Schoolondersteuningsprofiel
St. Michaël College te Zaandam
1.
Inleiding Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Scholen brengen die ondersteuning in beeld in het ‘schoolondersteuningsprofiel’, een document waarin een beknopt overzicht wordt gegeven van alle vormen van ondersteuning die de school te bieden heeft en ondersteuning die zij op korte termijn nog denkt te gaan aanbieden, de ambities. Onderscheiden worden de basisondersteuning, die voor alle scholen geldt (hierover zijn in Zaanstad tussen scholen afspraken gemaakt) en extra ondersteuning: dit betreft de vormen van ondersteuning die verder gaan dan de basisondersteuning en scholen kunnen zich hier specialiseren. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en bevat tevens de ambities van de school. Daardoor biedt het schoolondersteuningsprofiel de school en het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zaanstreek (SVZ), waarin de V(S)O-scholen samenwerken, de mogelijkheid om te beoordelen of binnen het voortgezet onderwijs voldoende ondersteuning wordt geboden aan leerlingen, die dat nodig hebben. Ook is het een document voor de school zelf: bieden wij voldoende ondersteuning en kunnen wij dit ook waarmaken? Maar vooral ook biedt het ouders de mogelijkheid om per school te beoordelen of het ondersteuningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken in het schoolplan of het zorgplan van de school of op ‘Vensters voor Verantwoording’. Deze laatste website is een project van de VO-raad waarbij allerlei cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs, afkomstig van de onderwijsinspectie en van de scholen zelf, verzameld en gevisualiseerd wordt in één systeem. Het schoolondersteuningsprofiel is tot stand gekomen op basis van een format van het Samenwerkingsverband VO en is door de school verder ingevuld. De medezeggenschapsraad van de school heeft directie en team daarbij geadviseerd. Alle in dit schoolondersteuningsprofiel genoemde websites en documenten zijn te bereiken via de website van het St. Michaël College.
2.
Algemene informatie In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de leerlingpopulatie weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader van passend onderwijs: de onderwijsvisie. 2.1
Contactgegevens Naam Type school Adres Telefoon Fax E-mail Website
St. Michaël College HAVO, VWO Leeghwaterweg 7, 1509 BS Zaandam 075 - 612 74 74 075 - 612 74 75
[email protected] www.stmichaelcollege.nl 1
2.2
Onderwijsvisie/schoolconcept Visie van het St. Michaël College (SMC) Het SMC is een school voor hoogwaardig, bijzonder onderwijs voor HAVO en VWO met ruimte voor mensen met ambities. Door de integratie van scholaire en ‘spectrascholaire’ (buitenschoolse) activiteiten stimuleert de school leerlingen en medewerkers zich te ontplooien en worden zij aangesproken in hun talenten. Het SMC wil kennis overdragen waardoor jonge mensen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke wereldburgers. Daarnaast wil het SMC bijdragen aan inzicht in sociale, culturele, wetenschappelijke en politieke vraagstukken op lokaal en mondiaal niveau. Bij al het handelen staan vier kernwaarden centraal, die kenmerkend zijn voor het onderwijs op het SMC: begrip, rechtvaardigheid, samenwerking en vrede. Het SMC realiseert zijn visie door met alle betrokkenen een veilige leer- en werkgemeenschap te vormen waar leerlingen, ouders en medewerkers zich thuis kan voelen en waar:
leerlingen zich met volledige inzet naar eigen mogelijkheden ontwikkelen en initiatief tonen, een eigen uitdaging creëren, creatief zijn in denken en doen én zorgzaam zijn voor anderen; hoge, heldere en haalbare eisen aan leerlingen worden gesteld die ook in samenwerking met elkaar moeten worden bereikt; de inbreng en betrokkenheid van de ouders wordt gestimuleerd en mogelijk wordt gemaakt; de eigen onderwijskundige en opvoedkundige opvattingen voortdurend worden getoetst en waar nodig bijgesteld; de medewerkers mogelijkheden krijgen aangereikt om zich blijvend persoonlijk en professioneel te ontwikkelen; innovatie een kenmerk is, vernieuwing een kans krijgt en een open en internationale attitude wordt gestimuleerd.
Zie voor een nadere uitwerking ook het schoolplan van het St. Michaël College. Visie op ondersteuning De (extra) ondersteuning van leerlingen neemt een belangrijke plaats in binnen onze scholengemeenschap. Van de leerling, het docententeam en het managementteam wordt een actieve betrokkenheid verwacht, waardoor elke leerling zich op zijn eigen manier kan ontplooien op zowel sociaal-emotioneel als cognitief gebied. Dit houdt in dat er voor leerlingen goede zorg en aandacht is op het leer-, gedrags- en sociaalemotionele vlak, zowel in als buiten de lessen. De ondersteuning van leerlingen is gericht op drie aandachtsgebieden, te weten: •
•
•
studievaardigheidbegeleiding: deze is in handen van de vakdocenten en de mentor en vindt plaats tijdens de vak- en mentorlessen en tijdens de vakbegeleidingsuren, de huiswerkbegeleiding en bij de remedial teaching rekenen en taal. sociaal-emotionele begeleiding: deze is in handen van de mentor en de leerlingbegeleiders, in overleg met de afdelingsleider, en vindt plaats in diverse projecten, in de mentorles, tijdens de faalangstreductrietraining, de stressreductietraining, de sociale vaardigheidscursus en in individuele ondersteuningstrajecten. Keuzebegeleiding: de profiel- en beroepskeuze is in handen van de decanen met ondersteuning van de mentor en vindt plaats in de uren voor oriëntatie op studie en beroep. (OSB-uren)
2
2.3
Kengetallen leerlingpopulatie Karakteristiek van de leerlingpopulatie De leerlingen komen van zo’n 35 basisscholen van verschillende denominaties. Dat is typerend voor de school. Leerlingen komen uit de hele omgeving, uit de gemeenten Wormerland en Zaanstad. De leerlingen voelen zich, mede door het intensieve kennismakings- en introductietraject, heel snel thuis op het St. Michaël College. In de schoolgids staat dan ook geschreven:
‘Het St. Michaël College is een havo-vwo school met een open karakter, waar we met respect willen omgaan met verschillende meningen en levensvisies: een méér dan bijzondere school, omdat je méér wilt.’
Leerlingenaantallen Kengetallen Totaal aantal leerlingen op 1 oktober 2009/2010
1154
Aantal leerlingen met een dyslexieverklaring 81
2010/2011
1187
79
2
26,9
2011/2012
1204
115
3
26,1
1203
107
3
25,8
2012/2013
Aantal hoogbegaafde leerlingen 2
Gemiddelde klassengrootte 25,2
Uitsplitsing leerjaren in 2012-2013
HAVO HAVO/VWO VWO
1
2
233
211
3 137
4 168
5 111
6
90
78
81
94
Percentage leerlingen dat is bevorderd naar een volgend leerjaar
SMC
Landelijk
Jaar
klas 1
klas 2
3havo 4havo 5havo
3vwo
4vwo
5vwo
6vwo
2010
95
82
86
86
92
94
94
94
79
2011
93
82
78
82
87
81
93
84
87
2012
86
86
85
79
92
87
85
85
88
2013
91
93
80
74
96
92
91
80
96
Gem. 2010
91
86
82
80
92
89
91
86
88
91
90
81
84
84
89
86
88
88
2011
93
90
82
84
85
89
86
89
87
2012
92
91
84
83
86
87
87
88
87
92
90
82
84
85
88
86
88
87
2013 Gem.
3
Toelichting
Voor ‘2010’ moet worden gelezen: einde schooljaar 2009-2010. De landelijke cijfers over 2013 zijn nog niet bekend. Het landelijk gemiddelde is daarom vermeld bij drie schooljaren en niet bij 2013. ‘95’ moet worden gelezen als 95%. Deze leerlingen zijn bevorderd naar het volgende leerjaar van dezelfde onderwijssoort, bijvoorbeeld van 3havo naar 4havo of van 2 VMBO-T naar 3 VMBO-T en op dezelfde school gebleven. Dit houdt tevens in dat 5% van deze leerlingen niet is bevorderd naar het volgende leerjaar op dezelfde school. Deze leerlingen zijn: o gedoubleerd, of o uitgestroomd naar een lager onderwijsniveau, of o bevorderd vertrokken. (bijvoorbeeld door verhuizing) Deze resultaten zijn grafisch weergegeven in bijlage 2 van dit document.
Kengetallen ZAT, terugplaatsing SVO en REC-indicaties Schooljaar
3.
Schooljaar
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
Aantal besproken leerlingen in het ZAT 14 27 8 16
Schooljaar 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
Aantal leerlingen REC-3 4 5 6 5
Aantal leerlingen REC-4 7 + 1 x PGB 9 10 7
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
Aantal leerlingen geplaatst of teruggeplaatst VSO 1 2 3 2
Totaal 12 14 16 12
Basisondersteuning De scholen voor regulier voortgezet onderwijs in Zaanstad hebben met elkaar afgesproken, dat zij zich met betrekking tot de basisondersteuning ontwikkelen tot een zogenaamde ‘begeleidingsschool’. De scholen voor speciaal onderwijs, het OPDC en de scholen voor Praktijkonderwijs ontwikkelen zich tot zogenaamde ‘dialoogschool’. De begeleidingsschool begeleidt leerlingen in hun onderwijsproces en heeft daartoe een aantal middelen in huis. De school zal dus bij ingewikkelde problematiek een beroep moeten doen op het VSO en/ of de andere onderwijsvoorzieningen die in de regio worden aangeboden. Een begeleidingsschool kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en een goed intern overleg daarover, het bieden van een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmaterialen en het actief onderhouden van werkrelaties met externe deskundigen. Het onderwijs wordt zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van de leerling en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan de individuele leerling geschonken. Het St. Michaël College is in ontwikkeling naar het model ‘begeleidingsschool’.
3.1
Basisondersteuningsprofiel Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zaanstreek (SVZ) heeft afspraken gemaakt over het niveau van basisondersteuning, dat door elke school geboden dient te worden. Elke 4
school heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het gewenste niveau van basisondersteuning door middel van een analyse. De uitkomst van deze analyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningsprofiel gevoegd. (zie bijlage 1) Uit de recente analyse van de basisondersteuning op het St. Michaël College blijkt dat de school zich op een aantal aspecten nog verder dient te ontwikkelen. Dit proces is in volle gang.
3.2
Onderwijsondersteuningsstructuur Leerlingen die ondersteuning behoeven binnen de school zijn over het algemeen leerlingen, die te kampen hebben met problemen op:
sociaal-emotioneel gebied; cognitief gebied; leergebied; motivationeel gebied; medisch gebied; het terrein van gediagnosticeerde problematiek als AD(H)D, dyspraxie, dyslexie, Asperger, PDD-NOS, etc. het gebied van gedrag.
De school biedt in de basisondersteuning een scala aan ondersteuningsmogelijkheden. Hieronder vindt u een beknopt overzicht, in het zorgplan van de school kunt meer gedetailleerde informatie vinden.
5
Structuur van de basisondersteuning
Wat Vakhulp bij aantal vakken
Algemene studiehulp
Intern
Leefstijl (Programma sociaalemotionele vaardigheden, klas 1 en 2) Dyslexiecoaching
Ondersteuningsstructuur: Basisondersteuning Wie Expertise Hoe georganiseerd? Vakdocenten Bevoegde docenten Na schooltijd. Leerlingen kunnen vakhulp vrijwillig bezoeken of door school verplicht worden. Tutoren Goede bovenbouwNa schooltijd. (Bovenbouwleerleerlingen, 2 schoZowel vakhulp als hulp bij lingen) lingsbijeenkomsten plannen en organiseren. gedaan Tegen geringe vergoeding. PAL (Studenten) (Lerarenassistenten) Mentoren Certificaat Cursus Verplicht onderdeel voor alle Leefstijl leerlingen in klas 1 en 2.
Dyslexiecoach
Gecertificeerd
3 Leerlingbegeleiders
Gecertificeerd
Klas 1
Afdelingsleider en zorgcoördinator
Geschoolde afdelingsleiders
Beoordeling informatie uit de warme overdracht vanuit het basisonderwijs en observatie in de gewenningsperiode.
Klas 2
Afdelingsleiders en schoolverpleegkundige
Geschoolde afdelingsleiders
Remedial teaching Taal en Rekenen
Docenten
Bevoegde docenten
Uitgebreide screening op sociaal-emotioneel gebied en m.b.t. gezondheid aan de hand van vragenlijsten en signaleringslijsten. N.a.v. de warme overdracht vanuit de basisschool en n.a.v. screening in klas 1 en 2 is er voor een beperkt aantal leerlingen van klas 1 en 2 ruimte voor extra hulp op het gebied van Taal en Rekenen.
Leerlingbegeleiding
2 à 3 keer per jaar coachingsgesprek over faciliteiten en omgang met dyslexie. Persoonlijke ondersteuning verlenen aan (zorg)leerlingen (en ouders) in problematische situaties en crisissituaties.
Screening leerlingen
6
Huiswerkklas
Huiswerkplaats.nl PAL (Lerarenassistenten)
Bevoegde docent (Studenten)
Faalangsttraining
Trainers van OPDC
Gecertificeerde trainers
Stressreductietraining Sociale vaardigheidstraining
Trainers van Context
Gecertificeerde trainers
Bieden van een rustige plek voor het maken van het huiswerk. Mogelijkheid tot stellen van vragen aan huiswerkondersteuner en de PALlen. School subsidieert en ouders betalen eigen bijdrage e Alle 2 -klassers worden gescreend. Bij ernstige faalangst kunnen ook leerlingen van klas 1 deelnemen. Voor bovenbouwleerlingen op vrijwillige basis
Trainers van het OPDC
Gecertificeerde trainers
Klas 1 en 2, incidenteel in klas 3
Extern
Taken en functies De school kent de volgende taken en functies in het kader van de ondersteuning:
Zorgcoördinator. Mentor. Decaan Leerlingbegeleider
Vertrouwenspersoon Trajectbegeleider Ambulant begeleider
Het St. Michaël College beschikt over de volgende externe deskundigheid: Vertrouwensarts
Schoolarts (GGD)
Jeugdhulpverlening
Elke leerling die een probleem heeft waarover hij/zij liever spreekt met iemand anders dan de ouders, huisarts, vrienden of mensen op school, kan zich (geheel kosteloos) wenden tot de vertrouwensartsen van de school. In klas 1 vindt naar aanleiding van de screening van de leerlingen overleg plaats tussen de zorgcoördinator, de afdelingsleider van klas 1 en de schoolarts. In de tweede klassen vindt een Periodiek Gezondheidsonderzoek plaats door middel van een vragenlijst. Als uit de vragenlijst blijkt dat de leerling een probleem heeft, dan volgt een oproep voor verder onderzoek. De ouders en de leerling worden hiervan thuis op de hoogte gesteld. De schoolarts neemt deel aan het ZAT-overleg, waarin leerlingen uit alle leerjaren besproken kunnen worden. Om buiten school toegang te krijgen tot de Jeugdhulpverlening melden ouders hun zoon of dochter aan bij Bureau Jeugdzorg. Oudere leerlingen kunnen dat ook zelf doen. Een van de leerlingbegeleiders van school kan een ‘vooraanmelding’ doen. Dat verlaagt vaak de drempel. Na een eerste (intake) gesprek wordt besproken door wie de leerling verder het beste kan worden geholpen: door iemand van BJZ zelf of door iemand (psycholoog, psychiater, therapeut) van Lucertis. Externe hulpverlening is ook mogelijk bij Stichting Kram of bij een zelfstandig gevestigd psycholoog/psychiater.
7
School Maatschappelijk Werk
School Begeleidings Dienst
De schoolmaatschappelijk werker is voor een aantal uren verbonden aan de school. De schoolmaatschappelijk werker adviseert de zorgcoördinator, leerlingbegeleiders en mentoren. Hij/zij voert in voorkomende gevallen ook individuele gesprekken met leerlingen, ouders en mentoren. Deze gesprekken hebben vooral tot doel om de thuissituatie of de persoonlijke zorgen van de leerling in kaart te brengen. De schoolmaatschappelijk werker verwijst en stemt af met andere externe hulpverlenende instanties, zoals bijvoorbeeld. de JGGZ, JPP, BJAA en Spirit. Hij/zij houdt vinger aan de pols over de voortgang van ondersteuning en stelt de school hiervan op de hoogte. Het betreft de begeleiding van langdurig zieke leerlingen.
Externe deskundigheid wordt verder ingebracht door de volgende deskundigen en instanties
3.3
Leerplichtambtenaar. Orthopedagogisch Didactisch Centrum. (OPDC) Altra College.
Triversum. Bureau Jeugdzorg. Lucertis. Centrum Jong.
Planmatig werken
Signalering en eerste stappen/activiteiten Een leerling kan bij aanmelding al gekenmerkt worden als leerling met een ondersteuningsbehoefte, maar een leerling kan ook gedurende het schooljaar problemen krijgen (of veroorzaken). In de begeleidingsopzet van de school vervult de mentor dan een spilfunctie. Op het St. Michaël College wordt gestreefd naar een vroegtijdige signalering van problemen bij leerlingen, elke functionaris heeft daarin een rol en taak en er vindt op dit gebied veel structureel overleg plaats. Indien het gaat om problemen op cognitief gebied, leergebied, motivatieproblematiek of gedragsproblemen, dan bepaalt de afdelingsleider samen met de mentor welke actie er ondernomen moet worden om het probleem op te lossen. Als het gaat om sociaal emotioneel problematiek, gediagnosticeerd problematiek en medische Problematiek, dan wordt de leerlingbegeleider ingeschakeld. Het kan zijn dat de aard van de problemen van de leerling niet duidelijk is. De afdelingsleider gaat dan in overleg met de leerlingbegeleider of de zorgcoördinator. Als er sprake is van acute problematiek, dan wordt op dat moment door de zorgcoördinator, de afdelingsleider en de mentor in overleg met ouders en leerling bepaalt welke hulp ingezet dient te worden. In dit traject wordt ook de leerlingbegeleider en de schoolleiding betrokken. Als het duidelijk is welk ondersteuningstraject in gezet gaat worden, wordt door de mentor met de ouder(s)/verzorger(s) en leerling een hulpvraag geformuleerd. Na het formuleren van de hulpvraag wordt bepaald of een specifieke aanpak van de problematiek van deze leerlingen door middel van een handelingsplan noodzakelijk (en haalbaar) is. De afdelingsleider of de leerlingbegeleider bepaalt, afhankelijk van de problematiek, welk hulptraject wordt ingegaan. De leerlingbegeleider informeert de zorgcoördinator over het hulptraject. Soms is de expertise, nodig om de leerling te helpen, niet binnen school te vinden en zal er doorverwezen moeten worden naar externe hulpverleners. De ouders/verzorgers spelen in de beslissing om externe instanties in te schakelen een crucia-
8
le rol. Binnen de school wordt vastgelegd wie welke specifieke problematiek gaat monitoren, c.q. begeleiden, en hoe deze procedure verloopt. (zie zorgplan) Er kan ook met ouders en leerling besloten worden om de leerling in het Zorg Advies Team (ZAT) te bespreken.
3.4
Analyseren De zorgcoördinator zorgt er steeds voor dat de situatie goed geanalyseerd wordt om te kunnen bepalen welke interventie(s) ingezet worden. De analyse vindt plaats in het interne zorgteam (zorgcoördinator en leerlingbegeleiders).
Opstellen van een handelingsplan De zorgcoördinator zorgt er in overleg met de leerlingbegeleiders voor dat op basis van de analyse een interventie start, wat de interventie inhoudt en door wie de interventie gedaan wordt. Voor leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt een handelingsplan gemaakt. In het handelingsplan staat wie de leerling gaat begeleiden, wat de doelen zijn, de tussendoelen en de fasering (tijdpad), de mogelijkheden en de specifieke behoeften van de leerling.
De interventie De zorgcoördinator bewaakt de voortgang van de interventie. Er wordt in principe in het wekelijkse overleg van het interne zorgteam verslag gedaan van de voortgang. De leerlingbegeleider houdt de mentor, de afdelingsleider en de ouders op de hoogte van de voortgang.
Evalueren De leden van het interne zorgteam zullen het resultaat van de interventie beoordelen: indien de leerling en ouders geen vraag meer heeft om aanvullende ondersteuning, heeft de interventie geleid tot het gewenste resultaat en zal de leerlingbegeleider in overleg met de zorgcoördinator de interventie stoppen. In het geval dat de leerling nog steeds een vraag om aanvullende ondersteuning heeft, zal de zorgcoördinator de situatie opnieuw analyseren en de interventie aanpassen. De resultaten van de evaluatie worden genoteerd in het handelingsplan. In Magister, het elektronische dossier van de leerling, komt een notitie van de interventie en de eventuele vervolgbeslissingen.
Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie Voortgezet Onderwijs heeft het St. Michaël College het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving in orde is. Ook de leerlingen en de ouders zijn tevreden over de school:
9
Veiligheid en sfeer worden door leerlingen en ouders zeer hoog gewaardeerd. Onderwijsaanbod, begeleiding, aantrekkelijkheid van de school, etc., worden door de ouders ook hoog gewaardeerd, door de leerlingen als ruim voldoende. Op de website Vensters voor Verantwoording vindt u gedetailleerde informatie. Een veilige leer- en leefwereld is van primair belang voor alle leerlingen en medewerkers op school. Veiligheid op school raakt veel aspecten van de dagelijkse gang van zaken, zoals het schoolgebouw en de situatie binnen de schoolhekken, de sfeer, de manier van omgaan met elkaar of criminaliteit. Scholen zijn verantwoordelijk voor een veilig schoolklimaat voor leerlingen, ouders en personeel. Sociale veiligheid is daarvoor van groot belang, daaronder wordt verstaan: ‘zaken die te maken hebben met de psychologische belasting van leerlingen en personeel. Hieronder vallen bijvoorbeeld seksuele intimidatie, agressie en geweld, (digitaal) pesten, discriminatie en homo-intimidatie.’ Vooral het voorkomen en oplossen van pestgedrag is in school ieders verantwoordelijkheid. Tot de preventieve aanpak moet onder andere worden gerekend het creëren van een goede sfeer in de klas. Naast het creëren van een goede sfeer wordt er tijdens mentorlessen in de onderbouw aandacht besteed aan de wijze waarop leerlingen met elkaar omgaan. In het pestprotocol staat systematisch beschreven wat de school doet aan preventie en welke acties worden ondernomen wanneer er sprake is van pestgedrag.
10
4.
Extra ondersteuning De extra ondersteuning van de scholen wordt kort beschreven in een schema in de vorm van arrangementen: de Trajectgroep en de extra ondersteuning voor leerlingen met een fysieke beperking ten aanzien van lopen. Beide zijn hieronder in een schema samengevat. Trajectgroep: Extra hulp bij gedrag en planning aan leerling, ouders en/of docent Tijd/aandacht
Extra ondersteuning
De Trajectgroep is een begeleidingsvorm waarbij leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, die duidelijk uitstijgt boven de basisondersteuning, extra begeleiding ontvangen. Zij kunnen van 8.00 tot 16.45 een beroep doen de faciliteiten van de Trajectgroep: Voor leerlingen: Gestructureerde begeleiding bieden aan de leerling bij het reguleren van zijn/haar gedrag en bij de planning en organisatie van het schoolwerk, zodat hij/zij zoveel mogelijk aan de reguliere lessen kan deelnemen. Er wordt een time-out mogelijkheid geboden. Een vaste plek en een vast persoon (de hele week) om naar toe te gaan voor begeleiding. Op het moment dat er iets aan de hand is en een gesprek of een time-out nodig is, kan de leerling naar de Trajectruimte. Een plek om huiswerk te maken. De dag beginnen en/of afsluiten. Plannen van het schoolwerk en agendabeheer. Een plek waar gesprekken met de ambulante begeleider worden gevoerd. Voor ouders: Een vaste plek en een vast persoon op school, goed bereikbaar. Een vaste contactpersoon tijdens de gehele schoolloopbaan van de leerling Delen van expertise en ervaringen. Logistiek gemak m.b.t. het bijsturen en evalueren van het handelingsplan en het afspreken met alle betrokkenen.
Beschikbare materialen
Ruimtelijke omgeving
Deskundigheid Samenwerking met externe instanties
Voor docenten en andere medewerkers: Een vaste plek met een vaste persoon op school, waar alle medewerkers expertise kunnen halen en brengen. Regelmatige uitwisseling van informatie over de laatste ontwikkelingen. Het gedrag van de leerling, de interacties met klasgenoten en docenten kan in school en tijdens de lessen geobserveerd worden met directe terugkoppeling naar de betrokkenen. Handelingswijzers voor docenten met voor hen relevante zaken. Coaching/training van docenten en/of team. Structuurmap. Computers. Afsprakenbord. Waar nodig specifieke methodes/materialen. Apart daarvoor ingerichte ruimte met werkplekken. Werkblad en tafels. Afsprakenbord. Twee computers. Kast voor tassen. Ambulant begeleider cluster 3 en 4, Altra College. Trajectbegeleiders. Gelijk aan die in de rest van de school.
11
Op de website en in het zorgplan van de school is nadere informatie te vinden over bovenstaand arrangement.
Arrangement voor: Leerlingen die een fysieke beperking hebben t.a.v. lopen Tijd/ aandacht
Extra ondersteuning
Beschikbare materialen
N.v.t.
Ruimtelijke omgeving
De school is rolstoeltoegankelijk. Er is een lift en er zijn rolstoelhellingen. Er zijn twee rolstoeltoiletten. De school maakt, waar nodig, binnen de kaders van het protocol medisch handelen, afspraken met ouders, huisarts of specialist, afhankelijk van individuele behoefte. Heliomare Altra College Zaans Medisch Centrum A. G. Bellschool (Amsterdam) Andere, indien noodzakelijk
Deskundigheid
Samenwerking met externe instanties
5.
Er worden indien nodig medeleerlingen ingeschakeld om de leerling te ondersteunen bij lokaalwisselingen en andere activiteiten.
Ambities Allereerst is het de ambitie van het St. Michaël College om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die in het kader van Passend Onderwijs aan een begeleidingsschool worden gesteld. Het ontwikkelingsproces is in volle gang. De school heeft met betrekking tot de basisondersteuning verder nog de volgende speerpunten en ambities:
Het opstellen van ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen. Optimaliseren van het vaststellen en beschrijven van onderwijs- en ondersteuningsbehoeftes bij leerlingen. Optimaliseren van de differentiatie naar niveau, tempo en leerstijlen. Ouders nadrukkelijker betrekken bij de onderwijsondersteuning. Optimaliseren overdracht van VMBO-T4 naar HAVO-4.
Verder heeft de school de ambitie om na te gaan of zij de instroom van leerlingen met handicaps kan bevorderen en zo ja, hoe dat het beste zou kunnen gebeuren. Daarvoor is echter eerst meer kennis nodig van de ondersteuningsbehoeftes van deze leerlingen en de aanpassingen die daarvoor moeten worden gedaan aan het gebouw. De vraag die zich daarbij voordoet, is of alle scholen zich op dit punt dienen te ontwikkelen of dat beter gekozen kan worden voor specialisatie van een van de scholen..
6.
Afsluiting Voor alle vragen betreffende dit schoolondersteuningsprofiel kunt u terecht op de school. Maar ook de website van de school geeft veel extra informatie.
12
Bijlage 1 Analyse basisondersteuningsprofiel ‘begeleidingsschool’ St. Michael College Vooropmerking Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is. Aspecten Dialoog over speciale onderwijsbehoeften a De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door informatie bij aanmelding en overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek ouders b Iedere medewerker reageert op signalen door zelf actie te ondernemen of door signalen door te spelen c Gegevens leerlingvolgsysteem: . Docenten/mentoren voeren leerlinggegevens structureel in het leerlingvolgsysteem in . Gegevens betreft basisvaardigheden, referentieniveaus en sociaalemotionele ontwikkeling . Mentoren kunnen deze gegevens analyseren d Minimaal 2 x per jaar bespreking van analyse van alle leerlingen, opbrengst onderwijsbehoeften per leerling en plan van aanpak op basis van een analyse van het lvs e De school stelt informatie over onderwijsbehoeften beschikbaar voor professionals f Mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften beschikbaar in school g Docenten e.a. professionals halen informatie over onderwijsbehoeften h Voor speciale onderwijsbehoeften diagnostisch expertise inschakelen Veilig schoolklimaat door aanwezigheid/toepassing van: a Verzuimprotocol b Pestprotocol c Vertrouwenspersoon d Convenant veilige en leefbare school e Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld f Er zijn gemeenschappelijke afspraken/gedragscodes, waarin meegenomen wettelijke voorschriften. Differentiatie a Extra ondersteuning wordt vastgelegd in het individuele ontwikkelingsperspectief b Docenten maken zo nodig aanpassingen in de lessen c Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Speciale psychologische of sociaal-emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie . Verschillende leerstijlen d Gedifferentieerde onderwijsprogramma’s zijn opgenomen in het vakwerkplan en zijn beschikbaar e De school hanteert de protocollen voor leerlingen met dyslexie/dyscalculie f De school heeft een werkend protocol voor medische handelingen g Onderwijsprogramma’s voor leerlingen met fysieke beperkingen: . Goed ingerichte elektronische leeromgeving (ELO) . Aangepaste onderwijskundige leer- en hulpmiddelen . Aangepast rooster . Beperkte lokaalwisseling . Ruimte voor verrichten van medische handelingen h Bovenop basisprogramma is beschikbaar: . Sociale vaardigheidstraining . Faalangstreductietraining i Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden ingezet Extra aandacht/tijd a Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften b Iedere leerling met ondersteuningsbehoefte heeft een begeleider c Bij toelating is er voldoende ruimte om de leerlingen te ondersteunen
In ontwikkeling
Aanwezig
x x
x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x Neen x x x x x x
13
Aspecten d Inzetten LWOO-ondersteuningsmiddelen (verantwoording begroting/jaarverslag) e Er is voor deze leerlingen een tweede aanspreekpunt f Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het Zorg Advies Team g Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen Beschikbare materialen/ruimtelijke omgeving: a Onderwijsmaterialen die niveau- en tempodifferentiatie mogelijk maken b Er zijn aangepaste methoden en materialen beschikbaar c De school regelt aanvullende onderwijsmaterialen d Omgaan met dyslexie is vastgelegd e Omgaan met dyscalculie f Er is een programma voor een veilig klimaat g Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden h Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid Ruimtelijke omgeving a De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid b De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren c Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek Expertise a Er is binnen de school een cultuur waar professionaliteit met elkaar gedeeld wordt b Docenten kunnen differentiëren c Het ondersteuningsteam heeft expertise in: . Handelingsgericht werken . Individueel ontwikkelingsperspectief . Individuele leerlijnen d Er is teamaanpak op gedrag in klassen- en vrije situatie e Docenten zijn in staat binnen de teamaanpak maatwerk te leveren f Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in regio Samenwerkingsverband g Bekwaamheid van enkele docenten/groepen op peil houden voor: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst h Binnen school is kennis over psychiatrische stoornissen i Binnen school is kennis over onderwijsachterstanden andere culturen j Er is scholingsbeleid voor bovenstaande expertise Competenties a Onderkennen van speciale onderwijsbehoeften b Betrekken van ouders bij de onderwijsondersteuning c Voeren van gesprekken met leerlingen, ouders en collega’s d Voeren van leerlingbespreking e Kunnen reflecteren op eigen handelen Samenwerking met externen a Interventies van school Maatschappelijk Werk b Inschakelen van Jeugdarts c Afstemming met Centrum Jong d Inschakelen van BJAA en geïndiceerde zorg e Inschakelen van GGZ f Adequate communicatie met leerplichtambtenaar g De school heeft een Zorg Advies Team (ZAT)
In ontwikkeling N.v.t.
Aanwezig
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
14
Bijlage 2 Grafische weergave van de doorstroomresultaten
96 94 92 90 88
smc klas 1
86
landelijk klas 1
84 82 80 2010
2011
2012
94 92 90 88 86 84 82 80 78 76
smc klas 2 landelijk klas 2
2010
2013
2011
2012
2013
95
88 86
90
84 82
smc klas 3h
80
landelijk 3h
85
smc klas 3v
80
landelijk 3v
78 75
76
70
74 2010
2011
2012
2013
2010
2011
2012
2013
15
96
90
94 85
92 90
80 75
smc klas 4h
88
smc klas 4v
landelijk 4h
86
landelijk 4v
84
70
82 80
65 2010
2011
2012
2010
2013
2011
2012
2013
100
100
95
95
90
90
smc klas 5h
85
landelijk 5h
80
smc klas 5v
85
landelijk 5v
80 75 70
75 2010
2011
2012
2010
2013
2011
2012
2013
120 100 80 smc klas 6v
60
landelijk 6v
40 20
16
0 2010
2011
2012
2013
17