1
SCHOOLJAAR 2010-2011 Resultaten en conclusies DUDAL CITO AVI
2
p.3
bevraging in verband met DOEL van de toetsen
p.5
dudal februari
p.8
cito februari
p.10
avi februari
p.11
dudal juni
p.13
cito juni
p.15
avi juni
3
1.waarom DUDAL-rekentoets, de AVI-leestest en CITO-spellingtoets afgenomen (m.a.w. wat is het doel hiervan) ? -ontdekken waar we ons ongeveer bevinden in het ‘scholendom’ wat kunnen en kennen betreft 1a -ontdekken aan welke punten we eventueel meer aandacht moeten geven -vorderingen van leerlingen te toetsen 1b -resultaten van de leerlingen met elkaar te vergelijken -vergelijken met andere klassen in Vlaanderen -om te weten te komen wat de sterke en zwakke punten van de kinderen zijn om daar meer aandacht aan te besteden in de klas 2a
2b 3 4a 4b 5a 5b 6
-om aan de hand van genormeerde toetsen een zicht te krijgen op de leerprestaties van de kinderen over de te bereiken leerdoelen op dat moment van het schooljaar -om zo gerichter verder te werken en te merken waar in de handleiding minder of later meer aandacht aan gegeven wordt Dudal rekentoets: rekenvorderingen van leerlingen bekijken, eventuele achterstanden opsporen Avi-leesniveau: leesniveau bepalen zodat leerlingen boeken op hun niveau kunnen lezen en zo succeservaringen hebben + snellere vooruitgang CITO-spelling: welke leerlingen nog moeilijkheden hebben met welke problemen en zo snel kunnen inspelen daarop -om op school-, klas- en leerlingenniveau te achterhalen waar de ‘zwakten ‘ en ‘hiaten’ in de leerstof (verticaal en horizontaal) zitten -de ontwikkeling en vorderingen van de individuele leerling in kaart te brengen zodat we het aangeboden onderwijsonderricht zo accuraat mogelijk op de behoefte van de leerling kunnen afstemmen -niveaubepaling en vandaar vertrekken om hiaten op te vullen en/of sterke onderdelen te versnellen -om zicht te krijgen over wat leerlingen kunnen, ook bij een andere vraagstelling als bij de toetsen uit de methode zo kan er hierna beter ingespeeld worden in de les Om goed te kunnen inschatten of de leerlingen op ‘niveau’ zitten ten op zichte van geijkte testen en ten op zichte van elkaar
4 2.wat doe je met de resultaten ? -vergelijken met de resultaten van de methode-gebonden-toetsen zijn er ‘verrassingen’ en hoe komt dat dan ? 1a -foutenanalyse maken en indien haalbaar verschuivingen doorvoeren in het jaarplan of andere accenten leggen -overleggen met collega’s: zaken die niet in orde lijken komen misschien op een later moment wel goed -noteren in kindvolgsysteem 1b -hiaten remediëren (bijvoorbeeld extra les voor bewerkingen tot 10 (+ en -) indien veel leerlingen een tekort hadden -conclusies trekken en in de klaspraktijk verwerken 2a -doorgeven aan zorgteam (indien nodig) -meedelen aan ouders (indien nodig) -bekijken en leerlingen in differentiatieniveaus opdelen 2b -dus nagaan met welk onderdeel van de leerstof ze het nog moeilijk hebben Zie weerslag op klaspraktijk 3 + vergelijk klassikaal (onderling en waarschijnlijk ook vergelijken met andere scholen: waarop scoren we goed, waarop minder ? -uit deze resultaten acties ‘puren’ om horizontale en verticale doorstroming te optimaliseren (op school-, klas- en leerlingenniveau te 4a kunnen bijschaven de lessen) -vergelijken met behaalde resultaten van vorig schooljaar 4b -vergelijken met behaalde resultaten op methode-gebonden toetsen -foutenanalyse bestuderen -verwerken tot niveaubepaling en deze in kindvolgsysteem bijhouden 5a
5b 6
-overlopen wat goed gaat (hoeft niet zo vaak herhaald te worden) en wat minder goed gaat. Dit is vaak de intro van een les (bv. Maken van een staartdeling bij de start van de les) Grondig bekijken, “panikeren” en deels relativeren (tijdsdruk, vreemde verwoording,…), veel voorkomende fouten opsporen
5
Conclusies DUDAL-rekentoets FEBRUARI 1a
1b
2a
leerlingenniveau -grote niveauverschillen: sommige kinderen kennen hun splitsingen helemaal niet
klasniveau -uit het hoofd rekenen ging moeizaam -vraagstukjes zijn moeilijk -‘min’ is nog moeilijk -begrippen SOM en VERSCHIL zijn nog niet gekend
-sommige leerlingen zijn zwak over de hele lijn -sommigen scoren goed op alle vlakken -sommigen vallen uit voor rekenen
-in alle domeinen heb je hoogvliegers en laagvliegers
-bij vraagstukken wordt zwak gescoord -maaltafels werden traag geautomatiseerd
WEERSLAG OP KLASPRAKTIJK -ik flits de rekenverhalen (niet alleen splitsingen) en gebruik voor de vraagstukken de kaarten van taal bij het navertellen: eerst, dan, tot slot -ik benadruk bij het verwoorden ook wat moeten we zoeken -voor hoofdrekenen: + en _ sommen dagelijks flitsen -meer optellingen met meer dan 2 termen inoefenen -x-y = 1 inzicht geven dat verschil te vinden is door y aan te vullen tot x -+ en – in één oefening aanbieden(handig rekenen: aandacht tot ‘mooie’ 10) -puntoefeningen vaker aanbieden en verwoorden bv. . + 6 = 8 -tafels niet alleen met kaartjes oefenen, maar ook in spelvorm (tafelkampioen) -kinderen zijn n u gemotiveerder en resultaten zijn gestegen -in ‘nieuwe pluspunt’ wordt meer aandacht besteed aan vraagstukken, maar het blijft voor sommigen moeilijk -oefenen met sommenplaneet op computer
Schoolniveau -‘som’ en ‘verschil’ vind ik niet haalbaar in klas 1
-nood aan meer ‘zorg’ (cf.A.K.) de zwakke kinderen enkele uren per week bijwerken
6
2b
3
4a
4b
-heb me dit jaar heel hard aan de basis gehouden -begrippen komen later echt aan bod , daardoor hebben sommigen echt niet door waarover het gaat bv. Verschil tiental eenheid De meeste leerlingen scoorden goed. Fien en Athia scoorden ondermaats Wannes, Emile, Noah, Athia, Kiran, Cedric, hadden problemen met hoofdrekenen -sommige leerlingen scoren heel laag en toch redelijk op de methode-gebonden-toetsen
Terminologie som en verschil is niet goed gekend
-op dit ogenblik niets meer daar dan ervoor qua gedifferentieerd lesgeven
Wat niet gaat extra ondersteuning voor de leerlingen die op veel vlakken uitvallen
De maal- en deeltafels zijn minder goed gekend Min met overschrijding blijkt bij hoofdrekenen ook moeilijk
Eventueel flitskaarten van maalen deeltafels
Als er over de hele verticale lijn (1 6) een probleem blijkt, denk ik dat we wel eens samen moeten zitten om te bespreken hoe we dit aanpakken
-sommige onderdelen zorgen voor problemen bij de meeste leerlingen
-resultaten in kaart brengen (rekening houdend met de sterkte van de klas) om te achterhalen of er bepaalde onderdelen globaal slecht scoren
Vergelijkbare resultaten met de methode-gebonden-toetsen (op 1 leerling na)
-er werden een paar items getest die nog niet aan bod kwamen in de methode (gemiddelde, stipoefeningen, rekenen tot 10000) -vraagstukken blijven een moeilijke discipline
-extra remediëren meestal is de leerstof (oplossingsstrategie) nog niet voldoende beheerst/geautomatiseerd -de zwakke onderdelen regelmatiger klassikaal herhalen en individueel laten inoefenen (contract-, hoeken- of huiswerk) -trachten de tekorten in het leerproces bij te schaven door extra inoefenmomenten, regelmatiger herhalen, werken in een mini-klasje -kinderen hanteren minder gemakkelijk ‘het noteren van tussenstappen’, is te wijten aan het voorlezen vraag per vraag (tempogebonden in vergelijking met de methode-gebonden-
-verticale opbouw binnen de methode bekijken
7
5a
-bepaalde leerlingen vallen uit voor bepaalde onderdelen
5b
-zwakke leerlingresultaat doorgeven aan CLB
6
Geen grote verrassingen; kinderen die je dacht dat het moeilijk zouden hebben , hebben het ook zwaar
-op sommige onderdelen scoren de meeste leerlingen minder goed, dit kan klassikaal geremedieerd worden -hoofdrekenen: bij + en – én x en : wordt een groot verschil tussen met tijdsdruk en zonder tijdsdruk vastgesteld Redelijk zwakke rekengroep die vnl met langere vraagstukken zeer moeilijk hebben. Technisch rekenen is beter
toetsen werken op eigen tempo -bepaalde onderdelen herhalen -andere overslaan of sneller geven
-nagaan op welke onderdelen op schoolniveau zwak gescoord wordt
-vaker oefeningen ‘tegen de tijd’ geven
-extra zorg (cf.A.K.) zou wel een hulp kunnen zijn
Meer preventief werken in plaats van verrijkend na toetsing. Bv. Remediëring en verrijking voor toets / klassikaal / per 2 / met coach / zwakken aanpakken
Taakklas, extra ondersteuning bij grote groepen, GOK helpt bij differentiatie (UTOPISCH zeker ?!)
8
Conclusies CITO-spellingtoets FEBRUARI 1a 1b
2a
leerlingenniveau -sommige leerlingen kunnen mmkm en mkmm makkelijk aan, anderen absoluut niet -sommige leerlingen zijn zwak over de hele lijn -sommigen scoren goed op alle vlakken -sommigen vallen uit voor rekenen -enkele leerlingen scoren zwak voor spelling
2b
-extra schriftlessen nodig voor sommigen vorming van letters en klanken
3
De meeste leerlingen scoorden goed of redelijk goed
4a
klasniveau -mmkm en mkmm is voor sommige leerlingen nog niet haalbaar, werd bij het ‘lezen’ ook nog niet aangeboden -in alle domeinen heb je hoogvliegers en laagvliegers
WEERSLAG OP KLASPRAKTIJK -letters op bank geplakt -pijl-lezen in heterogene paren -met ouders gepraat
-woordpakket meegeven om thuis in te oefenen -oefenen woordkasteel op computer (ook doorgeven aan enkele ouders) -sommige spellingsmoeilijkheden -op dit ogenblik niets meer daar komen pas veel later aan bod en dan ervoor qua gedifferentieerd zijn met de CITO-toets dus nog lesgeven niet gekend -wel differentiatie in huiswerk Nederlands; leerlingen met spellingmoeilijkheden bv. Een spellingtaak, de anderen een lees- of taaltaak Extra inoefening verenkelen / Verder inoefenen verdubbelen spellingmoeilijkheden
-sommige onderdelen zorgen voor problemen bij de meeste
-extra remediëren
Schoolniveau -deel 2 van deze toets zou ik liever later op het jaar afnemen
-nood aan meer ‘zorg’ (cf.A.K.) de zwakke kinderen enkele uren per week bijwerken
Wat niet gaat extra ondersteuning voor de leerlingen die op veel vlakken uitvallen
Als er over de hele verticale lijn (1 6) een probleem blijkt, denk ik dat we wel eens samen moeten zitten om te bespreken hoe we dit aanpakken -sommige onderdelen zorgen voor problemen bij de meeste
9 leerlingen
4b
Vergelijkbare resultaten met de methode-gebonden-toetsen (op 1 leerling na)
5a
-bepaalde leerlingen vallen uit voor bepaalde onderdelen
5b
-zwakke leerlingresultaat doorgeven aan CLB
6
Geen grote verrassingen; kinderen die je dacht dat het moeilijk zouden hebben , hebben het ook zwaar
-bepaalde onderdelen herhalen -andere overslaan of sneller geven
leerlingen -inoefenen korte/lange klinkers -verdelen in klankgroepen extra inoefenen in het 2de en 3de leerjaar een noodzaak om openen gesloten gemakkelijker onder de knie te krijgen -nagaan op welke onderdelen op schoolniveau zwak gescoord wordt
-leerlingen zelf de spellingregels laten opzeggen voor een dictee
-extra zorg (cf.A.K.) zou wel een hulp kunnen zijn
-trachten de tekorten in het leerproces bij te schaven door extra inoefenmomenten, regelmatiger herhalen, werken in een mini-klasje -op sommige onderdelen scoren de meeste leerlingen minder goed, dit kan klassikaal geremedieerd worden -zeer zwakke groep voor spelling
Heel deel leerlingen met dyslexie en logo die hier ook uitvallen
Taakklas, extra ondersteuning bij grote groepen, GOK helpt bij differentiatie (UTOPISCH zeker ?!)
10
Conclusies AVI-leestest FEBRUARI 1a 1b 2a 2b 3
4a 4b 5a 5b 6
leerlingenniveau
klasniveau
WEERSLAG OP KLASPRAKTIJK
Noah, Ella, Cedric, Fien, JeanFrançois, Elena, Dries: niveau 4 Athia, Cleo, Luka, Demian: niveau 5 moeten meer lezen
Merendeel zit ‘op’ of boven niveau voor midden 3
Niveaulezen, duolezen, genoeg leesopdrachten (bv. Hoekenwerk) vrije leesmomenten als sneller klaar met opdracht
Schoolniveau
11
Conclusies DUDAL-rekentoets JUNI leerlingenniveau
klasniveau
1a & 1b 2a
-rekentaal nog moeilijk product, quatiënt komen bijna niet voor in de methode -vraagstukken blijven moeilijk -meer aandacht besteden aan ‘tellen met sprongen’ tot 100
2b
-begrippen zijn onvoldoende gekend (vermeerder, verminder, verdelen, som, verschil, product, quotiënt,…) komen weinig of niet aan bod, enkel expliciet op het einde -delingen: moeten nog niet gekend zijn in het 2de leerjaar hierdoor zwakkere resultaten -hoofdrekenen: tijdsdruk x en : -meetkunde: st7 en st 8 zwakste scores / breuken, vlakke figuren en hoeken
3
4a
-leerlingen die E-score behalen -cijferen met komagetallen en op het algemeen deel scoren ook breuken zijn struikelblokken
WEERSLAG OP KLASPRAKTIJK -het flitsen van plusjes en minnen heeft z’n vruchten afgeworpen -idem voor de extra aandacht voor het verwoorden -meer aandacht besteden aan rekentaal zoals product, quotiënt, verschil,… -vraagstukken stap voor stap blijven oplossen en goed laten verwoorden -meer aandacht besteden aan ‘tellen met sprongen’ tot 100 - begrippen zijn onvoldoende gekend (vermeerder, verminder, verdelen, som, verschil, product, quotiënt,…) begrippen meer gebruiken / leerlingen regelmatig zelf laten verwoorden
-de maaltafels meer automatiseren en oefenen onder tijdsdruk wedstrijdjes -meer aandacht voor meetkunde bij de zwakkere leerlingen miniklasje tijdens hoeken- en contractwerk -breuken regelmatiger herhalen aanschouwelijk materiaal
Schoolniveau
-leerlingen zijn deze manier van vraagstelling en manier van werken niet gewoon optie op een andere genormeerde toets ?
-cijferen met kommagetallen sneller aanvatten ??
12
& 4b
5a 5b
6
meestal op de toetsen van Pluspunt onvoldoende -resultaten op DUDAL zijn zeer zwak mede bepaald door de voor de kinderen met rekenmoeilijkheden moeilijke (andere) vraagstelling -er is ook een tijdslimiet bij DUDAL die hen parten speelt (vraag per vraag) cf ook hoofdrekenen: zonder tijdslimiet scoren zwakke rekenaars voor hoofdrekenen toch nog een voldoende resultaat
-type oefeningen 80 : 40 = 20 : komen in de methode bijna niet aan bod -staartdelingen met kommagetallen, breuken optellen, kommagetallen met honderdsten komt in blok 10 pas de eerste keer aan bod -hoofdrekenen tot 10 000 komt in de methode niet aan bod
aankopen -cijferen met kommagetallen sneller aanvatten ?? -hoofdrekenen: belang van tussenstappen noteren aanmoedigen
-hoofdrekenen: belang van tussenstappen aanmoedigen -nagaan of cijferen met kommagetallen (+ en -) geautomatiseerd moet zijn in 4de leerjaar
-algemeen: blijft zowat hetzelfde -hoofdrekenen: toch een goede stijging de extra oefeningen aan het begin van de les hebben blijkbaar geloond -zone E bij sommige leerlingen was te verwachten, maar daar wordt extra aan gewerkt
-positieve groei, maar er blijven nog enkele zwakke leerlingen werken met een inoefenschriftje (huistaken)
-hoofdrekenen blijven stimuleren dagelijks tot wekelijks een kort inoefenmoment geven
-sterke verbetering merkbaar
13
Conclusies CITO-spellingtoets JUNI leerlingenniveau Leerlingen schrijven pas sinds juni in koordschrift Er was veel verwarring
klasniveau Dictee werd de laatste week afgenomen Aandacht was zwak
2a
Meest voorkomende fouten: -open lettergreep: 8 lln -verdubbelen: 10 lln -d of t: 4lln -d ipv b: 1 ll
De meeste fouten bij -verdubbelen -open lettergreep -d-t op het einde
2b
Meest voorkomende fouten: -verenkelen/verdubbelen: 9 lln -foute letters/klanken: 4lln -sch: 3 lln -eind-t: 5lln
Algemeen zwak: -verenkelen, -verdubbelen, -foute letters / klanken -eind -t
3
-sommige leerlingen schrijven letters te weinig of te veel (hakken en plakken) in lettergrepen verdelen
over het algemeen worden de meeste fouten gemaakt op: -open- en gesloten lettergreep -cht /gt -ch /g -d /t -ei/ij
1a
WEERSLAG OP KLASPRAKTIJK -misschien toch beter meteen in lusjes werken -dictee beter vroeger gespreid afnemen (4 x 10 woorden) -extra luisteroefeningen zoeken op tweeklanken oe ui eu uu -oplossing voor het spiegelen ? -schrijfregels dagelijks herhalen -niet alleen schriftelijk maar ook op de computer (woordkasteel) oefenen -moeilijke woordpakketten ook thuis laten oefenen -verenkelen en verdubbelen blijft moeilijk maar gaat verder in klas 3 in 2 extra inoefenlessen -foute letters / klanken veel leerlingen zijn anderstalig thuis weinig invloed tenzij zelfde scenario, moeilijke klanken apart oefenen -regels meer aan bod laten komen huiswerk, contractwerk -visueel ondersteunen regels aan de muur hangen en op de bank kleven -met de zwakke leerlingen (anderstaligen) nog meer
Schoolniveau
-in 2 moeten ze ineens te veel schrijfregels leren te moeilijk om alles te onthouden en tijdens het schrijven te gebruiken eventueel al een deel in het eerste leerjaar aanbieden
Open- en gesloten lettergreep blijft moeilijk spellingmethode in vraag stellen ?
14
4a & 4b
5a 5b
6
-leerlingen met E-score op citotoets behalen op wekelijkse dictees een hogere score automatisering niet oké -open- en gesloten lettergreep e, ou/ouw blijven een struikelblok voor veel kinderen
-niet aangeboden leerstof ‘meerlettergrepige woorden waarin ‘s’ wordt geschreven als ‘c’ -meerlettergrepige woorden waarin ‘ie’ wordt geschreven als ‘i’ worden getest (leerstof 5de leerjaar)
-er zijn sterke en zwakke spellers de middenmoot is verdwenen
-extra ondersteuning voor de toch nog grote groep zwakke leerlingen (D + E) is nodig
oefenen op in lettergrepen verdelen -open en gesloten lettergreep regelmatiger oefenen -ou / ouw extra inoefenen
-in 2 groepen werken: sterke leerlingen meer alleen of per twee laten werken / zwakke groep samen nemen om geleid te werken (rustiger tempo)
-korte/lange klanken: auditieve discriminatie en verdelen in klankgroepen in 2de/3de leerjaar intensiever oefenen -nagaan vaststellingen bij klasniveau overeenkomen in het leerplan
toch grote grope met spellingproblemen
15
Conclusies AVI-leestest JUNI 1a 1b 2a
2b
3 4a & 4b 5a 5b
leerlingenniveau
klasniveau
WEERSLAG OP KLASPRAKTIJK
Schoolniveau
Leesniveau: Niveau 1: 1ll Niveau 2: 1ll Niveau 3: 3lln Niveau 4: 1ll Niveau 5: 5 lln Niveau 6: 1 ll Niveau 7: 2 lln Leesniveau: Niveau 1: 1ll Niveau 2: 1ll Niveau 3: 4lln Niveau 4: 3lln Niveau 5: 1 ll Niveau 6: 4 ll Niveau 7: 1 ll Niveau 8: 1 ll
De meeste leerlingen behalen minstens niveau 4 Enkele behalen niveau 2 of 3, maar startten klas 2 vanaf niveau 1 of 2
-lezen in stappenboek -niveaulezen -boeken naar interesse lezen (bibliotheek) -woordenlijsten lezen
-lezen met leerlingen van klas 6 tijdens de middagpauze
Veel leerlingen hebben onvoldoende tempo
-tempo-oefeningen -rijtjes lezen
-andere soort manier om lezen te bevorderen -alternatief voor lezen in homogene niveaugroepen
Alle leerlingen met leesmoeilijkheden (Julia, Taichi, Erine) zijn de verwachte twee leesniveaus gestegen
Narmaal beeld
Nog geen leesniveau 9 -leesniveau 7: 1ll -leesniveau 8: 5 lln
-leerlingen nog meer laten voorlezen -bijna 1/3 van de leerlingen
-teksten taal thuis laten voorbereiden / klassikaal lezen de volgende dag
-lezen/voorlezen in de 3de graad meer stimuleren (bv. voorlezen voor 1ste graad)
16 (2 lln stegen van 8 naar 9)
6
hebben nog geen leesniveau 9 zou toch gehaald moeten worden