Versie 1 juli 2016
Dienst Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be
SCHORSING MAATWERKBESLUIT – VEELGESTELDE VRAGEN (versie sociale werkplaatsen) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Op 26 januari 2016 besliste de Raad van State tot een schorsing van het Maatwerkbesluit. Hierdoor trad op 8 februari 2016 de voormalige regelgeving inzake sociale werkplaatsen opnieuw in werking. Door de heropleving van de oude regelgeving worden andere doelgroepcriteria en subsidievoorwaarden dan de maatwerkregelgeving van toepassing. Bijgevolg heeft de schorsing van het Maatwerkbesluit een impact op de werking van de sociale werkplaatsen. Op 1 juli 2016 hechtte de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan de reparatieregelgeving voor sociale werkplaatsen. De reparatieregelgeving voorziet, binnen de juridische mogelijkheden, in een regularisatie en gelijkstelling voor sommige handelingen die werden gesteld tijdens de maatwerkperiode en waarvoor de oorspronkelijke regelgeving voor sociale werkplaatsen geen rechtsgrond bood. Dit document verzamelt veelgestelde vragen rond de impact van de schorsing en de gewijzigde regelgeving op de sociale werkplaatsen. Mocht u echter geen antwoord vinden op uw vraag, mag u deze signaleren aan
[email protected].
1. DOELGROEP 1.1 Welke criteria gelden voor een doelgroepwerknemer sociale werkplaatsen? Door de schorsing zijn de voormalige doelgroepcriteria opnieuw van toepassing. Deze criteria verschillen van een doelgroepwerknemer met recht op maatwerk. Bijkomend regulariseert de reparatieregelgeving de doelgroep die toegeleid werd conform de bepalingen van het maatwerkbesluit. Tot slot voorziet de reparatieregelgeving in de mogelijkheid tot afwijking op de doelgroepcriteria sociale werkplaatsen op basis van de voorziene maatwerkcriteria “PSP”. Een werknemer die in dienst wil treden bij een sociale werkplaats dient: Ofwel tegelijkertijd aan volgende voorwaarden te voldoen: • • • • •
Fysieke of psychische of sociale beperkingen en moeilijkheden hebben; De dag voor indiensttreding ingeschreven zijn bij de VDAB als niet-werkende werkzoekende; Een begeleidingstraject volgen van de VDAB, een door VDAB erkende derde, of een Vlaamse openbare instelling waarmee de VDAB een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten; Dag voor de indienstneming ononderbroken een periode van minstens 5 jaar inactief zijn; Geen hoger diploma, getuigschrift of brevet hebben behaald dan lager secundair onderwijs, buitengewoon hoger secundair onderwijs, of hoger secundair beroepsonderwijs;
Ofwel op de dag voor indiensttreding doelgroepwerknemer te zijn in een erkende sociale werkplaats. Ofwel tewerkgesteld zijn binnen de periode van 1 april 2015 tot en met 9 februari 2016 als doelgroepwerknemer type ‘persoon met een arbeidshandicap’ of ‘persoon met een psycho-sociale beperking’ , zoals vermeld in artikel 3, 2°, a) en b) van het maatwerkdecreet. Ofwel over een arbeidsbeperking beschikking, en door de VDAB geïndiceerd zijn op grond van het ICF-instrument waarbij minimaal drie van de hiernavolgende problemen op het vlak van arbeidsmatige zelfredzaamheid aangetoond werden: a) oplossen van problemen; b) besluiten nemen; c) cognitieve flexibiliteit; d) tijdsmanagement; e) ontwikkelen van vaardigheden; f) vertrouwen; g) omgaan met stress; h) psychische stabiliteit; i) copingstijl; j) werktempo; k) aandacht Let wel, deze laatste mogelijkheid kan enkel voor nieuwe aanwervingen vanaf 1 juli 2016. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 2 van 13
1.2 Wat met de doelgroepwerknemers die aangeworven zijn tussen 1 april 2015 en 7 februari 2016, op basis van ICF of attesten PMAH werden toegeleid, en niet voldoen aan de doelgroepcriteria uit de regelgeving sociale werkplaatsen? De reparatieregelgeving voorziet in een regularisatie van deze doelgroep, met uitzondering van de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’. Bijgevolg zijn deze personen subsidiabel voor tewerkstelling in een sociale werkplaats. Deze regularisatie gaat retroactief in, waardoor deze personen als doelgroepwerknemer worden erkend vanaf 8 februari 2016 (= schorsingsdatum van het maatwerkbesluit).
1.3 Wat met de doelgroepwerknemers die aangeworven zijn op 8 - 9 februari 2016, op basis van ICF werden toegeleid, en niet voldoen aan de doelgroepcriteria uit de regelgeving sociale werkplaatsen of op basis van attesten PMAH? De reparatieregelgeving voorziet in een regularisatie van deze doelgroep, met uitzondering van de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’. Bijgevolg zijn deze personen subsidiabel voor tewerkstelling in een sociale werkplaats. Deze regularisatie gaat retroactief in, waardoor deze personen als doelgroepwerknemer worden vanaf 8 februari 2016 (= schorsingsdatum van het maatwerkbesluit).
1.4 Kan een ICF-geïndiceerde doelgroepwerknemer in dienst treden bij een andere sociale werkplaats? Ja, dit is mogelijk, indien de tewerkstelling aansluitend is. Vermits de reparatieregelgeving deze persoon regulariseert als een doelgroepwerknemer sociale werkplaats is het mogelijk om van sociale werkplaats te veranderen, zonder verlies van recht op subsidies.
1.5 Kunnen werknemers uit een sociale werkplaats in dienst treden bij een beschutte werkplaats? De BTOM-regelgeving bepaalt de personen die gerechtigd zijn op een tewerkstelling in een beschutte werkplaats. De regelgeving voorziet dat personen die tussen 1 april 2015 tot en met 9 februari 2016 als doelgroepwerknemer PMAH of PSP (zoals vermeld in artikel 3, 2°, a) en b) van het maatwerkdecreet) aangeworven werden door een maatwerkbedrijf, gerechtigd zijn voor een tewerkstelling in een beschutte werkplaats. Bijgevolg kunnen personen die in een voormalige sociale werkplaats tijdens de maatwerkperiode werden aangeworven, in dienst treden bij een beschutte werkplaats. Ook personen met een recht op werkondersteunende maatregelen, en die op 9 februari 2016 niet in dienst zijn bij een maatwerkbedrijf, zijn vanaf die zelfde datum gerechtigd op een tewerkstelling in een beschutte werkplaats.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 3 van 13
1.6 Kunnen werknemers uit een beschutte werkplaats in dienst treden bij een sociale werkplaats? Ja, dit is mogelijk. Personen die binnen de periode van 1 april 2015 tot en met 9 februari 2016 als doelgroepwerknemer PMAH of PSP (zoals vermeld in artikel 3, 2°, a) en b) van het maatwerkdecreet) werden aangeworven door een maatwerkbedrijf, kunnen tewerkgesteld worden als doelgroepwerknemer in een sociale werkplaats.
1.7 Wat met de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’? De doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’, zoals voorzien in de maatwerkregelgeving, omvat personen die voorafgaand aan hun tewerkstelling gedurende minstens 24 maanden geen betaalde beroepsarbeid hebben verricht omwille van persoonlijke redenen. Voor deze doelgroep is geen rechtsgrond tot regularisatie in de regelgeving sociale werkplaatsen. Deze personen voldoen niet aan de criteria van een doelgroepwerknemer sociale werkplaats. Bijgevolg zijn deze personen met ingang van 8 februari 2016 niet subsidiabel. De plaatsen ingevuld door de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’ gelden als openstaande plaatsen, en kunnen binnen het toegekende contingent ingevuld worden door doelgroepwerknemers conform de regelgeving sociale werkplaatsen.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 4 van 13
2. BETALINGEN 2.1 Wat betekent de schorsing voor het verwerven van de subsidies? Door de schorsing zijn de voormalige subsidievoorwaarden en -procedures opnieuw van toepassing vanaf 8 februari 2016. Bijgevolg komt – in tegenstelling tot maatwerk – de bewijslast voor het verwerven van de subsidie opnieuw bij de werkgever te liggen. De instrumenten die deze bewijslast ondersteunen zijn: • •
De individuele fiche voor alle personeelsbewegingen en –wijzigingen in tewerkstelling vanaf 1 april 2015 van zowel doelgroep als omkadering; De prestatiegegevens van alle doelgroepwerknemers en omkaderingspersoneel aangeworven binnen het toegekende contingent.
2.2 Hoe vul ik een individuele fiche in? Voor een vlotte verwerking en een correcte berekening van de subsidies dient de individuele fiche volledig ingevuld te worden! De werkplaats voorziet een fiche voor alle subsidiegerechtigde doelgroepwerknemers en omkaderingsleden binnen het toegekende contingent. Voor werknemers in overtal dient geen individuele fiche opgestuurd te worden. De fiche wordt steeds gelinkt met het correcte conventienummer (83xxx, 84xxx, of 85xxx). Het contingent per conventie wordt opgevuld door de werktijd van de werknemer zoals opgenomen in de fiche. Wat u verplicht dient aan te duiden: • • • • • • •
Gegevens van de werkgever (conventienummer, adres, KBO, rekeningsnummer, etc.) Gegevens van de werknemer (naam, adres, rijksregisternummer, diploma, vervanging, etc.) Statuut van de werknemer ( belang gesco of sine): bepaalt de subsidie Datum indiensttreding: bepaalt de start van het subsidierecht Titularis – vervanger: bepaalt het subsidietype ( onderscheid tussen eerste 2 jaren, en volgende jaren) Werktijd en werkregeling: noodzakelijk voor berekening subsidiebedrag Handtekening door werkgever (en desgevallend VDAB en werknemer)
2.3 Waar vind ik een individuele fiche? Voor alle nieuwe aanwervingen vanaf 1 april 2016 gebruikt u de digitale individuele fiche die u kan aanmaken in het e-Subsidieloket. Meer info vindt u in de specifieke video’s “individuele fiches online” die u kan bekijken op: http://www.werk.be/online-diensten/e-subsidieloket-wse/betaal-enprestatiestaten-tewerkstellingsprogrammas/video-uitleg. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 5 van 13
2.4 Voor welke werknemers dien ik een individuele fiche in? Het Departement WSE verzamelde de voorbije maanden de individuele fiches van de doelgroepwerknemers en personeelsbewegingen vanaf 1 april 2015. Om de subsidies correct te kunnen blijven berekenen, dient u voor volgende werknemers een fiche in te sturen: • • • •
Alle werknemers die vanaf 8 februari 2016 in dienst traden volgens de criteria sociale werkplaatsen; Alle werknemers die vanaf 1 juli 2016 in dienst treden via een ICF-indicering door de VDAB; Alle personeelsbewegingen vanaf 1 april 2015 door vervangers (PSP of PMAH) van titularissen; Alle personeelswijzigingen vanaf 1 april 2015: aanpassing werktijdregeling, aanpassing statuut, etc.
2.5 Welke fiches dienen door de VDAB en werknemer gevalideerd te worden? U dient geen validatie door de VDAB of werknemer aan te vragen voor de individuele fiches: • •
Van werknemers die nieuw in dienst traden tussen 1 april 2015 en 7 februari 2016; Bij wijziging contract vanaf 1 april 2015, indien de tewerkstelling onafgebroken bleef bij dezelfde werkgever.
De fiche dient wel gevalideerd te worden door de VDAB en de werknemer: •
Voor personen nieuw in dienst vanaf 8 februari 2016 (onder de regelgeving SW);
2.6 Kunnen de individuele fiches ook elektronisch ingevuld worden? Voor aanwervingen en wijzigingen t.a.v. van nieuw aangeworven personeelsleden vanaf 1 april 2016 dient u de digitale fiche beschikbaar in het e-Subsidieloket te gebruiken. Voor wijzigingen aan de tewerkstelling van alle voor 1 april 2016 aangeworven personeelsleden, waarbij geen attestering van VDAB noodzakelijk is, blijft u steeds de papieren individuele fiche gebruiken.
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 6 van 13
2.7 Richtlijnen voor individuele fiche en vacatures WERKNEMER IN DIENST GETREDEN *
NA 9/2/2016 NIEUW CONTRACT BIJ …
DATUM IN DIENST BIJ NIEUWE WERKGEVER
VACATURE PUBLICEREN ?
VOLDOEN AAN 5 CRITERIA ? (Art.2 1°)
NIEUWE INDIVIDUELE FICHE ?
ATTESTEREN DOOR VDAB ?
PAPIEREN FICHE?
AANEENSLUITEND
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Ja
Neen **
Ja
Ja
Neen
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
AANEENSLUITEND
Ja
Neen *
Ja
Ja
Neen
ONDERBROKEN
Ja
Ja
Ja
Ja
Neen
ZELFDE WERKGEVER VOOR 1/4/2015 ANDERE WERKGEVER
ZELFDE WERKGEVER 1/4/2015 7/2/2016 ANDERE WERKGEVER
ZELFDE WERKGEVER VANAF 8/2/2016 ANDERE WERKGEVER
(* Enkel doelgroepwerknemers regelgeving sociale werkplaatsen, of doelgroepwerknemers PMAH en PSP conform maatwerkregelgeving, geen uiterst kwetsbaren!) (** Statuutgelijkstelling: de doelgroepwerknemer voldoet aan Art. 2, 2° op dag voor indienstneming doelgroepwerknemer zijn in andere erkende sociale werkplaats)
2.8 Hoe vul ik de prestatiestaten in? Eenmaal de individuele fiche verwerkt is door het Departement WSE zal u de prestatiegegevens van de werknemer kunnen invoeren. Dit vanaf de start tot het eind van het contract, en volgens het arbeidsregime zoals vermeld op de individuele fiche. Let wel, u dient eerst een volledige maand afgewerkt te hebben, vooraleer met een nieuwe volgende maand gestart kan worden. Voor verdere informatie over het subsidieloket (inclusief video-uitleg bij de invoer van prestaties): http://www.werk.be/eSubsidieloketWSE
2.9 Waarom dienden de prestaties van de periode 1 april 2015 – 7 februari 2016 ingediend te worden? Het arrest van de Raad van State resulteert in een heropleving van de regelgeving sociale werkplaatsen vanaf 8 februari 2016. Hierdoor blijven de subsidies (vaste enveloppe) die onder de periode van de maatwerkregelgeving (1 april 2015 – 7 februari 2016) behouden. Het Departement WSE vroeg echter de prestatiegegevens van de werknemers voor de periode van de maatwerkregelgeving ook op omwille van twee redenen: •
•
Om de subsidies correct te kunnen berekenen vanaf 8 februari 2016 moest het Departement WSE kennis hebben over de historiek van de personeelsbewegingen (o.a. voor het bepalen van het verlofrecht 2016); De beslissing tot schorsing van het maatwerkbesluit kan gevolgd worden door een beslissing tot vernietiging van dit besluit door de Raad van State. Bijgevolg zou de maatwerkregelgeving geacht zijn nooit te hebben bestaan, en dienen alle subsidies voor de periode 1 april 2015 – 7 februari 2016 volgens de regelgeving SW berekend te worden. Hiervoor is de correcte informatie nodig, en worden complexe herberekeningen of risico op fouten grotendeels vermeden.
2.10
Hoe wordt het voorschot berekend?
De voorschotten onder de oude regelgeving sociale werkplaatsen werden berekend op basis van de het aantal in dienst zijnde doelgroepwerknemers op de dag voor de voorschotberekening. Vermits het Departement WSE op korte termijn niet over deze gegevens zal beschikken, kunnen de voorschotten niet volgens de oude regelgeving berekend worden. In het belang van de financiële continuïteit voor ondernemingen en de tewerkstelling van de doelgroepwerknemers wil het DWSE blijven voorzien in de uitbetaling van de voorschotten. De Vlaamse Regering keurde op 26 februari 2016 een besluit goed dat voorziet in een forfaitair voorschot. Dit bedrag zal uitbetaald worden, totdat alle gegevens verzameld zijn in het eSubsidieloket om de voorschotten conform de regelgeving sociale werkplaatsen te berekenen.
Periode
Voorschotregeling
Januari 2016 – Februari 2016
Maatwerk
Maart 2016 - …
BVR 26 februari 2016 forfaitair bedrag (basis = voorschot maart 2015) betaald op 1e dag van de maand
Eenmaal de prestaties verwerkt zijn in Regelgeving SW e-Subsidieloket eerste voorschot voor de 10e dag van de maand tweede voorschot einde van de maand
2.11 Hoe zullen de vaste voorschotten (op basis van het BVR van 26 februari 2016) afgerekend worden? Deze forfaitaire voorschotten zullen via Easypay afgerekend worden als openstaande schuld, volgens de gewoonlijke procedure.
2.12
Hoe zullen de kwartaalafrekeningen verlopen?
Vanaf het 2e kwartaal 2016 verloopt de afrekening volledig conform de regelgeving sociale werkplaatsen. Tijdens het 1e kwartaal 2016 was echter zowel de maatwerkregelgeving als de regelgeving sociale werkplaatsen van toepassing. Voor dit kwartaal zal de verrekening prorata verlopen per geldende maatregel.
2.13 Zullen de geregulariseerde doelgroepwerknemers reeds meegenomen worden in de afrekeningen? Jazeker, deze personen zitten mee in de verrekening.
2.14 Door de moeizame toeleiding van PSP-profielen vanaf 1 april 2015 kan de bezettingsgraad gedaald zijn? Wat betekent dit financieel bij een nietigverklaring? Indien de Raad van State zou beslissen om het maatwerkbesluit (of onderdelen hiervan) te vernietigen, is de vernietiging mogelijks met terugwerkende kracht. Dit betekent dat de oude regelgeving sociale werkplaatsen retroactief met ingang van 1 april 2015 moet worden toegepast (voor wat betreft de vernietigde delen van het besluit). Indien de vernietiging ook de subsidieregeling (= vaste enveloppe) als voorwerp heeft, zullen de subsidieregels sociale werkplaatsen moeten worden toegepast. Bijgevolg zullen de werkelijke prestaties en de invulling voor de betrokken periode dienen als financieringsbasis van de subsidies (dit binnen de perken van het begrotingskrediet).
2.15 Wat is de impact van de schorsing op de voormalige maatwerklabels? Zullen de afrekeningen en de voorschotten onder de oude conventienummers gebeuren? Vermits de oude regelgeving sociale werkplaatsen heropleeft, gelden de voormalige conventienummers. Alle betalingen en verrekeningen zullen op niveau van het oude conventies gebeuren. Fusies tussen werkplaatsen die op 1 januari 2016 van kracht waren, zullen worden gerespecteerd, en zullen met ingang van de prestaties voor januari 2016 worden toegepast.
3. VACATURES EN TOELEIDING 3.1 Wat betekent de schorsing van het maatwerkbesluit voor aanwervingen en toeleiding? Door de schorsing van het maatwerkbesluit zijn de subsidievoorwaarden en de doelgroepcriteria conform de regelgeving sociale werkplaatsen opnieuw van toepassing vanaf 8 februari 2016. Bijkomend regulariseert de reparatieregelgeving de doelgroep die toegeleid werd conform de bepalingen van het maatwerkbesluit. Tot slot voorziet de reparatieregelgeving in de mogelijkheid tot afwijking op de doelgroepcriteria sociale werkplaatsen op basis van de voorziene maatwerkcriteria “PSP”. Nieuwe aanwervingen vanaf 8 februari 2016 dienen conform de doelgroepcriteria SW te verlopen. Vanaf 1 juli 2016 kunnen ook personen aangeworven op basis van de afwijkingsmogelijkheid via de ICF-indicering (zie vraag 1.1). De toeleiding zal onder de regelgeving sociale werkplaatsen verlopen. Bijgevolg blijft de VDAB verantwoordelijk voor de toeleiding van doelgroepwerknemers naar openstaande vacatures. De beoordeling van de sociale/psychische/fysieke beperkingen zal gebeuren op basis van het psychosociaal verslag.
3.2 Hoe dien ik als sociale werkplaats openstaande vacatures in? De registratie van een openstaande vacature en de melding van de aanwerving door uw organisatie via ‘Mijn VDAB’ werd door de reparatieregelgeving wettelijk. Ook aanwervingen dienen steeds geregistreerd te worden door de werkgever in ‘Mijn VDAB’.
3.3 Kan een sociale werkplaats eigen kandidaten voorstellen? Jazeker. U kan steeds een kandidaat-doelgroepwerknemer voorstellen, conform de geldende doelgroepcriteria of via de inschattingslijst.
3.4 Geldt de vervangingstermijn opnieuw? De reparatieregelgeving schrapt de vervaltermijn voor de vervanging van doelgroepwerknemers. Hiermee wordt de praktijk tot gelijke hoogte met de beschutte werkplaatsen gebracht. De verplichte aanwervingstermijn bij nieuw toegekende plaatsen blijft wel behouden.
3.5 Voor welke vervangingen dien ik een individuele fiche in te dienen? U dient voor elke vervanging een individuele fiche in te dienen, waarin u aanduidt welke werknemer vervangen wordt. Bij vervangingen vanaf 1 april 2015, waarbij de tewerkstelling van de persoon onafgebroken blijft (= geen dag of meer tussen een tewerkstelling), dient u geen validatie door de VDAB of werknemer aan te vragen. Bij vervangingen vanaf 1 april 2015, waarbij de tewerkstelling onderbroken is met minstens een dag, dient u wel een validatie door de VDAB en werknemer te bekomen.
3.6 Kan ik een werknemer met ‘recht op maatwerk’ als vervanger inzetten na 8 februari 2016? U kan een persoon, aangeworven tussen 1 april 2015 en 9 februari 2016 met een WOP-pakket aanduiden als vervanger. Let wel, dit geldt niet voor personen met een maximale ondersteuning voor 2 jaar zijnde ‘uiterst kwetsbaren’.
3.7 Dien ik individuele fiches door te sturen voor doelgroepwerknemers in overtal? Doelgroepwerknemers die buiten het toegekende contingent vallen, dienen geen individuele fiche te voorzien.
3.8 Wat is de impact van de schorsing op reguliere contracten en interimcontracten? De maatwerkregelgeving voorzag in de mogelijkheid tot reguliere tewerkstelling. Deze mogelijkheid wordt bekrachtigd door de reparatieregelgeving. Bijgevolg kan een werkplaats ook reguliere werknemers, die niet subsidiabel zijn volgens de regelgeving sociale werkplaatsen, aanwerven.
3.9 Wat is de impact van de schorsing op de contracten van bepaalde duur? Geen. U beschikt nog steeds over de vrijheid in het type contract voor een doelgroepwerknemer.
4. ENCLAVES EN ACTIVITEITEN 4.1 Wat is de impact van de schorsing op lopende enclaves? In de regelgeving sociale werkplaatsen wordt geen melding gemaakt van de mogelijkheid tot enclavewerking. Desalniettemin kan u in het kader van een aanneming van diensten wel opdrachten uitvoeren voor een ander bedrijf. Belangrijk is wel dat u het gezag en toezicht over de werknemers niet overdraagt aan het bedrijf met wie u deze overeenkomst sluit. Met andere woorden, er moet altijd een begeleider vanuit de sociale werkplaats aanwezig zijn. Zo niet, valt u onder de toepassing van terbeschikkingstelling.
4.2 Wat is de impact van de schorsing op activiteiten waarvoor de werkplaats voorheen geen erkenning had? Behoudt de werkplaats hier de vrijheid? De maatwerkregelgeving voorzag de vrijheid van activiteit, zonder voorafgaande goedkeuring. Deze mogelijkheid wordt bekrachtigd door de reparatieregelgeving. Bijgevolg kan een werkplaats de activiteiten vrijelijk wijzigen of uitbreiden.
5. DOORSTROOM 5.1 Wat betekent de schorsing van maatwerk voor doorstroom? De regelgeving sociale werkplaatsen voorziet dat, in het kader van het individuele herinschakelingstraject, de sociale werkplaats, samen met de trajectbegeleider/bemiddelaar, de nodige inspanningen levert voor de doorstroming van de erkende doelgroepwerknemer. De schorsing beïnvloedt eveneens de ESF-oproep ‘Doorstroom sociale economie’, en staat voorlopig ‘on hold’.
6. EVALUATIE 6.1 Gaat men zoals voorzien starten doelgroepwerknemers op 1 april 2016?
met
de
evaluatie
van
de
10%
zittende
De voorziene evaluatie van de 10% zittende doelgroepwerknemers maakte deel uit van het maatwerkbesluit en staat dus voorlopig ‘on hold’.
6.2 Zullen sociale werkplaatsen een financieel verslag dienen door te sturen? Het Departement WSE verzamelt en monitort de tewerkstellingsgegevens binnen de sociale werkplaatsen. Deze gegevens worden jaarlijks via de beleidsbrief of beleidsnota ter beschikking gesteld. De werkplaatsen worden geacht een kwalitatieve boekhouding te voeren en die beschikbaar stellen opdat het Departement Werk en Sociale Economie een controle kan uitvoeren op de aanwending van de subsidies. De reparatieregelgeving voorziet wel in een verplichting tot het aanleveren van een financieel verslag, op expliciete vraag van de administratie. Enkel in die gevallen waarbij het Departement WSE meent dat de leefbaarheid van de onderneming en de tewerkstelling van de doelgroepwerknemers in het gedrang komt, zal de mogelijkheid bestaan om bijkomende gegevens op te vragen.
7. REGELGEVING 7.1 De toekomst voor het decreet Maatwerk? Ondanks de schorsing - en de mogelijke toekomstige vernietiging - van het Maatwerkbesluit is er nog steeds een grote maatschappelijke en politieke wil om het maatwerkdecreet van 12 juli 2013 verder uit te voeren. Hiertoe werkt het Departement WSE momenteel een aantal mogelijke scenario’s uit. Zodra hierover meer nieuws is, zal het Departement WSE u hierover informeren.