CVO IVV de Avondschool Schoonmeersstraat 52 9000 Gent
G. P. B . – O P L E I D I N G
T a k e n Poc communicatie & overleg Poc groepsmanagement
H O g r o e p
S e p t e m b e r 2006
I n h o u d
Deel A: Poc communicatie en over leg 1 2 3 4
Voorwaarden Omschrijving van de taak Formulier gegevens observatieopdracht Cursusdeel: communicatietechnieken in de klas
Deel B: Poc gr oepsmanagement 1 2 3 4
Voorwaarden Omschrijving van de taak Formulier gegevens observatieopdracht Bijlage
Deel C: Aanvr aag obser vatieopdr acht 1
Brief af te geven aan de school waar je observeert
D E E L A
POC Communicatie & over leg
I n h o u d
1 2 3 4
Voorwaarden Omschrijving van de taak Formulier gegevens observatieopdracht Cursusdeel: communicatietechnieken in de klas
1 Voorwaarden Vooraleer je aan deze taak begint, moet je volgende stappen ondernemen: je inschrijven voor het vak poc communicatie & overleg je aanmelden bij Inge Vaernewyck om toestemming voor deze taak te vragen het formulier ‘aanvraag vrijstelling/taak’ ingevuld en ondertekend door Inge Vaernewyck, op het secretariaat afgeven aanwezig zijn op de informatievergadering op zaterdag 23 september (13u) of op woensdag 27 september (18.15u).
2
Omschrijving van de taak
2.1 Opdr acht De taak bestaat uit een observatieopdracht gedurende 5 lesuren in 1 klas . De bedoeling is dat voornamelijk de communicatie in de klas tussen leerkrachten en lln en tussen lln onderling geobserveerd wordt. Daarom moet je minstens 3 verschillende leerkrachten aan het werk zien. De andere twee uren van de dag observeer je in het kader van de taak voor groepsmanagement. Je kiest zelf een school. Meld je aan op het secretariaat van de school en vraag of je daar een dag mag observeren. De brief (aanvraag observatieopdracht) geef je af. Zo weet de school voor welk instituut je de opdracht doet. Vergeet ook niet langs te gaan bij de directie.
Wat moet je doen?? A/ Je beantwoordt de volgende twee vragen, globaal gezien over de ganse dag. 1 Hoe verloopt de communicatie tussen de leerlingen onderling? Is er een goede sfeer de klasgroep? Beschrijf ook de verbale communicatie tussen de leerlingen. 2 Is de klasgroep een hechte groep? Zijn er kliekjes? Is er een leidersfiguur, een zwart schaap, een pestkop,… in de groep?
in
B/ Per les observeer je de communicatie in de klas. Je beantwoordt de vragen per les. Omschrijf zo concreet mogelijk wat je bedoelt. Je kan informatie halen uit het cursusdeel! 1 Hoe verloopt de communicatie tussen de leerkrachten en de leerlingen? Hoe spreken ze elkaar aan? Is er respect voor beide partijen? 2 Beschrijf de verbale communicatie (woordenschat, zinsbouw, is het taalgebruik aangepast aan de doelgroep?,…) van de leerkracht. 3 Beschrijf de nonverbale communicatie, zowel extra als paraverbaal (uiterlijk, houding, mimiek,….volume, tempo, AN,…) van de leerkracht en van de leerlingen. 4 Hoe is de klasschikking? Heeft de klasschikking invloed op de communicatie in de klas? 5 Heeft het tijdstip een invloed op de communicatie in de klas? 6 Is er een veilig leerklimaat? 7 Welke spreek, luister en structureringstechnieken worden er gebruikt?
C/ Uit deze observatie haal je voor jou: (a) (b)
het moment/het uur waar de communicatie het vlotst verliep, het moment/uur waar de communicatie het stroefst verliep.
Je beschrijft deze twee momentopnamen. Je motiveert je keuze voor deze twee momentopnamen. Je formuleert voor (b) een andere (concrete) aanpak, een aanpak waardoor de communicatie vlotter zou kunnen verlopen.
2.2 Layout Je geeft het resultaat af als bundel (in mapje of gebonden), met voorblad, inhoudstafel en paginanummering, op school (niet mailen). Je voegt ook het formulier ‘gegevens observatieopdracht’, ingevuld en ondertekend, toe in je bundel.
2.3 Timing De taak poc communicatie & overleg wordt afgegeven ten laatste op zaterdag 25 november om 12.00u aan Marianne De Greve (kan persoonlijk, in het vakje in de leraarskamer of op het secretariaat).
2.4 Evaluatie
De taak staat op 100 punten. Deze zijn als volgt verdeeld: inhoud taal volledigheid layout
55 punten 25 punten 10 punten 10 punten
Er is geen tweede zittijd voor deze taak. Indien een cursist niet geslaagd is voor de taak, moet hij/zij het vak poc communicatie & overleg volgen, in een volgend semester.
2.5 Meer informatie Meer info kan je vragen via mail:
[email protected]
CVO IVV GENT
GPBopleiding
Schoonmeersstraat 52 9000 Gent tel. 09/ 243 87 99
Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid
ver antwoor delijke: Inge Vaer newyck inge.vaer
[email protected]
GEGEVENS OBSERVATIEOPDRACHT
Cursist Naam/Voornaam:
…….………………………………………………………………………….
Tel / email:
………..………………………………………………………………..……..
Diploma:
…………..……………………………………………………………..……..
School observatieopdracht Naam v/d school:
…………..….………….……………………………………………….…….
Adres:
…………………………………………………………………………………
Tel:
…………………………………………………………………………………
Directeur:
………………………………………………………………………………...
Klas observatieopdracht Onderwijsvorm:
………………………………………………………………………..………..
Klas:
………………………………………………………………………………..
Datum:
……………………………………………………………………………….
Stempel van de school
Naam en handtekening van de dir ectie
4 Cur susdeel: communicatietechnieken in de klas In het vorige deel hebben we gezien dat communicatie niet altijd van een leien dakje loopt. Communicatieve vaardigheden zijn dan ook niet aangeboren, ze moeten aangeleerd en ingeoefend worden. Er zijn tal van technieken die je kan aanleren om je communicatie te verbeteren. In dit deel worden een aantal technieken besproken die de communicatie in je klas/je school kunnen verbeteren en vlotter kunnen laten verlopen. Wij verdelen ze onder in 4 categorieën: 1 Spreektechnieken: technieken waardoor de zender op een duidelijke en gerichte wijze de boodschap die hij wil brengen, kan brengen. 2 Luistertechnieken: technieken waardoor de ontvanger de boodschap individu beter kan ontlokken, aanhoren en begrijpen.
van een ander
3 Structureringstechnieken: technieken die onder één of andere vorm (volg)orde brengen in het ideeëngoed dat voorhanden is. 4 Duidingstechnieken: technieken waarmee de bedoelingen of de sfeer kan aangegeven worden waarbinnen de communicatie gebeurt.
In de meeste communicatietrainingen worden voornamelijk spreek en luistertechnieken aangeleerd. Toch zijn de structurerings en duidingstechnieken even belangrijk. Dit zijn de echte hefbomen bij de communicatie. Bij spreek en luistertechnieken wordt nieuwe informatie aangebracht, bij structurerings en duidingstechnieken wordt geen nieuwe informatie aangebracht, maar de reeds gekende info wordt verwerkt. Hieronder volgt een opsomming van enkele spreek, luister en structureringstechnieken.
1 Spr eektechnieken Spreektechnieken geven kracht aan de communicatie. Leerkrachten steken vooral veel tijd in de inhoud van de les, in de leerinhoud. Het ‘hoe’, de manier waarop je lesgeeft, wordt vaak een beetje verwaarloosd. Nochtans is de manier waarop je lesgeeft minstens even belangrijk als de inhoud. Spreektechnieken kunnen je daarbij helpen. Door goede spreektechnieken te gebruiken, krijg je vaak makkelijker de aandacht van de leerlingen. Welke spreektechniek je gebruikt, is afhankelijk van de situatie, de ontvanger en van jouw persoonlijkheid.
1.1 Tweerichtingscommunicatie Tweerichtingscommunicatie is eigenlijk een techniek die zowel thuishoort bij de spreek, de luister en de structureringstechnieken. Tweerichtingscommunicatie brengt dynamiek tussen de zender en de ontvanger. Dit in tegenstelling tot éénrichtingscommunicatie.
De verschillen tussen beiden worden in onderstaand kader duidelijk.
éénrichtingscommunicatie
tweerichtingscommunicatie
zender spreekt, ontvanger luistert
ontvanger kan terug spreken, vragen stellen,...
verloopt snel
neemt meer tijd in beslag
gebeurt met orde
vaak lawaaierig en wanordelijk
informatie begrepen??
veel nauwkeuriger: zender kan controleren of de ontvanger hem begrepen heeft
zender moet goed voorbereid zijn (zowel qua inhoud als publiek), kan vragen krijgen vb: hoorcollege, speech, ..... vb: doceren
vb: tweegesprek, functioneringsgesprek vb: onderwijsleergesprek,...
fig. 1: het verschil tussen één en tweerichtingscommunicatie
1.2 Feedback Feedback is de belangrijkste vorm van tweerichtingscommunicatie. Als je feedback geeft, geef je de ontvanger informatie over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren. (zie agogiek)
1.3 De diamanttechniek Voor veel leerkrachten is het moeilijk om een goed evenwicht te bewaren tussen enerzijds het weergeven van de essentie van de leerstof en anderzijds alle daarover bestaande kennis. Sommigen presenteren de inhoud veel te beknopt: zeer analytisch, overschatting van inlevingsvermogen van de leerlingen. = droge kapstokaanbrengers
Anderen praten er maar op los en vertellen alles wat ze weten: langdradig, onontwarbaar verhaal (leerlingen weten niet meer wat de essentie is). = verhaaltjesvertellers Een goede spreektechniek om dit probleem te vermijden is de diamanttechniek. Bij het gebruiken van de diamanttechniek verdeel je je informatie in drie delen: de inleiding, het midden en het slot. In de inleiding geef je aan welke zaken je zal behandelen. In het midden leg je deze zaken grondig uit en in het slot vat je alles samen. De diamanttechniek is naast een spreektechniek ook een structureringstechniek. Door de informatie te structureren in drie delen wordt ze voor de ontvanger duidelijker. De diamanttechniek wordt ook de driedriedriestructuur genoemd: de zender reikt drie hoofdpunten aan, hij geeft van elk hoofdpunt drie kenmerken en belicht elk kenmerk ook nog eens vanuit drie verschillende invalshoeken. Als slot herhaalt hij de drie hoofdpunten. Het voordeel van de diamanttechniek is de structuur. Dezelfde info wordt op verschillende manieren meegedeeld, zo is de informatie gemakkelijker te onthouden voor de ontvangers.
1.4 Ikboodschappen Een ikboodschap bestaat uit drie delen: een beschrijving van het gedrag; wat dit gedrag oproept bij jou (emoties, gevoelens); de gevolgen die dit gedrag heeft voor jou. (zie agogiek) Een voorbeeld: ” Jan, het irriteert me dat je er steeds tussendoor roept, dan raak ik de draad kwijt.”
1.5 Kapotte grammofoonplaat Je herhaalt met vernieuwde argumenten dezelfde boodschap binnen een bepaalde tijdsperiode, zonder emotioneel te worden. Het gevolg is dat na een tijdje iedereen de ernst van de boodschap inziet, niemand twijfelt nog aan de belangrijkheid van de informatie.
1.6 Ballonnetjes laten opgaan Tijdens een gesprek, een vergadering, een les verwijs je regelmatig naar een idee, een probleem,... dat je later nog aan bod wil brengen. Op het ogenblik dat je de idee aanbrengt, is iedereen reeds vertrouwd met de nieuwe info en vindt iedereen het normaal dat dit item besproken wordt.
1.7 Ken ik de leerlingen? Het is belangrijk voor een leerkracht om de leerlingen en de klassfeer goed aan te voelen. Probeer dit ook duidelijk te maken: stem jouw stijl en jargon af op de leerlingen (verlies daarbij echter ook jouw persoonlijkheid niet uit het oog!);
leg verbanden tussen de lesinhoud en de leefwereld van de leerlingen. Zo trek je makkelijker de aandacht van je leerlingen.
1.8 Geef voorbeelden waar je een leerling bij betrekt ‘Stel dat Ingrid op reis gaat met een paar vrienden.’ Door namen van leerlingen te gebruiken bij voorbeelden, wordt de interesse verhoogd van de hele klas. Doe dit pas als je de leerlingen kent!! Zo weet je bij welk voorbeeld je welke leerling kan/mag betrekken.
1.9 Aandachtstrekkers Een indommelende klas terug wakker schudden, je leerlingen motiveren voor je les, de leerlingen laten nadenken over een bepaald thema,... kan je doen door aandachtstrekkers te gebruiken. Enkele voorbeelden: een leraar muziek in de kappersschool die aan het begin van zijn les vraagt welke muziek de leerlingen later in hun kapsalon zullen spelen; retorische vragen stellen; een boeiend citaat voorlezen; een spectaculair voorbeeld geven; provoceren; een anekdote vertellen; een primeur aankondigen; beeldspraak gebruiken; humor; overdrijvingen of onderdrijvingen (litotes) gebruiken; inhaken op de actualiteit; wetenswaardigheden vertellen; zwijgen; afwisselen van technieken; bespelen van emoties; doorbreken van taboes over het onderwerp.
1.10 Technische spreektechnieken Het is belangrijk om je stem goed te gebruiken, zeker als leerkracht. Veel leerkrachten hebben immers stemproblemen. Om jouw stem goed te gebruiken, moet je rekening houden met een aantal factoren: de constitutie van je stemorgaan (zwak of sterk); de stemomgeving (droge, vochtige, rokerige omgeving?); ben je gespannen of ontspannen; ... Enkele tips om gemakkelijk en vlot te kunnen spreken: ontspannen zijn: ontspanningsoefeningen; door de neus ademen (door mond: teveel vuiligheid);
lage ademhaling (met middenrif, geen schouderademhaling); goede adembeheersing (goede verdeling van de adem); efficiënte stemgeving (toonhoogte, luidheid, kwaliteit, adem, resonantie en articulatie); goed articuleren (open, pittig en vooraan); goede lichaamshouding (recht); gezonde leefgewoonten (niet roken, kuchen, drinken, genoeg slapen,..). ...
2 Luister technieken Een goed luisteraar maakt de spreker duidelijk hoe hij de informatie begrijpt. Hij richt zich zowel verbaal als nonverbaal volledig naar de spreker. Luisteren brengt wijsheid in de communicatie. Door te luisteren kom je heel wat te weten. Leerlingen (en ... ) zullen een luisterende leerkracht appreciëren. Ze voelen zich beter bij een persoon die tijd neemt voor hen.
2.1 Actief luisteren zie cursus poc groepsmanagement
2.2 Herhalingstechniek De luisteraar herhaalt (met eigen woorden) wat de spreker meedeelde. Zo kan de spreker eventueel bijsturen. Herhalen betekent iets opnieuw zeggen (letterlijk of in eigen woorden), nog niet beoordelen! Deze techniek wordt ook parafraseren genoemd. De herhalingstechniek wordt best niet gebruikt als er hevige emoties aanwezig zijn. Daarvoor hanteer je best de spiegeltechniek.
2.3 Spiegelen De luisteraar beschrijft het gevoel dat hij meent waar te nemen bij de spreker (bij emotioneel geladen gesprekken). Zo zorg je voor een uitweg voor de emoties. Vbn: ’Zo te zien ben je heel erg kwaad over wat er gebeurd is.’
’Je lijkt erg zenuwachtig.’ ’Dat doet je duidelijk plezier.’
2.4 Het spiegelen koppelen aan de gebeurtenissen Na het spiegelen kan je het gevoel van de spreker verbinden aan de concrete gebeurtenis die de oorzaak van de emotie is. Deze techniek gebruik je het best na een defensieve reactie van de gesprekspartner. Vb: Leraar tegen leerling: ‘Je bent kwaad omdat ik jou op het laatste moment dit huiswerk gaf.’
2.5 Vragen stellen Vragen stellen is een zeer krachtig luistersignaal.
Om een vraag goed te kunnen formuleren, moet je vooraf bepalen wat je te weten wil komen. Vragen stellen is een kunst. De juiste vraag stellen op het juiste moment is niet eenvoudig. Leerkrachten moeten proberen concrete, duidelijke en eenvormige vragen te stellen.
Er zijn diverse soorten vragen. Ze kunnen op verschillende wijze ingedeeld worden. 1
open vragen:
grote vrijheid van antwoorden, beginnen altijd met vraagwoorden “Wat vind jij van deze maatregel?” ’ eisen een precies antwoord “Wat was de inhoud van jouw les?” ’
gesloten vragen:
2
leidende vragen:
opvolgingsvragen:
3
directe vragen: indirecte vragen:
aansnijden van een nieuw gespreksonderwerp “Laten we het nu hebben over jouw huiswerk, waarom had je hetniet af?” sturen van conversatie in de juiste richting/uitdiepen van conversatie “Je sprak over deontologie. Wat versta je daaronder?” ‘ meer info vragen, kan een open of gesloten vraag zijn “Heb jij je huiswerk gemaakt?” ’ het krijgen van informatie via een omweg “Stel dat een leerling zijn huiswerk niet gemaakt heeft. Hoe zou jij reageren?”
Er bestaat ook een indeling in geheugen en denkvragen (belangrijk bij OLG): geheugenvragen: vraag waarbij leerlingen reeds aanwezige kennis moeten herinneren of herkennen, steunend op een geheugenactiviteit; “Wanneer begon de tweede wereldoorlog?” denkvragen:
vraag waarbij de leerling gegevens gewijzigd moet weergeven, waarbij hij inzicht toont in de leerinhoud; “Welke eigenschap bezit volgens jou een goed leerkracht?”
Denkvragen kunnen verder ingedeeld worden in begripsvragen, toepassingsvragen, analysevragen, synthesevragen en evaluatievragen. (zie cursus dc praktijkinitiatie)
2.6 Buiten dit techniek
“ Tot zover deze informatie. Denk je dat er verder nog gegevens nodig zijn?” Door deze techniek kan je vragen naar aanvullende informatie, naar gegevens die over het hoofd werden gezien,... Dit levert vaak waardevolle informatie op. 2.7 ‘Advocaat van de duivel’ techniek
“ Laat ik je eventjes op de rooster leggen. Je zei dat ...... maar .....” A.d.h.v. deze techniek kan de leraar nagaan of de opgedane kennis goed begrepen is en standhoudt. Een ander voordeel is dat de informatie kritisch geëvalueerd wordt. Je verduidelijkt jouw bedoelingen best op voorhand, anders kunnen er relationele problemen ontstaan.
2.8 ‘Wat willen jullie hierover weten’ techniek De leerkracht laat aan het begin van de les de leerlingen twee vragen opschrijven die verband houden met het lesonderwerp. Vragen waarop ze zelf graag het antwoord willen weten. De vragen worden onmiddellijk of op het einde van de les(senreeks) behandeld. De leerlingen zullen gerichter luisteren en de leerkracht komt iets meer te weten over de leefwereld (referentiekader) van zijn/haar leerlingen.
2.9 Selecterend, structurerend en kritisch luisteren Iedereen luistert op een eigen manier. Aandacht voor en interesse in de boodschap, zich goed voelen of niet, met andere zaken bezig zijn,..., zijn factoren die het luisteren beïnvloeden. Goed luisteren is zich volledig concentreren op wat de ander meedeelt. Toch zullen we niet altijd op dezelfde manier luisteren. We kunnen selecterend, structurerend of kritisch luisteren, naargelang ons doel!
1 Selecterend luisteren:
de luisteraar selecteert enkel die informatie die voor hem relevant is. Vb: naar een radiouitzending luisteren
2 Structurerend luisteren: structuur zoeken in de inhoud hoofd en bijzaken onderscheiden; thema zoeken; aandacht besteden aan signaalwoorden. Vb: een doceerles volgen 3 Kritisch luisteren:
onderscheiden van feiten en meningen; motieven van spreker interpreteren;
Vb: naar een debat of een discussie luisteren Vaak is het luisteren een combinatie van de drie vormen van aandachtig luisteren. Als slot nog dit: het luisteren is pas echt moeilijk als er iets anders gezegd wordt dan er bedoeld wordt.
Je vraagt op het einde van de les aan een leerling: ‘Heb je het begrepen?’ Hij antwoordt: ‘Ja’, maar kijkt zeer bedenkelijk. In dergelijke situaties pas je best de herhalingstechniek toe. Je kan eventueel ook aangeven dat je een duidelijk verschil merkt tussen de verbale boodschap en het nonverbaal gedrag van de leerling. ‘Je zegt dat je het begrijpt, maar ik zie dat je bedenkelijk kijkt. Blijkbaar begrijp je het niet helemaal.’ 3 Str uctur er ingstechnieken Structureringstechnieken brengen (volg)orde in het ideeëngoed dat voorhanden is. Ze verduidelijken het verband, de richting, de structuur en de essentie van de informatie. Deze technieken verlenen lenigheid aan de communicatie. Er bestaan heel veel structureringstechnieken. We bespreken hier een aantal technieken die handig zijn om in de les te gebruiken.
3.1 Opsommen van alternatieven Bij het begin van de les, het gesprek, de discussie,... geeft de gespreksleider de verschillende punten aan waarover gesproken en gediscussieerd kan worden. Tijdens de les moet de leerkracht verhinderen dat er van de hak op de tak gesprongen wordt. Hij somt op welke alternatieven vermeld zijn en waarover verder gepraat kan worden. Op het einde van de les worden de verschillende thema’s samengevat.
3.2 Standpunt van beide partijen verwoorden Wanneer twee partijen een wellesnietesdiscussie voeren, kan iemand (leerkracht/leerling/betrokken partij) de beide standpunten zo neutraal mogelijk weergeven. Zo is het mogelijk dat er door deze techniek begrip groeit voor elkaars standpunt.
3.3 Splitsingsstrategie Elk onderwerp kan opgesplitst worden in een aantal deelaspecten. Deze techniek maakt de inhoud van de uiting veel overzichtelijker. Zo kan je de leerinhoud splitsen in voor en nadelen, op korte en lange termijn, gevolgen voor werknemers en gevolgen voor werkgevers,...
3.4 Systematische probleembenadering Deze techniek is een vorm van de splitsingsstrategie. De gespreksleider deelt het gesprek op in 4 stappen: het definiëren van het probleem; opsommen van alternatieve oplossingen; kiezen van het beste alternatief; bepalen van het actieplan.
3.5 Zeggen waarover niet gepraat kan worden De gespreksleider zegt vooraf over welke onderwerpen niet kan gesproken worden. Het is veel moeilijker om tijdens een gesprek plotseling bepaalde onderwerpen onbespreekbaar te maken.
3.6 Helikopterherhaling Regelmatig de stand van zaken opmaken, verduidelijkt de inhoud van het gesprek, de les,... Op die manier wordt de rode draad gevolgd en worden er geen zijwegen ingeslagen.
Vb: ” Waar zijn we gekomen?”
3.7 Vlaggetjes planten Deze techniek bestaat erin die zaken waarover men het eens is, ook expliciet als overeenkomst vast te leggen. Daardoor wordt voorkomen dat de gemaakte afspraken telkens opnieuw herkauwd moeten worden. De vlaggetjes kunnen op het bord of in de notulen geschreven worden. Vb: ideale techniek voor het vastleggen van regelingen betreffende orde/tucht
3.8 Pingpongballetje opnemen Tijdens een wellesnietesdiscussie is het verstandig de gang van zaken aan te kaarten door vragen te stellen. Zinloze of ellenlange discussies worden hierdoor beëindigd. Dergelijke tussenkomst werpt vaak een ander licht op de situatie. Vb: “ Laten we even ophouden met discussiëren. Is dit wel het punt waarover het gaat?”
3.9 Geef aan wanneer de leerling aan de beurt zal komen Wanneer meerdere leerlingen tegelijkertijd de vinger opsteken, moet je als leerkracht assertief zijn in het aangeven wie als eerste mag antwoorden. Je stelt daarbij de andere leerlingen gerust en maakt hen duidelijk dat zij straks aan bod mogen komen.
3.10 Wanneer gebeurt wat? Een goede leerkracht spreekt duidelijk met zijn leerlingen af wanneer wat gebeurt. Wanneer toetsen, hoe gebeurt de evaluatie, wanneer moet een werk ingeleverd worden,... Zelfs de mogelijkheid dat er onverwachtse taken kunnen komen, is een afspraak waarvan de klas op de hoogte moet zijn.
3.11 Structuur verlaten Soms moet je als leerkracht de nodige flexibiliteit aan de dag leggen en van jouw lesvoorbereiding afwijken. Onverwachte aangebrachte thema’s kunnen zo waardevol zijn dat je er dieper moet op in gaan. Geef daarbij altijd een tijdsaanduiding aan: “Laten we de les 10 minuten onderbreken om dit uit te diepen”.
3.12 Schriftelijke structureringstechnieken Het is belangrijk om bordschema’s, slides, cursussen, werkblaadjes duidelijk en overzichtelijk op te maken. Enkele tips: plaats niet teveel tekst op één blad; gebruik titels en nummeringen (1, 1.1,1.1.1,...); ; plaats belangrijke zaken in vet, cursief en/of in een kader; nummer je pagina’s;
verdeel je tekst in inleiding, midden en slot; maak gebruik van alinea’s; ...
Daarnaast zijn er nog heel wat structureringstechnieken: je les indelen in inleiding, midden en slot; aangeven wanneer er moet genoteerd worden; aangeven wanneer er toetsen zijn of wanneer taken moeten ingeleverd worden; bordschema gebruiken; transparanten gebruiken; signaalwoorden gebruiken (ten eerste, ten tweede,… tenslotte,…vervolgens,…) ….
D E E L B
POC Gr oepsmanagement
Inhoud 1 Voorwaarden 2 Omschrijving van de taak en doelstellingen 3 Formulier gegevens opdracht 4 Bijlage
1 Voorwaar den______________________________________________________ Vooraleer je aan deze taak begint, moet je volgende stappen ondernemen: je inschrijven voor het vak poc groepsmanagement HO je aanmelden bij Inge Vaernewyck om toestemming voor deze taak te vragen het formulier ‘aanvraag vrijstelling/taak’ ingevuld en ondertekend door Inge Vaernewyck, op het secretariaat afgeven. aanwezig zijn op de informatievergadering op zaterdag 23 september (13u) of op woensdag 27 september (18.15u).
2 Omschr ijving van de taak 2.1 Inhoud De taak bestaat uit een interview met een leerkracht, een observatieopdracht in een klas en een taak in verband met leerkrachtstijlen. Doelstellingen : aangeven wat een beginnende leerkracht typeert aangeven hoe een leerkracht doorgaans evolueert verklaren welke organisatorische aspecten belangrijk zijn om in een klasgroep een stimulerende en werkbare klasruimte te creëren, en een soepel en passend lesverloop te plannen preventieve maatregelen aanhalen om ordeverstoring in de klas te voorkomen remediërende maatregelen aanhalen die kunnen aangewend worden bij ordeverstoring in de klas verschillende leerkrachtstijlen onderscheiden, elk met hun voor en nadelen kunnen reflecteren op, en hun eigen leerkrachtstijl verduidelijken
1. Interview met een leerkracht Interview een leerkracht die min. 5 jaar les geeft in jouw richting met jouw doelgroep. Indien je reeds les geeft, interview kort een collega van jouw afdeling en omschrijf tevens je eigen ervaring. Geef hierbij een eigen interpretatie, een kritische reflectie van dit interview.
Stel hem/haar de 5 onderstaande vragen en 2 eigen vragen: 1. Wat waren je ervaringen als beginnende leerkracht? (praktijkschok bij de eerste lessen,…)? 2. Strookte de realiteit met je verwachtingen? 3. Heb je tijdens je beginperiode steun gekregen binnen/buiten de school? 4. Wat is tot nu toe het leukste/minst aangename moment geweest van je carrière? 5. Waarin ben je sinds dag 1 het meeste/opvallendste geëvolueerd? + 2 eigen vragen
2. Observatieopdracht ivm klasmanagement Observeer gedurende minimum 2 uur één leer kr acht in minimum 2 ver schillende klassen en ver gelijk. Richtvragen: 1. Hoe worden de leerlingen gemotiveerd en betrokken bij het onderwerp? 2. Zijn de instructies die de leerkracht aan de klas geeft duidelijk? Duren de instructies niet te lang? 3. Wat wil de leerkracht bereiken op het einde van zijn les (lesdoelstellingen)? 4. Hoe wordt nagegaan of deze doelstellingen zijn bereikt? 5. Waren de benodigde hulpmiddelen, media,… binnen handbereik? 6. Zijn er duidelijke afspraken gemaakt, hoe worden de leerlingen hierop gewezen? 7. Is er voldoende variatie in aanpak van de les (didactische werkvormen) en media? 8. Hoe krijgen de lln de kans om actief te zijn (in denken en/of doen)? 9. Plaatst de leerkracht zich zodanig dat hij de hele klasgroep kan overzien? 10. Hoe reageert de leerkracht bij ordeverstoring, omschrijf ev. met een concreet voorbeeld? 11. Welke remediëringstechnieken (communicatieve of andere) gebruikte de leerkracht ? 12. Wat zou jij anders doen wanneer je les zou geven aan deze klassen en waarom? Besluit: Wat zijn volgens jou belangrijke elementen om een soepel en passend lesverloop te creëren en waarom, wat is het belang van planning, voorbereiding en organisatie hierbij? Hoe zie je jezelf omgaan met ordeverstorend gedrag? Wat ga je preventief doen om ordeverstoring te voorkomen?
3. Opdracht in verband met leerkrachtstijlen Tracht aan de hand van de observatiegegevens de leerkrachtstijl te typeren van deze leerkracht (zie hiervoor www.Klasse.be, Archieven, nr. 67, pag. 1011 Sept. ’96, “Zo’n leraar ben ik dus”, in bijlage). Tracht ook je eigen lesstijl te omschrijven, indien je al lesgeeft. Omschrijf vervolgens ook je sterke en zwakke punten. Indien je nog niet lesgeeft: bij welke leerkrachtstijl zou jij het meest aansluiten? Wat zijn dan je sterke en zwakke punten?
4. Eindbespreking Welke opvattingen/inzichten heb je gedurende deze observatieopdracht verworven? Welke heb je moeten nuanceren? Welke concrete ervaring lag aan de basis van deze genuanceerde opvatting?
2.2 Layout Je geeft je resultaat af in een mapje, getypt, met voorblad, inhoudstafel en paginanummering.
2.3 Timing De taak moet ingediend zijn ten laatste op zaterdag 25 november om 15u. bij Barbara Gepts (vakje in het lerarenlokaal, eerste verdieping, BME gebouw).
2.4 Evaluatie De taak staat op 100 punten. Deze zijn als volgt verdeeld: inhoud taal, volledigheid, layout
70 punten 30 punten
Er is geen tweede zittijd voor deze taak. Als een cursist niet geslaagd is voor de taak, moet hij/zij het vak poc groepsmanagement volgen, in een volgend semester.
CVO IVV GENT Schoonmeersstraat 52 9000 Gent tel. 09/ 243 87 99
Docent : Bar bar a Gepts
GPBopleiding Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid
[email protected]
Gegevens observatie opdracht Cur sist
Naam/Voornaam:
…….………………………………………………………………………….
Tel / email:
………..……………………………………………………………………...
Diploma:
…………..……………………………………………………………………
School observatieopdracht
Naam v/d school:
…………..….………….……………………………………………….……
Adres:
……………………………………………………………………………….
Tel:
……………………………………………………………………………….
Directeur:
……………………………………………………………………………….
Klas observatieopdracht
Onderwijsvorm:
………………………………………………………………………..……
Klas:
…………………………………………………………………………….
Datum:
…………………………………………………………………………….
Stempel van de school
Naam en handtekening van de dir ectie
Deel C
Aanvr aag obser vatieopdr acht
CVO IVV GENT Schoonmeersstraat 52 9000 Gent tel. 09/ 243 87 99
GPBopleiding Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid
Aanvr aag obser vatieopdr acht en inter view met een leer kr acht
Geachte
Elke cursist die in ons instituut de GPBopleiding volgt, moet de vakken ‘POC Communicatie en overleg’ en ‘POC Groepsmanagement’ volgen. In het vak POC communicatie en overleg worden o.a. volgende inhouden behandeld: het communicatieschema, communicatiestoringen, de axioma’s van Watzlawick, vergader en gesprekstechnieken, verbale en nonverbale communicatie. In het vak POC Groepsmanagement wordt dieper ingegaan op het klasmanagement, de beginnende leerkracht, omgaan met groepen, ordeverstoring in de klas, reflectie over het eigen handelen, de verschillende leerkrachtstijlen,…. Alle leerinhouden worden gekaderd in het klasgebeuren. Sommige cursisten hebben reeds in hun vooropleiding (een opleiding in het hoger of universitair onderwijs) heel wat gezien i.v.m. communicatie, groepsdynamica en groepsmanagement. Deze cursisten worden vrijgesteld van de lessen poc communicatie en overleg en poc groepsmanagement, zij krijgen een taak. De taak bestaat uit een interview met een leerkracht en een observatieopdracht in een school naar keuze, gedurende één lesdag (minimum 7 uren). Tijdens deze observatieuren moeten de cursisten de communicatie en de klasmanagementvaardigheden observeren en de leerkrachtstijl typeren. Ze hebben daarvoor een vragenlijst die ze moeten beantwoorden. U kunt deze vragenlijst altijd bij de cursist opvragen. Voor andere vragen en/of opmerkingen kunt u natuurlijk altijd bij ons terecht. Wij danken u voor uw medewerking aan deze observatieopdracht.
Met vriendelijke groeten
Inge Vaernewyck Docente POC Communicatie en overleg
[email protected]
Barbara Gepts Docente POC Groepsmanagement
[email protected]