schulden zijn in hoofde van de overdrager. De ontvanger beschikt over een termijn van 1 maand om het attest op te maken. Bij gebreke hiervan wordt de overdrager geacht geen openstaande fiscale schulden te hebben. Eenzelfde regeling is van kracht ten aanzien van de BTW administratie, de RSZ en de RSVZ.
13
DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN I. I.1
…/25
VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN. …/10 Binnen welke termijn moet een naamloze vennootschap haar jaarrekening neerleggen bij de Nationale Bank van België? Antwoord : Volgens art. 98 W. Venn. moet de neerlegging geschieden binnen dertig dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd door de algemene vergadering. In elk geval moet de neerlegging ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar geschieden.
I.2
Een BVBA die aan de definitie van een kleine vennootschap beantwoordt (art. 15 W. Venn.) heeft een overgedragen verlies op haar balans. Welke zijn de gebeurlijke gevolgen van deze situatie? Antwoord : Artikel 96 W. Venn. dat de inhoud van het jaarverslag oplegt, voorziet “6° ingeval uit de balans een overgedragen verlies blijkt of uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt, een verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit”. Kleine niet genoteerde vennootschappen moeten geen jaarverslag opstellen maar het laatste lid van artikel 94 schrijft voor : “De nietgenoteerde kleine vennootschappen moeten de verantwoording bedoeld in artikel 96, 6°, evenwel vermelden in de toelichting bij de jaarrekening.” Indien door de geleden verliezen, het netto-actief gedaald is tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal moet de alarmprocedure worden gevolgd (art. 332 W. Venn). Wanneer het netto-actief gedaald is tot beneden het bedrag van 6.200 EUR kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen (art. 333 W. Venn.).
I.3
Wie moet worden opgeroepen voor de algemene vergadering van een BVBA die behoort tot een groep welke verplicht is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en bekend te maken? Antwoord : Artikel 268 § 1, 3de lid W. Venn. bepaalt de personen die moeten worden opgeroepen: de vennoten; de zaakvoerders; de commissaris (op basis van de vraagstelling is deze BVBA verplicht een commissaris te benoemen); -
-
de houders van certificaten die met medewerking van de vennootschap werden uitgegeven; de obligatiehouders.
14
I.4
Welke jaarlijkse verplichtingen voorziet het Wetboek van vennootschappen voor een BVBA in vereffening? Antwoord : Artikel 193 W. Venn.: “Elk jaar leggen de vereffenaars aan de algemene vergadering de jaarrekening voor met vermelding van de redenen waarom de vereffening niet kon worden voltooid. Betreft het een … een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dan moeten zij een jaarrekening opstellen overeenkomstig artikel 92, die voorleggen aan de algemene vergadering en, binnen dertig dagen na de datum van de vergadering, en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, neerleggen bij de Nationale Bank van België, samen met de andere bij dit artikel voorgeschreven stukken …”.
I.5
In een BVBA wenst men de afsluitdatum van het boekjaar te wijzigen. Welke procedure moet worden gevolgd? Antwoord : dit is een statutenwijziging, bijgevolg moet art. 286 W. Venn. worden gevolgd : “…De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.” De statutenwijziging moet bij een authentieke akte worden vastgesteld (art. 66 laatste lid W. Venn.).
J.
BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS –EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT …../5 Piet werkt reeds jaren op de boekhouding van een onderneming. Via een ingenieus systeem is hij erin geslaagd om kortingen die normaal aan de klant toekomen, af te leiden naar zijn eigen bankrekening. De fraude komt aan het licht na een intern onderzoek van de boeken met het oog op de verkoop van het bedrijf. De gedelegeerd bestuurder neemt op donderdag 13 april 2006 kennis van deze feiten en licht onverwijld de Raad van Bestuur in. De onderneming wil Piet om dringende reden ontslaan.
15
J.1
Wanneer is de laatste dag waarop het ontslag om dringende reden kan worden gegeven? Belangrijk om weten is dat zondag 16 april 2006 (Pasen) en maandag 17 april 2006 (Paasmaandag) twee wettelijke feestdagen zijn. Antwoord: dinsdag 18 april 2006 (eerste werkdag = vrijdag, tweede werkdag = zaterdag en derde werkdag = dinsdag)
J.2
Stel dat het ontslag om dringende reden werd doorgevoerd op maandag 17 april 2006. De werkgever moet vervolgens de motivering van het ontslag om dringende reden ter kennis brengen van Piet en zal daarvoor een gemotiveerde ontslagbrief sturen. Wanneer moet deze brief ten laatste worden verstuurd? Antwoord: donderdag 20 april 2006 (dinsdag = eerste werkdag, woensdag = tweede werkdag)
J.3
Hoe moet bovenbedoelde brief (cfr. J 2) met de ingeroepen ‘dringende reden’ ter kennis worden gebracht van Piet? Kruis de mogelijkheden aan die de Arbeidsovereenkomstenwet volgens U heeft voorzien? Indien u meent dat er meerdere mogelijkheden zijn, kruis dan meerdere vakjes aan. € € € €
door overhandiging van de brief afgetekend voor kennisgeving door de werknemer per gewone post per aangetekende post bij deurwaardersexploot
Antwoord: De kennisgeving kan overeenkomstig artikel 35 van de Wet op de arbeidsovereenkomsten gebeuren per aangetekend schrijven, door overhandiging met ondertekening voor ontvangst en per deurwaardersexploot.
16
K.
PLICHTENLEER
…./10
Geef steeds een korte toelichting bij uw antwoord K1
Situatieschets : Op een blauwe maandag meldt de heer G. Van Gerven zich bij uw kantoor met het verzoek een onderhoud te hebben omtrent de verplichtingen het opstarten van een ingenieursbureau. In de loop van het onderhoud deelt de heer Van Gerven in al zijn enthousiasme mee dat hij op het punt staat een patent te nemen voor een door hem ontwikkeld productieproces. Één van uw cliënten is ook een ingenieursbureau en uit gesprekken met de zaakvoerder ervan weet u dat zij al maanden trachtten een gelijkaardige proces te ontwikkelen doch hier maar niet in slagen. U besluit om, reden van werkoverlast, de heer Van Gerven niet te aanvaarden als nieuwe cliënt. Mag u uw cliënte, die al maanden op zoek is naar de oplossing gevonden door de heer van Gerven, op de hoogte brengen van de inhoud van uw gesprek met de heer Van Gerven ? Neen artikel 19 : discretieplicht – beroepsgeheim.
K.2.
Zijn er in het Reglement van Plichtenleer bepalingen te vinden op grond waarvan u de heer Van Gerven zou weigeren als cliënt? Artikel 6 –onafhankelijke uitoefening -
K3
In de gemeente waar u woont is er een vacature opengevallen voor statutair hoofdboekhouder bij het OCMW. U is boekhouder in bijberoep en dit lijkt u een interessante betrekking. U neemt deel aan de selectieprocedure en u eindigt op de eerste plaats. Mag u dit mandaat aanvaarden en verder blijven werken als boekhouder BIBF ? Ja, mits schriftelijke toestemming van het OCMW (artikel 22)
K.4
De (kleinhandel in cadeauartikelen) is sinds jaar en dag een trouwe klant. De zaakvoerder van deze BVBA wil u uit erkentelijkheid betrekken bij deze vennootschap en biedt U aan om samen met hem zaakvoerder te worden. Aanvaardt U dit mandaat? Licht uw antwoord omstandig toe. Neen, U kan dit mandaat niet aanvaarden: Artikel 6 – onafhankelijkheid ten aanzien van de cliënt Artikel 21 :onverenigbaarheden met commerciële nevenactiviteiten zowel als natuurlijk persoon als via een rechtspersoon
17
K.5
De echtgenoten Philippe en Isabelle, beiden erkend boekhouder(-fiscalist) hebben twee zonen (Frans en Jan) en één dochter (Mathilde). De drie kinderen zijn allen meerderjarig en studeren nog. Om hun werkzaamheden beter te organiseren wensen de ouders een boekhoudvennootschap op te richten conform het KB van 15/2/2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder (-fiscalist) in het kader van een rechtspersoon. Licht steeds uw antwoord toe.!!! - Welke zijn de specifieke aandachtspunten voor de doelomschrijving? Een burgerlijke vennootschap dient opgericht te worden. Het doel moet conform de deontologische voorschriften van het BIBF worden opgesteld. Dit betekent dat enkel voorbehouden en toegelaten activiteiten van erkende boekhouders(-fiscalisten ) mogen opgenomen worden. Dus bijvoorbeeld geen handelsactiviteiten. (art 7 en 8 KB) - Kunnen zij opteren voor een NV? Zo ja, zijn hier bijzondere voorwaarden aan verbonden? Dit kan op voorwaarde dat de aandelen op naam worden uitgegeven (art 8, 3° KB) - Indien zij opteren voor een BVBA. Wie kan tot zaakvoerder worden benoemd in deze boekhoudvennootschap? Enkel de ouders (Philippe en Isabelle) vermits alle zaakvoerders BIBF lid moeten zijn. (art 8, 5°) - Is volgende verdeling van de aandelen mogelijk? Philippe : 35 %, Isabelle 35 %, Frans, Jan en Mathilde elk 10 % . Licht uw antwoord toe. Neen vermits minstens 80 % van de aandelen in handen moet zijn van BIBF leden of stagiairs. (art 8 , 4° KB) - De oudste zoon, zal na zijn studies aan de Hogeschool, afdeling boekhouding-fiscaliteit, een BIBF stage aanvangen. Kan hij op dat ogenblik zaakvoerder/bestuurder worden? Kan hij op dat ogenblik tevens 50 % van de aandelen verwerven ? Dit kan vermits stagiair-boekhouders, net zoals BIBF leden , mede het bestuur van de vennootschap mogen waarnemen alsook een aandelenbezit mogen hebben op voorwaarde dat minstens 80 % van de aandelen in handen is van BIBF leden of stagiairs. Stagiairs die hun beroep via een boekhoudvennootschap wensen uit te oefenen, dienen dit tijdens de stage wel steeds samen te doen met ofwel hun stagemeester ofwel een andere erkende boekhouder (fiscalist) BIBF (Zie art 1 en art 2 , par 2 KB)
18