Schoolgids Scheldemond College 2008-2009
HONDERD JAAR JONG Het zal u niet zijn ontgaan. Het Scheldemond College bestaat aan het begin van dit schooljaar maar liefst een eeuw. De school is, met haar rechtsvoorgangers, ‘oud’ te noemen. Tegelijk is het Scheldemond College in haar ambities, ontwikkelingen en uitstraling ‘jong’, bruisend van energie. Ook dit feestelijke schooljaar zullen we met die energie verder bouwen aan onze prachtige school, in het belang van uw kind en alle leerlingen die aan ons zijn toevertrouwd. Om die leerlingen, die jongeren met hun unieke talenten draait het. Hun ontwikkeling verdient onze blijvende inspanning. We hopen daarbij weer goed met u, als ouders en verzorgers samen te kunnen werken. Ik wens onze leerlingen, u en ons een uitstekend jaar toe! H.J. van Arenthals Rector Hoe bereikt u het Scheldemond College Scheldemond College School voor VWO, HAVO, MAVO en VMBO (incl. LWOO) Bezoekadres:
Weyevlietplein 7-13 4385 CH Vlissingen
Postadres:
Postbus 69 4380 AB Vlissingen
Telefoon: Fax:
(0118) 47 94 00 (0118) 47 94 44
E-mailadres:
[email protected]
Internet::
http://www.scheldemondcollege.nl
Bankrekening: Girorekening:
Rabobank: 3493.29699 Postbank: 2145254
Telefoon absentenregistratie:
Gebouw A (0118) 48 68 84 Gebouw B (0118) 48 68 92
2
Wanneer u het als ouders en/of verzorgers op prijs stelt om de informatie vanuit het Scheldemond College ook per e-mail te ontvangen, kunt u een verzoek richten aan het managementteam, via
[email protected] U wordt dan op de maillijst van het Scheldemond College geplaatst.
1. De organisatie A. Stichting Scheldemond College en bestuur De school gaat uit van een zelfstandige rechtspersoon, een stichting voor Openbaar Onderwijs, de Stichting Scheldemond College. De statuten van de stichting zijn te vinden op de website en te verkrijgen bij de managementassistente. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door de rector, dhr. H.J. van Arenthals. B. Management Eindverantwoordelijk schoolleider is de Rector, dhr. H.J. van Arenthals. Dhr. E.J.A. Fagg is als Directeur Onderwijs verantwoordelijk voor de aansturing en ontwikkeling van het onderwijsproces. Hij geeft leiding aan de beide locatieleiders MAVO-VMBO en VWO-HAVO. Dhr. H. Kramer is tot 1 januari 2009 Directeur Beheer, Financiën en Organisatie. Op deze datum komt deze functie te vervallen. De heren Van Arenthals en Fagg vormen vanaf dan samen het management van de school. C. Het Middenmanagement Ouders en leerlingen hebben bij de dagelijkse gang van zaken vooral te maken met de locatieleiders. Zij zijn, na de mentor van de klas, het eerste aanspreekpunt. De Locatieleider gebouw A (VWO – HAVO) is dhr. L.P. van Duivendijk De Locatieleider gebouw B (MAVO - VMBO (incl. LWOO) is mevr. R.W. van Oost
3
De docenten zijn ingedeeld in zogenaamde ‘kernteams’. Ieder team wordt geleid door een of twee teamleiders, die direct leidinggevende zijn van de docenten in dat team. Het gaat om de volgende teams en teamleiders: • • • • •
Team VWO- HAVO eerste fase (inclusief de MH1-klassen) wordt geleid door dhr. J. Schalkwijk en dhr. L.P. van Duivendijk Team VWO- HAVO tweede fase wordt geleid door dhr. G. Cevaal en dhr. L.W. Gabriëlse Team MAVO wordt geleid door dhr. J.C.G. Gillissen Team VMBO onderbouw wordt geleid door dhr. G. Pruimboom Team VMBO bovenbouw wordt geleid door dhr. T.W. van Bennekom
De teamleiders en locatieleiders vormen samen het middenmanagement van de school. D. Raad van Toezicht Op het bestuur van de school wordt toegezien door de Raad van Toezicht. Deze bestaat uit: • • • • •
Dhr. J.C.Th. Van der Doef (voorzitter) Dhr. C.J. Corstanje (vicevoorzitter) Mevr. C. Biesterbosch – Gunst Dhr. P. van Eck Dhr. M.W.H.M. Kuipers
E. Bereikbaarheid Het bestuur, het management en de Raad van Toezicht zijn bereikbaar via de managementassistente, mevr. C.K. van Sighem-Minderhoud. Tel. 0118-486894 e-mail
[email protected] Het middenmanagement is bereikbaar via de secretaresse, mevr. G.W.A. de Jonge Tel. 0118-486886 e-mail
[email protected] De beide locatieleiders zijn daarnaast rechtstreeks via e-mail bereikbaar: Mevr. R.W. van Oost -
[email protected] Dhr. L.P. van Duivendijk -
[email protected]
E. De inspectie De Inspecteur voor het Voortgezet Onderwijs, die ook vertrouwensinspecteur is, is mw. drs. H.C. Onnekink. Het adres van de Inspectie vindt u elders in deze schoolgids.
4
2.
Een openbare school
A.
Ons uitgangspunt
Het Scheldemond College heeft als ‘missie’, steeds meer aan het volgende beeld te voldoen: Het Scheldemond College is een prettige school, waar je als leerling volop kansen krijgt je talenten te ontwikkelen. De school biedt degelijk, kwalitatief goed onderwijs met inzet van de meest moderne middelen en een uitstekende zorg en begeleiding. Het is een gezonde school, die je wil activeren binnen en buiten de lessen. Daarmee is het ook een gezellige school. Het Scheldemond College is een school die in de omgeving is verankerd en daarin actief is. Het Scheldemond College wil een school zijn, die in haar beleid en organisatie de ‘balans’ zoekt en weet te vinden, in de eerste plaats voor haar leerlingen, maar zeker ook voor haar medewerkers en ‘stakeholders’, de andere belanghebbenden. We zoeken, als school ‘middenin de samenleving’, de balans tussen enerzijds innovaties en moderniseringen in zowel onderwijsprogramma als fysieke leeromgeving en leermiddelen en anderzijds een degelijke kwaliteit en een stevige structuur. We zoeken op dezelfde manier de juiste verhouding tussen competentiegericht leren en het oefenen van voor het vervolgonderwijs en de informatiemaatschappij nodige vaardigheden aan de ene kant en een solide kennisbasis aan de andere kant. Scheldemond heeft in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in onderwijsvernieuwing, zeker waar het gaat om het programma aanbod. Hetzelfde geldt voor leermiddelen, vooral op het gebied van ICT en multimedia. De komende jaren zal het accent meer komen te liggen op interne kwaliteitszorg, ‘borgen wat goed is’, zonder daarbij relevante maatschappelijke ontwikkelingen uit het oog te verliezen. ‘Leren leren’ is ‘leren’ tegen de directe behoefte aan ‘consumptie en vermaak’ in. De degelijke basis en structuur zijn iets wat geen leerling kan missen. De middelbare schoolperiode is een belangrijke tijd in de ontwikkeling van een mens, waar het enerzijds gaat om ‘ontdekken en ontwikkelen,’ maar anderzijds ook om gezelligheid, ontspanning en plezier. Scheldemond wil een gezellige school zijn, op een gezonde en actieve manier. Het Scheldemond College geeft leerlingen kansen echt iets te ‘doen’ met hun talenten. Tegelijk wil de school kwaliteit leveren. We zeggen wat we doen, we doen wat we zeggen en dat doen we goed! Het Scheldemond College heeft daarom als motto voor leerlingen en haarzelf: ‘Doe wat je zegt!’ Dat heeft allerlei gevolgen voor de relatie van de school tot de omgeving.
5
B.
‘Openbaar’
De school is ‘algemeen toegankelijk’, wat naar voren komt in onder andere de toelating van leerlingen, de aanstelling van personeel, de benoeming van bestuursleden en de verkiezing van leden van de medezeggenschapsraad. Het karakter van het onderwijs is ‘actief pluriform’: we benadrukken samen de waarde van de eigenheid en veelzijdigheid van mensen. ‘Je mag er zijn’, ongeacht je ras, sekse, geaardheid, levensovertuiging of wat dies meer zij. Dat staat ook zo in ons leerlingenstatuut verwoord. We proberen onze multiculturele samenleving daarin op een positieve manier te benaderen, vanuit de meerwaarde die ze geeft, in plaats van vanuit de problematiek. Het ‘openbare karakter’ van onze school komt verder naar voren in het ‘open karakter’, waar we aan willen werken, de gerichtheid op onze omgeving. Erg belangrijk, is de aandacht die we besteden aan het scheppen van een veilige leer- en werkomgeving, waarin mensen met elkaar met respect omgaan. C.
Bestuur, toezicht en verantwoording
Het Scheldemond College gaat uit van de Stichting Scheldemond College en wordt bestuurd door de rector. Een Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur. Het bestuur en de Raad van Toezicht overleggen geregeld, in aanwezigheid van het management. Bij dat overleg komen de financiële jaarstukken, maar ook opbrengsten van kwaliteitszorg aan de orde. Kwaliteitszorg is het zicht houden op en verbeteren van kwaliteit, volgens het systematisch doorlopen van de PDCA-cirkel: Plan Do Control Act. We doen dat door het hanteren van beleidscycli, door het vormgeven en uitvoeren van kwaliteitsbeleid: op systematische wijze en continu nagaan of de school waarmaakt wat zij in plannen en beleid voornemens schetst. Het management is verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van kwaliteitsbeleid, gebruikmakend van de teamstructuur en de aansturing daarvan. Docenten zijn bij uitstek degenen die een oordeel kunnen geven over de kwaliteit van leren en onderwijzen. De basis is gelegen in het kritisch kijken naar het eigen handelen en de effecten daarvan. Uitvoering hiervan vindt plaats door middel van en systeem van interne kwaliteitszorg in secties en binnen teams. Daarnaast is er een combinatie van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Belangrijke feedback instrumenten zijn regelmatige leerlingenenquêtes over docentengedrag en cijfermateriaal afkomstig uit de registratie van ziekteverzuim, lesuitval, lesvervanging, verwijderingen en dergelijke. Daarnaast bepalen docenten mede de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs door scholing, deelname aan studiedagen, deelname aan het overleg in platforms, en het meewerken aan onderzoeken. Het primaire proces in de school is het leerproces van onze leerlingen. De kwaliteit van de school komt vooral tot uiting in de kwaliteit van het leren door de leerlingen. Centraal in de kwaliteitszorg staat daarom de vraag aan leerlingen: Wat heb je geleerd en in hoeverre heeft de school daar een bijdrage aan geleverd? Zelfevaluatie betekent voor leerlingen enerzijds reflectie op het eigen leren, anderzijds feedback geven aan degenen die geacht worden hen bij het leren te ondersteunen. De leerlingen vervullen deze rol door deelname aan overleg over de kwaliteit van de school en door het invullen van vragenlijsten.
6
Ouders leveren een bijdrage aan het kwaliteitsbeleid door hun deelname aan het georganiseerd overleg (via Ouderraad en MR), door hun deelname aan themaavonden over de kwaliteit van de school en door het geven van feedback aan de school. Om dit laatste vorm te geven wordt eenmaal per twee jaar een enquête afgenomen onder een representatieve groep ouders. Basisonderwijs enerzijds en vervolgonderwijs en bedrijfsleven anderzijds vervullen naar het voortgezet onderwijs de rol van respectievelijk ‘leverancier’ en ‘afnemer’. Door regelmatige contacten, zowel van formele als van informele aard, dient de school op de hoogte te blijven van de mogelijkheden en wensen van deze relaties en, zo mogelijk, de eigen kwaliteit daarop af te stemmen. Indien nodig kunnen basisonderwijs, vervolgonderwijs en bedrijfsleven bevraagd worden, om zo feedback te verkrijgen op de door de school geleverde kwaliteit. Het bestuur en management verantwoorden zich naar de samenleving in het jaarverslag (te vinden op de website), door speciale bezoeken aan belanghebbenden en door het organiseren van avonden in dit kader. D.
Medezeggenschap, leerlingenraad, ouderraad
De medezeggenschapsraad van de school kent een personeelsgeleding (PMR), een leerlingengeleding en een oudergeleding. De leerlingengeleding van de MR heeft structureel contact met de leerlingenraad. Die leerlingenraad heeft een adviserende en een klankbordfunctie voor de schoolleiding en kent een brede vertegenwoordiging uit onderbouw en bovenbouw van zowel MAVO-VMBO als VWO-HAVO. De oudergeleding van de MR heeft structureel contact met de ouderraad van de school. Leden van de ouder-MR en ouderraad bezoeken elkaars vergaderingen en wisselen relevante informatie uit. De ouderraad heeft een adviserende en een klankbordfunctie voor de schoolleiding. Ze helpt verder mee bij het organiseren van tal van activiteiten, waaronder Open Huis en diploma-uitreiking. Het bestuur en managementteam vergaderen met de MR, de afdelingsleiders vergaderen met de ouderraad en een van de afdelingsleiders begeleidt de leerlingenraad. Alle vergaderingen zijn openbaar. E.
Betrekken van ouders en leerlingen
Leerlingen en hun ouders (waarmee we ook ‘mentoren’, ‘verzorgers’ en dergelijke bedoelen) zijn de belangrijkste ‘klanten’ van de school, naast anderen. ‘De leerling staat centraal’, is ons credo. Naast de genoemde leerlingenraad zijn er leerlingenpanels, nu vooral in de Tweede Fase, met een adviserende en klankbordfunctie ten aanzien van het onderwijs in de Tweede Fase, zowel organisatorisch als inhoudelijk. De leerlingenenquêtes in de onderbouw worden structureel gebruikt in het systeem van kwaliteitszorg, tot en met functioneringsgesprekken toe. Ze zullen worden uitgebreid tot de hele school. De ouders hebben als belangrijkste contactpersoon de mentor en daarna de locatieleider. Er zijn voorlichtingsavonden en spreekavonden. Er is een nieuwsbrief en informatie via de website. Er is een klachtenregeling. Het management houdt jaarlijks een oudertevredenheidonderzoek.
7
3. De schooltijden en vakanties A. Het lesrooster Een goed lesrooster is belangrijk voor de hele organisatie. Om te zorgen voor een goede verdeling van bijvoorbeeld het huiswerk, worden de lessen zo goed mogelijk over de week gespreid. De schooltijden zijn van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 16.30 uur. Je kunt op deze tijden beter geen andere afspraken maken, ook niet waar het gaat om ‘bijbaantjes’ of bijvoorbeeld een sportclub. Je kunt als leerling tijdens deze schooltijden namelijk altijd op school worden verwacht! B. Schooltijden
Onderbouw (beide afdelingen – leerjaar 1 en 2) 08.10 - 09.00 09.00 - 09.50 10.10 – 11.00 11.00 – 11.50 12.20 – 13.10 13.10 – 14.00 14.00 – 14.50 14.50 – 15.40
Bovenbouw (beide afdelingen – leerjaar 3 en hoger 08.10 – 09.00 eerste lesuur 09.00 – 09.50 tweede lesuur 09.50 – 10.40 derde lesuur Pauze 11.00 – 11.50 vierde lesuur 11.50 – 12.40 vijfde lesuur Pauze 13.10 – 14.00 zesde lesuur 14.00 – 14.50 zevende lesuur 14.50 – 15.40 achtste lesuur 15.40 – 16.30 negende lesuur
eerste lesuur tweede lesuur Pauze derde lesuur vierde lesuur Pauze vijfde lesuur zesde lesuur zevende lesuur achtste lesuur
C. Het overblijven Je kunt je lunch in de voor jou aangewezen aula gebruiken. Ook tussenuren kun je daar doorbrengen. In de aula’s kun je broodjes, soep, gekoelde frisdranken en andere levensmiddelen kopen. Onderbouwleerlingen blijven op het schoolterrein en roken daar niet.
8
D. Vakanties Vakanties schooljaar 2008-2009 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede vrijdag / 2e Paasdag Meivakantie Hemelvaartsdag + vrijdag Pinkstervakantie Zomervakantie
ma. 13 oktober 2008 t/m vrij. 17 oktober 2008 ma. 22 december 2008 t/m vrij. 02 januari 2009 ma. 23 februari 2009 t/m vrij. 27 februari 2009 vrij. 10 april 2009 t/m ma. 13 april 2009 ma. 27 april 2009 t/m di. 05 mei 2009 do. 21 mei 2009 t/m vrij. 22 mei 2009 ma. 01 juni 2009 ma. 20 juli t/m vrij. 04 sept. 2009
Verlof bijzondere feestdagen Je kunt als leerling voor zowel het Suikerfeest als het Offerfeest maximaal 1 dag verlof krijgen. Ouders/verzorgers dienen dat minimaal een week van tevoren schriftelijk bij de absentencontroleur aan te vragen. De school houdt rekening met beide genoemde feesten, door op die dagen geen tentamens of andere voor leerlingen onmisbare activiteiten te plannen. Wanneer je meer dan 1 dag verlof aan wilt vragen, of wanneer je verlof wilt voor een ander feest dan de twee genoemde, omdat je als leerling plichten moet vervullen die voortvloeien uit je godsdienst of levensovertuiging, dienen je ouders/verzorgers minimaal een week van tevoren schriftelijk een verzoek in te dienen bij de ambtenaar Leerplichtzaken van de gemeente waar de leerling staat ingeschreven. ‘Buiten de schoolvakanties om mogen leerlingen niet van school wegblijven, bijvoorbeeld om op wintersport te gaan of om familie in het buitenland te bezoeken. Soms kunnen ouders/verzorgers vanwege hun werk per se niet weg in de zomervakantie. Zij werken bijvoorbeeld in de horeca. Alleen dan kunnen jongeren maximaal tien dagen per jaar extra vrij krijgen om met hen op vakantie te gaan. Bij het verzoek dient dan en verklaring van de werkgever meegestuurd te worden. Als dat maar niet valt in de eerste twee weken na de zomervakantie. Ook hiervoor moeten ouders eerst toestemming vragen aan de schoolleiding.’
4. Hoe we met elkaar omgaan "Respect voor elkaar en voor je omgeving" Overal waar mensen samen leven, moeten afspraken worden gemaakt over de manier waarop ze met elkaar omgaan. Zo ook op Het Scheldemond College. Regels zijn gebaseerd op wederzijds respect en zijn er verder voor de noodzakelijke rust in en om onze gebouwen. Voor iedereen gelden de regels van het huishoudelijk reglement van de school. Je wordt geacht de regels en afspraken te kennen. En, schoolregels zijn ook mediatheekregels! Van jou als leerling vragen we vooral aandacht voor de volgende ‘spelregels’.
9
A. De huisregels het Scheldemond College 2008 - 2009 De uitgangspunten HET SCHELDEMOND COLLEGE IS VAN ONS ALLEMAAL Je bent met iedereen samen verantwoordelijk voor de sfeer, de netheid van het terrein en het gebouw. OP TIJD IS OP TIJD Je houdt je aan afspraken daarover. EEN PRETTIGE EN GOEDE SCHOOL BEGINT BIJ JE ZELF Je doet wat je kunt, zo goed als mogelijk, roddelt en discrimineert niet en luistert naar de mensen om je heen. AFSPRAAK IS AFSPRAAK We maken redelijke afspraken. Je houdt je aan de gemaakte afspraken en doet wat je zegt. HET SCHELDEMOND COLLEGE IS VEILIG VOOR IEDEREEN Je blijft van de spullen van een ander af, scheldt en pest of bedreigt een ander niet.
10
Enkele belangrijke regels 1. Je behoort op tijd aanwezig te zijn. Ben je te laat, dan meld je je bij het Bureau Absentencontrole in het gebouw waar je dan les hebt. Daar hoor je direct of er een sanctie volgt. Je krijgt een briefje voor de docent. Alleen met dat briefje kun je tot de les worden toegelaten! 2. Je rijdt op het schoolterrein alleen op je (brom)fiets of scooter, wanneer dat verantwoord is. Wanneer een medewerker van de school je daartoe opdracht geeft, stap je af. 3. Zet je (brom)fiets altijd op slot. De school is niet aansprakelijk voor schade aan je (brom)fiets of scooter en/of vermissing ervan! 4. In de gebouwen, dus ook de mediatheek, mag je geen mutsen, petten of bandana’s dragen. Je mag op school geen kleding dragen, die door teksten of op een andere manier aanzet tot discriminatie, seksuele intimidatie en/of geweld. Het is verboden kleding te dragen die eigendommen van de school kunnen beschadigen, zoals bijvoorbeeld naaldhakken. 5. Je mag geen geluidsdragers, afstandsbedieningen en andere "lesverstorende" dingen gebruiken buiten de aula en de garderobe. Geluidsdragers en dergelijke bewaar je in je locker of houd je bij je in je tas. Laat ze niet in je jas zitten! Ze mogen in school nooit aan staan. Laserpennen zijn verboden. 6. Jassen/Jacks worden in de garderobe opgehangen of in je locker opgeborgen. De school is niet aansprakelijk voor vermissing en/of schade. 7. Mobiele telefoons mogen in de gebouwen, buiten de aula, niet aan staan. Het is verboden, zonder toestemming van de schoolleiding met je mobiele telefoon of anderszins, beeld- of geluidsopnamen te maken. Laat een mobiele telefoon nooit in je jaszak zitten! Tijdens schoolonderzoeken, eindexamens of andere toetsen mag je ze zelfs niet bij je hebben (lever ze dan tijdelijk in). Een medewerker van de school heeft het recht je telefoon af te nemen bij overtreding van deze regels. Je kunt de telefoon aan het einde van de lesdag (15.40 uur) terughalen. Daarbij kan een sanctie worden opgelegd. 8. In de schoolgebouwen mag je niet snoepen, behalve in de aula. Eten en drinken doe je alleen in de aula of buiten. MAAK ER GEEN ROMMEL VAN; RUIM ALTIJD ALLES OP! Je bent als leerling, samen met de anderen, verantwoordelijk voor de netheid van het gebouw. Je kunt daar door het personeel van de school (surveillanten, conciërges, etc.) op aangesproken worden. 9. Het in bezit hebben van of handelen in drugs en/of wapens is verboden. Bij overtreding zal de politie worden ingelicht en zal het bevoegd gezag mogelijk overgaan tot schorsing en/of verwijdering van school. Dit alles ter beoordeling van de rector. 10. De leerlingen van de eerste twee leerjaren mogen op school niet roken. De overige leerlingen mogen alleen op het plein, op de daarvoor aangewezen plaatsen roken. PEUKEN NIET OP DE GROND, MAAR IN DE SPECIALE AFVALBAKKEN!
11
11. Je mag een lokaal alleen in met toestemming van een docent of locatieleider. Hetzelfde geldt voor het verlaten van het lokaal. Als een docent 10 minuten na aanvang van de les er niet is, gaat één leerling uitzoeken wat er aan de hand is. De overige leerlingen gaan naar de aula en wachten op nadere instructies. Wanneer je zonder opdracht weggaat, word je beschouwd als spijbelaar. 12. Leerlingen die in pauzes of tijdens tussenuren het terrein van het Scheldemond College verlaten en buiten het terrein enige vorm van overlast veroorzaken, kunnen door de locatieleider een sanctie worden opgelegd. Die sanctie kan eruit bestaan, dat de leerling zich een bepaalde periode tijdens pauzes en tussenuren onder toezicht van de locatieleider stelt. Ook het onnodig door de gangen lopen is niet toegestaan. 13. Ziekte en/of andere reden van afwezigheid moet voor 09.00 uur door een van je ouders/verzorgers telefonisch aan het absentenkantoor van gebouw A of B worden doorgegeven. Wanneer je tijdens een tentamen afwezig bent, moet dat voor 08.00 uur door een van je ouders, je mentor of voogd worden gemeld. Verlofaanvragen (buiten de schoolvakanties) altijd schriftelijk, minimaal een week tevoren bij de locatieleider. 14. Wanneer je tijdens de lesuren de school wilt verlaten (bezoek arts, orthodontist, "ziek naar huis" e.d.) moet je je altijd eerst afmelden bij het absentenbureau. 15. Bij terugkeer van ziekte, moet je altijd een ondertekend briefje van een van je ouders/verzorgers, je mentor of voogd meenemen en inleveren op het absentenbureau. 16. Mis je door ziekte of andere geldige reden een toets/schoolonderzoek, dan maak je zo snel mogelijk, uiterlijk de eerst volgende les een afspraak met de betreffende docent om deze in te halen. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat je eindcijfer niet kan worden vastgesteld. Je kunt dan als sanctie ook het cijfer 1,0 krijgen toegewezen voor het betreffend tentamen! Bij gedeeltelijke afwezigheid op de dag van een schoolexamen mag er diezelfde dag niet deelgenomen worden aan dat schoolexamen. Dit ter beoordeling van de betreffende locatieleiders. Wanneer een leerling het met een besluit in deze van de locatieleider niet eens is, heeft hij of zij de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen bij de voorzitter van de examencommissie, zijnde de rector van de school. 17. Tijdens toetsen (en/of bij werkstukken) zijn fraude en ongeoorloofd verzuim verboden! Er zal altijd een sanctie volgen na overleg tussen de docent en de locatieleider. 18. Verwijdering uit de les is een ernstige zaak. Er zijn twee vormen: 1. de 10 minuten verwijdering 2. de definitieve verwijdering. Je moet dan een verwijderingformulier ophalen bij het Bureau Absentencontrole, invullen en inleveren bij de docent na afloop van de les. Je ouders/verzorgers worden door de docent op de hoogte gesteld. De gemiste les wordt dezelfde week (liefst dezelfde dag) door opdrachten of op een andere manier ingehaald. Daarnaast kunnen aanvullende sancties worden opgelegd.
12
19. De lift mag je alleen gebruiken met toestemming van de conciërge of het Hoofd Facilitaire Dienst. 20. Na de lessen ga je naar huis of naar de mediatheek, tenzij je onder begeleiding van een docent of een andere medewerker van de school activiteiten in de school verricht zoals het inhalen van achterstallig schoolwerk of het uitvoeren van een straf. Je blijft niet rondhangen"’ in (de buurt van) de school of bij het winkelcentrum. 21. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor eigendommen van leerlingen. Dat geldt ook voor de kleedkamers bij de gymzalen. De rector heeft altijd het recht een locker te laten openen. 22. Bij diefstal en/of ernstige overtredingen wordt altijd aangifte bij de politie gedaan. 23. Haal geen buitenstaanders naar school. 24. Lees altijd de monitor voordat je naar huis gaat! Deze huisregels zijn van kracht met ingang van augustus 2008. B. Lesuitval en opvang tijdens lesuitval Het voorkomen van lesuitval is belangrijk voor ons allemaal. Bij het organiseren van vergaderingen en dergelijke proberen we daarmee zoveel mogelijk rekening te houden. Waar toch lesuitval ontstaat, bijvoorbeeld door ziekte van een docent, worden de leerlingen van klas 1 en 2 in principe onder toezicht aan het werk gezet met studieopdrachten of (incidenteel) met een trainingspakket voor algemene vaardigheid in ICT. Ook worden onderwijsassistenten ingezet. Het Scheldemond College slaagt er in lesuitval in belangrijke mate terug te dringen en te voorkomen! C. 18 jaar! Informeren wij jou of de ouders? Op je 18e jaar ben je voor de wet volwassen. Tot die leeftijd wordt alle informatie van het Scheldemond College naar je ouders of verzorgers gestuurd. Maar, nadat je als 18+ leerling schriftelijk aan de locatieleider hebt verzocht zelf te worden geïnformeerd, zal de school daar, met medeweten van je ouders, voor zorgen. Indien de leerplicht niet meer van toepassing is kan het bevoegd gezag bij structureel te laat komen of spijbelen het besluit nemen een procedure te starten om de betreffende leerling van school te verwijderen. Deze procedure staat beschreven in de Leerplichtwet en is bij de administratie op te vragen. In de procedure kan de leerling uitgesloten worden van (verdere) deelname van het examen. D. De gebouwen en de schoolindeling Dankzij twee moderne, er nog steeds als nieuw uitziende gebouwen, is het Scheldemond College prachtig gehuisvest. Natuurlijk zijn we één school, maar voor een duidelijke routeaanduiding zijn we gewend om, als het gaat over het Weyevlietplein, over GEBOUW A en GEBOUW B te praten.
13
E. De Kwaliteitskaart De Inspectie voor het Voortgezet Onderwijs heeft een Kwaliteitskaart ontwikkeld waarmee ouders/verzorgers scholen onderling kunnen vergelijken. Deze Kwaliteitskaart kun je bekijken op internet onder: www.kwaliteitskaart.nl.
5. Het onderwijs op het Scheldemond College A. De leerling en zijn totale ontwikkeling centraal Het Scheldemond College is natuurlijk in de eerste plaats ‘een school’. Dat betekent dat we je goed onderwijs geven en goed begeleiden. Wij gaan er daarbij van uit dat je als mensverantwoordelijk bent voor je eigen handelen. Het Scheldemond College houdt daarbij rekening met je mogelijkheden en streeft ernaar jou zo goed mogelijk te begeleiden op je weg naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Het overbrengen van kennis, cultuurbegrip en intellectuele bagage is dus niet ons enige doel. Wij vinden ook een praktische houding, je sociale vaardigheden, je creatieve en emotionele ontwikkeling belangrijk. Daarom krijg je een gevarieerd aanbod van activiteiten buiten de lessen om. B. De structuur van de school 1. Twee afdelingen De school heeft twee afdelingen: de afdeling VWO-HAVO en de afdeling MAVOVMBO. Bij de afdeling MAVO - VMBO hoort het Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) . De afdeling VWO-HAVO (inclusief de MH 1 klas) heeft haar meeste lessen in gebouw A, de afdeling MAVO-VMBO in gebouw B. 2. Van brugklas tot examen Leerjaar 1. 2. 3. 4. 5. 6. BM MH HV B MK
= = = = =
Afdeling VMBO
Afdeling HAVO/VWO
BM, B, MK B, K, M B, K, T
MH, HV, VWO+ H, V H, V H, V H, V V
brugklas VMBO Basis – MAVO brugklas MAVO/HAVO brugklas VWO-HAVO tweede leerjaar VMBO Basisstroom tweede leerjaar MAVO- VMBO Kaderstroom
Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) wordt in principe in het MAVO-VMBO in alle leerjaren en leerstromen aangeboden.
14
In het eerste en het tweede leerjaren in klas 3 zijn er in alle leerstromen speciale sportklassen.
De instroommogelijkheden WO VWO
6
HBO HAVO 5
MBO VMBO b
VMBO k
VMBO t
VMBO b
VMBO k
MAVO
VMBO b VMBO bm
4
3 HAVO
VWO+ Klassieke talen
MK MAVO/HAVO
VWO/ HAVO
2
VWO+ 1
Scheldemond 2007
3. Toelatingscriteria en plaatsing Instroommogelijkheden (beide afdelingen) Om zoveel mogelijk recht te doen aan de individuele capaciteiten van leerlingen, kent het Scheldemond College vier verschillende instroommogelijkheden in de eerste klas: A.
Afdeling MAVO- VMBO: • VMBO B/M (VMBO), inclusief LWOO
B.
Afdeling VWO-HAVO: • MAVO/HAVO • VWO-HAVO • VWO +
Toelating (beide afdelingen) Op welk niveau een eerste klas leerling start, wordt bepaald door het advies van de basisschool en de resultaten van de Cito-toets of AOB-test. Naast het advies van de basisschool is een testadvies verplicht. Een onafhankelijke toelatingscommissie bepaalt in welke richting een leerling wordt geplaatst. Bij twijfel, bijvoorbeeld als het advies van de basisschool en de test elkaar tegenspreken, kan een onafhankelijke test worden afgenomen. Het resultaat is bindend voor alle scholen voor voortgezet onderwijs op Walcheren.
15
Sportklassen (beide afdelingen) Als leerlingen in aanmerking willen komen voor de sportklassen moeten zij een toelatingstest doen en hebben zij een intake gesprek met onze LO docenten. Op basis daarvan wordt wel of niet positief besloten. Leerwegondersteunend onderwijs (afdeling MAVO-VMBO) Het Scheldemond College heeft haar LWOO geïndiceerde leerlingen zo veel mogelijk heterogeen geplaatst in kleine VMBO BM 1 klassen. Alle leerlingen krijgen zo aan de ene kant een zo groot mogelijke kans hun talenten te ontwikkelen en een diploma te halen. Aan de andere kant profiteren alle leerlingen, ook de nietgeïndiceerde, van de zorg en begeleiding die leerwegondersteuning geeft. Ook leerlingen met een indicatie LWOO kunnen geplaatst worden in sportklassen, mits ze aan de voorwaarden voldoen. In deze sportklas kan, bij grote belangstelling, de groepering van de leerlingen homogeen zijn. De school doet echter in alle gevallen, ook in deze sportklas, haar uiterste best te zorgen voor de individuele zorg en begeleiding die leerlingen nodig hebben. Overige bepalingen (beide afdelingen) Het Scheldemond College vindt, naast aantoonbare studie- en testresultaten, ook de aanleg en belangstelling van de leerling en de wensen van ouders belangrijk. Leerlingen die tijdens het studiejaar worden aangemeld, worden in principe op hetzelfde niveau geplaatst als op hun vorige school. Ook hierbij beslist echter de toelatingscommissie. Bij hoge uitzondering worden leerlingen op contractbasis of op basis van detachering op onze school toegelaten. 4. De aanmelding Beide afdelingen De aanmelding voor de brugklas van onze school verloopt over het algemeen via de basisschool. Aanmeldingsformulieren van onze school zijn op alle basisscholen verkrijgbaar. Rechtstreekse aanmelding is ook mogelijk. De aanmelding voor de andere klassen van onze school loopt via de locatieleider. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de administratie. Leerwegondersteunend onderwijs (afdeling VMBO) Na aanmelding van een LWOO leerling op het Scheldemond College wordt er een dossier samengesteld en wordt de plaatsing van de leerling in het LWOO aangevraagd bij de Regionale Verwijzing Commissie (de RVC). Deze commissie dient de plaatsing wettelijk goed te keuren. Na deze toestemming krijgt de leerling in het MAVO-VMBO leerwegondersteuning: optimale individuele zorg en begeleiding.
16
Aangezien het hele traject van aanmelding tot plaatsing tijdrovend is, is het verstandig uw kind zo snel mogelijk aan te melden, maar uiterlijk 1 maart. C. Onderwijsaanbod en onderwijstijd 1. De eerste twee leerjaren (beide afdelingen) Alle leerlingen van de school volgen een aantal vakken verplicht. Door middel van deze vakken, maar ook door projectonderwijs, keuzewerktijd, flexuren en activiteiten buiten de lessen om, bieden we alle leerlingen een goede basis voor hun totale ontwikkeling. De ‘totale ontwikkeling’ wil zeggen: cognitief, sociaal-emotioneel, lichamelijk, cultureel en maatschappelijk. Ook de ontwikkeling van een eigen individueel ‘patroon’ van waarden en normen vinden we belangrijk. Tot voor kort spraken we over ‘de Basisvorming’. Nu over de onderbouw. Hoewel de wettelijke uitgangspunten niet meer gelden zoals enige jaren terug, vinden we een aantal uitgangspunten van de Basisvorming nog steeds belangrijk: •
• • • • •
alle leerlingen krijgen drie jaar lang tenminste 32* uur per week onderwijs in vakken die een basis geven in weten, begrijpen, kunnen en doen als eerste stap op weg naar het behalen van een diploma VMBO, MAVO, HAVO of VWO, of certificaten daarvan de leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig de leerling leert samen met anderen de leerling leert in samenhang de leerling oriënteert zich op zichzelf en zijn toekomst de leerling leert in een uitdagende en veilige leeromgeving
Leerlingen in beide afdelingen hebben in ieder geval de volgende vakken: • • • • • •
Nederlands Engels Frans en/of Duits Geschiedenis Aardrijkskunde Wiskunde
• • • • • •
Lichamelijke opvoeding Economie Flexuren Natuurscheikunde Culturele en Kunstzinnige Vorming Biologie
*32 Uur is het wettelijke minimum. Het Scheldemond College biedt echter iedere leerling in de onderbouw een extra flexuur, om extra begeleiding en kwaliteit te kunnen geven. Daarmee biedt de school leerlingen in haar planning ook de vereiste onderwijstijd per jaar. 2. De brugklassen Onderwijs op maat (beide afdelingen) De naam zegt het al: de brugklas vormt een ‘brug’ tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs. De brugklassen worden zo veel mogelijk aan de hand van het advies van de basisschool en Cito-toets of AOB-test samengesteld. Zo wordt het mogelijk vanaf de start optimale aandacht te besteden aan plaatsing in een van de vier leerstromen in klas 2: VMBOb (inclusief LWOO), VMBOmk, / HAVO, VWO .
17
Het Scheldemond College biedt onderwijs en zorg op maat. Dat dit geen loze kreet is, mag blijken uit het feit dat het Scheldemond College al in 2003 is gestart met de invoering van LWOO, sportklassen en Vwo +. Iedere leerling komt zo op zijn of haar plek! Sportklassen (beide afdelingen) De sportklassen zijn bedoeld voor die leerlingen die gek zijn op sporten , een redelijke bewegingsvaardigheid en een goede sportieve instelling hebben. Je hoeft dus geen topsporter te zijn. Natuurlijk zijn goede sportprestaties wel van belang, maar vaardigheden als samenwerken, organiseren, elkaar helpen, etc. zijn minstens zo belangrijk. Flexuren (beide afdelingen) In alle leerstromen hebben de leerlingen een aantal flexuren. Deze uren zijn de leerlingen onder goede begeleiding van vakdocenten en/of onderwijsassistenten bezig met projecten, Technasium, krijgen ze bijles, remedial teaching, enzovoort., kortom: onderwijs op maat. De manier en de mate van begeleiding sluit aan bij de leerling en is zo afhankelijk van de leerstroom. Iedere leerling ontwikkelt die competenties, die hij of zij nodig heeft in de vervolgopleiding.! Levensbeschouwelijke vorming (beide afdelingen) Het Scheldemond College vindt het als school voor Openbaar Onderwijs belangrijk, dat iedere leerling een eigen identiteit ontwikkelt met een goede plek daarin voor de democratische waarden en normen van onze Nederlandse samenleving. Vanuit respect voor elkaar en voor de omgeving hebben we modules Levensbeschouwelijke Vorming ontwikkeld. Onze uitgangspunten als openbare school komen daarin naar voren. Deze ontwikkeling hoort in onze visie bij de totale ontwikkeling van onze leerlingen. Advies (beide afdelingen) In de loop van het eerste leerjaar wordt, in nauw overleg tussen school, ouders/verzorgers en leerling een leerroute gevonden, waarbinnen de leerling zich maximaal kan ontwikkelen. Aan het eind van de brugklas brengt de school aan de ouders een bindend advies uit over de leerroute die de leerling in het tweede leerjaar zal volgen. Praktische Sectororiëntatie (afdeling VMBO) Leerlingen in het VMBO krijgen al vanaf de eerste klas dit vak (PSO). Ze oriënteren zich op de verschillende sectoren die er op de arbeidsmarkt en in het beroepsonderwijs zijn. Ze leren na te denken over en te reflecteren op zichzelf. Ze zijn actief en praktisch bezig. Het vak sluit zo goed aan op hun leerstijl.
18
VWO+ (afdeling VWO-HAVO) De Vwo + klas is bedoeld voor die Vwo leerlingen die graag iets extra’s willen doen. Leerlingen die iets meer kunnen en willen, krijgen op Het Scheldemond College de gelegenheid om binnen de lessentabel van 33 uur extra modules te doen. Die modules zijn ondergebracht onder de noemer flexuren (KeuzeWerkTijd). Twee uur per week kunnen de leerlingen kiezen uit een aantal modules, zoals: kijken naar kunst, drama, insectenonderzoek, retorica, filosofie, , enz. Op deze manier bieden we ook VWO leerlingen onderwijs en zorg op maat. 3. De tweede klassen Beide afdelingen Het tweede leerjaar heeft vier leerstromen: B, MK, HAVO en VWO . In dit leerjaar krijgen de leerlingen van het VWO onderwijs in de klassieke talen (Grieks en Latijn). Afdeling MAVO-VMBO Aan het eind van het leerjaar brengt de school een bindend advies uit aan de ouders en de leerling over de in het derde leerjaar te volgen leerweg en de verdere studie. Leerlingen maken in klas 2 nader kennis met drie sectoren van het VMBO: Techniek, Zorg & Welzijn en Economie en met het intersectorale programma Sport, Dienstverlening en Veiligheid. Ze doen dat mede in de verschillende praktijkafdelingen van het Scheldemond College, in gebouw B en in het Technum. 4. De leerwegen in de Afdeling MAVO-VMBO Het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) is een onderwijssoort waarin je vooral leert door ‘te doen’. Het leidt op voor diverse niveaus van de beroepsopleidende of beroepsbegeleidende leerwegen van het secundair beroepsonderwijs (het vroegere MBO). Het hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) leidt op voor het hoger beroepsonderwijs (HBO). Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO) leidt op voor het wetenschappelijk onderwijs (WO). Leerwegen Het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs is, de naam zegt het al, geen eindopleiding. Wanneer je na klas 2 in klas 3 verder gaat binnen het VMBO, word je zo goed mogelijk voorbereid op je vervolgopleiding. Het VMBO geeft je de route die het best bij jou past. Zo’n ‘route’ verschilt bij sommige vakken qua niveau en is vaak anders qua programma. Het Scheldemond College heeft drie routes, die we ‘leerwegen’ noemen: -
De Basisberoepsgerichte Leerweg De Kaderberoepsgerichte Leerweg De Theoretische Leerweg (alleen nog in klas 4)
19
Sectoren Net als bij het beroepsonderwijs zijn alle leerwegen van het VMBO ingedeeld in ‘sectoren’. Er zijn er vier: -
Techniek Zorg & Welzijn Economie Landbouw
In het VMBO krijg je onderwijs dat aansluit bij de door jou gekozen sector. Je volgt vakken waar je later in die sector echt iets aan hebt, op een manier die bij jou past en op je eigen niveau. Hoe ziet dat er voor iedere leerweg uit? 4.1 De Basisberoepsgerichte Leerweg ‘Leren door te doen’, daar draait het om. Je leert veel praktische vaardigheden, waaronder veel beroepsvaardigheden. Een stage is daarbij belangrijk. Naast de algemene en de in jouw sector verplichte vakken krijg je in klas 3 en in klas 4 een groot aantal uren les in een beroepsgericht programma. Deze leerweg sluit aan op niveau 2 van het secundair beroepsonderwijs, vooral het MBO. De meeste leerlingen kiezen daar voor een ‘beroepsbegeleidende leerweg’. Ze gaan daar ‘leren en werken’. LWOO (leerwegondersteunend onderwijs) Leerwegondersteunend onderwijs geeft extra steun bij de Leerwegen VMBO om een zo hoog mogelijk resultaat te bereiken. Dat kan zijn een diploma of zoveel mogelijk certificaten. Dat houdt een brede vorming in en in ieder geval een gemotiveerde leerling die tenminste een leuke schooltijd heeft. LWOO is zorg en begeleiding op maat, vooral binnen de Basisberoepsgerichte Leerweg maar, waar dat mogelijk is, ook op andere niveaus. Het Scheldemond College plaatst de leerlingen zo veel mogelijk in zogenaamde ‘heterogene’ groepen. Dat houdt in dat leerlingen met een LWOO indicatie geplaatst worden in een relatief kleine BM klas.. We doen er zo alles aan om ervoor te zorgen, dat iedere leerling binnen de Basisberoepsgerichte Leerweg bij instroom een zo groot mogelijke kans heeft op een diploma. ‘Daar gaan we voor’. 4.2 De Kaderberoepsgerichte Leerweg Ook hier zijn je vaardigheden belangrijk. Bij het beroepsgericht programma, waar je in beide leerjaren iedere week vele uren les in krijgt, moet je ook het ‘verrijkingsdeel’ doen. Daarin wordt veel van je zelfstandigheid en planning gevraagd. Ook de theorievakken krijg je echter op een hoog niveau. Deze leerweg sluit aan op niveau 3 en 4 van het secundair beroepsonderwijs. Dat is hetzelfde niveau als de Theoretische Leerweg en straks de MAVO. Alleen ons ‘MAVO-plus’ concept zal wat dat betreft in het MBO een meerwaarde bieden.
20
4.3 De Beroepsgerichte Programma’s De naam van de leerwegen verraadt het eigenlijk al een beetje. In de Basisberoepsgerichte Leerweg en de Kaderberoepsgerichte Leerweg moet je een beroepsgericht programma kiezen. Zo’n programma hoort bij een sector van het VMBO. Op Het Scheldemond College kun je voor het schooljaar 2009-2010 in klas 3 kiezen uit de volgende beroepsgerichte programma’s: -
In de sector Economie: Handel en Administratie In de sector Techniek: Metalektro In de sector Zorg & Welzijn: Zorg & Welzijn Breed Het intersectorale programma: Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SD&V)1
4.3.1 Sector Economie:
Handel en Administratie
Deze opleiding bereid je voor op een baan in de ‘kantoorsector’ en de ‘winkelpraktijk’. .Ze heeft dus twee kanten: - De administratieve kant: de secretariële (werken op een bank aan de balie) en de bedrijfsadministratieve (boekhouding bijv.). Elke onderneming of organisatie heeft een administratie en daarom administratieve medewerkers nodig. De computer staat daarbij centraal. In het beroepsgericht programma krijg je bedrijfsadministratie, kantoorpraktijk en tekstverwerken. - De winkelpraktijk: je leert hier allerhande zaken die je ook tegenkomt als je in een winkel aan de slag gaat: kassa bedienen, etaleren, klantencontact, verkoopgesprekken, artikelpresentaties, presentatie en promotie, boekhouden. Hieruit blijkt dat de opleiding dus veel breder is, dan alleen maar Administratie, dat we voorheen aanboden. Naast de algemene vakken krijg je binnen deze sector het vak Economie en het vak Wiskunde. Je volgt een aantal uren per week de volledige gang van zaken in een kantooradministratie en een winkel. De praktijk wordt daarbij zo goed mogelijk nagebootst. Enkele mogelijke beroepen zijn: algemeen administratief medewerker, bankemployé, verkoopchef, winkelbediende, etaleur, vertegenwoordiger en receptionist. De afdeling werkt met een methode, waarbij het gebruik van de computer centraal staat. Het moderne handel-administratielokaal is daar uitstekend voor toegerust. 4.3.2 Sector Techniek:
Technum
Voor het tweede achtereenvolgende schooljaar zullen onze techniekleerlingen als enige VMBO school in Zeeland volledig gebruik gaan maken van het nieuwe Technum. Het Technum staat voor hoogwaardig en modern technisch onderwijs. Onderwijs dat van meerwaarde is voor Zeeland. Door goed gemotiveerde en praktijkgeoriënteerde technici op te leiden kan worden voldaan aan een toenemende vraag van de markt naar vakmensen.
1
In het schooljaar 2008-2009 wordt ook het programma Bouwtechniek nog aangeboden in klas 3
21
Met de realisatie van het Technum, hét centrum voor techniek in Zeeland, worden hoge ambities werkelijkheid. Het Technum zal een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de technische sector in Zeeland en aan een positief imago van techniek. Niet alleen het Scheldemond College maakt gebruik van het Technum, ook de Hogeschool Zeeland, Vakwerk en ROC Zeeland benutten de uitstekende onderwijsfaciliteiten. Het Technum bevindt zich op 5 minuten (veilige) fietsafstand van de school. 4.3.3. 4.3.3 Sector Techniek:
Metalektro
Het Scheldemond College heeft een intrasectoraal beroepsgericht programma in de sector Techniek: Metalektro. De naam zegt het al. Het programma is een combinatie van de programma’s Metaal (Mechanische Technieken) en Elektrotechniek. Je krijgt binnen dit programma kennis en vaardigheden uit beide afdelingen aangeboden. Zo word je een ‘allround vakman’, die na het VMBO alle kanten op kan. Je leert precies en veilig werken, zowel zelfstandig als samenwerken. Metalektro is een programma vol ‘hoogwaardige technologie’, zoals dat zo mooi heet. De computer speelt een steeds grotere rol. Het biedt je tot slot een mooie kans om je definitieve keuze in de techniek nog even uit te stellen. Wiskunde en Natuurkunde zijn in deze sector verplichte vakken. 4.3.4 Sector Zorg en Welzijn:
Zorg en Welzijn Breed
Ook dit intersectorale programma biedt het Scheldemond College aan sinds vorig schooljaar. Hadden we in het verleden het afdelingsprogramma ‘Verzorging’, nu zijn daar ook modules ‘Uiterlijke verzorging’ bij gekomen, waardoor we spreken van Zorg en Welzijn Breed. Wanneer je voor Zorg en Welzijn Breed kiest, krijg je een opleiding die gericht is op het verzorgen van of zorgen voor mensen op lichamelijk en sociaalpsychisch gebied. Zowel voor jongens als meisjes zijn er beroepen als verpleegkundige, ziekenverzorgende, gezinsverzorgende, voedingsassistent en medewerker civiele en consumptieve diensten (van instellingskok tot hoofd civiele dienst van een instelling), klassenassistent en beroepen betreffende uiterlijke verzorging, kapper, pedicure en schoonheidsspecialiste. Je kunt ook werken in ziekenhuizen, verpleeghuizen, sport! bejaardenhuizen, conferentieoorden en restaurants/hotels, scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en gezinsvervangende tehuizen. Biologie is in deze sector een verplicht vak. Daarnaast maak je een keuze uit Wiskunde en Aardrijkskunde. 4.3.5 Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SD&V) (blz. 21) Deze vrij nieuwe opleiding in het VMBO (uniek op Walcheren) is onder meer een logisch vervolg op de sportklassen in de onderbouw. Het programma bevat onderdelen uit de sectoren Zorg & Welzijn en Economie en heet daarom een ‘intersectoraal programma’. Deze opleiding is bedoeld voor leerlingen die sociaal vaardig zijn, die het leuk vinden om anderen te helpen, die graag les en leiding willen geven en die niet bang zijn om voor een groep te staan. Ook leerlingen uit andere klassen dan de sportklassen zijn vaak erg enthousiast over dit programma.
22
We werken hierbij met het 3 SL concept (sport, service, security en leisure). Naast Sport, Dienstverlening en Veiligheid staat in dit concept ‘leisure’ voor het element toerisme en vrije tijd. Bij deze opleiding verwachten we dat leerlingen zelf actief aan de slag gaan, samen met andere leerlingen opdrachten uitvoeren en het resultaat daarvan presenteren. Je laat dus zien dat je een bepaalde klus tot een goed einde kunt brengen. Leerlingen die voor ‘sport’ kiezen gaan vaak naar de opleiding ‘Sport en Bewegen’ (CIOS), weer anderen gaan bijvoorbeeld naar Facilitaire Dienstverlening. Kies je voor de uniformberoepen (politie, brandweer, marechaussee, beveiliging, het leger) dan ga je bijvoorbeeld naar de opleiding ‘Vrede en Veiligheid’ op het ROC. Je kunt met deze opleiding ook heel goed terecht in de toeristenindustrie (recreatie). 4.4 De Theoretische Leerweg In deze leerweg (dit jaar alleen nog in klas 4) volg je geen beroepsgericht programma; je volgt alleen theorievakken. De leerweg is dus voor leerlingen met een meer theoretische leerstijl binnen het VMBO. Toch zijn juist hier je vaardigheden erg belangrijk. Je krijgt in klas 4 een paar grote opdrachten, die veel vragen van je zelfstandigheid en planning. Ook sluit de theoretische leerweg aan op de Tweede Fase van de HAVO. Je vakkenpakket hangt voor een groot deel af van de sector die je kiest. Omdat het daarbij alleen om theorievakken gaat, kun je kiezen voor alle vier de sectoren binnen het VMBO, inclusief Landbouw. 4.5 De MAVO Het Scheldemond College start dit schooljaar met de MAVO in klas 1 (BM en MH), klas 2 (klas MK) en in klas 3 (M). In klas 4 blijft het nog 1 jaar VMBO T. Dit laatste vanwege het feit dat dit cohort leerlingen al in klas 3 gewerkt heeft aan de schoolexamens van VMBO T en dat gaat door in klas 4. De MAVO op het Scheldemond College is een studierichting voor leerlingen met een theoretische leerstijl, cognitief op het hoogste niveau van het VMBO. De MAVO onderscheidt zich van dat VMBO, doordat het ‘algemeen vormend onderwijs’ biedt, net als de HAVO dat op het naastliggend hogere niveau doet. De MAVO is echter meer dan de ‘oude MAVO’ van voor de invoering van het VMBO, omdat de positieve verworvenheden van het VMBO volledig behouden blijven. Het Scheldemond College noemt dit concept dan ook ‘meer dan MAVO’: MAVO plus. MAVO plus: inhoud De ‘plus’ is er, gerelateerd aan het verleden. Ze is er ook, gerelateerd aan het ‘heden’, in twee aspecten: de inhoud van het programma en het niveau daarvan. De school zal MAVO plus dusdanig inrichten, dat niet alleen de doorstroming naar de HAVO wordt verbeterd, maar binnen het ROC eveneens een snellere doorstroming, tijdwinst mogelijk is of dat er ruimte ontstaat voor extra (praktijk)modules. Dit ‘MAVO+ concept’ wil de school in overleg met ROC Zeeland realiseren. Leerlingen binnen MAVO plus krijgen de keuze uit twee varianten, ieder met eigen modules. Ten aanzien van de doorstroming naar de HAVO gaat het om verbetering van inhoud van de aansluitmodules en van de organisatie van het aanleren daarvan. Mogelijk dat er ook een zevende vak wordt aangeboden. Ten aanzien van de doorstroming naar en binnen het MBO zou het kunnen gaan om de realisatie van modules waarbij
23
de leerlingen een betere aansluiting en slaagkans krijgen. Ook is het mogelijk dat leerlingen specifieke modules doen, zodat ze zich beter voorbereiden op de stap naar het MBO, dat zouden zowel theoretische als praktische modules kunnen zijn. Juist voor MAVO leerlingen zou wat extra praktijk (op het MBO) een betere voorbereiding geven op hun toekomst en het zou ook het keuzeproces (welke opleiding kies ik in het MBO) voor deze leerlingen kunnen verbeteren. MAVO plus: niveau Het MAVO+ profiel zal zich van de MAVO moeten onderscheiden door het aanspreken van de leerling op een hoger niveau, zowel cognitief, qua attitude (zelfwerkzaamheid, discipline) en specifieke studievaardigheden en door het realiseren van verrijking- en verdiepingsstof binnen het programma (differentiatie naar niveau, tempo en belangstelling, ook in toetsing). Determinatie en selectie vinden plaats op grond van vooral leerresultaten en attitude. MAVO plus gepositioneerd Het MAVO+ profiel is bestemd voor de betere MAVO-leerling. In principe heeft de school echter als doel, zoveel mogelijk leerlingen met dit niveau en deze leerstijl door te geleiden naar MAVO plus, gelet op de kansen die dit traject leerlingen biedt. De reguliere MAVO (Theoretische Leerweg) en Kaderberoepsgerichte Leerweg onderscheiden zich als gezegd niet primair door niveau, maar door leerstijl en geven dezelfde doorstromingsrechten binnen het MBO. Het determinatieproces in de onderbouw moet hierop goed zijn afgestemd.
6. Het onderwijs in de afdeling VWO - HAVO Zowel HAVO als VWO zijn gericht op het behalen van een zo goed mogelijke kwalificatie voor het vervolgonderwijs, respectievelijk het HBO (Hoger Beroepsonderwijs) en het WO (Wetenschappelijk Onderwijs). Binnen beide opleidingen wordt gestreefd naar een doorlopende leerlijn. Die ‘lijn’ zit in de opleidingen waar het gaat om de onderwijsinhoud, de ontwikkeling van voor het vervolgonderwijs essentiële competenties, maar ook wat betreft de zorg en begeleiding. 6.1 De nieuwe Tweede Fase Vorig schooljaar ging de nieuwe Tweede Fase van start. Dat houdt o.a. in dat de zogenaamde deelvakken zijn afgeschaft en dat er een herijking heeft plaatsgevonden van het vakkenaanbod. Het voert in dit kader te ver om alle aanpassingen hier weer te geven. Leerlingen en ouders die hier mee te maken krijgen worden uitvoerig voorgelicht op speciaal daarvoor bestemde momenten. Profielen In de Tweede Fase zijn er samenhangende, doorstroom relevante vakkenpakketten, die helemaal passen in die eerder genoemde ‘doorlopende leerlijn’. Centraal staan daarmee de vier profielen: •
Cultuur en Maatschappij
24
• • •
Economie en Maatschappij Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid
6.2 Technasium Ook dit schooljaar starten we in klas 1 van het Scheldemond College met modules onder de noemer Technasium. Samen met zes andere scholen in Zeeland en West Brabant ontwikkelt het Scheldemond College een tweetal modules die aan alle V/H brugklassen zullen worden aangeboden. Het Technasium is een landelijke ontwikkeling, die een impuls wil geven aan de exacte profielen binnen havo en vwo en een bijdrage wil leveren aan het voorbereiden van kenniswerkers voor onze kenniseconomie. Daartoe wordt gekozen voor projectmatig leren als onderwijskundig concept, waarbij een sterke koppeling met het beroepenveld voorwaarde is om op realistische wijze kennis te maken met de echte wereld. 6.3 HAVO De afdeling HAVO omvat in de bovenbouw de leerjaren 3, 4 en 5, waarin je wordt opgeleid voor het hoger beroepsonderwijs. In het derde leerjaar maak je de keuze voor het profiel waarin je examen aflegt. 6.4 VWO De afdeling VWO omvat in de bovenbouw de leerjaren 3, 4, 5 en 6, waarin je wordt opgeleid voor het Wetenschappelijk Onderwijs. Doorstroming naar het Hoger Beroepsonderwijs is mogelijk. In het derde leerjaar maak je de keuze voor het stroomprofiel. In het 4e leerjaar maak je de definitieve keuze voor het profiel, waarin je examen aflegt. D. Vakkenpakketten/profielen: de keuzemogelijkheden 1. Algemeen Voor alle afdelingen in de bovenbouw zijn de vakken Nederlands en Engels verplicht. Bij de keuzemogelijkheden die leerlingen in het VMBO hebben gelden een paar beperkingen. Die zijn vooral roostertechnisch. De school kan verder voor alle schooltypes altijd besluiten om, wanneer een vak niet of nauwelijks gekozen wordt, of om roostertechnische redenen dat vak niet aan te bieden. In de afdeling VWO-HAVO kiezen de leerlingen - als voorbereiding op hun voort te zetten opleiding - een profiel, waarmee zij de Tweede Fase ingaan. Ook hier geldt het bovengenoemde voorbehoud ten aanzien van rooster- of organisatieproblemen. 2. Afdeling VMBO De school geeft je uiterlijk in de maand mei van het tweede leerjaar een bindend advies voor een leerweg. Van dat advies wordt in principe niet afgeweken. De resterende periode van het leerjaar werkt de leerling voor de overgang naar klas 3. Je kiest een sector en maakt, indien van toepassing, een keuze uit een paar vakken binnen die sector. Daarnaast kies je met een advies Basisberoepsgerichte of
25
Kaderberoepsgerichte Leerweg een beroepsgericht programma. Je volgt binnen de MAVO in klas 3 een paar vakken waarin je geen examen doet. Je bepaalt aan het einde van klas 3 welke vakken je ‘laat vallen’. 3. Afdeling VWO-HAVO HAVO In het vierde en vijfde leerjaar volg je de lessen in het door jou gekozen profiel in de Tweede Fase. Het curriculum moet minimaal 3200 studielasturen omvatten. VWO In het vierde, vijfde en zesde leerjaar volg je o.a. de lessen in het door jou gekozen profiel in de Tweede Fase. Het curriculum moet minstens 4800 studielasturen bevatten. Extra vakken In de Tweede Fase mag je, als je het aankunt, de studielast overschrijden. Mentor, decaan, intern begeleider en locatieleider samen zorgen er, in goed overleg met jou, voor dat je niet voor een te grote studielast of ongewenste vakkencombinatie kiest. Keuzebeperkingen In principe kun je in de Tweede Fase uit alle vakken van het vrije deel kiezen, zolang er geen bezwaren van roostertechnische of organisatorische aard bestaan. E. Vakkenpakketten/profielen: de procedure 1. Algemeen Bij het samenstellen van vakkenpakketten en profielen worden de leerlingen begeleid door de decanen. Zij zien erop toe dat: a) leerlingen een pakket/profiel kiezen dat hen in staat zal stellen tot de gewenste studierichting of opleiding toegelaten te worden; b) pakketten/profielen voldoen aan de schoolwettelijke eisen. In de maanden maart en april kiezen de leerlingen een pakket of studieprofiel. Voorafgaand daaraan ontvangen zij en hun ouders/verzorgers een schriftelijk overzicht van het advies dat vakdocenten onafhankelijk van elkaar hebben gegeven. 2. Afdeling MAVO- VMBO Na het volgen van een programma praktische sectororiëntatie (PSO) in klas 1 en 2 en het kennismaken met de mogelijkheden die de afdelingen bieden, kiest de leerling aan het eind van het tweede leerjaar in overleg met de ouders voor een sector met een opleiding die twee jaar duurt. De leerling doet dat binnen de leerweg die de school aangeeft. 3. Afdeling VWO-HAVO
26
HAVO In het derde leerjaar moet voor 1 april opgegeven worden welk profiel en welke keuzevakken en/of modulen de leerling in de Tweede Fase zal gaan volgen. VWO In het derde leerjaar moet voor 1 april opgegeven worden welke richting, welke keuzevakken en/of modulen de leerling in de Tweede Fase zal gaan volgen. F. Wijzigingen in keuze vakkenpakket/profiel 1. Algemeen Na 1 mei is wijziging in de gekozen pakketten en profielen alleen nog mogelijk als dat geen problemen voor roosters of organisatie geeft. De locatieleider beslist daarover. 2. Afdeling MAVO - VMBO Binnen de leerwegen VMBO zijn in klas 3 en 4 in principe geen wijzigingen meer mogelijk. De programma’s zijn twee jaar ‘doorlopend’. Tentamens beginnen in periode twee van klas 3. Leerlingen van de MAVO laten aan het eind van klas 3 wel vakken ‘vallen’. 3. Afdeling VWO-HAVO Tot de kerstvakantie van het vierde leerjaar kan een leerling verandering in zijn pakket aanbrengen. Er mogen daarbij geen problemen van roostertechnische en/of organisatorische aard optreden. G. Doorstroming naar een volgende opleiding 1. MAVO - VMBO Verbetering van leerwegkeuze is in het VMBO niet mogelijk. 2. Theoretische Leerweg - HAVO Bezitters van het VMBO diploma Theoretische Leerweg (en straks MAVO) kunnen worden toegelaten tot 4-HAVO als: a) b) c) d)
er sprake is van een normale schoolloopbaan (d.w.z. in vier jaar is het diploma behaald) er geen signalen zijn, die wijzen op disfunctioneren (onbehoorlijk gedrag, duidelijk gebrek aan inzet, belangstelling, motivatie of slecht lesbezoek); de leerling bereid en in staat is een extra inspanning te leveren om onderwijsinhoudelijke aansluiting te realiseren de leerling voldoet aan de in het Reglement van Toetsing, Bevordering en Plaatsing geformuleerde eisen
27
3. Doorstroming HAVO-VWO Bezitters van een HAVO diploma worden tot 5-VWO toegelaten als: a) b)
er sprake is van een normale schoolloopbaan (d.w.z. in vijf jaar het HAVO diploma behaald; er geen signalen zijn, die wijzen op disfunctioneren (onbehoorlijk gedrag, duidelijk gebrek aan inzet, belangstelling, motivatie of slecht lesbezoek).
De toelatingscommissie kan leerlingen die niet voldoen aan de genoemde voorwaarden bespreken. Indien het onder b) gestelde van toepassing is zal van de leerling een rapport worden opgesteld door de interne begeleider van de afleverende afdeling. H. Vrijstelling lichamelijke opvoeding (beide afdelingen) Het management kan leerlingen vrijstellen van het onderwijs in lichamelijke opvoeding, mits zij een medische verklaring overleggen, waaruit blijkt dat zij lichamelijk ongeschikt zijn dit onderwijs te volgen. Mocht de huisarts weigeren een dergelijke verklaring af te geven, dan kunnen de ouders of verzorgers van de betrokken leerling het management van de school verzoeken een aanvraag tot keuring in te dienen. Afdeling MAVO- VMBO In het VMBO en de MAVO is Lichamelijke Opvoeding een verplicht examenvak. Leerlingen die niet aan de reguliere exameneisen (kunnen) voldoen, dienen vervangende opdrachten uit te voeren. I . Schoolonderzoeken en examens (beide afdelingen) Het eindexamen kent twee onderdelen per vak: het Schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE). In het MAVO- VMBO is dat twee jaar, in de Tweede Fase, voor HAVO leerlingen eveneens 2 jaar en voor VWO leerlingen omvat het 3 jaar. Er worden overal verschillende schoolexamens afgenomen. Het CSE (1e tijdvak) vindt plaats in de maand mei van het laatste schooljaar. Iedere leerling mag 1 vak herkansen en deze herkansing vindt plaats in juni (2e tijdvak). Aan het begin van het schooljaar, voor 1 oktober, ontvangen de kandidaten die eindexamen gaan doen het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) en het Eindexamenreglement.
28
I. Lessentabellen
Lessentabel 2008-2009 klas 1 Vak
BM
S
MH
S
HV
S
V+
S
Nederlands Engels Wiskunde Geschiedenis Aardrijkskunde
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
4 3 4 2 2
Lich. Opvoeding CKV - tekenen CKV - muziek CKV Techniek Biologie
3 0 0 3 2 2
6 0 0 2 2 2
3
6
3
5
3
5
3 2 2
2
3
2
3
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
2
2
4
4
4
4
1 2
1 2
1 2
2
1 2
2
33
33
33
33
33
33
Scheikunde Frans Duits Klassieke talen
PSO Flexuren
3 3
2 2
Mentor Z - uren
2
2
TOTAAL
33
33
1 uurs vakken worden geperiodiseerd (indien mogelijk)
29
L e s s e n ta b e l 2 0 0 8 -2 0 0 9 2 e k la s Vak N e d e rla n d s E n g e ls W is k u n d e G e s c h ie d e n is A a rd rijk s k u n d e L ic h . O p v o e d in g CKV T e c h n ie k B io lo g ie N a tu u rs c h e ik u n d e S c h e ik u n d e F ra n s D u its Spaans K la s s ie k e ta le n L B /F ilo s
B 3 3 3 2 2 3 3 3 2 2
S 3 3 3 2 2 6 2 2 2 2
MK 4 3 3 2 2 3 3 2 2 2
S 4 3 3 2 2 6 2
H 4 3 3 2 2 3 2
S 4 3 3 2 2 5
V 3 2 3 2 2 3 2
S 3 2 3 2 2 5
2 2
2 2
2 2
2 2
2 2
3
3
3 3
3 3
2 ,5 2 ,5
2 ,5 2 ,5
4
4
E c o n o m ie P ro je c t
2
2
2
2
F le x u re n S tu d ie M e n to r Z - u re n C - u re n
2
2
1
1
2 1
1 1
1
1
TO TAAL
33
33
33
30
33
2
2
2
2
2
2
2
2
33
33
33
33
Lessentabel 2008-2009 klassen 3 M en 4 TL Nederlands Engels Maatschappijleer 1 CKV Lich. Opvoeding 1 LO 2 Wiskunde Economie Z uren Duits Biologie Natuurscheikunde 1 Natuurscheikunde 2 Geschiedenis Aardrijkskunde Mentoruur Totaal
klas 3 4 3 2 1 2 2 4 3 3 3 3 3 3 3 1 32
klas 4 4 4
2 2 4 4 4 4 4 4 4 3 3 30
In T4 kiest men naast de verplichte vakken, nog 4 andere vakken.
Het is mogelijk om een 7e vak te kiezen mits betaalbaar en roosterbaar. Dat betekent dat er dan 2 Z uren minder worden aangeboden.
31
Lessentabel 2008-2009 klassen 3 en 4 BL en KL Handel en Administratie Opleiding Nederlands Engels Maatschappijleer 1 CKV Lich. Opvoeding 1 Mentorur Wiskunde Economie H+A TOTAAL
BL
KL
klas 3 3 2 2 1 2 1 3 3
klas 4 3 3
klas 4 4 4
3 3
klas 3 4 3 2 1 2 1 4 3
15 32
16 30
12 32
12 30
2
2 4 4
"Administratief wordt Techniek Breed ingevoerd, zonder enige consequenties voor lessentabellen"
Lessentabel 2008-2009 klassen 3 en 4 BL en KL METALELEKTRO Opleiding
BL
KL
klas 3 3 2 2 1 2 1 3 3
klas 4 3 3
Metalektro TOTAAL
Nederlands Engels Maatschappijleer 1 CKV Lich. Opvoeding 1 Mentoruur Wiskunde Natuurscheikunde 1
klas 4 4 4
3 3
klas 3 4 3 2 1 2 1 4 3
15
16
12
12
32
30
32
30
2
32
2 4 4
Lessentabel 2008-2009 klassen 3 en 4 BL en KL BOUWTECHNIEK Opleiding
BL
KL
klas 3 3 2 2 1 2 1 3 3
klas 4 3 3
Bouwtechniek TOTAAL
Nederlands Engels Maatschappijleer 1 CKV Lich. Opvoeding 1 mentoruur Wiskunde Natuurscheikunde 1
klas 4 4 4
3 3
klas 3 4 3 2 1 2 1 4 3
15
16
12
12
32
30
32
30
2
2 4 4
Lessentabel 2008-2009 klassen 3 en 4 BL en KL ZORG EN WELZIJN breed Opleiding BL klas 3 klas 4 Nederlands 3 3 Engels 2 3 Maatschappijleer 1 2 CKV 1 Lich. Opvoeding 1 2 2 mentoruur 1 Biologie 3 3 Wiskunde 3 3 Aardrijkskunde ** ** Zorg en Welzijn breed 15 16 TOTAAL
32
KL
30
klas 3 4 3 2 1 2 1 3 4 ** 12
klas 4 4 4
32
30
2 4 4 ** 12
keuze Wiskunde of Aardrijkskunde
Lessentabel 2008-2009 klassen 3 en 4 BL en KL Sport, Dienstverlening en Veiligheid Opleiding BL klas 3 klas 4 Nederlands 3 3 Engels 2 3 Maatschappijleer 1 2 CKV 1 Lich. Opvoeding 1 2 2 Biologie 3 3 Wiskunde Economie 3 3 SDV 15 16 Mentoruur 1 TOTAAL 32 30
33
KL klas 3 4 3 2 1 2 3
klas 4 3 2
3 13 1 32
4 15
2 3
30
Lessentabel 2008-2009 3e klas HAVO en VWO Vak Nederlands Latijn Frans Duits Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Biologie Economie CKV
HAVO 3 3 3 3 2 2 3 3 2 1 3 2
VWO 3 0/3 3 3 3 2/1 2/1 3 3 2 1 2 2
Z-uren Lich. Opvoeding LO-2 Totaal
2 1
2 1 2
34
33/34
LO 2 i.p.v. CKV. 1 uurs vak (gs/ak) indien mogelijk geperiodiseerd.
34
Bovenbouw: VWO 6 Gemeenschappelijk deel Vak Nederlands Engels Frans 1 Duits 1 Geschiedenis ANW Maatsch.leer CKV1/KCV Lich. Opvoeding
HAVO 4
HAVO 5
VWO 4
VWO 5
VWO 6 3 3
1 Vakken aangeboden via de C-band
Profieldeel CM Vak Frans 1.2 Duits 1.2 Geschiedenis Wiskunde A1 Economie 1 CKV2 CKV3M
HAVO 4
HAVO 5
VWO 4
VWO 5
VWO 6 3 3 3 2
HAVO 4
HAVO 5
VWO 4
VWO 5
VWO 6 3 3 3 3
HAVO 4
HAVO 5
VWO 4
VWO 5
VWO 6
Profieldeel EM Vak Economie 1.2 Wiskunde A1.2 Aardrijkskunde Geschiedenis
Profieldeel NG Vak Biologie Biologie 1.2 Natuurkunde 1 Scheikunde/Scheikunde 1 Wiskunde B1
3 2 2 3
Profieldeel NT Vak Natuurkunde 1.2 Scheikunde Scheikunde 1.2 Wiskunde B1.2
HAVO 4
HAVO 5
VWO 4
VWO 5
VWO 6 4 4 5
Vrije deel Vak M&O Economie 1 Biologie 1 BSM Latijn
HAVO 4
HAVO 5
VWO 4
VWO 5
VWO 6 3 2
5
35
Urenverdeling per vak (vanaf 2008) geldig voor H5 en V5.
Ne La Fr Du En Ak Gs Ml Ec M&O Ckv/kcv Na Sk Bi Anw Lo1 Lo2/ BSM WiA WiB Wi C Wi D
h4 h5 v4 v5 V6 z-uur 3 4 3 3 3 1 3 4 5 1 3 3 3 3 3 1 3 3 3 3 3 1 3 3 2 3 3 1 3 3 2 3 3 1 3 3 3 3 3 1 2 2 4 5 3 4 5 1 4 4 1 2 2 3 4 3 3 4 1 3 4 3 3 4 1 3 4 3 3 3 1 2 2 2 1 2 2 1 2 2 2 2 1 4 4
4 4
3 3 3
4 4 4 ?
5 5 4 ?
1 1 1
36
I
7. Samenwerkingsverband VO 7.1 OPDC Er wordt de leerlingen die extra onderwijszorg en aandacht nodig hebben, de mogelijkheid geboden les te volgen op de onderwijslocatie van het door het Samenwerkingsverband Walcheren in stand gehouden orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) Griffioen. Het gaat dan in principe om (een deel van) de onderbouw, de eerste twee leerjaren. In uitzonderlijke gevallen kan een leerling langer op het OPDC, aan de Griffioenstraat in Middelburg, les krijgen. Het Samenwerkingsverband Walcheren bestaat naast Scheldemond uit de CSW, Nehalennia SG en Praktijkschool Het Bolwerk, allen te Middelburg. Naast de leerlingen die op hun eigen school de extra begeleiding en zorg van hun eigen leraren en/of deskundigen van het OPDC krijgen, zijn er ook leerlingen die voor kortere of langere tijd de onderwijslocatie van het OPDC bezoeken. Meer informatie over het OPDC kunt u krijgen via de interne begeleider VMBO. Voor leerlingen die aangewezen zijn op het OPDC Griffioen, is een aparte schoolgids beschikbaar. 7.2 Rebound Het samenwerkingsverband heeft sinds oktober 2006 een reboundvoorziening, Dit is een gezamenlijke onderwijsvoorziening van de vier scholen, eveneens in de Griffioenstraat gelegen, een dislocatie van het Scheldemond College. Leerlingen kunnen hier in bijzondere situaties voor maximaal 12 lesweken door de school geplaatst worden. Het gaat dan om acute crisissituaties en andere gevallen waarin de school niet meer weet hoe ze met de leerling moet handelen. In de rebound volgt de leerling zo veel als praktisch gezien mogelijk is, het reguliere lesprogramma. Daarnaast wordt gekeken, wat het beste vervolg is voor de leerling. Uitgangspunt is terugplaatsing op het Scheldemond College, liefst ook in de eigen klas. Zo nodig wordt voor een alternatief vervolg gekozen. De ouders worden bij het Reboundtraject betrokken, evenals de mentor.
8. De Mediatheek 1. Algemeen Een eigentijdse school als het Scheldemond College biedt natuurlijk ruimte om zelfstandig te kunnen leren en werken. Maar zelfstandig werken wordt nog leuker als je dat met goede en up to date hulpmiddelen kunt doen. Het Scheldemond College en Openbare bibliotheek Vlissingen hebben daarom samen een moderne Mediatheek. Er is een grote collectie boeken en tijdschriften; maar ook mooie computerruimtes met meer dan 100 pc’s. Met de modernste cd-rom’s en aangesloten op Internet wordt de hele wereld in digitale vorm naar het Weyevlietplein gebracht. In onze mediatheek kunnen iedere schooldag van 08.10 tot 15.45 uur met in totaal zo’n honderd leerlingen tegelijk studeren, werken aan presentaties, zelfstandig
37
cursussen doen op cd-rom, bladeren in tijdschriften of kijken naar video’s. Tegen een (kleine) vergoeding kan men informatie downloaden, printen of scannen. Ook hier moet je je natuurlijk houden aan de schoolregels. De aula is voor lunch en gezelligheid; de mediatheek voor werken, studeren of zomaar wat lezen (er zijn folders, kranten, leuke tijdschriften en leuke software). De mediatheek is er in de eerste plaats ter ondersteuning van het onderwijs, daarna voor ontspanning. 2. Organisatie en begeleiding a)
De bibliotheek van Vlissingen en de school zijn samen verantwoordelijk voor het functioneren van de mediatheek.. De bibliotheekmedewerkers registreren de uit te lenen media, adviseren bij het zoeken naar oplossingen en wijzen de weg in het doolhof van informatiedragers. De school zorgt voor aanvullend toezicht van onderwijsassistenten. Naast deze medewerkers zullen vaak ook docenten aanwezig zijn voor onderwijsinhoudelijk advies en begeleiding.
b)
3. Studiemogelijkheden • • •
individueel of in groepjes in een werkkamer, die je vooraf moet reserveren; individueel of in tweetallen aan pc’s, die je vooraf moet bespreken ; in werkgroepjes in speciaal ingerichte kamers, die je ook weer vooraf moet reserveren.
De computers in de computerlokalen zijn aangesloten op de centrale computer van de mediatheek, zodat extra werkplekken voor de meest zelfstandige vorm van werken (bijv. uitwerken scripties) beschikbaar zijn. Na schooltijd, maar natuurlijk ook tijdens uitval- en tussenuren, is de mediatheek steeds ‘bemenst’ met enthousiaste medewerk(st)ers. We hopen je vaak welkom te heten!
38
9. Leerlingenbegeleiding A. Het mentoraat (beide afdelingen) 1. Algemeen Vanaf de kennismaking, nog voor de zomervakantie, tot en met de diplomering speelt de mentor een belangrijke rol bij de begeleiding van jou, als leerling. De mentor is de spil van onze begeleiding. Je klassenleraar is een vraagbaak voor de hele klas. Je kunt er terecht met al je vragen, problemen en opmerkingen. Je mentor geeft naast zijn eigen vak in klas 1 ook nog een studieles. Ook heeft de mentor in de brugklas de beschikking over een ingeroosterd mentoruur. 2. Hulpmentor In klas 1 kennen we verder een hulpmentoraat, door een jongen en een meisje uit de bovenbouw van onze school. De bedoeling is dat deze leerlingen ‘drempelverlagend’ werken: ze helpen je in de brugklas gewend te raken aan hoe alles op onze school gaat. Zij doen mee tijdens de introductiedagen, tijdens mentoruren, sportdagen, enz. Als je als brugklasser ergens mee zit (schoolse of huiselijke problemen) dan kun je ook naar een van de hulpmentoren gaan. Het is niet de bedoeling dat deze de ’grote’ problemen oplost. Het gaat erom dat de hulpmentor helpt problemen op tijd op te sporen, zodat we jou zo snel mogelijk kunnen helpen daar iets aan te doen. Aan het eind van hun ‘stageperiode’ krijgen de hulpmentoren een beoordeling. 3. Mentoraat bovenbouw Ook in de bovenbouw krijg je als leerling een mentor. Regelmatig heb je overleg over hoe het gaat met je studie, over het niveau en de keuzes die je als leerling moet maken. Je mentor bewaakt de samenhang tussen de vakken, vertegenwoordigt je in de docenten- en rapportenvergadering en onderhoudt contacten met je ouders. Bij problemen wordt er samen met jou naar een oplossing gezocht. B. Het decanaat (beide afdelingen) Onze school heeft meerdere decanen. Zij adviseren jou en je ouders bij je pakket-, studie- en beroepskeuze. Elke afdeling heeft een decaan, het zijn: Mevrouw S. Verhulst Mevrouw E. Boogaarts
afdeling VWO - HAVO afdeling MAVO - VMBO
39
C. De interne begeleiders Iedere locatie heeft een interne begeleider, die de locatieleider op allerlei manieren ondersteunt in de directe zorg voor de dagelijkse gang van zaken. Interne begeleiders begeleiden docenten binnen hun afdeling, met name mentoren, bij het uitoefenen van hun taken. De begeleiding richt zich specifiek op leerlingenzorg, zowel cognitief als sociaal-emotioneel. De interne begeleider is zelf ook docent. Hij of zij geeft een deel van de week les, of training in vaardigheden of iets dergelijks, waardoor hij of zij midden tussen de collega’s staat. De Interne begeleider ondersteunt en coacht docenten. Hij of zij heeft steeds het overzicht van de bijzondere zorg en aandacht die onze leerlingen op allerlei terreinen nodig hebben. Vanuit die rol onderhoudt hij of zij contacten binnen school met het Sociaal Medisch Team, de counselors, ambulante begeleiders, trajectbegeleiders, trainers sociale vaardigheden en remedial teachers. Contacten buiten school zijn er veel, waarvan die met het OPDC Griffioen tot de belangrijkste horen. De interne begeleiders zijn voor ouders en verzorgers een bron van informatie op het gebied van zorg en begeleiding binnen en buiten de school. Het zijn: •
Afdeling MAVO -VMBO
Dhr. P.J.H.M.J. Timmermans
Afdeling VWO-HAVO
Mevr. C.P.M. Slieker – Battut
D. Schoolmaatschappelijk werk en counselor De schoolmaatschappelijk werkster heeft een speciale taak in de leerlingbegeleiding. Daarbij gaat het om problemen die niet direct met de schoolprestaties of studie- en beroepskeuze te maken hebben: daar zijn andere begeleiders voor. Het gaat hier om allerlei persoonlijke zaken en zorgen. Is je mentor niet in staat je te helpen en/of te begeleiden, dan word je via het Zorgadviesteam (ZAT), meestal via de interne begeleider naar haar doorverwezen. . Jij of je ouders/verzorgers kunnen natuurlijk ook zelf hulp komen vragen. De schoolmaatschappelijk werkster is een professional die vier dagdelen in de school beschikbaar is. Zij is ook degene die een leerling kan doorverwijzen naar hulpverlening buiten de school. Schoolmaatschappelijk werkster: Mevr. S. Huibregtse Zij is te bereiken via de interne begeleider en desgewenst via het Algemeen Maatschappelijk Werk te Vlissingen (telefoon: 0118-448844). Daarnaast heeft ook de counselor een speciale taak heeft in de leerlingbegeleiding. Het gaat hier om allerlei persoonlijke zaken en zorgen. Is je mentor niet in staat je te helpen en/of te begeleiden, dan word je bij wat ‘lichtere problematiek’, waar snel aandacht vereis is doorverwezen naar de counselor. Via je mentor of de intern begeleider kun je een afspraak maken met de counselor: Mevr. A.H. Verdonk-Rodenhuis
40
Het werk van de counselor wordt gecoördineerd door de interne begeleider. Deze heeft het overzicht van de zorgstructuur en wat daarin gebeurt, rapporteert aan de locatieleider en, indien nodig, rechtstreeks aan het management. E. De zorgcoördinator De zorgcoördinator fungeert als (technisch) voorzitter van de bijenkomsten van het Zorgadviesteam (ZAT) en is de eerste contactpersoon voor externe relaties van de school op zorggebied. Zorgcoördinator van de school is dhr. P.J.H.M.J. Timmermans. F. Zorgadviesteam (ZAT) Als je als leerling een probleem hebt waar de docent, je mentor, de counselor of de ambulante begeleider (zie later) niet zelf uit kunnen komen of er moet op een breder front naar gekeken worden, dan wordt zo’n probleem besproken door het Zorgadviesteam (het ZAT). In dat team zitten de counselor, de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werkster, de trajectbegeleider en de Interne begeleiders. Door de brede samenstelling van dit team wordt er vanuit verschillende invalshoeken naar het probleem gekeken en dat kan zeer verhelderend zijn. Het ZAT kan bijvoorbeeld verwijzen naar externe hulpverlening als Emergis, Ithaka, orthopedagoog, enz. De zorgcoördinator is voorzitter van het ZAT. Het ZAT heeft de mogelijkheid, ook per afdeling, MAVO-VMBO en VWO-HAVO afzonderlijk, te vergaderen. In dat geval is de Interne begeleider van die afdeling (technisch) voorzitter. Natuurlijk kun je als leerling, of je ouders of verzorgers ook zelf contact opnemen met de jeugdarts of maatschappelijk werkster. De schoolarts, mevr. E. Peek-de Visser is driemaal per maand op school aanwezig. Voor het maken van een afspraak kun je haar bereiken via de GGD. , afdeling Jeugdgezondheidszorg in Goes (telefoon:0113- 249420)
41
G. Regeling ongewenste intimiteiten, racisme en geweld In deze regeling, die bij de administratie verkrijgbaar is, staat beschreven dat als je als leerling ongewenst gedrag op school ervaart met betrekking tot de bovengenoemde gebieden de mogelijkheid bestaat bij de vertrouwenspersoon het probleem te bespreken of een klacht in te dienen. Je kunt de vertrouwenspersoon bellen en/of een afspraak maken. Het probleem wordt vanzelfsprekend strikt vertrouwelijk behandeld. De vertrouwenspersoon is mevrouw A.C. van Everdingen- van Ootmerssen. Je kunt haar bereiken onder telefoonnummer (0113) 88 66 77. Ook kun je eerst contact opnemen met mevrouw A. Verdonk. Zij onderhoudt namens de school de contacten met de vertrouwenspersoon. Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 – 1113111 Voor meldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, fysiek en psychisch geweld, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme en dergelijke. H. Jeugdgezondheidszorg De jeugdverpleegkundige van de school is mevr. L. van Laken. Zij doet de Preventieve Gezondheids Onderzoeken onder de tweedejaarsleerlingen (13 jarigen). Dat onderzoek gebeurt op school. Er wordt dan gekeken of je je als leerling lichamelijk, geestelijk en sociaal goed en gezond ontwikkelt. Jij of je ouders/verzorgers, kunnen dan ook zelf vragen stellen. Je kunt haar bereiken via de mentor, een van de interne begeleiders, of direct via de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD in Goes. I. Ambulante Begeleider (AB) In de dagelijkse praktijk van de school zijn er soms leerlingen die vanwege leerproblemen en/of sociaal emotionele problemen niet zo goed mee kunnen komen. Dit kunnen problemen zijn die te maken hebben met hun taal- of rekenontwikkeling, maar ook bijvoorbeeld met hun motivatie. Op een of meerder dagdelen is de begeleider op school aanwezig om individueel met deze leerlingen te werken. Het doel is, vast te stellen wat er aan de hand is om vervolgens een handelingsplan op te stellen, dat helpt te werken aan een oplossing van of het omgaan met de problematiek van de leerling. J. RMC Trajectbegeleider en leerplichtfunctie Via een van de Interne Begeleiders kan, uitsluitend met toestemming van de locatieleider, trajectbegeleiding ingezet worden. De trajectbegeleider zorgt met de bij de betreffende leerling betrokken instanties en personen voor een op de school aansluitend, alternatief individueel zorgtraject, met als doel de leerling zo goed mogelijk verder te helpen via scholing en werk. Zo’n traject kan bestaan uit : een leerwerktraject, instromen in of schakelen naar een andere school of ander onderwijs, beroepsoriënterende stages of werk. Trajectbegeleiding is een onderdeel van de RMC, regionale meld- en coördinatiefunctie, van de onderwijsafdelingen van de gemeenten Vlissingen, Veere en Middelburg gezamenlijk. De trajectbegeleider voor onze school is mevr.
42
J. Joossen. Zij is op dinsdag- en donderdagmorgen op school aanwezig. K. Steunlessen •
Voor sommige leerlingen kan het helpen als zij een beetje extra aandacht bij een bepaald vak kunnen krijgen. Deze extra ondersteuning kunnen zij krijgen in de steunlessen Nederlands, Frans, Duits, Engels en Wiskunde.
•
Leerlingen, ouders, mentoren of vakdocenten kunnen via een van de Interne Begeleiders steunlessen aanvragen. De steunlessen worden voornamelijk tijdens het eerste uur op donderdag gegeven.
L. Huiswerkklas Sommige leerlingen vinden het moeilijk om na schooltijd hun huiswerk te maken. De verleiding om iets leukers te gaan doen is vaak (te) groot. Het komt ook voor dat leerlingen door omstandigheden niet in staat zijn thuis rustig en geconcentreerd te werken. Voor deze leerlingen is het mogelijk op school, onder toezicht van een deskundige begeleider, huiswerk te maken in de huiswerkklas. Je kunt via een Interne Begeleider in aanmerking komen voor de huiswerkklas op advies van je mentor of docenten. Ook hier wordt eerst contact opgenomen met je ouders en worden schriftelijk afspraken gemaakt over de deelname. Ook je ouders/verzorgers kunnen een verzoek tot deelname indienen. De huiswerkklas is op maandag-, woensdag- en/of donderdagmiddag. M. Remedial teaching Voor leerlingen met bijzondere problemen, zoals dyslexie en dyscalculie, is er een aanbod van extra begeleiding. De hulp is er vooral op gericht dat deze leerlingen de gewone leertaken door een aangepaste manier van werken tot een goed einde brengen. In speciale gevallen en onder bepaalde voorwaarden kan de Inspectie toestaan dat het lesprogramma wordt aangepast. Ouders en verzorgers van een leerling met een bijzonder leerprobleem doen er goed aan, de school daarvan zo snel mogelijk op de hoogte te stellen. Contactpersonen hiervoor zijn de mentoren en de Interne Begeleiders. Remedial Teaching Centrum (RTc) in de afdeling MAVO-VMBO Vanuit de missie die we als de school voor openbaar onderwijs in Vlissingen en omgeving hebben geformuleerd, willen we onze leerlingen goed onderwijs bieden. Bij ‘goed onderwijs’ streven we naar degelijk onderwijs ‘op maat’, met individuele zorg en aandacht, ‘dicht bij huis’. We zijn een ‘kleine school met grote mogelijkheden’ die de, vaak zware, verantwoordelijkheid voor onze leerlingen niet uit de weg gaat. We beseffen, dat dit veel van alle medewerkers vraagt, maar willen juist ook bij deze kinderen ‘eruit halen wat erin zit’. Wat is een RTc? Het RT c is een plaats in de school (lokaal 326, 327 in gebouw B) waar kleine groepjes leerlingen onderwijs, begeleiding en zorg op maat krijgen aangeboden. Flexibilisering is hierbij het kernwoord. Een (op te zetten) orthotheek maakt deel uit van het RTc.
43
De leerlingen, ook (LWOO)leerlingen uit andere VMBO groepen ontvangen hier gedurende een vooraf bepaalde tijd onderwijs en zorg op maat. De leerlingen hebben een vaste ‘stamgroep’, een eigen reguliere klas, en vanuit die stamgroep worden ze gedurende een aantal uren per dag/ week geplaatst in het RTc. In het RTc zijn zeer vakbekwame docenten aanwezig die de leerlingen met hun hulpvragen op maat kunnen bedienen, soms ondersteund door een onderwijsassistent. N. Motorische Remedial Teaching (MRT) In de lessen MRT krijgen leerlingen extra hulp op het gebied van de lichamelijke opvoeding. Het doel van deze hulp is: 1. 2. 3.
Oplossen van achterstanden op het motorische vlak. Inhalen van achterstanden bij andere leervakken, voor zover deze mede veroorzaakt worden door motorische stoornissen of achterstanden (gebrek aan zelfvertrouwen of schaamte in de groep). Bestrijden van gedragsproblemen voor zover die voortkomen uit motorische stoornissen of achterstanden.
Eind september wordt er door docenten lichamelijke opvoeding een motoriektest afgenomen bij alle brugklasleerlingen. Naar aanleiding daarvan wordt zo nodig contact opgenomen met de ouders of verzorgers en vindt plaatsing in de MRT-groep plaats. O. Faalangst Reductie Training (FRT) Faalangst is angst, die je voelt als je iets moet doen waarbij iets kan mislukken, of als je iets moet presteren. Deze angst kan zo groot zijn dat hierdoor je leerprestaties worden beïnvloed. Daarbij voel je je als leerling meestal erg ongelukkig. Basiselementen van de FRT- training zijn: 1. 2. 3. 4.
verbeteren van het zelfbeeld, wat meer zelfvertrouwen geeft. verbeteren van de zelfbeoordeling (snappen leerlingen dit?) leren wennen aan faalangstverwekkende situaties door oefeningen, spreekbeurten, etc. leren omgaan met faalangstgevoelens, o.m. door ontspanningsoefeningen.
Als wij het zinvol achten dat je deze training gaat volgen, nemen wij eerst contact met je ouders/verzorgers op.
44
10. CONTACT MET DE SCHOOL A. Spreekuren 1. Management en middenmanagement De bestuurder/rector en de directeur(en) zijn, na telefonische afspraak via de management, te spreken tijdens de schooltijden. Indien nodig kunnen afspraken op andere tijdstippen worden gemaakt. De locatieleiders zijn te spreken tijdens de schooltijden. Indien nodig kunnen afspraken op andere tijdstippen worden gemaakt. 2. De docenten Na het eerste en het tweede rapport worden de ouders/verzorgers in de gelegenheid gesteld de docenten op de zogenaamde ‘10-minuten’-avonden te spreken. In principe kun je als leerling bij dit gesprek aanwezig zijn. Als ouders docenten langer willen spreken, kunnen zij een afspraak maken via de administratie. Uiteraard kunt u op dit soort avonden ook een afspraak maken met de afdelingsleiders, de interne begeleiders en de absentencontroleurs. B. Informatie- en ouderavonden In september worden er voor ieder leerjaar ouderavonden georganiseerd. Je ouders/verzorgers ontvangen hiervoor begin september een uitnodiging. Tijdens die avonden ontvangt men uitgebreide informatie over de gang van zaken in dat schooljaar. In leerjaren waar dat speelt, houden we in de maanden t/m maart voorlichtingsavonden over de studie- en/of pakketkeuzes in dat jaar. De school zorgt 3 à 4 maal per jaar voor een Nieuwsflits. Daarin staan voor jou en je ouders belangrijke dingen. Ook krijg je informatie over de nieuwste ontwikkelingen binnen de school. C. Rapportages en rapporten 1. Cijferrapportage klas 1 en 2 (beide afdelingen) Aan de ouders/verzorgers van de leerlingen uit klas 1 en 2 wordt iedere laatste week van de maand een cijferrapportage verstrekt, vanaf de laatste week van oktober. Dat is een overzicht van alle, voor het rapport meetellende cijfers. Het gewicht van de cijfers staat op de rapportage. De rapportage moeten je ouders binnen één week ondertekend, via jou teruggeven aan je mentor.
45
2. Cijferrapportage derde klassen Afdeling MAVO-VMBO De derde en vierde klassen MAVO-VMBO zijn bezig met het schoolexamen. Daarvoor gelden andere regels, die je na kunt lezen in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), dat je als leerling van klas 3 en klas 4 voor 1 oktober krijgt. Afdeling VWO-HAVO Aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van de derde klas wordt driemaal per jaar een cijferrapportage verstrekt en wel voor de herfstvakantie, ongeveer in het midden tussen het eerste en het tweede en het midden tussen het tweede en het derde rapport. 3. Rapporten voor alle klassen (beide afdelingen) Drie maal per cursusjaar krijg je een rapport. Alleen in het eindexamenjaar is dat anders. Op het eerste en tweede rapport staat het gewogen gemiddelde (in één decimaal nauwkeurig) van alle tussen het begin van het schooljaar en de laatste rapportvergadering behaalde en meetellende cijfers. Op het eindrapport staan de op een geheel getal afgeronde eindcijfers. Voor de afronding van eindcijfers geldt het volgende: Is de eerste decimaal van het berekende eindcijfer een 0, 1, 2, 3 of 4, dan wordt het eindcijfer naar beneden afgerond. Is de eerste decimaal een 5, 6, 7, 8 of 9, dan wordt het eindcijfer naar boven afgerond. Dus: 6,4 wordt 6; 6,5 wordt 7. (N.B. 6,49 wordt dus 6!) De regels voor het Schoolexamen en het Centraal Examen staan in het Examenreglement van de verschillende afdelingen: VMBO, MAVO, HAVO en VWO. 4. Infostaten (beide afdelingen) Minimaal tweemaal per jaar vindt er in beide afdelingen een leerlingbespreking plaats. Daarbij komen zaken zoals het sociaal-emotionele functioneren, inzet, motivatie huiswerkhouding en concentratie van de leerling aan bod. Voor leerlingen met bijzondere problemen wordt een handelingsplan opgesteld. De bevindingen van het docententeam worden verzameld op een infostaat, die aan de ouders/verzorgers wordt toegestuurd.
46
D. De medezeggenschapsraad (MR) In de MR zijn het personeel, de leerlingen en de ouders vertegenwoordigd met respectievelijk 7, 4 en 3 leden. De MR overlegt gemiddeld eenmaal per zes weken met het management. Deze vergaderingen zijn in principe openbaar. De raad bestaat bij het realiseren van deze gids uit de volgende leden: namens de personeelsgeleding: Mevr. E. Gideonse Dhr. M. Flipse Dhr. H. Koekkoek Mevr. A. Koppejan Dhr. J. Hage (secretaris) Dhr. W. de Regt (voorzitter) namens de oudergeleding: Dhr. B. Kortsmit en er zijn nog 3 vacatures voor dit schooljaar De raad heeft een leerlinggeleding en kan nog nieuwe leden gebruiken. E. De ouderraad (OR) De ouderraad behartigt de belangen van ouders en leerlingen in de school. Het dagelijks bestuur vormt ook het bestuur van de Stichting Ouderraad SCHELDEMOND. Het dagelijks bestuur bestaat uit: Mevr. E. Minderhoud Mevr. W. Polderman Mevr. T. Dingemanse Mevr. M. Peppercamp Mevr. W. van Leeuwen Mevr. S. Goedhart
voorzitter, contactpersoon Flesj en coördinator activiteitencommissie secretaris penningmeester lid lid lid
Adviserende leden namens het management zijn beide afdelingsleiders. Vergaderingen van de OR zijn openbaar. F. De leerlingenraad (LR) Deze raad bestaat uit een vertegenwoordiging van leerlingen van alle leerjaren. In september worden de vertegenwoordigers gekozen; zij kiezen op hun beurt een dagelijks bestuur. Een locatieleider adviseert de raad. De school heeft een leerlingenstatuut, waarin de rechten en de plichten van leerlingen zijn opgenomen. Een exemplaar van dit statuut kun je bij de administratie krijgen.
47
11. De financiële zaken Gedragscode schoolkosten De oudergeleding van de MR heeft vastgesteld dat het Scheldemond College voldoet aan de eisen die aan de Gedragscode schoolkosten worden gesteld. Deze Gedragscode is ontwikkeld om de schoolkosten transparanter te maken en al het mogelijke te doen om de kosten zo laag mogelijk te houden. De Gedragscode houdt in dat: • de schoolleiding een duidelijke uitspraak doet over het gewenste beleid, • de schoolleiding het beleid formuleert en dat communiceert naar ouders/verzorgers, • de ouders een constructie kritische houding hebben en terugkoppelen naar de schoolleiding. In overleg met de oudergeleding van de MR zijn alle ouderbijdragen onderzocht en op enkele onderdelen bijgesteld. De hierna genoemde onderdelen en bedragen hebben de instemming van de MR.
SCHOOLKOSTEN 2008-2009 Het Scheldemond College beperkt uw kosten U heeft het ongetwijfeld vernomen. Het kabinet heeft besloten dat de schoolboeken voor ouders gratis beschikbaar gesteld worden. Helaas is er rond de uitvoering van dit besluit veel verwarring ontstaan. De bedoeling was dat deze maatregel het komende schooljaar ingevoerd zou worden. Maar door onverwachte problemen is het gratis beschikbaar stellen van de boeken een jaar opgeschoven. Hierdoor zullen de boeken pas vanaf het schooljaar 2009-2010 echt helemaal ‘gratis’ zijn. Ter compensatie krijgen de ouders/verzorgers dit schooljaar een bedrag van 316 euro. Dit bedrag wordt in december automatisch overgemaakt. Het Scheldemond College beperkt uw kosten waar het gaat om de boeken en leermiddelen zoals kopieer- en printkosten tot dat bedrag. Dat betekent dat de school dit schooljaar uit eigen middelen een aanzienlijk bedrag toelegt. Het Scheldemond College is echter van mening, dat u als ouders niet de dupe hoeft te worden van de inschattingsfouten van de politiek. De school staat voor de uitdaging, de komende jaren de kosten van de boeken zoveel mogelijk binnen dit bedrag te brengen, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Daar zijn goede mogelijkheden voor. U ontvangt derhalve dit jaar in alle gevallen een factuur, waarin voor de boeken (koopboeken en huurboeken samen) een bedrag is opgenomen van 316 euro. Op deze factuur vindt u ook de eventuele kosten voor o.a. sportklassen en de gebruikelijke bedragen voor de ouderbijdrage. Het Boekenfonds Om de kosten van boeken zo laag mogelijk te houden hebben Scheldemond College en Studieboekhandel De Ruiter & Fanoy een boekenfonds ingericht. De boekenfondsboeken zijn van de school, maar de Studieboekhandel heeft een belangrijke taak bij de verspreiding en de behandeling van de boeken. De Studieboekhandel reikt de boeken uit en neemt ze ook weer in, maar zorgt er in de
48
zomervakantie ook voor dat alle nieuwe boekenpakketten klaargelegd worden. De vaststelling van de jaarlijkse huurbedragen doet Scheldemond College zelf, in de regel op basis van een afschrijvingstermijn van vier jaren. Naast het huren van boeken worden eenmalig gebruikte werkboeken of werkschriften aangeschaft en door de school licenties betaald voor het gebruik van software, die vaak voor boeken in de plaats komen. Met de Studieboekhandel is afgesproken dat zij voor de inning van 316 euro en de overige ouderbijdragen zorgen. Hiervoor heeft de school een speciaal bankrekeningnummer geopend dat uitsluitend bestemd is voor alles wat daarmee te maken heeft. U vindt dit nummer op de rekening die u krijgt toegestuurd. De facturen moeten bij voorkeur door overschrijving vooraf betaald worden. Het is ook mogelijk om bij het afhalen van de boeken te betalen, maar dat kan alleen met de op school aanwezige Pinautomaat. De kosten voor eendaagse schoolreizen en (culturele) excursies. Het systeem dat ouders vooraf een bedrag betalen voor eendaagse schoolreizen en excursies wordt voor het nieuwe schooljaar opnieuw ingevoerd. Het vorige systeem was te onnauwkeurig en is inmiddels verbeterd, met name omdat het beter is afgestemd op de individuele leerling. Voor het nieuwe schooljaar is een inventarisatie gemaakt van alle reizen en excursies en is uitgezocht welke leerlingen daar gebruik van maken. Op deze manier kunnen de werkelijke reis- en excursiekosten aan de ouders doorberekend worden. De deelbedragen voor reizen en culturele activiteiten die in het schoolfonds waren opgenomen kunnen daarom vervallen en hebben als gevolg dat het bedrag van het schoolfonds omlaag gaat. De kosten voor klassenactiviteiten. Elk jaar worden er voor alle klassen klassikale activiteiten georganiseerd zoals b.v. de introductie, een sinterklaasviering, een kerstontbijt, een klassenavond, een sportdag of iets dergelijks. De totale kosten van de benodigdheden voor deze activiteiten bedragen tezamen ongeveer 10 euro per jaar. Schoolfonds Volgens het Ministerie van OC&W bent u niet verplicht deel te nemen aan het schoolfonds. Voor het geval u niet deelneemt aan het schoolfonds en toch gebruik wilt maken van de hierboven genoemde faciliteiten zijn wij genoodzaakt om bovenop de werkelijke kosten extra administratiekosten in rekening te brengen. Voor uw en ons gemak hopen wij dat u aan het schoolfonds deelneemt. Het schoolfondsbedrag gaat omlaag van 50 naar 27 euro. De besteding van dit bedrag is goedgekeurd door de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Het schoolfondsbedrag is als volgt opgebouwd: a - huurbedrag voor een locker b - een collectieve schoolverzekering voor de leerlingen c - bijdrage huur chipcardapparatuur d - bijdrage leerlingenvereniging Flesj e - bijdrage ten behoeve van de veiligheid
6 euro 3 euro 4 euro 7 euro 7 euro
Toelichting: Ad. a Een kluisje voor iedere leerling Voor elke leerling van Scheldemond staat een kluisje (locker) klaar om spullen in op te bergen. De huurprijs van de locker is onderdeel van de schoolfondsbijdrage. Om de veiligheid van de persoonlijke spullen zo goed mogelijk te waarborgen, maken we gebruik van een systeem van
49
sleutelbeheer waarbij elke leerling een locker toegewezen krijgt alsmede de daarbij behorende 2 sleutels. De leerling behoudt deze locker gedurende de rest van zijn/haar schoolperiode en is hier dus zelf verantwoordelijk voor. Bij verlies of beschadiging van sleutel of slot kan bij de conciërge tegen betaling van 6 euro een nieuw slot met 2 sleutels aangeschaft worden. Ad. b Scholierenverzekering Voor alle leerlingen wordt een scholierenongevallenverzekering afgesloten die geldig is gedurende de schooltijd. Deze verzekering is geldig op de weg van en naar school en tijdens de door de school georganiseerde activiteiten. In de meeste gevallen gaat het om een aanvullende verzekering, afhankelijk van de verzekering(en) die u al hebt. Het betreft een verzekering die alleen dekking geeft aan de gevolgen die voortvloeien uit lichamelijk letsel. Hoewel de verzekering van belang is bent u niet verplicht hieraan deel te nemen. Ad. c Chipcards In de kantine, maar ook voor het kopiëren, wordt afgerekend met persoonlijke chipcards. Elke leerling krijgt tegen kostprijs zo’n persoonlijke chipcard waarop de naam en de foto van de leerling is afgedrukt. De chipcard wordt om het jaar vervangen zodat een leerling maximaal twee jaar met de chipcard doet. Dit betekent dat leerlingen in de eerste klas, derde klas en VWO 5 een nieuwe chipcard krijgen. Leerlingen uit de examenklassen VMBO, HAVO en VWO kunnen op eigen verzoek een nieuwe chipcard kopen. De nieuwprijs voor een chipcard blijft ongewijzigd en bedraagt nog steeds 7 euro. De chipcard zelf kost € 5,50 en is alvast met een bedrag van € 1,50 opgewaardeerd. Een klein deel van de gebruikskosten van de chipkaartapparatuur (4 euro) wordt ten laste van het schoolfonds gebracht. Overige schoolbijdragen. Printkosten. Leerlingen maken tijdens de lessen veel gebruik van computers. De tekst die tijdens dit gebruik wordt uitgeprint wordt per leerling geregistreerd. Per schooljaar krijgt elke leerling een printbudget van 200 afdrukken. Wordt dit budget overschreden dan kan de leerling op eigen kosten het printbudget opwaarderen. Bijdrage ouderraad De ouderraad vraagt ten behoeve van de stichting ouderraad een vrijwillige ouderbijdrage van 7 euro. Deze stichting is in het leven geroepen om zaken te bekostigen die niet door de overheid worden vergoed. Het gaat dan om culturele dan wel recreatieve uitingen, waaraan de leerlingen deel kunnen nemen. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: bijdragen, schenkingen van derden, rente en alle andere baten. Jaarlijks wordt op de jaarvergadering van de besteding verantwoording afgelegd. De ouderraad is er niet alleen voor de financiën. Op de regelmatig gehouden bestuursbijeenkomsten wordt over allerlei zaken die de school betreffen gesproken, en men helpt bij veel gebeurtenissen. Betalingsregeling Evenals voorgaande jaren is er voor het schooljaar 2008-2009 een beperkte betalingsregeling. Alleen in echt noodzakelijke gevallen kan bij de directie een schriftelijke aanvraag voor een regeling worden gedaan. In ieder geval moet bij het afhalen van de boeken de helft van het totale factuurbedrag worden voldaan. Het resterende bedrag wordt in december, onmiddellijk na de ontvangst van de
50
tegemoetkoming voor de boeken (het bedrag van 316 euro), d.m.v. een eenmalige incasso van uw rekening afgeschreven. Als u van de betalingsregeling gebruik maakt, moet u bereid zijn daarvoor bij het afhalen van de boeken een machtiging te ondertekenen. AANVULLENDE LEER- EN HULPMIDDELEN Aanvullende leer- en hulpmiddelen worden op aanwijzing van de docent aangeschaft. Het is mogelijk dat deze de bestelling coördineert. Het gaat hierbij om middelen als woordenboeken, tekenspullen, papier, ringbanden en dergelijke. Het kan natuurlijk zijn dat u deze middelen al bezit. Voor Havo/VWO 4 en hoger is een rekenmachine TI-84 Plus nodig (ca. 99 euro). Deze kan eventueel gezamenlijk aangeschaft worden. Voor VMBO Bouwtechniek en Metalektro zijn werkschoenen en een overall verplicht. Deze kunnen in overleg met de docent aangeschaft worden en worden gesponsord door Werk en Vakmanschap en zijn daardoor gratis. Ook de sportkleding wordt in overleg met de docenten aangeschaft. BEDRAGEN BOEKENFONDS, KOOPBOEKEN EN OUDERBIJDRAGEN (in euro’s) Klas 1 2 3 4 VMBO 4 HAVO/VWO 5 HAVO 5 VWO 6 VWO
Boeken 316 316 316 316 316 316 316 316
Chipcard 7 7
7
Ouderraad 7 7 7 7 7 7 7 7
Totaal 330 323 330 323 323 323 330 323
Bijdragen voor gebruik accommodaties, lesmateriaal, activiteiten, kleding Sportklas/ Klas SDV LO2/ BSM Metalektro 1 VMBO, HAVO, VWO 120 2 VMBO, HAVO, VWO 120 + 30 3 MAVO, HAVO, VWO 110 3 VMBO-B 180 45 3 VMBO-K 180 45 4 VMBO-B 180 45 4 VMBO-K 180 45 4 VMBO-T, HAVO, VWO 50 5 HAVO, VWO, 6 VWO 25 In bovenstaande tabel worden de bijdragen vermeld, die in de betreffende klassen in rekening worden gebracht voor de volgende zaken: Bijdrage SDV (sport, dienstverlening en veiligheid) Deze bijdragen worden besteed aan o.a. een introductiekamp, kleding, huur zwembad, fitness en reiskosten.
51
Bijdrage sportklassen/LO2/BSM Aan leerlingen die in een sportklas zitten wordt een extra bijdrage gevraagd. Deze bijdrage wordt besteed aan extra sportkleding, gekwalificeerde trainers/coaches, accommodaties, sportmaterialen en reiskosten. In de tweede klas is bij de bijdrage 30 euro inbegrepen voor een driedaags outdoorkamp. Leerlingen die in de derde en vierde klas het vak LO2 of BSM (Bewegen, Sport en Maatschappij) hebben, betalen ook een bijdrage. De bijdrage voor leerlingen met het vak BSM in de vijfde en zesde klas is bestemd voor een clinic. Metalektro Voor het vak metalektro hebben de leerlingen in de derde en vierde klas een gereedschapsset nodig. De betaling wordt verdeeld over twee leerjaren, waarna de leerlingen deze set mogen houden. Bijdrage Spaans VWO leerlingen kunnen op vrijwillige basis het vak Spaans volgen. De mogelijkheid bestaat om dit vak af te sluiten op MAVO niveau of met een certificaat. De leerlingen die het vak Spaans volgen betalen per schooljaar een bijdrage van 105 euro voor de aanschaf van een werkboek en voor de lessen. Bijdrage JVOZ / topsporttalenten Sinds schooljaar 2006-2007 werkt Scheldemond samen met de Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland. Jonge voetbal- en andere sporttalenten worden bij Scheldemond in een sportklas geplaatst. Deze leerlingen doen niet mee met de sportklasclinics en betalen een bijdrage van 80 euro en dus niet de sportklasbijdrage. Deze bijdrage wordt besteed aan extra (huiswerk)begeleiding, begeleiding door de topsportcoördinator en extra grote lockers. De school zorgt samen met de boekhandel dat de leerlingen het juiste boekenpakket krijgen. Tenslotte We gaan er vanuit dat we op deze manier duidelijk hebben gemaakt, hoe we kosten voor ouders beperken: door de bijdrage voor de boeken op de 316 euro te houden die u van overheid krijgt (ondanks dat de kosten hoger zijn), door het bedrag voor het schoolfonds behoorlijk omlaag te brengen en door u voor diverse activiteiten de werkelijke kosten te berekenen. We weten dat, ondanks de bijdrage van de overheid, de kosten voor u nog steeds behoorlijk kunnen zijn, zeker voor de bijzondere programma’s op onze school. We hebben geprobeerd daarover zo duidelijk mogelijk te zijn. Mocht u toch vragen hebben, kunt u die stellen via e-mail:
[email protected] (o.v.v. ‘schoolkosten’) of telefonisch bij de Financiële Administratie via het centrale nummer van de school.
52
12. Het Scheldemond College buiten schooltijd Zoals je mag verwachten van een echte Zeeuwse school bruist het Scheldemond College als de zee. Buitenschoolse activiteiten vinden wij dan ook erg belangrijk. En niet alleen voor de pret, maar ook omdat ze de onderlinge band op school en je leerprestaties bevorderen. We zijn trots op onze actieve leerlingenvereniging, onze sportactiviteiten en onze culturele avonden. Zeg maar gerust dat het leuk is op het Scheldemond College. A. De leerlingenvereniging "FLESJ" De leerlingenvereniging organiseert in de loop van het schooljaar een heleboel activiteiten. Diverse docenten begeleiden de leerlingen hierbij. Van alle avonden die voor klas een of twee worden georganiseerd ontvangen je ouders/verzorgers vooraf schriftelijk bericht. B. Klassenavonden en schoolfeesten In overleg met de locatieleider en je mentor kan voor de leerjaren 1 en 2 een klassenavond op school georganiseerd worden. De leerlingen moeten dan een programma maken, dat aan een paar door de mentor te stellen eisen voldoet. Dag, uur en plaats van de klassenavonden worden schriftelijk aan je ouders/verzorgers meegedeeld. Meestal is er na een klassenavond een disco voor de hele school.
C. Excursies en schoolreizen Excursies en schoolreizen zijn belangrijk in het leerproces. In bijna iedere klas vindt er wel een excursie plaats, afhankelijk van het lesprogramma. Dat betekent dat we vooraf niet precies kunnen vertellen waar de excursies naartoe gaan, maar we kunnen er wel een paar noemen: • fort Rammekens • musea in Rotterdam • de Mainport Rotterdam • de dag van de literatuur • diverse bedrijven in Vlissingen-Oost • Bouw Opleiding Zeeland Ook onze schoolreizen zijn beroemd in Vlissingen en omstreken. Wat te denken van: Walibi, de Efteling, Rome en de alom bekende ski- en snowboardreizen. Zij leveren een belangrijke bijdrage in de sociaal-culturele ontwikkeling en vooral aan een goede, positieve sfeer.
53
D. Sportactiviteiten In de loop van het jaar organiseert onze vakgroep L.O. veel sportactiviteiten, zoals: • atletiekwedstrijden • basketbaltoernooi • zaalvoetbaltoernooi • indoorskiën E. Theater, film, muziek en dans Elk schooljaar wordt er een toneelstuk, concert of dansvoorstelling georganiseerd. De voorstellingen worden gegeven door beroepsgezelschappen, die naast hun gewone aanbod ook speciale schoolvoorstellingen hebben. De voorstellingen vinden meestal plaats in de aula van gebouw A. Onze school heeft daar de beschikking over een podium waar veel theaters jaloers op zouden zijn. Ook wordt er - in samenwerking met Filmfan - voor een aantal leerjaren een filmvoorstelling geregeld. Deze films worden tijdens de lessen CKV voor- en nabesproken. De sectie CKV zorgt elk jaar voor een tentoonstelling in de school van werk van beeldend kunstenaars. Tijdens de lessen wordt daar aandacht aan besteed. Leerlingen werken in de loop van het schooljaar ook aan een voorstelling met toneel, dans en muziek. Dit gebeurt onder leiding van professionals en enthousiaste docenten. F. De Website Het Scheldemond College heeft een uitgebreide website met zeer veel actuele informatie over de school zelf, maar ook over heel veel schoolactiviteiten. Bij veel van deze activiteiten worden foto’s genomen, die daarna zo vlug mogelijk op de website worden geplaatst. Veel leerlingen vinden het leuk om hun ouders of vrienden mee te laten genieten van de activiteiten waaraan ze hebben deelgenomen. Het kan zijn dat een leerling het niet op prijs stelt dat zijn of haar foto op de site geplaatst wordt. In dat geval kan dit gemeld worden bij de mediatheek. De webmaster zorgt er dan voor dat de betreffende foto wordt verwijderd.
54
13. Nuttige namen en adressen A. Bestuur Correspondentie aan het bestuur kunt u adresseren aan het postadres van de school ter attentie van de rector/bestuurder, dhr. Van Arenthals. Telefonisch contact loopt ook via de managementassistente, mevr. C.K. van Sighem. Tel. 0118 – 486894 E-mail:
[email protected] B. Management Rector De heer H.J. van Arenthals E-mail:
[email protected] Directeur Onderwijs De heer E.J.A. Fagg E-mail:
[email protected] Directeur BFO De heer H. Kramer (Beheer, Financiën en Organisatie) E-mail:
[email protected] Managementassistente is Mevrouw C.K. van Sighem-Minderhoud E-mail:
[email protected] C. Middenmanagement Locatieleider MAVO-VMBO Mevrouw R.W. van Oost E-mail:
[email protected] Locatieleider VWO-HAVO De heer L.P. van Duivendijk E-mail:
[email protected] Secretaresse van het middenmanagement is Mevrouw G. de Jonge E-mail:
[email protected] Via haar kunt u desgewenst ook de teamleiders bereiken, die samen met de locatieleiders het middenmanagement van de school vormen. D. Vertrouwenspersonen en Klachtenregeling De school heeft een interne vertrouwenspersoon, mevrouw A.H. VerdonkRodenhuis, telefoon (0118) 41 73 71, waar mensen terecht kunnen met meldingen van en vragen over ongewenste intimiteiten, racisme en geweld. Daarnaast heeft de school een externe vertrouwenspersoon (bij de GGD Zeeland), mevrouw I.A.A. Everaard, telefoon (0113) 24 94 06. De school heeft een Klachtenregeling. Deze is verkrijgbaar bij de Administratie en via
[email protected]
55
E. Inspectie en vertrouwensinspectie Mevrouw drs. H.C. Onnekink Rijksinspectiekantoor Nijverheidssingel 317, 4811 ZV Breda Postbus 7447 4800 GK Breda Telefoon: (076) 524 44 77 F. Mentoren VMBO: F.M. van Leeuwen-Hordijk en J.J.J. van der Meule T. van Rooijen M.M.P.W. van Zon G. Pruimboom D.C. But S. Kramer K.E. Witvliet S. Schrier C. van Belzen P.R.J. van de Riet J.A. Elfrink S.W. van den Bosch-Schipper R.K. Dorland V. Beekwilder P. Prevo R. Mieras M.J.C.L.G. Groven-Gaillard A. Miljoen A. Vucic J.C.G. Gillissen J. Hage V. Beekwilder Th.J. Borgs J. Crucq T.W. van Bennekom A. Vucic W.A. de Regt
BM1A BM1B BM1C MB1Ds MB1Es B2A B2B B2Cs MK2A MK2B MK2Cs MK2Ds HA3B en HA3k BT3B ME3B en ME3K ZW3B ZW3K SDV3B en SDV3K M3A M3B HA4D en HA4K BT4B en BT4K ME4B en ME4K ZW4B en ZW4K SDV4B en SDV4K T4A T4B
VWO/HAVO N.M. Rol J.L. Aarnoutse A. Wisse-Grootjans M.J. Bronner J.C. Schalkwijk M.W. Siereveld J. Manten Drs. M.A. Willems J. van Slooten J. Roelse J. Manten M.T. Flipse I. de Rijke
MH1A MH1Bs MH1Cs MH1Ds HV1A HV1Bs HV1Cs V1A V1Bs H2A H2Bs V2A V2Bs
56
G. de Bruine M.W. Siereveld D. van Rooijen-Dominicus M.T. Flipse Drs. H.W.J. Boogaard Drs. H.G. Koekkoek D.C.F. van Tussenbroek G.C. Geuze J.C. Nieuwdorp Drs. B. de Dreu Drs. J.C. van Klinken Drs. M.M.A. Kneepkens J.G. Elderkamp Ir. J. Vons Drs. M.V. Reijnierse-Boon Ir. S. Verhulst Drs. D.H.A. Sepers
H3A H3Bs H3Cs V3A V3Bs H4 H4 H4 H4 V4 V4 H5 CM/EM H5B NG/NT H5C EM-NG V5CM/EM/NT V6 NG/NT V6 CM/EM
G. Het onderwijs ondersteunend personeel Mevr. R.C.M. Becks-van Westerop Mevr. G.K. Bhaghu Dhr. W.P. Bimmel Dhr. J.M. Butijn Dhr. L.P. Carré Dhr. J.M. van Dam Dhr. B.J. van Dijk Mevr. S.A. van Drongelen-de Leeuwen Dhr. H. van Druenen
medewerker secretariaat medewerker catering technisch onderwijsassistent lokaalassistent assistent facilitaire zaken hoofdconciërge gebouw B absentencontroleur geb. B absentencontroleur geb. A ICT coördinator en systeembeheerder onderwijsassistent medewerker catering receptioniste / secretaresse medewerker helpdesk/telefooncentrale onderwijsassistent medewerker financiële administratie medewerker onderwijsadministratie medewerker helpdesk/telefooncentrale roostermaker hoofd administratie conciërge systeembeheerder hoofd facilitaire dienst technisch onderwijsassistent medewerker personeelsadministratie onderwijsassistent managementassistente medewerker onderwijsadministratie
Dhr. R.R.L. Hardeman Mevr. C.M. van den Heuvel Mevr. G. de Jonge Mevr. R.M. Klop Dhr. H.M. Koningstein Mevr. S.E. Koppejan Mevr. K.M. Bliek-Lambermont Mevr. E. de Looze Dhr. C. Marjee Dhr. A. Mondeel Dhr. M. Ekan Dhr. M. van Neerwijk Dhr. E.F. Oranje Mevr. L.H.E. Plummen Dhr. S. Polderman Mevr. C.E. de Rijk Mevr. C.K. van Sighem-Minderhoud Mevr. M.C. Vermeeren
57
Dhr. A.N.W. Walthaus Dhr. J.A. de Wolf
onderwijsassistent techniek medewerker financiële administratie
H. De Mediatheek Mevr. L. Beijer coördinator Mevr. K. Krijt mediatheekmedewerkster I. Personeel met afkorting schooljaar 2008-2009 Schooljaar 2008 - 2009
Naam J.L. Aarnoutse H.J. van Arenthals R.C.M. Becks-van Westerop V. Beekwilder H. Belhadj C. van Belzen T.W. van Bennekom G.K. Bhaghu W.P. Bimmel K.M. Bliek-Lambermont B. de Blok H.W.J. Boogaard E. Boogaarts M.E. Borgs Th.J. Borgs S.W. van den Bosch-Schipper M. J. Bronner G. de Bruine D.C. But J.M. Butijn I. E. Calon-van t Westeinde L.P. Carré G. Cevaal J. Crucq J.M. van Dam B.J. van Dijk J.C.M. Doggen D. Dominicus-van Rooijen R.K. Dorland B. de Dreu P.B.J. van den Dries S.A. van Drongelen-de Leeuwen H.J. van Druenen L.P. van Duivendijk J.P.W. Duyvelaar J.E. Eegdeman-Kramer M. Ekan J.G. Elderkamp J. A. Elfrink E.J.A. Fagg
Afkorting ANS ATS BKW BWD BHJ BLZ BKM BGU BMM BLK BLO BGD BTS BRS BGS SPP BNR BRN BUT BTN CLN CRE CVL CRQ DAM DYK DGN DMS DRD DRU DRS DRO DNN DVK DVL EGD EKN EKP EFK FGG
58
M.T. Flipse L.W. Gabriëlse A. El Gauadi D. van Geersdaele P. J. C. Geus G.C. Geuze E.L.T. Gideonse J.C.G. Gillissen D. Glisovic D.C.J.M. Goossen H. Groeneveld A. Grootjans-Wisse J.H. Groven M.J.C.L.G. Groven-Gaillard F.M. de Haan J. Hage R.R.L. Hardeman C.M. Harthoorn V. Heckes C.M. van de Heuvel M. van den Heuvel W. Houkamp H. Huis in 't Veld G.W.E. de Jonge S.L. Kemerink J.C. van Klinken M.M.A. Kneepkens Y. Koch-van Dam H.G. Koekkoek H.M. Koningstein S.E. Koppejan C. A. Kouwijzer H. Kramer S. Kramer F.M. van Leeuwen-Hordijk P. J. M. de Looze J. Manten C. Marjee R.E. van der Meent N. C. Meijer-Minnaar J. J. J. van der Meule R.M. Meulmeester-Klop R. Mieras A. Miljoen A. Mondeel R. Mulder M.E. van Neerwijk N. van Neste J.C. Nieuwdorp J. de Nooijer R.W. van Oost E.F. Oranje A.P. de Pagter J. Pattipeiluhu-van der Kolk
FLP GBR GUD GDE GES GZE GDS GLN GLV GSN GND WIS GRV GGA FDH HGE HDM HTN HCS HVL HVE HKP HSV GJE KMK KLK KNS KOC KOK KSN KPJ KWR KMR KRA HRD LZE MAN MRJ MNT MER MLE KLP MRS MLN MDL MLR NWK NST NDP NYR OST ORJ PAG PAT
59
L.H.E. Plummen S.P. Polderman S. T. Popovici P. Prevo G. Pruimboom W.A. de Regt M.V. Reijnierse-Boon P.R.J. van de Riet C.E. de Rijk I. de Rijke J. Roelse N.M. Rol T. van Rooijen J.C. Schalkwijk I. M. Schot-Turczynowicz S. Schrier D.H.A. Sepers P.A. Shelton M.W. Siereveld C.K. van Sighem-Minderhoud I. Sinke C.P.M. Slieker-Battut J. van Slooten K. van der Sluis A.C.P. Stadhouders-Grootjans M.C. Steendam M. Stoffer N.J.M. Terra P.J.H.M.J. Timmermans D.C.F. van Tussenbroek M.A.S. de Veen-Dorrestijn J.P. van de Velde O.E.P.G. van de Velde-de Meurichy A.H. Verdonk-Rodenhuis S. Verhulst M.C. Vermeeren L.A. Vermeulen J. Vons A. Vucic A.N.W. Walthaus P.J. Wevers M.A. Willems S.M. de Witte-Baas K.E. Witvliet J.A. de Wolf S.H. de Zeeuw M.M.P.W. van Zon
PLM PDM PPV PRV PBM RGT RNS RIE RYK RKE RSE ROL ROY SKW SCT SCR SPS STN SRD SGM SNK SLB SLN SLS STG SDM STR TRR TMS TSK VEN VLD VDM VDK VHL VMN VML VNS VCC WHS WVS WLM BAS WTT WOF ZEW ZON
60
14. Protocollen op onze scholen gemeenschap A. Pestprotocol Het Scheldemond College De ouderraad, leerlingenraad, medezeggenschapsraad, management en het personeel van Stedelijke Scholengemeenschap Het Scheldemond College verklaren in het pestprotocol het volgende: Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor slachtoffers als voor de pesters. Dat ernstige probleem moet aangepakt worden, in het bijzonder door de ouders en de leerkrachten. Ouderraad, leerlingenraad, medezeggenschapsraad, management en personeel moeten zo goed mogelijk samenwerken om het probleem "pesten" op te lossen. Daarbij is betrokkenheid van leerlingen, ouders en medewerkers van de school onmisbaar.
De ondertekenaars van dit protocol hebben zich tot het volgende verplicht: • hulp bieden aan het gepeste kind • hulp bieden aan de pester • hulp bieden aan de zwijgende middengroep • hulp bieden aan de leerkracht • hulp bieden aan de ouders • het bewust maken en bewust houden van alle betrokkenen van het probleem • het gericht voorlichten van alle betrokkenen bij de school • het aanstellen van een vertrouwenspersoon op school • het aanleggen van toegankelijke, goede informatie over het probleem "pesten"
Leerlingen en docenten ondertekenen een Contract in de klas. Ze zullen zich aan de volgende afspraken moeten houden, zowel op school als daarbuiten. 1.
We zien er allemaal anders uit, toch hebben we respect voor elkaar.
2.
Iedereen maakt deel uit van de klas.
3.
We blijven van de spullen van de ander af.
4.
We blijven van iemand af, als ons dat gezegd wordt.
5.
Roddelen over een ander vinden we gemeen, want je doet er een ander verdriet mee.
6.
Als we ruzie hebben: cool down! Kijk, luister en denk na voordat je wat doet.
61
7.
Vechten, schelden of lelijke gebaren maken lokt ruzie uit. Stop de agressie bij jezelf.
8.
Als we gepest worden of iemand zien pesten, vertellen we het aan de mentor of leerkracht. Dat is geen klikken, maar het stoppen van agressie.
9.
Als we gepest worden; praten we er thuis over, of met iemand die we vertrouwen.
10.
Als je iets vriendelijk vraagt, zal de ander dat eerder doen.
11.
Op school praten we allemaal Nederlands, dat maakt een hoop duidelijk.
B. Dyslexieprotocol Het Scheldemond College Er zijn leerlingen die na deskundig onderzoek door een orthopedagoog als dyslectisch worden aangemerkt. Zij hebben een officiële dyslexieverklaring. Daarmee kan, op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit, verlenging van de examentijd voor deze leerlingen worden aangevraagd. Dyslectische leerlingen hebben over het algemeen in vergelijking met leeftijdgenoten met een zelfde intelligentieniveau een achterstand in hun taalontwikkeling. Individueel uit dyslexie zich in diverse vormen van schrijf-, spellingsen leesproblemen. De dyslectische leerlingen ondervinden problemen bij de talen maar kunnen ook bij andere vakken hinder ondervinden van hun leerstoornis. De volgende afspraken worden, in de onderbouw zowel als in de bovenbouw (bij het schoolexamen en overige toetsen) zo veel mogelijk gehanteerd om te realiseren dat deze leerlingen minder nadeel ondervinden van hun probleem: Bij de diverse vormen van toetsing 1. Zet opgaven getypt op papier. Gebruik een duidelijke lay-out. Vergroot desgewenst de tekst. 2. Overhoor idioom zoveel mogelijk mondeling. 3. Beoordeel schriftelijk werk fonetisch. Vermeld vervolgens op het rapport dat het onderdeel spelling in verband met de dyslexie niet is meegerekend. 4. Geef de leerling voldoende tijd om het werk volledig af te maken, of verminder het aantal opgaven per onderdeel. 5. Probeer bij toetsen lange teksten te vermijden. Geef anders, indien mogelijk, teksten vooraf mee naar huis, zodat de leerling zich de tekst inhoudelijk ‘eigen’ kan maken. Dat levert tijdwinst op en voorkomt vaak veel spanningen. 6. Maak afspraken in overleg met desbetreffende leerling. Tijdens de lessen en bij het huiswerk 7. Geef aantekeningen zoveel mogelijk getypt op papier. 8. Zet het huiswerk ruim voor de bel duidelijk en op een vaste plaats op het bord. 9. Maak zo mogelijk gebruik van materiaal van het Blindeninstituut. Alle methodes zijn daar op cassette of Cd beschikbaar. Of zet woordenlijsten en oefeningen op Cd, zodat de leerling thuis de juiste uitspraak kan horen en oefenen.
62
Bij (school)examens streeft de school ernaar voor de leerlingen optimaal gebruik te maken van ICT (Informatie- en Communicatie Technologie). Bij gebruik van de computer dient er door de school volgens vastgestelde regels op te worden toegezien, dat er door de leerlingen geen spellingcontrole wordt gebruikt, waar dat niet is toegestaan. Waarom punt 3, dus niet maximaal 12,5 % spelling ? Een dyslectische leerling zal over het algemeen, ook na urenlange studie niet boven die norm uitkomen. Dat houdt in dat dyslexie automatisch "bestraft " wordt met een korting van 12,5 % op het cijfer. Waarom punt 4, dus niet 10 minuten extra per lesuur ? Tien minuten extra is voor een dyslectisch kind met leesproblemen vaak te weinig. Hierdoor ervaart de leerling een extra tijdsdruk, die een negatieve uitwerking heeft op de kwaliteit van het werk. Bovenbouw (beide afdelingen) Het bovenstaand protocol geldt als regel en uitgangspunt ook voor de bovenbouw, inclusief het schoolexamen (tentamens) zoals dat in het Programma van Toetsing en Afsluiting staat weergegeven. Bij examinering wordt voor deze leerlingen zo veel en zo gunstig mogelijk binnen wat is toegestaan gebruik gemaakt van de computer en andere mogelijkheden van ICT. Bij examinering wordt het protocol verder toegepast voor zover wettelijk toegestaan. Verder geldt het onderstaande: Examenbesluit artikel 55 ‘ Afwijking wijze van examineren’: 1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aan zien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigheidsverklaring is die door een ter zake deskundig psycholoog of orthopedagoog is opgesteld b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a. genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. C. Leerlingenstatuut Het leerlingenstatuut is verkrijgbaar bij de administratie van de school.
63
D. Schoolgids als wettelijk document Deze Schoolgids is een wettelijk verplicht document. Het Scheldemond College heeft daar in vastgelegd, hoe ze een aantal zaken heeft geregeld en georganiseerd.
64