SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL METZO COLLEGE
Inhoud 1 ALGEMEEN ....................................................................................................................................... 2 1.1 Algemene Informatie..................................................................................................................... 2 1.2 Onderwijsaanbod .......................................................................................................................... 2 1.3 Typering van de school en de leerlingen ....................................................................................... 4 1.4 Bijzonder onderwijsaanbod........................................................................................................... 5 2 TOELATING........................................................................................................................................... 6 2.1 Toelatingscriteria ........................................................................................................................... 6 2.2 Toelatingsprocedure ..................................................................................................................... 6 3. Volgen .................................................................................................................................................. 8 3.1 Ontwikkeling van de leerling ......................................................................................................... 8 4 SCHOOLKLIMAAT ............................................................................................................................... 10 4.1 Aantal leerlingen en docenten per klas/groep ............................................................................ 10 4.2 Veiligheid en welbevinden van leerling....................................................................................... 10 4.3 Werken aan sociale vaardigheden .............................................................................................. 11 4.4 Betrekken van leerlingen............................................................................................................. 12 5 OUDERS ............................................................................................................................................. 13 5.1 Betrokkenheid ouders ................................................................................................................. 13 6 ONDERSTEUNING .............................................................................................................................. 14 6.2 Groepsarrangementen ................................................................................................................ 15 6.2.1 Beschrijving arrangement 1 ..................................................................................................... 15 6.2.2 Beschrijving groepsarrangement 2.......................................................................................... 15 6.2.3 Beschrijving groepsarrangement 3 .......................................................................................... 15 6.2.4 Overige Groepsarrangementen................................................................................................ 16 6.3 Ondersteuning in de school............................................................................................................. 16 6.3.1 Expertise ................................................................................................................................... 16 6.4 Aanpassingen................................................................................................................................... 19 6.4.1
Hoeveelheid aandacht/handen in de klas ......................................................................... 19
6.4.2
Onderwijsmaterialen ......................................................................................................... 19
1
6.4.3
Ruimtelijke omgeving ........................................................................................................ 20
6.5 Samenwerking ............................................................................................................................. 21 6.5.1 Samenwerking met externe organisaties. ................................................................................ 21
1 ALGEMEEN 1.1 Algemene Informatie Vraag 1: Wat zijn de contactgegevens van uw school Naam schoollocatie: Metzo College Adres:
Maria Montessoristraat 5 - 7008CA Doetinchem
Telefoonnummer:
0314 – 32 34 26
E-mail:
[email protected]
Website:
www.metzocollege.nl
Contactpersonen voor toelating: Mevr. E. Post – leerjaar 1, Mevr. C. Goossens/ mevr. Ten Have leerjaar 2, dhr. R. Saulus en G. Ruiken - bovenbouw VRAAG 2: Hoe is de schoollocatie bereikbaar met openbaar vervoer? De school is bereikbaar met de trein (Arriva en Breng) tot aan de stations Doetinchem of Doetinchem de Huet of met de bus (Arriva) vanuit alle omliggende woonplaatsen tot voor de school. VRAAG 3: Hoeveel leerlingen volgen onderwijs op deze schoollocatie? 1265 leerlingen VRAAG 4: Welke denominatie heeft deze schoollocatie? Algemeen bijzonder/ interconfessioneel VRAAG 5: Werkt deze schoollocatie volgens een onderwijsconcept? Ja. Volgens het klassensysteem en in de praktijkvakken volgens de leerwerkplekken structuur. Er wordt rekening gehouden met klassengrootte waar het LWOO indicaties betreft.
1.2 Onderwijsaanbod VRAAG 6: Welk onderwijstype biedt deze schoollocatie? ALLE LEERJAREN
Vmbo b Vmbo b met lwoo
☒ ☒
ALLEEN ONDERBOUW
☐ ☐
ALLEEN BOVENBOUW
☐ ☐
2
☒ ☒ ☐ ☐ ☒ ☐ ☐ ☐
Vmbo k Vmbo k met lwoo Vmbo g Vmbo g met lwoo VMBO tl/Mavo Havo VWO Gymnasium
☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Anders nl. In de praktijkvakken zijn alle niveaus van leerlingen vertegenwoordigd. Er zijn 2 afzonderlijke praktijkuren voor de basisberoepsgerichte leerweg afzonderlijk. VRAAG 7:
Heeft deze schoollocatie een ISK afdeling?
Ja, bestaande uit 4 groepen: twee instroom basisklassen, een middenklas en een uitstroom- /schakelklas naar het regulier VO. Tijdelijk zijn de ISK klassen buiten het hoofdgebouw gehuisvest. VRAAG 8a:
Welke (VMBO) sectoren biedt deze locatie op welk niveau aan?
Techniek Zorg en welzijn Economie Landbouw Intersectoraal Intrasectoraal
VMBO B
VMBO B VIA LEERWERKTRAJECT
VMBO K
VMBO G
VMBO TL/Mavo
☒ ☒ ☒ ☐ ☒ ☒
☒ ☒ ☒ ☐ ☒ ☒
☒ ☒ ☒ ☐ ☒ ☒
☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
☒ ☒ ☒ ☐ ☐ ☐
Bij de theoretische leerweg worden techniek en zorg en welzijn als gezamenlijk profiel aangeboden in een vakkenpakket van 7 vakken. VRAAG 8b:
Welke profielen biedt deze schoollocatie op Havo/VWO aan: Havo
VWO
Gymnasium
Cultuur & Maatschappij
☐
☐
☐
Economie & Maatschappij
☐
☐
☐
Natuur & Gezondheid
☐
☐
☐
Natuur & Techniek
☐
☐
☐
VRAAG 9:
Heeft de schoollocatie in samenwerking met het mbo een doorgaande leerlijn op mbo niveau 1 of 2 of 3-4?
3
MBO NIVEAU 2 (VAKSCHOOL OF VM2 TRAJECT)
Techniek Zorg en welzijn Economie Landbouw VRAAG 10:
MBO NIVEAU 1 (AKA)
☒ ☒ ☒ ☐
☒ ☒ ☒ ☐
MBO NIVEAU 3 – 4
☒ ☒ ☒ ☐
Ruimte voor aanvullende informatie over de doorgaande leerlijn richting mbo
De school neemt deel in het samenwerkingsverband Profijt waarin de MBO’s en VMBO’s samenwerkende docentgroepen kent voor elk vak. Op deze wijze is de doorgaande leerlijn verzekerd. De afdelingen ICT en Consumptieve technieken werken met leerstof modules uit het MBO, docenten van beide organisaties werken in de praktijk samen met dezelfde leerling. VRAAG 11:
Welke vak-/beroepsrichtingen binnen het vmbo biedt deze locatie?
Techniek: bouwen - wonen en interieur, commerciële technieken en design, metaal, elektro, installatie, voertuigen, metalektro, instalektro en ICT. Zorg en Welzijn: uiterlijke verzorging en zorg en welzijn. Economie: handel en verkoop, handel en administratie, administratie, economie breed en consumptieve technieken (horeca en brood en banket). MAVO: beroepsgerichte MAVO met profielen economie & maatschappij en gecombineerd natuur &techniek/natuur en gezondheid.
1.3 Typering van de school en de leerlingen VRAAG 12a:
Wat is het motto/de slogan/de collectieve ambitie van de schoollocatie?
Het Metzo College heeft als missie “Zo wil ik leren”. Iedere leerling wil zichzelf ontwikkelen en heeft daar andere mensen voor nodig. We voelen ons verbonden met Christelijke en humanistische waarden: open naar verschillen tussen mensen, aandacht voor relaties tussen mensen, tot je recht komen tussen andere mensen. We willen leerlingen de gelegenheid bieden om persoonlijke keuzes te maken in een schoolklimaat waar betrokkenheid en hulp vanzelfsprekend zijn. Daarom werken we met weinig regels, maar hoge sociale normen. Als een leerling extra hulp of aandacht nodig heeft, bieden we dat via een uitstekende leerlingenbegeleiding. VRAAG 12b:
Heeft de schoollocatie samenwerking met vervolgopleidingen op HBO of Academisch/Universitair niveau en zo ja, hoe ziet die samenwerking er uit? Ja, de school is officieel samenwerkingsschool met HAN lerarenopleiding/ILS
VRAAG 13a: Hoe is de schoollocatie te typeren? Onze school is de wereld in het klein, er is heel veel te leren en te beleven. In de goed ingerichte praktijklokalen kunnen leerlingen zich oriënteren op een sector. Of het nu gaat over techniek, zorg en welzijn, economie of horeca: onze school biedt een stevige en moderne opleiding. Voor leerlingen die een meer theoretische opleiding willen, verbonden met de praktijk, hebben we de MAVO beroepsgericht. Leerlingen willen zich ook breder ontwikkelen. Daarom kunnen ze elk jaar meedoen aan schoolactiviteiten, gaan ze inde leerjaren 2 en 3 op reis, spannend of interessant. van survival tot Barcelona, zeilen en skiën. We dagen leerlingen uit om inzicht te krijgen in eigen
4
mogelijkheden en bereiden ze voor op de wereld buiten school. Daarom staat het Metzo College met wijd open deuren in de Achterhoek. VRAAG 13b:
Binnen welk profiel past uw school? Begeleidingsschool (reguliere groepen) en dialoogschool (LWOO groepen)
VRAAG 14:
Wat maakt deze schoollocatie bijzonder?
De school biedt moderne onderwijsvormen in een modern en nieuw gebouw. De school komt tegemoet aan de verschillende leerstijlen van de leerlingen. De school biedt veel structuur en individuele aandacht aan de leerlingen. De school biedt een aantrekkelijk en gevarieerd buitenschools programma op het gebied van sport en cultuur. VRAAG 15:
Welke leerling populatie komt naar deze schoollocatie?
Het Metzo College verzorgt onderwijs voor leerlingen in de leerwegen basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht en MAVO. Verder wordt onderwijs voor internationale schakelklassen aangeboden. De leerlingen zijn voor 50 % afkomstig uit Doetinchem en verder uit de regio met een straal van plm. 15 kilometer om de school.
1.4 Bijzonder onderwijsaanbod VRAAG 16a:
Heeft de schoollocatie een extra profiel/specialisatie? LO2, deelname On Stage, technieklokaal basisonderwijs Voor welke afdeling(en) geldt deze opleiding/aanbod?
VRAAG 16b?
Beroepsgerichte MAVO met LO2 als keuzevak On Stage voor de elke leerling in de onderbouw
Heeft de school andere vormen van bijzonder onderwijsaanbod?
Stipklassen waarin leerlingen geplaatst zijn waarbij extra ondersteuning min of meer permanent nodig is. Leerwerktrajecten voor leerlingen die praktisch goed presteren, maar moeite hebben met theorie. Er zijn 2 intersectorale opleidingen om de keuze van leerlingen voor techniek te stimuleren: Commerciële technieken en design (vooral voor meisjes) en ICT route speciaal voorbereid voor het MBO.
5
2 TOELATING 2.1 Toelatingscriteria VRAAG 17a:
Welke criteria hanteert deze schoollocatie voor het toelaten van leerlingen van groep 8 (per type aangeven)
Voor leerlingen die zijn aangewezen op LWOO, zijn de landelijke LWOO criteria van toepassing. In principe worden leerlingen met een advies voor Praktijkonderwijs daarheen verwezen, we staan uitzonderingen toe. VRAAG 17b:
Hoe gaat de schoollocatie om met het advies van de basisschool? Het advies van de basisschool is leidend bij de plaatsing.
VRAAG 18:
Zijn er andere criteria/voorwaarden om toegelaten te worden op deze school?
De noodzaak om een leerling extra te begeleiden of zorg te bieden, is geen reden om de leerling af te wijzen. Met schoolleiding en ARBO/BHV werkgroep wordt uitgewerkt of we de noodzakelijke begeleiding kunnen bieden. Ouders/verzorgers respecteren de grondbeginselen van de school en zijn bereid een bestaande samenwerkingsovereenkomst met de school aan te gaan. VRAAG 19:
Welke toelatingscriteria gelden voor leerlingen die tussentijds instromen op deze schoollocatie (dus niet vanuit het basisonderwijs)?
Het advies van de toeleverende VO school (voor instroom in leerjaar 2 en 3) is een zwaarwegend criterium bij de plaatsing. Hierbij wordt gekeken naar de advisering voor de leerweg, de beroepskeuze en het advies of een leerling extra ondersteuning nodig heeft. Vereiste is dat de vorige school een inlichtingformulier invult en terugstuurt, dat ouders een ouderinlichtingenformulier invullen en terugsturen en dat ouders aanwezig zijn bij een intake gesprek. Tijdens het intake gesprek wordt beoordeeld of de school kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling en of de leerling qua gedrag, inzet en resultaten, niveau en verzuim voldoet aan de kaders van de school. Bij tussentijdse aanmelding wordt bekeken of er plaats is in de klas en opleiding.
2.2 Toelatingsprocedure VRAAG 20a:
Wat zijn de voorwaarden voor aanmelding bij deze schoollocatie? Ouders melden hun kind aan d.m.v. een aanmeldingsformulier.
VRAAG 20b:
Hoe ziet de toelatingsprocedure eruit? De basisschool zorgt er voor dat het Onderwijskundig Rapport in het bezit komt van de vervolgschool. Op grond van de advisering en gegevens uit het OWR wordt een leerling al dan niet geplaatst. Voor de leerjaren 2, 3 en 4 vindt er na binnenkomst van het aanmeldingsformulier, de inlichtingenformulieren van de toeleverende school voor VO en de ouders een intakegesprek plaats. Op grond van de
6
bevindingen van het intakegesprek wordt de leerling aangenomen of vindt er een tweede gesprek plaats om te bepalen welke ondersteuningsbehoefte de aangemelde leerling heeft. VRAAG 20c:
Maken onderstaande activiteiten onderdeel uit van de intake- en toelatingsprocedure? JA, ALTIJD
ALLEEN ALS NODIG
NEE, NOOIT
Een intakegesprek met de leerling
☐
☒
☐
Een intakegesprek met de ouders
☐
☒
☐
Een overdrachtsgesprek met de school van herkomst
☒
☐
☐
Aanvullende testen en/of Onderzoeken
☐
☒
☐
Een observatie (bijvoorbeeld tijdens een testdag)
☐
☒
☐
Een observatie op de school van Herkomst
☐
☐
☒
VRAAG 21:
Wat is de procedure als deze school geen passend onderwijs kan bieden aan een aangemelde leerling?
1. Op basis van het onderwijskundig rapport en mogelijk andere gegevens, wordt met de ouders/verzorgers besproken waarom de gevraagde ondersteuning niet (volledig) geboden kan worden. 2. De verantwoording van de school wordt voor ouders/verzorgers op schrift gesteld. 3. De school ondersteunt ouders naar een onderwijsvoorziening die de gewenste begeleiding wel kan bieden. 4. Wanneer nodig wordt de toewijzingscommissie om advies gevraagd. 5. De school is bereid het gedeelte van het onderwijs dat wel geboden kan worden, toe te zeggen.
7
3. Volgen 3.1 Ontwikkeling van de leerling VRAAG 22a: Hoe volgt de schoollocatie de ontwikkeling van de leerling? 1. De leerprestaties van de leerling worden geplaatst in Magister, ook inzichtelijk voor de ouders. 2. Persoonlijke begeleiding wordt in principe geboden door de mentor. Verslag daarvan staat in Magister. 3. De loopbaanbegeleiding van de leerling vindt plaats via een eigen databestand (DVS). Aan het einde van het eerste leerjaar wordt een integrale competentiemeter afgenomen. De mentor bespreekt deze met ouders en leerlingen. 4. Bij ontwikkelingsproblematiek van de leerling (didactisch, welzijn, gedrag) moet een planmatige aanpak opgezet worden. Als deze onvoldoende werkt, wordt de leerling officieel in zorg 2e lijn geplaatst: leerlingenbegeleiding speelt dan een centrale rol. VRAAG 22b:
Welk leerlingvolgsysteem wordt daarbij gebruikt? Magister, DVS, persoonlijke aanpak, OPP. De lijst zorg 2e lijn is voor iedere docent
inzichtelijk. VRAAG 23a:
Hoe brengt de school van elke leerling de startsituatie in beeld? ALTIJD
ALLEEN ALS NODIG
NOOIT
In beeld brengen taalvaardigheden door afnemen methode onafhankelijke toetsen
☒
☐
☐
In beeld brengen rekenvaardigheden door afnemen methode onafhankelijke toetsen
☐
☒
☐
Screenen op dyslexie
☐
☒
☐
Screenen op dyscalculie
☐
☒
☐
Screenen op faalangst
☐
☒
☐
Screenen op hoogbegaafdheid
☐
☐
☒
In beeld brengen van het welbevinden (bijvoorbeeld met de SAQI )
☒
☐
☐
In beeld brengen sociale vaardigheden
☐
☒
☐
In beeld brengen van vaardigheden op gebied van leren leren
☐
☒
☐
8
VRAAG 23b:
Hoe volgt de school de ontwikkeling van elke leerling? ALTIJD
ALLEEN ALS NODIG
NOOIT
Inzet methode onafhankelijke toetsen de ontwikkeling van de leerling te volgen
☒
☐
☐
Observeren van sociale vaardigheden in de (mentor)klas
☐
☒
☐
Periodieke, geplande individuele gesprekken met de leerling gericht op prestaties
☒
☐
☐
Periodieke, geplande individuele gesprekken met de leerling gericht op welbevinden
☒
☐
☐
ALTIJD
ALLEEN ALS NODIG
NOOIT
Periodiek in beeld brengen onderwijsbehoeften van leerlingen
☐
☒
☐
Geregeld afstemmen met ouders over gedrag en opvallende zaken in de thuissituatie
☒
☐
☐
De mentor bespreekt zijn leerlingen met de mentor van het volgende schooljaar.
☒
☐
☐
Gebruik van portfolio’s voor:
☐
☒
☐
VRAAG 24: de leerling? 1. 2. 3. 4. 5.
Hoe onderhoudt de schoollocatie contact met de ouders over de ontwikkelingen van
Persoonlijke contacten rond welzijn/prestatie tussen mentor en ouders Gesprek over de competentiemeter Bespreken en tekenen schoolouder overeenkomst Gesprekken met leerlingenzorg in individuele gevallen Gesprekken OPP
9
4 SCHOOLKLIMAAT 4.1 Aantal leerlingen en docenten per klas/groep VRAAG 25a:
Wat is het gemiddeld aantal leerlingen per klas/groep? 20
VRAAG 25b:
Wat is het maximaal aantal leerlingen dat uw school toelaat in een klas? 30
VRAAG 26:
Met hoeveel verschillende docenten (inclusief assistenten) krijgt een leerling gemiddeld te maken in een schoolweek? 12
VRAAG 27: 1. 2. 3. 4. 5.
Ruimte voor aanvullende informatie over het aantal leerlingen of docenten, bijvoorbeeld verschillen in onderwijstype. Voor leerlingen met een LWOO indicatie zijn de klassen gemiddeld kleiner. Het gemiddelde aantal leerlingen per praktijkdocent is ongeveer 15 a 16 Bij de ISK gelden aparte regelingen voor docent/leerling ratio’s De stipklassen hebben ongeveer 12 leerlingen. In principe kunnen/moeten alle docenten in onder- en bovenbouw kunnen lesgeven.
4.2 Veiligheid en welbevinden van leerling VRAAG 28:
Hoe geeft de school invulling aan het mentoraat?
Aan het begin van het schooljaar wordt aan iedere klas of groep een klassenmentor toegewezen, die speciale zorg besteedt aan de leerlingen van die klas of groep. Hij/zij is de contactpersoon voor de ouder(s) en/of verzorger(s) en leerlingen voor alle schoolzaken. De klassenmentor is de steun en toeverlaat voor zowel ouder(s) en/of verzorger(s) als leerlingen. De mentor verzorgt zodoende de directe begeleiding die wij eerstelijns noemen. De taken en verantwoordelijkheden van de mentor zijn beschreven in een mentorpakket. De mentoren hebben een partner de zgn. mentorcoach, zij worden ondersteund door functionarissen leerlingenzorg bij individuele leerlingen. VRAAG 29a:
Activiteiten vanuit mentoraat
• begeleiden van leerlingen en het verzorgen van de eerstelijns begeleiding; • beschikbaarheid en updating van informatie over leerlingen; • de eerstelijns contacten tussen school en ouders/verzorgers; • het, in bijzondere omstandigheden, afleggen van een huisbezoek; • het bijhouden van vorderingen van de klas/groep en het onderhouden van contacten met de functionaris leerlingenzorg en/of verantwoordelijk directielid; • het bijhouden van leerlingen-, signalerings-, verzamel-, rapport-, en andere lijsten en keuzecontracten t.b.v. de leerlingenbesprekingen; • rapportage aan en indien nodig overleg met de tweedelijns zorgfunctionarissen; • het bijhouden van het LVS in Magister van zijn/haar leerlingen en de afsluiting daarvan aan het einde van het schooljaar; • het maken van afspraken over voorbereidingen van de leerlingenbesprekingen en rapportvergaderingen i.o.m. de verantwoordelijke teamleider en de uitvoering daarvan betreffende zijn/haar klas/groep; • het
10
houden van leerling- en rapportbesprekingen, voorbereiden, voorzitten en nazorg geven van deze besprekingen; • bewaking van de voortgang van afspraken vanuit de leerling- en rapportbesprekingen; • uitreiken van rapporten en bespreken van de resultaten; • bemiddeling bij conflicten en problemen tussen leerlingen en/of docenten; • signaleren van absentie en een vervolg geven op de dagelijkse absentenregistratie; • correcte overdracht van het mentoraat aan collega’s aan het eind/begin van een (nieuw) schooljaar; • indien nodig het verzorgen van de studie-, mentorlessen. VRAAG 29b:
Op welke wijze is er contact tussen de mentor en ouders? Via ouderspreekavonden, per email, telefonisch, via ELO en incidenteel via
huisbezoeken. VRAAG 30:
Hoe zorgt de schoollocatie voor veiligheid en welbevinden van de leerlingen?
De school hanteert duidelijke regels en afspraken en maakt gebruik van een incidentenregistratie. In de school bestaat een functionele werkgroep ARBO/BHV waaronder de preventiemedewerker en pestcoördinator. Leerlingen hebben binnen school een aantal aanspreekpunten (mentor, leerlingenzorg, conciërge, e.a.) om hun verhaal te doen. Er wordt gewerkt met een pestprotocol. De school heeft een veiligheidscoördinator, die alle facetten rond veiligheid en welbevinden nauwgezet in de gaten houdt en zo nodig bijstelt. Om het welbevinden van de leerlingen te bevorderen is er een uitgebreid “buitenschoolse programma”. Hierbij kunnen leerlingen kiezen uit verschillende sporttoernooien, excursieprogramma’s in leerjaar 2 en 3. De school zet sterk in op preventie. VRAAG 31:
Hoe zorgt de school dat de overstap voor nieuwe leerlingen zo prettig mogelijk verloopt?
• Bij plaatsing van een leerling wordt zorgvuldig bekeken welke groep het beste bij hem/haar past. • Er wordt rekening gehouden met vrienden/vriendinnen en bekenden uit dezelfde woonplaats. • De nieuwe leerlingen 1e leerjaar komen voor de zomervakantie een middag op school voor een kennismaking met hun nieuwe klasgenoten en de mentor. • In de eerste week na de zomervakantie is er een kort introductieprogramma met de mentor. • In de 3e schoolweek is er een speciale activiteiten dag voor leerlingen 1e leerjaar: zij zijn dan alleen op school.
4.3 Werken aan sociale vaardigheden VRAAG 32a: Hoe besteedt de schoollocatie aandacht aan sociale vaardigheden en omgaan met elkaar? 1. In eerste instantie neemt de mentor verantwoordelijkheid voor sociale vaardigheden in zijn klas. 2. In enkele onderbouwprogramma’s wordt sociaal gedrag besproken en geoefend. 3. De mentorcoaches specialiseren zich op sociaal gedrag en ondersteunen de mentoren 4. Toezicht speelt in de hele school een belangrijke rol 5. De school werkt met relatief weinig regels en hoge gedragsnormen 6. De mogelijkheid voor SOVA training is aanwezig en wordt door ongeveer 30 leerlingen per jaar benut.
11
VRAAG 32b: Welke manier van werken heeft de schoollocatie als het gaat om sociale vaardigheden en omgaan met elkaar? Onze werkwijze is dat sociaal gedrag permanent voorgedaan en volgehouden moet worden. De volwassenen nemen daarvoor het initiatief en stralen het zelf uit. Overtredend gedrag wordt nauwkeurig afgehandeld, niet alleen met straf, vooral met inzicht en verbetering. Het leerlingenklimaat buiten de klassen (plein, aula, gangen, excursies, stages) krijgt veel aandacht.
VRAAG 33a:
Hoe ziet het beleid rondom pesten eruit? We volgen het pestprotocol. De basis is dat we het verbieden. Onze ervaring is dat snelle, korte interventies belangrijk zijn. Is pestgedrag van langere duur, dan is expertise nodig. VRAAG 33b: Heeft de school een pestprotocol en zo ja, is dat geplaatst o de website van de school? Verwijzing vermelden. De school beschikt over een pestprotocol en de website verwijst ernaar.
4.4 Betrekken van leerlingen VRAAG 34:
Welke activiteiten heeft deze schoollocatie om leerlingen actief bij elkaar en de school te betrekken? Leerlingenraad, sporttoernooien in alle leerjaren, studiereizen, kerstvieringen met muziek, schoolfeesten, laatste schooldag, excursies.
VRAAG 35: Hoe is de tevredenheid van de leerlingen over de schoollocatie? Uit enquêtes van LAKS, authenticiteitsonderzoek en klachtenregistratie blijkt de tevredenheid van de leerlingen bovengemiddeld te zijn. Hier de gegevens uit tevredenheidsonderzoek toevoegen. De algemene tevredenheid van de leerlingen is een 7,0: de meeste scores iets boven het landelijk gemiddelde. De vragen zijn gesteld via de LAKS enquête en beantwoord door 285 leerlingen 3e leerjaar. VRAAG 36:
Wat is de gemiddelde score op de vraag: "Ik voel me veilig op school" 7,6 Hier de gegevens uit tevredenheidsonderzoek toevoegen. 285 uit het 3e leerjaar
12
5 OUDERS 5.1 Betrokkenheid ouders VRAAG 37: school?
Hoe betrekt de schoollocatie ouders bij de schoolloopbaan van hun kind en de
Er is een schoolovereenkomst opgesteld waarin ouders en school uitspraken doen over de wijze waarop zij de prestaties, het welzijn en ontwikkeling van het kind volgen. Als de ontwikkeling van een leerling gunstig verloopt, is de mentor de eerste contactpersoon. Via geplande ouderavonden, voorlichtingsavonden e.d. weten ouders vooraf welke contactmomenten er zijn. Als de ontwikkeling van de leerling dreigt te haperen, ondersteunt een functionaris leerlingenzorg het contact met ouders. VRAAG 38: Hoe is de tevredenheid van de ouders over de schoollocatie? (En hoe is dat gemeten) De gemiddelde tevredenheid van ouders is 6,8 waarbij opvalt dat de ouders van de basisberoepsgerichte leerweg duidelijk lager scoren dan ouders van de MAVO beroepsgericht en de kaderberoepsgerichte leerweg.
13
6 ONDERSTEUNING 6.1 Omgaan met verschillen in leren VRAAG 39: Hoe gaat de schoollocatie om met verschillen op het gebied van de basisvaardigheden (taal en rekenen)? De rekenlessen worden afzonderlijk gegeven, bij voorkeur door de docent die ook wiskunde geeft. Als de leerlingen onderdelen beheerst, hoeft hij in principe de les die daar over gaat niet te volgen. In de bovenbouw worden zijn extra rekenlessen geprogrammeerd voor leerlingen die geen wiskunde hebben. In enkele praktijkafdelingen is een start gemaakt met toegepast rekenen. In de onderbouw wordt lezen gestimuleerd via aparte leeslessen waarbij alle leerlingen naar keuze en niveau lezen. Als de leerlingen expressieve vaardigheden oefenen, kunnen zij op hun eigen niveau of in samenwerking met een andere leerling, werken.
VRAAG 40a: Heeft de schoollocatie aanpassingen voor leerlingen die extra aandacht voor taal nodig hebben? Er wordt integraal taalbeleid ontwikkeld. In de onderbouw is gestart met een leesproject. VRAAG 40b:
Heeft de schoollocatie ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen met dyslexie?
Als de leerling voldoende scoort bij de schoolvakken stimuleren we ouders en leerlingen om lees strategieën te gebruiken. Sowieso krijgt een gediagnosticeerde leerling een dyslexiekaart met enkele faciliteiten: langer over een toets kunnen doen, of een gedeelte van de toets maken en ondersteuning in tekst via software en voorlezen, met aangepaste beoordeling voor spelfouten. VRAAG 41: Heeft de schoollocatie aanpassingen voor leerlingen die extra aandacht voor rekenen nodig hebben? De leerlingen krijgen op niveau aparte rekenlessen. De wiskunde docenten selecteren leerlingen met ernstige rekenproblemen en bieden hen aangepaste hulp en toetsen, mogelijk met behulp van rekenkaarten. VRAAG 42:
Heeft de schoollocatie aanpassingen gericht op meer begaafde leerlingen? De leerlingen mogen extra vakken kiezen en mogen vakken op een hoger niveau afsluiten dan de leerweg waarin ze geplaatst zijn. VRAAG 43:
Hoe wordt in de klas omgegaan met verschillen in leren? Bij de praktijklessen volgen leerlingen een individueel programma waarbij theorie, praktijk en presentatie elkaar afwisselen. Wat de theorielessen betreft staat differentiatie op de agenda van de vakgroepen. Het doel is om een korte ‘rode draad’ te ontwikkelen voor differentiatie en de vakgroepen zelf te laten beslissen hoe in hun vak het beste differentiatie toegepast kan worden.
14
6.2 Groepsarrangementen VRAAG 44:
Heeft de schoollocatie groepsarrangementen? En zo ja welke (naam)?
Stipklassen voor leerlingen die structureel veel begeleiding nodig hebben. LWOO klassen voor leerlingen met didactische achterstanden of grote afleidbaarheid. Leerwerktrajecten. Entreeconvenant met het Graafschap College
6.2.1 Beschrijving arrangement 1 VRAAG 45a: Op welke leerlingen is het groepsarrangement gericht? Stipklassen: op leerlingen bij wie prestaties, sociale ontwikkeling of gedrag sterk achterblijven als de omgeving en de docent geen extra sturing en begeleiding biedt. VRAAG 45b: Waaruit bestaat het groepsarrangement? Kleine klas van plm. 12 leerlingen, ervaren docent die een combinatie van vakken geeft en een aanpak per leerling.
VRAAG 45c: Zijn er voorwaarden/procedures om mee te kunnen doen aan dit groepsarrangement? Op basis van onderwijskundige rapporten van het basisonderwijs en de ingeschatte ondersteuningsbehoefte kunnen leerlingen in deze klassen geplaatst worden. Plaatsing is ook mogelijk als er in de verdere schoolcarrière problemen ontstaan in ontwikkeling.
6.2.2 Beschrijving groepsarrangement 2 VRAAG 46a:
Op welke leerlingen is het groepsarrangement gericht? De plaatsing in een LWOO klas is gebaseerd op de landelijke LWOO indicatie.
VRAAG 46b:
Waaruit bestaat het groepsarrangement?
VRAAG 46c:
Uit kleinere klassen en ervaren docenten. Zijn er voorwaarden/procedures om mee te kunnen doen aan dit groepsarrangement? Landelijke LWOO indicatie
6.2.3 Beschrijving groepsarrangement 3 VRAAG 47b:
Op welke leerlingen is het groepsarrangement gericht? Leerlingen die duidelijk beter zijn in praktijk dan theorie.
VRAAG 47b:
Waaruit bestaat het groepsarrangement? Beperking van theorievakken, uitbreiding van praktijk via stage.
15
VRAAG 47c:
Zijn er voorwaarden/procedures om mee te kunnen doen aan dit groepsarrangement? De leerling is capabel om buiten school stage te lopen.
6.2.4 Overige Groepsarrangementen VRAAG 48
Zijn er nog andere groepsarrangementen bij uw school? Zo ja welke
Convenant entree onderwijs met Graafschap College. Bedoeld voor leerlingen die 1. Blijven zitten in het derde leerjaar en dat niet over willen doen. 2. Leerlingen die veel moeite hebben met loopbaankeuzes. 3. Leerlingen die zich niet aanpassen aan de regels en vormgeving van VO.
6.3 Ondersteuning in de school 6.3.1 Expertise VRAAG 49:
Welke (basis)vaardigheden/deskundigheid wat betreft omgaan met verschillen, is breed aanwezig bij het docententeam van deze schoollocatie? Context van de leerstof aanpassen om motivatie te verhogen. Lestijd vrijmaken om extra uitleg te geven. Gesprek voeren met leerlingen om rekening te kunnen houden met zijn onderwijsbehoefte.
VRAAG 50:
Welke aanpassingen bieden docenten in hun aanpak om tegemoet te komen aan extra onderwijsbehoeften van (groepen) leerlingen? JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP INDIVIDUELE
JA, ALLEEN VOOR LEERLINGEN
NEE, NIET IN HUIS
Werken volgens een vast lesmodel
☐
☒
☐
☐
Extra verduidelijking van lesopbouw en regels in de les (waar mogelijk visueel maken)
☐
☒
☐
☐
Extra verduidelijking van taken in de les (werken met stappenplannen)
☐
☒
☐
☐
16
Extra verduidelijking van grenzen aan gedrag (waar mogelijk visueel maken)
☐
☒
☐
☐
Extra aandacht voor aanmoediging en feedback in de les
☒
☐
☐
☐
Uitbreiding instructietijd
☐
☒
☐
☐
Leerstof aanbieden in kleinere ☐ Delen
☒
☐
☐
Elke dag starten met de mentor
☐
☐
☐
☒
Structureel werken volgens een programma/methode gericht op gedrag
☐
☒
☐
☐
Anders nl
Klik hier als u tekst wilt invoeren.
VRAAG 51a:
Welke teamexpertise is aanwezig voor extra ondersteuning aan leerlingen? Zorgteam 2e lijn. Dit team bestaat uit vier functionarissen leerlingenzorg, twee orthopedagogen, de jeugdmaatschappelijk werker, vier ambulant begeleiders, de jeugdarts, de coördinator dyslexie, negen mentorcoaches en de zorgcoördinator.
VRAAG 51b:
Welke specialistische expertise is aanwezig voor ondersteuning aan leerlingen?
Ieder lid van bovenstaand zorgteam heeft z’n eigen specialisaties, waarbij collega’s uit de eerste lijn ondersteuning kunnen vragen.
VRAAG 52:
Wordt gewerkt volgens de oplossingsgerichte/handelingsgerichte methode?
Het zorgteam 2 lijn werkt vanuit de methode oplossingsgericht handelen. In schooljaar ’15-’16 wordt het hele team geschoold in oplossingsgericht handelen. VRAAG 53:
Welke ondersteuningsmogelijkheden heeft deze schoollocatie? JA, ALLEEN ALS NODIG VOOR ALLE OF GROEPEN
JA GEÏNTEGREERDE AANPAK NEE NIET IN HUIS INDIEN AAN DE ORDE WORDT DOORVERWEZEN LEERLINGEN
Studiebegeleiding (gericht op leren leren)
☐
☒
☐
Bijles (gericht op vakinhoud)
☒
☐
☐
Huiswerkbegeleiding
☐
☐
☒
17
Examentraining
☐
☒
☐
Ondersteuning bij beroepsKeuze en/of vervolgopleiding
☐
☒
☐
Stagebegeleiding
☐
☒
☐
Begeleiding bij arbeidsInpassing
☐
☐
☒
Faalangstreductietraining
☒
☐
☐
ExamenvreesreductieTraining
☒
☐
☐
Weerbaarheidstraining
☐
☐
☒
Agressieregulatie training
☐
☐
☒
Psycho-educatie
☐
☐
☒
Dramatherapie
☐
☐
☒
Muziektherapie
☐
☐
☒
Anders nl.
Sociale vaardigheidstraining in groepsverband en op individuele basis.
18
6.4 Aanpassingen 6.4.1 Hoeveelheid aandacht/handen in de klas VRAAG 54:
Welke aanpassingen in de (school)organisatie zijn aanwezig om tegemoet te komen aan extra onderwijsbehoeften van (groepen) leerlingen? JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP
NEE, NIET IN HUIS
Docententeam van 8 of minder docenten per klas
☐
☒
☐
(bijna) dagelijks meerdere uren per dag les van een vaste groepsdocent/mentor
☐
☒
☐
Inzet assistenten (“meer handen in de klas”)
☐
☒
☐
Inzet ouderejaars of medeleerlingen
☐
☐
☒
Stagiaires of vrijwilligers in de klas
☐
☒
☐
Anders nl
Klik hier als u tekst wilt invoeren.
6.4.2 Onderwijsmaterialen VRAAG 55:
Welke aanpassingen in de (school)organisatie zijn aanwezig om tegemoet te komen aan extra onderwijsbehoeften van (groepen) leerlingen? JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP
JA, ALLEEN VOOR INDIVIDUELE LEERLINGEN
NEE, NIET IN HUIS
Verlenging toetstijd
☐
☐
☒
☐
Voorlezen toetsen
☐
☐
☒
☐
Voorlezen examen
☐
☒
☐
☐
Spreiding van examens over meerdere jaren
☒
☐
☐
☐
Weinig lokaalwisselingen
☐
☒
☐
☐
Blokuren (80-100 min)
☐
☒
☐
☐
Denkvakken ’s ochtends Doevakken ‘s middags
☐
☐
☐
☒
JA, ALLEEN VOOR INDIVIDUELE LEERLINGEN
NEE, NIET IN HUIS
JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP
19
☐
☒
☐
☐
Aanpassingen voor leerlingen ☐ die meer structuur nodig hebben
☒
☐
☐
Schoolregels hangen zichtbaar in elk lokaal
6.4.3 Ruimtelijke omgeving VRAAG 56:
Welke fysieke aanpassingen en welke ondersteuningsmiddelen heeft deze schoollocatie beschikbaar om tegemoet te komen aan extra onderwijsbehoeften van (groepen) leerlingen? JA
NEE
Rolstoeltoegankelijk
☒
☐
Theorie- en praktijklokalen aangepast voor gebruik door leerlingen in een rolstoel
☒
☐
Lift
☒
☐
Invalidentoilet Brede deuren
☒
☐
Tilvoorzieningen
☒
☐
Extra schoonmaak ivm allergieën
☒
☐
Mogelijkheid tot rusten
☒
☐
JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP
NEE, NIET IN HUIS
Prikkelarme inrichting lokalen
☐
☒
☐
Prikkelarme verlichting
☐
☒
☐
Aanpassingen in de akoestiek
☐
☒
☐
JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP
JA, ALLEEN VOOR INDIVIDUELE LEERLINGEN
NEE, NIET IN HUIS
Visuele ondersteuning (pictogrammen)
☐
☐
☒
☐
Prikkelarme werkplekken binnen de lesruimte (= bv. tafel met schot)
☐
☐
☒
☐
20
Stilte (werk)plek waar de Leerling heen kan om rustig te werken
☒
☐
☐
☐
Time-out ruimte met begeleider, waar de leerling heen kan om tot rust te komen
☒
☐
☐
☐
Vaste persoon waar de leerling ☒ naar toe kan tijdens vrije momenten
☐
☐
☐
JA, VOOR ALLE LEERLINGEN
JA, VOOR EEN GROEP
JA, ALLEEN VOOR INDIVIDUELE LEERLINGEN
NEE, NIET IN HUIS
Laptops / tablets
☒
☐
☐
☐
Digitaal lesmateriaal
☐
☒
☐
☐
Computers met 'voorlees applicatie' (zoals Kurzweil)
☒
☐
☐
☐
Laptops/computer voor toetsen
☐
☒
☐
☐
Vergroot lesmateriaal
☐
☐
☒
☐
Anders nl.
Klik hier als u tekst wilt invoeren.
6.5 Samenwerking VRAAG 57: Heeft de schoollocatie een structurele samenwerkingsrelatie met een andere VO of VSO locatie? Er bestaan vaste afspraken met scholen die onder de stichting Achterhoek VO vallen. Ten aanzien van leerlingen die in het tweede of derde leerjaar naar onze school komen uit andere scholengemeenschappen omdat ze een lager niveau moeten volgen, is een vaste werkwijze vastgesteld.
6.5.1 Samenwerking met externe organisaties. VRAAG 58: Heeft de schoollocatie een structurele samenwerkingsrelatie met een zorginstelling? Het Metzo College heeft een afgesproken samenwerkingsrelatie met: Buurtzorg Doetinchem, Iris Zorg, GGD.
VRAAG 59: Heeft de schoollocatie andere samenwerkingsrelaties die van belang zijn in dit kader? De samenwerking betreft verder: Veiligheidsconvenant (gemeente en politie), Playing for Succes (vervolg is niet zeker), yoga voor leerlingen in examentijd.
21