Inspectierapport Kinderopvang 't Nest, Locatie BSO de Weisterbeek (BSO) Schoolstraat EH HORST Registratienummer

Inspectierapport

Kinderopvang 't Nest, Locatie BSO de Weisterbeek (BSO) Schoolstraat 8 5961EH HORST Registratienummer 194960560

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Limburg-Noord Horst aan de Maas 30-11-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 12-01-2016

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11

2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-11-2015 Kinderopvang 't Nest, Locatie BSO de Weisterbeek te HORST

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD’en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risico gestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risico gestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang.

Beschouwing Op maandagmiddag 30 november 2015 heeft er een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang de Weisterbeek te Horst. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risico gestuurd toezicht. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de pedagogische praktijk, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma's en VOG’s. Naar aanleiding van de observatie is ook gekeken naar het domein Veiligheid en gezondheid. Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden in het rapport per thema uitgewerkt. Feiten over BSO de Weisterbeek: BSO de Weisterbeek heeft sinds 8 januari 2015 plaats voor maximaal 40 kinderen en is gelegen in een basisschool in Horst. De BSO maakt deel uit van Stichting Kinderopvang 't Nest, een organisatie met meerdere locaties kinderopvang en buitenschoolse opvang in de gemeente Horst aan de Maas. De opvang van de kinderen vindt plaats in twee groepen. Groep 1 is zoveel mogelijk bedoeld voor kinderen tot 7 jaar en groep 2 voor kinderen vanaf 7 jaar. Wanneer het kindaantal erg laag is, worden beide groepen samengevoegd. Groep 2 maakt gebruik van de centrale hal en gymnastiekzaal van basisschool de Weisterbeek. Voor groep 1 is er een klaslokaal beschikbaar. Een gedeelte van het jaar wordt dit lokaal ook gebruikt door de instroomgroep van school (welke rond februari start en door gaat tot het einde van het schooljaar). Daarnaast kunnen beide groepen gebruik maken het ruime schoolplein. Inspectiegeschiedenis: 30-09-2014; reguliere inspectie. Geen tekortkomingen geconstateerd. 18-11-2013; reguliere inspectie. Geen tekortkomingen geconstateerd. 28-06-2012; reguliere inspectie. Er waren tekortkomingen binnen de volgende thema's: oudercommissie, verklaring omtrent gedrag, beleid veiligheid & gezondheid, meldcode kindermishandeling, inhoud pedagogisch beleidsplan. Bevindingen op hoofdlijnen: Naar aanleiding van het onderzoek, blijkt dat BSO de Weisterbeek niet aan alle getoetste eisen uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzaalwerk voldoet. Er is een tekortkoming geconstateerd in het domein Veiligheid en gezondheid, op het item: risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Voor een nadere inhoudelijke uitleg, zie de toelichting bij het betreffende item in dit rapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Handhaven op:  De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het oordeel van de inspecteur ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2014). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk:    

emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.

De observatie vindt plaats op een maandagmiddag. Gedurende de middag zijn de volgende activiteiten waargenomen: vrijspel, een knutselactiviteit en het spelen in het gymnastieklokaal. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder heeft in juli van dit jaar (2015) het pedagogisch werkplan bijgewerkt en verspreidt in de organisatie. Regelmatig wordt in het teamoverleg onderwerpen/onderdelen van het pedagogisch werkplan besproken. Tijdens de inspectie is gebleken dat er wel een verschil is, of je een 'vaste' of een 'oproep' beroepskracht bent. De 'oproep' beroepskracht krijgt niet alle noodzakelijke informatie over het pedagogische werkplan mee. Aandachtspunt: De houder dient er voor te zorgen dat elke beroepskracht (ook de 'oproep') goed geïnformeerd wordt en blijft. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. Citaat uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen' Er is gedurende de observatie veel interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen te zien. De 'oproep' beroepskracht blijkt vaker op de groep te staan. De kinderen kennen haar en voelen zich bij haar op hun gemak. Wegens het slechte weer blijven alle kinderen binnen. Ondanks dat de kinderen niet naar buiten kunnen, waar ze even stoom af kunnen blazen, zijn ze rustig in een groepje of alleen aan het spelen. De beroepskrachten geven waar nodig individuele aandacht aan de kinderen, die daar positief op reageren. "Wat ben jij lenig, je bent een echte acrobaat." "Dat is een mooie schoorsteen, daar wil zwarte piet wel doorheen klimmen." "Wat ben jij goed in dat spelletje, je wordt vast kampioen." De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Citaat uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen' In de gymnastiekzaal is een toestelcombinatie opgebouwd, wat kinderen uitnodigt om te klimmen, klauteren, balanceren, springen en kruipen. De aanwezige beroepskracht stimuleert de kinderen: "Hoe ga jij hier naar boven klimmen?" "Jij bent lenig genoeg om daar doorheen te kruipen." "Kikkers springen overal op." Indien nodig biedt ze een helpende hand. "Vlindertjes fladderen naar beneden, kom ik help wel even."


De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot de ontwikkeling van sociale competentie te komen. Citaat uit het veldinstrument: 'De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren' Vandaag zijn twee groepen samengevoegd. Wat opvalt, is, dat de kinderen elkaar goed kennen, met elkaar spelen en elkaar accepteren. Er vallen geen kinderen buiten de groep. Iedereen hoort bij de groep. Wanneer een kindje vraagt aan een groepje kinderen of hij mee mag doen, is dat geen probleem. De aanwezige beroepskrachten hoeven hierin weinig te helpen. De houder zorgt voor overdracht van normen en waarden aan de kinderen. Citaat uit het veldinstrument: 'Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn' Wanneer een kindje op een aparte maar handige manier, in het wandrek naar boven klimt, kijken en een paar kinderen nieuwsgierig toe. Dan gaan ze ook hetzelfde proberen. Wanneer dat bij een paar niet helemaal lukt, helpt het kindje dat het voordeed. De kinderen komen allemaal boven en hebben veel plezier. Wanneer nog meer kinderen willen meedoen, mag dat, ze worden niet uitgesloten. De beroepskracht ziet dat iedereen naar boven wil klimmen en grijpt dan in. De groep komt bij haar. "Jongens, dit is niet veilig, wat gaan we doen?" "Niet tegelijk", zegt een kind. "Inderdaad, want er is niet genoeg ruimte als iedereen tegelijk naar boven wil." De kinderen maken nu een rijtje. Iedereen komt aan de beurt. De kinderen zetten het spel nu, een stuk veiliger voort. Conclusie: Op basis van de observatie is geconcludeerd dat de pedagogische praktijk voldoet. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (op de groep, in de centrale hal en in de gymnastiekzaal)  Website  Pedagogisch werkplan (versie juli 2015)  Informatieboekje BSO Weisterbeek 2015


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Daarnaast is de beroepskracht-kindratio en de opvang in stamgroepen beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft steekproefsgewijs de verklaringen omtrent gedrag (VOG's) van de twee aanwezige beroepskrachten beoordeeld. Uit de toetsing blijkt dat deze twee beroepskrachten beschikken over een geldig VOG, afgegeven op de juiste functie-aspecten en vallend binnen de continue screening in de kinderopvang. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft steekproefsgewijs de beroepskwalificaties van de twee aanwezige beroepskrachten beoordeeld. Uit deze toetsing blijkt dat deze twee beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De locatie heeft sinds 8 januari 2015 twee basisgroepen. Beide basisgroepen bestaan uit maximaal 20 kinderen. In totaal kunnen er dus maximaal 40 kinderen in de "Weis" opgevangen worden. Kinderen van 4 tot 6 jaar worden zoveel mogelijk in basisgroep 1 geplaatst, deze kinderen starten in het klaslokaal. De kinderen vanaf 6 jaar worden zoveel mogelijk in basisgroep 2 geplaatst en starten in de hal. Op de inspectiedag zijn de beide groepen, in verband met de kindaantallen, samengevoegd. Steekproefsgewijs heeft de toezichthouder van twee kinderen het toestemmingsformulier bekeken. Uit de toetsing is gebleken, dat deze kinderen in een overeengekomen periode in één andere basisgroep mogen worden opgevangen. Omvang en samenstelling van de groep voldoet aan de wettelijke voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Uit een steekproef en toetsing op de dag zelf blijkt dat er aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Op de inspectiedag zijn er 11 kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Aandachtspunt: De houder legt geen breng- en haaltijden vast waardoor niet kan worden getoetst of de beroepskracht-kindratio aan het einde van de opvangdag ook klopt. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (op de groep, in de centrale hal en in de gymnastiekzaal)  Verklaringen omtrent het gedrag (twee beroepskrachten)  Diploma's beroepskrachten  Presentielijsten  Pedagogisch werkplan (versie juli 2015)  Informatieboekje BSO Weisterbeek 2015


Veiligheid en gezondheid Naar aanleiding van de inspectie is binnen het domein veiligheid en gezondheid specifiek gekeken of de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid actueel en volledig zijn. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid zijn in januari 2015 uitgevoerd. Uit de observatie en het interview met de beroepskrachten is de toezichthouder tot de conclusie gekomen, dat de veiligheidsrisico's bij het gebruik van de gymnastiekzaal niet voldoende zijn geïnventariseerd. Vooral als de gymnastiekzaal volstaat met toestellen. Wat zijn de regels over het dragen van schoenen? Wat zijn de regels over het gebruik van de aanwezige toestellen? Is het veilig of moet er nog een valmat bij? Door het ontbreken van duidelijkheid, zowel voor de kinderen als de beroepskrachten, kunnen er een onveilige situaties ontstaan. De houder dient te allen tijde te zorgen voor een veilige en gezonde omgeving. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (op de groep, in de centrale hal en in de gymnastiekzaal)  Risico-inventarisatie veiligheid (versie Jan. 2015)  Risico-inventarisatie gezondheid (versie Jan. 2015)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: Kinderopvang 't Nest, Locatie BSO de Weisterbeek : http://www.kinderopvanghetnest.nl : 40

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Aansluiting geschillencommissie

: : : : : :

't Nest Regio Horst BV Ursulinenweide 7 5971ED GRUBBENVORST www.kinderopvanghetnest.nl 56886977 Nee

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 L. Procee

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Horst aan de Maas : Postbus 6005 : 5960AA HORST

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

30-11-2015 21-12-2015 05-01-2016 12-01-2016 12-01-2016 12-01-2016

: 19-01-2016


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. GGD Limburg Noord t.a.v. Leo Procee Horst, 22 december 2015 Betreft:

Zienswijze concept inspectierapport locatie De Weisterbeek BSO

Beste heer Procee, Wij zijn blij met dit positieve inspectierapport van onze locatie de Weisterbeek te Horst. Uw inspectie is ervaren als zeer open en prettig door de medewerkers op locatie. In het bijzonder zijn we blij met de positieve opmerkingen m.b.t de pedagogische praktijk. A.d.h.v. voorbeelden noemt u de positieve interactie tussen beroepskrachten en kinderen, de individuele aandacht en de positieve sfeer. Zaken die wij zeer belangrijk vinden en hoog in het vaandel hebben staan als het gaat om de pedagogische kwaliteit van onze locaties. We willen hierbij de inzet van de medewerkers van locatie de Weisterbeek dan ook graag even noemen, die er iedere dag weer voor zorgen dat kinderen zich ‘thuis’ voelen. Niet eens zijn wij het met de opmerking dat oproepkrachten onvoldoende geïnformeerd worden. Oproepkrachten krijgen bij aanstelling o.a. het algemeen pedagogisch beleid van Kinderopvang ’t Nest en de diverse protocollen per mail toegestuurd. Verder maakt de clustermanager samen met de nieuwe oproepkracht een rondje langs de locaties waar de oproepkracht werkzaam zal zijn. Om de medewerker wegwijs te maken in de locatie met zijn eigen specifieke regels en afspraken. De oproepkrachten weten in de locaties waar de benodigde klappers met alle informatie te vinden is. Ook houden wij bij de inzet van oproepkrachten zoveel mogelijk rekening met continuïteit en zetten wij oproepkrachten, zeker in het begin, zoveel mogelijk in samen met vaste medewerkers. Oproepkrachten zijn doorgaans niet bij locatie-vergaderingen aanwezig, maar worden altijd op de hoogte gebracht indien er voor hen belangrijke veranderingen in locaties plaatsvinden. Hier draagt de betreffende clustermanager zorg voor. Wat betreft de risico-inventarisatie veiligheid. Wij begrijpen uw opmerkingen m.b.t. de veiligheidsrisico’s in de speelzaal. Wij zullen deze dan ook uitgebreid beschrijven in de nieuwe risico-inventarisatie 2016, waarmee wij op moment bezig zijn. Met vriendelijke groet, Namens kinderopvang ’t Nest, Suzan Thijssen, Clustermanager Horst-centrum


Inspectierapport Kinderopvang 't Nest, Locatie BSO de Weisterbeek (BSO) Schoolstraat EH HORST Registratienummer

Recommend Documents