Schoolgids Romboutscollege 2015-2016
Rombouts: atheneum, havo en mavo
Bezoekadres: Correspondentieadres: Telefoon: Fax: E-mail: Website:
Schoolstraat 16, 6443 BT Brunssum Postbus 189, 6430 AD Hoensbroek 045 - 525 86 16 045 - 527 16 80
[email protected] www.rombouts-lvo.nl 1
Inhoudsopgave Rombouts Rombouts: atheneum, havo, mavo Locatiegegevens De schoolleiding - locatie- en sectordirecteur - leerlingencoördinatoren Aanbod van onderwijs Schoolgrootte Doelstellingen Begeleiding - mentoraat - remedial teacher - leerlingenbegeleider - zorgcoördinator - decanen - vertrouwenspersonen Lessentabellen - onderbouw - Tweede Fase Bevordering - algemeen Bevorderingsregels - de onderbouw - brugklassen - tweede klassen - mavo-3 - havo-3 en atheneum-3 - Tweede Fase Toetsen en rapporteren Contacten met ouders Het eindexamen Rendementen Opbrengstenkaart Lestijden Vakantierooster Leerlingenstatuut Grondrechten Regels voor het onderwijs Regels voor de school als organisatie Handhaving van het leerlingenstatuut Leerlingenreglement Inspraakorganen Schoolgids Inhoudsopgave schoolgids algemeen
01 04 04 04 04 04 05 06 06 07 07 07 07 07 08 08 10 12 12 12 12 12 13 13 14 14 15 16 16 16 18 19 19 20 22 24 29 37 38 47 48 49
2
Rombouts maakt samen met Broekland, Emma, Sint-Jan en Grotius deel uit van het samenwerkingsverband LVO-Parkstad.
3
De schoolleiding De dagelijkse leiding van Rombouts berust bij één locatiedirecteur. De locatiedirecteur is integraal verantwoordelijk voor de locatie. Daarnaast is een sectordirecteur aanwezig ter ondersteuning. Locatiedirecteur: Dhr. R.J. Lutken MSc tel. 045-5258616 (aanspreekpunt voor mavo)
[email protected]
Sectordirecteur: Dhr. J.J.C. Vankan tel. 045-5258616
[email protected] (aanspreekpunt voor havo en atheneum) Leerlingencoördinatoren De mentoren worden in hun taak bijgestaan door leerlingencoördinatoren. - brugklas 1 en 2 mavo/havo Mw. I.M. van Laar
[email protected]
- brugklas 1,2 en 3 havo/vwo De heer P.J.C. Kleinjans
[email protected]
- mavo 3 en 4 Dhr. I.J.J. Hoogervorst
[email protected]
- havo 4 en 5 en atheneum 4, 5 en 6 Dhr. drs. W. van Greevenbroek
[email protected]
Aanbod van onderwijs Het Romboutscollege biedt de onderwijsvormen atheneum, havo en mavo aan. Het atheneum bereidt voor op het wetenschappelijk onderwijs aan universiteiten, het havo bereidt voor op het hogerberoepsonderwijs, het mavo leidt op tot niveau 4 van het middelbaar beroepsonderwijs. In leerjaar 1 wordt het onderwijs mavo/havo gemeenschappelijk aangeboden. In leerjaar 2 wordt naast mavo/havo ook nog atheneum aangeboden. De overstap naar een klas van het andere niveau is eenvoudig. Ook in de verdere schoolloopbaan blijft overstap of doorstroom mogelijk. Voor leerlingen met een mavodiploma wordt de overstap naar havo extra begeleid door het aanbod van diverse aansluitingsmodules en een extra vak op klas 4 mavo. Schoolgrootte Het Romboutscollege is een relatief kleine school met ongeveer 600 leerlingen verdeeld over atheneum, havo en mavo.
4
Doelstellingen Allereerst onze gezamenlijke missie. Rombouts is een warme, kleinschalige en veilige school waar de leerling gekend, erkend en gewaardeerd wordt en gestimuleerd wordt om te groeien. De school staat voor uitdagend en gevarieerd onderwijs waarbij voor alle aspecten van kennis, vaardigheden en attitude een goede basis voor het vervolgonderwijs wordt gelegd. Daarbij trekken ouders, leerlingen en personeel gezamenlijk op om jonge volwassenen te vormen tot zelfverantwoordelijke en kritische burgers die een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan onze hedendaagse samenleving. Leren op onze school betekent het beste uit jezelf halen; je laat zien wat je kunt en daar ben je trots op. Je krijgt de ruimte: o om op een uitdagende manier kennis, vaardigheden en houding actief te ontwikkelen; o met een toenemende mate van zelfverantwoordelijkheid; o waarbij je je open stelt voor feedback van jezelf en anderen en daar wat mee doet; o vanuit respect voor jezelf en anderen; o in een veilige leeromgeving. Hoe gaan we dit bereiken? Voor het eerste en tweede leerjaar: het plein. We gaan werken en leren rond een plein, dit is de thuisbasis. Daarnaast zijn voor de praktijkvakken natuurkunde, biologie, scheikunde, technologie, de kunstvakken en het bewegingsonderwijs aparte moderne ruimtes ingericht. Binnen onze kleinschalige locatie vinden we het belangrijk dat iedereen gezien en gehoord wordt. Kernwaarden van het onderwijs op Rombouts nader uitgewerkt: actieve leerling: 1. Leren leren: ontwikkelen van zelfstandigheid. 2. Juiste balans tussen kennis en vaardigheden. 3. Buitenschoolse activiteiten. geborgenheid: 1. Eigen plein, eigen pauzeruimte voor onderbouw en bovenbouw, eigen team. elke leerling op de juiste plek: 1. 2-jarige brugperiode. 2. Mavo/havo en atheneum brugklassen. 3. Onderwijs op maat en op niveau. perspectief: kwaliteit voor nu en voor de toekomst: 1. Mavo, havo en atheneum onderwijs. 2. Goede doorstroommogelijkheden: van mavo naar havo en van havo naar atheneum. 3. Door ontwikkelen van kennis, zelfstandigheid en leervaardigheden ontstaat een goede aansluiting op het vervolgonderwijs.
5
Begeleiding Mentoraat De mentor is de eerste aanspreekpersoon voor de leerling en de ouders. Op school ondersteunt de mentor de leerling en helpt hem/haar waar nodig. Aan het begin van het schooljaar zal de mentor zich persoonlijk aan ouders en leerlingen voorstellen. Mentoren: brugklas 1: RB1A RB1B RB1C RB1D brugklas 2: RB2A RB2B
Mw. I. Strijkers Dhr. R. Hamer Mw. A. Kuipers Mw. A. Römkens
RB2C RB2D
Mw. A. Bovens Dhr. P. Kleinjans Dhr. B. Uludag Mw. C. Friedman Mw. P. Forti
Mavo 3: RT3A RT3B RT3C
Mw. E. Tofohr Dhr. W. Ringens Dhr. S. Loock
Havo 3: RH3A
Dhr. F. Stijnen
Atheneum 3 RA3A Dhr. P. Wolters Mavo 4: RT4A RT4B RT4C
Mw. L. Bastiaens Dhr. M. Annema Dhr. A. Maassen
Havo 4: RH4A RH4B RH4C
Dhr. R. Hendrickx Mw. F. Peeters Dhr. F. van Kleef
Atheneum 4: RA4A Mw. I. Hofmann Havo 5: RH5A RH5B
Dhr. G. Smeets Mw. M. Leunissen
6
Atheneum 5: RA5A Dhr. D. Wertz/Dhr. P. Wolters Atheneum 6: RA6A Mw. M. Rassin
Overige leerlingenbegeleiding Remedial teacher Heeft de leerling leerproblemen bijv. dyslexie, waarbij de mentor of de vakdocent de leerling niet adequaat kan helpen, dan roept de mentor de hulp van de remedial teacher in. Deze helpt de leerling apart of in kleine groepjes bij reken- en taalproblemen. Leerlingenbegeleider Leerlingen die problemen hebben met zichzelf, in de thuis- of schoolsituatie of elders, kunnen op school hulp krijgen. Deze hulp kan op verzoek in strikte vertrouwelijkheid geboden worden. Leerlingen kunnen zich naast hun mentor en leerlingencoördinator ook wenden tot de leerlingenbegeleidster, mw. M. Joosten. Zorgcoördinator De zorgcoördinator geeft leiding aan het team van interne specialisten die met de leerling, waarbij zich problemen voordoen, aan de slag gaat. Hij/zij is tevens voorzitter van het O-Team. Hierin wordt na toestemming van de ouders met externe hulpverleners (maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg, leerplichtambtenaar, schoolarts) de hulpvraag van de leerling besproken en zal de interne en externe begeleiding van de leerling op elkaar worden afgestemd. De zorgcoördinatoren op Rombouts zijn mw. I. van Laar en mw. I. Strijkers. Decanen De schooldecanen begeleiden in samenwerking met de leerlingencoördinatoren, mentoren en docenten, de leerlingen bij het kiezen van profielen (vakkenpakketten) en het bepalen van studie- en beroepsrichtingen. De schooldecanen zijn dhr. M. Siebers voor het mavo en dhr. E. Thewissen voor het havo en het atheneum. Vertrouwenspersonen Op Rombouts zijn door de schoolleiding twee vertrouwenspersonen aangesteld. Deze kunnen op verzoek van de klager functioneren als aanspreekpunt, adviseur en bemiddelaar bij klachten. Deze vertrouwenspersonen zijn bereikbaar via het algemene telefoonnummer van de locatie: 045-5258616. De vertrouwenspersonen op Rombouts zijn: dhr. M. Annema
[email protected] mw. P. Forti
[email protected] Het bevoegd gezag van de stichting LVO heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld voor alle LVO-scholen (zie hiervoor ook de Reglementengids en de Klachtenregeling). Deze zijn bereikbaar via het telefoonnummer 046-4201212.
7
Lessentabellen Lessentabel onderbouw Vakken 1m/h 2m/h 2h/v ------------------------------------------------------------------------------------------------------Nederlands 4 3 3 Frans 2 3 3 Engels 3 3 3 Duits 2 2 2 aardrijkskunde 2 2 2 geschiedenis 2 2 2 levo 1 1 1 wiskunde 4 3 3 natuurkunde 2 2 biologie 2 2 2 economie 1 0 informatiekunde 1 1 1 *tekenen 1 1 1 *handenarbeid 1 1 1 *muziek 1 1 1 lichamelijke oefening 4 2 2 mentoruur 1 1 1 mens en gezondheid 1 1 1 rekenen 0,5 0,5 0,5 totaal 32,5 32,5 31,5 * keuze 1 uit 3 Lessentabel havo 3 en atheneum 3 Vakken ------------------------------------------------Nederlands 3 Frans 3 Duits 3 Engels 3 geschiedenis 2 aardrijkskunde 2 levo 1 wiskunde 3 natuurkunde 3 scheikunde 2 economie 2 *tekenen 2 *handvaardigheid 2 *muziek 2 lichamelijke oefening 2 mentoruur 1 totaal 36 * keuze 1 uit 3
8
Lessentabel mavo 3 en mavo 4 Vakken ------------------------------------------------------------Klas 3 Klas 4 Nederlands 4 4 Frans 3 3 Duits 3 4 Engels 3 3 geschiedenis 2 4 aardrijkskunde 2 3 maatschappijleer 0 2 levo 1 1 wiskunde 3 3 natuur/scheikunde1 3 4 natuur/scheikunde2 3 3 biologie 3 4 economie 3 4 kv1 1 0 *tekenen 2 0 *handenarbeid 2 4 *muziek 2 1 lichamelijke oefening 2 1 rekenvaardigheid 0,5 0,5 mentorles 1 0 * keuze 1 uit 3 op mavo 3
9
Lessentabellen 2e fase Gemeenschappelijk deel atheneum havo Vakken 4 5 6 4 5 --------------------------------------------------------------------------------------------------------Nederlands 3 3 3 4 3 Engels 2 3 4 3 3 Frans/Duits* 3 3 3 3 4 maatschappijleer 2 0 0 2 0 lichamelijke opvoeding 2 2 1 2 1 ckv 2 1 0 2 0 rekenen 0,5 0 0 0,5 0,5 *Op atheneum kiezen de leerlingen een tweede moderne vreemde taal in het gemeenschappelijk deel uit de vakken Duits en Frans.
Profiel Natuur en Techniek atheneum havo Vakken 4 5 6 4 5 --------------------------------------------------------------------------------------------------------wiskunde B 3 4 4 3 4 natuurkunde 3 3 3 3 4 scheikunde 3 3 3 4 3 informatica* 3 3 2 3 3 biologie* 2 3 4 3 4 *Een leerling dient één vak te kiezen uit de vakken informatica en biologie.
Profiel Natuur en Gezondheid atheneum havo Vakken 4 5 6 4 5 --------------------------------------------------------------------------------------------------------wiskunde A* 3 3 3 3 3 wiskunde B* 3 4 4 3 4 biologie 2 3 4 3 4 scheikunde 3 3 3 4 3 natuurkunde** 3 3 3 3 4 aardrijkskunde** 2 3 3 3 3 * Een leerling dient één vak te kiezen uit wiskunde A en wiskunde B. ** Een leerling dient één vak te kiezen uit natuurkunde en aardrijkskunde. Natuurkunde is alleen mogelijk in combinatie met wiskunde B.
10
Profiel Economie en Maatschappij atheneum havo Vakken 4 5 6 4 5 --------------------------------------------------------------------------------------------------------wiskunde A* 3 3 3 3 3 wiskunde B* 3 4 4 3 4 economie 3 3 3 4 3 geschiedenis 3 3 3 3 3 Frans** 3 3 3 3 4 Duits** 3 3 3 3 4 aardrijkskunde** 2 3 3 3 3 m&o** 2 3 3 3 3 * Een leerling dient één vak te kiezen uit wiskunde A en wiskunde B. ** Een leerling dient één vak te kiezen uit de vakken Frans, Duits, aardrijkskunde en m&o. Profiel Cultuur en Maatschappij atheneum havo Vakken 4 5 6 4 5 --------------------------------------------------------------------------------------------------------geschiedenis 3 3 3 3 3 wiskunde C* 3 3 3 wiskunde A* 3 3 3 3 3 Duits**/*** 3 3 3 3 4 Frans**/*** 3 3 3 3 4 tekenen**/*** 3 3 3 3 3 muziek**/*** 3 3 3 3 3 aardrijkskunde**/*** 2 3 3 3 3 economie**/*** 3 3 3 4 3 * Op atheneum is een leerling verplicht wiskunde C of wiskunde A te kiezen. ** Op havo moet een leerling minimaal een tweede moderne vreemde taal kiezen: Duits of Frans. Voorts moet hij een cultuurvak kiezen uit de vakken Duits, Frans, tekenen en muziek. Als afronding van zijn profiel kiest een leerling nog een maatschappijvak uit de vakken aardrijkskunde en economie. ***Op atheneum kiest een leerling een cultuurvak uit de vakken Duits, Frans, tekenen en muziek. Tevens moet een leerling een maatschappijvak kiezen uit de vakken aardrijkskunde en economie. Het vrije deel. In het vrije deel kan een leerling een nog niet-gekozen vak kiezen onder bepaalde voorwaarden.
11
Bevorderingsregels Aan het einde van het schooljaar beslist de lerarenvergadering of een leerling is bevorderd naar een hoger leerjaar. Algemeen In dit overzicht zijn de regels voor bevordering van het Romboutscollege verwoord, evenals een aantal meer algemene zaken met betrekking tot overgaan, bespreken, plaatsen en doubleren. Een leerling van wie het rapport aan het eind van het schooljaar niet voldoet aan de daarvoor geformuleerde eisen kan niet rechtstreeks worden bevorderd. Indien leerlingen niet rechtstreeks kunnen worden bevorderd en de behaalde cijfers van dien aard zijn dat de overgang bespreekbaar is, komen zij alsnog voor bevordering in aanmerking, als de vergadering van de lesgevende docenten van de klas daartoe besluit. Leerlingen die niet worden bevorderd, ontvangen een advies betreffende de voortzetting van hun studie. Dit advies kan als volgt luiden: • het is mogelijk om de studie voort te zetten in een hoger leerjaar van een andere afdeling, of • de studie kan beter worden voortgezet in hetzelfde leerjaar van een andere afdeling als de leerling niet kan worden toegelaten tot een hoger leerjaar van een andere afdeling, of • de leerling mag doubleren, maar kan niet worden toegelaten tot een hoger leerjaar van een andere afdeling, of • de leerling mag zijn opleiding niet voortzetten aan het Romboutscollege. De onderbouw Bevorderingsregels brugklassen Uitgangspunt: alle vakken tellen mee. De leerlingen ontvangen een dubbele rapportage. Leerlingen uit een mavo/havo brugklas ontvangen voor elk vak een rapportcijfer op mavoniveau en een rapportcijfer op havoniveau. Voor de overgang vanuit de mavo/havo brugklas geldt onderstaande norm: Om te worden bevorderd naar 2 mavo/havo, met advies mavo, geldt de volgende norm, uitgaande van het mavorapport: 1. Bij de vakken Nederlands en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3 of lager.
12
Om te worden bevorderd naar 2 mavo/havo, met advies havo, geldt de volgende norm, uitgaande van het havorapport: 1. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3. Bevorderingsregels tweede klassen Uitgangspunt: alle vakken tellen mee. De leerlingen ontvangen een dubbele rapportage. Leerlingen uit een mavo/havo klas ontvangen voor elk vak een rapportcijfer op mavoniveau en een rapportcijfer op havoniveau. Leerlingen uit een havo/atheneum klas ontvangen voor elk vak een rapportcijfer op havoniveau en een rapportcijfer op atheneumniveau. Voor de overgang vanuit de mavo/havo klas geldt onderstaande norm: Om te worden bevorderd naar mavo 3 geldt, uitgaande van het mavorapport: 1. Bij de vakken Nederlands en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3. Om te worden bevorderd naar havo 3 geldt, uitgaande van het havorapport: 1. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3. Voor de overgang vanuit de havo/vwo klas geldt onderstaande norm: Om te worden bevorderd naar havo 3 geldt, uitgaande van het havorapport: 1. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3. Om te worden bevorderd naar atheneum 3 geldt, uitgaande van het atheneumrapport: 1. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3 of lager. Bevorderingsregels mavo 3 Om te worden bevorderd naar mavo 4 geldt: 1. Bij de vakken Nederlands en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen.
13
2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen enkel vak mag beoordeeld zijn met het cijfer 3 of lager. 3. Voor de vakken die de leerling opneemt in het vakkenpakket geldt: de slaag-/zakregeling. Bevorderingsregels havo 3 en atheneum 3 Uitgangspunten: de leerlingen ontvangen een dubbele rapportage voor de vakken wiskunde (A en B) en natuurkunde (A en B). Om te worden bevorderd van havo 3 naar havo 4 dan wel van atheneum 3 naar atheneum 4 geldt: 1. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen mag op het rapport maximaal 1 verliespunt voorkomen. 2. Bij alle vakken samen mogen op het rapport maximaal 3 verliespunten voorkomen en geen 3 verliespunten bij een enkel vak. 3. Voor de vakken die de leerling opneemt in het vakkenpakket geldt: a. bij deze vakken mag maximaal 1 verliespunt voorkomen, en b. als wiskunde B gekozen wordt, dan moet het cijfer voor wiskunde B 6 of hoger zijn, en c. als natuurkunde gekozen wordt, dan moet het cijfer voor natuurkunde B 6 of hoger zijn, en d. als biologie gekozen wordt, dan moet het cijfer voor wiskunde (A of B) 6 of hoger zijn. De Tweede Fase Op het overgangsrapport: 1. Wordt bij het bevorderen van een leerling, overeenkomstig de slaag/zakregeling het combinatiecijfer gebruikt. 2. Worden de vakken, die onderdeel zijn van het combinatiecijfer, niet afgerond op een heel cijfer. Ze worden becijferd met een cijfer op één decimaal nauwkeurig. Pas na uitrekenen van het gemiddelde wordt het combinatiecijfer uitgedrukt in een heel cijfer. 3. Worden de overige vakken afgerond op een heel cijfer. Dit geldt ook voor ckv en lichamelijke opvoeding. De overgangsnorm luidt: een leerling wordt bevorderd: 1. Indien voor alle vakken, inclusief het combinatiecijfer, en uitgezonderd ckv en lichamelijke opvoeding: • alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of • er één 5 is en de overige eindcijfers 6 of hoger zijn, of • er één 4 is voor een vak (niet zijnde Nederlands, Engels, wiskunde of rekenen) en de overige eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle eindcijfers 6,0 is of hoger, of • er twee keer 5 of één keer 5 en één keer 4 (waarbij hoogstens één 5 in de groep van vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen) is gescoord en de overige eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle eindcijfers 6,0 of hoger is en
14
2. Indien geen van de eindcijfers van onderdelen van het combinatiecijfer lager is dan 3,5 en 3. Indien ckv en lichamelijke opvoeding zijn beoordeeld met 6 of hoger.
Nadere regels In het eerste en tweede leerjaar van de onderbouw kan er (bijzondere omstandigheden daargelaten) niet worden gedoubleerd. Aan het einde van het eerste leerjaar wordt een leerling bevorderd naar mavo 2, havo 2. De leerlingen worden vervolgens geplaatst in brugklas 2. Leerlingen die niet bevorderd worden vervolgen hun studie elders, in een lagere leerweg dan het mavo. Aan het einde van het tweede leerjaar wordt een leerling bevorderd naar mavo 3, havo 3 of atheneum 3. Leerlingen die niet bevorderd worden vervolgen hun studie elders, in een lagere leerweg dan het mavo. In deze regeling wordt gesproken over verliespunten. Bij het bepalen van het aantal verliespunten worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: • het cijfer 5 telt als 1 verliespunt; • het cijfer 4 telt als 2 verliespunten; • het cijfer 3 telt als 3 verliespunten. Op de rapporten in de leerjaren 1, 2 en 3 mavo, havo en atheneum worden geen cijfers lager dan 3 vermeld. Op de rapporten in de overige leerjaren kunnen wel cijfers voorkomen die lager zijn dan het cijfer 3, omdat in deze leerjaren cijfers worden gegeven conform de regeling die is opgenomen in het PTA van de betreffende afdeling. Ook in de cijferoverzichten kunnen cijfers lager dan 3 voorkomen, omdat een cijferoverzicht de feitelijke weergave is van alle in het betreffende schooljaar behaalde cijfers. Op het overgangsrapport worden uitsluitend hele getallen gebruikt, op de overige rapporten worden cijfers gegeven in 1 decimaal.
Toetsen en rapporteren Het leerlingenstatuut vermeldt het minimum aantal toetsen die per schooljaar en per trimester of periode afgenomen worden en de regels omtrent deze toetsen. Leerlingen van de leerjaren mavo 3 en 4 en van de 2e fase ontvangen een overzicht van hun toetsen in de vorm van een PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting), dat elk schooljaar voor 1 oktober ter hand wordt gesteld. De rapportage geschiedt voor de niet-examenklassen drie maal per jaar. Daarnaast hebben ouders en leerlingen de mogelijkheid om de ontwikkeling van de resultaten per vak te volgen middels het programma Magister.
15
Contacten met ouders Het schooljaar start steeds met informatieavonden voor ouders/verzorgers en leerlingen, waarbij ook kennis gemaakt wordt met de mentor van de leerling. Voor de ouders/verzorgers is de mentor het eerste aanspreekpunt voor alle zaken diede leerling betreffen. In de loop van het jaar wordt tenminste twee maal (voor de onderbouw zelfs 3 maal) een gespreksavond gepland. Voor dringende zaken kunnen de ouders/verzorgers in de loop van het jaar altijd contact opnemen met de mentor van hun kind, de leerlingencoördinator of met anderen die nodig zijn voor het geluk en welzijn of voor de prestaties van hun kind. U dient hiervoor telefonisch of per mail een afspraak te maken met de betreffende persoon. Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit een School Examen (SE) en een Centraal Examen (CE). De cijfers voor beide examens worden afgerond tot een heel gemiddeld eindcijfer. Een en ander staat uitgebreid vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting. Ook op de informatieavond aan het begin van het schooljaar ontvangen ouders/verzorgers hierover nadere informatie. Bij het eindexamen hoort ook een strakke tijdsplanning. Deze treffen de ouders/verzorgers aan in de jaarplanning. Deze planning wordt in het 1e trimester van het schooljaar uitgedeeld en is ook te vinden op onze website. Rendementen over de afgelopen 3 jaren van de verschillende afdelingen De onderstaande tabel geeft een overzicht van de percentages geslaagden per afdeling.
2012-2013 2013-2014 2014-2015
mavo-4 91% 88% 79 %
havo-5 84 % 80 % 72 %
vwo-6 75 % 84 % 80 %
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de percentages bevorderde leerlingen per schooljaar.
2012-2013 2013-2014 2014-2015
mavo-2/havo-2 98 % 90% 96%
mavo-3 90 % 92% 95%
2012-2013 2013-2014 2014-2015
havo-2/vwo-2 100 % 100 % 98%
vwo-3 96 % 95 % 96%
vwo-4 90 % 100 % 100%
vwo-5 96 % 100 % 95%
De leerlingen die bevorderd zijn naar een andere schoolsoort zijn meegeteld.
16
Doorstroom vanuit de brugklas De onderstaande tabel geeft een overzicht van de doorstroom van onze brugklasleerlingen naar de verschillende schooltypen op het Romboutscollege. Het cijfer geeft steeds het naar die klas bevorderde percentage brugklassers aan.
2012-2013 2013-2014 2014-2015
mavo-2/havo-2 63 % 57 % 70%
havo-2/vwo-2 37 % 43 % 30%
totaal 100 % 100 % 100%
17
Opbrengstenkaart
18
Lestijden normale lessen Lesuur 1: 8.30 - 9.20 uur 2: 9.20 - 10.10 uur Pauze 10.10 - 10.30 uur Lesuur 3: 10.30 - 11.20 uur 4: 11.20 - 12.10 uur Pauze 12.10 - 12.40 uur Lesuur 5: 12.40 - 13.30 uur 6: 13.30 - 14.20 uur Pauze 14.20 - 14.30 uur Lesuur 7: 14.30 - 15.20 uur 8: 15.20 - 16.10 uur
verkorte lessen Lesuur 1: 8.30 - 9.10 uur 2: 9.10 - 9.50 uur 3: 9.50 - 10.30 uur Pauze 10.30 - 10.50 uur Lesuur 4: 10.50 - 11.30 uur 5: 11.30 - 12.10 uur
Wijzigingen in het dagrooster staan vermeld op de website: www.rombouts-lvo.nl/roosters. Vakantierooster 26 oktober t/m 30 oktober 21 december t/m 1 januari 8 februari t/m 12 februari 28 maart 25 april t/m 6 mei 16 mei 25 juli t/m 2 september
herfstvakantie kerstvakantie carnavalsvakantie paasmaandag meivakantie pinkstermaandag zomervakantie
De jaarplanning staat op onze website: www.rombouts-lvo.nl
19
LEERLINGENSTATUUT A. ALGEMEEN Artikel 1
Betekenis
Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van leerlingen. Het leerlingenstatuut biedt de mogelijkheid de rechtspositie van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren.
Artikel 2
Begrippen
In dit statuut wordt bedoeld met: • de school: het Romboutscollege LVO-Parkstad te Brunssum; • leerlingen: alle leerlingen die op de school staan ingeschreven; • ouders: ouders van leerlingen van de school, voogden, feitelijke verzorgers of gelijkgestelden; • personeel: al degenen, die aan de school zijn benoemd; • onderwijs ondersteunend personeel: personeelsleden van de school niet zijnde leden van de schoolleiding, niet zijnde docenten, met een andere taak dan lesgeven; • docenten: personeelsleden met een onderwijsgevende taak; daaronder mede begrepen eventuele aanstaande leraren, die als stagiaires in de school les geven; • schoolleiding: locatiedirecteur en sectordirecteur; • centrale directie: tweehoofdige bovenschoolse directie met een aantal bij volmacht (mandaat) door het College van Bestuur toegekende bevoegdheden; • bevoegd gezag: de stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs; • leerlingenraad: een uit leerlingen samengestelde geledingenraad. De leerlingenraad handelt bij en krachtens een leerlingenraadreglement; • medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van de school, als bedoeld in artikel 3 van de WMS; • geleding: de volgende groeperingen binnen de school: personeel, leerlingen, ouders; • klachtencommissie: een commissie die als beroepsinstantie dient bij klachten die betrekking hebben op de school. Ouders, leerlingen en personeelsleden kunnen bij de klachtencommissie een klacht indienen over gedragingen of beslissingen van het bevoegd gezag of het personeel, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen; • mentor: docent die belast is met de begeleiding van een leerling of een groep leerlingen gedurende het schooljaar; • leerlingencoördinator: docent die als speciale taak heeft de leerlinggerichte zaken van een bepaalde afdeling of jaarlaag; • vertrouwenspersoon: personeelslid die op verzoek van een klager kan functioneren als aanspreekpunt, adviseur en bemiddelaar bij klachten; • les: een in het rooster opgenomen onderwijsactiviteit: klassikale instructie, begeleiding, practicum etc.; • corvee: werkzaamheden van huishoudelijke aard: zoals het prikken van papier of het aanvegen van overblijfruimtes. N.B. De in dit document gebruikte aanduidingen leerling, docent etc. worden steeds gebruikt voor zowel vrouwelijke als mannelijke personen.
20
Artikel 3
Procedure
Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld, respectievelijk gewijzigd door het bevoegd gezag. Het voorstel daartoe behoeft de instemming van de geleding leerlingen van de medezeggenschapsraad. Een voorstel tot wijziging kan tevens door de leerlingenraad, tien leerlingen, tien ouders of de schoolleiding worden ingediend.
Artikel 4
Geldigheidsduur
Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld door het bevoegd gezag. Daarna wordt het opnieuw besproken in alle geledingen en weer, al dan niet gewijzigd of aangevuld, voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Indien geen bespreking plaatsvindt, wordt het leerlingenstatuut geacht opnieuw voor twee schooljaren te zijn vastgesteld, maar moet het wel opnieuw aan de medezeggenschapsraad (geleding leerlingen) ter instemming worden voorgelegd.
Artikel 5
Toepassing
Het leerlingenstatuut is van toepassing op en bindend voor de leerlingen, de ouders, het personeel en het bevoegd gezag, onverminderd hetgeen geldt bij of krachtens de wet of de inhoud van de akte van benoeming van het personeel.
Artikel 6
Publicatie
Het leerlingenstatuut staat op de website. Op verzoek van de leerling/ouder kan hiervan een papieren versie ter beschikking worden gesteld. Daarnaast wordt een exemplaar op school in volledige vorm voor iedereen ter inzage gelegd.
21
B. GRONDRECHTEN Artikel 7
Vrijheid van uiterlijk
7.1 Een ieder heeft vrijheid van uiterlijk, zolang daarbij de fatsoensnorm, de doelstelling en grondbeginselen van de school en de bepalingen van de wet in acht worden genomen. 7.2. De schoolleiding heeft de bevoegdheid voorschriften te geven en te wijzigen ter zake van uiterlijk en kleding van de leerlingen. Een leerling mag niet uit de les verwijderd worden op grond van zijn uiterlijk, mits dit een verzorgde indruk maakt. De leerling dient zorg te dragen voor correcte kleding, die in geen enkel opzicht aanstootgevend is (zulks ter beoordeling van de schoolleiding). In voorkomende gevallen behoudt de schoolleiding zich het recht voor om leerlingen naar huis te sturen om hun kleding aan te passen aan de gangbare opvattingen dienaangaande. Indien een leerling naar huis gestuurd wordt, worden de ouders van te voren hierover ingelicht. 7.3 De school kan alleen bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze kleding aan bepaalde gebruiks- of veiligheidseisen moet voldoen. De vakdocent controleert of de kleding voldoet aan de gestelde eisen. 7.4 Voor de lessen lichamelijke opvoeding kan de school, onverminderd het bepaalde in het vorige lid, verder alleen een bepaalde kleur of kleurstelling van de kleding en dus niet een bepaald exemplaar verplicht stellen. Voor de lessen lichamelijke opvoeding geldt: wit shirt en zwarte broek.
Artikel 8
Recht op informatie
De leerlingen, wettelijk vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad, dienen geïnformeerd te worden over alle belangrijke zaken die spelen bij het schoolbeleid. Daarnaast zal de schoolleiding alles in het werk stellen om de juiste informatie steeds aan de betrokken leerlingen door te geven.
Artikel 9
Recht op privacy
Ten aanzien van de gegevens die worden opgenomen in de leerlingenadministratie en de daarbij in acht te nemen privacy, geldt hetgeen is bepaald in het door de centrale directie vastgestelde reglement, op basis van de wet Bescherming Persoonsgegevens.
Artikel 10
Vrijheid van meningsuiting
10.1. Iedere leerling heeft de vrijheid zijn mening op school te uiten en dient daarbij de identiteit en de doelstelling van de school te respecteren. Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn worden niet toegestaan.
22
10.2. Iedere leerling die zich door een ander beledigd of gediscrimineerd voelt kan handelen volgens de in artikel 26.2 aangegeven procedure.
Artikel 11
Bijeenkomsten (vrijheid van vergadering)
11.1 De leerlingen hebben het recht na voorafgaande aankondiging te vergaderen over zaken aangaande het schoolgebeuren en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de school. 11.2 De schoolleiding is bevoegd een bijeenkomst van leerlingen te verbieden, indien deze een onwettig karakter heeft en/of het schoolbelang schaadt of indien deze het volgen van de lessen door de leerlingen verhindert. 11.3 Anderen dan leerlingen worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen, als de leerlingen en schoolleiding dat toestaan. De schoolleiding kan in het belang van de school de voorwaarde stellen, dat een lid van het personeel aanwezig is. 11.4 De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen, een en ander binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. 11.5 De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. 11.6 De gebruikers zijn verantwoordelijk en gezamenlijk en/of hoofdelijk aansprakelijk voor eventuele schade.
23
C. REGELS OVER HET ONDERWIJS Artikel 12
Het verzorgen van onderwijs door docenten
12.1 De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om goed onderwijs te geven. 12.2 Als een lid van het personeel naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult en men wil zich daarover beklagen dan kan dat bij de betrokkene aan de orde worden gesteld. Wendt/wenden hij/zij zich tot de betrokkene en levert dit geen bevredigend resultaat op dan kunnen achtereenvolgens de mentor, de leerlingencoördinator en een lid van de schoolleiding worden ingeschakeld. Deze neemt vervolgens contact op met degene tegen wie bezwaar is gemaakt om te proberen tot een aanvaardbare oplossing te komen. Betreft de klacht een lid van de schoolleiding dan wordt de klacht gedeponeerd bij het bevoegd gezag. 12.3 De mentor, de leerlingencoördinator resp. de schoolleiding c.q. het bevoegd gezag geeft een mondelinge of schriftelijke reactie op de klacht. Is deze reactie naar het oordeel van de leerling(en) of het personeelslid niet afdoende, dan kan bij de klachtencommissie een klacht worden ingediend.
Artikel 13
Het volgen van onderwijs door leerlingen
13.1 De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. Indien de leerling voor een bepaald programma heeft gekozen dient hij de daaruit voortvloeiende taken zo goed mogelijk en binnen de daarvoor vastgestelde tijd te verrichten. 13.2 De leerling heeft de plicht mee te werken aan een goede werk- en leefsfeer in de school. Hij houdt zich daarbij aan het leerlingenreglement. Dit leerlingenreglement wordt ieder jaar zo nodig aan de actuele ontwikkelingen aangepast. 13.3 Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort of verhindert kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. De leerling dient zich dan te melden bij de brugplein 1. 13.4 Een docent kan een leerling slechts voor de duur van één lesuur (of twee lesuren in geval van een zgn. blokuur) verwijderen.
Artikel 14
Onderwijstoetsing
NB: Zowel in de Examenregeling als in het Programma van Toetsing en Afsluiting staan de nodige afspraken over onderwijstoetsing. Die afspraken worden hier niet allemaal opnieuw vermeld, maar gelden natuurlijk wel. Mocht een afspraak over toetsing in het leerlingenstatuut strijdig zijn met examenregeling of PTA, dan hebben de regels uit de laatste twee voorrang.
24
14.1 Toetsing van de leerstof kan geschieden door middel van: a. oefentoetsen. Een oefentoets is uitsluitend bedoeld om de leerlingen en de leraar inzicht te geven in hoeverre de leerling de lesstof begrepen en/of geleerd heeft. De oefentoets kan ook onverwacht worden gehouden. Van een oefentoets kan het cijfer niet worden meegeteld voor het rapport; b. beoordelingsopdrachten en toetsen: a. mondelinge of schriftelijke overhoringen; b. proefwerken/repetities; c. werkstukken; d. vaardigheidstoetsen (bijv. gespreks-/luistervaardigheidstoetsen); e. spreekbeurten; f. practica; g. teksten met vragen; h. lesprestaties; i. huiswerkcontrole. 14.2 Van een beoordelingsopdracht of toets moet het karakter van tevoren duidelijk zijn. De normen voor de beoordeling worden door de leraar aan de leerlingen meegedeeld en zo nodig toegelicht. Bij gecoördineerde proefwerken worden de normen vastgesteld via overleg van betrokken docenten. 14.3 Een overhoring c.q. controle van huiswerk betreft de lesstof van maximaal 2 lessen voorafgaande aan de afname van de overhoring en kan zonder vooraankondiging gehouden worden. Van een overhoring telt het cijfer over het algemeen genomen minder zwaar mee voor het bepalen van het rapportcijfer dan dat van een proefwerk. 14.4 Een proefwerk/repetitie wordt tenminste één week van tevoren opgegeven. Het cijfer voor een proefwerk/repetitie weegt over het algemeen genomen zwaarder dan dat voor een overhoring. 14.5 In de week voorafgaande aan de proefwerkweek (proefwerkvrije zone) is het niet mogelijk om proefwerken te geven, die voor de leerlingen voorbereiding vereisen, tenzij in overleg met de schoolleiding. Huiswerkoverhoringen mogen wel worden afgenomen; deze overhoringen dienen dan alleen het reguliere huiswerk te betreffen (dus niet de stof van de afgelopen maand, of iets dergelijks). 14.6 Een leerling mag buiten de proefwerkweken slechts twee proefwerken per schooldag krijgen, met een maximum van 6 per week. Voor de 1e BK geldt een maximum van 1 proefwerk per dag. Voor de klassen 1 t/m 3 geldt een maximum van 5 per week. Bij herkansing mag men afwijken van deze regel. LET OP: Voor de gehele school geldt dat proefwerken in het Magistersysteem vermeld dienen te worden. Staan ze er niet in, dan zijn ze er ook niet. Indien er ten onrechte meer dan twee proefwerken aan een klas blijken te zijn opgegeven, dienen die proefwerken doorgang te vinden, die het eerst aan de klas/groep zijn meegedeeld. 14.7 Een proefwerk mag alleen de behandelde lesstof bevatten. Tussen het afronden van de stof en het proefwerk dient het stellen van vragen mogelijk te zijn. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en het proefwerk. Proefwerken worden op afspraak
25
met de docent gemaakt. Wanneer er moeilijkheden zijn om tot een afspraak te komen bemiddelt de leerlingencoördinator of de schoolleiding. Overhoringen kunnen onbeperkt gegeven worden. 14.8 Een docent maakt de uitslag van een proefwerk of overhoring bekend binnen tien schooldagen nadat de toets is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, dit ter beoordeling van de schoolleiding. 14.9 Indien een proefwerk of overhoring voortbouwt op een vorig proefwerk of overhoring dan kan dat proefwerk of die overhoring slechts worden afgenomen als het voorgaande proefwerk of overhoring besproken is en het daarvoor behaalde cijfer bekend is. 14.10 Een proefwerk wordt altijd nabesproken in de les. Overgangsproefwerken vormen hierop een uitzondering; zie echter ook onder artikel 14.11. 14.11 Een leerling heeft het recht op inzage in een gemaakte toetsing, nadat deze is beoordeeld. Voor de toetsen van de laatste proefwerkweek geldt dat deze kunnen worden ingezien tot en met de eerste week van het nieuwe schooljaar. 14.12 Van een werkstuk, spreekbeurt, practicum, het lezen van boeken e.a. dient van tevoren bekend te zijn aan welke normen dit moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het niet of te laat verzorgen resp. inleveren ervan. 14.13 Een leerling die het niet eens is met de beoordeling van een toetsing, tekent eerst bezwaar aan bij de docent. Wanneer blijkt dat er bij de correctie en beoordeling vergissingen gemaakt zijn, heeft de leerling er recht op, dat deze hersteld worden. Het cijfer kan bijgesteld worden. Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan kan binnen drie schooldagen de beoordeling gemotiveerd en schriftelijk aan de schoolleiding worden voorgelegd. Na uitspraak is beroepsgang via de klachtencommissie mogelijk. 14.14 Een gemiste toets(vooraf aangekondigde; geldt niet voor huiswerk, overhoringen of dergelijke) dient in principe te worden ingehaald. De leerling moet hiervoor contact opnemen met de docent. Een leerling die met een voor de docent of schoolleiding geldige reden niet heeft deelgenomen aan een toetsing heeft recht alsnog getoetst te worden op een in overleg met de docent te bepalen tijdstip. De leerlingencoördinator, dan wel de examencommissie bepaalt welke sancties er staan op het door onrechtmatige afwezigheid missen van toetsen. 14.15 Wanneer door absentie van de betrokken docent een proefwerk geen doorgang kan vinden en de docent bij het begin van zijn afwezigheid geen nieuwe datum heeft vastgesteld, wordt in de eerstvolgende les in overleg met de betrokken klas een nieuwe datum vastgesteld. 14.16 De zwaarste sanctie op elke vorm van fraude voor, tijdens of na afloop van een toetsing is het toekennen van het cijfer 1. 14.17 Het laagste toe te kennen cijfer voor welke vorm van toetsing dan ook is het cijfer 1.
26
Artikel 15
Rapporten
15.1 Een rapport geeft de leerling en zijn ouders tenminste een overzicht van het voortschrijdend gemiddelde voor alle vakken tot die periode. Het rapport is gericht aan de ouders of gelijkgestelden, tenzij de leerling meerderjarig is. Ten aanzien van minderjarige leerlingen is bij inlevering de handtekening van één van de ouders vereist. 15.2 Om een zo groot mogelijke duidelijkheid te bereiken over de rapportcijfers, zal de docent in het begin van het schooljaar de leerlingen mededelen hoe de rapportcijfers tot stand komen en welk gewicht de verschillende proefwerken, mondelinge beurten etc. hebben. 15.3 Een rapportcijfer mag, behalve bij zogenaamde één-uursvakken, niet op grond van slechts één proefwerk, werkstuk of spreekbeurt per periode/trimester worden vastgesteld dan in overleg met de schoolleiding. 15.4 Indien de leerling, de ouders of de docent(-en) dit wenst/wensen wordt het rapport besproken.
Artikel 16
Bevordering
16.1 Van te voren dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar.
Artikel 17
Verwijdering op grond van leerprestaties
17.1 Het is niet toegestaan een leerling op grond van onvoldoende leerprestaties gedurende het schooljaar van school te sturen. De schoolleiding kan aan een leerling wel een advies geven zich voor een andere school of andere afdeling in te schrijven. 17.2 Wanneer een leerling onder normale omstandigheden twee keer in eenzelfde leerjaar, resp. in twee opeenvolgende leerjaren blijft zitten, besluit de vergadering van docenten, dat hij de desbetreffende school of afdeling definitief moet verlaten. Indien het een leerplichtige leerling betreft kan dit niet geschieden dan nadat de leerling de toezegging heeft gekregen dat hij elders wordt toegelaten of nadat hij van de leerplicht is vrijgesteld.
27
Artikel 18
Huiswerk
18.1 De docenten zorgen voor een redelijke totale belasting aan huiswerk. Hierbij worden voor een gemiddelde leerling de volgende normen aangehouden: voor de klassen 1 en 2: 2 uur huiswerk per dag, voor de hogere klassen: 3 uur huiswerk per dag.
18.2 De leerling die om enige reden niet in de gelegenheid is geweest het huiswerk te maken, meldt dit bij de aanvang van de les aan de docent. Indien de docent van de leerling de reden waarom de leerling het huiswerk niet heeft kunnen maken niet aanvaardbaar acht kan de docent een redelijke straf (zie ook onder artikel 28.1) opleggen. Indien de leerling het niet eens is met deze maatregel, kan hij in beroep gaan bij achtereenvolgens de mentor, de leerlingencoördinator of de schoolleiding. 18.3 Voor de eerste schooldag na een vakantie van minimaal één week mag geen huiswerk of proefwerk opgegeven worden.
28
D. REGELS VOOR DE SCHOOL ALS ORGANISATIE Artikel 19
Toelating
19.1 Het bevoegd gezag, gehoord de medezeggenschapsraad, stelt op voorstel van de schoolleiding de criteria vast op grond waarvan een aspirant-leerling kan worden toegelaten tot de school, tot een bepaalde schoolafdeling en tot een bepaald leerjaar. 19.2 De schoolleiding stelt een toelatingscommissie samen die de schoolleiding adviseert over de toelating van aspirant-leerlingen. Deze commissie kan ook een beslissingsbevoegdheid worden toegekend. 19.3 De schoolleiding draagt zorg voor voldoende informatie over de gang van zaken op school aan de aspirant-leerling en zijn ouders. 19.4 Als een aspirant-leerling niet wordt toegelaten, dan deelt de schoolleiding dit besluit onder opgave van redenen schriftelijk aan de betreffende aspirant-leerling en aan diens ouders mee. 19.5 De aspirant-leerling en de ouders kunnen bij het bevoegd gezag binnen dertig dagen na dagtekening van de in artikel 19.4 genoemde mededeling schriftelijk om een herziening van deze beslissing vragen. 19.6 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de schoolleiding, verneemt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen dertig dagen na het ontvangen van het verzoek om herziening een beslissing al dan niet na het horen van deskundigen. De schoolleiding kan zich over het herzieningsverzoek eerst uitspreken nadat de leerling, en indien deze minderjarig is ook zijn ouders zijn gehoord en deze inzage hebben gehad in alle betreffende regels, adviezen en rapporten. 19.7 De leerling heeft bij de start van het schooljaar recht op informatie over de levensbeschouwelijke grondslag van de school en over de les- en leerprogramma’s. Van de leerling wordt verwacht, dat hij de levensbeschouwelijke grondslag onderschrijft of tenminste respecteert.
Artikel 20
Schoolkrant
20.1 De schoolkrant is op de eerste plaats bestemd voor leerlingen, maar is ook beschikbaar voor andere geledingen. 20.2 De schoolleiding heeft in overleg met de redactie van de schoolkrant een redactiestatuut vastgesteld, waarin onder meer de mate van verantwoordelijkheid van de redactie voor de inhoud van de schoolkrant en de faciliteiten daarvoor worden geregeld.
29
20.3 De schoolleiding is bevoegd om met opgaaf van reden en in overleg met de redactie een nummer van de schoolkrant of een stuk eruit te wijzigen of verschijning ervan te verbieden, indien dit in strijd is met de grondslag of doelstelling van de school, een discriminerende of beledigende inhoud bevat dan wel iemands privacy schaadt. 20.4 Een leerling kan op grond van zijn/haar activiteiten in de schoolkrantredactie niet benadeeld worden in welke vorm dan ook.
Artikel 21
Aanplakborden
Er is een publicatiebord waarop de leerlingenraad, de schoolkrantredactie en eventuele leerlingencommissies, zonder toestemming van de schoolleiding vooraf, mededelingen en affiches van niet-commerciële aard kunnen ophangen, tenzij de inhoud daarvan redelijkerwijs in strijd geacht kan worden met de grondslag of doelstelling van de school, er sprake is van uitlatingen van discriminerende of beledigende aard of schending van iemands privacy. Na verlof van de schoolleiding heeft ook de individuele leerling het recht mededelingen op het publicatiebord op te hangen.
Artikel 22
Recht op medezeggenschap en Leerlingenraad
22.1 In de geleding ouders/leerlingen van de MR hebben de leerlingen rechtstreeks medezeggenschap over het schoolbeleid. 22.2 Aan de school is verder een leerlingenraad verbonden. De leerlingenraad handelt bij en krachtens een reglement leerlingenraad. 22.3 Een leerlingenraad is bevoegd desgevraagd of eigener beweging advies uit te brengen aan de schoolleiding en de medezeggenschapsraad, met name over die aangelegenheden die de leerlingen in het bijzonder aangaan. 22.4 Voor activiteiten van de leerlingenraad worden door de schoolleiding drukfaciliteiten, apparatuur en andere materialen in redelijke mate ter beschikking gesteld in overleg met de schoolleiding en voor activiteiten, die betrekking hebben op de school. 22.5 Leden van de leerlingenraad kunnen voor hun werkzaamheden aan de schoolleiding om vrijstelling van het volgen van lessen vragen. 22.6 Een leerling kan op grond van zijn/haar activiteiten in de leerlingenraad niet benadeeld worden, in welke vorm dan ook.
30
Artikel 23
Leerlingenadministratie en privacybescherming
23.1 In het belang van de leerling is bovendien nog geregeld dat: • de leerling aan personeelsleden vertrouwelijke informatie mag verstrekken, waarover het betrokken personeelslid een zwijgrecht heeft; • personeelsleden ook contacten mogen onderhouden met de ouder die daartoe door de leerling in het bijzonder is aangewezen. Het feit, dat een personeelslid zwijgrecht heeft betekent niet dat hij de plicht heeft te allen tijde te zwijgen over de vertrouwelijke informatie. Het personeelslid moet dan tevoren duidelijk maken dat hij niet aan een zwijgplicht kan voldoen. 23.2 Het personeel is gerechtigd ook contact te onderhouden met de ouder die daartoe door de leerling niet is aangewezen. Een en ander tenzij de betreffende ouder krachtens gerechtelijke beslissing van dat contact is uitgesloten.
23.3 Om deskundigheid van docenten en verbetering van het pedagogisch klimaat te bevorderen, kunnen er filmopnames gemaakt worden. Deze opnames zijn alleen voor intern gebruik. Ten aanzien van de gegevens die worden opgenomen in de leerlingenadministratie en de daarbij in acht te nemen privacy geldt hetgeen is bepaald in het door het bevoegd gezag op grond van de wet persoonsregistratie vastgestelde privacyreglement. 23.4 Gegevens van leerlingen worden opgenomen in een leerlingenregister (leerlingendossier). 23.5 Het leerlingenregister (leerlingendossier) staat onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding. 23.6 De schoolleiding wijst een onderwijs ondersteunend personeelslid aan dat verantwoordelijk is voor het dagelijks beheer. 23.7 De leerling, over wie door derden zakelijke informatie ten behoeve van aanmelding of sollicitatie is gevraagd, wordt van het gegeven antwoord op de hoogte gesteld. Dit geldt ook als de leerling de school als referentie opgeeft. De docent die als referent wordt opgegeven dient van tevoren gevraagd te worden. 23.8 Het bevoegd gezag, gehoord de medezeggenschapsraad, geeft op voorstel van de schoolleiding aan welke gegevens van een leerling in het leerlingenregister opgenomen worden. 23.9 Een leerling, en indien minderjarig (i.c. de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt hebbend) zijn ouders/verzorgers/wettelijke vertegenwoordigers, heeft de bevoegdheid tot inzage van de gegevens die over hem en/of zijn ouders genoteerd zijn en het doen van voorstellen aan de schoolleiding om correcties aan te brengen.
31
23.10 De schoolleiding geeft binnen vijf schooldagen aan de betrokkene(n) te kennen of de gewenste correcties al dan niet uitgevoerd zullen worden. 23.11 Indien de betrokkene(n) niet tevreden is/zijn met het antwoord van de schoolleiding kan/kunnen de betrokkene(n) zich direct wenden tot de commissie van toezicht (zie privacyreglement). 23.12 Het leerlingenregister is toegankelijk voor de: • schooldecaan; • schoolleiding; • mentor; • leerlingencoördinator; • remedial teacher; • zorgcoördinator; • intaker; • vertrouwenspersonen; • administratieve medewerkers. Verder heeft niemand toegang tot het leerlingenregister, behoudens met uitdrukkelijke toestemming van de schoolleiding en van de leerling; indien de leerling minderjarig is, is ook toestemming van de ouder(s) vereist. 23.13 De leden van de commissie van toezicht hebben recht van inzage in de betreffende genoteerde gegevens gedurende de behandeling van de klacht indien dit noodzakelijk is. 23.14 Behoudens wettelijke voorschriften worden de gegevens over een leerling vernietigd, nadat de leerling de school heeft verlaten. 23.15 Het privacyreglement maakt na vaststelling door het bestuur deel uit van het leerlingenstatuut. 23.16 De schoolleiding is bevoegd om kluisjes onaangekondigd te laten openen (zie ook het leerlingenreglement). De school opent alleen een kluisje indien: • de leerling dit vraagt omdat zijn sleutel vergeten is; • er een verdenking bestaat dat er spullen aanwezig zijn die in strijd zijn met de schoolregels. Opening van een kluisje vindt dan plaats in het bijzijn van de leerling, een lid van de schoolleiding en een (school)agent; • de politie/schoolagent hierom verzoekt. De directie geeft dan toestemming tot het openen van kluisjes buiten aanwezigheid van de leerlingen; • aan het einde van het schooljaar als de kluisjes opnieuw uitgegeven worden c.q. gerangschikt worden voor nieuw gebruik.
32
Artikel 24
Orde
24.1 Het bevoegd gezag stelt, met inachtneming van het in het medezeggenschapsreglement gestelde, op voorstel van de schoolleiding per locatie een leerlingenreglement vast, dat via de website wordt bekend gemaakt . 24.2 Leidraad bij het opstellen van een leerlingenreglement zijn redelijkheid, gelijkheid en rechtszekerheid. 24.3 Het leerlingenreglement dient door alle geledingen van de school tijdens de schooluren in de schoolgebouwen en op enig ander terrein van de school of door de school gebruikt terrein te worden nageleefd. 24.4 Het leerlingenreglement behoudt zijn geldigheid ook bij buitenschoolse activiteiten. 24.5 Het leerlingenreglement maakt na vaststelling door het bestuur deel uit van het leerlingenstatuut.
Artikel 25
Schade en aansprakelijkheid
25.1 Ten aanzien van aansprakelijkheid bij door of aan leerlingen toegebrachte schade gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 25.2 De ouders van een minderjarige leerling, die schade heeft veroorzaakt, worden hiervan door of vanwege de school in kennis gesteld en aangesproken. De meerderjarige leerling wordt persoonlijk aangesproken. 25.3 Tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw, eigendommen van de school of eigendommen van derden, kunnen door de schoolleiding strafmaatregelen worden getroffen.
Artikel 26
Ongewenste intimiteiten
26.1 Het bevoegd gezag treft, met inachtneming van het in het medezeggenschapsreglement gestelde, maatregelen om ongewenste intimiteiten binnen de school te voorkomen en er zo nodig passend op te kunnen reageren. 26.2 Indien een leerling zich gekwetst voelt door een ongewenste intimiteit van de zijde van medeleerlingen of personeel, kan hij zich wenden tot de mentor, de leerlingencoördinator, de leerlingbegeleider of tot de vertrouwenspersonen. De regeling vertrouwenspersonen Stichting LVO is op te vragen via het schoolsecretariaat, of te downloaden van www.stichtinglvo.nl > LVO > Regelingen > Vertrouwenspersonen.
33
Artikel 27
Aanwezigheid
27.1 Leerlingen zijn verplicht het onderwijs volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er voor een bepaald vak een andere regeling is getroffen. 27.2 Leerlingen kunnen bij de schoolleiding incidentele wijzigingen in het dagrooster voorstellen. 27.3 Het bevoegd gezag stelt, met inachtneming van het in het medezeggenschapsreglement gestelde, op voorstel van de schoolleiding een regeling vast ten aanzien van de aanwezigheid van leerlingen tijdens pauzes, lesuitval en roostervrije uren. 27.4 Voor lesverzuim (gedurende een bepaalde periode)door ziekte of andere oorzaken gelden de procedures zoals deze zijn beschreven in het verzuimprotocol. Het verzuimprotocol wordt als bijlage toegevoegd aan het leerlingenstatuut. 27.5 De leerlingencoördinator of de schoolleiding beoordeelt de geldigheid van het verzuim. 27.6 Voor verlof gedurende een bepaalde periode dient vooraf toestemming te worden aangevraagd bij de schoolleiding. De leerlingencoördinator neemt indien nodig contact op met de ambtenaar leerplichtzaken van de woonplaats van de aanvrager.
Artikel 28
Strafbevoegdheden
28.1 Leerlingen volgen de aanwijzingen van het personeel van de school. Indien zij dit niet doen kan het betrokken personeelslid een redelijke straf opleggen. Voorbeelden van strafmogelijkheden die door ieder personeelslid kunnen worden gebruikt: • een berisping; • het opruimen van gemaakte rommel; • het vergoeden van schade; • het verrichten van corveewerkzaamheden; • het maken van strafwerk bijvoorbeeld een opstel; • verwijdering uit de les; • nablijven; • eerder melden; • gemiste lessen inhalen. Strafmogelijkheid die is voorbehouden aan de leerlingencoördinator c.q. locatiedirecteur c.q. sectordirecteur: • het ontzeggen van de toegang tot meer dan één les.
28.2 Meent een leerling ten onrechte of onredelijk zwaar te zijn gestraft dan kan hij zich wenden tot de strafoplegger. Indien hierna het bezwaar nog bestaat dan kunnen achtereenvolgens de mentor, de leerlingencoördinator en de schoolleiding worden ingeschakeld.
34
28.3 Een docent kan een leerling slechts voor de periode van één lesuur (of twee lesuren in het geval van een zogenaamd blokuur) uit de les verwijderen. De bevoegdheid om een leerling de toegang tot meerdere lessen te weigeren ligt uitsluitend bij de schoolleiding. 28.4 Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf wordt gegeven. 28.5 Bij het opleggen van een straf dient er een redelijke verhouding te bestaan tussen de soort straf, de strafmaat en de ernst van de overtreding. 28.6 Bij het bepalen van de straf dient rekening gehouden te worden met de persoon en de mogelijkheden van de overtreder.
Artikel 29
Schorsing = de toegang tot de school ontzeggen
29.1 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de schoolleiding, kan een leerling met opgave van reden(-en) voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 29.2 Het besluit tot schorsing dient schriftelijk aan de leerling en, indien deze minderjarig is, ook aan zijn ouders te worden medegedeeld. 29.3 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de schoolleiding, stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van reden(-en) in kennis.
Artikel 30
Definitieve verwijdering
30.1 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de voorzitter centrale directie, kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze en, indien deze minderjarig is, ook zijn ouders, in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. 30.2 Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie. Hangende dit overleg kan de desbetreffende leerling worden geschorst. 30.3 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de voorzitter centrale directie, stelt de inspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van reden(-en) in kennis. 30.4 Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van reden(-en) aan de betrokkene en, indien deze minderjarig is, ook aan de ouders van de betrokkene medegedeeld, waarbij tevens de inhoud van artikel 30.5 en 30.6 wordt vermeld.
35
30.5 Binnen dertig dagen na dagtekening van de in artikel 30.4 bedoelde mededeling kan door de leerling en, indien deze minderjarig is, ook door zijn ouders, aan het bevoegd gezag schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht. 30.6 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de voorzitter centrale directie, neemt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening, doch niet eerder dan nadat de leerling, en indien deze minderjarig is, ook zijn ouders in de gelegenheid is/zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 30.7 Het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de voorzitter centrale directie, kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering de toegang tot de school ontzeggen. 30.8 Indien het een leerplichtige leerling betreft kan definitieve verwijdering niet eerder geschieden dan nadat de leerling de toezegging heeft gekregen dat hij elders wordt toegelaten of nadat hij van de leerplicht is vrijgesteld.
36
E. HANDHAVING VAN HET LEERLINGENSTATUUT Artikel 31
Klachtenprocedure
31.1 Bij vermeend onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut kan degene die het betreft bezwaar aantekenen bij degene die zodanig heeft gehandeld met het verzoek de handelwijze in overeenstemming te brengen met het leerlingenstatuut. 31.2 Mocht de actie onder 31.1 niet tot het gewenste resultaat leiden is het mogelijk een klacht in te dienen bij de klachtencommissie Stichting LVO. Voor de klachtenregeling en het reglement klachtencommissie Stichting LVO verwijzen we u naar onze eigen website en de website van Stichting LVO: www.stichtinglvo.nl> LVO > Regelingen.
Artikel 32
Slotbepaling
In alle gevallen waarin dit statuut niet voorziet en voor zover het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist het bevoegd gezag in overeenstemming met het ter zake in het medezeggenschapsreglement bepaalde.
37
LEERLINGENREGLEMENT Het leerlingenreglement is een bijlage van het leerlingenstatuut. Door aanmelding van hun kind op onze school nemen ouders de verplichting op zich deze regels loyaal te ondersteunen.
A. ALGEMEEN
1. AANSPRAKELIJKHEID 1. De school aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal, zoekraken, vernieling of beschadiging van eigendommen van leerlingen. 2. Aan het begin van het schooljaar ontvangt elke leerling kosteloos een leerlingenpas. Iedere leerling dient deze pas altijd bij zich te hebben en op verzoek van een personeelslid te tonen. Wie geen leerlingenpas kan tonen, wordt (in het uiterste geval) verwijderd of de toegang tot het schoolterrein ontzegd. 3. Leerlingen dienen te voorkomen dat door ruwheid of zorgeloosheid schade wordt toegebracht aan goederen van anderen of van de school. Schade aan boeken dient voorkomen te worden door deze te kaften. Met ict-apparatuur dient zeer zorgvuldig omgegaan te worden. Beschadigingen zullen op de dader worden verhaald. 4. Zorg dat er geen leermiddelen, kledingstukken enz. na afloop van de lessen in het schoolgebouw of op het schoolterrein achterblijven. 5. Controleer bij aanvang van een les altijd de werkplek. Meld schade onmiddellijk aan je docent of toezichthouder. 6. Neem waardevolle spullen, indien mogelijk, niet mee naar school. Indien men ze toch mee naar school neemt is de leerling daarvoor zelf verantwoordelijk.
2. AANWEZIGHEIDSPLICHT 1. De leerlingen zijn verplicht alle lessen volgens hun lesrooster bij te wonen. Aangezien dit een door de wet gestelde subsidievoorwaarde is, kan de schoolleiding hiervan geen afwijking toestaan. 2. Een leerling dient voor school van 08.00-16.30 uur beschikbaar te zijn tijdens schooldagen. Dit o.a. in verband met roosterwijzigingen die in de loop van een schooljaar kunnen plaatsvinden. Deze beschikbaarheid geldt ook voor de lesvrije
38
periodes. (Bij hoge uitzondering kan er ook soms sprake zijn van een zgn. 0e of 9e lesuur). 3. Een leerling mag het schoolterrein voor het einde van zijn lessen slechts verlaten met schriftelijke toestemming van een leerlingencoördinator c.q. schoolleiding. 4. Regelmatig verzuimen van de lessen wegens bezoek aan orthodontist e.d. is niet toegestaan. In voorkomende gevallen dienen herhaalafspraken buiten de lesuren te worden gemaakt. 5. Indien een leerling door ziekte of andere omstandigheden de lessen niet kan volgen, dient een ouder vóór aanvang van de lessen, de school hiervan in kennis te stellen, telefonisch (045-5258616) of schriftelijk (niet via e-mail). Het is mogelijk, dat een leerlingencoördinator of diens plaatsvervanger na een afmelding contact opneemt met de ouder/verzorger over de afmelding. 6. Alle verzuim wordt op school geregistreerd en gemeld aan de ouders. Tijdens alle lesuren van de schooldag vindt er een controle plaats op de gedurende dat uur afwezige leerlingen. De functionaris belast met de absentencontrole vergelijkt de absentie van dat lesuur met de afmeldingen die hij heeft ontvangen en neemt vervolgens contact op met de ouders/verzorgers van de leerlingen waarvan geen bericht is ontvangen. 7. Bij terugkeer na ieder verzuim dient men een door de ouders ondertekende verklaring met de reden en de tijdsduur van de afwezigheid te overleggen. Bij regelmatig of langdurig ziekteverzuim zal contact worden opgenomen met de ouders. De ouders worden dan, samen met hun kind, uitgenodigd voor een gesprek. 8. Bij ongeoorloofd verzuim is de school verplicht de leerplichtambtenaar te informeren. In geval van onrechtmatige afwezigheid is sprake van spijbelen. In geval van spijbelen worden gepaste maatregelen genomen. 9. Verder mag zonder voorafgaande toestemming van de locatie-/sectordirecteur of diens gemachtigde (leerlingencoördinator) geen lessen worden verzuimd. Deze toestemming dient in principe vooraf te worden gevraagd, indien dit niet mogelijk is dient achteraf zo spoedig mogelijk kennis te worden gegeven van de redenen en de vermoedelijke duur van de afwezigheid. 10. De ouders dienen met hun vakantieplannen rekening te houden met het vakantierooster van onze school.
39
3. TE LAAT KOMEN 1. Leerlingen zorgen ervoor dat ze minimaal vijf minuten vóór het begin van de lessen in het schoolgebouw aanwezig zijn. 2. Storing van de lessen dient zo veel mogelijk te worden vermeden. Daarom dient iedereen ervoor te zorgen dat hij/zij op tijd in de onderwijsruimte aanwezig is. Degene die niet op tijd in de onderwijsruimte aanwezig is, is te laat. Indien een leerling te laat is voor een les, dient hij zich te melden bij de balie in de hal. Hier ontvangt hij een zgn. "te-laat-briefje", waarmee hij toegang krijgt tot de les. 3. De docent noteert de leerling als "te laat" en laat de leerling alleen toe met een zgn. "te-laat-briefje". 4. Bij geldige reden (ter beoordeling van de leerlingencoördinator) volgt geen strafmaatregel ten gevolge van het "te-laat-komen". In alle andere gevallen dient de leerling zich de volgende schooldag om 8.00 uur te melden. De ouders worden bij regelmatig te laat komen van hun zoon /dochter, in eerste instantie hiervan op de hoogte gesteld door de mentor of de leerlingencoördinator. Indien geen verbetering optreedt wordt de leerplichtambtenaar ingelicht.
4. ORDE EN NETHEID IN GEBOUW EN OMGEVING 1. Alle afval zoals bekers, blikjes, boterhamzakjes, fruitresten, papier enz. moet gedeponeerd worden in de daarvoor bestemde afvalbakken. 2. De leerlingen van de klassen 1 t/m 3 kunnen een of twee keer per jaar aan de beurt komen om na school enige opruimwerkzaamheden te verrichten om zodoende het milieubesef bij zichzelf en anderen te ontwikkelen. 3. De leerlingen van de bovenbouw kunnen, als strafmaatregel, belast worden met het opruimen van de overblijfruimte bovenbouw of de pauzeplaats.
5. GEDRAGSREGELS OP SCHOOL 1. Personeel en leerlingen benaderen elkaar met respect, zowel in woord als in daad (Zie de 10 gouden regels in de schoolgids). 2. Het Romboutscollege is een rookvrije school: nergens in het gebouw of op de pauzeplaatsen mag door leerlingen, personeel en bezoekers gerookt worden.
40
3. In geval van wapenbezit, drugshandel, diefstal, heling en andere volgens het wetboek van strafrecht strafbare feiten en handelingen volgt onmiddellijke schorsing en zijn verdergaande straffen mogelijk. Bovendien zal in alle gevallen aangifte worden gedaan bij de politie. 4. Het is niet toegestaan alcoholhoudende dranken of andere drugs mee te brengen naar school. Huisdieren, gevaarlijke voorwerpen en vuurwerk zijn in en om het schoolgebouw verboden. 5. Het is niet toegestaan op school om geld te spelen. 6. Het gebruik van een gsm/smartphone is op het gehele schoolterrein toegestaan met uitzondering van de lesruimten waar het gebruik alleen is toegestaan met uitdrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke docent. Het gebruik van alle andere media-apparaten is in het schoolgebouw niet toegestaan met uitzondering van de aula en de onderbouwkantine. In de rest van het gebouw dient een media-apparaat uit te staan en onzichtbaar gedragen te worden in tas of jas. Leerlingen die worden aangetroffen met een media-apparaat in de rest van het gebouw dienen er rekening mee te houden dat deze wordt ingenomen en pas aan het eind van de dag om 16.10 uur opgehaald mag worden bij de leerlingencoördinator. Daarnaast zal er een standaard strafmaat opgelegd worden. Een media-apparaat is toegestaan in de eerder genoemde overblijfruimten mits voorzien van een oortje zodat anderen geen overlast ondervinden. 7. Eten en drinken zijn niet toegestaan in gangen, lokalen, studieruimtes en de bibliotheek. Om hygiënische redenen is het gebruik van kauwgom in het schoolgebouw en op het schoolterrein niet toegestaan. 8. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij behoorlijk gekleed op school verschijnen. 9. Van alle leerlingen wordt verwacht dat zij zich tegenover elkaar en tegenover de personeelsleden correct gedragen en zich aan de door hen gegeven aanwijzingen houden. In het schoolgebouw dient men zich rustig te gedragen. Pestgedrag wordt niet getolereerd. Bij vermoeden van pestgedrag wordt altijd actief werk gemaakt. Er worden in ieder geval gesprekken gevoerd met de pester en de gepeste en de ouders/verzorgers worden ingelicht. Sancties worden gerelateerd aan de ernst van het pestgebeuren. 10. Een leerling zorgt er steeds voor de benodigde leermiddelen en sportkleding bij zich te hebben. 11. Zodra de weersomstandigheden dat toelaten, kunnen de gymnastieklessen plaats vinden op de buitenaccommodatie die door de school gebruikt wordt. Vanaf het moment dat de docent de leerlingen daarvan op de hoogte stelt, dienen de leerlingen voor iedere les buitenkleding en buitenschoenen bij zich te hebben.
41
12. De jassen moeten opgehangen worden op een van de kapstokken, ze zijn niet toegestaan in de onderwijsruimtes. Petten e.d. mogen in het gebouw nergens gedragen worden. 13. Op grond van de Arbo-wet zijn scholen verplicht leerlingen en personeel te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Ook als daarbij mobiele telefoons in het spel zijn. • Zo is verboden om medeleerlingen of personeel op compromitterende wijze te fotograferen; • Zo is ook verboden het plaatsen en verspreiden van gegevens/tekeningen van mensen die behoren tot de geledingen van onze school. 14. Bij het internetgebruik en andere moderne communicatiemiddelen zijn ook de 10 gouden regels van LVO van toepassing.
6. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN 1. De straffen die door de leraren zijn opgelegd behoren op tijd te worden ingeleverd zonder dat de leraar daarnaar behoeft te vragen. 2. Een leerling kan tijdelijk of voorgoed van school worden verwijderd, in overeenstemming met de procedure van schorsing en verwijdering, wanneer hij zich aan herhaalde en/of ernstige overtredingen van deze bepalingen of aan ongepast gedrag schuldig maakt. 3. Wanneer een leerling uit de les is verwijderd, dient hij zich onmiddellijk te melden bij de ondersteuningscoördinator en de daar gegeven aanwijzingen op te volgen. Aan het eind van de betreffende les gaat de leerling in elk geval terug naar de docent, die bepaalt hoe de zaak verder afgehandeld zal worden. Verlaat een leerling niet het lokaal op verzoek van de docent, dan vraagt de docent ondersteuning aan de directie. De leerling wordt geschorst voor één dag.
7. SCHORSING EN VERWIJDERING VAN SCHOOL Als redenen voor schorsing of verwijdering kunnen gelden: • Onbehoorlijk gedrag, zich niet willen houden aan de schoolreglementen, opzettelijke vernielingen aan gebouw en inventaris, diefstal en heling, handel in drugs; • Een gebrek aan juiste studiementaliteit, ernstig gebrek aan motivatie, slechte invloed op de studiehouding van medeleerlingen etc.; • Een gedragshouding, ook buiten de school, waardoor de goede naam van de school benadeeld wordt.
42
N.B. Voor de betreffende regelgeving en gang van zaken wordt verwezen naar het leerlingenstatuut.
8. SANCTIES BIJ FRAUDE Als een leerling betrapt wordt op enige onregelmatigheid tijdens een proefwerk of (schriftelijke) overhoring, of wanneer achteraf blijkt dat een leerling zich schuldig heeft gemaakt aan fraude, zal er een sanctie worden toegepast. De leerling dient er rekening mee te houden dat voor het betreffende proefwerk het cijfer 1 wordt toegekend. De leerlingencoördinator zal de beslissing hiertoe schriftelijk mededelen aan de ouders/verzorgers van de leerling. In deze schriftelijke mededeling zal tevens gewezen worden op de mogelijkheid van beroep binnen één week.
9. DEELNAME AAN SCHOLIEREN - ACTIES 1. Alleen leerlingen die binnen een redelijke termijn belanghebbende zijn, mogen tijdens de schooltijden deelnemen aan scholierenacties. 2. Minderjarige leerlingen hebben schriftelijke toestemming van de ouders nodig. 3. Meerderjarige leerlingen mogen zelf bepalen of zij gaan staken/demonstreren. 4. Alle leerlingen die wensen te staken/demonstreren, dienen dat 2 werkdagen voorafgaande aan de actie kenbaar te maken. 5. Actievoerende leerlingen dragen te allen tijde zelf de gevolgen van hun acties. 6. Leerlingen die volgens bovenstaande regels gebruik maken van hun stakingsrecht, worden niet disciplinair gestraft. 7. Leerlingen die deelnemen aan bovenbedoelde acties kunnen geen rechten doen gelden op het inhalen van proefwerken, schoolexamens e.d.
10. ONGEVALLEN EN PLOTSELINGE ZIEKTE OP SCHOOL 1. Indien een leerling gedurende de lesdag ziek wordt en naar huis wil gaan meldt men zich bij de balie waarna men wordt doorverwezen naar een van de leerlingencoördinatoren. De leerlingencoördinator geeft een briefje mee, dat door de ouders moet worden ingevuld. Indien de leerlingencoördinator niet aanwezig is, dient de leerling zich bij een andere leerlingencoördinator te melden.
43
2. Bij ongevallen en plotselinge ziekte op school wordt indien dit noodzakelijk is en indien mogelijk door een EHBO'er medische assistentie verleend. Als een medewerker/EHBO'er het nodig acht medische hulp buiten school in te schakelen, stelt hij/zij daarvan de leerlingencoördinator op de hoogte. Deze neemt contact op met de ouders/verzorgers en stelt hen op de hoogte van de vervolgstappen (huisarts, ziekenhuis). In overleg met de ouders kan, als de tijd dat toelaat, besloten worden een andere vervolgstap te zetten.
B. SCHOOLGEBOUW 1. Het schoolgebouw is vanaf 7.45 uur geopend. Leerlingen die noodzakelijkerwijze vroeg op school zijn kunnen vanaf dat moment gebruik maken van de hal of de kantine. 2. Het eerste belsignaal gaat om 8.25 uur. Alle leerlingen die het eerste uur les hebben dienen dan aanwezig te zijn. 3. Het parkeerterrein voor het personeel is verboden voor leerlingen. De ingang aan de Schoolstraat is alleen toegankelijk voor leveranciers en leden van de centrale directie/administratie. 4. De leerlingen gaan niet voor 8.25 uur respectievelijk niet voor het eerste "eindepauze signaal" naar de lokalen of verdiepingen. 5. Bij tussenuren of lesuitval worden leerlingen van alle klassen 1, 2 en 3 zoveel mogelijk in hun leslokaal opgevangen door de andere docenten. Leerlingen van de leerjaren van klas mavo 4, havo 4 en 5 en atheneum 4, 5 en 6 brengen hun tussenuren door op het studieplein, in de bibliotheek of in de aula, waar ze de aanwijzingen van het personeel volgen. Leerlingen uit deze klassen mogen bij drie of meer aaneengesloten tussenuren, na toestemming van de leerlingencoördinator, de school verlaten. 6. Het samenscholen vóór en na de school en gedurende de pauze op de oprit en voor de oprit tot het schoolterrein moet vermeden worden. Het verkeer kan hierdoor ernstig gehinderd worden en er kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Het is niet toegestaan om na afloop van de lessen in de directe omgeving van de school te blijven rondhangen en/of overlast te bezorgen. 7. Personen die geen lid zijn van de school Romboutscollege hebben nooit recht op toegang tot gebouwen en terreinen. Leerlingen die verantwoordelijk zijn voor de aanwezigheid van niet-leden van deze school of deze aanwezigheid bevorderen moeten met strafmaatregelen rekening houden. 8. De leerlingenruimten zijn toegankelijk tot 16.30 uur. 44
9. Leerlingen kunnen via publicatieborden en omroep, mededelingen kenbaar maken, dit gebeurt steeds na toestemming van een lid van de schoolleiding. 10. Alle leerlingen hebben de beschikking over een locker. De school behoudt zich het recht voor om de inhoud van een locker te controleren. Indien de school dit wenst te doen wordt de leerling opgedragen, in aanwezigheid van twee personen waaronder een lid van de schoolleiding en de schoolagent, de locker te openen en de inhoud te laten inspecteren. Ook verleent de school haar medewerking aan een algemene, onaangekondigde kluisjescontrole door de politie Parkstad. Bij een dergelijke controle worden, in overleg met de locatiedirecteur, de lockers van alle leerlingen gecontroleerd; hierbij zijn de betreffende leerlingen niet aanwezig.
C. PAUZEPLAATS EN OMGEVING 1. Het is niet toegestaan tijdens de lessen hinderlijk (i.v.m. storen van lessen) op de pauzeplaats te verblijven. 2. De fietsenstallingen worden uitsluitend gebruikt om de fietsen te stallen of op te halen. Verblijf in de fietsenstalling(en) om andere redenen is niet toegestaan. 3. Fietsen en bromfietsen dienen deugdelijk afgesloten te zijn. Tegen opzettelijk beschadigen van fietsen en brommers wordt streng opgetreden. Fietsen en bromfietsen die buiten de daarvoor bestemde plaatsen worden gestald kunnen worden verwijderd. 4. Geen fietsen of bromfietsen tegen hekken, hagen of muren plaatsen. Fietsen en bromfietsen zijn niet toegestaan op de pauzeplaats. 5. In de pauze mogen de leerlingen niet op de pleinen en gangen achterblijven. Een uitzondering vormt de gang tussen de aula en de centrale hal. Leerlingen mogen het schoolterrein niet verlaten en blijven op het voor hen aangewezen deel van het buitenterrein, of in de overblijfruimte. De werkruimte van docenten en de ruimte in de onmiddellijke omgeving van de personeelskamer zijn niet toegankelijk voor leerlingen. Een leerling die gedurende de pauze met een docent wil overleggen, maakt daarvoor een afspraak via de balie. 6. De overblijfruimte voor de brugklasleerlingen is de kantine. Het verharde gedeelte voor de kantine is de pauzeplaats voor de leerlingen van de brugklas en van de tweede klassen. Leerlingen van andere leerjaren hebben hier geen toegang behalve om gebruik te maken van de catering. De overblijfruimte voor de andere klassen is de aula. De pauzeplaats voor de klassen mavo 3 en 4 bevindt zich tussen het schoolgebouw en de sporthal in. De pauzeplaats voor de 2e fase bevindt zich in de centrale hal of in de zogenaamde patio (pauzeplaats voor het tekenlokaal). 45
7. In geen geval wordt aan buurtbewoners overlast bezorgd. Bij het verlaten van het schoolterrein worden de eventuele instructies van het personeel opgevolgd. 8. Afval in de daarvoor bestemde (rol)containers deponeren. 9. Het is, om schade en/of letsel te voorkomen, niet toegestaan met sneeuwballen, vuurwerk, blikjes, flesjes, stenen etc. te gooien dan wel op de pauzeplaats te voetballen. 10. Roken is niet toegestaan op school, zowel binnen als buiten.
D. OVERBLIJFRUIMTES De consumptie van niet-alcoholische dranken is alleen toegestaan in de leerlingenruimten en op de pauzeplaats. Er mag niet met bekers e.d. door de gangen of naar de bovenverdiepingen worden gelopen.
E. ADMINISTRATIE- EN CONCIËRGERUIMTE EN GANGEN 1. De administratie is voor leerlingen geopend in de pauze of na het laatste lesuur. De leerlingen hebben nooit toegang tot de administratie - en conciërgeruimten. 2. Het wisselen van lokaal tussen de lessen en tijdens de pauzes dient ordelijk te verlopen.
F. LOKALEN 1. In de lessen nemen de leerlingen steeds de plaats in die door de mentor of docent is aangewezen. 2. Als een docent vijf minuten na aanvang van de lestijd nog niet aanwezig is, meldt een van de leerlingen dit bij een van de leerlingencoördinatoren. 3. Zonweringen, verlichtingen en ramen in de lokalen worden uitsluitend door docenten en personeel bediend. 4. Tijdens de lessen wordt niet gegeten, gesnoept of gedronken. 5. Er zijn speciale regels bij de lessen lichamelijke oefening, handvaardigheid, practica e.d. Deze worden door de vakdocenten medegedeeld. 46
6. Tijdens het scheikundepracticum dienen alle leerlingen een bril te dragen. De school stelt tegen een kleine vergoeding een laboratoriumjas ter beschikking. Leerlingen dienen zich te houden aan alle regels en afspraken die met veiligheid in en buiten de lessen te maken hebben.
G. STUDIERUIMTES 1. In de studieruimte mag alleen op fluisterniveau overlegd worden. 2. Er mag met maximaal 2 personen aan 1 computer gewerkt worden. 3. De computers mogen uitsluitend voor educatieve doeleinden gebruikt worden. 4. Voor het gebruik van internet geldt de LVO-gedragscode Internetfaciliteiten. Deze is te vinden op de web-site. 5. Er mag niet gegeten of gedronken worden. 6. De regels zoals deze gelden voor de klaslokalen zijn ook op de studiepleinen van toepassing.
Inspraakorganen De inspraak is wettelijk geregeld via de medezeggenschapsraad. Hierin hebben een zestal medewerkers, een drietal ouders en een drietal leerlingen zitting. Op de school fungeren een ouderraad en een leerlingenraad als klankbordgroepen.
47
SCHOOLGIDS - ALGEMEEN DEEL
Inleiding Op 1 augustus 2006 hebben het Emmacollege in Heerlen, het Romboutscollege in Brunssum en het St.-Janscollege in Hoensbroek besloten om intensief te gaan samenwerken onder de naam LVO-Parkstad. Scholen die samen alle vormen van onderwijs - van vmbo tot gymnasium - aanbieden. Aanleiding hiervoor is dat we willen bereiken dat er een volledig onderwijsaanbod zal zijn in de gemeenten Brunssum en Heerlen/Hoensbroek. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Tot dit samenwerkingsverband horen de volgende scholen: - Broekland, mavo+, gelegen aan de Polderstraat 4 in Hoensbroek; - Emma, vmbo, verdeeld over twee gebouwen: onderbouw aan de Passartweg 150 in Heerlen en bovenbouw aan de Weggebekker 1 in Heerlen; - Grotiuscollege, mavo, havo en atheneum, gelegen aan de Akerstraat 117 in Heerlen; - Rombouts, mavo, havo en atheneum, gelegen aan de Schoolstraat 16 in Brunssum; - Sint-Jan, havo, tweetalig vwo (Engels), atheneum en gymnasium, gelegen aan de Amstenraderweg 122 in Hoensbroek. Deze schoolgids bevat het algemene deel met informatie over de scholen van LVOParkstad, bestuur, inspectie en diverse regelingen. De schoolgidsen van de afzonderlijke scholen zijn te vinden op de websites van deze scholen. Meer informatie over LVO-Parkstad vindt u op de website van LVO-Parkstad. Deze website wordt voortdurend geactualiseerd, waardoor u altijd kunt beschikken over de meest recente informatie.
48
Inhoudsopgave algemeen de naam organisatie LVO-Parkstad - centrale directie - adresgegevens bevoegd gezag - stichting LVO - college van bestuur - de 10 gouden regels inspectie vertrouwensinspecteur vertrouwenspersoon meldingsplicht bij zedenmisdrijven afhandeling klachten veiligheid medezeggenschapsraad identiteit/missie wet Bescherming Persoonsgegevens foto’s van leerlingen informatieplicht van ouders na een echtscheiding milieubeleid schorsing en verwijdering administratie ouderbijdrage schoolboeken voorzorg ten aanzien van veiligheid schoolfeesten drugsbepaling leerlingenkluisjes verzekeringen leerplicht bijlage 1: specificatie ouderbijdrage bijlage 2: gebruikersovereenkomst lesmateriaal bijlage 3: verzuimprotocol bijlage 4: jeugdgezondheidszorg/GGZ
50 50 50 50 51 51 51 52 52 52 52 53 53 53 54 54 56 56 57 57 57 58 58 59 59 59 59 59 60 60 64 65 68 77
49
Organisatie Centrale directie LVO-Parkstad De vijf scholen (Broekland, Emma, Grotius, Rombouts en St.-Jan) die samenwerken binnen het LVO-Parkstad worden aangestuurd door een centrale directie. Zitting in de centrale directie hebben: - dhr. F.J.G.M. Schings, voorzitter - dhr. drs. C. van Hilten, lid Adresgegevens Bezoekadres: Correspondentieadres: Telefoon: E-mail:
Schoolstraat 16 - Brunssum Postbus 189 - 6430 AD Hoensbroek 045 - 5234901
[email protected]
50
Bevoegd gezag De school is onderdeel van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO) te Sittard. De Stichting LVO is het bevoegd gezag van deze school. Het College van Bestuur vertegenwoordigt de Stichting LVO. De Stichting LVO kent tevens een Raad van Toezicht.
Stichting LVO Bezoekadres: Postadres: Telefoon: E-mail: Website:
Mercator 1 - Sittard Postbus 143 - 6130 AC Sittard 046-4201212
[email protected] www.stichtinglvo.nl
College van Bestuur dhr. H.A.L. van Hoof, voorzitter dhr. drs. R.K.M. Bonekamp, lid
51
De 10 gouden regels Alle LVO-scholen hanteren de navolgende 10 gouden regels: 1. We hebben respect voor elkaar, elkaars eigendommen en onze omgeving. 2. We zijn samen verantwoordelijk voor een goede sfeer en goede gang van zaken. 3. We helpen elkaar waar dat nodig is. 4. We dragen allemaal bij aan een open communicatie: we lossen problemen op door erover te praten. 5. We pesten, bedreigen en negeren anderen niet. 6. We vinden dat op school alcohol, drugs, wapens en gokken niet thuishoren. 7. We vinden dat er geen plaats is voor racisme, discriminatie en geweld. 8. We staan voor een positieve houding, correct gedrag en net taalgebruik. 9. We doen altijd melding bij de politie in geval van diefstal, vernieling of geweld. 10. Bij ernstige zaken doen we, de school, aangifte. We houden ons aan bovenstaande gedragsregels en spreken anderen erop aan als ze dat niet doen. Inspectie Inspectie van onderwijs:
[email protected] en www.onderwijsinspectie.nl. Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis). Vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij scholen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld. Ook kunt u de vertrouwensinspecteur bellen voor vragen over of meldingen van extremisme, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme en radicalisering. De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900- 1113111 (lokaal tarief). Bij een vermoeden van een zedenmisdrijf (zie de tekst onder het kopje meldingsplicht bij zedenmisdrijven) is het bevoegd gezag/de schoolleider wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is het eerste aanspreekpunt voor ouders of leerlingen bij klachten over ongewenst gedrag. Door schoolleider aangestelde vertrouwenspersoon De door de school aangestelde vertrouwenspersoon is bereikbaar via het algemene telefoonnummer van de school. Door bevoegd gezag aangestelde vertrouwenspersoon Dhr. D. van de Gazelle en mw. A. van Dormalen Voor de externe vertrouwenspersoon kan men Encare Arbozorg bellen: 043-3257799.
52
De regeling vertrouwenspersonen Stichting LVO is op te vragen via het schoolsecretariaat, of te downloaden van www.stichtinglvo.nl> LVO > Regelingen > Vertrouwenspersonen. Meldingsplicht bij zedenmisdrijven Het bevoegd gezag heeft een aangifteplicht bij Justitie bij bekendheid met een zedenmisdrijf. Het personeel heeft een meldplicht bij het bevoegd gezag. Bij een zedenmisdrijf gaat het hier om een misdrijf tegen de zeden als bedoeld in titel XIV van het Wetboek van Strafrecht jegens een minderjarige leerling van de school door een ten behoeve van zijn school met taken belast persoon (hierna: personeelslid). Wanneer het bevoegd gezag/de schoolleider vermoedt dat er sprake is van een dergelijk misdrijf, treedt hij meteen in contact met de vertrouwensinspecteur. Als uit dat overleg blijkt dat het een redelijk vermoeden betreft van een dergelijk misdrijf, doet het bevoegd gezag/de schoolleider aangifte bij Justitie. Het bevoegd gezag/de schoolleider stelt de ouders van de betrokken leerling en het betreffende personeelslid vooraf op de hoogte van de te verrichten aangifte. Afhandeling klachten In de regel zult u uw klacht bespreken met de direct betrokkene of de daarvoor aangewezen contactpersoon op de school (bereikbaar via het algemene telefoonnummer). Leidt dit contact niet tot een bevredigende oplossing, dan wendt u zich tot de schooldirectie, die uw klacht in behandeling neemt en een beslissing neemt. Als u het niet eens bent met deze beslissing dan zal de schooldirectie u doorverwijzen naar de Klachtencommissie Stichting LVO. De klachtenregeling Stichting LVO en het Reglement Klachtencommissie Stichting LVO kunt u opvragen via het schoolsecretariaat. Beide regelingen zijn te raadplegen op www.stichtinglvo.nl> LVO > Regelingen > Afhandeling klachten. Veiligheid Voor stichting LVO is veiligheid een belangrijke zaak. Want een veilige leeromgeving is noodzakelijk voor een goede en gezonde ontwikkeling van de leerlingen. Een veilige werkomgeving is ook nodig voor docenten en de andere werknemers om hun werk naar behoren en met plezier te kunnen verrichten. Daarnaast verplicht de Arbowet de werkgever om de werknemers doeltreffend in te lichten over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s en de te nemen maatregelen om deze risico’s te voorkomen of te beperken en de wijze waarop deskundige bijstand is geregeld. Onder werknemers worden in een onderwijsinstelling ook leerlingen verstaan. Maar soms gaat het mis en gebeurt er een ongeluk in de gang of het lokaal, of vindt er een incident plaats op het schoolplein. Stichting LVO heeft een regeling opgesteld ten aanzien van het melden en registreren van incidenten, (bijna) arbeidsongevallen en beroepsziekten. De regeling is er op gericht alle ongevallen op de school op eenduidige wijze te registreren en zo inzicht te krijgen in de risico’s voor werknemers van Stichting LVO en de leerlingen op de scholen. De Regeling melding en registratie incidenten (bijna) arbeidsongevallen (en beroepsziekten) van Stichting LVO is te raadplegen op www.stichtinglvo.nl>
53
Medezeggenschapsraad Elke school binnen LVO-Parkstad heeft een eigen medezeggenschapsraad. Deze medezeggenschapsraad (afgekort MR) bestaat uit drie geledingen: - de leerlingengeleding; - de oudergeleding; - de personeelsgeleding. De MR voert overleg met de schoolleiding over de gang van zaken binnen de school. Er wordt gesproken over het schoolbeleid. Elk jaar komt in dat kader een aantal vaste onderwerpen aan de orde. Het gaat daarbij om zaken als de onderwijskundige veranderingen, de veranderingen in het schoolreglement, de financiën van de school, de ouderbijdrage, de jaarplanning, het vakantierooster en de vaststelling of wijziging van regels op het gebied van arbeidsomstandigheden, bijv. het taakbeleid van het personeel. Daarnaast kunnen MR-leden zelf zaken aan de orde stellen. De MR heeft instemmingsrecht dan wel adviesrecht over veel van de onderwerpen die in de vergaderingen besproken worden. De leden van de MR komen op velerlei manieren aan de informatie die nodig is om hun taak goed uit te voeren. De personeelsgeleding van de MR staat in de dagelijkse schoolpraktijk in contact met haar achterban. De leerlingengeleding kan voor informatie ook terugvallen op de leerlingenraad. Bij de vergaderingen van de voltallige MR is de centrale directie aanwezig om schoolzaken toe te lichten en om eventuele vragen te beantwoorden. De schoolleiding vergadert verder ten minste een keer per trimester afzonderlijk met de personeelsgeleding van de MR. De MR is te bereiken via de baliemedewerkers van de afzonderlijke scholen. Brieven gericht aan de secretaris van de MR of aan één of meerdere geledingen van de MR worden door de administratie doorgegeven aan de geadresseerde. Identiteit/missie LVO-Parkstad biedt compleet, gedifferentieerd en eigentijds onderwijs aan. Op Broekland, Emma, Grotius, Rombouts en St.-Jan realiseert het college een geheel eigen en elkaar aanvullend onderwijsaanbod dat voor leerlingen en ouders in het schoolkeuzeproces interessante mogelijkheden biedt. LVO-Parkstad baseert zich daarbij op de volgende zes uitgangspunten: * De leerling centraal De school is er voor de leerlingen, zonder leerlingen geen school. Zij vormen het bestaansrecht van de school. Bij alle beleidsplannen, ontwikkelingen en beslissingen staat dit gegeven voorop. De leerling van de 21e eeuw leert veel binnen en buiten de school. Onze leerlingen leven in een complexe samenleving, waarin je diverse talenten nodig hebt om thuis, op school, in je werk en in je vrije tijd te kunnen functioneren. De school van de 21e eeuw bereidt de leerling daarop voor. Deze leef- en leersituaties vernieuwen in een hoog tempo, doen een appèl op competenties. Met competenties wordt het geheel aan kennis, vaardigheden, houdings- en gedragsaspecten en persoonlijke eigenschappen bedoeld. Bovenstaande houdt voor het onderwijsaanbod van onze nieuwe school in, dat naast het aanbod ook de vraag van de leerling bepalend is. Het leerproces en de leerloopbaan van de leerling staan daarbij op de eerste plaats. School en ouders spelen daarbij ieder hun eigen rol en dragen daar de verantwoordelijkheid voor.
54
* Doorlopende leerlijnen Het voortgezet onderwijs is de schakel tussen het basisonderwijs enerzijds en het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt anderzijds. Onze school zorgt ervoor dat het onderwijs voor de leerling aansluit op de competenties, die hij meeneemt vanuit de basisschool. Het eindexamen of het diploma is niet het einddoel. De leerling moet op meer voorbereid worden. De meerwaarde van de scholen van LVO-Parkstad is gelegen in een goede voorbereiding op de vervolgtrajecten in WO, HBO, MBO en op de arbeidsmarkt. Niet alleen het verwerven van kennis bepaalt het succes in het vervolgtraject. De leerling beschikt over een breder assortiment aan competenties. Enkele voorbeelden hiervan zijn: creativiteit, communicatieve en instrumentele vaardigheden, interesse in de medemens, aanpassings- en doorzettingsvermogen, zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel. * Onderwijs op maat Geen leerling die bij ons binnenkomt is hetzelfde. Iedere jongere beschikt over uiteenlopende talenten. Er zijn duidelijke verschillen in competenties, sociale achtergronden en ambities. Dit vraagt van de school een hoge mate van flexibiliteit en differentiatie, om de leerling de mogelijkheid te bieden eigen leerroutes te volgen. Met inachtneming van de wettelijke kaders van kerndoelen en exameneisen zal vakoverstijgend, samenhangend, activerend en competentiegericht onderwijs de leerling moeten boeien, aanspreken en uitdagen, waarbij van de leerling in hoge mate persoonlijke, creatieve inbreng zal worden gevraagd. Hij krijgt de mogelijkheid om zijn grenzen te verleggen. De leerling wordt gestimuleerd om maximale prestaties te leveren. Er worden duidelijke eisen gesteld. Daarbij zal het geboden onderwijs moeten passen bij en rekening moeten houden met de verschillen die er zijn: elke leerling heeft een competentieprofiel en ieders talenten moeten ten volle benut worden. Kortom, de school biedt onderwijs op maat. Het onderwijs op de nieuwe school moet prikkelend en aansprekend zijn. Door een variatie in activerende didactische werkvormen in een realistische leeromgeving wordt de leerling uitgedaagd om zowel zelfstandig als in groepen te werken. De leerling bepaalt in dit leerproces zoveel mogelijk zijn eigen, individuele leerloopbaan en draagt daar de verantwoordelijkheid voor. Ons onderwijs is samenhangend en flexibel. We spelen in op de actualiteit. * Zorg op maat Zorg op maat klinkt door in de zorg en de aandacht voor de leerling, impliceert geïntegreerde leerlingenbegeleiding. Iedereen binnen de school draagt verantwoordelijkheid voor het leren leren, leren leven en leren kiezen van de leerling: dit vraagt begeleiding op didactisch, pedagogisch, sociaal-emotioneel en op loopbaangebied. Voorkomen moet worden dat leerlingen met problemen om die reden voortijdig afvallen. Voor iedere leerling een eigen traject, ook op het gebied van de zorg. Er zijn doorlopende lijnen: van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs en van voortgezet onderwijs naar het vervolgtraject. * Zorg voor elkaar Het diploma en het beschikken over voldoende kennis en vaardigheden zijn niet de enige middelen om als goede burger te kunnen functioneren in onze samenleving.
55
De school spreekt zich uit over een aantal kernwaarden, die de principes aangeven van waaruit wij willen functioneren: - persoonlijke verantwoordelijkheid. Onze school vormt onze leerlingen tot kritische personen, die in allerlei situaties keuzes kunnen maken; - zorg voor elkaar, in de meest brede zin. Zorg voor elkaar raakt iedereen in de school. Zorg voor elkaar is een grondhouding, die binnen de school wordt nagestreefd, maar ook daarbuiten. * Kleinscholigheid binnen grootschaligheid Een veilige leeromgeving waarbij sociale controle een belangrijk element vormt, is onontbeerlijk, wil een leerling optimaal functioneren en presteren. Het is gebleken dat kleine, overzichtelijke scholen die omgeving kunnen bieden. Vandaar dat LVOParkstad gekozen heeft voor kleinere eenheden. Wet Bescherming Persoonsgegevens De school verzamelt informatie van leerlingen die in de leerlingenadministratie zijn ingeschreven. Het doel van deze informatie is om leerlingen passend onderwijs te geven, zodat ze een diploma kunnen halen. Daarnaast is de informatie nodig om ervoor te zorgen dat de leerlingen zo goed mogelijk kunnen worden begeleid en waar nodig extra zorg kan worden geboden. Als gegevens herleidbaar zijn tot een bepaalde persoon, is er sprake van persoonsgegevens. Omdat persoonsgegevens van leerlingen worden verzameld en verwerkt, is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing. Deze wet is enerzijds bedoeld om ervoor te zorgen dat de gegevens over personen zorgvuldig worden gebruikt. Anderzijds dient de wet om misbruik van persoonsgegevens tegen te gaan. Het College van Bestuur heeft een ‘Privacyreglement verwerking leerlingengegevens Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs’. Daarin staat onder meer welke leerlingengegevens worden opgenomen en hoe lang gegevens worden bewaard. Ook het inzage- en correctierecht komt aan bod. Foto’s van leerlingen De school wil graag een beeld geven van haar activiteiten. Zij gebruikt daarvoor ook foto’s van leerlingen die tijdens schoolactiviteiten worden gemaakt voor bijvoorbeeld open dagen, voorlichtingsmateriaal aan ouders en (toekomstige) leerlingen, de schoolgids en de website van de school. De school gaat zo zorgvuldig mogelijk met de foto's om en heeft haar beleid met de MR afgestemd. Zo wordt ernaar gestreefd om personen zo min mogelijk herkenbaar op de foto te zetten. Indien u niet wenst dat foto's waarop uw kind herkenbaar in beeld is, voor deze doeleinden worden gebruikt, dan kunt u uw bezwaar schriftelijk kenbaar maken bij de schoolleiding. De school zal dan zorgen dat foto’s van uw kind waarbij het herkenbaar in beeld is, niet worden gebruikt. Mocht u aanvankelijk geen bezwaar hebben gemaakt, of is ondanks de in acht genomen zorgvuldigheid toch een foto van uw kind gebruikt en wilt u die verwijderd zien, dan kunt u dat alsnog bij de schoolleiding aangeven. De school zal dan zorgen dat binnen 24 uur, dan wel zo spoedig mogelijk, de foto van de website wordt gehaald.
56
Informatieplicht van ouders na een echtscheiding Na een echtscheiding gaat een kind meestal bij één van de ouders wonen en heeft de andere ouder een zorgregeling met het kind. Voor de informatieplicht is dan van belang wie het ouderlijk gezag over het kind uitoefent. Na een echtscheiding behouden beide ouders in beginsel het gezamenlijk gezag en dient de school steeds gelijktijdig aan beide ouders alle informatie te verstrekken. Om dit mogelijk te maken stuurt de ouder die niet is belast met de dagelijkse verzorging een schriftelijk verzoek aan de voorzitter van de Centrale Directie waarin een tweede (het adres van de ouder die niet is belast met de dagelijkse verzorging) adres wordt doorgegeven. De school informeert de andere ouder over een dergelijk verzoek. Indien twijfel bestaat over de vraag of er een wijziging heeft plaatsgevonden in het gezag kan de school het gezagsregister raadplegen. Een wijziging in het gezag is daarin ook opgenomen. Ook ouders die nooit zijn gehuwd, maar wel samen het gezag hebben kunnen op dezelfde wijze als hiervoor omschreven informatie opvragen. Indien slechts één ouder met het gezag is belast, dan is deze op grond van de wet verplicht om informatie omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot het kind te verstrekken aan de niet met het gezag belaste ouder. Onafhankelijk hiervan kan een ouder zonder gezag de school ook vragen hem/haar omtrent belangrijke feiten op gelijke wijze te informeren als de ouder met gezag. Dit kan door middel van een schriftelijk verzoek gericht aan de voorzitter van de Centrale Directie. De school dient dan wel de ouder met gezag op de hoogte te stellen van het feit dat de andere ouder gelijke informatie ontvangt. De rechter kan bepalen dat informatie die de belangen van het kind schaadt niet hoeft te worden verstrekt door de ouder met gezag en/of de school. Milieubeleid Wij verwachten dat leerlingen zich medeverantwoordelijk voelen voor het schoolgebouw waarin zij hun onderwijs volgen. Dit betekent dat afval in prullenbakken gedeponeerd wordt. Toch kan niet worden voorkomen dat er afval achterblijft in de lokalen en op de pauzeplaatsen. Om ervoor te zorgen dat dit aan het einde van de dag is opgeruimd, zijn leerlingen enkele keren per jaar aan de beurt om schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Schorsing en verwijdering Met betrekking tot de schorsing van leerlingen gelden de volgende regels: 1. De schoolleider kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de betrokken leerling en, als deze nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, ook aan de ouders, voogden of verzorgers van de leerling bekendgemaakt. 3. De schoolleider brengt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen op de hoogte. Met betrekking tot de verwijdering van leerlingen geldt: 1. Er kan pas een definitief besluit tot verwijdering worden genomen door de schoolleider nadat de leerling, en als hij jonger is dan 18 jaar ook zijn
57
2.
3.
4. 5.
6.
7.
ouders/voogden/verzorgers, is/zijn gehoord. Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling gebeurt alleen na overleg met de inspectie. Hangende dit overleg kan de leerling worden geschorst. Het overleg is mede bedoeld om na te gaan op welke andere manier de betrokken leerling onderwijs kan volgen. Een leerling op wie de Leerplichtwet van toepassing is, mag alleen worden verwijderd nadat het bevoegd gezag, c.q. de schoolleider, ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school of instelling bereid is de leerling toe te laten. De schoolleider brengt de inspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen op de hoogte. Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt, ook aan diens ouders, voogden of verzorgers, bekendgemaakt. Hierbij wordt tevens vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de bekendmaking bezwaar kunnen maken bij het College van Bestuur van de Stichting LVO. Het College van Bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift, maar niet eerder dan nadat de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, ook diens ouders, voogden of verzorgers, in de gelegenheid is/zijn gesteld, te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op die besluiten betrekking hebbende adviezen of rapporten. Het College van Bestuur kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het bezwaar tegen een besluit tot definitieve verwijdering, de toegang tot de school ontzeggen.
Administratie Bij de administratie op de scholen kan men terecht voor (het ondertekenen van) formulieren en voor informatie van algemene aard. De administratie is dagelijks vanaf 8.00 uur bereikbaar. Ouderbijdrage De school vraagt de ouders mee te betalen aan bepaalde voorzieningen, de zogenaamde ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage is vrijwillig, u kunt er als ouder voor kiezen of u wel of niet betaalt voor een bepaalde voorziening. Als u niet bijdraagt, kan de school uw kind uitsluiten van die bepaalde voorziening. Indien van toepassing wordt dan een vervangend programma aangeboden aan uw kind, dat hij/zij verplicht is te volgen. De school kan met de ouders een schriftelijke “overeenkomst ouderbijdrage” sluiten. Een voorbeeld van een dergelijke overeenkomst vindt u als bijlage bij deze gids. Ook staat deze vermeld op de site van de school onder 'Organisatie' → 'Faciliteiten'. Na ondertekening van de overeenkomst bent u verplicht de bijdrage te betalen. De hoogte en de wijze van besteding van deze gelden is met instemming van het ouders/leerlingendeel van de medezeggenschapsraad tot stand gekomen. Daarnaast conformeert de school zich aan de ‘Gedragscode Schoolkosten Voortgezet Onderwijs’, die onder meer is opgesteld door vertegenwoordigers van ouderorganisaties.
58
De ouderbijdrage bedraagt voor het schooljaar 2015-2016 € 100,00. Voor een specificatie van dit bedrag zie blz. 64. Schoolboeken Met ingang van het schooljaar 2010-2011 worden de schoolboeken gratis door de school aan de leerlingen ter beschikking gesteld. De schoolboeken blijven echter te allen tijde eigendom van de school. Om er voor te zorgen dat leerlingen op een zorgvuldige manier met de verstrekte boeken omgaan, zal op het moment van inschrijving op de school een gebruikersovereenkomst/schaderegeling met hun ouders worden gesloten. Een voorbeeld van een dergelijke overeenkomst vindt u als bijlage bij deze gids. Ook staat deze vermeld op de site van de school onder 'Organisatie' → 'Faciliteiten'. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij de boeken, die ze in bruikleen hebben, kaften. Voor beschadigingen aan of voor het verloren gaan van boeken wordt een schadevergoeding gevraagd. Deelname aan het boekenfonds is niet verplicht. Voorzorg ten aanzien van veiligheid De schoolgebouwen voldoen aan de gestelde veiligheidseisen. Er zijn geschoolde BHV’ers en EHBO’ers aanwezig. Eenmaal per jaar volgen zij een bijscholing. Door middel van ontruimingsoefeningen wordt regelmatig gecontroleerd of aan alle voorwaarden wordt voldaan bij calamiteiten. Schoolfeesten De school is verantwoordelijk voor de leerlingen tijdens schoolfeesten die op een andere locatie (bijvoorbeeld in een discotheek) plaatsvinden, indien er sprake is van een feest dat geheel of gedeeltelijk door de school is georganiseerd. De school kan in dergelijke gevallen de leerlingen verplichten om binnen te blijven en zorgt door de inzet van personeel ervoor dat dit ook gebeurt. Drugsbepaling Het is verboden om cannabisproducten (zoals hasj, weed en marihuana) en overige drugs die onder de Opiumwet vallen te bezitten, te verhandelen of te gebruiken op school, op het schoolterrein en tijdens buitenschoolse activiteiten, zoals schoolfeesten, klassenavonden, excursies, schoolreizen, werkweken en sportdagen. Leerlingenkluisjes De regels die gelden ten aanzien van huur van leerlingenkluisjes, zijn opgenomen in het reglement gebruik leerlingenkluisjes. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is wel dat deze regels van tevoren ter instemming moeten worden voorgelegd aan het leerlingendeel van de MR van de school. Het leerlingendeel van de MR heeft (onder andere) instemmingsrecht voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot: - de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van leerlingen; - de vaststelling of wijziging van het leerlingenstatuut.
59
Verzekeringen Stichting LVO heeft als bevoegd gezag voor de scholen een aantal verzekeringen afgesloten. Voor u zijn van belang de verzekeringen die betrekking hebben op leerlingen en vrijwilligers c.q. ouders die participeren bij evenementen, etc. Zo is er een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt gedurende schooltijden, tijdens het gaan en komen naar en van school en tijdens excursies, schoolreizen, evenementen, werkwerken, stages, etc. voor zover die onder verantwoordelijkheid van of door de school worden georganiseerd. Gedekt zijn medische kosten en een uitkering bij blijvende invaliditeit en overlijden, tot een bepaald maximum en onder nader omschreven voorwaarden. Materiële schade is niet gedekt. Tevens is er een (doorlopende) schoolreis- en excursieverzekering (inclusief annuleringsclausule) afgesloten. Deze verzekering biedt dekking voor activiteiten die onder verantwoordelijkheid van de school worden uitgevoerd, op basis van nader omschreven voorwaarden. Ten slotte is er een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Alle verzekeringen zijn in principe op basis van secundaire dekking afgesloten. Dat betekent dat schade of letsel in de meeste gevallen eerst gemeld moet worden bij de persoonlijke verzekeringen van de betrokken leerling of ouder. Als deze verzekering de kosten aantoonbaar niet vergoedt, om welke reden dan ook, kan de verzekering van de school worden aangesproken. Vergoeding van de schade of gemaakte kosten geschiedt uitsluitend via declaratie door de school met daarvoor bestemde declaratieformulieren. In geval van schade kunt u zich wenden tot de locatiedirecteur van de school. De school sluit elke aansprakelijkheid ten aanzien van schade aan of diefstal van privé-eigendommen uit. Leerplicht In Nederland is iedere jongere verplicht om élke (school)dag naar school te gaan. Wie spijbelt of te laat komt, houdt zich niet aan de leerplichtwet. * Volledige leerplicht Tot aan het einde van het schooljaar waarin je 16 jaar wordt, ben je volledig leerplichtig. Als je tussen 1 augustus 1999 en 31 juli 2000 geboren bent, moet je dus het hele schooljaar 2015/2016 nog naar school. * Kwalificatieplicht Met ingang van het schooljaar 2007/2008 bestaat de partiële of gedeeltelijke leerplicht niet meer. Vanaf dit schooljaar geldt de kwalificatieplicht. Dat betekent, dat je ook als je niet meer volledig leerplichtig bent (dus na je 16e) toch nog naar school moet tot je 18e verjaardag. Je hoeft dan niet meer alle dagen naar school, maar kan ook gedeeltelijk werken en gedeeltelijk naar school gaan. Als je een diploma havo, vwo of mbo-niveau 2 haalt, heb je een startkwalificatie en ben je niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel.
60
* Leerplichtambtenaar Bureau Voortijdig Schoolverlaten (Parkstad)/Regionaal Bureau Leerplicht (Westelijke Mijnstreek) voeren de leerplichtwet uit. De leerplichtambtenaar werkt hiervoor nauw samen met de school. Zo is de leerplichtambtenaar regelmatig op de scholen aanwezig. Hij controleert of jongeren daadwerkelijk naar school gaan. Hij maakt deel uit van het O-team en als dat nodig is, speelt hij een adviserende en bemiddelende rol bij problemen. Als een leerling (regelmatig) te laat komt of spijbelt, zal de leerplichtambtenaar optreden. Hij zal eerst onderzoeken waarom de jongere spijbelt of te laat komt en of er een oplossing is. Omdat het wettelijk verplicht is naar school te gaan, kan de leerplichtambtenaar als het nodig is een HALT-straf geven of een proces-verbaal opmaken. Het proces-verbaal kan tegen de jongere zelf en/of de ouders of verzorgers worden opgemaakt. * Huisregels bij ziekmelden/ziek naar huis gaan/ doktersbezoek In alle gevallen dient de school geïnformeerd te worden, schriftelijk of telefonisch. Indien een leerling ziek naar huis gaat, dient de school de ouders/verzorgers hiervan op de hoogte te stellen. * Te laat komen Als je te laat op school komt, dien je je te melden voordat je naar je klaslokaal gaat. Op school vertelt de mentor je waar je dat moet doen. Kom je regelmatig te laat, dan is de school verplicht om dit door te geven aan de leerplichtambtenaar. * Verzuim en spijbelen Spijbelen begint meestal onschuldig, maar gaat vaak van kwaad tot erger. Door te verzuimen raak je achter met de leerstof. Bovendien is het zo dat iemand die regelmatig spijbelt de school vaak ook niet afmaakt. Als je van school gaat zonder diploma heb je weinig kans op een (leuke) baan en zul je misschien zelfs een uitkering aan moeten vragen. Geen rooskleurig toekomstbeeld dus. De school zal daarom altijd je ouders waarschuwen als je spijbelt. Daarnaast moet de school spijbelen melden aan de leerplichtambtenaar. Omdat spijbelen strafbaar is, kan de leerplichtambtenaar in het uiterste geval proces-verbaal opmaken tegen jou en/of je ouders. * Wat kunnen ouders doen tegen spijbelen? Ouders zijn verplicht om ervoor te zorgen dat hun leerplichtige kind naar school gaat. Het is daarom belangrijk dat zij het lesrooster van hun kind kennen en regelmatig met hun kind én met de school praten. De school informeert daarom ook de ouders als hun kind niet naar school komt. Sommige ouders hebben het gevoel dat hun kind toch doet waar het zelf zin in heeft. Zij weten vaak niet waar ze met dit soort problemen terecht kunnen. De ouders kunnen daarvoor contact opnemen met de school. Soms kunnen zij al helpen en anders kunnen ze doorverwijzen. * Wat doet de school tegen spijbelen? a. zie huisregels bij ziek melden/afwezigheid; b. roosterwijzigingen worden tijdig via de website bekend gemaakt; c. de school controleert dagelijks de aanwezigheid; bij afwezigheid van een leerling wordt gecontroleerd of er een bericht van afmelding is; d. bij twijfel/onduidelijkheid wordt contact opgenomen met de ouders/verzorgers;
61
e. bij onwettig verzuim neemt de school maatregelen en wordt de leerplichtambtenaar op de hoogte gesteld; f. bij herhaling van onwettig verzuim gaat de leerplichtambtenaar over tot verdere stappen. * Vakantieverlof Buiten de schoolvakanties mogen leerlingen niet van school wegblijven voor vakanties. Alleen als een gezin door het specifieke beroep van (één van) de ouders écht niet weg kan in de schoolvakanties, kan de directeur van de school extra vakantieverlof toekennen. Dit verlof mag maximaal 10 dagen duren en mag nooit in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. De ouders moeten het verlof minimaal 8 weken van tevoren schriftelijk aanvragen bij de directeur en hierbij een verklaring van de werkgever overleggen. * Vrij voor gewichtige omstandigheden In de leerplichtwet worden geen regels genoemd over wanneer u wel of geen extra verlof kunt aanvragen buiten de schoolvakanties. De directeur of de leerplichtambtenaar beoordeelt iedere aanvraag daarom individueel, op basis van landelijke richtlijnen. * Wél extra verlof voor: - het huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind: maximaal 2 dagen vrij; - het 12,5- of 25-jarig huwelijksjubileum van de ouders: 1 dag vrij; - het 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van grootouders: 1 dag vrij; - ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad: duur in overleg met directeur en/of leerplichtambtenaar; - overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de 4e graad: duur in overleg met de directeur; - verhuizing van het gezin: 1 dag vrij; - het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan gebeuren. In overleg met de directeur; - sommige religieuze feesten; - andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen. * Géén extra verlof voor: - familiebezoek in het buitenland; - vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties (ook in het geval van speciale vakantieaanbiedingen, laagseizoenkortingen of uitnodigingen van familie of vrienden); - eerder vertrek naar of latere terugkeer van vakantie vanwege verkeersdrukte; - verlof voor een kind omdat andere kinderen in het gezin al of nog vrij zijn. Verlof moet schriftelijk door de ouders of verzorgers worden aangevraagd bij de directeur. Als er verlof voor méér dan 10 dagen wordt aangevraagd, beslist de leerplichtambtenaar. De aanvraag hiervoor kan door de ouders of verzorgers worden ingediend bij de directeur van de school.
62
Een folder over vakantieverlof en vrij voor gewichtige omstandigheden kunt u o.a. opvragen bij Bureau VSV Parkstad-Limburg, tel 045-4001133,
[email protected] of bij Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek, tel: 046-4777492,
[email protected].
63
Bijlage 1
Specificatie ouderbijdrage 2015/2016
Vrijwillige bijdragen: 1. De leerling doet aan alle onderstaande activiteiten/diensten mee en de ouders/verzorgers betalen eenmalig, inclusief korting, per schooljaar 2. De ouders/verzorgers betalen niet eenmalig een bedrag maar: Leermiddelen: licenties, woordenboeken, atlassen, via school Drukwerk: Schoolgids, schoolkrant, omslagen rapporten, printtegoed, ouderinfo en brieven. Schoolevenementen: Kerstactie, sinterklaas, Pasen, carnaval, goededoelenactie/creadag/burgerschapdag Culturele activiteiten, CJP-pas Bijdrage ouderraad, medezeggenschapsraad, ouder- en voorlichtingsavonden, leerlingenraad Gymshirt (met logo)via school Proefwerkblokken via school Huur en schoonmaak kluisje Studieberoepskeuze Projektdag Dagexcursie
Kosten
Wel
€ 100,00
O
€ 15,00
O
€ 10,00
O
€ 10,00 € 10,00
O O
€ 5,00 € 6,00 € 3,00 € 10,00 € 30,00 € 7,50 € 30,00
O O O O O O O
Totaal te betalen (zelf optellen) Indien u een bijdrage niet betaalt geldt artikel 3 van de overeenkomst ouderbijdrage art. 3 .... Het niet intekenen op een activiteit of voorziening betekent dat deze leerling van de desbetreffende activiteit of voorziening kan worden uitgesloten. Indien de activiteiten plaatsvinden gedurende schooltijd en ouders niet voor deelname aan die activiteiten hebben gekozen, biedt de school een vervangend programma aan dat de leerling verplicht is te volgen.
64
Bijlage 2
Gebruikersovereenkomst Lesmateriaal De ondergetekenden: LVO-Parkstad, gevestigd te 6443 BT Brunssum aan de Schoolstraat 16, vertegenwoordigd door F.J.G.M. Schings in zijn functie van voorzitter Centrale Directie van LVO-Parkstad , verder te noemen: “bruikleengever”; en naam ouders(s)/verzorger(s) leerling: naam leerling (indien familienaam afwijkt): adres: woonplaats: verder te noemen : “bruikleennemer”; Ondergetekenden, hierna gezamenlijk te noemen “partijen”; Overwegende: -
dat bruikleengever ressorteert onder het bevoegd gezag van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO); dat LVO als bevoegd gezag elk jaar lesmateriaal als bedoeld in de Wet gratis schoolboeken om niet aan de leerling ter beschikking dient te stellen; dat LVO hiervoor lesmateriaal koopt van distributeurs en zelf dient toe te zien op zorgvuldig gebruik ervan; dat partijen in deze overeenkomst het zorgvuldig gebruik van het lesmateriaal wensen vast te leggen.
Verklaren en komen overeen als volgt: Artikel 1 Definities Lesmateriaal: hieronder wordt verstaan lesmateriaal dat naar vorm en inhoud is gericht op informatieoverdracht in onderwijsleersituaties en waarvan het gebruik binnen het onderwijsaanbod door het bevoegd gezag specifiek voor het desbetreffende leerjaar is voorgeschreven. Overeenkomst: de onderhavige door partijen getekende gebruikersovereenkomst lesmateriaal. Artikel 2 Eigendom lesmateriaal Het lesmateriaal dat LVO heeft gekocht wordt in bruikleen aan de bruikleennemer ter beschikking gesteld en blijft zodoende te allen tijde eigendom van LVO.
65
Artikel 3 Ontvangst lesmateriaal 1. De bruikleennemer dient bij de inontvangstneming van het lesmateriaal te controleren of de feitelijke levering van het lesmateriaal overeenstemt met de leverbon. Indien levering niet overeenstemt met de leverbon, dient de bruikleennemer dit schriftelijk binnen 14 dagen te melden bij de bruikleengever. Ook reacties betreffende beschadigingen dienen binnen 14 dagen schriftelijk gemeld te worden bij de bruikleengever. 2. Na het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn gaat de bruikleengever er van uit dat het lesmateriaal onbeschadigd en conform leverbon is geleverd. 3. De bruikleennemer dient het lesmateriaal op eerste verzoek van bruikleengever binnen twee weken na genoemd verzoek af te leveren aan de bruikleengever met inachtneming van het hierna bepaalde. Artikel 4 Gebruik lesmateriaal 1. De bruikleennemer dient alle zorgvuldigheid in acht te nemen ter voorkoming van beschadiging, diefstal of verlies van het in bruikleen verstrekte lesmateriaal. Hiermee wordt in ieder geval bedoeld: a) het lesmateriaal te kaften en te onderhouden; b) het lesmateriaal niet met stift, pen, potlood of anderszins van enige opmerkingen te voorzien; c) het lesmateriaal te gebruiken in overeenstemming met hun bestemming en d) aanwijzingen van de docent betreffende het gebruik op te volgen. 2. Het is de bruikleennemer niet toegestaan het lesmateriaal hetzij om niet hetzij tegen een vergoeding aan een andere leerling in gebruik af te staan of te verhuren. Artikel 5 Schade 1. De bruikleennemer is verplicht verlies dan wel diefstal van het lesmateriaal onmiddellijk te melden bij de bruikleengever. 2. Indien het lesmateriaal niet binnen twee weken na het in artikel 3 lid 3 genoemd verzoek bij de bruikleengever in goede staat is afgeleverd (ter beoordeling van de bruikleengever) is de bruikleengever gerechtigd de schade op de bruikleennemer te verhalen. 3. In geval van schade, verlies of diefstal van het lesmateriaal is de bruikleennemer aansprakelijk voor alle kosten die gemaakt moeten worden ter reparatie of vervanging van het desbetreffende lesmateriaal. 4. De schade is opeisbaar na constatering van deze schade door de bruikleengever en nadat de bruikleengever de omvang van de schade aan de bruikleennemer heeft medegedeeld. 5. De bruikleennemer is verplicht het schadebedrag binnen 14 dagen - nadat hij hiervan in kennis is gesteld - te betalen aan de bruikleengever. Artikel 6 Duur van de overeenkomst 1. De overeenkomst wordt aangegaan voor de periode dat de bruikleennemer staat ingeschreven bij LVO-Parkstad. 2. De overeenkomst eindigt automatisch zodra de bruikleennemer wordt u uitgeschreven bij LVO-Parkstad.
66
Artikel 7 Toepasselijk recht 1. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. 2. Alle geschillen voortvloeiende uit of samenhangend met deze overeenkomst zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Heerlen. Overeengekomen te ………………..
op ……………………………
Bruikleengever
Bruikleennemer
De heer F.J.G.M. Schings Voorzitter Centrale Directie LVO-Parkstad
(naam ouder/verzorger leerling)
Handtekening
Handtekening
Bijlage 3
Verzuimprotocol Romboutscollege Inleiding
67
Het protocol is een beschrijving van de schoolinterne procedure voor behandeling van het schoolverzuim. Het is algemeen bekend dat jongeren die regelmatig verzuimen een grotere kans hebben om voortijdig schoolverlater te worden. Ook is een verband aangetoond tussen regelmatig verzuim en het ontwikkelen van afwijkend en/of crimineel gedrag. Om die redenen is het terugdringen van ongeoorloofd schoolverzuim enorm belangrijk. 1. Wet en regelgeving: Leer- en kwalificatieplicht, verzuim Ieder kind heeft recht op onderwijs en tegelijk een leerplicht. Kinderen hebben onderwijs nodig om zich te ontwikkelen, te ontplooien, maar ook om later meer kans te hebben op werk. Ieder kind is volledig leerplichtig vanaf de 1e schooldag van de maand na de 5e verjaardag tot aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 jaar wordt. Sinds 1 augustus 2007 geldt dat de jongere verplicht is onderwijs te blijven volgen totdat hij een startkwalificatie heeft behaald of tot het moment waarop hij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Een startkwalificatie is behaald bij: Havo of vwo diploma; MBO diploma niveau 2 BOL of BBL. 2. Verschillende vormen van ongeoorloofd verzuim Op basis van de Leerplichtwet zijn scholen verplicht (vermoedelijk) ongeoorloofd verzuim te melden. Daarbij wordt veelal het volgend onderscheid gehanteerd: Absoluut verzuim: Van absoluut verzuim is sprake als een leerplichtige jongere niet ingeschreven staat bij een school of onderwijsinstelling. Luxeverzuim: Er is sprake van luxeverzuim als een leerplichtige jongere zonder toestemming van school wegblijft vanwege extra vakantie of familiebezoek. Relatief verzuim: Van relatief verzuim is sprake als een leerplichtige jongere wel op een school staat ingeschreven, maar zich onttrekt aan regels van aanwezigheidsplicht. Relatief verzuim moet door school aan leerplicht gemeld worden als: de jongere drie dagen of meer achtereenvolgend verzuimt; de jongere in een periode van vier opvolgende lesweken meer dan 1/8 van het aantal lesuren verzuimt; de jongere regelmatig te laat op school of in de les verschijnt. Scholen dienen eerder tot melding over te gaan als zij vermoeden, dat door de school getroffen maatregelen onvoldoende effect hebben; Verzuim en achterliggende problematiek: Verzuim is vaak een uitvloeisel van een achterliggende problematiek. Is dat het geval dan spreken we ook wel van ‘zorgwekkend verzuim’ of ‘signaalverzuim’.
Hiervan is sprake als het verzuim een signaal is voor problemen als: • leerproblemen, leerstoornissen; • sociaal-emotionele problemen of stoornissen; • (ernstige) gedragsproblemen of gedragsstoornissen; • gezondheidsproblemen (fysiek, en psychisch / psychiatrisch)
68
• gezinsproblemen 3. Wet- en regelgeving voor het verlenen van extra verlof Soms vragen ouders/verzorgers voor hun kind verlof buiten de schoolvakanties aan. In dergelijke gevallen moet (waar mogelijk) twee maanden van tevoren een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de schoolleiding van de school. Als de aanvraag voor extra verlof niet meer dan tien dagen binnen één schooljaar betreft, beslist de schoolleiding of het verlof kan worden verleend. Bij meer dan tien dagen beslist de leerplichtambtenaar over de aanvraag. Bij de beoordeling van bovenbedoelde aanvragen voor extra verlof dienen de school en de leerplichtambtenaar zich te houden aan onderstaande wettelijke richtlijnen. Vakantieverlof Dit kan worden verleend, indien het door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders/verzorgers slechts mogelijk is om buiten de schoolvakanties met hun kind(eren) op vakantie te gaan. Hiertoe moet een schriftelijk verzoek worden ingediend, dat gepaard gaat met een werkgeversverklaring. Binnen deze voorwaarde mag het vakantieverlof: één maal per schooljaar plaatsvinden en maximaal tien schooldagen bedragen; niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. (Bovenstaande op basis van artikel 13a, Leerplichtwet.) Vrijstelling wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging Ouders/verzorgers en jongeren worden vrijgesteld van de verplichting de school te (laten) bezoeken, indien dit wordt verhinderd door vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. Een beroep op deze regel kan slechts worden gedaan, indien de schoolleiding uiterlijk twee dagen vóór de verhindering daarvan in kennis is gebracht. (Bovenstaande op basis van artikel 11 en 13, Leerplichtwet.) Andere gewichtige omstandigheden Een verzoek om verlof wegens andere gewichtige omstandigheden (voor maximaal tien schooldagen per schooljaar) dient vooraf of uiterlijk binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering aan de schoolleiding te worden voorgelegd. (Bovenstaande op basis van artikel 11 en artikel 13b, Leerplichtwet.) In de praktijk komen de volgende invullingen voor: - voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; - voor verhuizing, voor ten hoogste één dag; - voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, voor één of ten hoogste twee dagen (afhankelijk van de vraag of het huwelijk in of buiten de woonplaats van de leerplichtige wordt gesloten); - bij ernstige ziekte van ouders of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, duur in overleg met de schoolleiding; - bij overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad voor ten hoogste vier dagen; van bloed- en aanverwanten in de tweede graad voor ten hoogste twee dagen; van bloed- en aanverwanten in de derde of vierde graad voor ten hoogste één dag; - bij bevalling van moeder/verzorgster, duur in overleg met de schoolleiding; - bij ambtsjubilea (25, 40, 50 jaar) en huwelijksjubilea (12½, 25, 40, 50, 60 jaar) van ouders of grootouders, voor ten hoogste één dag;
69
-
bij (andere) calamiteiten en naar het oordeel van de schoolleiding belangrijke redenen.
4. Definitie van verzuim Onder verzuim verstaan wij alle vormen van fysieke afwezigheid van de leerling op de volgens het rooster vastgestelde lestijden en lesdagen. Onder geoorloofd verzuim verstaan we verzuim met als reden bijvoorbeeld: ziekte van de leerling, doktersbezoek, verlof vooraf aangevraagd en toegestaan of achteraf gelegitimeerd voor gewichtige omstandigheden, zoals verhuizing, huwelijks- of ambtsjubilea, ernstige ziekte van een gezins- of familielid of verlof vanwege de aard van het beroep van de ouders. Onder ongeoorloofd verzuim verstaan we alle fysieke afwezigheid van leerlingen waarbij geen overleg is geweest over de absentie of wanneer geen toestemming is verleend voor het verzuim. We spreken ook van ongeoorloofd verzuim als kinderen te laat op school komen, voortijdig naar huis gaan, dagdelen of dagen niet op school komen zonder dat de ouders/verzorgers de school informeren over de reden van het verzuim. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarbij het ongeoorloofd verzuim achteraf gelegitimeerd wordt. 5. Registratie van verzuim (1) te laat komen De leerling die te laat is gekomen, moet alvorens in de les toegelaten te worden zich melden bij de balie in de centrale hal waarna hij met het uitgereikte gele briefje door de docent wordt toegelaten. De baliemedewerker registreert dit in het absentieregistratiesysteem. (2) ziekte Volgens de schoolregels wordt de schooladministratie/receptie door de ouders/verzorgers van een zieke leerling 's ochtends vroeg voor aanvang van het eerste lesuur telefonisch daarover ingelicht. Gebeurt dit niet dan neemt de baliemedewerker in de loop van de dag telefonisch contact op met de verzorgers/ouders. Bij een ziekte/afwezigheid van 5 dagen geeft de baliemedewerker een signaal aan de mentor/leerlingencoördinator, die contact opneemt met de verzorgers/ouders. Voor examenperiodes geldt, dat elke ochtend een af/ziekmelding gedaan moet worden. De ouder/verzorger meldt de leerling d.m.v. een briefje weer hersteld. De leerling geeft dit op de eerste dag dat hij weer op school is af aan de baliemedewerker.
(3) ongeoorloofd verzuim Als de ouders/verzorgers van een leerling de school niet hebben ingelicht over het afwezig zijn van de leerling en het lukt niet om op de eerste dag telefonisch contact te leggen met de verzorgers/ouders, dan stuurt de baliemedewerker een email dat de leerling zich zo snel mogelijk dient te melden bij de leerlingencoördinator, die de
70
reden achterhaalt en doorgeeft aan de baliemedewerker ter registratie. (4) geoorloofd verzuim Wanneer de afwezigheid van een leerling noodzakelijk is vanwege een medische behandeling of dringende familieomstandigheden, dan krijgt de leerling vooraleer hij het terrein kan verlaten hiervoor pas toestemming indien de ouders/verzorgers van tevoren een schriftelijke of telefonische melding hebben gedaan aan de leerlingencoördinator en/of functionaris die belast is met het bijhouden van het absentieregistratiesysteem. Indien leerlingen activiteiten verzorgen waarvoor de schoolleiding toestemming heeft gegeven (zoals leerlingenraad, werkgroepen, culturele activiteiten) en zij missen daardoor een of meer lessen, dan tekent het bij de activiteiten betrokken personeelslid een briefje waarin staat vermeld waarom de leerling afwezig was. (5) uit de les gestuurd Een leerling kan uit de les worden gestuurd en daardoor lesstof missen. De verwijdering wordt door de docent in het absentieregistratieprogramma genoteerd. (6) schorsing Een leerling kan zijn geschorst en daardoor lesstof missen. Dit wordt geregistreerd door de docent in het absentieregistratieprogramma. 5.1 Het absentieregistratiesysteem In de schoolregels is vastgelegd op welke wijze absentie gemeld dient te worden. De uitvoering van deze regels heeft nogal wat administratieve gevolgen. Voor een goede registratie is het echter belangrijk dat de regels zo veel mogelijk worden nageleefd. Richtlijnen absentieregistratiesysteem De kern van het absentieregistratiesysteem is dat elke afwezigheid in de klas gemeld wordt door de docent. De docent vult bij afwezigheid van leerlingen in de les de absentiegegevens digitaal in in het absentieregistratiesysteem. Het absentieregistratiesysteem staat op het administratienetwerk en is voortdurend toegankelijk voor de mentoren, leerlingencoördinatoren, directieleden en de absentiemedewerkers. De leerlingencoördinator zal naar aanleiding van buitensporige afwezigheid of veelvuldig te laat komen van een leerling een gesprek aangaan met die leerling en/of met zijn/haar ouders/verzorgers. De ouders/verzorgers kunnen te allen tijde het schoolverzuim in Magister nakijken. Bij ernstig problematisch verzuim vindt een verwijzing plaats naar de leerlingbegeleiding en/of het O-team. Afhankelijk van de problematiek worden dan maatregelen genomen. Daarbij kan gedacht worden aan het inschakelen van een externe instantie. De schoolleiding heeft regelmatig een overleg met de leerplichtambtenaar over het verzuim op school. In dit overleg wordt al het problematisch verzuim doorgenomen. 6. Aanpak per verzuimsoort De aanpak van verzuim verschilt per soort verzuim. Hoe ernstiger het verzuim, hoe meer partijen worden ingeschakeld bij het bestrijden ervan. Hieronder worden de meest voorkomende oorzaken van verzuim besproken in
71
combinatie met de aanbevolen aanpak. Te laat komen Als een leerling te laat is voor de les, meldt hij/zij zich eerst bij de balie in de centrale hal. Hier ontvangt de leerling een gele kaart die hij afgeeft aan de docent in de les. Bij veelvuldig te laat komen of wanneer een gesprek met de telaatkomer onvoldoende effect heeft gehad, worden de ouders/verzorgers van de betreffende leerling door de leerlingencoördinator uitgenodigd voor een gesprek. In het geval van leerlingen die veelvuldig te laat komen en wanneer getroffen maatregelen daarop weinig effect hebben, schakelt de schoolleiding de leerplichtambtenaar in. Ziekte Ouders/verzorgers zijn wettelijk verplicht de school te informeren over de afwezigheid van hun kind. Zij dienen dit telefonisch te doen bij de administratie, vóór het begin van het eerste lesuur. Indien ouders dit nalaten te doen, neemt de baliemedewerker diezelfde dag telefonisch contact op met de verzorgers/ouders. De absentenregistrator noteert de gegevens in de computer. Via het registratiesysteem kan de mentor de gegevens betreffende het verzuim van zijn leerlingen inzien. Als een leerling tijdens schooltijd ziek wordt, dient deze zich eerst af te melden bij de balie in de centrale hal. Daar belt de leerling naar huis. Na 5 dagen ziekte geeft de baliemedewerker een signaal aan de mentor/leerlingencoördinator zodat deze contact kan opnemen met de ouders/verzorgers van de leerling. Bij veelvuldige gezondheidsklachten van een leerling kan worden besloten om de schoolarts in te schakelen. Deze heeft in de school een ruimte om leerlingen te spreken. Ook kan de schoolarts de leerling oproepen en hem of haar verzoeken om bij de GG&GD langs te komen. Bij vermoeden van onterechte ziekmelding, zal in eerste instantie de mentor contact opnemen met de ouders/verzorgers. Bij regelmatig vermoedelijke onterechte ziekmeldingen zal de school ook de leerplichtambtenaar en/of de schoolarts inschakelen. Ongeoorloofd verzuim Onder ongeoorloofd verzuim of spijbelen worden alle vormen van afwezigheid verstaan die niet onder de andere categorieën vallen en niet gelegitimeerd kunnen worden door de ouders/verzorgers. Wanneer er sprake is van spijbelen, volgen zo spoedig mogelijk maatregelen. Dit betekent meestal dat op zo kort mogelijk termijn de verzuimde uren door de leerling dubbel dienen te worden ingehaald. Bij spijbelen stelt de school de ouders/verzorgers op de hoogte van het probleem en worden zij verzocht te helpen bij het aanpakken hiervan. Als dit geen effect heeft, zullen er passende acties worden ondernomen. Het inschakelen van de leerplichtambtenaar behoort dan tot de mogelijkheden. Afhankelijk van de ernst van het spijbelincident(en) kan de leerlingencoördinator besluiten direct de leerplichtambtenaar in te schakelen. Uiteraard worden ook dan de ouders op de hoogte gesteld. Spijbelen is vaak een uiting van een hulpvraag van de betreffende leerling. In die gevallen probeert de
72
school, met of zonder externe hulp, antwoord te geven op deze hulpvraag. Geoorloofd verzuim Afspraken voor medische behandeling zoals bv. tandarts- of doktersbezoek vinden zo veel mogelijk buiten schooltijd plaats. De mentor maakt dat duidelijk aan zijn of haar klas en ziet vervolgens toe op naleving daarvan. Als een dergelijk bezoek toch tijdens schooltijd moet plaatsvinden, dan wordt er vooraf met de school gebeld oftewel een schriftelijke aanvraag ingediend door de ouders/verzorgers van de betreffende leerling. In principe geeft de school geen langdurig verlof. Er zijn een aantal uitzonderingen, waarvan er hier drie worden genoemd. 1. Voor de vervulling van plichten die voortvloeien uit levensovertuiging of godsdienst kan extra verlof worden aangevraagd. 2. Vakantieverlof kan worden verleend als het wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers onmogelijk is binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan. Bij deze vakantieaanvragen moet een werkgeversverklaring van de betreffende ouder/verzorger worden bijgevoegd. Dit verlof moet twee maanden van tevoren worden aangevraagd, mag niet in de eerste twee schoolweken van het jaar plaatsvinden en kan maximaal tien dagen bedragen. Het wordt slechts één maal per jaar verleend. 3. Verlof wegens gewichtige omstandigheden kan worden aangevraagd in het geval van bijzondere familieomstandigheden of andere incidentele uitzonderlijke situaties. Elke aanvraag wordt apart door de schoolleiding bekeken. De ouders/verzorgers dienen extra verlof ruim van tevoren schriftelijk aan te vragen. Over het toekennen van meer dan tien dagen vakantieverlof of bij verlof wegens gewichtige omstandigheden beslist de leerplichtambtenaar. Over de toekenning van verlof van minder dan tien dagen beslist de schoolleiding. In geval van twijfel wordt advies ingewonnen bij externe instanties. De registratie van het extra verlof wordt in de leerlingendossiers bijgehouden. Uit de les gestuurd Wanneer een docent een leerling uit de les stuurt, gaat deze naar de ondersteuningscoördinator. De leerling vult zijn versie van de reden van verwijdering op het verwijderingsformulier in en meldt zich aan het eind van de les bij de eigen docent terug. De gegevens van de leerling, de reden en de gevolgen van het uit de les sturen worden door de docent geregistreerd op hetzelfde verwijderingsformulier. Dit formulier wordt ingeleverd bij de ondersteuningscoördinator. Hij/zij vult het lvs van Magister in en geeft het formulier aan de mentor. Schorsing De schoolleiding schorst een leerling alleen in uitzonderlijke gevallen. Bij schorsing kan worden gedacht aan gevallen waarin een onhoudbare situatie is ontstaan en waarbij de school eerst de ouders/verzorgers wil spreken voordat een leerling weer toegelaten kan worden tot de lessen. Een schorsing duurt meestal niet langer dan een of twee dagen. In het geval van een interne schorsing dient de leerling de gehele schorsingsdag op school aanwezig te zijn en krijgt hij/zij andere werkzaamheden opgedragen. In het geval van een externe schorsing wordt de leerling de toegang tot het schoolterrein gedurende de schorsingsperiode ontzegd. Een schorsing kan
73
alleen door de locatiedirecteur worden opgelegd. Bij een schorsing van meer dan één dag wordt voorts de inspectie van het onderwijs ingelicht. 7. Verplichte meldingen aan het verzuimloket 1. Afspraken meldingen te laat komen (leer- en kwalificatieplichten) VO -
-
-
-
Bij de frequentie 1 tot 10 keer te laat: de school start een interne procedure, stelt de ouders schriftelijk/telefonisch in kennis en nodigt hen uit voor een gesprek; 10 tot 20 keer te laat: de leerling wordt door school gemeld via RBL (Regionaal Bureau Leerplicht); de school nodigt de ouders uit voor een gesprek en maakt een aantekening in het digitaal schooldossier. Er wordt door RBL een waarschuwingsbrief aan de ouders verstuurd (kopie aan de melder); 20 keer of meer te laat: school meldt via RBL, maakt een aantekening in het digitale schooldossier en levert een verzuimoverzicht en achtergrondinformatie aan het RBL. RBL nodigt de leerling met de ouders uit voor een gesprek, doet een zorgmelding of geeft een formele waarschuwing en koppelt terug aan de melder; Bij recidive: De leerling wordt door school gemeld via RBL, brengt de ouders op de hoogte van deze melding en levert een verzuimoverzicht en achtergrondinformatie aan RBL. RBL maakt een HALT verwijzing op, bij mislukken HALT of indien dit niet mogelijk is wordt er een (volledig) proces verbaal opgemaakt en koppelt dit terug aan de melder.
2. Ziekte (leer- en kwalificatieplichten) VO - Bij een frequentie van 1 – 5 dagen achtereen of 5 incidentele dagen: school neemt contact op met de ouders en biedt intern extra zorg indien nodig; - Bij een frequentie van 5 tot 10 dagen achtereen of incidentele dagen: school neemt contact op met de ouders, biedt intern extra zorg indien nodig, brengt dit mogelijk in bij het O-Team (Ondersteuningsteam) en bij een vermoedelijk ongeoorloofd verzuim informeert de school het RBL; - Bij een frequentie van 10 – 20 dagen achtereen of incidentele dagen: school meldt de leerling bij de jeugdarts. Geeft de leerling geen gevolg aan de oproep van de jeugdarts, dan maakt school een melding van ongeoorloofd verzuim aan het RBL. 3. Relatief wettelijk Verzuim (leer- en kwalificatieplichten) VO -
Bij ongeoorloofd verzuim van 16 uur van de lestijd gedurende een periode van 4 weken: de school stelt de ouders hiervan op de hoogte en meldt dit aan het verzuimloket van OCW-DUO.
Relatief preventief Verzuim (leer- en kwalificatieplichten) VO - Elk ongeoorloofd verzuim gerelateerd aan (vermoedelijke) achterliggende problematiek: de school stelt de ouders hiervan op de hoogte en meldt dit aan
74
het verzuimloket van OCW-DUO. Lux Verzuim - Vrije dagen zonder toestemming van de directie: de school stelt de ouders hiervan op de hoogte en meldt dit aan het verzuimloket van OCW-DUO. Schorsing -
De school kan gedurende maximaal 5 dagen een leerling de toegang tot de school ontzeggen. Zij meldt dit bij RBL, de inspectie en stelt de ouders op de hoogte. Een langere schorsing is alleen mogelijk in afwachting van een besluit tot definitieve verwijdering. (zie ook verder bij verwijdering) Verwijdering
- De school kan een leerling uitsluitend verwijderen nadat een andere school bereid is om de jongere als leerling in te schrijven: de school dient dit te melden bij de RBL, de inspectie en de ouders op de hoogte te brengen. 4. Verzuim bij niet-leerplichtigen tot 23 jaar - Bij dreigend voortijdig schoolverlaten (preventief): bij ongeoorloofd verzuim van 16 uur van de lestijd gedurende een periode van 4 weken en bij jongeren waarvan sprake is van een dreigend schooluitval door achterliggende problematiek. De school meldt dit bij OCW-DUO en bij RBL. Verder onderneemt de school de volgende acties: zij gaat in gesprek met de leerling en de ouders. De school maakt gebruik van de voorliggende voorzieningen zoals bv. het O-team, inzetten schoolmaatmaatschappelijk werk, schoolloopbaanbegeleiding en beroepskeuzetest. Mochten deze ontoereikend zijn, dan komt de RBL, na overleg met school, in actie. 5. Voortijdig wettelijk schoolverlaten - Bij jongeren die een aaneengesloten periode van 1 maand zonder geldige reden geen onderwijs volgen: school meldt dit aan het verzuimloket van OCW-DUO; - Bij jongeren van 18 – 23 jaar, die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten, meldt de school dit tot het moment van wetswijzigingen bij RBL en hierna bij het verzuimloket OCW-DUO. 6. Algemeen Zodra een school melding van schoolverzuim of voortijdig schoolverlaten doet, stelt de leerplichtambtenaar/RMC-consulent een onderzoek in. Hierbij is het belangrijk dat inzichtelijk is welke acties de school zelf heeft ondernomen om het verzuim of voortijdig schoolverlaten te voorkomen. De school heeft tenminste voorafgaand aan de melding met de jongere en eventueel ouders/verzorgers de oorzaken van het verzuim en dreigende schoolverlaten
75
onderzocht en besproken. Vervolgens kan de leerplichtambtenaar/RMCconsulent met de beschikbare informatie samen met de school, jongere en ouders een vervolgaanpak uitwerken.
76