KWALITEITSONDERZOEK MBO Regio College te Zaandam Verzorgende-IG
Maart , 2016
BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
25RA 284774 12-11-2015 29 januari 2016 30 maart 2016
Inhoudsopgave
1 Inleiding ................................................................................................. 1 2 Conclusie en vervolgtoezicht ...................................................................... 2 2.1 Conclusie .......................................................................................... 2 2.2 Vervolg ............................................................................................. 2 3 Resultaten van het onderzoek .................................................................... 3 Bijlage ...................................................................................................... 7 Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden ........................................................ 7
1 Inleiding In dit rapport staan de uitkomsten van het kwaliteitsonderzoek, dat de Inspectie van het Onderwijs op 12 november 2015 heeft uitgevoerd bij het Regio College te Zaandam. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015 (zie www.onderwijsinspectie.nl). Aanleiding voor dit kwaliteitsonderzoek In het onderzoek Staat van de instelling, waarvan het rapport op 12 mei 2014 is vastgesteld, bleek dat er mogelijk ook bij andere opleidingen risico's op het gebied van examinering en kwaliteitsborging kunnen zijn. Om die reden hebben wij toen bepaald dat er naast de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering naar aanleiding van de Staat van de instelling ook aanvullend toezicht zal worden uitgevoerd bij twee opleidingen, waarvan een ter keuze van de instelling en een ter keuze van de inspectie. Wij hebben de opleiding Verzorgende-IG geselecteerd om vast te stellen of deze opleiding aan de kwaliteitseisen ten aanzien van bovengenoemde gebieden voldoet. Dit onderzoek richtte zich derhalve alleen op de examinering en diplomering en de kwaliteitsborging. Gebied Kwaliteitsborging 95530, Verzorgende-IG
Gebied Examinering en diplomering 95530, VerzorgendeIG
Leerweg, niveau, locatie leerweg bbl, niveau 3, locatie Spinnekop 1 te Purmerend
Tijdens het kwaliteitsonderzoek hebben we informatie over de opleiding geanalyseerd. Op locatie zijn documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met docenten, management en de directie. In dit rapport starten we met de conclusie van het kwaliteitsonderzoek en geven we aan wat het vervolg is (hoofdstuk 2). Vervolgens is het resultaat van het kwaliteitsonderzoek beschreven (hoofdstuk 3). De normering van de twee kwaliteitsgebieden is als bijlage opgenomen.
Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 1 van 7
2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk staat de conclusie van het kwaliteitsonderzoek en beschrijven we het vervolg. De toelichting op de beoordeling staat in hoofdstuk 3. 2.1 Conclusie We concluderen dat bij de opleiding Verzorgende-IG de kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging onvoldoende zijn. Bij deze opleiding zullen we vervolgtoezicht uitvoeren, vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wet op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art. 1.3.6). In onderstaande paragraaf is aangegeven wat het vervolgtoezicht inhoudt. 2.2 Vervolg We voeren bij deze opleiding vervolgtoezicht uit, omdat we niet alle kwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld. Het vervolgtoezicht richt zich op de geconstateerde tekortkomingen binnen de onvoldoende kwaliteitsgebieden. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Verzorgende-IG Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Kwaliteitsborging is onvoldoende
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 2 van 7
3 Resultaten van het onderzoek In dit hoofdstuk lichten wij het resultaat van het kwaliteitsonderzoek toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, onvoldoende, voldoende, slecht) en verantwoorden ons hierover. Het oordeel per gebied is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. Daarna verantwoorden we ons over het oordeel per onderzocht gebied. Het kwaliteitsonderzoek bij de opleiding Verzorgende-IG, 95530, niveau 3, bbl, locatie Purmerend, Spinnekop heeft geleid tot de volgende oordelen. Kwaliteitsgebied
Goed
Voldoende
2. Examinering en diplomering 4. Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording
Onvoldoende • •
Voldoende
Slecht
Onvoldoende
• • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding Verzorgende-IG wordt uitgevoerd door een betrokken team dat in nauwe samenwerking met het werkveld de opleiding vorm en inhoud geeft. In dit werkveld voltrekken zich veel veranderingen die de nodige aandacht en inspanningen van het team vragen. De focus van het team is gericht op het primaire proces en minder op essentiële onderdelen van de diplomering en examinering. Hetzelfde geldt voor de kwaliteitsborging en beide gebieden zijn daarom onvoldoende. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als onvoldoende omdat het exameninstrumentarium en de afname en beoordeling niet voldoen. Het exameninstrumentarium is onvoldoende omdat niet geborgd is dat de examens op het vereiste niveau van het kwalificatiedossier worden afgelegd. In dit verband vallen de volgende zaken op in het instrumentarium. In de eerste plaats is vanwege het ontbreken van eenduidige examenopdrachten, niet aantoonbaar of de feitelijke uitvoering en de daarbij behorende prestaties passen bij het niveau van de uitstroomeisen, c.q. bij de vakbekwaamheid die hoort bij niveau 3. In de tweede plaats is de norm voor het oordeel goed bij bepaalde kerntaken te laag. Tevens wordt er te weinig rekening gehouden met de verschillen in de essentie van de werkprocessen; feitelijkheid nu is dat voor de cesuurbepaling alle werkprocessen even zwaar wegen. In de derde plaats is de beoordelingswijze niet helder. Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 3 van 7
Sommige examenonderdelen, bijvoorbeeld basiszorg, strekken zich uit over meerdere dagen en de student wordt meerdere malen beoordeeld op dezelfde vaardigheden. In dergelijke situaties is niet duidelijk vastgelegd welke differentiatie gehanteerd wordt in de beoordeling overeenkomend met de variatie in werkprocessen. In dit kader denken wij dat een concretere omschrijving van wanneer iets onvoldoende-voldoende-goed is bij kan dragen aan de kwaliteit van de beoordeling. Het zelf ontwikkelde exameninstrumentarium voor Nederlands voor de taalvaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven sluit voldoende aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Voor lezen en luisteren wordt deelgenomen aan de pilotexamens. Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal telt in studiejaar 2014-2015 mee in het eindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn niet deugdelijk omdat de objectiviteit van de beoordeling in de praktijk niet is geborgd. De examinering bestaat er uit dat de werkbegeleider de student observeert tijdens de uitvoering van het examen. Vervolgens maakt de student een verslag dat door de praktijkopleider en door de docent van de school wordt beoordeeld. Het examen wordt afgesloten met een criterium gericht interview (cgi). Bepaalde onderdelen uit het cgi zijn essentieel, echter welke dit zijn is onduidelijk. Wij constateren dat in het kader van het proces niet helder is hoe de onafhankelijkheid van praktijkopleider en werkbegeleider gegarandeerd is. Deze constatering heeft betrekking op zowel het zichtbare als het niet zichtbare gedrag. Het gevolg van deze wijze van examinering is dat niet aantoonbaar en gegarandeerd is dat in gelijke omstandigheden gelijk wordt beoordeeld. Een bijkomende oorzaak hiervoor is gelegen in het feit dat er, ondanks de aanwezigheid van een examenbundel en normen, geen richtlijnen zijn die klip en klaar aangeven welke beoordelingscriteria gelden. Tenslotte constateren wij dat de onafhankelijkheid van de beoordeling in de praktijk niet is geborgd omdat enkel de werkbegeleider de student tijdens het uitvoeren van de handelingen zowel observeert als beoordeelt. De diplomering is voldoende deugdelijk en geborgd. De examencommissie is in staat deugdelijke besluiten tot diplomering te nemen omdat de inhoud van de examendossiers betrouwbaar en compleet is. Het vertrouwen dat de commissie hierin heeft, wordt gestaafd door allereerst een controle van alle examendossiers door de regisseur examinering en door een steekproefsgewijze controle die de examencommissie momenteel hanteert. Hieruit is gebleken dat er geen tekortkomingen zijn. Verzoeken tot vrijstellingen worden behandeld door de subexamencommissie en bewijzen ervan worden opgenomen in het examendossier. Cito schoolt de toetsconstructeurs en toetsvaststellers en de resultaten van de werkzaamheden van de examencommissie zijn opgenomen in een jaarverslag. Daaruit blijkt dat er analyses worden uitgevoerd van behaalde examenresultaten. Het frequenter analyseren van examenresultaten kan bijdragen aan de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Het zicht op de afname en de beoordeling is verbeterd omdat de examencommissie examens heeft bijgewoond. Feit is dat bijwoningen nu worden uitgevoerd en dat tegelijkertijd de discussie intern hierover ook nog gaande is. Wij willen nadrukkelijk wijzen op de noodzaak voor de examencommissie om zich (blijvend) te vergewissen van de kwaliteit van de afname en beoordeling.
Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 4 van 7
Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende, omdat de beoordeling onvoldoende is en ook de verbetering en verankering nog niet voldoende geborgd zijn. Hierna volgt een toelichting per aspect. De sturing beoordelen we als voldoende. Wij constateren dat er afstemming is tussen de verschillende plannen: instellings-, afdelings- en teamplan. De afdelingsmanager vormt in dit afstemmingsproces de spil en hij zorgt er voor dat centrale doelstellingen, zoals het terugdringen van de vsv en eigen ambities van het team, zoals een nog betere dialoog met het werkveld in het teamplan komen. In samenspraak met het team worden de speerpunten, tevens verbeterpunten opgesteld en deze worden geput uit verschillende bronnen, waarvan de zelfevaluatie er een is. De informatie die in het kader van de sturing voor handen is, strekt zich uit over zowel het afdelings- als teamniveau en is adequaat. Een aandachtspunt is het specifieker en meer actiegericht maken van het teamplan. Het meer smart formuleren van de gestelde doelen kan hieraan bijdragen. De beoordeling beoordelen we als onvoldoende, omdat de opleiding onvoldoende zicht heeft op de doeltreffendheid van de verbeteracties waardoor de voortgang en de realisatie van de gestelde doelen eveneens onduidelijk is. Er is wel zicht op de resultaten van het onderwijsproces en de examinering en als zodanig worden deze besproken in de verschillende overleggen (team, regisseurs en management). Het ontbreekt echter aan het op basis van de aanwezige informatie maken van juiste analyses met voldoende reflectief vermogen. Gebeurt dit wel dan kunnen passende en doeltreffende verbeteracties plaatshebben. Er wordt regelmatig geëvalueerd en wij hebben in dit verband kennis genomen van de zelfevaluatie. Deze evaluatie is eerder een opsomming van activiteiten die worden uitgevoerd dan dat het een reflectie is op de kwaliteit die tot stand wordt gebracht. Uit de zelfevaluatie blijkt ook niet of gestelde doelen en gewenste kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. De verbetering en verankering beoordelen we eveneens als onvoldoende. De opleiding neemt verbetermaatregelen waarvan niet duidelijk is of deze passen bij de uitkomsten van de juiste en goede analyses en beoordelingen in het licht van gestelde doelen. Tegelijkertijd ontbreken noodzakelijke verbeteractiviteiten, zoals op het terrein van de examinering. In de kwaliteitszorgaanpak zijn er plannen te over maar in de gevolgde systematiek ontbreekt een goede interpretatie van gegevens, het vervolgens overgaan tot doeltreffende verbeteracties en het opnieuw evalueren wat het effect daarvan is, zo nodig met gebruikmaking van audits. Er zijn zoals gezegd plannen genoeg bijvoorbeeld voor scholing op het gebied van het construeren en vaststellen van toetsen. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk belegd en mede daardoor zijn de regie en systematische aanpak onvoldoende zichtbaar. Vooral de regisseur heeft niet de bevoegdheid om de regie te voeren en beslissingen te forceren. Wij stellen vast dat betrokkkenen zelf vinden dat het kwaliteitsbewustzijn van het team verbeterd is en dat er overzicht is in de ontwikkeling van de plannen en dat deze ontwikkeling regelmatig wordt besproken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd constateren wij dat nog een aantal belangrijke stappen gezet moet worden om de kwaliteitsborging cyclisch en werkend te
Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 5 van 7
krijgen. Voor het management en het team betekent dit een behoorlijke tour de force. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. De opleiding betrekt interne en externe belanghebbenden bij de ontwikkeling van doelen en resultaten en voert een actieve dialoog, bijvoorbeeld in de vorm van studentenlunches. Externe dialoog vindt plaats door middel van diverse overleggen met het werkveld bijvoorbeeld in de vorm van werkbegeleidersbijeenkomsten.
Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 6 van 7
Bijlage Bijlage I Normering kwaliteitsgebieden De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode 2015-2016. De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1. 2.
Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. Een normering per kwaliteitsgebied.
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect benoemd. Normering Examinering en diplomering Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
Aan alle drie de aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan alle drie de aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Aan één of twee aspecten is niet voldaan. Aan geen van de drie aspecten is voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed
Onvoldoende
Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Aan twee of drie aspecten is niet voldaan.
Slecht
Aan alle vier de aspecten is niet voldaan.
Voldoende
Rapport kwaliteitsonderzoek mbo – Regio College Zaandam
pagina 7 van 7