Schoolondersteuningsprofiel SWV Deventer VO en VSO Versie december 2015
Het Slatink Lebuïnuslaan 1 7415 DM Deventer 0570 - 50 4680 School voor VMBO Kader en Mavo en HAVO Onderbouw Directeur: E.J. Weide MBA Zorgcoördinator: Dolf Hoekstra Orthopedagoog: Claudia Speelman Vooraf Dit ondersteuningsprofiel is gebaseerd op het landelijk vastgestelde referentiekader voor passend onderwijs en kent drie onderdelen:
Basisondersteuning
Arrangementen
Ambitie van de school
Basisondersteuning In dit deel wordt aangegeven welke ondersteuning de school biedt in het kader van haar reguliere onderwijsaanbod. Binnen het samenwerkingsverband hebben de scholen afspraken gemaakt over het minimale niveau van de basisondersteuning geldend voor alle scholen van het samenwerkingsverband. U kunt de beschrijving daarvan vinden op de site van het samenwerkingsverband. In dit schoolondersteuningsprofiel wordt in beknopte vorm aangegeven hoe deze school daar nader invulling aan heeft gegeven. Arrangementen Voor een aantal leerlingen is het onderwijs, ondanks de basisondersteuning, onvoldoende passend. Van overheidswege ontvangt het samenwerkingsverband middelen om scholen in staat te stellen aanvullende ondersteuning te bieden. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen lichte ondersteuning en zware ondersteuning. De lichte ondersteuning wordt gegeven op de reguliere scholen en op de school voor praktijkonderwijs. Voor de zware ondersteuning zijn leerlingen in veel gevallen aangewezen op het speciaal onderwijs. In dit schoolondersteuningsprofiel staan de vormen van lichte ondersteuning die de school biedt beschreven in de vorm van arrangementen. Ambitie van de school De scholen van het samenwerkingsverband streven naar een optimalisering van hun onderwijs- en ondersteuningsaanbod. In dit deel geeft de school aan welke hun ambitie is ten aanzien van het optimaliseren van het ondersteuningsaanbod.
1. Basisondersteuning 1. Preventieve en lichte curatieve functies
Op orde
In
Niet op orde
ontwikkeling 1.1 Een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie (conform de protocollen).
X
*
Toelichting: Leerlingen met een dyslexieverklaring hebben recht op de wettelijk toegestane faciliteiten. Dyslexieprotocol (te vinden op de website) Ondersteuning wordt geboden in de vorm van het aanleren van leerstrategieën, leren omgaan met teksten en vakgerichte ondersteuning. En het leren omgaan en oefenen met hulpmiddelen.
Nederlands
Moderne vreemde talen
Zaakvakken (gs, ak, bi)
Er is geen protocol ten behoeve van dyscalculie 1.2 Preventieve of licht curatieve ondersteuning voor leerlingen die op enigerlei wijze achterstand dreigen op te lopen of hebben opgelopen op het aan hen
X
aangeboden onderwijsprogramma Toelichting: Studie Leer Hulp in de onderbouw en RT Er is een RT-aanbod m.b.t. taal en rekenen, alsmede voor leerlingen die op bepaalde andere vakgebieden achterstanden oplopen. 1.3 Onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen die binnen een bepaalde leerlijn voor een of meerdere vakgebieden
X
bovengemiddelde begaafd zijn. Toelichting: Bijvoorbeeld bij leerlingen met tweetalige achtergrond 1.4 Onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen die meer begaafd zijn.
X
Toelichting: n.v.t. 1.5 Fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die
X
dit nodig hebben. Toelichting: -
Voor leerlingen die (tijdelijk) niet met de trap kunnen is een liftsleutel beschikbaar
-
Het hele gebouw is rolstoeltoegankelijk plus ingang en gymzaal.
-
invalidetoilet
-
brede gangen en ruime lokalen
1.6 (Ortho-)pedagogische en/of (ortho-)didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van
X
gedragsproblemen. Toelichting: In de onderbouw hebben de leerlingen een lesuur Leefstijl. Iedere klas heeft een mentoruur waarin de mentor aandacht kan besteden aan sociale vaardigheden. Naast het klassikale mentoruur onderhoudt de mentor individuele contacten met leerlingen, hierin wordt o.a. het persoonlijk welbevinden en sociaal emotioneel functioneren besproken. De mentor kan leerlingen via het zorgoverleg leerlingen aanmelden voor extra trainingen Voor alle leerjaren is er een aanbod op zowel groeps- als individueel niveau m.b.t. sociale vaardigheden (sova-training en training Rots en Water)en faalangst (faalangstreductietraining en training faalangst bij examenleerlingen). 1.7 Een protocol voor medische handelingen.
X
Toelichting: Informatie medische behoeften, wordt door de mentor verstrekt aan al het personeel. Indien nodig kan hulp geboden worden bij het innemen en bewaren van medicatie. 25 % van het personeel is bevoegd BHV-er. 1.8 De curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners kan bieden.
X
Toelichting: Na bespreking in het ZAT wordt door het zorgteam contact gezocht met hulpverleners buiten school. Dit gebeurt altijd na overleg met ouders en de leerling.
2. Ondersteuningsstructuur
Op orde
In
Niet op orde
ontwikkeling 2.1 Organogram van de ondersteuningsstructuur
X
Toelichting: Dit moet nog gemaakt worden.
De ondersteuningsstructuur voorziet in: 2.2 Afstemming met ouders
X
Toelichting: Mentor is eerste aanspreekpunt voor ouders en onderhouden contacten met hen.
1. Ouders worden direct op de hoogte gesteld als er iets bijzonders met de leerling gebeurt. In eerste instantie is de mentor degene die contact zoekt. Vakdocenten en teamleiders kunnen te allen tijde ook zelf contact met ouders opnemen. 2. Na elke periode is er een tien-minuten avond voor ouders met de mentor, n.a.v. het rapport. 2.3 Zorgvuldige toelating
X
Toelichting: Bij toelating wordt op basis van de schriftelijke en mondelinge (warme overdracht) informatie van het basisonderwijs of van een andere VO-school een zorgvuldige dossieranalyse toegepast en een inventarisatie gemaakt van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling. Ook de informatie afkomstig van ouders wordt daarbij betrokken. Richtlijnen zijn de criteria van de RVC met betrekking tot LWOO. Indien van toepassing wordt LWOO aangevraagd. Bovenstaand is, waar aan de orde, basis van een handelingsplan. 2.4 Een ingericht mentoraat
X
Toelichting: Elke klas heeft een mentor. Deze heeft een lesuur per week met de klas beschikbaar voor mentorzaken. 2.5 Georganiseerde vorm van leerlingbespreking
X
Toelichting: Iedere week heeft de mentor bespreking met de teamleider over zijn/haar klas. Aan de hand van het wekelijks mentoroverleg vindt er een overleg met de zorgcoördinator en orthopedagoog plaats met de teamleider. Iedere periode is er een leerlingbespreking met de betrokken docenten per klas. Aan het begin van het schooljaar stelt de mentor handelingsplannen op en aan het eind van het schooljaar wordt het plan geëvalueerd. 2.6 Een zorgcoördinator / intern begeleider
X
Toelichting: 2.7 Een Zorg Advies Team of Commissie van Begeleiding (ZAT)
X
Toelichting: Indien nodig wordt gebruik gemaakt van de diensten van bjzo, politie, Accare, schoolarts, MEE, leerplicht, Tactus en gezinscoaches. Preventie onderzoek door de schoolarts vindt voor alle leerlingen van klas twee plaats. 2.8 Een vertrouwenspersoon Toelichting: -
X
2.9 Warme overdracht
X
Toelichting: De teamleider en/of orthopedagoog of zorgcoördinator bezoekt alle basisscholen die leerlingen met een ondersteuningsbehoefte hebben aangemeld en gaat in gesprek met de leerkracht van groep 8 en/of de IB-er. Al voor de kennismakingsochtend worden de mentoren mondeling en schriftelijk ingelicht. Daarnaast vindt overdracht plaats tussen ouders van kinderen uit groep 8 en de mentor. Bij de overgang naar een volgende klas draagt de mentor van de oude klas draagt de dossiers van de leerlingen over aan de mentor van de nieuwe klas. Bij overgang van een andere school naar Het Slatink, wordt de leerling besproken tussen de teamleiders en zorgmedewerker van beide betrokken scholen. Als ouders toestemming geven worden zorgleerlingen door het zorgteam besproken met de sectorleiders van het mbo. 2.10 Interne communicatie rond aanvullende en/of extra ondersteuning en/of specifieke bijzonderheden
X
Toelichting: Betrokken docenten zijn bij de leerlingbespreking. 2.11 De mogelijkheid een orthopedagoog / schoolpsycholoog te betrekken
X
Toelichting: -
3. Planmatige aanpak
Op orde
In
Niet op orde
ontwikkeling De school beschikt over: 3.1 Een omschreven signaleringssysteem. Met:
vaste momenten waarop onderzoek plaatsvindt naar cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling aan de hand van signaleringsinstrumenten tijdens eerste en tweede jaar.
een vastgestelde procedure als problemen worden gesignaleerd.
verzuimbeleid
X X X
Toelichting: Er wordt op verschillende manieren aan signalering gedaan. -
Het uitvoeren van een eerste inventarisatie naar studievaardigheden, persoonlijk welbevinden en sociaal emotioneel functioneren.
-
Actief verzuimbeleid
o
Absenten worden elk uur genoteerd. Bij onbekend afwezigheid wordt diezelfde dag naar huis gebeld. Er zijn afspraken met de Leerplichtambtenaar met betrekking tot melden van afwezigheid.
o
Verlof wordt alleen verleend na een schriftelijk verzoek van de ouders.
o
Bij ziektemelding wordt dezelfde dag nog ter controle naar huis gebeld.
o
Kinderen mogen alleen ziek naar huis na toestemming van de ouders.
3.2 Een omschreven leerlingvolgsysteem waarbij van iedere leerling een dossier wordt bijgehouden waarin opgenomen:
de cognitieve, motorische en creatieve
X
ontwikkeling
de resultaten van aanvullende testen, toetsen
X
en observaties
informatie m.b.t. de sociaal-emotionele
X
ontwikkeling Toelichting: 3.3 Een procedure voor het opstellen en bewaken van handelingsplannen / individuele ontwikkelingsplannen voor leerlingen die binnen de basisondersteuning
X
aanvullende ondersteuning behoeven Toelichting: Aan het begin van het schooljaar stelt de mentor handelingsplannen op en aan het eind van het schooljaar wordt het plan geëvalueerd. 3.4 Een vorm van leerlingbespreking die gericht is op de onderlinge ondersteuning van het team t.a.v. de zorg waaronder:
overleg over studievorderingen, gesignaleerde
X
problemen, functioneren van jaargroepen.
Intervisie gericht op het vergroten van
X
deskundigheid Toelichting: Intervisie vooral bij jonge leerkrachten in geval van terugplaatsing expertisepunt 3.5 Een informatieprotocol dat vastlegt op welke wijze de contacten met ouders \ verzorgers en instanties verlopen indien zich problemen voordoen. Toelichting: Zie protocol veilige school
X
4. Een overeengekomen kwaliteitsniveau
Op orde
In
Niet op orde
ontwikkeling 4.1 De school voldoet aan de kwaliteitseisen conform het waarderingskader van de inspectie. Voor de school geldt tenminste het kwaliteitsniveau basistoezicht.
X
Toelichting: 4.2 De school heeft een zorgplan / zorgparagraaf
X
Toelichting: 4.3 De school gaat systematisch na in hoeverre haar inspanningen aangaande het zorgaanbod rendeert. Toelichting: Hieraan wordt gewerkt op centraal niveau Etty Hillesum.
X
2 Arrangementen
2.1 LWOO in de vorm van remedial teaching Inhoudelijke interventies Doelgroep Leerlingen waarvan verwacht mag worden dat zij het voortgezet onderwijs afsluiten met een diploma op tenminste vmbo-niveau, maar die leerproblemen ervaren en/of leerachterstanden hebben die gerelateerd zijn aan hun cognitieve en/of sociaal-emotionele ontwikkeling. De betreffende leerlingen voldoen aan de landelijke criteria die gelden voor lwoo. Interventies Extra didactische ondersteuning. Proces en structuur Aanwezige deskundigheid binnen het team 2 teamleden, met rt-opleiding. Aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling Een keer per week een contactuur. Soms in groepjes, soms individueel. Protocollen, aanpakken, programma’s, methodieken en materialen die de school heeft Op basis van handelingsplan. Inrichting ruimtelijk omgeving Beschikbaar klaslokaal Samenwerkingsrelaties met ouders en onderwijs- en ketenpartners. Er wordt een handelingsplan opgesteld in overleg met de ouders.
2.2 Expertisepunt Inhoudelijke interventies Doelgroep Leerlingen die problemen hebben van gedragsmatige, sociaal-emotionele, psychische aard. Het betreft problemen die dusdanig zijn dat ze de schoolontwikkeling belemmeren en die niet binnen de reguliere setting in de klas en de mentorgroep in voldoende mate opgevangen kunnen worden. Interventies De ondersteuning wordt naar behoefte ingevuld. De ondersteuning kan zich richten op zowel de leerling als de mentor / docenten. De interventies kunnen uiteenlopende vormen aan nemen. Onderstaand een globaal overzicht. Leerling zit primair in de reguliere setting.
Interventies gericht op de leerling
Opvang aan het begin van de dag;
Begeleidingsgesprekken gericht op het duiden van interacties;
Mogelijkheid bieden tot afzondering;
Opvang tijdens pauzes en/of vrije lesuren;
Begeleiding bij planning, agendabeheer, leerstrategieën
Extra didactische ondersteuning bij de schoolvakken;
Training sociale vaardigheden / faalangst.
Interventies gericht op de docent
(video) observaties van interacties in de klas en collegiale consultatie;
Supervisie / intervisie;
Bieden van handreikingen t.a.v. klassenmanagement.
Proces en structuur Aanwezige deskundigheid binnen het team Docenten met een master SEN en ervaring in het speciaal onderwijs. Aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling Er is 1.7 fte ten behoeve van 49 leerlingen die bij het Expertisepunt zijn aangemeld (situatie 2015). De formatie wordt door twee docenten ingevuld. Protocollen, aanpakken, programma’s, methodieken en materialen die de school heeft In het licht van een opgesteld ontwikkelingsperspectief (handelingsplan) wordt de ontwikkeling van de leerling gevolgd. Naar behoefte wordt de ondersteuning ingevuld. Bij het volgen van de ontwikkeling wordt altijd de context meegenomen. De ontwikkelingsgeschiedenis thuis en op school wordt in beeld gebracht. Er wordt gekeken naar de interactie van de leerling met volwassenen en met leeftijdgenootjes. Uitgangspunt is de handelingsgerichte diagnostiek. Inrichting ruimtelijk omgeving Er is permanent een apart lokaal op school beschikbaar. Samenwerkingsrelaties met ouders en onderwijs- en ketenpartners. Bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief en de nadere uitwerking daarvan in een handelingsplan worden altijd de ouders betrokken. Zij dienen met het ontwikkelingsperspectief en het handelingsplan in te stemmen. Daarnaast wordt samengewerkt met de voortgezet speciaal onderwijs, waar nodig, ggz jeugdpsychiatrie politie, leerplicht
2.3 Brugklas met extra expertise Inhoudelijke interventies Doelgroep Leerlingen die vanwege hun sociaal-emotionele ontwikkeling onvoldoende zijn toegerust om na de basisschool probleemloos in het voortgezet onderwijs te kunnen functioneren.
Interventies De leerlingen volgen zoveel mogelijk vakken in een beperkt aantal vaste lokalen Het onderwijs wordt gegeven door eveneens een beperkt aantal vaste docenten. Daarnaast is er de mogelijkheid op een vaste en rustige plek te pauzeren. Gedurende het jaar worden de leerlingen door middel van een duidelijke structuur en persoonlijke begeleiding voorbereid op een tweede leerjaar met meer lessen in andere lokalen en meer docenten. Bij aanvang wordt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief opgesteld en een OPP (OntwikkelingsPerspectief-Plan) gemaakt. Dit wordt na de eerste periode besproken en geëvalueerd met de ouders (en de leerling). Proces en structuur Aanwezige deskundigheid binnen het team Docenten met ervaring en affiniteit met de doelgroep. Docent met ervaring speciaal onderwijs (Ambelt). Aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling Mentor heeft extra begeleidingsuren. Er is ondersteuning van een docent uit speciaal onderwijs. Een groepsgrootte van 24 leerlingen maximaal. Protocollen, aanpakken, programma’s, methodieken en materialen die de school heeft Intensieve persoonlijke begeleiding gericht op agendabeheer, werkplanning, studievaardigheden en het welbevinden op school. Inrichting ruimtelijk omgeving Beperkt aantal vaklokalen. Eigen rustige plek voor de pauze. Samenwerkingsrelaties met ouders en onderwijs- en ketenpartners. De mentor onderhoudt een intensief contact met ouders rond het OPP. Ook wordt extra aandacht gegeven aan informatievoorziening over opgegeven huiswerk, de planning op school, bijzonderheden van de klas en nieuws uit de school.
2.4 Individuele begeleiding van leerlingen met fysieke beperkingen (visueel, auditief, motorisch) Inhoudelijke interventies Doelgroep
Leerlingen met een visuele beperking (blind / slechtziend).
Leerlingen met auditieve beperking (doof / slechthorend).
Leerlingen met ernstige spraak- / taal moeilijkheden
Interventies Individuele ondersteuning gericht op wegnemen van of leren omgaan met belemmeringen voortkomend uit de fysieke beperking opdat het geboden onderwijs succesvol gevolgd kan worden. De ondersteuning is aanvullend op het ondersteuningsaanbod LWOO. Proces en structuur
Aanwezige deskundigheid binnen het team Begeleidingsvaardigheden mentor. Aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling Naar behoefte van de leerling. Protocollen, aanpakken, programma’s, methodieken en materialen die de school heeft Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en op basis van een opgesteld handelingsplan. Inrichting ruimtelijk omgeving Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en op basis van een opgesteld handelingsplan. Samenwerkingsrelaties met ouders en onderwijs- en ketenpartners. Er wordt een handelingsplan opgesteld in overleg met de ouders. Daarnaast is er ambulante begeleiding.
3 Ambitie Nog nader in te vullen