Inspectierapport Buitenschoolse opvang Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat (BSO) Schoolstraat 25 8711 BD WORKUM Registratienummer 224342034
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân SUDWEST-FRYSLAN 27-10-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Ieder jaar wordt opnieuw onderzocht of de exploitatie van de vestiging nog in overeenstemming is met de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang. Een jaarlijks onderzoek kan op basis van risicogestuurd toezicht uitgevoerd worden, waarbij de intensiteit van het toezicht afgestemd wordt op de uitkomst van het risicoprofiel van de vestiging. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. De werkzaamheden van de toezichthouder bestaan in dit onderzoek uit: • een bureauonderzoek van verkregen documenten; • een locatiebezoek. Daarnaast heeft de toezichthouder overleg gevoerd met de beroepskrachten. Per e-mail is er contact geweest met de houder.
Beschouwing Op verzoek van de Gemeente Súdwest Fryslân heeft GGD Fryslân 27 oktober 2014 een jaarlijkse inspectie uitgevoerd op basis van risico gestuurd toezicht bij Buitenschoolse opvang Workum De Vrijbuiters te Workum. Buitenschoolse opvang De Vrijbuiters is onderdeel van SISA Kinderopvang en vangt maximaal 20 kinderen op in de leeftijd van 4-12 jaar. Er wordt zowel voorschoolse- , naschoolse- als vakantieopvang geboden. De Vrijbuiters is gehuisvest in een eigen pand samen met KDV Workum Sinnefleur en PSZ Hummelhiem. Tijdens de inspectie van vorig jaar zijn er tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van: - pedagogisch beleid en ouders (2013) In de rapporten, nader onderzoek van 21 januari 2014 en 7 maart 2014, is aangegeven dat de tekortkomingen zijn hersteld. Deze inspectie is geconstateerd dat er tekortkomingen zijn ten aanzien van veiligheid en gezondheid.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens binnenkomst, vrij spel, een tafelmoment en het spelen van een gezelschapsspel. Emotionele veiligheid: Beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan relaxed om met de kinderen. De beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie die het kind aan geeft. Voorbeeld: Tijdens het drinkmoment neemt de beroepskracht de tijd voor de verhalen van de kinderen. Ze stelt gerichte vragen over de onderwerpen die de kinderen aandragen. Eén van de kinderen weet niet zo goed wat te doen. De beroepskracht biedt aan een spelletje te doen. Ze laat het kind zelf een spel uitzoeken. Tijdens het spelen van het spel wordt het kind steeds enthousiaster. Een paar kinderen spelen met de trein, de medewerker kijkt af en toe even bij de kinderen. Ze geeft complimenten en vraagt waar de trein naar toe gaat. Beroepskrachten hebben (ook) aandacht voor de kinderen bij het uitvoeren van verzorgende en organisatorische zaken zoals opruimen en dingen klaar zetten. Voorbeeld: De kinderen worden gevraagd hun spullen op te ruimen, wanneer zij binnenkomen. Wanneer kinderen klaar zijn met spelen, wordt verwacht dat ze zelf hun speelgoed opruimen. De medewerker helpt wel mee en geeft de kinderen een compliment voor hun inzet. Persoonlijke competentie: In overleg mogen de kinderen het spelmateriaal zelf pakken Voorbeeld; Tijdens het drinkmoment wordt aan de kinderen gevraagd wat ze willen gaan doen die middag. Een aantal kinderen willen met de trein spelen, één wil verven en een ander met de bal. Na het drinkmoment pakken de kinderen zelf het speelmateriaal. Wanneer één van de kinderen de bal niet kan vinden helpt de beroepskracht mee met zoeken. Beroepskrachten sluiten op passende wijze aan bij het ontwikkelingstempo en -niveau van een kind. Voorbeeld: Tijdens het spelen van een gezelschapsspel let de beroepskracht op de leeftijd / kennis van de kinderen. Het is een spel waarbij vragen beantwoord moeten worden. De medewerker kijkt van te voren of de vraag passend is voor de leeftijd van het kind. Daarnaast ondersteunt de medewerker het kind soms door te zeggen: "er is ook een film van gemaakt, het begint met de letter S". Sociale competentie: De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes actief aan. Zij richten de aandacht van kinderen op elkaar en helpen om de interactie in stand te houden. Voorbeeld: Tijdens het drinkmoment vertelt één van de kinderen wat hij later worden wil. De medewerker vraagt aan de andere kinderen of ze ook al weten wat ze later willen worden. Vervolgens stelt de beroepskracht de kinderen vragen over de onderwerpen.
4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Wanneer een kind klaar is met verven, staat hij te kijken bij kinderen die met de trein spelen. De beroepskracht vraagt of hij mee wil spelen en stimuleert hem dit aan de kinderen te vragen. Overdracht van normen en waarden: Afspraken regels en omgangsvormen worden besproken; er wordt uitgelegd waarom ze belangrijk zijn. Er is ruimte voor reflectie en discussie of voor beschouwing over de zin of nut van de afspraak. Voorbeeld: Wanneer een kind op het hoofd trommelt van een ander kind geeft de medewerker aan dat dit niet leuk is. De kinderen weten dat ze hun spullen bij binnenkomst op moeten ruimen. Ieder kind heeft een eigen bakje waar ze spullen / papieren in kunnen doen. Conclusie: De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er tijdens de inspectie voldoende aandacht is besteed aan de vier pedagogische basisdoelen.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (binnenkomst, vrij spel, een tafelmoment en het spelen van een • gezelschapsspel) • Pedagogisch beleidsplan (09-12-2013 ontvangen) • Pedagogisch werkplan (Pedagogisch werkplan BSO ingezien op de locatie)
5 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden. Het aanvragen van nieuwe verklaringen omtrent gedrag wordt gefaseerd ingevoerd. Dit betekent voor het toezicht op de VOG’s, dat er gekeken wordt naar de datum op de VOG en er getoetst wordt of de houder bijtijds een nieuwe VOG heeft laten aanvragen. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. De verklaringen omtrent gedrag van de medewerkers en stagiairs van BSO de Vrijbuiters zijn opgevraagd en beoordeeld. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de verklaringen omtrent gedrag van de medewerkers voldoen aan de gestelde wettelijke criteria. Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn opgevraagd en beoordeeld. Conclusie: Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang. Opvang in groepen Een basisgroep is een vaste groep waarin de kinderen van de buitenschoolse opvang zijn ingedeeld. Dat wil zeggen dat ouders en kinderen te allen tijde moeten weten welke kinderen deel uitmaken van de basisgroep en welke beroepskracht(en) bij deze groep behoort/behoren. Een basisgroep is niet gekoppeld aan een fysieke ruimte. De opvang in groepen is beoordeeld aan de hand van het gesprek met de beroepskracht en een steekproef van de aanwezigheidslijsten kinderen van week 40t/m44 2014. Op de buitenschoolse opvang worden kinderen van 3 scholen opgevangen. Er is één basisgroep die maximaal uit 20 kinderen bestaat. Momenteel worden er alleen op dinsdag meer dan 10 kinderen opgevangen. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste items van opvang in groepen. Beroepskracht-kindratio Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Uit de steekproef van aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van de weken 40 t/m 44 van 2014 en tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kindratio op de groep voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Tijdens de inspectie waren 4 kinderen aanwezig en 1 beroepskracht. 6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Er wordt niet afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste items van de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (binnenkomst, vrij spel, een tafelmoment en het spelen van een • gezelschapsspel) Verklaringen omtrent het gedrag (20-10-2014 ontvangen) • • Diploma's beroepskrachten (20-10-2014 ontvangen) • Plaatsingslijsten (week 40 t/m 44) • Personeelsrooster (week 40 t/m 44)
7 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie is de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en aan de praktijk. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 28 juni 2013 met behulp van het model van de Stichting Consument en Veiligheid. De risico-inventarisatie gezondheid is op dezelfde datum uitgevoerd met behulp van het model van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. Op locatie zijn ongevallenformulieren aanwezig, deze worden ook bij kleine en bijna ongevallen ingevuld. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid dient binnen een jaar opnieuw uitgevoerd te worden, dit is niet gedaan. Tijdens de steekproef zijn risico's geconstateerd die ontbreken in het plan van aanpak, de genoemde voorbeelden dienen slechts ter illustratie. • de medewerker werkt sinds een paar maanden op de BSO. Ze geeft aan nog niet te weten waar de documenten ten aanzien van veiligheid en gezondheid van de BSO liggen. • Er is nog geen verdeling gemaakt in het team wie welke taken heeft ten aanzien van o.a. uitvoeren risico-inventarisatie, bijhouden informatie mappen / nieuwe protocollen. • De handen van de kinderen worden niet gereinigd voor het drinkmoment, dit is wel een hygiëne richtlijn van sisa kinderopvang.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder niet voldoet aan de getoetste items van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties (binnenkomst, vrij spel, een tafelmoment en het spelen van een • gezelschapsspel) • Risico-inventarisatie veiligheid (Ingezien op locatie) • Risico-inventarisatie gezondheid (Ingezien op locatie) • Actieplan veiligheid (Ingezien op locatie) • Actieplan gezondheid (Ingezien op locatie.) • Ongevallenregistratie (Ingezien op locatie.)
8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat : http://www.sisakinderopvang.nl : 20
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Sisa Kinderopvang Oedsmawei 24D 9001 ZJ GROU www.sisakinderopvang.nl 52869091
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw S. Sluyter
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: SUDWEST-FRYSLAN : Postbus 10000 : 8600 HA SNEEK
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : : :
27-10-2014 03-11-2014 geen 09-12-2014 09-12-2014 10-12-2014 10-12-2014
: 31-12-2014
12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum Zienswijze Nader onderzoek BSO De Vrijbuiters Workum Registratienummer: 224342034
Aan de volgende voorwaarde is niet voldaan:
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud
Actie: De risico-inventarisatie was digitaal naar de betreffende locatie gestuurd. Inmiddels heeft de groep de papieren versie ook ontvangen.
Overige aandachtspunten: • • •
Met medewerkers wordt besproken waar zij hun documenten kunnen vinden De punten t.a.v. de hygiëne wordt met hen besproken De taakverdeling met het team wordt tevens besproken.
Met vriendelijke groet,
Mieke van de Voort Teamcoach Sneek, Bolsward, Workum Coördinator kwaliteit Werkdagen: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag* *oneven weken
Centraal Bureau Oedsmawei 24d 9001 ZJ
Grou
088-0350400 www.sisakinderopvang.nl 13 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM
[email protected]
14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 27-10-2014 BSO Workum De Vrijbuiters / Schoolstraat te WORKUM