Schoolgids 2015-2016
Rembrandt College
Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1. Welkom 1.2. Hoe deze informatiegids te gebruiken 1.3. Het Rembrandt College 1.4. De missie van het Rembrandt College, ons DNA 1.5. De cultuurprofielschool 1.6. Professionele ruimte 1.7. De schoolorganisatie 1.8. Organisatiemodel 1.9. Schoolgegevens 1.10. Openingstijden 1.11. Lestijden 1.12. Vakantieregeling
3 3 4 5 6 7 7 8 9 10 10 11
2. Het onderwijs 2.1. De onderwijskundige teams 2.2. Plaatsing van leerlingen en toelatingsprocedure 2.3. Jaarinrichting 2.4. Toetsing en rapportage 2.5. Bevordering 2.6. Determinatie 2.7. Loopbaanbegeleiding 2.8. Examendata 2.9. Programma van Toetsing en Afsluiting 2.10. I-uren 2.11. Opbrengsten / Inspectierapportage
12 12 13 13 14 14 14 15 15 16 16
3. De ondersteuning 3.1. Verzuimbegeleiding 3.2. Absentie en ziekte 3.3. Ziekte tijdens de lesdag 3.4. Te laat komen 3.5. Verwijderingen uit de klas en straf 3.6. Leerplicht 3.7. Mentoren 3.8. Leerlingbegeleiding 3.9. Interne specialistische ondersteuning 3.9.1. Ondersteuningscoördinator 3.9.2. Schoolpedagogen 3.9.3. Faalangst 3.9.4. Dyslexie 3.9.5. Dyscalculie 3.9.6. Pestgedrag 3.9.7. Cumi-functionaris
17 17 17 18 18 18 18 19 22 22 22 23 24 24 24 25
-1-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.10. 3.11. 3.12. 3.13.
3.9.8. GGD 3.9.9. Schoolmaatschappelijk werk 3.9.10. Ambulante begeleiding Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen Talent- (top)sport begeleiding Samenwerkingsverband passend onderwijs Sociale veiligheid
25 26 26 26 27 29 29
4. De organisatie 4.1. Rembrandtpas 4.2. Opbergkastjes 4.3. Schoolverzekering 4.4. Schoolkosten, de ouderbijdrage 4.5. Proefwerkpapier 4.6. Lesgeld en tegemoetkoming in de studiekosten 4.7. Schoolboeken en leermiddelen 4.8. Spelregels
30 30 30 31 31 31 32 33
5. Bestuurlijke zaken 5.1. Bevoegd gezag 5.2. Medezeggenschapsraad 5.3. Ouderraad 5.4. Leerlingenraad 5.5. Klachtenregeling - vertrouwenspersonen 5.6. Revisie 5.7. Sponsorbeleid 5.8. Wet Bescherming Persoonsgegevens
34 34 34 35 35 37 38 38
6. Bijlagen 6.1. Reisvoorwaarden en activiteiten 6.2. Lessentabellen 6.3. Bevorderingsnormen 6.4. Wie heeft welke rol in de school
41 42 49 75
-2-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1. Inleiding 1.1 Welkom Van harte welkom op het Rembrandt College via deze schoolgids. Namens het team van collega’s verwelkomen we iedereen die het Rembrandt College een warm hart toedraagt en aan het onderwijs wil deelnemen dan wel aan de realisatie van onze doelen wil deelnemen. 1.2 Hoe deze informatiegids te gebruiken? De schoolgids is een wettelijk verplicht document en dient om u zicht te geven op hoe er op het Rembrandt College gewerkt wordt en op welke manier we samen de weg vinden in het onderwijs bij ons op school. Passend bij de visie van onze school is de schoolgids een richtlijn. “Bij goed contact is een contract overbodig, bij slecht contact is een contract zinloos” Belangrijker is dus dat we elkaar ontmoeten. Dat we elkaar opzoeken als we vinden dat er iets even iets minder gaat. Dat we de momenten vieren dat onze leerlingen en kinderen mooie prestaties neerzetten. In de les, in de kunst of welk talent dan ook. In deze schoolgids vindt u per schoolonderdeel de belangrijkste informatie en waar mogelijk of nodig een doorlink naar uitgebreidere documenten op onze website. Qua stijlvorm proberen we zo zorgvuldig mogelijk te zijn. “Hij” en “zij” , “u” en “jij”, worden eenzijdig gebruikt maar worden beide bedoeld.
Namens de schoolleiding,
B. de Grunt, Rector T. Starmans, Conrector
-3-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.3 Het Rembrandt College Het Rembrandt College is de enige openbare school in Veenendaal. Ouders en leerlingen die bewust voor algemeen toegankelijk onderwijs kiezen, hebben er recht op dat dat onderwijs zo goed mogelijk en uitdagend ingericht is. Het Rembrandt College is een bewuste cultuurprofielschool en een universum-volgschool. Hierbij vinden we inspiratie bij Albert Einstein: “Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal” A. Einstein
Het Rembrandt ziet het als een uitdaging om de delen: creativiteit, cognitie en logica met elkaar te verbinden. We geloven erin dat leerlingen en collega’s die deze verschillende vlakken beheersen met kop en schouders boven de rest uitstijgen en we doen ons best dat zoveel mogelijk te stimuleren. Het Rembrandt wil een school zijn waar leerlingen en medewerkers zich gekend voelen in hun eigenheid. Er is ruimte en acceptatie te mogen ontdekken wie je bent, wat je kunt en waar je talenten te vinden zijn. We erkennen dat dit een proces is en dat falen en fouten maken onderdeel hiervan zijn. We streven ernaar het “elke dag een stukje beter” te doen. Zowel de leerlingen als ook wij zelf. Doorlopende leerlijnen en afstemming tussen parallelgroepen. Als openbare school staan we ervoor dat alle leerlingen bij ons gelijke kansen hebben. Gelijkwaardigheid is één van onze kernwaarden. Iedereen is welkom. Ongeacht geloofsovertuiging of levensovertuiging, waarbij we streng kunnen zijn waar de belangen van de één in het gedrang komen door het gedrag van een ander. Ruimte willen we geven waar mogelijk, maar niet oneindig. De school draagt deze visie uit in een goed geoutilleerde ruimte, waarin de verwondering onderdeel is van de omgeving. Leerlingen herkennen ons enthousiasme in de school, onze liefde voor het vak. Deze visie geldt voor onszelf, voor de medewerkers, de manier waarop we naar onze leerlingen kijken als wel de manier waarop we naar buiten zullen treden.
-4-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.4 De missie van het Rembrandt College, ons DNA
-5-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.5 De cultuurprofielschool Het cultuurprofiel is één van de speerpunten in het strategisch beleidsplan van onze school en dat is zichtbaar in het curriculum, de formatie, de meerjarenbegroting en de taakomschrijving van de verschillende uitvoerders. De persoonlijke ontwikkeling in brede culturele en in kunstzinnige zin wordt hiermee tastbaar gemaakt. Kunst en cultuurbeleving krijgen op het Rembrandt College een eigen gezicht en zijn daarmee kenmerkend voor onze identiteit. Maar wat maakt onze school nu een cultuurprofielschool? Op een cultuurprofielschool zijn kennisvakken en de creatieve ontwikkeling van leerlingen belangrijk. Creativiteit en kennis komen door aandacht en oefening tot ontwikkeling. Wij stimuleren de creativiteit van onze leerlingen onder meer door het aanbod van muziek, drama en beeldende vorming in de eerste drie leerjaren. Drama kan op de havo en het vwo als examenvak worden gekozen (m.i.v. 2016 ook op de tl), beeldende vorming kan op de tl, de havo en het vwo als examenvak worden gekozen. In en buiten het lesprogramma zijn kunst, cultuur en sport onderdeel van feesten, werkweken, presentatieavonden en schoolreizen. Om het cultuurprofiel goed uit te voeren is er in de vrijwillige ouderbijdrage een bedrag van € 25,40 per leerling opgenomen.
-6-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.6 Professionele ruimte Goed onderwijs kan alleen worden gegeven door bevlogen en betrokken collega’s. Professionele ruimte van een docent is de mogelijkheid te krijgen en verantwoordelijkheid te nemen om binnen de kenmerken van de bestaande organisatie invloed uit te kunnen oefenen op de inrichting, ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs. Professionele ruimte is dus een wisselwerking met de individuele ruimte van de professional, de ruimte van het team en de ruimte van de organisatie an-sich en afhankelijk van het niveau (professie) van alle drie. Dit allemaal met als doelstelling de leerling zo goed mogelijk onderwijs te kunnen bieden en naar een diploma te begeleiden dat binnen zijn mogelijkheden ligt.
1.7 De schoolorganisatie Binnen de school werken we met duidelijke focusgebieden; het onderwijs, de ondersteuning, het bedrijfsonderdeel en het bestuurlijke deel. We kiezen er bewust voor geen scheiding aan te brengen in de aansturing van de schoolsoorten om de basis te leggen voor een toekomst van differentiatie en doorstroom. Voor meer informatie zie in de bijlage 5.4 "Wie heeft welke rol in de school".
-7-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.8 Organisatiemodel
Ons waarom, de visie staat centraal en in die visie het onderwijs aan de leerling. Daaromheen zijn de domeinen aangegeven die er aan bijdragen dat we onze doelstellingen halen.
-8-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.9 Schoolgegevens Rembrandt College Nevenvestiging Villa
Telefoon Fax Postadres E-mailadres Website IBAN
Rembrandtlaan 2 3904 ZK Veenendaal Mispel 11 Postbus 292, 3900 AG Veenendaal Telefonisch bereikbaar: 0318-509900 (0318) 509900 (0318) 509901 Postbus 292 3900 AG Veenendaal
[email protected] www.rembrandt-college.nl NL11 INGB 0000 9372 30
Bevoegd gezag Gemeente Veenendaal Postbus 1100 3900 BC Veenendaal tel: (0318) 538911
Schoolleiding Rector Conrector Teamleider kunst & exact Teamleider talen & techniek Teamleider mens & maatschappij Facilitair leidinggevende Hoofd FA/Intern Controller
Dhr. B. de Grunt Mevr. J.T.M. Starmans Mevr. M.M.C. Bleyendaal Dhr. P. Ham Dhr. G.H. v.d. Brink Dhr. R. Obermeijer Dhr. E. Heikamp
Inspecteur Rijksinspectiekantoor Postbus 2730 3500 GS Utrecht tel: (030) 6690600 e-mail:
[email protected]
-9-
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.10 Openingstijden Het Rembrandt College is in principe bereikbaar/open van 8:00-16:00 uur. Voor de verzuimbegeleiding van leerlingen, de lessen en buitenles-activiteiten gelden afwijkende tijden.
1.11 Lestijden Het Rembrandt College kent de volgende lestijden. We begrijpen dat voor veel leerlingen de activiteiten naast de school een belangrijke aanvulling op het leren op school is, maar we gaan er toch vanuit dat de onderstaande tijden vrij worden gehouden. 1e uur 08.00 – 08.45 uur 2e uur 08.45 – 09.30 uur 3e uur 09.30 – 10.15 uur pauze 10.15 – 10.35 uur 4e uur 10.35 – 11.20 uur 5e uur 11.20 – 12.05 uur 6e uur 12.05 – 12.50 uur pauze 12.50 – 13.20 uur 7e uur 13.20 – 14.05 uur 8e uur 14.05 – 14.50 uur 9e uur 14.50 – 15.35 uur 10e uur 15.35 – 16.20 uur
Rooster verkorte lestijden Een aantal keren per jaar maken we gebruik van een verkort lesrooster. 1e uur 2e uur 3e uur pauze 4e uur 5e uur 6e uur pauze 7e uur 8e uur 9e uur
- 10 -
09.30 – 10.00 uur 10.00 – 10.30 uur 10.30 – 11.00 uur 11.00 – 11.20 uur 11.20 – 11.50 uur 11.50 – 12.20 uur 12.20 – 12.50 uur 12.50 – 13.20 uur 13.20 – 13.50 uur 13.50 – 14.20 uur 14.20 – 14.50 uur
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1.12 Vakantieregeling Vakanties 2015-2016 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Pinksteren Zomervakantie
- 11 -
16-10-2015 21-12-2015 22-02-2016 25-03-2016 25-04-2016 16-05-2016 11-07-2016
t/m t/m t/m t/m t/m
23-10-2015 01-01-2016 26-02-2016 28-03-2016 06-05-2016
t/m 21-08-2016
Rembrandt College Cultuurprofielschool
2. Het onderwijs 2.1 De onderwijskundige teams Team kunst & exact Team talen & techniek Team mens & maatschappij
Mevr. M.M.C. Bleyendaal Dhr. P. Ham Dhr. G.H. v.d. Brink
De onderwijskundige teams zijn er verantwoordelijk voor dat het Rembrandt College leerlingen kwalitatief goed en modern onderwijs biedt, dat we leerlingen de mogelijkheid bieden het reguliere onderwijs te kunnen (ver)volgen en passend bij hun niveau een diploma te halen. Daarbij willen we creativiteit en cognitie verbinden en kiezen we ervoor dat leerlingen zich niet alleen verder ontwikkelen in dat waar ze al goed in zijn. We bieden verdieping, verbreding. Zo ontwikkelen de leerlingen vaardigheden en ontdekken ze eigen talenten. De teams krijgen de ruimte om dát onderwijs aan te bieden dat de gevraagde resultaten (opbrengsten) oplevert en de visie realiseert. Een doorlopende leerlijn op horizontaal (jaarlaag), diagonaal (doorstroom) en verticaal (schoolsoort) is een eerste prioriteit. Leerlingen ervaren een doorlopende en logische opbouw van de lesstof en de becijfering en beoordeling van verschillende opdrachten laten een voorspellende waarde zien voor resultaten in de toekomst (bij gelijkblijvende context). Binnen de vakgroepen zorgt men voor aansluiting, afstemming en evaluatie van de eigen onderwijskundige activiteiten. Er wordt bijgedragen aan het schoolplan, het schoolbeleidsplan en er is aansluiting bij de financiële doelstellingen van de organisatie.
2.2 Plaatsing van leerlingen en toelatingsprocedure Leerlingen kunnen in de brugklas tl/havo, de brugklas havo/vwo of in een vwo klas instromen. De toelating en plaatsing wordt mede bepaald door het advies van de basisschool. De basisschool zal in het advies rekening houden met de capaciteiten van de leerling en met de uitslag van bv. de CITOtoets. Daarnaast geldt het schoolondersteuningsplan Passend onderwijs. Het Rembrandt College heeft goed contact met de basisscholen in de regio. In ieder geval rapporteert zij twee keer per jaar de resultaten en de voortgang van de leerlingen. Deze uitwisseling wordt door de basisscholen en door het Rembrandt College als uiterst functioneel ervaren.
- 12 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
2.3 Jaarinrichting Het schooljaar is verdeeld in 4 periodes (ook wel clusters genoemd). Na elke lesperiode van 8 à 9 weken is er een toetsweek. In deze week hebben de leerlingen twee toetsen op een dag. De leerlingen van leerjaar 1 en 2 krijgen deze toetsen tijdens de eerste 3 lesuren. Tijdens de toetsweek zijn er waar mogelijk nog lessen ingeroosterd. Elke periode heeft één week met een aantal activiteiten. In deze week zijn alle niet-lesgebonden activiteiten geplaatst. Door dergelijke activiteiten in de zogenaamde activiteitenweken te plaatsen kunnen de andere lesweken ongestoord en volgens het rooster worden gevolgd. De volledige planning staat op onze website onder het kopje jaarplanning. 2.4 Toetsing en rapportage Na ieder cluster is er een toetsweek voor de onderbouw en de bovenbouw. De leerjaren 1 en 2 hebben tijdens de toetsweken van cluster 1, 2 en 3, maximaal twee centrale toetsen per dag. Tijdens de toetsweek kunnen er ook lessen ingeroosterd worden voor de leerlingen van leerjaar 1. Leerjaar 3 (TL/H/V) heeft tijdens de toetsweken twee centrale toetsen per dag. De andere leerjaren (bovenbouw) hebben in de toetsweken uitsluitend toetsmomenten én geen lesmomenten. Voor alle leerlingen geldt dat de vierde toetsweek uitsluitend toetsmomenten bevat. Na elke toetsperiode ontvangend de leerlingen een rapport.
- 13 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
2.5 Bevordering De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. In de bijlage zijn de bevorderingsnormen van de diverse jaarlagen opgenomen.
2.6 Determinatie Het Rembrandt College streeft ernaar om na de eerste twee leerjaren duidelijk te hebben voor welke vakken welk niveau haalbaar is voor haar leerlingen en hen overeenkomstig de exameneisen op het passende niveau in klas 3 te plaatsen. Zowel in het eerste als in het tweede leerjaar informeren we ouders schriftelijk over de voorgenomen plaatsing (na cluster 3) als ook over de definitieve plaatsing van de leerling (cluster 4). Vanaf klas 3 kent het Rembrandt College voor alle schoolsoorten homogene lesgroepen tl, havo en vwo.
2.7 Loopbaanbegeleiding Een goede profielkeuze maken is erg belangrijk en vereist daarom een goed overwogen begeleidingstraject. Dit begeleidingstraject, het LOB*-project, wordt begeleid door de mentor in samenwerking met de mentor, de docenten en de decaan. Bij de start van het derde leerjaar ontvangen ouders en leerlingen van havo3 en vwo3 een uitgebreide informatiebrochure over de profielkeuze, de inrichting van de Tweede Fase en het LOBproject. U kunt deze brochure ook vinden op onze website (brochure havo en vwo). Centraal in het LOB-project staan opdrachten voor de leerling ter oriëntatie op opleidingen, beroepen en uiteraard profielen. Een dag meelopen bij een bedrijf met een beroep dat hen aanspreekt vormt één van deze opdrachten. In de laatste fase van het LOB-project presenteert de leerling voor de medeleerlingen en de mentor zijn/haar profielkeuze en de motieven voor het gekozen profiel. Het project wordt gegeven in het tweede en derde cluster. Per week zijn dan twee lesuren specifiek gericht op het LOB-project. * Loopbaan, Oriëntatie en Beroep
- 14 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
2.8 Examendata Aanvang centraal schriftelijk examen 12 mei 2016. Herexamens 21 juni 2016. Alle data en gegevens die betrekking hebben op de examens worden apart uitgereikt.
2.9 Programma van Toetsing en Afsluiting In alle jaarlagen van de bovenbouw van de tl, havo en vwo wordt een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) vastgesteld. In dit PTA wordt per vak de toetsing beschreven van het betreffende leerjaar, inclusief de planning en inleverdata van praktische onderdelen. Verder is hierin de weging voor de overgang en het schoolexamen vastgelegd. Naast dit PTA is een Examenreglement van kracht. In dit reglement is het geheel van regelgeving m.b.t. Schoolexamen en Centraal Eindexamen vastgelegd. Beide documenten worden voor 1 oktober van het betreffende jaar aan ouders en leerlingen beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn de documenten digitaal beschikbaar via de website van het Rembrandt College en de digitale leeromgeving It's Learning. Het examenreglement wordt per cohort éénmalig uitgereikt, tenzij eventuele wijzigingen in de regelgeving een herziening noodzakelijk maken. De PTA's en het examenreglement tl zijn te downloaden op onze website onder Onderwijs Theoretische leerweg. De PTA's en het examenreglement havo en vwo zijn te downloaden op onze website onder Onderwijs - 2e fase.
- 15 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
2.10 I-uren In de onderbouw volgen de leerlingen van de eerste en tweede klas, 4 keer per jaar nog 2 uur per week een cursus. De derde klassen havo en vwo volgen nog één keer per jaar een cursus. Deze 2 uren per week kunnen leerlingen naar eigen keuze invullen en die noemen wij daarom I-uren (individuele uren). De I-uren kun je niet zomaar vergelijken met gewone lessen, de groepen zijn kleiner (ongeveer 18 leerlingen) en de leerlingen werken zelfstandiger. In de I-uren kunnen leerlingen kennismaken met de andere kant van het Rembrandt College en …. de school kan kennismaken met de andere kant van de leerlingen! Natuurlijk is het volgen van I-uren wel aan een aantal regels gebonden. De cursussen worden op vaste tijdstippen in de week gegeven: op maandag het 8e en 9e uur voor alle derde klassers havo en vwo op woensdag het 8e en 9e uur voor alle tweede klassers donderdagmiddag het 8e en 9e uur worden de cursussen voor de brugklassers gegeven. De cursussen liggen vooral op het culturele, sportieve en creatieve gebied. Het volgen van de cursussen tijdens deze uren is voor elke leerling van klas 1 t/m 3 verplicht. Per jaar volgt de leerling 4 cursussen van 90 minuten (2 lesuren). Elk leerjaar heeft een eigen aanbod van ongeveer 15 cursussen. Informatie over de cursussen kunt u vinden op onze website onder het kopje I-uren. Kiezen Leerlingen schrijven zich in voor de I-uren via de website Rembrandt College Veenendaal Voor deze inschrijving ontvangen de leerlingen een gebruikersnummer en een wachtwoord via de iuren coördinator. Op de website staan onder het kopje Cursussen alle cursussen, die gevolgd kunnen worden, beschreven. Bij over inschrijving van een cursus, kan een leerling een andere cursus toegewezen krijgen. Voor vragen over de I-uren die de mentor niet kan beantwoorden, kan de leerlingen terecht bij de Iuren-coördinator, dhr. P. Wijnen.
2.11 Opbrengsten / Inspectierapportage De opbrengsten en de inspectierapportage zijn te downloaden op www.scholenopdekaart.nl
- 16 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3. De ondersteuning
3.1 Verzuimbegeleiding In principe zitten alle leerlingen volgens hun lesrooster in de les. Toch kan het en keer voorkomen dat dat niet lukt. In dat geval is de verzuimbegeleider dhr. Baart het eerste aanspreekpunt voor leerlingen in de school. De verzuimbegeleider bemenst Lokaal 000 en bewaakt dat leerlingen op tijd op school zijn en de lessen volgen zoals afgesproken in het rooster. Leerlingen kunnen bij de verzuimbegeleider terecht voor alle zaken die te maken hebben met het niet-volgen van lessen. De verzuimbegeleider verzorgt de administratieve afhandeling van te laat, uit de les verwijderd, spijbelen of ziekte. Ook voert hij gesprekken met leerlingen over hun zorgen/problemen en schakelt waar nodig de mentor in. De verzuimbegeleider werkt hierbij met vaste protocollen die aangeven hoe het Rembrandt College omgaat met te laat komen, ziekteverzuim, spijbelen en eruit gestuurd worden (zie hieronder).
3.2 Absentie en ziekte Als een leerling door ziekte, dokters- of tandartsbezoek, familieomstandigheden enzovoort een (deel van de) dag niet naar school kan komen, dan dienen ouders/verzorgers voor 8.00 uur naar school te bellen via telefoonnummer 0318-509905. De ziekmelding wordt vervolgens met een e-mail bevestigd. Ziekmeldingen kunnen worden ingesproken van 16.00 uur ‘s middags tot 8.00 uur ‘s morgens. Vanaf 8:00 uur kan ook naar het reguliere nummer gebeld worden: 0318-509900. Wanneer een leerling de volgende dag nog steeds ziek is, hoeven ouders/verzorgers niet opnieuw naar school te bellen. De uitzondering hierop is aan het begin van een nieuwe week. Als een leerling na het weekend nog steeds moet verzuimen, ontvangt school graag opnieuw een bericht. Als de leerling weer terug is op school, kan hij/zij dat schriftelijk of mondeling doorgegeven in Lokaal 000 bij de verzuimbegeleider. Vanzelfsprekend kunnen ouders/verzorgers ook bellen naar school om hun zoon/dochter beter te melden.
3.3 Ziekte tijdens de lesdag Als een leerling tijdens de lesdag ziek wordt of om andere redenen de lessen niet meer kan volgen, meldt de leerling zich bij de verzuimbegeleider in Lokaal 000 (Rembrandtlaan) of bij de conciërge (De Villa). De verzuimbegeleider / conciërge zal contact opnemen met de ouders / verzorgers om hen op de hoogte te stellen en opvang te regelen. Indien de leerling de volgende dag nog steeds ziek is, dan dienen ouders / verzorgers dat vóór 08.00 uur door te geven. Niemand verlaat de school zonder dat gemeld te hebben. Het melden van niet-op-school-komen en het melden van-weer-op-school zijn is heel belangrijk. Zonder melding wordt afwezigheid als spijbelgedrag geregistreerd.
- 17 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.4 Te Laat komen Als een leerling niet op tijd is voor de lessen, moet deze zich melden bij de verzuimbegeleider in Lokaal 000 / Rembrandtlaan of bij de conciërge op De Villa . De volgende dag moet deze leerling zich om 7.30 uur in Lokaal 000 / de conciërge van De Villa melden.
3.5 Verwijderingen uit de klas en straf Een uit de les verwijderde leerling meldt zich meteen bij Lokaal 000 (Rembrandtlaan) of bij de conciërge (De Villa). De leerling krijgt op dat moment een plaats toegewezen waar hij/zij gaat werken aan opdrachten die vanuit de les zijn meegegeven. De leerling maakt dezelfde dag nog een afspraak met de docent waarbij hij uit de les is gestuurd om een herstelgesprek te voeren. De docent bepaalt of het gesprek volstaat of dat er een sanctie wordt opgelegd. Mocht de docent een straf opleggen, dan is het uitgangspunt hierbij dat de opgelegde straf billijk is en in overeenstemming met de overtreding. Straf wordt beschouwd als een pedagogische maatregel, het is de bedoeling dat de leerling ervan leert.
3.6 Leerplicht Leerplicht hangt heel nauw samen met leerrecht, ofwel het recht op onderwijs. Overal ter wereld wordt dit recht als een groot goed beschouwd. Veel landen hechten er zelfs zoveel waarde aan, dat ze de jeugd via een wet verplichten om naar school te gaan. Nederland is één van die landen. Het doel van de leerplichtwet is dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. Het Rembrandt College werkt nauw samen met de leerplichtambtenaren van de verschillende gemeenten waarin onze leerlingen wonen. De leerplichtambtenaar moet door school worden ingeschakeld wanneer er sprake is van veelvuldig, bijzonder of ongeoorloofd verzuim. Er staat precies in de wet wat school door moet geven op welk moment. De leerplichtambtenaar beslist dan welke acties er vanuit leerplicht genomen moeten worden. Naast de leerplichtambtenaar die verbonden is aan de woonplaats van de leerling, heeft het Rembrandt College ook zelf een contactpersoon bij de afdeling leerplicht van de gemeente Veenendaal. Deze contactpersoon adviseert school over vragen rondom verzuim, afwezigheid door ziekte en aanvragen voor bijzonder verlof. Ook sluit deze leerplichtambtenaar aan bij het zorgadviesteam van de school en verzorgt hij voor alle leerlingen waarvoor dat nodig is het preventief spreekuur verzuim. De contactpersoon bij de gemeente Veenendaal is de heer J. van der Hoef.
3.7 Mentoren Om de ondersteuning aan leerlingen aan te laten sluiten bij de leerling, is het noodzakelijk dat de begeleiding ook 'door de hele school heen' plaatsvindt. Daarom is de mentor op het Rembrandt
- 18 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
College een 'eerstelijns-mentor'. Dit houdt in dat de mentor de spilfunctie in de leerlingbegeleiding en - ondersteuning vervult met alle bijbehorende rollen en taken. Op het Rembrandt College wordt de rol en taak van de mentor als volgt beschreven: Mentoren begeleiden leerlingen op het gebied van studievoortgang, veiligheid, sociaal-emotionele ontwikkeling en welbevinden op school. Voor ouders is de mentor het eerste aanspreekpunt. De mentor kan zich, indien nodig en wenselijk, gestructureerd laten ondersteunen door specialisten in de school. Een mentor is een pleitbezorger, is iemand voor wie de leerling ertoe doet. Dit houdt in dat de leerling weet dat 'wat er ook gebeurt' in de school er in ieder geval zijn mentor is die voor hem klaarstaat. Iemand die wil weten wie hij is, wat hij wil en wat hij kan. De mentor heeft breed zicht op het functioneren en het welbevinden van zijn/haar mentorleerlingen binnen de school. Als mentor heeft gesprekken met zijn/haar mentorleerlingen, verzamelt hij informatie over hun studieresultaten en hij houdt hun sociaal-emotioneel welbevinden in de gaten. Dit geeft de mentor een beeld van de mogelijkheden en belemmeringen die de schoolloopbaan van een mentorleerling beïnvloeden. Daarnaast is de mentor het eerste aanspreekpunt voor ouders. De mentor bewaakt de geboden ondersteuning en relateert dit aan de studieresultaten en het welzijn van de leerling. Deze spilfunctie zorgt ervoor dat de mentor in voortdurend overleg is met alle betrokkenen: de ouders/verzorgers, docenten, de leerlingbegeleider en niet in het minst: met de leerling zelf! Daarbij kan de mentor in bijzondere gevallen natuurlijk op hulp rekenen van deskundigen binnen de school. Om deze extra hulp in te schakelen is de leerlingbegeleider degene die met de mentor meedenkt of er extra ondersteuning nodig is. Iedere leerling weet direct aan de start van het schooljaar wie dat jaar zijn/haar mentor wordt.
3.8 Leerlingbegeleiding Alle leerlingen op het Rembrandt College wordt reguliere begeleiding geboden bij het volgen van onderwijs op onze school. Sommige leerlingen hebben echter behoefte aan specifieke ondersteuning. Deze leerlingen hebben een beperking (bv. slechtziend), een leerprobleem (bv. dyslexie), een ontwikkelingsstoornis (bv. ADHD) of worstelen met sociaal-emotionele problematiek. Deze begeleiding is mogelijk intern of via verwijzing naar externe hulpverleningsinstanties. De manier waarop hulp kan worden ingeschakeld, is vastgelegd in het ondersteuningsplan van school. Hierin staat beschreven wat de procedures zijn en wat de (on)mogelijkheden zijn die het Rembrandt College kan bieden aan leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. Hierin is ook onze visie op onderwijs en ondersteuning weergegeven. Het volledige ondersteuningsplan kan desgewenst worden opgevraagd bij de ondersteuningscoördinator, mevr. Van Breugel. De manier waarop de ondersteuning wordt ingezet, is sterk ingekaderd. Dit is om te allen tijde in het ondersteuningsproces duidelijk te kunnen maken waar we staan en wie welke taak heeft. Voor elke fase is een bepaalde tijd (6 weken) afgesproken waarbinnen resultaten behaald kunnen/moeten worden. Het ondersteuningsmodel ziet er schematisch als volgt uit:
- 19 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De 'Schijf van 4' is een eenvoudige manier om vast te stellen welke ondersteuning de school levert en waar de leerling zich in de intensiteit van de begeleiding op dat moment bevindt. Het is dus geen schema waarin de weg naar onderwijs buiten de school in engste zin van het woord aangegeven wordt, maar een duiding op welke manier de zorg geleverd wordt en wie volgens welke werkwijze verantwoordelijk is. De school zal er altijd naar streven om de ondersteuning te af te ronden. De school erkent echter dat er een groep leerlingen is die altijd een bepaalde mate/intensiteit van ondersteuning en begeleiding nodig zal hebben om een diploma te behalen. Fase 1: algemeen pedagogisch handwerk (mentor bewaakt) Het Rembrandt College verwacht van haar medewerkers dat ze vanuit professioneel handelen met de meeste zaken zelf om kunnen gaan en adequaat op kunnen treden. Ondersteuning die leerlingen op persoonlijk en of didactisch niveau nodig hebben, kunnen in de meeste gevallen tussen de medewerker en de leerling worden opgepakt. Fase 2: Teamafspraken, gezamenlijke aanpak (mentor bewaakt) Bij een algemeen onderkende ondersteuningsbehoefte van een leerling kunnen afspraken worden gemaakt binnen de groep vakcollega’s hoe hiermee om te gaan. Eventueel is ondersteuning van een leerlingbegeleider of docenten noodzakelijk.
- 20 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Fase 3: Intensieve interne ondersteuning (ondersteuningscoördinator bewaakt) Indien een leerling aanwijsbaar gebaat is bij specialistische individuele ondersteuning is dit in overleg met de ondersteuningscoördinator af te spreken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de ondersteuning door de pedagoog, de ambulant begeleider of de schoolmaatschappelijk werker. De ondersteuning wordt geboden op basis van een plan van aanpak en geëvalueerd. Afspraken worden met de ouders gecommuniceerd. In deze fase zal meestal de leerlingbegeleider een belangrijke uitvoerende rol hebben. Fase 4: Intensieve externe ondersteuning (ondersteuningscoördinator bewaakt) Indien een leerling aanwijsbaar gebaat is bij specialistische individuele ondersteuning die niet binnen de school voorhanden is, is dit in overleg met de ondersteuningscoördinator af te spreken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een plaatsing op een bovenschoolse voorziening (bijvoorbeeld Overstag) of een cluster 2,3 of 4 school. De ondersteuning wordt geboden op basis van een plan van aanpak en geëvalueerd en aan ouders gecommuniceerd. Verderop in deze schoolgids vindt u de belangrijkste informatie over de interne specialistische ondersteuning, namelijk: de ondersteuningscoördinator de schoolpedagogen faalangst dyslexie dyscalculie pestgedrag CuMi-functionaris (culturele minderheden) GGD schoolmaatschappelijk werk ambulante begeleiding
- 21 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.9 Interne specialistische ondersteuning
3.9.1 Ondersteuningscoördinator De ondersteuningscoördinator, mw. L. Van Breugel, coördineert, ondersteunt en adviseert docenten, mentoren en leerlingbegeleiders bij de begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De coördinator verzorg de benodigde verslaglegging en ziet erop toe dat andere betrokken ondersteuners ook dossier voeren zoals dat volgens de wet op de privacy is vastgelegd. In de contacten die de ondersteuningscoördinator legt met ouders, docenten, mentoren en externe instanties geeft deze informatie en/of advies en verwijst door. De ondersteuningscoördinator heeft specifieke expertise bij leer-, ontwikkelings- en gedragsproblemen bij jongeren, gezins- en
opvoedingsproblemen en ten aanzien van handelingsverlegenheid bij docenten. De ondersteuningscoördinator heeft overzicht over het totale ondersteuningsbeleid en coördineert de samenhang in de uitvoering van dit beleid. De ondersteuningscoördinator adviseert de schoolleiding en stuurt het ondersteuningsteam aan. De ondersteuningscoördinator is tevens de antipestcoördinator.
3.9.2 Schoolpedagogen Op het Rembrandt College werken twee schoolpedagogen, mw. M. Mars en dhr. A. Gerritsen. Naast hun docentschap willen zij leerlingen, ouders en medewerkers van het Rembrandt College een luisterend oor bieden, van deskundig advies voorzien en verwijzen naar instanties buiten de school als daar aanleiding toe is. Zaken waar zij mee te maken krijgen zijn o.a.: geen contact kunnen maken met leeftijdsgenoten, ouders die gaan scheiden of zijn gescheiden, het overlijden van een dierbare, conflicten thuis en/of op school, gepest zijn, ernstig ziek zijn (geweest), suïcidale gedachtes hebben, depressiviteit of faalangst hebben. Bij de het werk als schoolpedagoog worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Volgens de wet op de jeugdhulpverlening hebben jongeren het recht om in vertrouwen met iemand te praten. De schoolpedagogen zijn gehouden aan hun beroepsgeheim maar ouders moeten bij hulpverlening betrokken worden (zie volgend punt). Er mogen maximaal drie gesprekken plaatsvinden zonder dat de ouders daarvan op de hoogte zijn. Als de leerling besluit dat ouders niet bij de hulpverlening betrokken mogen worden, worden de gesprekken afgesloten. Indien de schoolpedagogen of de ondersteuningscoördinator op basis van zijn/haar professionaliteit inschat dat de leerling een gevaar voor zichzelf of anderen is, zullen ouder(s)/verzorgers altijd direct op de hoogte worden gesteld en wordt er verwezen naar externe hulpverlening. De directie wordt in vertrouwen op de hoogte gesteld in geval van ernstige situaties (incest, seksuele intimidatie, suïcide (gedachten), uithuisplaatsing, drugsgebruik en wapengebruik). Indien nodig voor goede advisering en/of hulpverlening kan er contact worden opgenomen met deskundigen buiten de school, bijvoorbeeld: schoolarts, CJG of de specialistische Jeugd GGZ. Aanmelding voor gesprekken met de schoolpedagogen loopt via de ondersteuningscoördinator. - 22 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.9.3 Faalangst In het tweede leerjaar wordt een SSAT (situatie specifieke angst test) afgenomen om te kunnen bepalen of leerlingen last hebben van faalangst. Faalangst staat het presteren in de weg. Als de SSATscore inderdaad op faalangst wijst, wordt de leerling uitgenodigd voor een gesprek met een schoolpedagoog. In dit gesprek gaat de schoolpedagoog na of er inderdaad sprake is van faalangst en bespreekt deze of het zinvol is voor de leerling om mee te doen met de faalangstreductietraining. School gaat ervan uit dat ouder(s)/verzorgers akkoord gaan met de afname van de SSAT in het tweede leerjaar. Mocht dit niet het geval zijn, dan kunt u dit schriftelijk aan de ondersteuningscoördinator laten weten. Ouders worden via de mentor op de hoogte gesteld van de testuitslag. Sidderkuur De faalangstreductietraining op het Rembrandt College heet Sidderkuur en is gebaseerd op cognitief gedragstherapeutische technieken. De Sidderkuur wordt tijdens lestijd gegeven (tijdens de i-uren) en duurt tien weken. Voor de meeste leerlingen is het volgen van de Sidderkuur voldoende om zonder aanvullende maatregelen hun toetsen, spreekbeurten en examens te houden. Dispensatie Helaas geldt dat niet voor alle faalangstige leerlingen. Sommige leerlingen blijven faalangstig en dan kan er dispensatie worden toegekend. Deze dispensatie houdt in dat er bij toetsen een verlenging van tijd is van 25% met een maximum van 30 minuten. De verlenging na het volgen van de Sidderkuur geldt in principe voor maximaal één schooljaar. Mocht na dat jaar blijken dat de leerling nog steeds faalangstig is, volgt er opnieuw een gesprek met de schoolpedagoog om te besluiten of de verlenging kan worden doorgezet tot en met het examen. Hierbij worden de volgende criteria gehanteerd om dit besluit te kunnen nemen: de leerling heeft zich voldoende ingezet, door het volgen van de Sidderkuur of een andere vorm van hulpverlening m.b.t. faalangst. in jaren voorafgaand aan het eindexamen jaar sprake was eveneens sprake van een ernstige belemmering door de aanwezigheid van faalangst. er zijn testgegevens beschikbaar op school waaruit blijkt dat er sprake is van faalangst. Dit kunnen de testresultaten vanuit school uit het tweede leerjaar zijn en/of een verklaring van een NIP-psycholoog, kinderarts of NVO-orthopedagoog). De dispensatieverlening komt tot stand na overleg met de betrokken schoolpedagoog en wordt verleend door de ondersteuningscoördinator. 3.9.4 Dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. In de brugklas maken alle leerlingen bij het vak Nederlands een signaleringsdictee. Voor leerlingen die daarop slecht scoren zijn er extra lessen spelling. Leerlingen die dyslectisch zijn volgen tijdens het eerste leerjaar een programma dat speciaal gericht is op hun problematiek. De dyslexiecoördinator regelt daarnaast extra faciliteiten voor dyslectici, die gelden voor de hele schoolloopbaan. De
- 23 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
dyslexiecoördinator is aanspreekpunt voor ouders, docenten en externe hulpverleners en adviseert de schoolleiding over dispenserende en compenserende maatregelen voor dyslectici tijdens het (school)examen. Vanaf klas 2 loopt de hulpverlening op het gebied van dyslexie door externe hulpverleners. De dyslexiecoördinator treedt daarbij op als contactpersoon tussen ouders, docenten en de externe hulpverleners en adviseert de schoolleiding over dispenserende en compenserende maatregelen. Mw. J. Van de Vaart en Mw. M. Meijer zijn de dyslexiecoördinatoren. Het volledige dyslexieprotocol van het Rembrandt College kunt u via de website downloaden.
3.9.5 Dyscalculie Dyscalculie is een rekenstoornis die dikwijls samengaat met een aantal andere beperkingen, klokkijken, slechter geheugen, spellingsproblemen, gebrek aan inzicht. Dyscalculie is kortgezegd een automatiseringsprobleem. Het Rembrandt College heeft een dyscalculieprotocol dat u via de website kunt downloaden. Alle regelingen en faciliteiten rondom dyscalculie zijn hierin vastgelegd. Het aanspreekpunt voor ouders en docenten zijn de dyscalculie-coördinatoren. Op het Rembrandt College zijn de dyscalculie-coördinatoren mw. P. Verschuur en mw. H. Janssen.
3.9.6 Pestgedrag Uit een aantal onderzoeken komt naar voren dat er op het Rembrandt College gelukkig niet veel wordt gepest. Leerlingen voelen zich veilig en gezien. Maar helaas kunnen we ook op het Rembrandt College pesten niet helemaal voorkomen. Ook hier zitten kinderen die gepest zijn en/of worden. Wij tolereren dat niet. Hierover hebben we daarom hele duidelijke afspraken gemaakt die voor iedereen gelden. Die afspraken zijn: Iedereen die bij het Rembrandt College werkt en merkt dat er gepest wordt, reageert onmiddellijk. Hierdoor houden pestkoppen op en kan erger voorkomen worden. Van klasgenoten of andere leerlingen van de school verwachten wij dat zij direct hun mentor of teamleider informeren als ze merken iemand gepest wordt. Aan de pestkop(pen) wordt duidelijk gemaakt dat pesten op het Rembrandt College niet getolereerd wordt. Er volgt zo snel mogelijk een gesprek met de mentor en indien nodig met de teamleider. Wanneer ouders bij hun zoon/ dochter signalen opvangen over pesten, over gepest worden of hun zoon/ dochter hoort vertellen dat anderen gepest worden, vragen wij hen dringend om direct contact op te nemen met de mentor van hun zoon/dochter. De ouders van pestkoppen worden op de hoogte gebracht van het gedrag van hun zoon/dochter. De pestkop moet met behulp van een herstelcontract de situatie herstellen. Dit contract evenals het pestprotocol kunt u via de website downloaden.
- 24 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.9.7 Cumi-functionaris Cumi staat voor culturele minderheden. Op het Rembrandt College werken twee cumifunctionarissen: zij behartigen de belangen van de allochtone leerlingen. Door de verschillen in cultuur kan het voorkomen dat een allochtone leerling specifieke problemen tegenkomt. Denk daarbij aan: - een slecht contact tussen ouders en school (communicatie) - een taalachterstand - een verschil tussen normen en waarden thuis en op school - een andere geloofsovertuiging In eerste instantie is de cumi-functionaris een extra mentor voor de allochtone leerling met problemen. De toegang tot de cumi-functionaris is laagdrempelig, de functionaris staat 'tussen' deze groep leerlingen. De belangrijkste taak van de cumi-functionaris is dat hij, samen met de mentor, een brug slaat tussen de ouders en de school. Allochtone ouders zijn vaak terughoudend in het contact met de school. Terwijl een sterk contact juist heel erg belangrijk is. De cumi-functionaris zal zich dan ook inspannen om de ouders meer bij de school te betrekken. Ook houdt de cumi-functionaris de vorderingen en het verloop van de schoolloopbaan bij. De cumi-functionarissen op het Rembrandt College zijn dhr. J. Kabbes en dhr. M. Lahnine.
3.9.8 GGD Tijdens de middelbare schoolperiode maakt de leerling een grote lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. Tijdens dit groeiproces begeleidt de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD samen met de docenten de gezondheid, de groei en de ontwikkeling. In de 2e klas krijgt iedere leerling een schriftelijke uitnodiging voor een onderzoek door de jeugdverpleegkundige van de GGD. Zij bekijkt de groei en bespreekt de psychosociale aspecten van de ontwikkeling. Ook wordt zo nodig het gezichtsvermogen of het gehoor getest. De verpleegkundige overlegt indien nodig met de jeugdarts. De jeugdarts is ook betrokken bij het voorkomen van ziekteverzuim. Als u zelf vragen hebt over de gezondheid of ontwikkeling van uw zoon of dochter kunt u contact opnemen met de jeugdarts (R. Hofs) of jeugdverpleegkundige (I.Vossers). GGD Regio Utrecht. Afd. Jeugdgezondheidszorg 033-4600046 Bezoekadres: Centrum voor Jeugd en Gezin Verlaat 20E 3901 RG Veenendaal Postadres: Postbus 51 3700 AB Zeist www.ggdru.nl
- 25 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.9.9 Schoolmaatschappelijk werk Op het Rembrandt College is er één ochtend per week een schoolmaatschappelijk werker aanwezig. Deze biedt schoolondersteuning, hulpverlening aan leerlingen (en indien nodig hun ouders) en is de schakel naar andere hulp die via de gemeentes in de CJG's georganiseerd wordt. Het schoolmaatschappelijk werk kan ook meedenken over (en de weg wijzen naar) het gaan volgen van een training. Denk hierbij bijvoorbeeld aan trainingen Sociale Vaardigheid, assertiviteit, echtscheiding of rouwverwerking. Deze trainingen vinden buiten school plaats. Voor het Rembrandt College verzorgt mw. M. Koppejan het schoolmaatschappelijk werk. Zij is doorgaans op de donderdagochtend op één van de schoollocaties aanwezig. Aanmelding voor het schoolmaatschappelijk werk verloopt via de ondersteuningscoördinator.
3.9.10 Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding is begeleiding door een gespecialiseerde professional op school. De ambulante begeleiding kan zich richten op leerlingen met sociaal-emotionele of lichamelijke problematiek. Sociaal-emotionele ondersteuning Vanuit de Donnerschool werkt mw. A. Aalberts een aantal dagdelen per week als ambulant begeleider in het Rembrandt College. Zij biedt ondersteuning aan leerlingen met een sociaalemotionele hulpvraag. Ondersteuning bij fysieke problemen Wanneer een leerling door ziekte of lichamelijke beperkingen begeleiding nodig heeft, kan op afroep de hulp van een ambulante begeleider van De Onderwijsspecialisten worden ingeroepen. Mw. H. Van Breeschoten verzorgt deze begeleiding. Aanmelding bij een ambulant begeleider loopt via de ondersteuningscoördinator.
3.10 Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen In het schoolondersteuningsprofiel van het Rembrandt College is vastgelegd dat onze school géén medicatie verstrekt en géén medische handelingen verricht. Dit betekent onder meer dat er op school geen paracetamol wordt verstrekt en dat er ook geen medicijnen worden bewaard of toegediend. Uiteraard zijn er op school gediplomeerde EHBO-ers aanwezig die eerste hulp kunnen verlenen. Op de website van de school kunt u het volledige 'protocol medicijnverstrekking en medisch handelen' downloaden.
- 26 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.11 Topsportbegeleiding / Talentbegeleiding Het Rembrandt College biedt topsportbegeleiding & talentbegeleiding aan omdat wij het belangrijk vinden dat het halen van een schooldiploma (op het juiste niveau, passend bij de capaciteiten van de leerling) samen kan gaan met het op hoog niveau uitoefenen van een sport of kunstvorm. Topsportbegeleiding De school is aangesloten bij de faciliteiten van Topsport Gelderland (afdeling de Vallei). Dit houdt in dat wij extra begeleiding en faciliteiten kunnen aanbieden aan leerlingen die aan topsport doen. Voor wie is de topsportbegeleiding? Topsportbegeleiding is voor een leerling die zich als (top)sporttalent ontwikkelt. Wij kunnen een aantal faciliteiten bieden die de leerling helpt om de sport en studie goed te combineren. Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor deze faciliteiten, moet de leerling een status hebben van het NOC NSF. De leerling moet minstens een van de twee onderstaande statussen hebben. • Topsportstatus (A-, B- of HP-status) Deze ontvangt de leerling als hij/zij voldoet aan de prestatienorm zoals die na overleg tussen de bond en NOC*NSF is vastgelegd. • Talentstatus (Internationaal Talent, Nationaal Talent en Belofte) Deze ontvangt de leerling wanneer hij/zij voldoet aan het talentenprofiel wat de sportbond heeft opgesteld i.s.m. NOC*NSF. Meer info over de verschillende statussen kunt u vinden op: http://nocnsf.nl/athleteservices/topsportstatus De status is geldig tot en met de vervaldatum die de sportbond en/of NOC*NSF hanteert. Het Rembrandt College neemt in samenwerking met Topsport Gelderland deze statussen over. Let op! Het Rembrandt College gaat dus niet over de bepalingen van deze statussen! Voor sporters die niet over bovenstaande statussen beschikken heeft Topsport Gelderland de regiostatus in het leven geroepen. Een regiostatus is voor sporters die door aanscherping van de toelatingscriteria van een sportbond net buiten de officiële en wettelijke topsportstatus vallen en toch de ambitie hebben om topsport te bedrijven, de sporters kunnen op het Rembrandt College in aanmerking komen voor een regio status* ∗ Een regiostatus is geldig voor één schooljaar. Deze moet aan het begin van het schooljaar opnieuw aangevraagd worden via Topsport Gelderland. Heeft de leerling nog geen regiostatus, maar denkt hij/zij daar wel voor in aanmerking te komen, dan kan er contact worden opgenomen met de topsportcoördinator dhr. Beukhof. Hij kan bekijken of de leerling via Topsport Gelderland in aanmerking komt voor een regiostatus. Wat kan de coördinator topsportbegeleiding betekenen? - Bij over de studie in combinatie met sport. - Hij kan ondersteuning bieden bij het maken van een planning. - 27 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
-
De coördinator topsportbegeleiding is de spil tussen de leerling, de coach, de ouders en de docenten. Hij verwerkt de aanvragen voor verlof i.v.m. wedstrijden en/of stages in binnen- en buitenland.
Werkwijze - De leerling geeft aan het begin van het nieuwe schooljaar bij zijn mentor aan dat hij/zij gebruik wil maken van de “topsportbegeleiding”. - De mentor verwijst de leerling naar de topsportbegeleider. - De topsportbegeleider maakt een afspraak met de leerling en eventueel de ouders/verzorgers - Tijdens een gesprek wordt er een intake formulier ingevuld. - Het formulier moet ondertekend worden door de ouders/verzorgers en ingeleverd worden bij de topsportcoördinator - De topsportbegeleider toetst (eventueel) via de coördinator van Topsport Gelderland of de leerling in aanmerking komt voor de topsportbegeleiding. Talentbegeleiding De talentbegeleiding* is bedoeld voor leerlingen die op kunstzinnig terrein op hoog niveau presteren. Bij bovenstaande leerlingen kan de uitoefening van hun talent met het leren op school in de knoop komen. ∗
Deelname aan de “talentbegeleiding” is alleen mogelijk als de betreffende leerling (naar het oordeel van zijn/haar mentor) op voldoende niveau en met voldoende inzet presteert op school. Dit betekent dat je als leerling op ''overgaan'' moet staan.
Voor wie is de talentbegeleiding bedoeld? Hierbij denken wij bijvoorbeeld aan: -
leerlingen die toneel- of musicallessen binnen schooltijd volgen leerlingen die opnamedagen hebben voor een tv-serie waar ze in spelen leerlingen die een vooropleiding volgen voor een dansacademie
Werkwijze - De leerling geeft aan het begin van het nieuwe schooljaar bij zijn mentor aan dat hij/zij gebruik wil maken van de “talentbegeleiding”. - De mentor verwijst de leerling naar de talentbegeleider. - De talentbegeleider maakt een afspraak met de leerling. - Tijdens een gesprek wordt er een intake formulier ingevuld. - Het formulier moet ondertekend door de ouders/verzorgers en ingeleverd worden bij de talentbegeleider - De talentbegeleider bekijkt samen met de leerling en/of de mentor of de leerling in aanmerking komt voor de talentbegeleiding. Leerlingen die denken dat ze in aanmerking komen voor topsportbegeleiding of de talentbegeleiding kunnen zich hiervoor aanmelden via hun mentor. De mentor verwijst de leerling dan door naar de coördinator, dhr. R. Beukhof.
- 28 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3.12 Passend Onderwijs en het Samenwerkingsverband Met de komst van Passend Onderwijs in 2014 werd het voor iedere school verplicht om vast te leggen welke ondersteuning een school kan bieden in een schoolondersteuningsprofiel, kortweg afgekort tot SOP. Het volledige SOP is vanaf de schoolwebsite te downloaden. Daarnaast beschrijft iedere school in een ondersteuningsplan hoe ze deze ondersteuning vorm geven. De belangrijkste punten uit dit ondersteuningsplan zijn in deze schoolgids beschreven, het volledige ondersteuningsplan is op te vragen bij de ondersteuningscoördinator, mw. L. Van Breugel. Naast het opstellen van een SOP en een ondersteuningsplan, dient elke school volgens de wet Passend Onderwijs bovendien deel te nemen aan een samenwerkingsverband. Het Rembrandt College maakt deel uit van het samenwerkingsverband 25.11. Hieronder vallen de scholen voor voortgezet onderwijs uit Veenendaal en Barneveld. Deze scholen uit het samenwerkingsverband moeten er samen voor zorgen dat ze gezamenlijk álle expertise kunnen bieden.
3.13 Sociale veiligheid Conform onze visie maken we werk van sociale veiligheid. Niet zozeer in documenten, maar in het dagelijks werk. Leerlingen, medewerkers en ouders moeten de veiligheid voelen zichzelf te zijn, daarbij de grenzen van de eigenheid van anderen bewakend.
- 29 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
4. De organisatie 4.1 Rembrandtpas Elke medewerker en leerling krijgt aan het begin van het schooljaar, nadat de schoolfoto’s zijn gemaakt, een persoonlijke Rembrandtpas. Deze pas heb je nodig voor: toegang tot het studiecentrum lenen van boeken, tijdschriften e.d. uit het studiecentrum te laat registratie toegangscontrole tijdens schoolfeesten. De Rembrandtpas kan alleen binnen de school worden gebruikt. Bij beschadiging, verlies of diefstal kan een nieuwe Rembrandtpas worden aangeschaft in het studiecentrum tegen betaling van € 2,50. Dit bedrag dient vooraf te worden voldaan. Gevonden passen dienen te worden ingeleverd bij de conciërge of bij het studiecentrum.
4.2 Opbergkastjes Elke leerling op het Rembrandt College kan gebruikmaken van een opbergkastje waarin persoonlijke bezittingen opgeborgen kunnen worden. De huur bedraagt € 8,00 per schooljaar. De borg bedraagt € 10,00 en moet bij de conciërge worden voldaan. Als de sleutel van opbergkastje wordt ingeleverd en het kastje in goede staat blijkt wordt de borg terugbetaald.
4.3 Schoolverzekering Alle leerlingen zijn door de school collectief verzekerd. De verzekering is alleen van toepassing tijdens de schooluren, tijdens excursies en schoolreizen. De verzekering moet gezien worden als aanvulling op ziektekosten die bijvoorbeeld voortvloeien uit een ongelukje met gymnastiek of beeldende vorming. Deze verzekering dekt niet de schade en/of diefstal van fietsen, kleding, brillen e.d. De school kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor het verlies van of schade aan privéeigendommen van de leerlingen. Hieronder is ook te verstaan geld en waardepapieren. Het is raadzaam geen geld of andere kostbare zaken in kleding in de garderobe achter te laten. De school beschikt over voldoende afsluitbare opbergkastjes om iedere leerling te voorzien. Wij adviseren de leerlingen dan ook om hier hun kostbaarheden zoals geld en mobiele telefoon in op te bergen. De school aanvaardt geen aansprakelijkheid in de volgende situaties: als leerlingen onderweg zijn naar en van school m.u.v. ongevallenverzekering. als leerlingen tijdens tussenuren buiten de school verblijven. als leerlingen zich onttrekken aan toezicht tijdens werkweken en excursies. tijdens leerlingenfeesten buiten de school (zelfs als deze de aanduiding “schoolfeest” hebben). tijdens het uitvoeren van praktische opdrachten e.d. buiten de school.
- 30 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
4.4 Schoolkosten, de ouderbijdrage Het Rembrandt College organiseert verschillende educatieve en culturele activiteiten. Daarnaast stellen we noodzakelijke middelen aan de leerlingen ter beschikking waarvoor de overheid geen budget ter beschikking stelt. Om die redenen vragen we aan de ouders/verzorgers van onze leerlingen een jaarlijkse financiële bijdrage. Deze jaarlijkse ouderbijdrage is gespecificeerd per jaarlaag en per opleidingssoort, zodat u precies weet waar u financieel aan bijdraagt het komend schooljaar. Het staat ouders vrij een keuze te maken van welke van de aangeboden faciliteiten men gebruik maakt. Indien er gebruik wordt gemaakt van een dienst of faciliteit is de vergoeding daarvoor mogelijk verplicht. De oudergeleding van de Medezeggenschapsraad heeft met de samenstelling van de kostenposten en de kostenberekening ingestemd. De Stichting Rembrandt College int en beheert de ouderbijdragen in 2015-2016 en legt verantwoording af aan de schoolleiding die de evaluatie voorlegt aan de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad. Aan het begin van het schooljaar krijgen ouders/verzorgers een mail toegezonden waarin wordt aangegeven dat de ouderbijdrage in onze webshop klaar staat en dat men via onze website kan inloggen. Men kan hier aangeven welke activiteiten en diensten men wenst te betalen. In de uitleg per bijdrage wordt aangegeven wat de mogelijke consequentie is bij niet betalen (bijv. niet meegaan met reis, excursie). Deze overzichten vindt u op de website onder algemene info/ouderbijdrage en zijn ook te downloaden in het overzicht kosten per jaarlaag. Voor de ouderbijdrage inzake de noodzakelijke schoolkosten zijn de volgende uitgangspunten van toepassing. De ouderbijdrage heeft een vrijwillig karakter. In het geval dat de ouder niet wenst te betalen voor een schoolmiddel dan is niet de school maar de ouder verantwoordelijk voor de aanschaf van de noodzakelijke middelen (voorbeeld het setje voor wiskunde). Als het buitenschoolse activiteiten betreft dan kan de school besluiten de betreffende leerling uit te sluiten van deelname aan de bedoelde activiteiten. Indien ouders om financiële redenen niet in staat zijn om de ouderbijdrage te betalen, bestaat er de mogelijkheid om reductie of kwijtschelding te verzoeken. Het dagelijks bestuur van de Stichting Rembrandt College neemt over dit verzoek een besluit. Het is ook mogelijk om het bedrag in termijnen te voldoen. Over de bedragen, activiteiten en schoolartikelen kunt u informatie opvragen bij Mw. Muller van de financiële administratie.
4.5 Proefwerkpapier Toetsen worden gemaakt op schoolpapier. Leerlingen hoeven dit papier niet zelf aan te schaffen. Aan het begin van de toets zal de docent dit papier aan de leerling uitreiken.
- 31 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
4.6 Lesgeld en tegemoetkoming in de studiekosten Voor een tegemoetkoming voor ouders van leerlingen (van 12 tot 18 jaar) in het regulier voortgezet onderwijs verwijzen wij u naar het kindgebonden budget van de Belastingdienst. Voor kinderen van 18 jaar en ouder kunt u terecht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Brochures en verdere informatie zijn verkrijgbaar bij de DUO Infolijn 050-599 77 55 of op www.DUO.nl
4.7 Schoolboeken en leermiddelen Voor alle leerlingen stelt het Rembrandt College de benodigde studie- en werkboeken ter beschikking. Het bedrijf Van Dijk Educatie verzorgt het schoolboekenpakket. In de laatste week van de zomervakantie wordt het boekenpakket door TNT op het huisadres afgeleverd. Controleer bij ontvangst of u alle boeken ontvangen hebt, zoals die op de bijgeleverde afleverlijst vermeld staan en of de boeken in redelijke staat zijn. Als er een boek ontbreekt, kunt u contact opnemen met Van Dijk Educatie. Als er beschadigde boeken bij zitten kunt u of uw kind dit melden op het spreekuur op school. Dit spreekuur wordt gehouden tot aan de herfstvakantie. Daarna bent u zelf verantwoordelijk voor de boeken. De boeken worden door de school gratis ter beschikking gestelde boeken maar kosten natuurlijk wel veel geld. Ze moeten daarom gekaft en in een stevige tas vervoerd worden.. Overige studiematerialen Studiematerialen waarin u zelf moet voorzien, zoals een atlas en woordenboeken kunt u bestellen bij Van Dijk Educatie, maar ook ergens anders zelf aanschaffen. Inleverlijst In de laatste schoolweek levert uw kind de boeken op school in. Van Van Dijk Educatie ontvangt u ruim op tijd een inleverlijst met daarop alle boeken die uw kind moet inleveren. Niet alle boeken die u aan het begin van het jaar hebt gekregen staan op deze inleverlijst. Werkboeken hoeft uw kind niet in te leveren. Stel dat u boeken dubbel hebt gekregen die maar één keer op je inleverlijst staan, of u heeft lesboeken ontvangen die niet op de lijst staan, neem die dan wel mee. Klopt deze inleverlijst niet, neem dan contact op met Van Dijk Educatie of met de leerlingenadministratie, Mw. Muller.
Inleveren op school Van Van Dijk Educatie ontvangt u het rooster voor het inleveren van de boeken. Als uw kind de boeken niet op de inleverdag inlevert, dan ontvangt u een boete van € 2,50 per niet tijdig ingeleverd boek. Deze boete wordt door school in rekening gebracht. Als uw kind één of meerdere boeken helemaal niet inlevert, worden deze volledig in rekening gebracht. Zorg dus dat uw kind op het tijdstip van inleveren alles bij zich heeft. Er moeten veel leerlingen in een korte tijd veel boeken inleveren, houdt u dus aan het rooster om lang wachten te voorkomen.
- 32 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Beschadigde boeken Mochten de boeken die je inlevert beschadigd zijn, dan moeten we daarvoor een boete rekenen. De boeken worden tijdens het inleveren gecontroleerd door een inleverteam van Van Dijk Educatie, en een eventuele rekening voor beschadigde en/of niet ingeleverde boeken wordt ook door Van Dijk Educatie verstuurd. Heeft u vragen neem dan contact op met Van Dijk Educatie of met de leerlingenadministratie, Mw. Muller.
4.8 Spelregels Binnen het Rembrandt College wordt van iedereen verwacht dat we ons gedragen volgens het DNA van de school. Medewerkers, ouders en leerlingen. Daarnaast gelden de normale fatsoensnormen en wettelijke verplichtingen.
- 33 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
5. Bestuurlijke zaken 5.1 Bevoegd gezag Het Rembrandt College is als één van de laatste openbare scholen voor Voortgezet onderwijs integraal onderdeel van de Gemeente Veenendaal. Als bevoegd gezag heeft de wethouder van onderwijs de taak van toezichthoudend bestuur. De dagelijkse leiding ligt op de school zelf.
5.2 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is wat de naam zelf al zegt: een orgaan voor medezeggenschap, voor inspraak. De belangrijkste taak van de MR is bevorderen van openheid, openbaarheid en onderling overleg. De MR oordeelt over de (beleids)voorstellen, over de lijnen die worden uitgezet en over de wijze waarop die lijnen worden uitgevoerd. In de kern van de zaak gaat het maar om één ding: het reilen en zeilen van de school. De MR heeft een aantal rechten en plichten: - Het recht om goed geïnformeerd te worden over alle zaken die de school betreft. - Het recht om advies of instemming te geven. - Het recht met eigen voorstellen dan wel standpunten te komen. - De plicht ervoor te zorgen dat in de school een ieder in staat wordt gesteld zijn belangen naar voren te brengen, zijn gezichtspunten toe te lichten en desnoods te verdedigen. De raad spreekt voor zowel de ouders, de leerlingen als het personeel. Daarom bestaat de MR uit een aantal ouders, leerlingen en personeelsleden. Elk jaar zijn er verkiezingen waarbij nieuwe leden gekozen worden uit hun achterban. Deze leden worden voor een periode van 3 jaar gekozen. Elk jaar kiezen de MR-leden uit hun midden het dagelijks bestuur (DB). Een greep uit de vele onderwerpen die in eerder aan de orde kwamen: ouderbijdrage, ICT, leerlingenstatuut, vernieuwing tweede fase, ongeoorloofd schoolverzuim, formatieplan, meerjarenbegroting, strategisch beleidsplan. Op de Rembrandtsite staat onder Organisatie bij Medezeggenschapsraad het overzicht van de vergaderdata en circa één week van te voren de agenda van de vergadering. In principe zijn de vergaderingen openbaar en kunnen ouders, leerlingen en personeelsleden als toehoorder aanwezig zijn. Hiervoor kan je je aanmelden via
[email protected], minimaal 1 week van tevoren.
5.3 De ouderraad De ouderraad van het Rembrandt College wil een spreekbuis zijn voor alle ouders en heeft zich de volgende doelen gesteld: de belangen van de ouders te behartigen de relatie te bevorderen tussen de ouders en de schoolleiding een klankbord voor de schoolleiding te zijn voorstellen te doen over de ouderbijdrage de ouderparticipatie op school te bevorderen - 34 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
-
een werkrelatie te onderhouden met de schoolleiding, Medezeggenschapsraad, Leerlingenraad, Stichting Rembrandt College en andere stakeholders.
Elk jaar verantwoordt de ouderraad zich naar de andere ouders tijdens een algemene ouderavond. Als je belangstelling hebt voor de ouderraad of een keer een vergadering bij wilt wonen kun je contact opnemen met de heer E. Cox. De data van de vergaderingen kun je vinden in de jaarplanning. Vragen of opmerkingen voor de ouderraad kunt u mailen naar
[email protected].
5.4 De leerlingenraad De leerlingenraad bestaat uit leerlingen van de diverse leerjaren. De leerlingenraad overlegt over materiële zaken, de kwaliteit van onderwijs en begeleiding e.d., maar ook over de afspraken die tussen leraren en leerlingen worden gemaakt. Afspraken worden weergegeven in het leerlingenstatuut (zie bijlage). De leerlingenraad adviseert de schoolleiding over de inhoud van het leerlingenstatuut. Er zitten één of meerdere leerlingen uit de leerlingenraad ook in de medezeggenschapsraad.
5.5 Klachtenregeling - vertrouwenspersonen Wanneer dient u een klacht in? Het kan zijn dat u of uw kind ontevreden bent over het rooster, onderwijskundige zaken, communicatie, de wijze waarop uw kind begeleid, beoordeeld of bestraft wordt. Medewerkers van het Rembrandt College nemen klachten van ouders en leerlingen serieus. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen dus ook in onderling overleg tussen ouders, leerling, personeel en schoolleiding kunnen worden opgelost. Lukt dit niet of bent u niet tevreden over de oplossing, dan kunt u terecht bij de klachtencommissie. De volledige klachtenregeling ligt ter inzage bij de administratie. Voor zowel voor leerlingen, ouders, als voor de medewerkers op school is het van belang om voorkomende klachten snel in behandeling te nemen en op te lossen. Op het Rembrandt hebben we hiervoor een klachtencommissie bestaande uit twee vertrouwenspersonen in het leven geroepen. De klachtencommissie bestaat uit twee personen die niet bij het onderwerp van de klacht betrokken zijn. In het advies geeft de commissie een gemotiveerd oordeel over de gegrondheid van de klacht en doet zij eventueel aanbevelingen aan de directie. De directie beslist vervolgens of het oordeel van de klachtencommissie wordt gedeeld en of het de aanbevolen maatregelen overneemt. Over welke zaken kunt u bijvoorbeeld een klacht indienen? Communicatie; Onderwijskundige zaken; Begeleiding, beoordeling of bestraffing van een kind; Ontucht, aanranding, zedendelict (officier van justitie); - 35 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
-
Seksuele intimidatie; Discriminatie; Agressie, geweld.
Wie zit er in de klachtencommissie van het Rembrandt? De klachtencommissie van onze school bestaat uit twee personen: Kaj Buddingh en Ria Kremer. Zij kunnen u vertellen hoe u met (het indienen van) een klacht om kunt gaan. Zij handelen uw klacht ook af. Hoe verloopt een klachtenprocedure? 1. De klager dient de klacht in bij een lid van de klachtencommissie; 2. De directie wordt van de indiening van de klacht op de hoogte gebracht; 3. De aangeklaagde wordt op de hoogte gesteld van de klacht; 4. De aangeklaagde licht zijn/haar standpunt van het verhaal toe; 5. Op een besloten zitting kunnen beide partijen en eventuele getuigen gehoord worden. 6. De klachtencommissie overlegt; 7. De klacht wordt binnen een termijn van vier weken ingediend bij de directie; 8. De directie handelt de klacht af. 9. De klager en de verweerder(s) ontvangen een afschrift van het advies. Mail:
[email protected] Wanneer u vindt dat uw klacht naar uw mening onvoldoende is afgehandeld, kunt u terecht bij: Bevoegd gezag : Gemeente Veenendaal, Postbus 1100, 3900 BC Veenendaal , tel: 0318 - 538 538. Vertrouwensinspecteur: De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op 0900 - 111 3111 (lokaal tarief). Landelijke Klachtencommissie, Stichting Onderwijsgeschillen, postbus 85191, 3508 AD Utrecht, tel: 030-2809590,
[email protected]
- 36 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
5.6 Revisie Aan het einde van het schooljaar neemt de docentenvergadering een besluit over de bevordering van een leerling naar het volgende schooljaar, of een ander niveau. Hiervoor zijn richtlijnen opgesteld. Deze worden aan het begin van het schooljaar in de studiegidsen bekendgemaakt. Revisiebeleid is van toepassing op die momenten dat er bepaalde omstandigheden zijn geweest waarvan de ouders/wettelijk vertegenwoordigers het vermoeden hebben dat die niet meegewogen kunnen zijn in het oordeel van de docentenvergadering. 1. 2. 3.
4.
5.
6. 7. 8.
9.
10. 11.
- 37 -
Ouders kunnen herziening van het oordeel van de docentenvergadering schriftelijk aanvragen. Het verzoek dient op de laatste donderdag van het formele schooljaar voor 12 uur te worden ingediend bij de rector. (
[email protected]) Het schriftelijke verzoek dient voorzien te zijn van alle relevante informatie. a. Wat is de nieuwe informatie die niet meegewogen is door de docentenvergadering b. Waarom is de informatie niet meegewogen in de docentenvergadering c. Wat is de invloed van de informatie geweest voor het leren van de leerling d. Welke uitkomst verwachten de ouders van de revisiebijeenkomst De rector roept de revisiegroep bijeen. Deze bestaat uit: a. De conrector b. De teamleiders c. Eventueel betrokken leerlingbegeleiders/mentoren/ondersteuners De rector vraagt bij de mentor alle relevante informatie op die meegewogen hebben tot het oordeel van de docentenvergadering a. Uitdraai leerlingvolgsysteem b. Cijferoverzicht c. Verslagen van vergaderingen d. Schriftelijke toelichting van de mentor De revisiegroep beoordeelt of het revisieverzoek op de juiste manier en gronden is aangevraagd. De revisiegroep beoordeelt of het docententeam de interne procedures en richtlijnen zoals vastgesteld in de schoolgids correct hebben toegepast. De revisiegroep beoordeelt of de nieuwe informatie van de ouders/wettelijk vertegenwoordigers nieuwe informatie geeft die mogelijk zouden hebben kunnen leiden tot een heroverweging van het genomen besluit. De revisiegroep neemt één van de volgende besluiten: a. Het revisieverzoek wordt afgewezen op één of meerdere bovenstaande toetsingscriteria b. Het revisieverzoek wordt afgewezen omdat de nieuw aangedragen informatie niet van dien aard is dat verwacht kan worden dat een docentenvergadering een nieuw besluit neemt c. Het revisieverzoek wordt toegekend en de docentenvergadering wordt opnieuw bijeengeroepen. De uitspraak van de revisiegroep is bindend en wordt direct na het overleg door de directie schriftelijk bevestigd. Ouders kunnen bij de rector aangeven als zij van mening zijn dat de school protocollaire fouten heeft gemaakt.
Rembrandt College Cultuurprofielschool
12.
Uiteindelijk is er de mogelijkheid zich te wenden tot de bezwarencommissie die de gevolgde procedure opnieuw zal bekijken.
5.7 Sponsorbeleid Het Rembrandt College acht sponsoring van belang vanwege de wenselijke relatie van de school met de maatschappij. Daarnaast is het een manier om als school extra middelen te genereren. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die worden verstrekt waarvoor een geringe tegenprestatie wordt verlangd. Zonder tegenprestatie is er sprake van een donatie. Er is ook sprake van sponsoring als het Rembrandt College uit eigen beweging overgaat tot een tegenprestatie. Sponsoring is alleen bedoeld als aanvulling op de kernactiviteiten van het Rembrandt College. Het Rembrandt College mag niet in een afhankelijke positie terechtkomen. De school conformeert zich aan het “Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”.
5.8 Wet Bescherming Persoonsgegevens Het Rembrandt College verzamelt informatie van alle leerlingen die bij ons op school zijn ingeschreven in de leerlingenadministratie. Dit doen wij allereerst om leerlingen passend onderwijs te geven zodat ze een diploma kunnen halen. We hebben de informatie ook nodig om ervoor te zorgen dat we de leerlingen zo goed mogelijk kunnen begeleiden bij het doorlopen van de school en waar nodig extra zorg te kunnen bieden. De algemene informatie over leerlingen staat in het leerlingdossier (naam, adres, cijfers, absentie en verzuim, etc.). De informatie die nodig is voor begeleiding staat in het zorgdossier (bijvoorbeeld: testresultaten, observaties, afspraken uit leerlingbesprekingen en zorgoverleg, resultaten van specifieke begeleiding). Omdat wij deze gegevens over leerlingen verzamelen vallen we onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Deze wet is bedoeld om ervoor te zorgen dat de gegevens over personen zorgvuldig worden gebruikt en om misbruik ervan tegen te gaan. Het zorgdossier is daarom alleen toegankelijk voor de begeleiders van een leerling ín de school. We zorgen er dus voor dat gegevens over leerlingen uit het leerling- en het zorgdossier alleen binnen de school worden gebruikt. In de school wordt er regelmatig over leerlingen gesproken, bijvoorbeeld in de rapportvergadering, de leerlingenbespreking (bijvoorbeeld in de docententeamvergaderingen) en het interne zorgoverleg (zie paragraaf 4.3 Zorgteam). Dit overleg is nodig om de vorderingen van de leerlingen te volgen, problemen te signaleren en met de docenten afspraken te maken over leerlingbegeleiding. Voor leerlingen die extra begeleiding of zorg nodig hebben, wordt samengewerkt met externe deskundigen in het ZAT (zie paragraaf 4.4 ZAT). Als we een leerling willen bespreken met de externe vertegenwoordigers in het ZAT wordt daarvoor eerst aan ouders/verzorgers toestemming gevraagd. Als de leerling ouder is dan 16 jaar, vragen we de leerling zelf om toestemming. - 38 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens heeft u als ouder/verzorger, en leerlingen ouder dan 16 jaar zelf, recht op inzage, recht op correctie en recht op verzet. Wilt u meer weten over deze wet, kijkt u dan op www.cbpweb.nl. Heeft u vragen over het leerling- of zorgdossier of over de overleggen in de school, neem dan contact op met de conrector mevrouw T. Starmans.
- 39 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
6. Bijlage
6.1
Reisvoorwaarden en activiteiten
6.2
Lessentabellen
6.3
Overgangsnormen en bevordering
6.4
Wie heeft welke rol in de school??
- 40 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Bijlage 6.1
Reisvoorwaarden reizen en activiteiten
Onderstaande reis- en activiteitenvoorwaarden maken integraal onderdeel uit van de schoolreizen van het Rembrandt College. Artikel 1 1.1 Onder Rembrandt College wordt verstaan “Rembrandt College, openbare scholengemeenschap voor TL, havo, vwo” te Veenendaal. 1.2 Onder leerling wordt verstaan een leerling die ingeschreven staat op het Rembrandt College te Veenendaal. 1.3 Onder de reisovereenkomst wordt verstaan de overeenkomst tussen het Rembrandt College en de ouder/verzorger van een leerling van het Rembrandt College. Artikel 2 2.1 De leerling dient een door een ouder/verzorger ondertekend strookje op school in te leveren met de voorkeur voor een schoolreis. 2.2 De betaling van de schoolreis wordt tijdig ter betaling beschikbaar gesteld in de webwinkel van het Rembrandt College. Een ouder/verzorger verplicht zich tot betaling van de reissom bij inlevering van het ondertekende strookje. 2.3 Indien een leerling zich door buitengewone omstandigheden, ter beoordeling door de schoolleiding, tot twee weken voor vertrek terugtrekt als deelnemer aan een schoolreis is restitutie van een deel van de reissom mogelijk tenzij deze omstandigheden onder de dekking van de annuleringsverzekering vallen. 2.4 Vanaf twee weken voor vertrek is geen restitutie mogelijk.
Artikel 3 3.1 Indien het Rembrandt College besluit de reis niet door te laten gaan wordt de volledige reissom terugbetaald.
Het Rembrandt College adviseert ouders/verzorgers reisverzekering voor de leerling af te sluiten.
- 41 -
een
annuleringsverzekering
en/of
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Bijlage 6.2
Lessentabellen
Lessentabel Theoretische Leerweg 2015-2016 TL 2 TL 3 Vak V K V Nederlands 3 3 Frans 2 Duits 3 Engels 3 3 Geschiedenis 2 2 Aardrijkskunde 2 Wiskunde 3 3 Natuur-/scheikunde 1 2 3 Natuur-/scheikunde 2 Biologie 2 2 Economie 3 Kunstvakken 1/Kuca 3 3 Kunstvakken 2 Tekenen Kunstvakken 2 Handvaa Kunstvakken 2 Te+Ha Maatschappijleer 1 2 Maatschappijleer 2 Lich.Opvoeding 3 2 Rekenen 1 leefstijl 2 Mentorlesuur 1 1 Mentorgesprekuur(voor lln.) 1 1 I-uren/Steunlessen 3 KWT 2 Totaal 35 35-37 * Keuzevakken: Frans / Duits / aardrijkskunde / nask 2
K
V 4
3* 3*
TL 4
K 4 4
4 4 4 4 4 4*** 4 4***
2*
2*
1** 1** 4** 4 2
1 2 13
16-17***
** Te+Ha 2 blokuren gezamenlijk en, afhankelijk v.d. groepsgrootte, 1 uur Te en Ha *** Afhankelijk v.d. groepsgrootte
- 42 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Lessentabel 2015-2016 - onderbouw leerjaar 1 - 3 Brug
Brug
Brug
Vwo
Havo
1 TH/HV
1Vwo
2
2
3
3
Nederlands
4
4
3
3
3
2,5
Frans
3
3
2
2
3
2,5
3
3
3
3
Vak
Duits
Vvwo
Engels
3
3
3
2
3
3
Geschiedenis
2
2
2
2
2
2
Aardrijkskunde
2
2
2
2
2
2
Wiskunde
4
4
3
3
3
3
2,5
3
Natuurkunde
2
2
Scheikunde
2
2
2
2
2
2
Natuur/scheikunde Natuur/techniek
1
Science
Biologie
3
2
2
2
2
Economie Rembrandt-uur
2
3
Kuca
3
3
3
3
3
3
Lichamelijke opvoeding
3
3
4
3
2
2
Techniek
2
1
1
Leefstijl
1
1
1
1
mentoruur
1
1
1
1
1,5
1,5
Mentorgesprekken
1
1
1
1
1
1
Profielprojecten
- 43 -
1
I-uren
2
2
2
2
0,5
0,5
Totaal
34
34
35,5
36
36
37
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Lessentabellen - 2e fase -Havo 4
Periodiseringstabel 2015-2016 H4 cdefg
klas tijdvak
1
2
3
4
totaal
59
60
60
60
ak
3
3
3
3
biol
4
4
3
3
ckv
2
2
2
2
dutl
3
3
4
4
econ
3
3
4
4
entl
4
4
4
4
fatl
3
3
4
4
ges
3
3
3
3
kubv
4
4
4
4
kudr
4
4
4
4
lo
2
2
2
2
mo
3
3
3
3
maat
2
3
2
2
mentorgespr
1
1
1
1
mentorles
1
1
1
1
nat
3
3
3
3
netl
4
4
4
4
schk
3
3
3
3
wisA
3
3
3
3
wisB
4
4
3
3
rek
1
1
1
1
- 44 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Lessentabellen - 2e fase -Havo 5 Periodiseringstabel 2015-2016 H5cdef
klas tijdvak
1
2
3
ext
4
ext
totaal
58
58
40
13
ak
3
3
2
1
2
1
biol
3
3
3
1
3
1
dutl
3
3
3
1
3
1
econ
3
3
3
1
3
1
entl
3
3
3
fatl
3
3
3
1
3
1
ges
4
4
2
1
2
1
kubv
3
3
1
1
kudr
3
3
1
1
kwt
5
5
5
lo
2
2
0
mo
3
3
2
mentorgesp.
1
1
1
nat
4
4
3
netl
4
4
3
schk
3
3
2
1
2
1
pws
2
2
wisA
3
3
2
1
2
1
wisB
3
3
3
1
3
1
- 45 -
3
1
2
1
1 1
3
1
3
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Lessentabellen - 2e fase - vwo4 Periodiseringstabel 2015-2016 V4ab
klas tijdvak
1
2
3
4
totaal
53
53
55
55
ak
2
2
2
2
anw
2
2
2
2
biol
3
3
3
3
CB
0
0
2
2
ckv
0
0
0
0
dutl
2
2
2
2
econ
2
2
2
2
entl
3
3
3
3
fatl
2
2
2
2
ges
2
2
2
2
kubv
3
3
3
3
kudr
3
3
3
3
kwt
4
4
4
4
PbM
2
2
2
2
lo
2
2
2
2
mo
2
2
2
2
maat
2
2
2
2
mentorles
1
1
1
1
nat
2
2
2
2
netl
3
3
3
3
PbN
2
2
2
2
schk
2
2
2
2
wisA
2
2
2
2
wisB
3
3
3
3
wisC
2
2
2
2
- 46 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Lessentabellen - 2e fase - vwo5 Periodiseringstabel 2015-2016 V5ab
klas tijdvak
1
2
3
4
totaal
54
54
55
55
ak
3
3
3
3
biol
2
2
3
3
cb
2
2
0
0
ckv
2
2
2
2
dutl
2
2
3
3
econ
3
3
3
3
entl
2
2
2
2
fatl
2
2
3
3
ges
2
2
2
2
kubv
3
3
3
3
kudr
3
3
3
3
kwt
4
4
4
4
PbM
2
2
2
2
lo
2
2
2
2
mo
2
2
2
2
mentorles
1
1
1
1
nat
2
2
2
2
netl
3
3
3
3
pbN
3
3
3
3
schk
2
2
2
2
wisA
2
2
3
3
wisB
3
3
2
2
wisC
2
2
2
2
- 47 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Lessentabellen - 2e fase - vwo6 Periodiseringstabel 2015-2016 6Vab
klas tijdvak
1
2
3
ext
4
ext
totaal
54
54
36
12
32
12
ak
2
2
1
1
1
1
biol
2
2
1
1
1
1
dutl
3
3
2
1
2
1
econ
3
3
2
1
2
1
entl
2
2
2
2
fatl
3
3
2
2
ges
3
3
2
1
2
1
kubv
3
3
1
1
1
1
kudr
3
3
1
1
1
1
kwt
4
4
4
lo
2
2
0
mo
3
3
2
mentorgesp.
1
1
1
nat
2
2
2
netl
3
3
2
2
PbN
3
3
3
3
schk
2
2
2
1
2
1
wisA
3
3
2
1
2
1
wisB
3
3
2
1
2
1
wisC
2
2
2
pws
2
2
- 48 -
0 1
2
1
1 1
2
1
2
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Bijlage 6.3
Bevorderingsnormen
Overgangsnormen B1 TH naar T2
De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar de adviezen en dan naar het aantal tekort- en compensatiepunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
Cijfers
Compensatiepunt
5
1
7
1
4
2
8
2
3
3
9
2
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: •
voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft;
•
1 tekortpunt heeft;
•
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maar 1 vak onvoldoende heeft en wel een vijf;
•
2 tekortpunten heeft en 3 of meer compensatiepunten;
•
3 tekortpunten heeft en 4 of meer compensatiepunten;
•
4 tekortpunten heeft en 5 of meer compensatiepunten. 2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde meer dan 1 onvoldoende heeft;
•
voor meer dan 5 vakken een onvoldoende heeft;
•
5 of meer tekortpunten heeft. 3. De overgangsvergadering bespreekt de bevordering als de leerling:
•
Een eindcijfer vier of lager heeft;
•
3 tekortpunten heeft en 0 t/m 3 compensatiepunten;
•
4 tekortpunten heeft en 2 t/m 4 compensatiepunten;
•
5 tekortpunten heeft en 6 compensatiepunten.
- 49 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren;
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. Valt een leerling in de bespreekmarge (punt 3) dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd;
Ander type onderwijs;
Een aanvullende opdracht met cijfereis;
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis;
Doubleren.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
Overgangsnormen B1 TH naar B2
De leerling wordt bevorderd naar B2 als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een voldoende heeft;
•
voor minimaal 2 van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een Havo advies heeft;
•
van het docententeam een positief Havo advies heeft.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling
- 50 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen B1 HV naar B2
De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar de adviezen en dan naar het aantal tekort- en compensatiepunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
Cijfers
Compensatiepunt
5
1
7
1
4
2
8
2
3
3
9
2
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maar 1 vak onvoldoende heeft en wel een vijf;
•
voor minimaal 2 van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een Havo advies heeft;
•
van het docententeam een positief Havo advies heeft;
•
voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft;
•
1 tekortpunt heeft;
•
2 tekortpunten heeft en 3 of meer compensatiepunten;
•
3 tekortpunten heeft en 5 of meer compensatiepunten. 2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde meer dan 1 onvoldoende heeft
•
voor meer dan 4 vakken een onvoldoende heeft;
•
4 of meer tekortpunten heeft. 3. De overgangsvergadering bespreekt de bevordering als de leerling:
•
Een eindcijfer vier of lager heeft;
•
2 tekortpunten heeft en 0 t/m 2 compensatiepunten;
•
3 tekortpunten heeft en 0 t/m 4 compensatiepunten;
•
4 tekortpunten heeft en 5 compensatiepunten
- 51 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren;
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. Valt een leerling in de bespreekmarge (punt 3) dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd;
Ander type onderwijs;
Een aanvullende opdracht met cijfereis;
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis;
Doubleren.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling
Overgangsnormen B1 HV naar V2
De leerling wordt bevorderd naar V2 als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een voldoende heeft;
•
voor minimaal 2 van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een Vwo advies heeft;
•
van het docententeam een positief Vwo advies heeft.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling
- 52 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen V1 naar V2
Cijfers De cijferrapportage is cumulatief. Dat betekent dat voor de cijferrapporten steeds alle tot dan toe behaalde cijfers meetellen. De cijfers op de rapporten worden op één decimaal afgerond. Behalve het jaarcijfer op het overgangsrapport, dat heeft nul decimalen. Het jaarcijfer bestaat uit een gewogen gemiddelde van alle cijfers van dat vak van het gehele betreffende cursusjaar (6,49 wordt 6; 6,50 wordt 7). Hierbij telt het eerste cluster 1 keer mee en de overige clusters 2 keer. Aan proefwerken, so’s, opdrachten, werkstukken e.d. kan bij de diverse vakken een verschillende zwaarte worden toegekend. Dit wordt door de secties vastgesteld en wordt via It’s Learning in de werkwijzers/studieplanners gepubliceerd. Klas V1 naar V2 De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar het aantal tekortpunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
Cijfers
Compensatiepunt
5
1
7
1
4
2
8
2
3
3
9
2
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: • voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft; •
voor de vakken Nederlands, wiskunde en Engels (kernvakken) samen 18 punten heeft én er maar één tekortpunt is;
•
2 tekortpunten heeft en 2 of meer compensatiepunten;
2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
4 of meer tekortpunten heeft.
3. De overgangsvergadering bespreekt de bevordering als de leerling: •
- 53 -
3 tekortpunten heeft.
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. Valt een leerling in de bespreekmarge (punt 3) dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd
Ander type onderwijs.
Een aanvullende opdracht met cijfereis
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis
Doubleren
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
- 54 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen T2 naar T3
De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar het aantal tekort- en compensatiepunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
Cijfers
Compensatiepunt
5
1
7
1
4
2
8
2
1,2,3
3
9,10
3
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: •
voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft;
•
1 of 2 tekortpunten heeft;
•
3 tekortpunten heeft en 2 of meer compensatiepunten;
•
4 tekortpunten heeft en 3 of meer compensatiepunten;
•
5 tekortpunten heeft en 4 of meer compensatiepunten.
2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands en Engels bij elkaar opgeteld minder dan 10 punten heeft;
•
voor meer dan 5 vakken een onvoldoende heeft;
•
5 tekortpunten heeft en minder dan 1 compensatiepunt;
•
6 tekortpunten heeft en minder dan 5 compensatiepunten;
•
7 tekortpunten of meer heeft. 3. De overgangsvergadering bespreekt de bevordering als de leerling:
•
Een eindcijfer drie heeft;
•
voor de vakken Nederlands en Engels bij elkaar opgeteld minder dan 11 punten heeft;
•
3 tekortpunten heeft en minder dan 2 compensatiepunten;
•
4 tekortpunten heeft en minder dan 3 compensatiepunten;
•
5 tekortpunten heeft en minder dan 4 maar ten minste 1 compensatiepunt heeft;
•
6 tekortpunten heeft en meer dan 5 compensatiepunten.
- 55 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren;
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. Valt een leerling in de bespreekmarge (punt 3) dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd;
Ander type onderwijs;
Een aanvullende opdracht met cijfereis;
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis;
Doubleren.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
- 56 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen B2 naar H3
De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar de adviezen en dan naar het aantal tekort- en compensatiepunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
Cijfers
Compensatiepunt
5
1
7
1
4
2
8
2
3
3
9
2
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: Voor minimaal 3 van de vakken Nederlands, Engels, Natuur-/scheikunde en wiskunde een Havo
•
advies heeft; •
voor Nederlands en Engels samen minimaal 11 punten heeft;
•
voor natuur-/scheikunde en wiskunde samen minimaal 11 punten heeft;
•
het docententeam een positief Havo advies geeft;
•
1 tekortpunt heeft;
•
2 tekortpunten heeft en 3 compensatiepunten;
•
3 tekortpunten heeft en 4 compensatiepunten;
•
3 onvoldoende vakken heeft en 4 compensatiepunten. 2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
voor 4 vakken een onvoldoende heeft;
•
4 of meer tekortpunten heeft. 3. De overgangsvergadering bespreekt de bevordering als de leerling:
•
Een eindcijfer vier of lager heeft;
•
2 tekortpunten heeft en 0 t/m 2 compensatiepunten;
•
3 tekortpunten heeft en 0 t/m 3 compensatiepunten;
•
4 tekortpunten heeft en 2 t/m 5 compensatiepunten
- 57 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren;
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. Valt een leerling in de bespreekmarge (punt 3) dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd;
Ander type onderwijs;
Een aanvullende opdracht met cijfereis;
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis;
Doubleren.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
Overgangsnormen B2 naar V3
De leerling wordt bevorderd naar V3 als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een voldoende heeft;
•
voor minimaal 2 van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een Vwo advies heeft;
•
van het docententeam een positief Vwo advies heeft.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling
- 58 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen V2 naar V3
Cijfers De cijferrapportage is cumulatief. Dat betekent dat voor de cijferrapporten steeds alle tot dan toe behaalde cijfers meetellen. De cijfers op de rapporten worden op één decimaal afgerond. Behalve het jaarcijfer op het overgangsrapport, dat heeft nul decimalen. Het jaarcijfer bestaat uit een gewogen gemiddelde van alle cijfers van dat vak van het gehele betreffende cursusjaar (6,49 wordt 6; 6,50 wordt 7). Hierbij tellen alle clusters 1 keer mee. Aan proefwerken, so’s, opdrachten, werkstukken e.d. kan bij de diverse vakken een verschillende zwaarte worden toegekend. Dit wordt door de secties vastgesteld en wordt via It’s Learning in de werkwijzers/studieplanners gepubliceerd. Klas V2 naar V3 De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar het aantal tekortpunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
Cijfers
Compensatiepunt
5
1
7
1
4
2
8
2
3
3
9
2
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: •
voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft;
•
voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en natuur-/scheikunde maar 1 vak onvoldoende heeft en wel een vijf;
•
2 tekortpunten heeft en 3 compensatiepunten;
•
3 tekortpunten heeft en 4 compensatiepunten;
•
3 onvoldoende vakken heeft en 4 compensatiepunten.
2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en natuur-/scheikunde 2 vakken onvoldoende heeft;
- 59 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
•
voor 4 vakken een onvoldoende heeft;
•
4 of meer tekortpunten heeft.
3. De overgangsvergadering bespreekt de bevordering als de leerling: •
een eindcijfer vier of lager heeft;
•
2 tekortpunten heeft en 0 t/m 2 compensatiepunten
•
3 tekortpunten heeft en 0 t/m 3 compensatiepunten
•
4 tekortpunten heeft en 2 t/m 5 compensatiepunten
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. Valt een leerling in de bespreekmarge (punt 3) dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd
Ander type onderwijs.
Een aanvullende opdracht met cijfereis
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis
Doubleren
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
- 60 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen T3 naar T4 (PTA T3)
1. Algemeen
•
Van de behaalde resultaten, die meetellen voor de overgang en/of schoolexamen, worden de weegfactoren aangegeven in het PTA.
•
Er is sprake van voortgangsrapportage met betrekking tot de overgang.
•
Eindcijfers zijn gehele cijfers uitgedrukt op de schaal van 1 t/m 10.
•
Het cijfer 5 telt als 1 onvoldoende punt; het cijfer 4 als 2 onvoldoende punten; het cijfer 3 als 3 onvoldoende punten.
•
Het vak maatschappijleer 2 mag gekozen worden als maatschappijleer 1 in leerjaar 3 met een voldoende cijfer is afgesloten.
•
Het vak kunstvakken 2 (tekenen of handvaardigheid) mag slechts dan gekozen worden als kunstvakken 1 in leerjaar 3 met een voldoende cijfer is afgesloten.
NB1: De herkansingen van cluster 4 in Theoretische Leerweg - T3 vinden uiterlijk plaats in week 6 van cluster 1 van het nieuwe schooljaar (Theoretische Leerweg - T4). Deze herkansingen tellen alleen mee voor het examendossier, dus niet meer voor de overgang van T3 naar T4.(Zie punt B-8e uit het examenreglement.) NB2: De keuze van een extra examenvak gebeurt in overleg met de decaan. Bij een onvoldoende in het vakkenpakket is het kiezen van een extra examenvak niet mogelijk. (Zie punt C-2b uit het examenreglement.)
- 61 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
2. Stappenplan
• Alle handelingsdelen zijn voldoende. 1
2
3
4
• maximaal 6 onvoldoende punten, waarvan maximaal 1 onvoldoende punt in het vakkenpakket.
• Cijfers voor vakken buiten het vakkenpakket moeten 4,0 of hoger zijn.
• In de gemiddelde examendossiercijfers staan in het vakkenpakket maximaal 3 onvoldoende punten.
Wordt niet voldaan aan bovenstaande criteria dan wordt de leerling in principe niet bevorderd, maar wel uitgebreid besproken in de overgangsvergadering. Valt een leerling in de bespreekmarge dan zijn de volgende adviezen naar de directie mogelijk:
Zonder meer bevorderd;
Ander type onderwijs;
Een aanvullende opdracht met cijfereis;
Een aanvullende opdracht zonder cijfereis;
Doubleren.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs. NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling. Havo na de TL Een leerling kan op het Rembrandt College vanuit TL-4 geplaatst worden in Havo-4 als is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1.
De leerling is in het bezit van het TL-diploma.
2.
Het vakkenpakket tl (minimaal 7 vakken) sluit aan bij het gekozen profiel in Havo 4. Dit houdt
per profiel in:
- 62 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Profiel Minimaal vereiste vakken in TL-4 vakkenpakket C&M
Ne, En, Gs, Ec of Ak, Fa of Du, Kunstvakken 2 of extra taal, 7e vak in overleg
E&M
Ne, En, Gs, Wi, Ec, Ak of Fa of Du, 7e vak in overleg
N&G
Ne, En, Wi, Na of Ak, Sk, Bi, 7e vak in overleg (In H4: bij Na is WiB verplicht, bij Ak is WiA
verplicht) N&T
Ne, En, Wi, Nask1, Nask2, Bi, 7e vak in overleg
3.
In de eindcijfers voor de vakken in het algemeen deel en het profieldeel, gekozen voor het
Havo, komen geen onvoldoendes voor. 4.
Het gemiddelde van de eindcijfers op het TL-diploma is 6,5 of hoger / opgeteld minimaal 46
punten. 5.
Er is een positief advies van de examinatoren-TL. Bij een negatief advies is toelating niet
mogelijk. Een H4-leerling die vanuit T4 is ingestroomd mag blijven zitten, tenzij de docentenvergadering een negatief advies geeft. Leerlingen die met een TL-diploma willen overstappen naar de Havo-opleiding van een ROC/VAVO moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: - er is geen mogelijkheid de Havo-opleiding aan het Rembrandt College te vervolgen. - gemiddeld eindcijfer TL moet tenminste 7 zijn.
- 63 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen H3 naar H4
Cijfers De cijferrapportage is cumulatief. Dat betekent dat voor de cijferrapporten steeds alle tot dan toe behaalde cijfers meetellen. De cijfers op de rapporten worden op één decimaal afgerond. Behalve het jaarcijfer op het overgangsrapport, dat heeft nul decimalen. Het jaarcijfer bestaat uit een gewogen gemiddelde van alle cijfers van dat vak van het gehele betreffende cursusjaar (6,49 wordt 6; 6,50 wordt 7). Hierbij tellen alle clusters 1 keer mee. Aan proefwerken, so’s, opdrachten, werkstukken e.d. kan bij de diverse vakken een verschillende zwaarte worden toegekend. Dit wordt door de secties vastgesteld en wordt via It’s Learning in de werkwijzers/studieplanners gepubliceerd. Klas H3 naar H4 De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar het aantal tekortpunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
5
1
4
2
3
3
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij: •
voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft;
•
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde 1 vak onvoldoende heeft en wel een vijf;
•
indien de leerling geen wiskunde kiest, voor de vakken Nederlands en Engels 1 vak onvoldoende heeft en wel een vijf;
•
4 tekortpunten heeft;
•
voldoet aan de cijfervoorwaarden van het gekozen profiel.
2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: • • • •
- 64 -
voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde 2 vakken onvoldoende heeft; indien de leerling geen wiskunde kiest Nederlands en Engels onvoldoende heeft; 5 tekortpunten heeft; niet voldoet aan de cijfervoorwaarden van het gekozen profiel.
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De volgende cijfervoorwaarden gelden per profiel. CM:
Voor de vier vakken (Duits of Frans, geschiedenis, + 1 vak uit: MVT of kunstvak-beeldend, + 1 vak uit: aardrijkskunde of economie/M&O) geldt dat er maximaal één onvoldoende (niet lager dan een vijf) mag zijn.
EM:
Voor de vier vakken (wiskunde A of B*, economie/M&O, geschiedenis, + 1 vak uit: aardrijkskunde, of MVT) geldt dat er maximaal één onvoldoende (niet lager dan een vijf) mag zijn. Het vak economie/M&O moet voldoende zijn.
NG:
Voor de vier gekozen vakken (wiskunde A of B*, scheikunde, biologie en aardrijkskunde of natuurkunde) geldt dat er geen onvoldoende mag zijn.
NT:
Voor de drie vakken (wiskunde B*, natuurkunde en scheikunde) geldt dat er geen onvoldoende mag zijn en dat de drie vakken samen minimaal 19 punten moeten hebben.
Het gekozen examenvak in het vrije deel** moet voldoende zijn.
N.b. Een 4 in het profiel betekent dus dat je niet over bent.
*
Een positief advies van de wiskunde docent voor wiskunde B is noodzakelijk.
**
In het vrije deel kiest de leerling één examenvak en vult de leerling de vrije ruimte-uren. De leerling kiest in beide gevallen uit het aanbod dat de school doet.
In het derde leerjaar voeren de leerlingen het LOB-project en het profielproject uit. Deze projecten worden beoordeeld als een handelingsdeel.
- 65 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Weging handelingsdeel: Het handelingsdeel bestaat uit een aantal opdrachten: het LOB-project en het profielproject. Een onvoldoende handelingsdeel wordt bij de bepaling van de bevordering meegenomen als het cijfer 4.
De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst de leerling.
Vwo na de Havo: Als de leerling na Havo, Vwo wil volgen, moet de leerling aan het volgende voldoen: -
een extra vak kiezen dat past in de profielen van het Vwo, in overleg met de decaan.
-
het gemiddelde, afgeronde, eindcijfer voor de gekozen vakken is 6,5 of hoger.
-
het advies van het docententeam is positief.
-
Op 1 augustus bij de start van het Vwo is de leerling 18 jaar of jonger van Havo naar Vwo.
Deze doorstroomeisen zijn afgeleid van de doorstroomeisen van 5 Havo naar 5 Vwo.
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
- 66 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen V3 naar V4
Cijfers De cijferrapportage is cumulatief. Dat betekent dat voor de cijferrapporten steeds alle tot dan toe behaalde cijfers meetellen. De cijfers op de rapporten worden op één decimaal afgerond. Behalve het jaarcijfer op het overgangsrapport, dat heeft nul decimalen. Het jaarcijfer bestaat uit een gewogen gemiddelde van alle cijfers van dat vak van het gehele betreffende cursusjaar (6,49 wordt 6; 6,50 wordt 7). Hierbij tellen alle clusters 1 keer mee. Aan proefwerken, so’s, opdrachten, werkstukken e.d. kan bij de diverse vakken een verschillende zwaarte worden toegekend. Dit wordt door de secties vastgesteld en wordt via It’s Learning in de werkwijzers/studieplanners gepubliceerd. Klas V3 naar V4 De leerlingen worden bevorderd op basis van de cijfers op het overgangsrapport. Er wordt allereerst gekeken naar het aantal tekortpunten. Waarbij alle vakken even zwaar mee tellen. Hierbij gelden de volgende afspraken: Cijfers
Tekortpunt
5
1
4
2
3
3
1. De leerling wordt bevorderd als hij/zij:
•
voor geen enkel vak een onvoldoende resultaat heeft;
•
voor de vakken Nederlands, Engels, een 2de MVT (Frans of Duits) en wiskunde 1 vak onvoldoende heeft en wel een vijf;
•
4 tekortpunten heeft;
•
voldoet aan de cijfervoorwaarden van het gekozen profiel.
2. De leerling wordt niet bevorderd als hij/zij: •
voor de vakken Nederlands, Engels, een 2de MVT (Frans of Duits) en wiskunde 2 vakken onvoldoende heeft;
•
- 67 -
5 tekortpunten heeft;
Rembrandt College Cultuurprofielschool
niet voldoet aan de cijfervoorwaarden van het gekozen profiel. De volgende cijfervoorwaarden gelden per profiel.
CM:
Voor de vier gekozen vakken (wiskunde A of C, geschiedenis, + 1 vak uit: MVT of kunstvakbeeldend, + 1 vak uit: aardrijkskunde of economie/M&O) geldt dat er maximaal één onvoldoende (niet lager dan een vijf) mag zijn.
EM:
Voor de vier gekozen vakken (wiskunde A of B*, economie/M&O, geschiedenis, + 1 vak uit: aardrijkskunde of MVT) geldt dat er maximaal één onvoldoende (niet lager dan een vijf) mag zijn. Het vak economie/M&O moet voldoende zijn.
NG:
Voor de vier vakken (wiskunde A, scheikunde, natuurkunde en biologie) geldt dat er geen onvoldoende mag zijn.
NT:
Voor de vier vakken (wiskunde B*, natuurkunde, scheikunde en biologie) geldt dat er geen onvoldoende mag zijn en dat de vier vakken samen minimaal 25 punten moeten hebben.
Het gekozen examenvak in het vrije deel** moet voldoende zijn.
N.b. Een 4 in het profiel betekent dus dat je niet over bent.
*
Een positief advies van de wiskunde docent voor wiskunde B is noodzakelijk.
**
In het vrije deel kiest de leerling één examenvak en vult de leerling de vrije ruimte-uren. De leerling kiest in beide gevallen uit het aanbod dat de school doet.
In het derde leerjaar voeren de leerlingen het LOB-project uit. Dit project wordt beoordeeld als een handelingsdeel.
- 68 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Weging handelingsdeel: Het handelingsdeel bestaat uit het LOB-project. Een onvoldoende handelingsdeel wordt bij de bepaling van de bevordering meegenomen als het cijfer 4.
Als een leerling niet bevorderd kan worden (punt 2) adviseert de overgangsvergadering de directie. Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
Doubleren
Ander type onderwijs.
Een leerling mag niet in twee opeenvolgende schooljaren blijven zitten. Zou dit het geval zijn dan wordt de leerling verwezen naar een ander type onderwijs.
NB. De overgangsvergadering geeft in alle gevallen een plaatsingsadvies aan de directie, de directie plaatst vervolgens de leerling.
- 69 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen H4 naar H5 (PTA H4)
Eindcijfers zijn gehele cijfers uitgedrukt op de schaal van 1 t/m 10 Elk onvoldoende handelingsdeel wordt bij de bepaling van de bevordering meegewogen als het cijfer 4. Een leerling is bevorderd indien - alle eindcijfers 6 of hoger zijn of - een keer het eindcijfer 5 is behaald of - een keer het eindcijfer 4 dan wel twee keer het eindcijfer 5 dan wel een keer het eindcijfer 4 en een keer het eindcijfer 5 is behaald en het gemiddelde van alle gehele eindcijfers minimaal 6,0 is. en - voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde ten hoogste één keer het eindcijfer 5 (en niet lager dan 5) is behaald. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één keer het eindcijfer 5 voor Nederlands en Engels behaald mag worden. Daarbij moet de leerling het gehele Programma van Toetsing en Afsluiting van het betreffende jaar hebben afgelegd. In alle overige gevallen is de leerling een bespreekgeval. Aanvullende bepaling. Indien een leerling een extra vak kiest in de vrije ruimte (dus twee i.p.v. één; dit tweede vak is niet nodig om te slagen) en het eindcijfer voor dit extra vak a. is bij de overgang lager dan 6, dan wordt een duimregeling toegepast mits het cijfer niet lager is dan een 5. Bij een cijfer lager dan 5, dient de leerling het vak te laten vallen. b. is bij de overgang hoger dan 6, dan wordt het cijfer meegewogen in de mogelijke compensatie.
- 70 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen V4 naar V5 (PTA V4)
Eindcijfers zijn gehele cijfers uitgedrukt op de schaal van 1 t/m 10 Elk onvoldoende handelingsdeel wordt bij de bepaling van de bevordering meegewogen als het cijfer 4 . Een leerling is bevorderd indien - alle eindcijfers 6 of hoger zijn of - een keer het eindcijfer 5 is behaald of - een keer het eindcijfer 4 dan wel twee keer het eindcijfer 5 dan wel een keer het eindcijfer 4 en een keer het eindcijfer 5 is behaald en het gemiddelde van alle gehele eindcijfers minimaal 6,0 is. en - voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde ten hoogste één keer het eindcijfer 5 (en niet lager dan 5) is behaald. Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één keer het eindcijfer vijf voor Nederlands en Engels behaald mag worden. Daarbij moet de leerling het gehele Programma van Toetsing en Afsluiting van het betreffende jaar hebben afgelegd. In alle overige gevallen is de leerling een bespreekgeval. Aanvullende bepaling (1) Indien een leerling een extra vak kiest in de vrije ruimte (dus twee i.p.v. één; dit tweede vak is niet nodig om te slagen) en het eindcijfer voor dit extra vak a. is bij de overgang lager dan 6, dan wordt een duimregeling toegepast mits het cijfer niet lager is dan een 5. Bij een cijfer lager dan 5, dient de leerling het vak te laten vallen. b. is bij de overgang hoger dan 6, dan wordt het cijfer meegewogen in de mogelijke compensatie. Aanvullende bepaling (2) a. In VWO 4 wegen de eindbeoordelingen voor de vakken ANW en Maatschappijleer ieder afzonderlijk mee bij de bepaling van de overgang van VWO 4 naar VWO 5. b. In VWO 5 vormt het gemiddelde van de gehele eindcijfers voor ANW en Maatschappijleer een zogenaamd combinatiecijfer, dat als één cijfer meeweegt voor de overgang naar VWO 6.
- 71 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Leerlingen, die zijn overgestapt van HAVO 5 naar VWO 5, hebben vrijstelling voor ANW, Maatschappijleer en CKV. Zij hebben dit combinatiecijfer niet in VWO 5. c. In VWO 6 vormen de gehele eindcijfers voor ANW en Maatschappijleer, samen met het cijfer voor het Profielwerkstuk, het combinatiecijfer. (zie examenreglement) Voor leerlingen, die zijn overgestapt van HAVO 5 naar VWO 5, wordt het combinatiecijfer in verband met genoemde vrijstellingen uitsluitend bepaald door het cijfer voor het Profielwerkstuk.
- 72 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overgangsnormen V5 naar V6 (PTA V5)
Eindcijfers zijn gehele cijfers uitgedrukt op de schaal van 1 t/m 10 Elk onvoldoende handelingsdeel wordt bij de bepaling van de bevordering meegewogen als het cijfer 4 . Een leerling is bevorderd indien - alle eindcijfers 6 of hoger zijn of - een keer het eindcijfer 5 is behaald of - een keer het eindcijfer 4 dan wel twee keer het eindcijfer 5 dan wel een keer het eindcijfer 4 en een keer het eindcijfer 5 is behaald en het gemiddelde van alle gehele eindcijfers minimaal 6,0 is. en - voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde ten hoogste één keer het eindcijfer 5 (en niet lager dan 5) is behaald. Voor leerlingen zonder Wiskunde geldt dat ten hoogste één keer het eindcijfer vijf voor Nederlands en Engels behaald mag worden. Daarbij moet de leerling het gehele Programma van Toetsing en Afsluiting van het betreffende jaar hebben afgelegd. In alle overige gevallen is de leerling een bespreekgeval. Aanvullende bepaling (1) Indien een leerling een extra vak kiest in de vrije ruimte (dus twee i.p.v. één; dit tweede vak is niet nodig om te slagen) en het eindcijfer voor dit extra vak a. is bij de overgang lager dan 6, dan wordt een duimregeling toegepast mits het cijfer niet lager is dan een 5. Bij een cijfer lager dan 5, dient de leerling het vak te laten vallen. b. is bij de overgang hoger dan 6, dan wordt het cijfer meegewogen in de mogelijke compensatie.
Aanvullende bepaling (2) a. In VWO 4 wegen de eindbeoordelingen voor de vakken ANW en Maatschappijleer ieder afzonderlijk mee bij de bepaling van de overgang van VWO 4 naar VWO 5. b. In VWO 5 vormt het gemiddelde van de gehele eindcijfers voor ANW en Maatschappijleer een zogenaamd combinatiecijfer, dat als één cijfer meeweegt voor de overgang naar VWO 6.
- 73 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Leerlingen, die zijn overgestapt van HAVO 5 naar VWO 5, hebben vrijstelling voor ANW, Maatschappijleer en CKV. Zij hebben dit combinatiecijfer niet in VWO 5. c. In VWO 6 vormen de gehele eindcijfers voor ANW en Maatschappijleer, samen met het cijfer voor het Profielwerkstuk, het combinatiecijfer. (zie examenreglement) Voor leerlingen, die zijn overgestapt van HAVO 5 naar VWO 5, wordt het combinatiecijfer in verband met genoemde vrijstellingen uitsluitend bepaald door het cijfer voor het Profielwerkstuk.
- 74 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Bijlage 6.4
Wie heeft welke rol in de school
Rembrandt College Veenendaal
Realisatie van Koers 2022 Een integrale weergave van de uitwerkingen op de organisatie van het Rembrandt College die nodig zijn om de doelen zoals in het Koersplan 2022 zijn weergegeven te realiseren. Oftewel “wie heeft welke rol in de school”
- 75 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1
Inleiding
In het schooljaar 1415 is een aantal malen gesproken met verschillende geledingen van de school om te komen tot een koersplan op basis waarvan de school klaar is voor de toekomst. Belangrijkste uitgangspunten zijn hierbij dat de strategische koers op basis van bestaande kwaliteiten van de school dient te worden ingezet. En dat de operationele medewerkers zo veel mogelijk ruimte en de bijbehorende verantwoordelijkheid krijgen bij de realisatie van die Koers. Deze notitie dient om een integrale blik op die koers te realiseren.
Bart de Grunt Thea Starmans Veenendaal augustus 2015
2
Visie
Het Rembrandt College is de enige openbare school in Veenendaal. Ouders en leerlingen die bewust voor algemeen toegankelijk onderwijs kiezen, hebben er recht op dat dat onderwijs zo goed mogelijk en uitdagend ingericht is. Het Rembrandt College is een bewuste cultuurprofielschool en een universum-volgschool. Hierbij vinden we inspiratie bij Albert Einstein:
“Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal” B. Einstein
Het Rembrandt ziet het als een uitdaging om de delen: creativiteit, cognitie en logica met elkaar te verbinden. We geloven erin dat leerlingen en collega’s die beide vlakken beheersen met kop en schouders boven de rest uitstijgen en we doen ons best dat zoveel mogelijk te stimuleren. Het Rembrandt wil een school zijn waar leerlingen en medewerkers zich gekend voelen in hun eigenheid. Er is ruimte en acceptatie te mogen ontdekken wie je bent, wat je kunt en waar je talenten te vinden zijn. We erkennen dat dit een proces is en dat falen en fouten maken onderdeel hiervan zijn. We streven ernaar het “elke dag een stukje beter” te doen. Zowel de leerlingen als ook onszelf. Doorlopende leerlijnen en afstemming tussen parallelgroepen. Als openbare school staan we ervoor dat alle leerlingen bij ons gelijke kansen hebben. Gelijkwaardigheid is één van onze kernwaarden. Iedereen is welkom. Ongeacht geloofsovertuiging of levensovertuiging, waarbij we streng kunnen zijn waar de belangen van de één in het gedrang komen door het gedrag van een ander. Ruimte willen we geven waar mogelijk, maar niet oneindig. De school draagt deze visie uit in een goed geoutilleerde ruimte, waarin de verwondering onderdeel is van de omgeving. Leerlingen herkennen ons enthousiasme in de school, onze liefde voor het vak. Deze visie geldt voor onszelf, voor de medewerkers, de manier waarop we naar onze leerlingen kijken als wel de manier waarop we naar buiten zullen treden.
77
Rembrandt College Cultuurprofielschool
3. De focusgebieden
De school heeft verschillende taken die soms binnen de eigen organisatie tegenstrijdig ervaren kunnen worden. Strategische doelstellingen kunnen soms beslissingen vragen die op korte termijn tegen de gestelde doelen lijken te gaan. De organisatie an-sich stelt soms grenzen aan de zaken die we pedagogisch of onderwijskundig zo graag willen. De onderwijskundige “Corebusiness”, de ondersteuning van onze leerlingen, het publiekrechtelijke “bedrijf” met haar werknemers, de bestuurlijke organisatie. Het zijn verschillende onderdelen van de school met een hele specifieke focus op welke eigenschappen in eerste instantie gevraagd zijn. In de organisatie- en veranderingskundige leer van Leon de Caluwé wordt gesproken over kleuren en bijbehorende eigenschappen. Die zie je terug in de afwegingen binnen een school en passend bij die theorie willen we elk schoolonderdeel zo veel mogelijk ruimte geven haar eigen doelen en eigenschappen de ruimte te geven. De samenhang met de andere onderdelen vindt vooral in de schoolleiding plaats, maar natuurlijk zal geregeld het gesprek gaan over de te maken keuzes. Met de kleuren willen we aangeven dat we snappen welke focus eenieder heeft. (zie apart meegestuurd document)
Voorbeeld: Het groene deel is van het onderwijs. “Motivatie, leren, evaluatie, bewustwording”, dat zijn kernwoorden die hierbij passen, maar dat betekent niet dat er niet blauw (beheersbaar, planmatig, in controle) gewerkt hoeft te worden, maar de primaire focus ligt op “groen”. Op deze manier is makkelijker te zien waar de focus ligt en waar de verschillen
-
Per onderdeel (zie Koers 2022) van de school spreken we de doelen af (van algemeen tot op operationeel niveau) die we binnen de Koers willen bereiken. Deze doelen bepalen de focus en de beslissingen voor de komende jaren, welke kant we wel en niet op gaan.
-
In de organisatie (zie organisatiestructuur) onderscheiden we ín de structuur de volgende onderdelen:
78
Rembrandt College Cultuurprofielschool
o
Het onderwijs (groen)
o
De ondersteuning van leerlingen (rood)
o
De organisatie (blauw)
o
Directie/bestuurlijke context (geel)
Kleuren ontleend aan de organisatiekundetheorie van L. de Caluwé
-
Onderwijskundige teams worden gevormd door samenvoeging van een aantal secties o
De direct leidinggevende stuurt op de deskundigheid (kennis en kunde) van de collega’s en de realisatie van de visie van de school.
o
De sectievoorzitters zijn de inhoudelijk sparringpartners met de kennis van het vak en curriculum.
-
De functiemix wordt als essentieel onderdeel ingezet om de onderwijskundige kwaliteit te bewaken en continu te verbeteren (onderwijskundig vliegwiel) LB-competenties
het verzorgen van goede lessen
LC-competenties
de onderwijskundig kartrekker Vernieuwing
entameren
in
de
vorm
van
werkvormen,
experimenten, ed LD-competenties
de analytisch bewaker doen we de goede dingen goed? Op basis van moderne theorieën en aansluiting met HBO en WO bewaken van het vakcurriculum en de horizontale en diagonale aansluiting.
-
Leerlingondersteuning is een “vak apart”. Vanuit de vastgestelde basisverantwoordelijkheid volgt professionele begeleiding/ondersteuning als er “meer” nodig is. Verzuimbegeleiding, mentoraat en leerlingbegeleiders werken onder coördinatie samen aan de realisatie van zo passend mogelijk onderwijs.
-
Inzet van ICT is geen doel op zich maar ten doel van de realisatie van doelen
-
De school organiseert interne controll aangevuld met externe controll van accountant en peer review.
In een eerdere bijeenkomst hebben we getracht de netwerkgedachte en professionele ruimte duidelijk te maken door de organisatie niet in een organogram (harkje) uit te leggen maar in het kader van een “taart”. Hiermee wordt de samenhang van de focusgebieden duidelijk gemaakt.
79
Rembrandt College Cultuurprofielschool
80
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Het groene deel
Het onderwijs met: A. B. C. D. E. F. G. H. I.
De teamleider (direct-leidinggevende) De sectievoorzitter De docent LD De docent LC De docent LB De mentor (op resultaatgebied) De technisch onderwijsassistenten De medewerkers studiecentrum De decaan
Het Rembrandt College biedt leerlingen kwalitatief goed en modern onderwijs dat leerlingen de mogelijkheid biedt het reguliere onderwijs te kunnen (ver)volgen en passend bij het niveau een diploma te halen. Daarbij willen we creativiteit en cognitie verbinden en kiezen we ervoor dat leerlingen zich niet alleen verder ontwikkelen in dat waar ze al goed in zijn. We bieden verdieping, verbreding. Zo ontwikkelen de leerlingen vaardigheden en ontdekken ze eigen talenten
81
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De onderwijskundige teams zijn verantwoordelijk voor het onderwijs aan de leerlingen. Een doorlopende leerlijn op horizontaal (jaarlaag), diagonaal (doorstroom) en verticaal (schoolsoort) is een eerste prioriteit. Leerlingen ervaren een doorlopende en logische opbouw van de lesstof en de becijfering en beoordeling van verschillende opdrachten laten een voorspellende waarde zien voor resultaten in de toekomst (bij gelijkblijvende context). Binnen de vakgroepen zorgt men voor aansluiting, afstemming en evaluatie van de eigen onderwijskundige activiteiten. Er wordt bijgedragen aan het schoolplan, schoolbeleidsplan en er is aansluiting bij de financiële doelstellingen van de organisatie. De direct leidinggevende is vanuit de schoolleiding de eerste aanspreekpersoon voor alle medewerkers.
82
Rembrandt College Cultuurprofielschool
1. Taak- en rolverdeling TEAMLEIDER De direct-leidinggevende taak op het Rembrandt College blijft vooralsnog conform aanstelling per 1 augustus 2008 als taak uitgegeven onder de aanstelling van “Docent LD”. De beoordeling van de direct-leidinggevende geschiedt niet op de lesgevende competenties maar op basis van de taken en bevoegdheden zoals ze hieronder zijn weergegeven, binnen het in de bijlage aangegeven profiel. Werkzaamheden 1. Draagt zorg voor de organisatie, ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs in de toegewezen vakgroep(en) door: -
het aanbieden van een adequaat onderwijsaanbod;
-
het aanbieden van een optimaal onderwijsproces;
-
het ontwikkelen van de meerjaren onderwijsprogrammering en het formuleren van onderwijsdoelen;
-
het doorvoeren van veranderingen;
-
het toezien op de naleving van de afgesproken onderwijsmethoden en andere afspraken;
-
het bewaken van het pedagogisch didactisch klimaat binnen het team;
-
het verantwoorden van de kwaliteitszorg;
-
het verzorgen van een goede aansluiting met het toeleverende onderwijs;
-
het organiseren van goede doorstroming met de overige schoolsoorten en of het vervolgonderwijs;
-
het op basis van door analyse verkregen inzichten leveren van een bijdrage aan de afstemming en de ontwikkeling van de schoolsoorten;
-
het leveren van tussentijdse verantwoordingen.
2. Geeft leiding aan een team van medewerkers door: -
het opstellen van het teamplan;
-
het vaststellen van differentiaties in taken;
-
het toewijzen van taken aan het beschikbare personeel;
-
het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken en het nemen van beslissingen in het kader van begeleiding en coaching;
-
het nemen van beslissingen in het kader van de deskundigheidsbevordering van de docenten;
83
Rembrandt College Cultuurprofielschool
-
het aanschaffen van leermiddelen e.d. binnen een afgesproken budget;
-
het vaststellen van de lessentabel voor het team.
3. Voert overige organisatorische taken uit door: -
het vervullen van vacatures binnen het team;
-
het
deelnemen
aan
team-overstijgende
overlegvormen
waarbij
ook
inhoudelijke
afstemming van onderwijsactiviteiten aan de orde is. 4. Neemt deel aan de SL. 5. Draagt zorg voor de eigen professionalisering door: -
het actief op peil houden van de voor het beroep vereiste en gewenste bekwaamheden;
-
het zich actief op de hoogte houden van ontwikkelingen in het vakgebied en/of in het onderwijsveld;
-
het deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie en intervisie;
-
het leveren van een bijdrage bij de totstandkoming van een professionele cultuur;
-
het leveren van een actieve bijdrage aan professionele communicatie binnen de organisatie;
-
het opstellen en bijhouden van het eigen bekwaamheidsdossier.
Kennis en vaardigheden -
brede theoretische kennis van het voortgezet onderwijs;
-
kennis van de organisatie van onderwijskundige processen;
-
inzicht in de organisatie van het voortgezet onderwijs;
-
vaardig in het aansturen van professionals;
-
vaardig in het verantwoorden van resultaten.
Contacten -
met docenten over hun functioneren en resultaten om tot bijsturing te komen;
-
met collega-teamleiders over de uitvoering van het onderwijs om tot afstemming te komen over team-overstijgende aangelegenheden;
84
Rembrandt College Cultuurprofielschool
met collega-teamleiders over de uitvoering van personeelsbeleid en VO-specifieke
-
kenmerken om tot afstemming te komen; -
Met de directie / SL voor afstemming van schoolbrede eenheid van beleid, meedenken in tactisch en strategische feedback. Borging van de kwaliteit van de schoolsoorten en het persoonlijk IPB;
-
met externe partijen waar het in de ontwikkeling van de aangestuurde medewerkers van belang is.
Taakverdeling onderwijskundige teamleiders Margret Bleyendaal Secties:
Guido vd Brink Secties:
Piet Ham Secties:
-
Wiskunde
-
Aardrijkskunde
-
Nederlands
-
Natuur- Scheikunde
-
Geschiedenis
-
Frans
-
Kunst
-
Maatschappijleer
-
Duits
-
Biologie/ANW
-
Economie
-
Engels
-
LO
-
Techniek
-
Leefstijl
Algemeen Verantwoordelijk voor het geven van kwalitatief hoogwaardig onderwijs door de docenten aan de leerlingen van de drie schoolsoorten. -
In samenhang met schoolbreed beleid
·
Onderwijskundige “lijn” (TL/H/V) o
Horizontale, verticale en diagonale doorlopende leerlijn
·
Opstellen van teamplan
·
Opstellen scholingsplan voor het team
·
Formatieverdeling binnen het team
·
Roosterzaken binnen de teams
·
Personeelszaken o
Alle werkzaamheden m.b.t. aanstellen, beoordelen, coachen, begeleiden en afscheid personeel.
Langdurige ziekte i.o.m. conrector
(Dis)functioneringstraject i.o.m. rector
·
Kwaliteitsbewaking team
·
Namens de SL aanspreekpunt voor de aangenomen taken en opdrachten van de medewerkers.
85
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Specifiek verantwoordelijkheden SL op operationeel niveau Margret Bleyendaal
Guido vd Brink
-
LOB, incl decanen
-
-
I-uren
-
Mediatheek
Piet Ham -
Examens
-
* Er is nog een aantal schoolbrede zaken die nog verdeeld moeten worden onder de teamleiders en de docenten (LC/LD)
2. De sectievoorzitter:
De sectievoorzitter is de inhoudelijk sparringpartner van de teamleider. Eisen / Competenties •
Ziet toe op / draagt bij aan het ontwikkelen / beschrijven van een vakinhoudelijke (leer)lijn van klas 1 t/m 6
•
ziet toe op / draagt bij aan het professioneel samenwerken met andere sectievoorzitters en van sectieleden binnen de sectie en tussen andere secties
•
bewaakt de (vakinhoudelijke) kwaliteit van toetsing en examinering van het betreffende vak in alle jaarlagen
•
draagt, middels een sturende, initiërende rol in sectieverband, bij aan uitvoering van het schoolbeleid / onderwijskundig beleid van de school
•
adviseert over urenverdeling, benodigde faciliteiten om het vakprogramma te kunnen uitvoeren
•
adviseert over / draagt bij aan (vakinhoudelijke) expertiseontwikkeling / scholing van sectieleden, nieuwe docenten en stagiaires
•
is op de hoogte van ontwikkelingen / veranderingen in het vakgebied en gaat functionele netwerken aan ten behoeve van de vaksectie en onderhoudt deze.
•
Voor de rol van sectievoorzitter bij een vak dat eindexamenvak is, is minimaal LC vereist, LD gewenst.
Procedure •
Bij het vrijkomen van een plek van sectievoorzitter kunnen de andere sectieleden (na overleg binnen de sectie) aan het MT kenbaar maken belangstelling te hebben voor de rol van sectievoorzitter.
86
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De kandidaat / kandidaten worden vervolgens uitgenodigd voor een gesprek met een directielid en/of MT-lid.
3. Taken en rollen van de LB / LC / LD docent Werkend in een school waar kennis, het opdoen, het beleven en het bijhouden ervan, centraal staan wordt er gewerkt met vakgroepen.
Definitie: -
Een
sectie
is
een
groep
collega’s
die
gezamenlijk
vanuit
gedeelde
vakkennis
verantwoordelijk is voor de resultaten van het team. Binnen het team is taakdifferentiatie en functiedifferentiatie. Secties
worden
vanuit
werkgeverschap
aangestuurd
door
een
teamleider
die
ervoor
verantwoordelijk is dat het personeelsbeleid uitgevoerd en de strategische koers bewaakt wordt. De inhoudelijke aansturing ligt binnen de vakgroepen zelf. Hiertoe worden voor het OP de kwaliteiten en inzet vanuit de functiemix benut.
Plan
Act
Do
Check
87
Rembrandt College Cultuurprofielschool
o
Ld-docenten analyseren samen met universiteiten en hogescholen (bv stagiaires) de vakinhoud in het kader van hun portfolio.
Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan maatschappelijke aansluiting / relevantie, moderne inzichten, doorlopende leerlijn en behaalde resultaten.
o
Samen met de teamleider worden de plannen gemaakt voor onderwijskundige veranderingen en of vernieuwingen en de inzet van de collega’s.
o
Ld-docenten analyseren samen met universiteiten en hogescholen (bv. stagiaires) de vakinhoud.
o
Lc-docenten dragen de verantwoordelijkheid voor onderwijskundige vernieuwingen.
o
Eenieder voert de taken conform LB-competenties uit.
De mentor De mentor is de spil tussen het onderwijskundige proces en de ondersteuning. Zoals in “het rode deel” beschreven staat is de mentor degene die de vordering en prestaties van zijn/haar leerlingen ziet en volgt een aangeeft wanneer het tijd is om op te schalen in ondersteuning en daarmee is hij/zij de schakel tussen “groen”en “rood”.
De technisch onderwijsassistenten In de Beta-vakken wordt door de technisch onderwijsassistenten ondersteuning gegeven aan de practica. Zowel in de lessen als daarbuiten ontvangen leerlingen en docenten ondersteuning die een effectieve en efficiënte opbouw van een Beta-curriculum mogelijk maakt
De medewerkers studiecentrum De komende jaren wil de school zich ontwikkelen tot een open leergemeenschap waar leerlingen zich op veel plekken met school, leren, muziek, theater en sociaal kunnen ophouden. De school moet voor leerlingen als een tweede huis voelen, warm en vertrouwd, met de mogelijkheden zich te concentreren of het gewoon goed te hebben. Het Rembrandt College heeft een goed toegerust(e) mediatheek/ studiecentrum. Hier kunnen leerlingen met begeleiding zelfstandig aan opdrachten werken in het kader van keuzewerktijd of tijdens studieuren / tussenuren.
88
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Het rode deel
De leerling-ondersteuning met: A. B. C. D. E.
De ondersteuningscoördinator De mentor (als ondersteuner sociaal emotioneel) De leerlingbegeleider De verzuimbegeleider De pedagogen
Het Rembrandt College verleent die ondersteuning die een kind in de hoedanigheid van leerling nodig heeft om redelijkerwijs het reguliere onderwijs te kunnen (ver)volgen en passend bij het niveau een diploma te halen. Professionele ondersteuning wordt verleend door een organisatie waarin taken, bevoegdheden en doelen helder gecommuniceerd worden en voortgang in het behalen van de gecommuniceerde doelen wordt bewaakt, geëvalueerd en bijgesteld. Op het Rembrandt College hebben we een structuur ingericht rondom de ondersteuning die in de basis al deze punten borgt. Centraal punt hierin zijn de docenten. Omdat de eerste zorg het volgen van onderwijs betreft hebben de docenten hierin de eerste verantwoordelijkheid. De mentor zal de voortgang hiervan bewaken en bespreken met leerling en ouders, in overleg met de vakcollega’s. De mentoren ontvangen ondersteuning en back-up van de leerlingbegeleiders.
89
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Overleg vindt onder meer plaats in de verschillende leerlingbesprekingen (o.a. mentorenoverleg, rapportvergaderingen) die structureel in het schooljaar ingepland staan. Indien de problematiek de capaciteiten en de bevoegdheden van de mentor/ het team overschrijdt volgt
overleg
met
de
leerlingbegeleider
en
waar
nodig
een
melding
bij
de
ondersteuningscoördinator. Vanaf dat moment wordt er met een plan van aanpak gewerkt (handelen en afspraken worden vastgelegd in Magister- en in begeleidingsverslagen) zodat de probleemanalyse duidelijk kan worden weergegeven en de leerling die ondersteuning krijgt, die er toe bij zal kunnen dragen dat het probleem beheersbaar wordt of zelfs opgelost wordt. Er moet sprake zijn van een duidelijke afstemming wie, waar, hoe en wanneer verantwoordelijk is. Ouders en de leerling zelf spelen hierin een belangrijke rol. Indien de gevraagde ondersteuning de professionaliteit en achterliggende gedachte (school is er om onderwijs te bieden) overstijgt, zal dit kenbaar gemaakt worden. Deze kaders worden voor het opstarten van de ondersteuning al aan ouders duidelijk gemaakt.
Organisatiemodel ondersteuningsstructuur:
Naast het organisatiemodel is de werkwijze ook sterk ingekaderd. Dit is om te allen tijde in het ondersteuningsproces duidelijk te kunnen maken waar we staan en wie welke taak heeft. Een duidelijke vernieuwing in dit traject is de afspraak in tijd. Voor elke fase is een bepaalde tijd (max. 6 weken vanaf de "start"/ intake)) afgesproken waarbinnen resultaten behaald kunnen/moeten worden.
90
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De schijf van 4
N.B. In iedere fase kan door de OC naar extern verwezen worden (crisisinterventie)
De schijf van 4 is een eenvoudige manier om vast te stellen welke ondersteuning de school levert en waar de leerling zich in de intensiteit van de begeleiding op dat moment bevindt. Het is dus geen schema waarin de weg naar onderwijs buiten de school in engste zin van het woord aangegeven wordt, maar een duiding op welke manier de zorg geleverd wordt en wie volgens welke werkwijze verantwoordelijk is. De school zal er altijd naar streven om de ondersteuning te af te ronden. De school erkent dat er een groep leerlingen is die altijd een bepaalde mate/intensiteit van ondersteuning en begeleiding nodig zullen hebben om een diploma te behalen. Fase 1: algemeen pedagogisch handwerk (mentor bewaakt) Het Rembrandt College verwacht van haar medewerkers dat ze met de meeste zaken zelf, vanuit professioneel handelen, om kunnen gaan en adequaat op kunnen treden. Ondersteuning die leerlingen op persoonlijk en of didactisch niveau nodig hebben kunnen in de meeste gevallen tussen de medewerker en de leerling worden opgepakt. 91
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Fase 2: Teamafspraken, gezamenlijke aanpak (mentor bewaakt) Bij algemeen erkende ondersteuningsbehoefte van een leerling kunnen afspraken worden gemaakt binnen de groep vakcollega’s hoe hiermee om te gaan. Eventueel is ondersteuning van een leerlingbegeleider of de docent noodzakelijk. Fase 3: Intensieve interne ondersteuning (ondersteuningscoördinator bewaakt) Indien een leerling aanwijsbaar gebaat is bij specialistische individuele ondersteuning is dit in overleg met de ondersteuningscoördinator af te spreken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de ondersteuning door de pedagoog, de ambulant begeleider, de schoolmaatschappelijk werker ed. De ondersteuning wordt geboden op basis van een plan van aanpak en geëvalueerd. Afspraken worden met de ouders gecommuniceerd. In deze fase zal meestal de leerlingbegeleider een belangrijke uitvoerende rol hebben. Fase 4: Intensieve externe ondersteuning (ondersteuningscoördinator bewaakt) Indien een leerling aanwijsbaar gebaat is bij specialistische individuele ondersteuning die niet binnen de school voorhanden is, is dit in overleg met de ondersteuningscoördinator af te spreken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een plaatsing op een de reboundvoorziening (Overstag e.d.) of een cluster 2,3 of 4 school. De ondersteuning wordt geboden op basis van een plan van aanpak en geëvalueerd. Afspraken worden met de ouders gecommuniceerd.
92
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Leerling
Ondersteuningsvraag
Pedagogisch Didactisch
Sociaal Emotioneel
Verzuim
Vakdocent
Mentor
Verzuimbegeleider Lokaal 000
Fase 1 en Fase 2
Leerlingbegeleider
Conrector
Ondersteuningcoördinator
Fase 3
Intern: pedagoog SMW AB
Fase 4
Ketenpartners: ZAT Bovenschoolse voorzieningen
Organisatieschema Ondersteuningsdeel -
93
Voor uitleg van afkortingen en inhoud van de werkzaamheden zie blz. 11 t/m 16 -
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Ondersteuningscoördinator
De ondersteuningscoördinator is degene die namens de directie de professionele ondersteuning van leerlingen bewaakt. In Fase 1 en 2 is hij/zij aanwezig op de achtergrond. Dient als sparringspartner en bewaker van de afgesproken protocollen en beleid. In Fase 3 dient de OC-er de afgesproken aanpak te accorderen en afstemming te bewaken, dit laatste gebeurt in het zgn. casusoverleg. In Fase 4 is de OC-er de aangewezen persoon om het geheel te bewaken.
De ondersteuningscoördinator is tevens de Anti-pest coördinator. Is het aanspreekpunt voor leerlingen en ouders én verantwoordelijk voor het coördineren van het anti-pestbeleid. Werkzaamheden 1. Het vormgeven en inrichten van een optimale leerlingondersteuning door: •
het
voorzitten
en
aansturen
van
het
ondersteuningsoverleg
(leerlingbegeleiders,
pedagogen en ondersteuningscoördinator); •
het voorzitten en aansturen van het ZAT (met externe partners)
•
het bewaken van de verantwoordelijkheden i.h.k.v. de opstelling en uitvoering het ondersteuningsplan;
•
het optimaliseren en controleren van het gebruik van het aanwezige leerlingvolgsysteem;
•
het optimaliseren en controleren van individuele plannen van aanpak (IPA);
•
de opzet en uitvoering van nieuwe plannen en handelingsdocumenten;
•
het optimaliseren van een planmatige manier van werken;
•
het opzetten en coördineren dan wel uitvoeren van counseltrajecten;
•
het (mede)signaleren van de behoefte/noodzaak en het uitvoeren van specifieke begeleidingstrajecten;
•
de advisering en het uitvoeren van procedures rond eventuele schorsingen en verwijderingen van leerlingen;
•
het ondersteunen van collegae op de diverse aspecten van het professionele functioneren op het gebied van interactie met leerlingen en de pedagogische omgang;
94
Rembrandt College Cultuurprofielschool
•
het (mede)bewaken van het pedagogisch klimaat binnen de school;
•
overleg en inhoudelijke aansturing van de verzuimbegeleider;
•
het voorbereiden en uitvoeren van alle formele handelingen, communicatie en correspondentie t.b.v. die instanties, waarmee door de school in het kader van het totale begeleidingstraject contact moet worden onderhouden (bv: LPA, rijksinspectie, CJG, Veilig thuis, Save, Politie, GGD, clusterscholen, ambulant begeleider e.d.)
•
het zorgen voor een optimale afstemming tussen hulpverlening binnen en buiten de school;
•
het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het lidmaatschap van de school van de “Permanente Commissie Leerlingondersteuning” (PCL);
• 2.
Het deelnemen aan werkgroepen op gemeentelijk niveau de zorg op het VO betreffende; Coördineert
en
verzorgt
het
intakeproces/aannamebeleid
van
leerlingen
met
een
ondersteuningsvraag door: •
het coördineren en uitvoeren van de formele toelatingsprocedure (conform het protocol van de Regionale Verwijzingscommissie);
•
het analyseren van hulpvragen, problemen en klachten bij de intake van leerlingen en op grond van
bevindingen mede oplossen van gerezen problemen of besluiten tot
verwijzing naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties; •
het adviseren van leerlingen en hun ouders/verzorgers bij heroriëntatie van deze leerlingen inzake andere onderwijsmogelijkheden.
3.
geeft
in-
en
externe
voorlichting
(zowel
individueel
gericht
als
collectief)
over
aangelegenheden die samenhangen met Passend Onderwijs en andere relevante wet- en regelgeving; •
het overdragen van informatie aan ouders/verzorgers en de toeleverende scholen aangaande de toelatingseisen, procedures, regelingen, financiën, toekomstperspectief etc.;
4. Neemt deel aan het schoolleidingoverleg t.b.v. voortgangsbewaking, uitwisseling ervaringen met aangenomen taken en totstandkoming ondersteuningsbeleid. 5. Stuurt, in voorkomende gevallen, onderwijsondersteunend personeel aan.
95
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden •
de ondersteuningscoördinator legt verantwoording af aan de directie over de kwaliteit van de uitvoering van de leerlingondersteuning en de bijdragen aan de ontwikkeling en vernieuwing van de leerlingondersteuning;
•
de ondersteuningscoördinator verricht werkzaamheden binnen de onderwijswet en binnen gemaakte resultaatafspraken;
•
de ondersteuningscoördinator neemt beslissingen bij de inrichting en uitvoering van de leerlingondersteuning en bij het afstemmen van hulpvragen op de gewenste hulpverlening en over de inhoud van de adviezen over welzijnsaspecten.
De mentor (als ondersteuner sociaal emotioneel) Leerlingbegeleiding vindt 'door de hele school heen' plaats. Op het Rembrandt College zijn in principe alle docenten mentor. De rol van de mentor ligt in de eerste lijn van de ondersteuning. Een 'eerstelijns-mentor' heeft formeel de spilfunctie in de leerlingbegeleiding en - ondersteuning. Op het Rembrandt College wordt de rol en taak van de mentor als volgt beschreven: Mentoren begeleiden leerlingen op het gebied van studievoortgang, veiligheid, sociaal-emotionele ontwikkeling en welbevinden op school. Voor ouders en vakcollega's is de mentor het eerste aanspreekpunt. De mentor kan zich, indien nodig en wenselijk, gestructureerd laten ondersteunen door specialisten in de school.
Werkzaamheden De mentor: • is het eerste aanspreekpunt voor zijn mentorleerlingen en staat 'wat er op school ook gebeurt' voor hem klaar; • is iemand die wil weten wie de leerling is, wat hij wil en wat hij kan; • heeft breed zicht hebt op het functioneren en het welbevinden van zijn mentorleerlingen binnen de school; • voert gesprekken met mentorleerlingen, verzamelt informatie over hun studieresultaten en houdt hun sociaal-emotioneel welbevinden in de gaten;
96
Rembrandt College Cultuurprofielschool
• heeft een beeld van de mogelijkheden en belemmeringen die de schoolloopbaan van je mentorleerling beïnvloeden; • beheerst in ieder geval de drie basiscompetenties: gespreksvoering, bijdrage aan positieve groepsvorming en het kunnen omgaan met verschillen.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden De mentor: • is het eerste aanspreekpunt voor ouders. De mentor bewaakt de geboden ondersteuning en relateert dit aan de studieresultaten en het welzijn van de leerling; • voert overleg met alle betrokkenen: de leerling, de ouders/verzorgers, collega-docenten, de leerlingbegeleider en indien relevant de pedagogen; • neemt deel aan het mentorenoverleg om bij te dragen aan teambrede afspraken; • voert gesprekken met de docenten van zijn mentorleerling om de combinatie van resultaten en het welzijn van zijn mentorleerlingen in zicht te brengen en aan doelgerichte verbetering te werken; • in bijzondere gevallen kan de mentor op hulp rekenen van deskundigen binnen de school (denk hierbij aan bijvoorbeeld de decaan, de pedagogen, de dyslexiecoördinator, etc.). Om deze extra hulp in te schakelen, is de leerlingbegeleider degene die meedenkt of (en welke) extra ondersteuning nodig is. De leerlingbegeleider kan desgewenst deze extra ondersteuning inzetten via de ondersteuningscoördinator.
97
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Leerlingbegeleider De leerlingbegeleider is uitvoerend interne ondersteuningsverlener voor leerlingen met een teambrede ondersteuningsvraag of kwesties die verband houden met het niet- volgen van lessen door leerlingen, draagt zorg voor de uitvoering van de afgesproken ondersteuningsplannen en is mentor-overstijgend aanspreekpersoon voor ouders en leerlingen. Tevens dient hij/zij als sparringpartner voor de mentor en leefstijldocent. Werkzaamheden •
het voeren van gesprekken met leerlingen over hun zorgen/problemen;
•
het voeren van gesprekken met leerlingen, ouders en mentoren over de uitvoering en evaluatie van Plan van aanpak;
•
het "beoordelen" van de problemen bij de leerling en het uitvoeren van een plan van aanpak (gemaakt door de OC);
•
het geven van praktische ondersteuning aan leerlingen t.b.v. de verdere ontwikkeling van sociale vaardigheden;
•
het "bespreken van oorzaken van veelvuldig verzuim" samen met de mentor (regisseur) over de vraag: "Is n.a.v. van het verzuim behoefte aan ondersteuning?";
•
het coördineren van teambrede ondersteuning van leerlingen die door ziekte (een deel van) de lessen niet kan volgen;
•
nemen van passende maatregelen die ongewenst gedrag ontmoedigen;
•
het aanspreken en zo nodig sanctioneren van leerlingen met ongewenst gedrag i.o.m. mentor;
•
organiseren van het mentoroverleg.
Mentoren-begeleiding (sociaal - emotionele deel) •
het mentor-overleg voorbereiden en voorzitten;
•
begeleiden, stimuleren en activeren van mentoren;
•
Informatieverschaffing aan leerlingen, ouders en mentoren waar gewenst;
•
het voeren van gesprekken met mentoren en docenten om te komen tot teambrede afspraken;
•
het voeren van gesprekken met mentoren en docenten om de combinatie van resultaten en het welzijn van de leerling in zicht te brengen en aan doelgerichte verbetering te werken.
98
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Leerlingbegeleiders: 1. Leerlingbegeleider Brugklas 1 TL/H en TL 2 2. Leerlingbegeleider TL 3 en TL 4 3. Leerlingbegeleider Brugklas 1 H/V, V1, Brugklas 2 H/V, V2 4. Leerlingbegeleider H3, H4, V3, V4 5. Leerlingbegeleider H5, V5 en V6
Ondersteuningsoverleg •
Het inbrengen van leerlingen met een concrete hulpvraag;
•
Meedenken over het opstellen van een strategie;
•
Verslaglegging in Magister.
Functionele communicatie met Collega leerlingbegeleiders, leerlingen en hun ouders, mentoren, pedagogen, ondersteuningscoördinator, AB-er, SMW, conrector.
99
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Verzuimbegeleider De verzuimbegeleider begeleidt leerlingen en kwesties die verband houden met het nietvolgen van lessen door leerlingen, en is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen in de school
Werkzaamheden 1. Registreert en bewaakt dat leerlingen op tijd op school zijn én in de lessen, en de lessen volgen zoals afgesproken in het rooster. Handelt conform afgesproken werkwijze de meldingen af. 2. Begeleidt leerlingen en kwesties die verband houden met het niet-volgen van lessen door leerlingen zoals: •
het voeren van gesprekken met leerlingen over de "oorzaak" van het verzuim (basaal niveau);
•
het beoordelen van de problemen bij de leerling en waar nodig doorgeven aan en mentor en evt. ondersteuningscoördinator (rechtstreeks bij crisis);
•
het geven van praktische tips aan leerlingen t.b.v. de verdere ontwikkeling van sociale vaardigheden;
•
het controleren van absentmeldingen van leerlingen door docenten bij leerlingen, ouders/verzorgers;
•
het constateren van spijbelen door leerlingen, het aanspreken op dit gedrag, waar nodig bespreken met mentor/leerlingbegeleider en ouders/verzorgers en (doen) opleggen van sancties;
•
het registreren van ziek- en betermeldingen en waar nodig controleren via en/of bespreken met ouders en/of leerling;
•
het behandelen van ziekmelding van leerlingen tijdens lessen, waarschuwen ouders/verzorgers, regelen van begeleiding naar huis, arts, ziekenhuis;
•
het opvangen van uit de les verwijderde leerlingen;
•
bespreken met de leerling van de situatie (gele kaart), terugsturen naar de vakdocent die de gele kaart heeft gegeven, en waar nodig bespreken met leerlingbegeleider t.b.v. het nemen van maatregelen (begeleiding, sancties, etc.);
100
•
het bijhouden van de voortgang van leerlingen en de gemaakte afspraken in een dossier;
•
het toelaten, ontvangen en doorverwijzen van leerlingen;
Rembrandt College Cultuurprofielschool
•
het houden van toezicht op de naleving van (huis)regels door gebruikers van gebouwen en terreinen (o.a. aanspreken van personen bij niet naleven van regels en voorschriften of niet opvolgen van gegeven aanwijzingen, het oplossen door ingrijpen c.q. het melden probleem- en conflictsituaties bij de directie);
•
het inroepen van externe dienstverleners t.b.v. noodgevallen.
Bevoegdheden Beslist over/bij: •
het opvangen en oproepen van leerlingen die te laat komen en of afwezig waren, bespreken van oorzaken, waar nodig opleggen van sancties en toezien op uitvoering van de sanctie;
•
de aard van de aanpak van leerlingen die verwijderd zijn, te laat komen of zich ziek melden.
Kader: Werkafspraken (o.a. moment en wijze van opnemen contact met ouders/verzorgers, regels (o.a. omgang met (zorg)leerlingen) en voorschriften (sancties));
Verantwoording: Aan de toegewezen leidinggevende over de uitvoering van de werkzaamheden op naleving van afspraken en voorschriften.
101
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Pedagoog Het eerste aanspreekpunt voor leerlingen met sociaal-emotionele problematiek is de mentor. Zodra de hulpvraag van de leerling de kennis en expertise van de mentor overstijgt, kan de mentor een beroep doen op de leerlingbegeleider. Indien zij samen inschatten dat er méér hulp nodig is dan zij samen kunnen bieden, kunnen zij de leerling aanmelden bij de ondersteuningscoördinator. Om een goede inschatting te kunnen maken van de hulpvraag, dient de mentor samen met de leerling het intakeformulier in te vullen dat op It's Learning staat. De ondersteuningscoördinator kan op grond van het intakeformulier besluiten de leerling aan te melden bij één van de schoolpedagogen. Uitgangspunten Bij het werk als pedagoog worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
Volgens de wet op de jeugdhulpverlening hebben jongeren het recht om in vertrouwen met iemand te praten.
•
De schoolpedagogen zijn gehouden aan hun beroepsgeheim maar ouders moeten indien mogelijk bij hulpverlening betrokken worden (zie volgend punt).
•
Er mogen maximaal drie gesprekken plaatsvinden zonder dat de ouders daarvan op de hoogte zijn. Als de leerling besluit dat ouder(s)/verzorgers niet bij de hulpverlening betrokken mogen worden, worden de gesprekken afgesloten.
•
Indien de pedagogen of de ondersteuningscoördinator op basis van zijn/haar professionaliteit inschat dat de leerling een gevaar voor zichzelf of anderen is, zullen ouder(s)/verzorgers altijd direct op de hoogte worden gesteld en wordt er verwezen naar externe hulpverlening.
•
De directie wordt in vertrouwen op de hoogte gesteld in geval van ernstige situaties (incest, seksuele intimidatie, suïcidale gedachten, huiselijk geweld, uithuisplaatsing, drugsgebruik, wapengebruik etc.).
•
De begeleiding van de pedagogen is kortdurend. Het uitgangspunt is dat de ondersteuningsvraag van de leerling in drie gesprekken moet kunnen worden beantwoord. Indien de vraag groter of zwaarder is, wordt doorverwezen naar externe hulpverlening.
102
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Werkzaamheden Alle onderstaande werkzaamheden vinden plaats na doorverwijzing van een leerling door de ondersteuningscoördinator. •
Het analyseren van hulpvragen, problemen en klachten bij de intake van door de ondersteuningscoördinator toegewezen leerlingen.
•
Het kortdurend en oplossingsgericht voeren van gesprekken met leerlingen over hun zorgen/problemen. o
Het beoordelen van deze problemen;
o
Het in overleg met de leerling opstellen en (laten) uitvoeren van een plan rondom de ondersteuning;
o
Indien noodzakelijk in overleg met ouders en leerling doorverwijzen naar externe hulpverlening.
o
Indien relevant: ondersteuningscoördinator betrekken voor contacten met ZAT-partners.
•
Het betrekken van ouders en het inschakelen van mentoren bij het uitvoeren van de ondersteuning.
•
Het geven van specialistische ondersteuning aan leerlingen t.b.v. de verdere ontwikkeling van sociale vaardigheden. Deze ondersteuning kan zowel gericht zijn op het individu als in groepsverband (bijvoorbeeld het verzorgen van een faalangstreductietraining of examenvreestraining).
•
Informatieverschaffing aan leerlingen, ouders en mentoren waar gewenst.
•
Neemt deel van het ondersteuningsteam, het ZAT en het casus-overleg.
•
Legt verslag in het leerlingvolgsysteem (Magister) conform de regels van de vigerende privacywetgeving.
•
Het (mede)signaleren van de behoefte/noodzaak en het uitvoeren van specifieke begeleidingstrajecten binnen (docenten)teams of klassen.
•
Het ondersteunen van collega's op de diverse aspecten van het professionele functioneren op het gebied van interactie met leerlingen en de pedagogische omgang.
• Het (mede)bewaken van het pedagogisch klimaat binnen de school. • Begeleiden, stimuleren en activeren van mentoren.
103
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden •
De pedagoog is uitvoerend interne ondersteuningsverlener voor leerlingen met een complexe ondersteuningsvraag. Tevens dient hij/zij als sparringpartner voor de ondersteuningscoördinator.
•
De pedagogen leggen inhoudelijk verantwoording af aan de ondersteuningscoördinator over de kwaliteit van de uitvoering van de leerlingondersteuning. De conrector is de hiërarchisch eindverantwoordelijke voor de pedagogen.
•
De pedagoog verricht werkzaamheden binnen de onderwijswet en binnen gemaakte resultaatafspraken. Zij zijn eveneens gehouden aan de wet op jeugdhulpverlening en privacy.
Functionele communicatie met: Leerlingen en hun ouders (en eventueel aan het gezin verbonden hulpverleners), mentoren, leerlingbegeleiders, collega-pedagoog, ondersteuningscoördinator, conrector, schoolmaatschappelijk werk, ambulante begeleiders, medewerkers CJG.
104
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Het blauwe deel
De bedrijfsmatige ondersteuning met: A. B. C. D. E. F. G. H.
Het hoofd Financiële administratie /Intern controller (FA/IC) De facilitair leidinggevende De (financiële) administratie ICT De receptie De conciërgerie De roostermakers De catering
Het blauwe deel van het Rembrandt College faciliteert die ondersteuning die de school als organisatie nodig heeft om redelijkerwijs de visie te realiseren. Te organiseren en te voldoen aan wet- en regelgeving m.b.t. onderwijs, werkgeverschap, vastgoed enz.
Het Rembrandt college is naast een onderwijskundige organisatie ook een eindverantwoordelijk werkgever in de publieke sector. Ruim 100 medewerkers verrichten binnen een bestuursrechtelijke aanstelling werk op en rond de school. Daarnaast is de school opdrachtgever voor tal van activiteiten op het gebied van ICT, vastgoed, leermiddelen.
105
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Al deze processen vallen onder vigerende wetgeving en vereisen vaak specifieke kennis en vaardigheden. Ouders, leerlingen en de maatschappelijke context stellen eisen aan de school die ze ook aan andere publiekrechtelijke organisaties stellen. Daarnaast stelt het onderwijs, haar medewerkers en de ondersteuning aan leerlingen eisen aan de organisatie die zo effectief en efficiënt mogelijk dienen te worden gerealiseerd. Hierbij zijn de financiële middelen beperkt.
Rector
Staf € / IC DLG Facilitair
Vakgroep OOP Catering ICT Roostermaker Conciergerie
Onder directe aansturing van de rector geven het hoofd FA/IC en de facilitair leidinggevende leiding geven aan het operationele proces van de organisatie, daarnaast leveren zij op tactisch niveau een bijdrage aan de gehele organisatie en zijn zij sparringpartner van de rector op strategisch niveau binnen de eigen taakomschrijving. Daarnaast heeft de Intern Controller een onafhankelijke positie naar het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad i.h.k.v. Governance en controll.
106
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De komende jaren wil de school zich ontwikkelen tot een open leergemeenschap waar leerlingen zich op veel plekken met school, leren, muziek, theater of gewoon sociaal kunnen ophouden. De school moet voor leerlingen als een tweede huis voelen, warm en vertrouwd, met de mogelijkheden zich te concentreren of het gewoon goed te hebben.
Het hoofd Financiële administratie / Intern Controller 1. Ontwikkelt beleidsvoorstellen op financieel-economisch- en administratief gebied door: -
het geven van (beleids-)adviezen op het financieel-economisch en administratief terrein alsmede op het gebied van de randvoorwaarden;
-
het toetsen van beleidsvoornemens op hun financieel-economische consequenties en het aandragen van alternatieven;
-
het coördineren bij de verzameling en op basis van analyse van financiële gegevens adviseren ten behoeve van de (beleids-)advisering en evaluatie;
-
het ondersteunen van de schoolleiding in financieel-economische aangelegenheden in externe contacten;
-
het creëren van randvoorwaarden voor het opzetten en onderhouden van een (meerjaren)investeringsplan.
2. Draagt zorg voor de planning en control door: -
het belast zijn met en verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding van de jaarlijkse (ontwerp)begroting, de meerjarenbegroting, de begrotingswijziging, de jaarrekening en tussentijdse rapportages;
-
het geven van richtlijnen en ondersteuning aan de directie bij de opstelling van de begroting, meerjarenraming en jaarrekening en het beoordelen van de voorstellen;
·
het (doen) verstrekken van tussentijdse (management)informatie;
·
het belast zijn met en verantwoordelijk zijn voor het voeren van een juiste financiële administratie;
-
het beheersen (controlling) van de doelen en financiële activiteiten binnen de school door onder andere het weergeven van effectieve rapportages gebaseerd op analyses;
·
het zorg dragen dat de school over voldoende liquide middelen beschikt om aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen.
3. Is belast met de inrichting van de administratieve organisatie en interne controle door:
107
Rembrandt College Cultuurprofielschool
·
het inrichten van de eigen administratieve organisatie;
·
het inrichten en vormgeven van de geautomatiseerde informatiesystemen op financieel en administratief gebied;
·
het optimaliseren en bewaken van de administratieve organisatie/interne controle;
·
het
signaleren,
optimaliseren
en
implementeren
van
procesverbeteringen
en
controleprocessen. 4.
Draagt
zorg
voor
informatiesystemen
met
de
ontwikkeling
betrekking
tot
van
en
afstemming
financieel-economische
met en
(geautomatiseerde)
school-administratieve
aangelegenheden door: ·
het
volgen van
ontwikkelingen
op
met
name
financieel-economisch
gebied
en
leerlingenadministratie en het adviseren met betrekking tot het aanpassen c.q. vernieuwen van de administratieve organisatie; ·
het desgewenst opzetten van een implementatieplan;
·
het ontwerpen en onderhouden van een systeem voor het genereren van statistische informatie en kengetallen ten behoeve van de beleidsvoering;
·
het adviseren van de rector over de aanschaf en inrichting van de geautomatiseerde systemen.
5. Geeft leiding aan de medewerkers van de afdeling door: ·
het opstellen van de planning van de afdeling, deze bewaken en het aangeven van prioriteiten;
·
het zorg dragen voor verdeling, voortgang en kwaliteit van werkzaamheden;
·
het begeleiden van medewerkers bij hun werkzaamheden;
·
het begeleiden van medewerkers bij hun persoonlijke ontwikkeling;
·
het uitvoeren van de personeelszorg (o.a. functioneringsgesprekken).
De (financiële) administratie Ondersteunt
binnen
de
huidige
taakomschrijvingen
de
onderwijsorganisatie.
Financiële,
personeels- en leerlingadministratie. Zorgt voor de inning en verwerking van de ouderbijdrage(n).
108
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De teamleider facilitaire dienst Ondersteunt
binnen
de
huidige
taakomschrijvingen
de
onderwijsorganisatie.
Financiële,
personeels- en leerlingadministratie. Draagt zorg voor de inning en verwerking van de ouderbijdrage(n) 1. Adviseert de rector op het gebied van huisvesting, beheer en onderhoud door: -
het, mede op basis van door analyse verkregen inzicht, ontwikkelen van plannen met betrekking tot nieuwbouw, verbouw en uitbreiding van gebouwen en de (technische) inrichting ervan;
-
het beoordelen van door de gebruikers ingediende vernieuwings- of vervangingsaanvragen op technische haalbaarheid, doelmatigheid en wenselijkheid alsmede op de budgettaire gevolgen
ervan
en
het
in
dat
kader
onderhandelen
met
aannemers
en
onderhoudsbedrijven en het doen van voorstellen aan de rector. 2. Coördineert en verricht werkzaamheden op het gebied van huisvesting, beheer en onderhoud door: -
het houden van toezicht op de voortgang en kwaliteit van lopende onderhouds- en huisvestingsprojecten;
-
het voeren van overleg en het maken van afspraken met leveranciers, fabrikanten, bedrijven en gebruikers van de gebouwen en terreinen over geleverde of gewenste goederen of diensten;
-
het, binnen de door de directie gestelde kaders en budgetten, inkopen van materialen
-
(kantoorbehoeften,
werkplekinrichtingen
en
schoonmaakartikelen)
en
diensten
(servicecontracten, catering, schoonmaakcontracten, etc.); -
het opstellen van een jaarlijks onderhoudsplan afgeleid van het meerjarenonderhoudsplan (MOP) en het, na goedkeuring door de directie, zorgdragen voor de uitvoering ervan;
-
het zorgdragen voor de uitvoering van Arbo-taken en de beveiliging en bewaking van de school en het in dat kader onderhouden van contacten met de Arbo-dienst, politie en brandweer.
3. Geeft leiding aan de facilitaire dienst door:
109
-
het verdelen van de werkzaamheden over de medewerkers;
-
het toezien op een goede uitvoering van de werkzaamheden;
-
het opstellen van draaiboeken en protocollen voor de verschillende werkzaamheden; Rembrandt College Cultuurprofielschool
-
het beheren van het budget van de facilitaire dienst;
-
het uitvoeren van de personeelszorg (o.a. functioneringsgesprekken).
4. Draagt zorg voor de eigen professionalisering door: -
het actief op peil houden van de voor het beroep vereiste en gewenste bekwaamheden;
-
het zich actief op de hoogte houden van ontwikkelingen in het vakgebied en/of in het onderwijsveld;
-
het deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie en intervisie;
-
het leveren van een bijdrage bij de totstandkoming van een professionele cultuur;
-
het leveren van een actieve bijdrage aan professionele communicatie binnen de organisatie;
-
het opstellen en bijhouden van het eigen bekwaamheidsdossier.
ICT De komende jaren zal een veranderende vraag worden gesteld aan de ICT ondersteuning op school. Systeem, netwerk, hard- en software zulllen steeds meer in elkaar overlopen en naar verwachting een nadrukkelijkere rol krijgen in het onderwijsproces. Op vraag vanuit het onderwijs moet in nauw overleg met alle betrokkenen gekeken worden op welke manier we de wensen kunnen faciliteren. Een integrale aanpak met financiën en vastgoed is hier van belang. De receptie De receptie is het visitekaartje van de school die wil dat mensen zich welkom voelen. Voor medewerkers en bezoek het eerste aanspreekpunt en gelijk de eerste filter de organisatie in. Wie is er in de school en waar kan de informatie gevonden dan wel gegeven worden. Vriendelijk, dienstverlenend en georganiseerd. De conciërgerie De eerstelijns ondersteuning van het onderwijsproces op facilitair gebied. Dé plek die erop gericht is de benodigheden voor alle (onderwijs)activiteiten in goede banen te leiden. De lokalen, de
110
Rembrandt College Cultuurprofielschool
gangen, de aula en het terrein, repro en veiligheid. De drive is er om alles tip-top op orde te hebben en te houden. Belangrijk pedagogisch deel van de functie is het aandeel binnen de leergemeenschap die de school wil zijn. De roostermakers Eén van de belangrijkste organisatiedelen van de school. Een stabiel rooster dat recht doet aan de wettelijke verplichtingen van de onderwijstijd. De afspraken binnen de lessentabel en de wensen van het onderwijs en waar mogelijk van de collega’s. Ruim 1200 leerlingen en 120 medewerkers samen inroosteren is een vak apart, maar dient in samenhang met eenieder te worden uitgevoerd. Kwaliteiten als “puzzelen” en communicatie zijn essentieel De catering Een gezonde maaltijd waar gewenst voor iedereen. Een kop koffie voor onszelf en onze gasten. Gevulde automaten die voldoen aan de wensen van een gezonde school en die vooral laten smaken naar meer, vers en gezond.
111
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Het gele deel
De directie , het (gemandateerd) bestuurlijk overleg: A. de rector B. de conrector C. directiesecretaresse (ondersteuning van de directie)
Het gele deel is verantwoordelijk voor de strategische positie van de school binnen de regio, de realisatie van de missie en de visie. Hiertoe wordt aansluiting gezocht bij regionale partners en deelgenomen
aan
bestuurlijke
samenwerkingsverbanden.
Daarnaast
ligt
hier
de
eindverantwoordelijkheid voor de instelling en de wettelijke taken en bevoegdheden, tevens de afstemming met het bevoegd gezag
Het Rembrandt collega verzorgt onderwijs voor ruim 1200 leerlingen op basis van de WVO . Ook is ze als organisatie een eindverantwoordelijk werkgever in de publieke sector. De medewerkers verrichten binnen een bestuursrechtelijke aanstelling werk op en rond de school. Daarnaast is de school opdrachtgever voor tal van activiteiten op het gebied van ICT, vastgoed, leermiddelen. De rector en de conrector zorgen ervoor dat de wettelijke taken worden uitgevoerd binnen de maatschappelijke context van het Voortgezet onderwijs en de cao-Vo.
112
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Namens de school wordt deelgenomen aan verschillende Samenwerkingsverbanden waarvan enkele wettelijk geregeld zijn. In alle overleggen staat de positie van het Rembrandt College als school die creativiteit en cognitie samenbrengt centraal. Binnen de school dragen de rector en conrector ieder binnen de eigen taken van strategisch en tactisch leidinggeven zorg voor de samenhang op onderwijskundig, organisatorisch en financieel gebied.
113
Rembrandt College Cultuurprofielschool
De rector De rector heeft ruime taken en bevoegdheden gemandateerd gekregen van het bevoegd gezag/bestuur die zijn vastgelegd in een directiestatuut en/of bestuursreglement. Het bevoegd gezag/bestuur staat op afstand en beperkt zich tot het geven van goedkeuring (controle achteraf) aan het, door de rector in samenspraak met de conrector, ontwikkelde strategische beleid. Het bevoegd gezag/bestuur is toezichthoudend zoals bedoeld in de WVO.
De rector en de conrector centrale directie leggen verantwoording af aan het bevoegd gezag.
De rector is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van strategische doelen en neemt beslissingen die gericht zijn op de door het bevoegd gezag vast te stellen en/of te realiseren strategische doelstellingen. Het effect van deze beslissingen is pas op langere termijn in te schatten. Het bevoegd gezag beperkt zich tot het aangeven van richtinggevende concepten en controleert de mate waarin de strategische doelstellingen zijn gerealiseerd.
De rector geeft leiding en sturing aan de onderwijs- en ondersteunend processen binnen de school/onderwijsinstelling, is verantwoordelijk voor de advisering aan het bevoegd gezag over de ontwikkeling van de strategie en de te nemen strategische beslissingen waarvan het op
langere
termijn
is
in
te
schatten,
draagt
zorg
voor
de
effect
bedrijfsvoering
op
pas de
school/onderwijsinstelling, profileert de school/onderwijsinstelling, coördineert de dagelijkse gang van zaken en het beheer van de school/onderwijsinstelling en geeft leiding aan overige leden van de directie, de schoolleiding en ondersteunende (staf)medewerkers
De conrector De conrector legt verantwoording af aan de rector. De conrector draagt, als portefeuillehouder, mede zorg voor het aansturen van de brede scholengemeenschap 114
op
een
aantal
toegewezen
aandachtsgebieden,
(waaronder
Rembrandt College Cultuurprofielschool
leerlingondersteuning, instroom en doorstroom van leerlingen, PR, voorlichting en/of marketing en het cultuurprofiel), is mede verantwoordelijk voor de (beleids-)advisering over de ontwikkeling van de strategie en de te nemen strategische beslissingen waarvan het effect pas op langere termijn is in te schatten, profileert de scholengemeenschap en geeft direct leiding aan, de teamleiders en de ondersteuningscoördinator en de verzuimbegeleider.
De portefeuille- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de leden van de directie ligt vast in het directiereglement. Besluiten worden genomen binnen de kaders van het directiestatuut/bestuursreglement van het Rembrandt College.
In 2013 is er een besturingsfilosofie geïntroduceerd bestaande uit een aantal kernbegrippen. De “Koers 2022” voegt er nog een vierde aan toe. De hoofdlijn van de besturingsfilosofie van het RCV is uitgewerkt aan de hand van vier kernbegrippen: 1) Gedeeld leiderschap 2) Kaderstellend management 3) Integraal management 4) Resultaatverantwoordelijk management. Uitgangspunt voor de besturingsfilosofie is dat bij de inrichting van de organisatie taken en bevoegdheden daar worden gelegd waar optimaal invloed kan worden uitgeoefend op het uitvoeringsproces en op het resultaat daarvan.
Gedeeld leiderschap is een theorie. Een organisatie-filosofie opgebouwd vanuit het werk van een aantal toonaangevende wetenschappers (Weggeman, Kessels, Mintzberg et all). Het Rembrandt College wil deze theorie in de praktijk brengen. Leiderschap gunnen op basis van kennis, kwaliteit expertise en vaardigheid. Werken vanuit het vertrouwen dat een professional zijn werk liever goed doet dan fout en vanuit de expertise voor het vak, het leiderschap van een deel van de doelstellingen, resultaten en verantwoordelijkheid van de organisatie op zich kan nemen. Het principe van kaderstellend management houdt in dat een hoger niveau in de organisatie kaders vaststelt voor lagere niveaus. Deze kaders dienen zo te zijn geformuleerd dat de uitvoerenden voldoende professionele ruimte ervaren om de uitwerking en implementatie op een professionele manier ter hand te kunnen nemen. 115
Rembrandt College Cultuurprofielschool
Het werken op basis van integraal management vindt in beginsel plaats op alle niveaus van de organisatie.
Elke
organisatorische
eenheid
moet
kunnen
beschikken
over
voldoende
bevoegdheden en middelen om zo hun taakstelling naar behoren te kunnen uitvoeren. De term integraal verwijst naar het op elkaar afstemmen van onderwijs, personeel en financiën.
Met behulp van managementafspraken en een systeem voor interne kwaliteitszorg wordt inhoud gegeven aan resultaatverantwoordelijk management. Na te streven doelen worden voor een periode van twee jaar vastgelegd in managementafspraken. Met behulp van informatiesystemen wordt de voortgang gemeten. De leidinggevenden kunnen alleen op een geloofwaardige manier inhoud geven aan de resultaatgerichte taakstelling als de kaders duidelijk zijn (eerste kernbegrip) en men over mensen en middelen kan beschikken om de organisatie ook daadwerkelijk aan te sturen (integraal management, het tweede kernbegrip). Bij het stellen van de kaders en na te streven resultaten is de beleidscyclus uitgangspunt: doelen stellen -> uitvoeren -> evalueren -> bijsturen (PDCA: Plan, Do, Check, Act).
In de Koers 2022 wordt door bovenstaande begrippen de hiërarchische verhouding binnen de schoolleiding meer naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid gebracht, waarmee de expertise in en kennis van een bepaald onderdeel bepalend is voor het verkrijgen van het leiderschap in een bepaald thema. Voor het bijbehorende beroepsprofiel is met de aanstelling van de rector ervoor gekozen het profiel van de VO-Raad leidend te laten zijn, waarmee het leidinggeven binnen de organisatie geschiedt vanuit 3 profielen en de volgende kernonderdelen:
116
-
Realiseren van een gezamenlijke visie en richting
-
Realiseren van een coherente organisatie t.b.v. het primaire proces
-
Bevorderen van samenwerking, leren en onderzoeken
-
Analyseren en probleem oplossen
-
Strategisch omgaan met de omgeving.
Rembrandt College Cultuurprofielschool
4. Taakverdeling van de directie: Op basis van bovenstaande is de volgende taakverdeling gemaakt. Hierbij blijft de eindverantwoordelijkheid bij de rector maar zal de conrector de deelverantwoordelijkheid opnemen.
Conrector -
-
Rector
Leerlingzaken/ondersteuning
Voorzitter SL
o
Ondersteuningscoördinator
-
Totstandkoming algemeen Beleid
o
Verzuimbegeleider
-
Onderwijs / Kwaliteitsbeleid
o
Voorzitter Plaatsingscie
-
Onderwijsinspectie
Communicatie en PR
-
Bestuur / Gemeente
o
Intern
-
Samenwerkingsverbanden
o
Extern
-
FoodValley
-
Cultuurprofielschool
-
Besturen PO
-
Personeelsondersteuning
-
MR
-
Financiën / Formatie
-
Schoolbeheer
o
Uitvoering Wet Poortwachter
-
Ouderraad
-
Leerlingenraad
-
117
-
Directiesecretaresse
Rembrandt College Cultuurprofielschool