SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I
GESCHIEDENIS
Dit onderzoek bestaat uit 40 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad. Meerkeuze antwoorden worden met HOOFDLETTERS geschreven.
1
1 Waarom wordt Wereldoorlog I een wereldoorlog genoemd? 2 Welke oorzaak was een economische oorzaak voor het uitbreken van WO I? 3 Wat was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? 4 Schrijf drie (3) landen op die behoorden tot het bondgenootschap der Centralen. 5 Waarom sloten Europese landen bondgenootschappen met elkaar? 6 Waarom wilde Duitsland niet op twee fronten vechten tijdens WO I?
Bekijk bron 1 en beantwoord vraag 7
bron 1: Duitse jongeren.
7 Waarom waren jonge Duitse vrijwilligers zo oorlogsenthousiast in 1914? 8 Schrijf twee (2) redenen op waarom wij de Wereldoorlog I ook wel een totale oorlog noemen. 9 Waaruit blijkt dat vrouwen tijdens Wereldoorlog I gelijkwaardig werden aan mannen? 10 Controle op de pers noem je? A) Propaganda B) Censuur C) Indoctrinatie D) Mobilisatie
2
Bekijk bron 2 en beantwoord vraag 11
bron 2: Britse propaganda
11 Welke reden hadden de geallieerden om dit type posters te maken voor hun bevolking tijdens Wereldoorlog I? 12 Waarom was de blokkade van de Duitse kust een effectieve manier om Duitsland te bestrijden? 13 Waarom kunnen wij het jaar 1917 een beslissend jaar noemen voor het verloop van Wereldoorlog I? De Duitse keizer vluchtte na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland. 14 Wat was de reden dat hij voor Nederland had gekozen? Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland zwaar gestraft door de geallieerden. 15 Noem vier van de strafbepalingen uit de Vrede van Versailles. 16 Waarom werd Duitsland bij de bepalingen van de Vrede van Versailles zo zwaar gestraft door de geallieerden? 17 Wat is de reden dat de Republiek van Weimar de opgelegde Vrede van Versailles hebben ondertekent? President Wilson wilde na de Eerste Wereldoorlog een volkenbond oprichten. 18 Wat was het doel van de volkenbond? De volgende zinnen hebben betrekking tot de Volkenbond. 19 Geef aan welke zinnen juist en welke onjuist zijn. I de VS werd lid van de volkenbond II de Volkenbond voorkwam een oorlog tussen Bulgarije en Griekenland. III De Volkenbond is een voorloper van de VN. IV Door het einde van de Volkenbond ontstond de beurscrash in de VS
3
Bekijk bron 3 en beantwoord vraag 20.
Bron 3. Januari 1923: Troepen marcheren het Ruhrgebied binnen.
In 1923 kon Duitsland zich niet meer houden aan de economische maatregel van de Vrede van Versailles. 20 Welk economisch gevolg had dit voor Duitsland? Na de inflatie van 1923 kreeg Duitsland hulp van de Verenigde Staten om de economie weer te stimuleren. 21 Wat is de oorzaak dat deze samenwerking tot een eind kwam in 1929? 22 Waarom had de economische crisis van 1929 ook invloed op landen in Zuid-Amerika? A. de VS kon geen handel meer voeren met deze landen. B. de VS kocht geen aandelen meer van deze landen. C. de VS vroeg hun geleend geld terug van Zuid Amerikaanse landen. D. de VS paste een aanpassingspolitiek tegenover Zuid-Amerika. Minister president Colijn voerde tijdens de crisisjaren van de jaren ’30 een aanpassingspolitiek. 23 Wat wordt daarmee bedoeld?
Bekijk bron 4 en beantwoord vraag 24
4
Bron 4: Uitbreiding van Duitsland 24 Welk idee van het nationaal-socialisme past bij deze bron? A. Afschaffing van het democratie. B. Herbewapening. C. Lebensraum. D. Anti-semitisme. De fascisten in Italië hadden ongeveer dezelfde ideeën als de nazi’s in Duitsland. 25 Schrijf twee (2) overeenkomsten op tussen de fascisten en de nazi’s.
Bekijk bron 5 en beantwoord vraag 26
Bron 5: aantal werklozen in Duitsland van 1928 tot 1939 (x 1000)
Adolf Hitler beloofde werk en voedsel aan het Duitse volk 26 Hield Adolf Hitler zich aan zijn belofte? Leg je antwoord uit. 27 Leg uit dat terreur een kenmerk is van dictatuur.
5
28 Welke beweringen over de totalitaire staat zijn juist? I. De gelijkschakeling van het volk was belangrijk. II. Het eenpartijstelsel werd geleid door één man. III. De indoctrinatie van de jeugd via onderwijs en jeugdorganisaties was belangrijk. A. Beweringen I en II zijn juist. B. Beweringen II en III zijn juist. C. Beweringen I en III zijn juist. D. Alle beweringen zijn juist. Bekijk bron 6 en beantwoord vraag 29
Bron 6: Klaslokaal in Berlijn 1934
29 Is er sprake van indoctrinatie in de bron? Leg je antwoord uit. 30 Welke beweringen passen bij concentratiekampen? (alleen nummers op het werkblad schrijven) 1. In de concentratiekampen woonden en sliepen mensen in te kleine ruimtes. 2. In de concentratiekampen kregen de mensen goed te eten. 3. In de concentratiekampen werden mensen slecht behandeld. 4. In de concentratiekampen waren alleen maar Joden te vinden. 31 Schrijf twee (2) bevolkingsgroepen op die vervolgd werden in Duitsland ten tijde van de nazi’s.
6
Bekijk bron 7 en beantwoord vraag 32
Vertaling: New York Times. “De nazi’s vernietigen, plunderen en verbranden Joodse winkels en synagogen tot dat Goebbels het goed vindt.
Bron 7: vernietiging van Joodse bezittingen 1938.
32 Welke historisch moment komt in bron 7 voor? Leg je antwoord uit.
Bekijk bron 8 en beantwoord daarna vraag 33
Bron 8 Hitler opent een nieuwe Autobahn bij Darmstadt (1935). Door deze autowegen kon het leger zich snel verplaatsen.
33 Welke twee (2) doelen wilde Hitler bereiken met het bouwen van deze autoweg? A. Werkloosheid werd bestreden en de autofabrieken. B. Werkgelegenheid werd geschept en het streven naar financiële stabiliteit. C. Werkloosheid werd bestreden en voorbereidingen voor de oorlog nam gelijk plaats. D. Werkgelegenheid werd geschept en militairen getraind.
7
Duitsland sloot een bondgenootschap met Italië. 34 Welke benaming kreeg de bondgenootschap tussen Duitsland en Italië? Lees bron 9 en beantwoord daarna vraag 35 “Het plan was, om eerst de Amerikaanse vloot te vernietigen, zodat de VS niet in staat zouden zijn om over de oceaan ten strijde te trekken, en om vervolgens heel Zuidoost-Azië te bestormen met de snelheid van een Duitse Blitzkrieg”. Bron 9 Uit: De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.
35 Over welke aanval wordt in de bron gesproken? A. Operatie Barbarossa B. D-day C. Operatie Torch D. Pearl Harbor 36 Vul de ontbrekende woorden in. Gebruik hiervoor de gegeven woorden. Niet-aanvalsverdrag – Operatie Barbarossa – Slag bij Stalingrad - Tweede Wereldoorlog – Interbellum – Polen Op 1 september 1939 begon opnieuw een oorlog, de _____1_____. Duitsland viel _____2_____ binnen en aan de periode van het _____3_____ kwam een einde. Ook Rusland viel het land aan. Het had met Duitsland een _____4_____ gesloten, maar dat was geen garantie voor vrede. In juni 1941 verbrak Hitler dat verdrag en startte _____ 5_____. In de winter van 19411942 leden de Duitsers een grote nederlaag in de _____6_____. 37 Welke bewering(en) over D-day is/zijn onjuist? I Op 6 juni 1944 landden de geallieerden aan de kust van Frankrijk. II Op D-day was de Tweede Wereldoorlog afgelopen. III Op D-day vierden de Duitsers al hun overwinningen. A. B. C. D.
Bewering I is onjuist. Bewering I en II zijn onjuist. Bewering II en III zijn onjuist. Bewering I en III zijn onjuist.
38 Na welke gebeurtenis gaf Japan zich als laatste over in 1945? In 1935 werden de Neurenbergse wetten ingesteld. 39 Welk doel hadden de Neurenbergse wetten? A. Het Duitse bloed en eer te beschermen. B. Joden te deporteren. C. Jodenvervolging. D. Duitse ras te expanderen.
8
Veel Joden doken onder om niet opgepakt te worden. 40 Waarom was het moeilijk om een onderduikadres te krijgen? Leg je antwoord uit.
9