Schoolgids ODBS t Heem schooljaar

Schoolgids 2015-2016

Schoolgids ODBS ‘t Heem schooljaar 2015-2016

1

Algemene inleiding ’t Heem valt onder de verantwoordelijkheid van Stichting ROOS als bevoegd gezag. Het motto van onze stichting is: “Kleurrijk, uitdagend en verbindend”. Daarmee wordt aangegeven, dat wij met ons onderwijs niet alleen midden in de maatschappij willen staan, maar ook ons onderwijs gestalte willen geven in samenwerking met de betrokkenen bij ons onderwijs en dat zijn in eerste instantie de ouders en de leerlingen. Daarnaast verwijst ons motto naar het wezenlijke kenmerk van het openbare karakter van onze scholen. Die zijn algemeen toegankelijk en streven er naar een ontmoetingsplaats te zijn voor verschillende levensbeschouwelijke en culturele opvattingen. Deze uitgangspunten resulteren in de hieronder beschreven visie, missie en kernwaarden. Visie In een wereld waarin complexiteit in toenemende mate van invloed is op elk aspect van ons dagelijks leven, loopt ROOS voorop om ieder kind te vormen tot de wereldburger van de toekomst. Missie De Stichting ROOS biedt kleurrijk openbaar primair onderwijs in de gemeenten Rijssen-Holten, Hellendoorn, Wierden en Twenterand. ROOS zorgt er voor dat ieder kind zich uniek en veelzijdig kan ontwikkelen in een veilige en uitdagende omgeving. Kernwaarden Wij halen het beste uit kinderen De leerkracht houdt rekening met de persoonlijke leerstijl van ieder kind. Ieder kind heeft zijn eigen leerroute (portfolio) en draagt daar medeverantwoordelijkheid voor. De scholen vormen het aanbodgerichte onderwijs om naar vraaggestuurd onderwijs. Wij zijn een kleurrijke ontmoetingsplek Alle kinderen zijn welkom, ongeacht cultuur, kleur, godsdienst, gezinssituatie, etc. Kinderen leren over verschillende godsdiensten en levensbeschouwelijke stromingen. Iedere school organiseert maatschappelijke activiteiten voor buurt, wijk, dorp. Wij doen het samen Kind, ouders en leerkracht spreken tenminste eenmaal per jaar gezamenlijk over de ontwikkeling van het kind. Iedere twee jaar worden tevredenheidonderzoeken uitgevoerd onder ouders, kinderen en medewerkers. Wij zijn open en eerlijk Afspraak is afspraak. Wij praten met mensen en niet over mensen. De communicatie naar ouders is frequent, eenduidig en duidelijk (begrijpelijk), zowel mondeling als schriftelijk. “Wij zijn altijd open, zichtbaar en gemakkelijk aanspreekbaar voor ouders”


2

Visie van onze school Wij willen dat kinderen zich ontwikkelen tot verantwoordelijke, zelfstandige en zelfbewuste individuen die creatief zijn en nieuwsgierig naar de wereld om hen heen. Ieder kind mag dit vanuit zijn eigen talent doen, zodat ze met plezier een plek vinden in hun toekomstige maatschappij. Kinderen leren samen te werken en leren zo verschillen te respecteren en waarderen. Ambitie ’t Heem wil kwalitatief goed onderwijs bieden aan onze kinderen. In onze visie doen we daarin toezeggingen naar onze ouders/verzorgers. Zij hebben mede daarom voor onze school gekozen. Om dit waar te kunnen maken én te realiseren is het nodig om een duidelijke ambitie te hebben als school, waarbij de het dak Dalton vormt, met daaronder de pijlers van onze school, Meervoudige Intelligentie (MI), groepsdoorbrekend werken en teamleren, ons uitgangspunt zijn. Daarnaast is het essentieel om aan te sluiten bij de toekomstige maatschappij waarin onze kinderen zullen opgroeien. Dit vraagt een andere manier van werken en kwalitatief goed onderwijs. Met Meervoudige Intelligentie en groepsdoorbrekend werken, waarbij we de Daltonprincipes als uitgangspunt gebruiken in ons dagelijks onderwijs willen we ons onderwijsconcept vorm geven.

Kwaliteit van ons onderwijs Om die kwaliteit van ons onderwijs hoog te houden is het nodig om de opbrengsten van de kinderen verder te verhogen. De overheid en ons bestuur vragen dit ook van ons en mogen dat van ons vragen als professionals. Door ons onderwijs dusdanig in te richten, waarbij we ons richten op onze kerntaak (het geven van goed onderwijs), is het mogelijk om de opbrengsten naar een hoger niveau te brengen. Op dit moment is meer dan 25% van het aantal leerlingen in de groepen 1 en 2 een zogenaamd gewicht leerling, waardoor de het VVE traject voor onze school wenselijk is om de kwaliteit van ons onderwijs te kunnen blijven garanderen. Onze ambitie is dan ook om minimaal 80% van onze leerlingenpopulatie op de landelijk genormeerde toetsen van het CITO een III score of hoger te laten behalen. Op deze manier streven we ernaar het beste uit onze kinderen te halen. De nadruk ligt op het verhogen van de leerprestaties van leerlingen, in het bijzonder bij vakken taal en rekenen. We bieden deze kans ook aan kinderen die extra begeleiding en aanpassingen in de organisatie nodig hebben, zowel voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben, als kinderen die extra instructie nodig hebben.


3

Het opleiden van een taalleescoördinator en een rekencoördinator én de nauwe samenwerking met de Intern Begeleider (opbrengstgericht werken) zijn daar goed voorbeelden van. Echter de opdracht voor ons is veel breder. Kennis- en cultuuroverdracht gaan in het onderwijs hand in hand. Leerlingen brengen een belangrijk deel van hun jeugd door met de andere leerlingen in hun klas en op school. Ze leren met elkaar samenwerken, ze ontdekken wie ze zijn en wat de waarde is van kennis. Populatie De meeste kinderen (en hun ouders) die onze school bezoeken wonen in de wijk waar onze school staat (ongeveer 60%). Daarnaast kennen we een groot aantal gezinnen, die meer dan 2 kilometer van de school wonen. Deze ouders kiezen bewust voor het onderwijsconcept van ’t Heem. Het onderwijs dat wij op ’t Heem aanbieden past bij deze ouderpopulatie, waarbij Dalton de basis en VVE, groepsdoorbrekend werken en Meervoudige Intelligentie de pijlers van onze school vormen. We kiezen er als school bewust voor dat ons onderwijsconcept is afgestemd op de kwaliteiten/ talenten van onze kinderen en hun ouders. Het leren lezen, rekenen en leren leren zijn daarbij essentieel. Ons onderwijsconcept 1.

Een inspirerende leef- en werkomgeving

Wij willen op onze school aan kinderen een inspirerende leef- en werkomgeving bieden. Dit door een beroep te doen op de natuurlijke nieuwsgierigheid en de behoefte aan ontwikkeling en communicatie van kinderen. We willen dit stimuleren door een interactief onderwijsaanbod, vormen van ontdekkend onderwijs, een uitdagende leeromgeving en door interessante thema’s en activiteiten aan te bieden. Hierdoor worden kinderen uitgedaagd in hun ontwikkeling. Om dit te kunnen bieden is in de voorwaardelijke sfeer noodzakelijk dat kinderen vaardigheden beheersen die zelfstandigheid, keuzevrijheid en samenwerking bevorderen. De uitgangspunten van DALTON sluiten hier naadloos bij aan. Onze school is Dalton gecertificeerd. Deze basis in pedagogisch, didactisch en organisatorisch opzicht zorgt er voor dat er voor het Heemconcept een sterke fundering is gelegd. Het Heemconcept is echter meer dan alleen een Daltonschool. Onze school is een school die dicht staat bij de maatschappij van nu. Onze school verzorgt onderwijs dat past bij de 21e eeuw. Wij geven betekenisvol onderwijs en laten kinderen leren in samenhang door middel van thema’s en vanuit Meervoudige Intelligentie. Een thema waar binnen de school zo’n 3 tot 6 weken aan gewerkt wordt; dit verschilt in de onderbouw en de bovenbouw. Hierbij wordt rekening gehouden met de talenten en leerstijlen van de kinderen. Er wordt kindgericht onderwijs verzorgd. Dit vraagt de nodige vaardigheden van leerkrachten en partnerschap met ouders. Ontwikkelingsgericht onderwijs verzorgen is hierbij het uitgangspunt, waarbij de leerlingen geconfronteerd worden met echte, uitdagende problemen waar de groep mee aan de slag gaat aan de hand van opdrachtkaarten, waarbij de intelligenties centraal staan. Daarbij wordt groepsdoorbrekend gewerkt, dat wil zeggen dat kinderen uit verschillende groepen met elkaar samenwerken in één ruimte. Dit komt niet


4

alleen sterk naar voren bij de werkeilanden, maar ook door te werken vanuit Dalton (met o.a. werkwijzers). Op deze manier krijgt het kind les op zijn/haar niveau. Dit kan verschillen van leeftijdsgenoten. 2.

Uitgaan van talenten en kwaliteiten van kinderen

Binnen ons schoolconcept is de vraag vooral: “Hoe ben jij knap?” Ieder kind heeft een aantal talenten. Kinderen kunnen op verschillende manier “knap” zijn: woordknap, rekenknap, beeldknap, muziekknap, beweegknap, natuurknap, mens-knap en zelf-knap. De begrippen taaleiland, rekeneiland, muziekeiland, natuureiland, samen-eiland, ik-eiland en doe-eiland zijn hier van afgeleid. Binnen ons schoolconcept vinden wij het belangrijk om rekening te houden met de leerstijlen van kinderen (Gardner). In iedere groep leerlingen komt een brede spreiding aan leerstijlen voor. Omdat we een leerling aanspreken op zijn/haar sterke kanten, mag je verwachten dat het leerrendement toeneemt. De uitleg aan de leerlingen moet niet meer alleen verbaal, maar ook via beelden, ritmes, schema’s en modellen, doe-activiteiten, samenwerkingsvormen(coöperatief), individuele reflecties (o.a. door samen met leerkracht in gesprek te gaan) en onderzoek in de praktijk overgebracht worden. Daarbij zijn de leerlingen (zo veel mogelijk verantwoordelijk) voor hun eigen leerproces en de keuzes die het kind (zelf) maakt. Dit heeft consequenties voor de leermiddelen. Er worden op onze school dan ook andere leermaterialen gebruikt. De methodes zullen worden gebruikt als bronnenboek, waarbij de leerkracht werkt vanuit leerlijnen. Onze manier van onderwijs vraagt ook om een andere inrichting van lokalen en het gebouw. Ook de verdere digitalisering van het onderwijs krijgt daarbinnen een plek. Dit verschil in leerstijlen sluit ook naadloos aan op de dialoog die wij met het kind voeren m.b.t. het onderwijs dat wij geven. Het vraag-gestuurde zal worden afgewisseld met ons leerstofaanbod. De leerkracht is hierin de coach die het kind begeleidt en waar nodig prikkelt, stimuleert en stuurt.

Schoolprofiel Kwaliteitsgebied 1 onderwijsresultaten Standaard 1.1. Resultaten in kernvakken De leerlingen behalen cognitieve resultaten in kernvakken die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde norm. De leerlingen op onze school behalen voor belangrijke onderdelen resultaten die ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde (minimum)norm. De doelen voor de cognitieve leerresultaten die onze school stelt, passen bij de kenmerken van onze leerlingen en de maatschappelijke verwachtingen. Wij kunnen laten zien dat de doelen gerealiseerd worden. Daarvoor hebben we beleidsmappen samengesteld met daarin vastgestelde leerlijnen. Daarbij beperken we ons niet tot taal en rekenen. We proberen een totaalbeeld te geven waarin we nagaan of de leerlingen voldoende zijn toegerust voor het vervolgonderwijs.


5

Standaard 1.2. Sociale leerresultaten De leerlingen behalen sociale leerresultaten op het niveau dat tenminste in overeenstemming is met de gestelde norm. We vinden het als school belangrijk dat onze leerlingen sociale en maatschappelijke competenties verwerven. Ons onderwijsconcept levert daarin, door onder andere de inzet van de 21th skills, een belangrijke bijdrage. De leerlingen verlaten daarom ’t Heem met sociale en maatschappelijke competenties, die passen bij de kenmerken van onze leerlingenpopulatie. Ondanks het feit dat we op dit moment nog geen meetinstrument hebben, in het schooljaar 2015-2016 wordt ZIEN! geïmplementeerd, kunnen we stellen dat de leerlingen van onze school, door de expertise van de leerkrachten en onze zorgstructuur optimaal van het genoten onderwijs hebben geprofiteerd. Door de toetsing van ZIEN kunnen we als school in de toekomst aantonen dat wij op dit gebied alles uit de leerlingen halen wat er in zit. Standaard 1.3. Vervolgsucces De bestemming van de leerlingen na het verlaten van de school is bekend en voldoet tenminste aan de verwachtingen van de school. Onze school beschikt over gegevens over het vervolg van de loopbaan van leerlingen die de school verlaten hebben. Daarbij volgen we de leerlingen m.b.v. de informatie de school van voortgezet onderwijs beschikbaar stelt voor de basisscholen. Deze worden bewaard in een map en periodiek met intern begeleider (en indien wenselijk met team) worden besproken. Daarnaast vindt er jaarlijks een warme overdracht plaats tussen de basisschool en de school van voortgezet onderwijs. De directeur van de school heeft zitting in het POVO overleg waarbij afstemming plaatsvindt tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs. Deze intervisiegroep komt 4 keer per jaar bij elkaar. Kwaliteitsgebied 2 onderwijsproces Standaard 2.1 aanbod Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving Het team van onze school bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod dat in leerteams tot stand is gekomen. Binnen de kaders van de wet maken wij keuzes in het aanbod. Onze school gaat daarbij uit van (doorgaande) leerlijnen voor de verschillende vakgebieden en werken volgens het Heemconcept (zie bijlage). Op deze manier stemmen we de onderwijsbehoeften af op de kenmerken van onze leerlingenpopulatie. We hebben een aanbod van de referentieniveaus taal en rekenen dat past bij de ontwikkelingsfase van onze leerlingen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen van binnenkomst tot en met de start van het vervolgonderwijs. De leerstof is verdeeld in leerlijnen en komen tot werking in o.a. de verschillende groepsplannen. Het uitwerken van de leerstofgebieden in leerlijnen waarborgt de doorgaande lijn en samenhang binnen de basisschoolperiode in evenwichtige leerinhouden. Ons onderwijsaanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.


6

Standaard 2.2. zicht op ontwikkeling De leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. Ons team verzamelt voortdurend systematisch informatie over de ontwikkeling van onze leerlingen. We gaan regelmatig na (minstens 3 keer per jaar) door het maken van groepsanalyses en daaruit voortkomende interventies in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt ten opzichte van henzelf en van leeftijdsgenoten. Wanneer leerlingen niet genoeg te lijken profiteren van ons leerstofaanbod gaan we na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen zijn. Deze informatie wordt gebruikt om het onderwijs af te stemmen van zowel groepen leerlingen (in groepsplannen) en individuele leerlingen (OPP). Daarnaast verzamelen we als school informatie met behulp van methode gebonden toetsen, observaties, leerlingenwerk (portfolio), gesprekken, rapportages en onderzoeken die allemaal in het belang zijn van de ontwikkeling van de leerling. Hiervoor maken we gebruik van Parnassys (o.a. logboeken) en het ouderportaal. In beide gevallen maken we gebruik van een cyclische aanpak van evalueren, analyseren/onderzoeken, plannen en uitvoeren (PDC(S)A-cyclus). Standaard 2.3 didactisch handelen Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling De collega’s op ’t Heem plannen en structureren hun handelen met behulp van informatie die zij over de leerlingen hebben en stimuleren een brede ontwikkeling. We handelen als team op basis van een samenhangend en consistent pedagogisch didactisch concept (Heemconcept). We zorgen voor effectieve instructies volgens het IGDI model : aansprekend, interactief en doelgericht. We kiezen er voor om passende vakdidactische principes en (coöperatieve) werkvormen in te zetten, waarbij we kritisch kijken of het doel van de verwerkingsopdrachten in relatie staat met het lesdoel. Door het werken in 3 niveaugroepen (vanuit het groepsplan) zorgen wij ervoor dat het niveau van de lessen past bij het niveau van de leerling (instructiegroep), waardoor alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn bij de leerstof binnen de daarvoor beschikbare tijd. Tijdens en na de (les)activiteit kijken de leerkrachten of de leerlingen het doel van de les hebben gerealiseerd en de opdrachten begrijpen. Daarbij maken we gebruik van directe feedback, waarbij we zowel product als proces bespreken. Standaard 2.4. ondersteuning Leerlingen die dat nodig hebben ontvangen extra aanbod, ondersteuning en begeleiding. Onze school voert bij leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften interventies uit. Daarbij maken we gebruik van een OPP. In dit OPP zijn de interventies gericht op het ontwikkelperspectief van de leerling. Dit kan gericht zijn op zowel cognitieve, motorische als sociale ontwikkeling van de leerling. De leerlingen krijgen structureel het onderwijsaanbod op een ander niveau dan de leeftijdsgroep.


7

Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van middelen, bekostigd vanuit het samenwerkingsverband. Het OPP wordt regelmatig geëvalueerd, waarbij gekeken wordt of de geplande interventies het gewenste effect hebben en stelt deze bij, waar nodig. Onze school kent op dit moment 2 leerlingen met een vastgesteld OPP. Standaard 2.5 samenwerking De school werkt nauw samen met voorafgaand en vervolgonderwijs, gemeenten en andere partners zoals ouders. Onze school werkt nauw samen met ouders, voorschoolse voorzieningen, voorgaande scholen en ketenpartners door informatie over leerlingen uit te wisselen om uitval te voorkomen en ten behoeve van leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften. Wij zien ouders als partner in het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen en stemmen ons beleid daar op af (ouderparticipatie 3.0). Voor kinderen in achterstandssituaties en/of met een ondersteunings-behoefte werken we intensief samen met ouders, ketenpartners en met partners in het samenwerkingsverband. Aan het eind van de schoolperiode en bij tussentijds vertrek van leerlingen informeert wij de ouders en de vervolgschool over de ontwikkeling van de leerlingen door middel van een onderwijskundig rapport. Standaard 2.7 toetsing en afsluiting De toetsing en afsluiting verlopen zorgvuldig Alle leerlingen in groep 8 maken een eindtoets; tijdens hun schoolloopbaan maken ze regelmatig methode en niet-methode afhankelijke toetsen. Deze worden geregistreerd het leerlingvolgsysteem. Daarbij maken we gebruik van een toets rooster. De leraren nemen de toetsen af conform de voorschriften in de handleiding. Onze school volgt een zorgvuldige procedure bij het bepalen van het advies voor vervolgonderwijs en spant zich in om leerlingen op het bij hen passende niveau geplaatst te krijgen. De procedure bij advisering voorziet in betrokkenheid van ouders en leerlingen en wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig herzien. Ouders zijn geïnformeerd over het schoolbeleid rondom toetsing, vertragen en versnellen. Kwaliteitsgebied 3: schoolklimaat en veiligheid Standaard 3.1: schoolklimaat De school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. Wij creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch en didactisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Daarnaast kennen we een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij school. Het schoolklimaat is voor ons ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. Standaard 3.2 : veiligheid Schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Wij waarborgen de veiligheid van de school en omgeving voor alle leerlingen en het personeel. We gaan respectvol en betrokken met elkaar om. Het team leert leerlingen sociale vaardigheden aan en Schoolgids ODBS ‘t Heem schooljaar 2015-2016

8

toont voorbeeldgedrag. We proberen pesten, agressie en geweld in elke vorm te voorkomen en treden zo nodig snel en adequaat op. We hebben daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van de incidenten. Het beleid voorziet ook in een tweejaarlijkse meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen, hun ouders en het personeel. Onze school heeft een vertrouwenspersoon en alle collega’s conformeren zich aan dit beleid. Standaard 3.3 : leeromgeving De leerlingen en leerkrachten leren en werken in adequate gebouwen met toereikende inventaris en apparatuur. Ons onderwijs vindt plaats in een stimulerende en goed onderhouden gebouw. De leerkrachten richten de lokalen aantrekkelijk en uitdagend in, waarbij zij rekening houden met de ontwikkelingsfase van de leerlingen. De ruimte, zowel binnen als buiten school, draagt bij aan een positief en sociaal veilige leer- en werk omgeving. De inventaris en apparatuur zijn van deze tijd, goed onderhouden en passen binnen ons Heemconcept. Een interne verbouwing, gepland in het schooljaar 2015-2016 zal deze leeromgeving, passend bij ons concept, nog verder gestalte gaan geven. Kwaliteitsgebied 4: kwaliteitszorg en ambitie Standaard 4.1 evaluatie en verbetering De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan planmatig haar onderwijs. Onze school weet, rekening houdend met haar maatschappelijke opdrachten en kenmerken van de schoolpopulatie, waarin we ons willen onderscheiden c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. Onze kwaliteitszorg heeft betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. We beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat we als team bekwaam zijn en dit onderhouden. Waar nodig voeren we als school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitie hebben en aansluiten bij de (zelf) evaluaties. Standaard 4.2 kwaliteitsstructuur De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van onze school om visie op onderwijskwaliteit en ambities te realiseren is breed gedragen. Er is een unanieme bereidheid om gezamenlijk ons onderwijs te blijven verbeteren. Daarbij vertoont de schoolleider, samen met bestuurder, onderwijs leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Hij faciliteert daarbij steeds vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling richting verschillende coördinatoren binnen de schoolorganisatie. Schoolleiding en team werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van onze professionaliteit, rekening houdend met gestelde bekwaamheidseisen, beroepsprofielen, behaalde resultaten bij de leerlingen en hun eigen kwaliteit/talent. Daarbij werken we resultaatgericht, zijn we aanspreekbaar op gemaakte afspraken en ons bewust van de effecten van ons handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen.


9

Er is daarbij sprake van continuïteit in ons personeelbestand, dat het Heemconcept kan uitdragen. We werken vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar en zorgvuldig handelen, waarbij het kind centraal staat. Standaard 4.3. verantwoording en dialoog De school legt toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af over ambities, doelen en resultaten en voert daarover een actieve dialoog met haar omgeving. Onze school betrekt intern en extern belanghebbenden bij de ontwikkeling van ons beleid, bespreekt regelmatig onze ambities en welke resultaten we daarbij behalen. We vragen van de belanghebbenden een actieve houding en bijdrage in het realiseren van onze ambities en doelen en spreekt hen, waar nodig op aan. Ook staan we open voor wensen en voorstellen van interne en externe belanghebbenden en nemen deze serieus. We verantwoorden ons over de resultaten op een voor ieder toegankelijke en heldere wijze in diverse documenten. Kwaliteitsgebied 5 financieel beheer Standaard 5.1. continuïteit Het bestuur is financieel gezond en kan op korte en lange termijn voldoen aan zijn financiële verplichtingen. Continuïteit betreft het duurzame voortbestaan van het bestuur en de financiële randvoorwaarden die dit mogelijk moeten maken. Om het voortbestaan te verzekeren, is het van belang dat het bestuur over een dusdanige financiële positie beschikt, dat alle financiële verplichtingen op de korte en lange termijn nagekomen kunnen worden. Dit kan blijken uit de liquiditeit en solvabiliteit, de ontwikkeling van het exploitatieresultaat en de hoogte van de salarislasten. Voor continuïteit is het van belang dat het bestuur inzicht heeft in de financiële uitgangspositie en de ontwikkelingen in de komende drie jaar. In de continuïteitsparagraaf van het jaarverslag geeft het bestuur inzicht in deze ontwikkelingen en de daaraan verbonden financiële gevolgen. Het bestuur bespreekt het voorgaande regelmatig met de Raad van Toezicht en Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR), treft zo nodig corrigerende maatregelen en verantwoordt zich over het geheel in de jaarverslaglegging. Standaard 5.2. doelmatigheid Het bestuur maakt efficiënt en effectief gebruik van de onderwijsbekostiging. Geld dat de overheid verstrekt aan onderwijsbesturen is bestemd voor het onderwijs. Een bestuur mag geld opzij zetten voor onvoorziene omstandigheden, zolang het bedrag in een redelijke verhouding staat tot wat nodig is voor een normale bedrijfsvoering. Het bestuur houdt er geen ruimere financiële buffer op na, kan het verantwoorden met een gedegen risicoanalyse. Naast het toezicht op te hoge vermogens houdt de inspectie ook in algemene zin toezicht op de doelmatigheid van de besteding van rijks bekostiging. Standaard 5.3. rechtmatigheid Het bestuur verwerft en besteedt de onderwijsbekostiging conform weten regelgeving.


10

Het bestuur beschikt daartoe over de vereiste deskundigheid en handelt integer en transparant. Naast onderzoeken die de inspectie uitvoert naar aanleiding van signalen en naar specifieke bekostigingscomponenten, bestaat het toezicht op de financiële rechtmatigheid uit de jaarlijkse beoordeling van verantwoordingsinformatie in de vorm van jaarverslaggeving en een jaarlijkse review op de door de instellingsaccountant van het bestuur uitgevoerde controles. Ook deze beoordelingen kunnen weer aanleiding vormen voor nader onderzoek. Overige wettelijke vereisten Standaard 6.1 overige wettelijke vereisten De school leeft de overige wettelijke voorschriften na. De standaarden in de vijf kwaliteitsgebieden zijn alle gebaseerd op (uitwerkingen van) wettelijke deugdelijkheidseisen. Deze standaard 6 voorziet in de naleving van de overige wettelijke vereisten (voorbeeld: de voorschriften m.b.t. de vrijwillige bijdrage).

Organisatie van ons onderwijs Zelfstandig werken We willen de kinderen leren om als zelfstandige personen te kunnen deelnemen aan de toekomstige maatschappij. Daarom leren we de kinderen zelfstandig te werken. Een bijkomend effect is dat er ruimte ontstaat voor leerkrachten om extra hulp te bieden aan kinderen die dit nodig hebben. Hierbij willen we o.a. gebruik maken van een instructietafel om de kinderen in kleinere groepjes of individueel de extra aandacht te kunnen geven die ze nodig hebben. Dit geldt voor alle leerlingen die extra instructie nodig hebben, dus ook voor meerbegaafde leerlingen. Duidelijke structuur We vinden het daarbij van belang dat er een duidelijke structuur is in de klassen en in het lesprogramma. Het is voor de kinderen overzichtelijk wat er moet gebeuren en wat er van ze verwacht word, waarbij we kritisch kijken naar de hoeveelheid structuur die een kind nodig heeft. Dagritmekaarten, weekplanningen en takenoverzicht zijn hierbij hulpmiddelen. Hoofdvakken Met name in de ochtenden zijn we bezig met vakken zoals lezen, rekenen, taal en spelling. Daarbij hebben we gekozen voor een horizontale programmering, afgestemd voor het groepsdoorbrekend werken. Lezen neemt een hele belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. Als kinderen goed leren lezen, hebben ze daar bijzonder veel profijt van, ook bij alle andere vakken. Wereldoriëntatie vanuit Meervoudige Intelligenties Middags wordt in periodes van 3 tot 6 weken thematisch gewerkt met één geschiedenis-, aardrijkskunde- of natuuronderwerp (bijvoorbeeld: China, De Romeinen of dieren op de Veluwe).


11

Door de thema’s in volgorde op elkaar af te stemmen ontstaat een samenhangend geheel, die kerndoeldekkend zijn binnen het onderwijscurriculum. Binnen de thema’s worden drie belangrijke interventies gehanteerd: 1.

de instructie les De leraar is er voor de samenhang, voor de intermenselijke relaties, voor de persoonlijk diepgang van ieder kind. Laten we dit absoluut zo houden! Prima om ICT zoveel mogelijk in te zetten, maar het kan de leerkracht nooit vervangen. Minimaal eenmaal per week geeft de leerkracht zijn of haar instructie les: Vertelt het verhaal, nodigt een deskundige uit, organiseert een excursie, houdt een kringgesprek, benut zijn digitale schoolbord, verhaalt zijn belevenissen, geeft instructie, enz.

2.

Keuzemomenten. Gedurende een aantal momenten per week hebben de kinderen de gelegenheid om op hun eigen manier en vanuit hun eigen talenten (intelligenties) het thema verder te verkennen, te onderzoeken en te ervaren. Op onze school hebben we gekozen voor 3 momenten per week, waarbij één keer expressie en techniek centraal staan, passend binnen het thema.

3.

De rijke leeromgeving. Omdat we écht adaptief willen zijn, tegemoet willen komen aan de verschillen tussen kinderen, talenten willen benutten, kunnen wij niet volstaan met een leesboek, een werkboekje en een computerprogramma. Ook willen we het middagprogramma steeds meer integreren in ons ochtendprogramma, zonder dat daarbij de kwaliteit van ons onderwijs verloren gaat.

Vragen, Ik, Experimenteren, Reflectie a.

Kiezen/vooruitkijken De leraar bespreekt aan het begin van het thema de kaarten in de klas. Op de overige dagen kijkt de leraar vooruit met de kinderen. Tijdens het vooruitkijken worden de kinderen gestimuleerd om na te denken wat ze gaan doen die MI-middag. Is er nog iets af te maken? Hebben ze al het materiaal? Met wie gaan ze werken? Etc. De kinderen kiezen een activiteit of gaan aan het werk met een reeds gekozen kaart. De kinderen die een kaart kiezen hangen hun naam, een knijper, aan de kaart die ze willen doen. De kinderen die willen wisselen van opdracht, worden wel gestimuleerd om een kaart af te maken.

b.

Het werken in de werkeilanden De kinderen werken in de aangewezen klassen en ruimtes. Wanneer het kind hulp nodig heeft gaat het kind naar de leraar en/of ouder/stagiaire van die werkplek. De kinderen blijven op de werkplek tot het einde van de les of tot hun opdracht door de leerkracht in het betreffende eiland wordt goedgekeurd.

c.

De begeleiding; de leraar en ouders/stagiaires Schoolgids ODBS ‘t Heem schooljaar 2015-2016

12

De kinderen gaan naar het goede lokaal/werkplek en kunnen direct aan de slag. De leerkracht gaat met de kinderen in gesprek om zo de kinderen verder te helpen met het thema en /of een antwoord te vinden op een (thema)vraag. Het is erg belangrijk dat de leerkracht door middel van vragen en/of gesprek diepgang creëert. De opdracht moet door de leerlingen binnen het thema geplaatst kunnen worden, waardoor de leerlingen soms verder onderzoek moeten doen. Er zijn ouders en stagiaires die helpen tijdens de MIopdrachten. Zij begeleiden de kinderen bij de opdrachten. Zij helpen materialen zoeken/pakken, helpen bij het maken van werkstukken etc. Op deze manier heeft de leerkracht de ruimte om in gesprek te gaan met de kinderen over het thema. d.

Einde van de les/terugkijken De kinderen die klaar zijn met de opdracht mogen het resultaat op de presentatietafel/kast neerzetten. Ze kiezen de volgende keer een andere kaart. Bij het terugkijken krijgen de kinderen de gelegenheid om te vertellen over de werkles. Ze mogen werk presenteren, vertellen over het werken, een gevonden antwoord inbrengen etc. De leraar kan de antwoorden bespreken, het bord aanvullen, vragen stellen over het werken etc. ook kan er een start gemaakt worden met vooruitkijken op de volgende werkles. Tijdens deze momenten wordt gebruik gemaakt van “leren presteren”. De actuele kaarten hangen bij de themamuur of bij de vragen

Uitgangspunt van ieder thema We werken vanuit 5 vragen die gedurende het thema centraal staan. Deze vragen worden aan het eind van het thema getoetst. Tijdens het thema wordt gewerkt met een themamuur die er voor zorgt dat alle informatie rondom het thema (inclusief het antwoord op de 5 vragen) zichtbaar in de groep aanwezig is. Tijdens de thema’s geldt een vaste indeling van het leerstofaanbod: dinsdag : leerkrachten les en presentaties woensdag : leerlingen werken aan de opdrachtenkaarten donderdag : leerlingen werken aan de opdrachtenkaarten vrijdag : thema afsluiten door middel van de toets/bespreken en bijhouden van portfolio of het plannen van een expressieve les binnen het thema (tekenen, techniek, drama, muziek)


13

Samenstelling team Dit schooljaar bestaat het team uit: Erwin Vos

directeur

Roy van den Berg

groepsleerkracht ICT-er vakleerkracht bewegingsonderwijs

Kim van den Einde

groepsleerkracht specialist taal-lezen

Wiepke Lenk

groepsleerkracht coördinator WO/MI bovenbouw

Kim van der Molen

groepsleerkracht bouwcoördinator bovenbouw

Gea Smit

groepsleerkracht intern begeleider leerlingenzorg specialist gedrag

Angeline Stroop

groepsleerkracht bouwcoördinator onderbouw

Alejandro Veenaas

groepsleerkracht ICC (cultuur)coördinator coördinator DALTON bovenbouw

Sandra Visser

groepsleerkracht specialist rekenen coördinator WO/MI onderbouw

Marian Vos

groepsleerkracht hoofd BHV coördinator DALTON onderbouw

Riët Slijkhuis

groepsleerkracht contactpersoon CNME

Stephan van den IJssel

onderwijsondersteunend

Monique Rave

begeleiding leerlingenzorg naschoolse activiteiten en buitenschoolse opvang


14

Onze school heeft een Registerdirecteur Onderwijs Meester Erwin is Registerdirecteur Onderwijs (RDO). Dit betekent dat hij geregistreerd staat in het Schoolleidersregister PO en voldoet aan de eisen die aan een schooldirecteur gesteld worden. Het Schoolleidersregister PO is een beroepsregister voor schoolleiders in het primair onderwijs. Het Schoolleidersregister is een erkenning van de cruciale rol van schoolleiders voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast is het register in het leven geroepen om de beroepsgroep te versterken en verdere professionalisering te stimuleren. Om de vier jaar moeten schoolleiders zich her registreren. Continurooster Wij werken met een continurooster. Alle kinderen eten tussen de middag, samen met hun juf of meester op school. Concreet betekent dit dat we iedere dag om 8.30 uur starten en om 14.00 uur stoppen, ook op woensdag. Een bijkomend voordeel is dat kinderen elke dag voldoende tijd over houden om te spelen, een verjaardagsfeestje te vieren, naar een sportclub te gaan enzovoort. We willen u er wel op wijzen dat we kinderen geen vrij geven wanneer een kinderfeestje eerder start dan 14.00 uur. De genoemde tijden zijn onze wettelijke schooltijden. Dat betekent dat de verlofregeling van toepassing is, zoals in deze schoolgids omschreven. Dagindeling groep 1 en 2 De dagindeling is verdeeld in drie blokken, met daartussenin de pauzes. Kleine pauze van 10.1510.30 u. en grote pauze van 12.00-12.30 u. Tijdens de pauzes eten en drinken de kinderen samen en spelen ze buiten. Blok 1- inloop, zelfstandig werken, kring, spelen en bewegen Blok 2- speel- en werktijd taakbord, kleine kring, muziek en bewegen Blok 3- WO/MI: groepsdoorbrekend werken gr. 1 t/m 4, bij projecten wereldoriëntatie met meervoudige intelligentie Dagindeling groep 3 t/m 8 De dagindeling is verdeeld in drie blokken, met daartussenin de pauzes. Kleine pauze van 10.1510.30 u. en Grote pauze van 12.00-12.30 u. Tijdens de pauzes eten en drinken de kinderen en spelen ze buiten. Blok 1- technisch lezen, rekenen, taal/spelling Blok 2- begrijpend lezen, schrijven, Engels, verkeer en sociaal-emotionele redzaamheid, HVO of GVO Blok 3- WO/MI: groepsdoorbrekend werken gr. 1 t/m 4 en gr. 5 t/m 8, bij projecten wereldoriëntatie met meervoudige intelligentie, creatieve vakken, gymnastiek en/of zwemmen


15

Werkwijze groep 1 en 2 Groep 1 en 2 In deze groepen wordt gewerkt a.d.h.v. thema’s, o.a. uit de methode: Schatkist. Deze methode sluit aan bij de leesmethode Veilig leren Lezen, die in groep 3 gebruikt wordt. Behalve taal komen in deze methode ook de andere ontwikkelingsgebieden zoals o.a. rekenen aan bod. De kinderen werken met een takenkaart van verplichte werkjes, zo komen alle ontwikkelingsgebieden en niet alleen de favoriete, aan de beurt. Taalontwikkeling Hieronder verstaan wij het vertellen van een verhaal, het leren van een opzegversje, het kringgesprek, het aanbieden van de praatplaat, voorlezen, aanbieden van letters (met klankgebaren, dit ter ondersteuning van het aanleren van deze letters) en ook heel belangrijk: begrijpend luisteren. Deze activiteiten vinden vaak plaats in de (kleine) kring en dienen ook voor de sociale ontwikkeling. Vanzelfsprekend passen al deze activiteiten in de thema’s die gevolgd worden. Om nog beter op het niveau van de kinderen aan te kunnen sluiten werken wij ook met groepjes van een kleinere samenstelling afgestemd op de leer/ontwikkelingsbehoefte van deze kinderen, de andere kinderen zijn dan zelfstandig aan het werk. Op deze manier komen alle kinderen aan bod tijdens de “kleine kring” activiteiten. Voor- en Vroegschoolse ontwikkeling (VVE) Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is erop gericht de ontwikkeling te stimuleren van jonge kinderen (van2 jaar tot ongeveer 6 jaar oud) en te voorkomen dat kinderen achterblijven in het onderwijs. Met behulp van VVE-programma’s worden kinderen spelenderwijs gestimuleerd in hun taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling of motorische ontwikkeling. Uit diverse onderzoeken blijkt dat het voorkomen en bestrijden van taalachterstand op jonge leeftijd tot veel positieve effecten kan leiden. De landelijke en lokale overheid investeren in voorschoolse educatie om alle doelgroepkinderen te bereiken. Doelgroepkinderen zijn kinderen van 0-4 jaar, die het risico lopen op een ontwikkelingsachterstand, voornamelijk op het gebied van de spraak- taal ontwikkeling en/of waarbij omgevingsfactoren de spraak- taalontwikkeling negatief beïnvloeden. Dit is het meest effectief als er een doorlopende leerlijn en een warme overdracht is van peuterspeelzaal of kinderopvang naar de basisschool. Wij vinden het daarom belangrijk om goed te gaan samenwerken met de peuterspeelzalen en/of kinderopvang en ervoor te zorgen dat de peuters een warme overdracht krijgen naar de basisschool. De betrokkenheid van ouders bij het leren op school, blijkt het meest positieve effect te hebben op de ontwikkelingskansen van kinderen. Daarom organiseren we met enige regelmaat


16

ouderworkshops en meeloopmomenten waarbij ouders actief betrokken worden bij de activiteiten van hun kind. Wij zijn dan ook erg blij dat er zoveel ouders op ’t Heem bezig zijn voor en met de school van hun kinderen! Ontwikkelingsmateriaal Onder deze term worden veel activiteiten samengevat. Erg belangrijk vinden wij de expressie: het tekenen, verven, plakken, knippen, prikken, enz. Er wordt gewerkt naar keuze of naar opdracht. Een tweede groep wordt gevormd door de puzzels, diverse spelletjes, lotto’s, begrippenwerkjes en gezelschapspelen. Hierbij komen de begrippen zoals hoog/laag, eerste/laatste, links/rechts en de kleuren aan de orde. De werkjes zijn oplopend in moeilijkheidsgraad. De leerkracht houdt bij welke werkjes een kind al beheerst. Voor de leerlingen die daar aan toe zijn, zijn er bijvoorbeeld Loco, Varia en Pico Piccolo waarbij al sprake is van voorbereidend rekenen, lezen en schrijven. Bewegingsonderwijs Het doel van het bewegingsonderwijs is de jongste leerlingen te leren zich vrij in de ruimte te bewegen. Dit vindt grotendeels plaats in het speellokaal. Het gymmateriaal kunnen we in twee groepen verdelen. Het grote materiaal bestaat uit: springkast, matten, rekken, glijbaan, klimraam en banken. Het kleine materiaal is: pittenzakjes, touwtjes, lang touw, grote en kleine ballen en hoepels. Er wordt vaak een circuit uitgezet van het grote materiaal, de leerlingen kunnen dit op eigen wijze en in eigen tempo afleggen. Met het kleine materiaal kan elk kind individueel aan de slag. Bij het bewegingsonderwijs horen ook spellen en het buitenspelen. Spellessen bestaan uit zang-, tik-, dans- en stiltespelen. De leerlingen dienen tijdens deze lessen gymschoenen te dragen, dit i.v.m. veiligheid en hygiëne. De voorkeur gaat uit naar schoenen met klittenbandsluiting of elastiek. Er wordt gebruik gemaakt van de methode: Bewegingsonderwijs Samen Regelen. Natuurlijk hoort ook buitenspelen bij de kleutergroepen, wij beschikken over een aparte speelplaats, compleet met klimhuis en zandbak. Muzikale ontwikkeling Tijdens de muzikale vorming laten we de kinderen kennis maken met de verschillende instrumenten. Natuurlijk laten we dan gelijk zien hoe je ze moet bespelen. Hierdoor leren alle kinderen dan ook de namen kennen van de verschillende instrumenten. Ook leren de kinderen veel liedjes om zelf te kunnen zingen. Hierbij proberen we het eerste maat- en ritmegevoel verder te ontwikkelen. Naast al deze activiteiten hechten wij ook grote waarde aan de sociale ontwikkeling van de kinderen; het gezellig samen bezig zijn, een ander helpen, rekening houden met en luisteren naar een ander, etc.


17

Onderwijsinhoud in groep 3 t/m 8 In deze groepen geven wij les met behulp van de volgende methoden als bronnenboek. We werken vanuit leerlijnen voor lezen, taal/spelling en rekenen, waarbij we de referentieniveaus ons uitgangspunt zijn : Lezen Voorbereidend lezen vindt al plaats in groep 2 zodra de leerlingen hieraan toe zijn. Het klikklakboekje, magnetische letterdozen enz. die in groep 3 gebruikt worden zijn voor hen soms al een hulpmiddel. In de groepen 1 en 2 wordt o.a. gewerkt met “Schatkist” In groep 3 leren de kinderen lezen met de methode: ”Veilig Leren Lezen”. Voor het voortgezet technisch lezen gebruiken we vanaf groep 4 de methode “Estafette”. Rekenen Er wordt in alle groepen gewerkt met de methode “Alles Telt”, deze methode past bij onze manier van werken, namelijk vanuit de leerlijnen. Naast deze methode wordt er ook gewerkt met extra rekenwerk, daar waar dat individueel nodig is voor een leerling. De school beschikt over verscheidene methodes om ieder kind met rekenproblemen verder te kunnen helpen. Ook beschikken wij over passende computerprogramma’s. Nederlandse taal In “Taaljournaal” komen alle onderdelen van de Nederlandse taal, spelling, lezen aan de orde. We hebben juist voor deze methode gekozen omdat taal en lezen met elkaar verbonden zijn. Daarnaast maken we gebruik van Nieuwsbegrip, een methode die extra aandacht besteed aan het begrijpend lezen m.b.v. actuele teksten. Deze methode gebruiken we in de groepen 4 tot en met 8. Komend schooljaar zijn we voornemens deze methode te vervangen. Schrijven Er wordt op onze school gewerkt met de schrijfmethode Pennenstreken. Deze methode is ontwikkeld voor de groepen 1 t/m 8. Wereldoriëntatie Wij zijn een “Vier Keer Wijzer” school. Dit houdt in dat we het vak Wereldoriëntatie bekijken en benaderen vanuit de acht meervoudige intelligenties. Het is een manier van werken, waarbij je uitgaat van mogelijkheden, capaciteiten, talenten van kinderen.


18

Vier Keer Wijzer – Meervoudige Intelligentie Wij bieden thema’s die vorm gegeven zijn vanuit de drie hoofdgebieden: Geschiedenis, aardrijkskunde en natuur. De vele “bij”-vakken, zoals techniek, cultureel erfgoed, actief burgerschap, tekenen, handvaardigheid, sociale redzaamheid, verkeer, sociaal-emotioneel, dramatische expressie, dans, enz. willen wij niet zien als aparte vakken op het rooster. Juist deze vakken zijn bijzonder geschikt om geïntegreerd te worden met de thema’s vanuit geschiedenis, aardrijkskunde en natuur. Muziek Bij het werkeiland muziek staan verschillende aspecten van muziek centraal. De kinderen van deze tijd horen erg veel muziek. Ook erg veel verschillende soorten. Ze horen overal muziek. Zoals muziek uit hun eigen jeugdcultuur, muziek uit andere culturen, oude muziek en ontspanningsmuziek. Muziek doet ook iets met de kinderen. Ze komen in bepaalde sferen, ze bewegen erbij en ze genieten ervan. Kinderen kunnen ook zelf veel met muziek doen. Ze zingen mee met de liedjes die ze horen en ze bespelen instrumenten. Ze kiezen ook hun eigen favoriete muziek uit om naar te luisteren en met anderen over te praten. Daarvoor maken we gebruik van de MI/WO kaarten van 4x wijzer. Techniek Bij het werkeiland Techniek staan verschillende aspecten van techniek centraal. Kinderen leren bijvoorbeeld iets over de zwaartekracht in de groepen 1/2 door middel van proefjes, in de middenbouw leren ze hoe ze zeep kunnen maken, hoe ze water kunnen zuiveren en zitten er activiteiten in met constructiemateriaal. In de bovenbouw zijn er kaarten over het maken van tandpasta en (haar)gel, het bouwen van bruggen en over katrollen Deze worden thematisch aangeboden. Engels Wij kiezen ervoor om Engels te geven vanaf groep 1. Wij willen kinderen voorbereiden op: toenemende internationalisering (bevordering zelfredzaamheid, kansen creëren en communicatie) het wereldburgerschap (samen leven, leren en communiceren = verrijking) toekomstige studie en beroep (brede taalontwikkeling/verbetering, creativiteit en ontplooiing)


19

Jonge kinderen zijn erg taalgevoelig. Het is belangrijk dat ze een goed voorbeeld hebben wat de uitspraak betreft. Je legt hier immers de basis! De groepen 1,2 en 3 werken met de methode Cookie and friends. Deze methode richt zich op het jonge kind. Spelenderwijs, aan de hand van thema’s komen de kinderen in aanraking met de Engelse taal. Er wordt gewerkt met een pop, die alleen voor Engels gebruikt wordt. De groepen 4 t/m 8 werken met de methode Take it easy. Daarnaast zijn er in de groepen Engelse prenten- en voorleesboeken aanwezig. Expressie De expressievakken komen op ‘t Heem uitgebreid aan bod. Daarvoor hebben we een werkeiland samengesteld waarbij alle vormen van expressie, waaronder tekenen, handvaardigheid, drama aan bod zullen komen. Daarvoor maken we gebruik van de MI/WO kaarten van 4x wijzer. Ook organiseren we op een middag een creatieve carrousel Zwemmen Alle zwemlessen voor de kinderen uit groep 3 en 4 worden gegeven in zwembad het Ravijn. Het vervoer van en naar het zwembad gaat per bus. Om de twee weken gaan de kinderen uit groep 3 en 4 op dinsdag zwemmen onder schooltijd. Data en tijden zijn terug te vinden in onze nieuwsbrief. Gymnastiek Groep 3 en 4 krijgen, naast zwemles, één blokuur per week les in de sportzaal aan de Bachlaan (45 minuten) De groepen 5 t/m 8 krijgen twee blokuren per week gymles, ook in de sportzaal aan de Bachlaan. Het dragen van gymschoenen (niet met zwarte zolen: geven strepen op de vloer) is verplicht. Dit om voetwratten e.d. te voorkomen. Wij raden “balletschoentjes” af i.v.m. activiteiten waarbij dit soort schoenen niet geschikt zijn (tikspelen, klimmen, voetbal). Na de gymles hebben de kinderen de mogelijkheid om te douchen; geeft u dus, behalve de gymkleding, ook een handdoek mee en eventueel badslippers.


20

In verband met de hygiëne moet alle gymkleding na de gymles gewisseld worden (hemd en/of T-shirt) en mee naar huis worden genomen. De gymlessen worden verzorgd door een intern opgeleide vakleerkracht bewegingsonderwijs (Roy van den Berg) Godsdienstig en Humanistisch VormingsOnderwijs (GVO en HVO) Veel ouders willen dat hun kinderen op school meer weten over godsdienst of levensbeschouwing. En dan gaat het niet allen om kennis. Ze willen dat hun kinderen een eigen kijk op het leven ontwikkelen. Dat ze ervaren wat geloof of een niet-religieuze levensovertuiging in het leven kan betekenen. En dat ze leren om deze te respecteren. Op onze school hebben de kinderen vanaf groep 3 de mogelijkheid om GVO of HVO lessen te volgen. Christien Staman verzorgt de lessen GVO (protestants-christelijk) en Annemieke Borkent HVO. G.V.O. G.V.O. geeft een introductie in bijbelse en christelijke geloofstradities. Leerdoelen hierbij zijn: Leerlingen stimuleren om een eigen levensbeschouwelijke attitude te ontwikkelen en het opbouwen van begrip en respect voor de godsdienst of overtuiging van anderen. H.V.O. Bij dit onderwijs leren kinderen een eigen waarde besef en levensovertuiging te ontwikkelen. In de les onderzoeken leerlingen hun eigen ervaringen en ideeën leren ze zelf keuzes maken en verantwoorden en communiceren ze over wat ze denken, voelen, willen en doen. Meer informatie is te vinden op de volgende websites: www.voo.nl www.pkn.nl/kerk&onderwijs www.hvo.nl


21

De zorg voor uw kinderen

Ons leerlingvolgsysteem De ontwikkeling en de vorderingen van de kinderen worden gevolgd met behulp van een leerlingvolgsysteem. Volgens een vast opgesteld schema zijn voor iedere leerling een aantal toets momenten vastgesteld. In de groepen 1 en 2, de kleutergroepen, wordt de ontwikkeling van de kleuter bijgehouden m.b.v. een observatielijst en de Cito-toetsen Rekenen voor Kleuters en Taal voor Kleuters. In de groepen 3 t/m 8 zijn er Cito-toetsen voor rekenen/wiskunde, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. De toetsen zijn methodeonafhankelijk en geven de school de mogelijkheid om de resultaten te vergelijken met de landelijke genormeerde toetsen. De resultaten van deze toetsen worden met de kinderen besproken, de ouders mogen de overzichten inzien tijdens de rapporten. De resultaten van de methode gebonden toetsen worden gebruikt bij het opstellen van het rapport en worden van elke leerling bewaard. Ook wordt van alle kinderen de sociaal-emotionele ontwikkeling gevolgd. Alle onderzoeken hebben tot doel goed te kunnen signaleren om vast te stellen hoe de ontwikkeling van elke leerling op onze school verloopt. Van iedere leerling worden de gegevens verzameld in een leerling-dossier. In dit dossier worden toets uitslagen, belangrijke medische gegevens, verslagen van groepsen leerling-besprekingen, toetsen rapportgegevens van de verschillende (leer)jaren en eventuele hulpplannen verzameld. Deze dossiers staan opgeslagen in aparte, afgesloten kast. Over de manier waarop wordt omgegaan met de informatie die in het dossier wordt bewaard, bestaan vaste afspraken met de leerkrachten. Deze gegevens zijn privé en worden slechts met toestemming van de ouders doorgegeven aan instanties buiten de school. Het Leerling Ontwikkel Volg Systeem van ParnasSys wordt gebruikt om deze gegevens ook digitaal te verwerken. Dit systeem is alleen toegankelijk voor leerkrachten, intern begeleider en directie. Ook kunnen ouders via het ouderportaal informatie van hun kind(eren) inzien. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid zelf belangrijke NAW gegevens (mobiel nummer, e-mailadres, etc.) aan te passen. Het onderwijskundig rapport Bij tussentijdse overplaatsing, bijv. in verband met verhuizing naar een andere school voor basisonderwijs, wordt door de school waar de leerling naar vertrekt (verplicht) een onderwijskundig rapport (OKR) en een verplicht digitaal overdrachtsdossier (DOD) over de leerling opgesteld. Het doel daarvan is om voor de leerling een zo goed mogelijke overgang van de ene naar de andere school te waarborgen. Vaak vindt er ook een gesprek plaats met de leerkracht en de intern begeleider van de nieuwe school.


22

De zorg voor kinderen met specifieke (onderwijs-)behoeften Zorgverbreding is de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, vooral op groepsen schoolniveau, ten behoeve van een zo intensief mogelijke zorg voor leerlingen. Wij typeren onze ‘zorgleerlingen’ als leerlingen die een beroep doen op en/of gebruik maken van het zorg (voorzieningen-)niveau van onze school. De (extra) zorg wordt zoveel mogelijk binnen de groep door de eigen leerkracht gegeven, binnen het kader van Handelingsgericht Werken, in overleg met de intern begeleider. Er wordt gewerkt met groepsplannen. Hierin staat specifiek bij elke leerling vermeld wat de onderwijsbehoeften zijn. Drie maal per jaar wordt geëvalueerd of het opgestelde groepsplan de gewenste resultaten heeft opgeleverd en hoe verder gehandeld moet worden. De leerkracht stelt de ouders op de hoogte van de fase van zorg door middel van de zorgfolders. In de zorgfolders staan de verschillende fasen van zorg beschreven. Ook is ambulante begeleiding vanuit een externe organisatie of andere school en/of zorginstelling tijdens de reguliere schooltijden, voor de leerlingen die daar om specifieke redenen voor in aanmerking komen, mogelijk. Voor de leerlingen die ondanks extra zorg en inspanning toch problemen blijven houden wordt na toestemming van de ouders/verzorgers wordt overleg gepleegd met het zorgteam van ons Samenwerkingsverband. Hierna kan ondersteuning gevraagd worden bij onder andere het onderwijsadviescentrum of een ambulante dienst. Er kan dan aan de hand van de onderzoeksvraag een uitgebreider pedagogisch-didactisch onderzoek of een psychologisch onderzoek worden afgenomen. De projectgroep Een aantal jaren geleden is gestart met de projectgroep, onder begeleiding van daarvoor speciaal opgeleide leerkrachten. De projectgroep bestaat uit leerlingen van de vier openbare scholen binnen de gemeente Hellendoorn. In deze projectgroep wordt van zowel de leerkrachten, als van de leerlingen daadwerkelijk resultaat verwacht. De doelstelling is dat de uitgevoerde activiteiten in deze projectgroep invloed moeten hebben op de ontwikkeling, en daarmee de prestaties (nu en in de toekomst) van de leerlingen . Er is beleid ontwikkeld om ook andere leerkrachten in de school verantwoordelijk te maken voor datgene wat zich ontwikkelt in de projectgroep. Hierdoor raken steeds meer leerkrachten enthousiast over deze werkwijze en kunnen deze toepassen in hun dagelijks onderwijs. Er worden verschillende informatiebijeenkomsten en studieavonden georganiseerd. De resultaten van de projectgroep worden jaarlijks geëvalueerd met de talentvolle leerlingen, de betrokken leerkrachten en halfjaarlijks met de ouders van deze leerlingen. Deze evaluaties laten een positief beeld zien. Enkele resultaten zijn dat leerlingen steeds minder tot geen problemen meer ervaren met het reguliere programma; ze werken er sneller doorheen en komen daarmee eerder toe aan extra werkzaamheden. Daarnaast sluiten de extra werkzaamheden vanuit de projectgroep goed aan bij de leerling en worden als plezierig ervaren; leerlingen zijn erg gemotiveerd er mee te werken. Ook vertonen leerlingen minder vaak gedragsproblemen.


23

Ze kunnen beter omgaan met tegenslagen en leren daarin zelf te handelen en een oplossing te zoeken. Tenslotte blijkt dat kinderen met meer plezier naar school gaan . Belangrijk neveneffect van deze projectgroep is, dat leerkrachten beter samenwerken met ouders in de begeleiding van de leerlingen. Ouders worden actief een partner in de begeleiding van het kind, waarbij de leerkracht als professional moet optreden en de ouders en de leerling moet begeleiden in dit proces van groei. Daarnaast blijkt dat talentvolle leerlingen eigenlijk al in de onderbouw met dit onderwijsprogramma aan het werk zouden moeten gaan, om zo vroeg mogelijk een optimale ontwikkeling van talentvolle leerlingen te stimuleren. Dit creëert een duidelijke ontwikkelbehoefte bij zowel de scholen als onderwijsinstelling, als bij de leerkrachten als professional. Reden om zowel voor de onderbouw- als de bovenbouwgroepen een aparte groep te starten. De communicatie verloopt voor ouders en leerkrachten via nieuwsbrieven en twee keer per jaar een persoonlijk ontmoetingsmoment. Deelname aan de projectgroep kent een aantal criteria waaraan moet worden voldaan om deel te kunnen nemen. Passend onderwijs Sinds 1 augustus 2014 is de wet Passend onderwijs van start gegaan. Bij passend onderwijs staan een drietal aspecten centraal : 

Scholen in de regio werken samen om alle leerlingen de beste onderwijsplek te bieden.



Scholen kijken naar wat een leerling wél kan, het liefst in het regulier onderwijs.



Het speciaal onderwijs blijft gewoon bestaan voor leerlingen die dat echt nodig hebben.

Onze school werkt nauw samen in een zogenaamd groot samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband is opgebouwd weer opgebouwd uit kamers. Voor onze school is de kamer rond de school voor speciaal basisonderwijs De Brug opgebouwd. De Brug is de school voor speciaal onderwijs in de gemeente Hellendoorn waar onze school mee samenwerkt als het gaat om leerlingen die extra begeleiding vragen. Hiervoor heeft onze school een ondersteuningsprofiel opgesteld om de kwaliteit van ons onderwijs aan alle leerlingen te kunnen waarborgen. Dit ondersteuningsprofiel kunt u nalezen, evenals alle andere informatie rondom Passend Onderwijs op de website : http://www.swv-twentenoord.nl/ Basisondersteuning De basisondersteuning is de ondersteuning die onze school biedt mede via ondersteuning aangeboden door de afdeling of het Samenwerkingsverband. Bij de notitie is het referentiekader van de PO-raad en het inspectiekader leidend geweest. Ook zijn de uitgangspunten van handelingsgericht werken en de benodigde ondersteuningsstructuur die daarbij past een belangrijk gegeven geweest voor de uitwerking.


24

Het ‘Implementatieplan HGW’ is een belangrijk uitvoeringsdocument voor onze school om de basisondersteuning verder vorm te geven. In dit plan is ook de verdeling van verantwoordelijkheden vastgelegd. Hieronder een samenvatting van de notitie basisondersteuning: Standaarden basiszorg inspectie: 1.

De scholen doen leerlingen een ambitieus aanbod. Zij stemmen af op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen en volgen en analyseren de ontwikkelingen. De zorgstructuur binnen de school garandeert dat haperingen in de ontwikkeling van leerlingen op tijd wordt gesignaleerd. Leerlingen met een aangepaste leerlijn hebben een aangepast ontwikkelperspectief.

2.

Standaarden basiszorg Passend Onderwijs De school heeft een visie op passend onderwijs. Deze visie wordt door het team gedragen. Leerkrachten zijn ambitieus t.a.v. leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. De school biedt een veilig pedagogisch klimaat en besteedt aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling. De rolverdeling tussen IB-er en leerkracht is duidelijk: de IB’er coacht de leerkracht, de leerkracht begeleidt en coacht leerlingen. De basisschool heeft contact met de voorschoolse educatie en het voortgezet onderwijs en organiseert een warme overdracht van leerlingen.

Uitgangspunten Handelingsgericht werken Op 3 niveaus in de organisatie, de klas, de school en de afdelingen en Samenwerkingsverband wordt het concept van Handelingsgericht werken toegepast. Dit concept is gebaseerd op 7 uitgangspunten: 1.

Doelgericht en planmatig werken. We verzamelen en analyseren alleen die gegevens die we nodig hebben om ons handelen te kunnen bepalen. Doelen geven daarbij richting; waar willen we naartoe en wat hebben we daarvoor nodig? Op basis van feitelijke gegevens en feedback van de betrokkenen wordt geëvalueerd in hoeverre de doelen bereikt zijn en wat daartoe bijgedragen heeft. Deze informatie wordt benut om de werkwijze doeltreffender te maken. Handelingsadviezen krijgen een planmatig vervolg.

2.

De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. Het is voor de betrokkenen duidelijk hoe het traject en het ondersteuningsarrangement tot stand komt; wie wat doet, waarom, wanneer en hoe. Formulieren en checklists werken ondersteunend. Er wordt gewerkt aan een veilige, constructieve sfeer, zodat alle betrokkenen open kunnen en durven zijn over hun manier van handelen, over hun ideeën, (on)mogelijkheden en motieven.


25

3.

De onderwijs- en opvoedingsbehoeften van kinderen staan centraal. We richten ons niet op wat er mis is met het kind, maar wat het nodig heeft zijn om zich optimaal te ontwikkelen, uitdagingen aan te gaan en moeilijkheden te overwinnen. Wat nodig is wordt bepaald door wat in de school en het gezin mogelijk is om te kunnen handelen en niet door feitelijke classificerende diagnostiek. Het gaat om de wisselwerking en afstemming tussen het kind, opvoeding en onderwijs. We kijken naar de interactie en afstemming tussen kind, groepsgenoten, leerkracht, ouders. Wat werkt al in de goede richting en kan uitgebouwd worden? Wat willen we veranderen en hoe pakken we dat aan? Deze vragen kunnen alleen beantwoord worden MET de ouders en MET de school in DEZE situatie waarin het kind opgroeit en op school gaat. Dit heeft consequenties voor de wijze waarop gewerkt wordt. Het zwaartepunt komt niet te liggen in het vooraf bepalen wat nodig is, maar in het ontwerpen van een kansrijk traject door school en ouders in samenwerking met externe professionals.

4.

Ouders en leerkrachten doen ertoe. Ouders en leerkrachten worden als ervaringsdeskundigen en partners gezien. We gaan uit van de opgroeikracht van kinderen, de opvoedkracht van ouders en de ‘leer’kracht van leerkrachten, zodat deze verstevigd en ontwikkeld worden. Hun vragen, ervaringen, opvattingen en ideeën worden serieus genomen. Met andere woorden: het zijn de leerkrachten en ouders die het doen. Wat kunnen zij zelf? Wat hebben zij aanvullend nog nodig, wat zijn hun ondersteuningsbehoeften? Positieve aspecten van kind, opvoeding en onderwijs worden gezocht, benoemd en benut. We richten ons op wat wel lukt en waardoor het wel zou kunnen slagen. We denken, praten en werken in mogelijkheden en oplossingen voor onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen i.p.v. onmogelijkheden en problemen hierbij benoemen. Samenwerking tussen leerkrachten, kinderen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. We zien elkaar als partners en benutten de expertise en ervaringsdeskundigheid van elkaar vanuit de gedachte ‘één kind, één plan!’ Dit vergt constructieve communicatie tussen alle betrokkenen met zo min mogelijk bureaucratie.

5.

Standaarden handelingsgericht werken voor de leraar Binnen het schoolteam is sprake van een gedragen en uitgewerkte visie op passend onderwijs. Leerkrachten benoemen en benutten de positieve aspecten van kind, opvoeding en onderwijs om een stagnerend ontwikkelingsproces een nieuwe impuls te geven. Zij werken samen met ouders en ondersteuners van de leerling. Hierbij wordt gedacht in kansen en mogelijkheden. Leerkrachten werken planmatig vanuit de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Binnen het team staat men open voor reflectie en wordt aan voortdurende verbetering gewerkt van de kennis en vaardigheden, die nodig zijn om passend onderwijs uit te werken.


26

6.

Planmatig werken op schoolniveau Op schoolniveau zijn regelmatige groepsen leerling besprekingen gepland. Er wordt gewerkt met groepsplannen, waarin ruimte is in het omgaan met verschillen. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften hebben bij een aangepaste leerlijn een aangepast ontwikkelperspectief, dat met ouders is besproken. Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften worden gevolgd via een groeidocument.

7.

Zorgstructuur op school Het Schoolondersteuningsteam kan snelle hulp organiseren. De IB-er coacht een team dat streeft naar voldoende competenties om leerlingen met speciale onderwijsbehoeften te begeleiden. Het Schoolondersteuningsteam kan de expertise van een orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker of trajectbegeleider inroepen. Dit gehele proces wordt door de schooldirecteur ondersteund, gefaciliteerd en bewaakt.

Ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband Het Samenwerkingsverband organiseert een Expertise & Dienstenteam. Dit team ondersteunt scholen met de begeleiding van leerlingen met complexe ondersteuningsvragen (zware ondersteuning). Het Samenwerkingsverband draagt zorg voor een dekkend aanbod binnen de regio, waardoor leerlingen met complexe ondersteuningsvragen ook buiten de reguliere basisschool een passend onderwijs kan krijgen. De begeleiding van het Schoolondersteuningsteam via trajectbegeleiders kan ingezet worden als scholen het uitzicht op een passend aanbod binnen de eigen school niet kunnen organiseren. De trajectbegeleider kan nieuw zicht bieden op de speciale ondersteuningsvragen of een traject in gang zetten naar een passender onderwijsvoorziening voor de leerling. Ondersteuningsmogelijkheden van de school De school heeft een structuur en instrumenten om leer- en opvoedproblemen vroegtijdig te onderkennen. Ook is er een aanbod voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie. Leerlingen met meer of minder begaafdheid krijgen een aangepast aanbod. De school werkt gericht aan een pedagogisch klimaat, dat gekenmerkt is door sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen. In principe vangt de school leerlingen op met enkelvoudige problemen op het gebied van -

leer- en ontwikkelingskenmerken

-

sociale- en emotionele problemen

-

gedragsmatige kenmerken

-

werkhouding

-

een problematische thuissituatie.

De afdeling of het Samenwerkingsverband kan extra ondersteuning bieden. Samenwerking met externe instanties wordt tijdig benut.


27

Grenzen van de ondersteuning De school kan grenzen aangeven bij de ondersteuningsmogelijkheden. Deze grenzen kunnen er zijn vanwege de complexiteit van de problematiek en de mate van zelfredzaamheid van de leerling. De veiligheid van de leerling of medeleerlingen kan in het geding zijn, waardoor een reguliere schoolplaatsing niet mogelijk is. De mate van fysieke en/of medische verzorging kan voor de school organisatorisch of vanuit verantwoordelijkheidsoogpunt problemen geven. Ook kan sprake zijn van aanpassingen aan het gebouw, die door de school (op korte termijn) niet zijn te organiseren. Bij een plaatsing van een leerling met extra ondersteuningsbehoeften zal de kwaliteit en kwantiteit van het te geven onderwijs steeds gewogen worden. Meer informatie kunt u nalezen op http://www.swv-twentenoord.nl Dyslexieprotocol We trachten kinderen zo goed mogelijk te volgen in hun ontwikkeling. Het dyslexieprotocol is een werkwijze om kinderen systematisch vroegtijdig te signaleren m.b.t. mogelijke kenmerken van dyslexie. In groep 1 en 2 wordt twee keer per jaar een signaleringslijst ingevuld. In de groepen 3 t/m 8 vindt de signalering plaats aan de hand van methode gebonden toetsen (taal- en leesmethode), CITO toetsen en deelvaardigheidtoetsen (Struiksma, Klepel, EMT, PI-dictee). Na het signaleren van moeilijkheden wordt er afgestemde hulp geboden. Dit maakt onderdeel uit van het groepsplan (instructie-afhankelijke groep). Bij hardnekkige problemen wordt een individueel begeleidingsplan gemaakt. Het protocol is geen middel om dyslexie vast te stellen. Het is een instrument om kinderen gerichte begeleiding te kunnen geven op het gebied van taalontwikkeling. Het vaststellen van dyslexie kan niet door de school worden gedaan maar door externe deskundigen. Voor de basisschool is het nodig om een verklaring te hebben, om de kinderen hulp te bieden tijdens het afnemen van de CITO toetsen. Zorg binnen onze school Logopedist, kinderfysiotherapeut en sociale vaardigheidstraining De Logopedische Dienst van de gemeente Hellendoorn voert de logopedische onderzoeken op de basisscholen in de gemeente Hellendoorn uit, op het gebied van : De stem (is deze helder of hees?). Het gehoor (luisterfuncties). De spraak (worden alle klanken uitgesproken en zijn ze correct?). De taal (kent het kind voldoende woorden, hoe is de zinsbouw?). Het mondgedrag (het mond-ademen en zuigen op vingers, duim of speen)


28

Wat doet de logopedist in de school? Groep 1: Observatie, onderzoek en controle van de leerling, maar ook voorlichting en advisering, (van ouders en/of leerkracht). Groep 2: Controle, onderzoek, screening (dat wil zeggen: een kortdurend onderzoek van alle leerlingen) en tevens advisering en begeleiding (van ouders of leerkrachten). Groep 3 tot en met 8: Onderzoek, advisering en controle. Vanaf het begin van het schooljaar wordt elke school in de gemeente Hellendoorn wekelijks door de schoollogopedist bezocht. Van de bevindingen van een logopedische screening of een controle krijgen de ouders/verzorgers altijd schriftelijk of mondeling bericht. Bovendien zal de logopedist de school informeren over de bevindingen van de screening of de controle. Indien een kind logopedische behandeling nodig heeft zal de logopedist altijd vooraf met de ouders/verzorgers contact opnemen en met de school overleggen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de logopedist van uw school. Dit is mevrouw M. Schoormans (Marieke). De kinderfysiotherapeut De kinderfysiotherapeut observeert de kinderen uit groep 1 en 2 één keer per jaar om vroegtijdig eventuele problemen te signaleren. Indien een kind behandeling nodig heeft zal de kinderfysiotherapeut altijd vooraf met de ouders/verzorgers contact opnemen en met de school overleggen. De kinderfysiotherapeut is mevrouw I. v.d. Dussen (Irma). De verdere behandeling zal zoveel mogelijk op school (onder schooltijd) worden voortgezet. Binnen het samenwerkingsverband, waarbij onze school is aangesloten, bestaat de mogelijkheid dat kinderen lessen sociale vaardigheidstraining wordt aangeboden. Zowel de ouders als de leerkracht kunnen hier, vanzelfsprekend in onderling overleg, gebruik van maken. In overleg met de Intern Begeleider zal de leerling worden aangemeld, waarna een intakegesprek met de ouders zal plaatsvinden. De trainingen vinden plaats op de Brug of op één van de basisscholen binnen de gemeente Hellendoorn. De lessen worden meestal betaald door de scholen van het samenwerkingsverband.


29

Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Het team Jeugdgezondheidszorg Samen met u volgen wij de ontwikkeling van uw kind, vanaf de geboorte totdat uw kind 19 jaar is. De eerste vier jaren van uw kind bieden wij zorg en ondersteuning aan vanuit het consultatiebureau, daarna op de school van uw kind. Gezondheidscheck op school In groep 2 en 7 van de basisschool en ook in het voortgezet onderwijs in klas 2 en 4 zien wij uw kind. Wij kijken naar de lengte en het gewicht en of uw kind goed kan zien en horen. Kinderen hoeven zich tijdens deze gezondheidscheck niet uit te kleden. Deze check vindt plaats op school, in de vertrouwde omgeving van uw kind. Als ouder hoeft u hier niet bij aanwezig te zijn. Wij vragen ouders en school vragenlijsten in te vullen. Dit geeft een goed beeld van een kind. Voor de kinderen is het belangrijk dat zij ons al kennen. Wij stellen ons daarom altijd eerst even voor in de klas. Op onze website www.ggdtwente.nl is een informatieve film te vinden hoe een gezondheidscheck gaat. Extra aandacht en ondersteuning Sommige kinderen hebben meer tijd en aandacht nodig. Deze kinderen krijgen een extra onderzoek bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Als ouder bent u hierbij van harte welkom. Daarnaast kunt u bij ons terecht voor advies op maat, een telefonisch consult of een bezoek aan huis. Dit kan gaan over de ontwikkeling, het gedrag of de opvoeding van uw kind. Samenwerking met school Voor ons is de samenwerking met scholen heel belangrijk en waardevol. Wij hebben daarom regelmatig contact met school en nemen deel aan zorgoverleggen. Wij zijn voor scholen een vast aanspreekpunt voor vragen over bijvoorbeeld ontwikkeling en verzuim van kinderen. Inentingen Alle kinderen ontvangen rond de leeftijd van 9 jaar een uitnodiging voor twee prikken. Een prik tegen difterie, tetanus, polio (de DTP-prik) en een prik tegen bof, mazelen en rodehond (BMRprik). Daarnaast ontvangen alle 12-jarige meisjes twee keer een uitnodiging voor de HPV-prik. Deze inentingen zorgen voor bescherming tegen baarmoederhalskanker. Wilt u meer informatie? Op onze website www.ggdtwente.nl vindt u meer informatie over de Jeugdgezondheidszorg.


30

Heeft u vragen, wilt u advies, ondersteuning of contact? U kunt ons, op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur, bellen op het centrale telefoonnummer 0900 - 333 88 89. Het School Gericht Maatschappelijk Werk (SGMW) Het SGMW wordt op onze school verzorgd door Jacques Dijkers, schoolgericht maatschappelijk werker (sgmw’er) in dienst van de Stichting Maatschappelijk Werk Noord West Twente. Het SGMW is een aanvulling op de leerlingenzorg die op de basisschool aanwezig is. Dat betekent in de praktijk dat hij regelmatig overleg heeft met de intern begeleider en/of de leerkrachten. Hij richt zich op de relatie kind-ouders-school. Op school wordt een probleem vaak snel gesignaleerd en als ouders stapt u vaak gemakkelijker met uw probleem naar de school. De drempel naar hem is dus laag. Voordeel is dat er vroegtijdig hulp kan worden geboden. Hij neemt ook deel aan het Schoolondersteuningsteam op onze school. Voor welke problemen kunt u onder ander bij hem terecht:      

uw kind wordt gepest; er zijn problemen tussen de leerkracht en uw kind; er is sprake van opvoedingsproblemen; uw kind is angstig of depressief; uw kind is agressief en druk of juist teruggetrokken en passief. Uw kind heeft weinig zelfvertrouwen of… uw kind is onzeker?

De werkwijze is als volgt:   

hij is snel inzetbaar; gesprekken kunnen zowel op school, bij het maatschappelijk werk op kantoor of thuis plaatsvinden; kortdurende hulpverlening.

Het kan zijn dat zijn hulp niet voldoende is. In die situatie zal hij samen met u bekijken welke andere mogelijkheden er zijn om de problemen op te lossen. Als u denkt dat hij kan helpen, neem dan gerust contact met hem, de leerkracht en/of intern begeleider op. Contactgegevens: Jacques Dijkers Contstantijnstraat 32b 7442 ME te Nijverdal Telefoonnummer: 0546-546300 Emailadres: [email protected]

Website: www.mwnwt.nl


31

Van ’t Heem naar het voortgezet onderwijs. Communicatie en afstemming: Tijdens de informatieavonden/kennismakingsgesprekken in september wordt aan de ouders van leerlingen in de groepen 6, 7 en 8 meegedeeld, dat de resultaten van de Citotoetsen uit het LOVS (zichtbaar via het ouderportaal) meewegen voor de verwijzing naar een school voor voortgezet onderwijs in groep 8. De ouders van de leerlingen in groep 8 worden tevens geïnformeerd over de procedure m.b.t. de overgang naar VO. Hierbij wordt speciaal aandacht geschonken aan ouders van kinderen met speciale ondersteuningsbehoeften. De leerkracht van groep 8 ontvangt in november van de school voor VO de richtlijnen voor verwijzing. Procedure m.b.t. het bepalen en onderbouwen van het schooladvies : De leerkracht van groep 8 stelt uiterlijk begin november een document op van resultaten van citotoetsen, behaald in de groepen 6 en 7. De leerkracht voert aan de hand van dit document in november gesprekken met leerlingen en ouders aangaande wensen en mogelijkheden ten aanzien van een verwijzing naar een school voor VO. Direct na de laatste citotoetsen in januari/februari stelt de leerkrachten samen met de IB-er, coördinator bovenbouw en/of directie, een schooladvies op, waarbij de vaardigheidsscores van de vakken begrijpend lezen en rekenen-wiskunde van de groepen 6, 7 en 8 leidend zijn. De vakken technisch lezen en spelling, als ook factoren m.b.t. sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding en motivatie worden meegenomen om tot een verantwoord school advies te komen. Het schooladvies kan enkelvoudig zijn, maar mag ook twee schoolkeuzes inhouden. Onze school verwijst in principe niet naar dakpanklassen. De organisatie van deze klassen wordt bepaald door het voortgezet onderwijs. Dit voorkomt teleurstellingen wanneer een bepaalde dakplanklas niet gerealiseerd kan worden. Verstrekken schooladvies ouders : Begin februari wordt tijdens de verwijzingsgesprekken het (schriftelijk vastgelegde) schooladvies aan ouders en leerlingen verstrekt. De inschrijvingsprocedure voor een school van VO dient voor 1 maart afgerond te zijn. Desgewenst dient een onderwijskundig rapport meegezonden te worden. De rapporten kunnen digitaal of handmatig ingevuld, verzonden worden. Het advies-vo moet (wettelijk vastgelegd) uiterlijk 1 maart 2015 zijn vastgesteld en opgenomen in het leerlingenadministratiesysteem. Hierna heeft school twee weken de tijd (tot 15 maart 2015) om de adviezen uit te wisselen met BRON. Eventuele heroverweging : In april wordt de cito eindtoets gemaakt door de leerlingen van groep 8. Na de toets kan het schooladvies worden heroverwogen als de leerling een significant hogere eindscore heeft behaald ten opzichte van het uitgebrachte schooladvies. Warme overdracht : Na 1 juni zijn alle leerlingen definitief geplaatst in het VO. Er vindt een warme overdracht plaats tussen ‘t Heem en VO. De school van voortgezet onderwijs communiceert met ouders de definitieve plaatsing op de school van voortgezet onderwijs.


32

Beleidsvoering Beleidsvoering en leidinggeven Wij vinden het onze taak om kinderen middels het leerproces veelzijdig te vormen. Een open sfeer tussen kinderen, leerkrachten en ouders is daarvoor een goede voedingsbodem. Om die veelzijdige vorming van kinderen te ondersteunen zullen de leerkrachten hun didactische en ook pedagogische kwaliteiten moeten aanspreken. De schoolleiding richt zich hierbij in de eerste plaats vooral op het onderwijskundige en organisatorische gebied. Haar activiteiten zijn erop gericht het proces van kennisoverdracht in de groepen te volgen en waar nodig aan te passen. Daarnaast zal de schoolleiding zich ook inzetten om het klimaat en de cultuur van de school te bewaken. Bij het optimaliseren van dit alles hoort ook het zoveel mogelijk inzetten van de leraren tijdens het onderwijsproces. Voor directievoering en Interne Begeleiding (IB) van de totale leerlingenzorg is tijd buiten de groepen noodzakelijk. Wel is ons beleid erop gericht de groepen zoveel mogelijk als enkele groepen door een leraar begeleid te laten worden. Daar waar dit door omstandigheden (leerlingenaantallen per groep) niet mogelijk is, wordt zorgvuldig afgewogen welke indeling de beste mogelijkheid is. Bij het begeleiden van de leerlingen kan ook een onderwijsassistente betrokken worden. Deze voert altijd taken uit in overleg met een leraar en kan zowel bij de onderbouw als bovenbouw groepen worden ingezet. Wijze van vervanging bij ziekte, studieverlof en scholing Al sinds jaren is het een bekend gegeven, dat een leraar niet altijd vijf dagen per week werkt en daarmee de enige leraar van de groep is. Duobanen en parttimers zijn inmiddels in onderwijsland een veelvoorkomend verschijnsel, ook bij ons op ‘t Heem. Op onze school wordt daar bij de verdeling van de groepen rekening mee gehouden. Soms is een leraar ziek. Gelukkig beschikt de school over veel flexibele collega's, maar het vervangen van zieke leerkrachten door invallers is ook op onze school een probleem. Zo zullen wij in uiterst voorkomende gevallen ertoe moeten overgaan de leerlingen naar huis te sturen, uiteraard in uiterste noodzaak en nadat een passende oplossing is gezocht. In voorkomend geval worden altijd de ouders geïnformeerd. Opleidingsschool: begeleiding en inzet van stagiaires, zij-instromers en LIO-ers Wij vinden het als school belangrijk dat wij ons steentje bijdragen in de opleiding van goede leerkrachten. Daarom geven wij studenten van de opleidingsscholen voor leraren de gelegenheid bij ons stage te lopen en hun opdrachten te doen. De stagebegeleider van de opleiding volgt de stagiaire en voert overleg met de leraar die bij ons op school de stagiair begeleidt. De leraar blijft eindverantwoordelijk voor zijn/haar groep. Een LIO'er (Leerkracht In Opleiding) is een student van de opleidingsscholen in het laatste opleidingsjaar. De LIO'er heeft zelf de verantwoording voor een groep, maar zal regelmatig overleg moeten voeren met een collega-leraar. De stagecoördinator van onze school is eindverantwoordelijk voor de gehele stage. Deze studenten worden begeleid door de opleider binnen onze school.


33

Ontwikkelingen in het onderwijs Onderwijs is een proces, dat altijd in beweging is. Enerzijds vanuit veranderende onderwijskundige inzichten, anderzijds om zich aan te passen aan maatschappelijke veranderingen. Als school proberen we hier steeds op in te spelen. Belangrijk hierbij is, dat alle processen die zich afspelen in de school, vertaald worden tot bepaalde einddoelen. Deze einddoelen moeten telkens gecontroleerd worden. Het controleren van deze processen en einddoelen heet kwaliteitszorg. Praktisch gezien betekent dit, dat we door middel van observaties, proefwerken en de afname van landelijk gestandaardiseerde toetsen regelmatig nagaan of de aangeboden stof en de gewenste sociale vaardigheden worden beheerst. Klassenbezoeken, inventarisaties van problemen en leerling-besprekingen zijn activiteiten die op de teamvergaderingen aan de orde komen. Daar gaan we na of de wijze, waarop we ons onderwijs hebben ingericht, moet worden aangepast. Om te zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang zullen we kritisch moeten blijven kijken naar ons onderwijs en de manier waarop wij ons onderwijs aanbieden. Ons onderwijs en de manier waarop wij het onderwijs aanbieden heeft in de afgelopen jaren een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Al deze beleidsvoornemens hebben tot doel om de kinderen nog beter te kunnen begeleiden en te zorgen voor een nog betere aansluiting van ons onderwijs bij het veranderende voortgezet onderwijs en hun toekomstige maatschappij. Deze beleidsvoornemens worden verder uitgewerkt (en verzameld) in de map “Kwaliteitszorg op ‘t Heem”. De beleidsvoornemens worden ieder jaar opnieuw met het team en onze medezeggenschapsraad besproken en vastgelegd.

.


34

Waar werken we komend schooljaar aan ? Zoals al eerder gezegd staan ontwikkelingen nooit stil. Enerzijds constateren we zelf dat zaken voor verbetering vatbaar zijn en anderzijds stelt de overheid nieuwe eisen aan ons. Natuurlijk luisteren we ook zo goed mogelijk naar wat onze klanten (lees: ouders en kinderen) willen. Dit betekent dat enkele zaken op korte termijn kunnen worden afgehandeld. Voor andere veranderingen is sprake van een meerjarenplanning. omdat sommige onderwijsvernieuwingen zo ingrijpend en veelomvattend zijn, dat het onmogelijk, maar ook ongewenst is, om deze in één schooljaar vorm te geven. Middels ons strategisch beleidsplan en beleidsvoornemens gaan we met onderstaande zaken aan de slag : Lijn

Deelaspect

Doelen

Planning

Zorg Passend onderwijs

Lijn door het hele jaar

School-ondersteunings-profiel (SOP)

SOP bijstellen in oktober 2015

Eenmalig op vergadering

Zorgplan

 Zorgplan aanpassen aan schooljaar 2015-2016  Richtlijnen voor OPP vastleggen

Doorgaande lijn hele

 Aansluiting leerlijn groep 1/2 en groep 3  Differentiëren: uitbreiden coöperatieve werkvormen  Logboek bijhouden


Uitwerken leerlijn begrijpend luisteren en lezen

Doorgaande lijn 2015-2018

Vroegtijdig signaleren

schooljaar

schooljaar

Programma-aanbod Werken vanuit leerlijnen

Onderzoeken taalmethode passend bij leerlijn taal Sociaal emotionele ontwikkeling ParnasSys ZIEN - toetsinstrument

 Twee keer per jaar afname ZIEN  Implementeren en evalueren ParnasSys ZIEN  Scholing gebruik ZIEN

Opname in zorgen toetskalender Tweemaal per jaar evaluatie

Sociaal emotionele ontwikkeling

PR

 Implementeren en borgen Mindfulness voor kinderen in groep 4  Implementeren en borgen Rots en water voor leerlingen in groep 5




Eenmalig op vergadering

schooljaar

Ouderbetrokkenheid Ontwikkelgesprekken met kind, ouder(s) en leerkracht

Informatieve avond ouderbetrokkenheid





Ontwikkelgesprekken (gr. 5 t/m 8) uitbreiden naar gr. 4 Protocol ontwikkelgesprekken: vastleggen en borgen afspraken in (groepen 4 t/m 8 , 3x per jaar, inhoud) Brug tussen ouders en school: activiteiten rondom (begrijpend) lezen, in samenwerking met de schoolbieb


Eén avond in schooljaar 2015-2016

35

MI  

Jaarplanning

Jaarplanning 2015-2016 Checkwijzer kerndoelen

Werkmiddag tijdens leerteam MI/WO augustus/september 2015



Implementatie techniek, creatieve vakken, drama, kookeiland en muziek

Nascholing

Creatieve carrousel uitwerken en implementeren

Jaarlijkse nascholing met Marco Bastmeijer

kwaliteit Verantwoordelijkheid van leerlingen

Doorgaande lijn hele schooljaar

Eenmalige werkmiddag 20

Lijn door het hele jaar

voor organisatie en proces Strategieën voor denken en leren

Taxonomie van Bloom

Doorgaande lijn meerdere schooljaren 2015-2018

21st Century skills

Begrijpend luisteren en lezen Leerlijn (Nieuwsbegrip XL en /of Ik leer

Doorgaande leerlijn begrijpend luisteren en lezen

zo)

Doorgaande lijn hele schooljaar Nascholing team

PDCA / borging 

Protocollen

Plannen vaste momenten om protocollen te bespreken / evalueren Evaluaties borgen in kwaliteitshandboek BAS

Terugkerend op agenda





Opbrengstenevaluaties toetsen/ultimview ParnasSys Doelen stellen per groep



Continuous improvement (Jay Marino)





Cloudwise: invoering ICT hard- en software in

Doorgaande lijn





Opbrengstgericht werken



2 x per jaar na CITO en na elke methodetoets 2 x per jaar na CITO Nascholing dir-ib in 2015-2016

ICT en 21st Century Skills ICT implementeren in de basisvakken: ontwikkelen 21st Century skills

Office 365

het onderwijsprogramma

meerdere schooljaren



Inzet Chomebooks in middenbouw

2015-2016



Werken in de Cloud door leerkrachten/ib/dir

Doorgaande lijn hele schooljaar


36

Daarnaast bezoeken leerkrachten elkaar in de groep en bespreken samen de onderwijsontwikkelingen. Ook bij de verschillende zorgbesprekingen werken leerkrachten in duo’s met elkaar (maatjes-bespreking). Ieder jaar besteden leerkrachten in het kader van het integrale personeelsbeleid aandacht aan hun persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). In dit POP heeft elke leraar aangegeven hoe hij/zij zich wil ontwikkelen, waarin hij/zij wil veranderen en om het onderwijs voor de leerlingen te verbeteren. Daarbij vormt de gesprekkencyclus het uitgangspunt.

Ouderbetrokkenheid Ouders helpen op school Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op ‘t Heem. Een moderne basisschool, zoals ’t Heem, kán eenvoudigweg niet zonder ouders. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de ouderraad spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. De belangen van de ouders worden op onze school door twee organisaties behartigd: de medezeggenschapsraad (MR) en de ouderraad (OR). Ouderraad en Ouderbijdrage In de Ouderraad (OR) van ‘t Heem zit een aantal vertegenwoordigers van de ouders. Bij veel van de eerder genoemde activiteiten op ‘t Heem is de OR actief of heeft daarbij een coördinerende taak. Jaarlijks worden ouders door middel van een ouderhulplijst gevraagd aan te geven met welke activiteit(en) en/of klusjes zij dit schooljaar willen meehelpen. Dit geldt ook voor een eventueel lidmaatschap van de OR. Daarnaast beheert de penningmeester van de OR het zogenaamde ouderfonds van waaruit deze activiteiten worden bekostigd (o.a. het sinterklaas- en kerstfeest, het schoolreisje). Ook wordt hieruit de collectieve ongevallenverzekering, waar alle leerlingen onder vallen, bekostigd. Het ouderfonds komt tot stand door de jaarlijks te innen vrijwillige ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage wordt zo laag mogelijk gehouden. Voor de leerlingen van groep 0 t/m 8 is de bijdrage vastgesteld op € 40,--. Van de ouders/verzorgers van leerlingen uit groep 8 wordt een extra bijdrage van € 55,-- gevraagd in verband met het meerdaags durend schoolkamp. De ouderbijdrage wordt jaarlijks aan het begin van het schooljaar geïnd. Hoewel de ouderbijdrage vrijwillig is doet de O.R. toch een dringend verzoek aan alle oudersom het bedrag te betalen om zo een aantal extra’s voor de kinderen te kunnen verzorgen. Er wordt door de O.R. naar gestreefd het bedrag zo laag mogelijk te houden. Als ouders de ouderbijdrage niet betalen, kunnen wij genoodzaakt zijn om uw kind uit te sluiten van het schoolreisje en/of feestelijke activiteiten. Het zal in die tijd dan schoolwerk in de klas doen. Voor ouders met een minimum inkomen bestaat er de mogelijkheid een beroep te doen op "het declaratiefonds" van de Gemeente Hellendoorn.


37

De OR vergadert ongeveer eenmaal per maand. In de OR hebben de onderstaande leden zitting: Simone Rozendal

voorzitter OR

Jannie Pannen

lid

Annemiek Borkent

penningmeester OR

Natasja Sohalaitlid

lid

Erna Langenhof

lid

Annelies van Dordt

lid

Käthe Stegeman

lid

Corina Nijeboer

lid

Het team wordt vertegenwoordigd door Riët Slijkhuis. Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad is per december 1992 ingesteld toen de Wet op Medezeggenschap in werking trad. De MR van deze school bestaat uit 6 leden: drie ouders en drie teamleden. Het team kiest uit haar midden 3 leden en de 3 oudervertegenwoordigers worden door middel van verkiezingen gekozen door de ouders. Hiervoor is een rooster van aftreden samengesteld. In principe neemt een lid voor minimaal 3 jaar zitting in de MR. Elke ouder waarvan een kind op ‘t Heem staat ingeschreven, kan zich voor de MR verkiesbaar stellen. Het verschil tussen de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad is dat de MR wettelijke bevoegdheden heeft en de O.R. niet. De MR is een officieel orgaan binnen onze school dat naast de belangen van de school in het algemeen ook de belangen van het personeel en de belangen van ouders en leerlingen van ’t Heem behartigt. Elke ouder of andere belanghebbende kan zich met vragen, suggesties of opmerkingen wenden tot één van de MR-leden, middels e-mail, telefoon of in een persoonlijk gesprek. De MR praat in feite over alles wat met de school te maken heeft. Elk belangrijk besluit dat het bestuur wil nemen, moet worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. In het Medezeggenschapsreglement staat precies aangegeven bij welke onderwerpen de MR het bestuur van advies kan dienen en bij welke zaken het bestuur de instemming van onze MR nodig heeft. Het Medezeggenschapsreglement ligt ter inzage op school en kan tijdens schooluren door ouders worden geraadpleegd. Op haar beurt kan de MR elk standpunt dat zij heeft, gevraagd of ongevraagd kenbaar maken aan het bestuur, dan moet het bestuur hier binnen drie maanden gemotiveerd schriftelijk op reageren. De verschillende geledingen in de MR hebben één gemeenschappelijk belang: de school. Verreweg de meeste bevoegdheden worden dan ook door de MR als geheel uitgeoefend. Maar soms wordt er een besluit genomen dat voor de ene geleding zwaarder telt dan voor de andere. In dat geval heeft de één instemmingsrecht en de ander adviesrecht. Vaak zal de MR ook tussentijds haar achterban informeren middels de nieuwsbrief en de website. Zo kunnen alle leerlingen, ouders en personeelsleden op de hoogte blijven van wat er speelt. Tevens mogen de ouders ieder jaar een jaarverslag verwachten van belangrijk besproken items.


38

De MR zorgt op deze manier voor de communicatie van de lopende zaken met haar achterban, want een van de doelstellingen is zorgen voor een grote openheid binnen de school. De MR vergadert minimaal 6 keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar en ouders zijn daarbij van harte welkom. Ouders hebben de mogelijkheid ieder te bespreken onderwerp als agendapunt in de eerstvolgende MR vergadering(en) mogen aandragen. Deze dient minimaal 1 week voorafgaand bij de voorzitter worden kenbaar gemaakt. Informatie hierover kunt u terug vinden op onze website. Samenstelling MR : -

vanuit de ouders:

WijnandOppedijk Erik ter Harmsel Adissa Piric -

(voorzitter)

vanuit het team:

Roy van den Berg Gea Smit Alejandro Veenaas De directie maakt geen onderdeel uit van de MR. Hij wordt uitgenodigd bij een vergadering wanneer de MR dit wenst. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Sinds 2005 is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad opgericht van alle ROOSscholen binnen de 4 deelnemende gemeenten. Alle scholen binnen de gemeente worden in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad vertegenwoordigd door een teamlid en een lid vanuit de oudergeleding binnen de MR. Binnen de GMR worden school overstijgende zaken behandeld. De GMR is voornamelijk opgericht om de besluitvorming en advies-overleg te versnellen. Vanuit onze school vertegenwoordigt Wiepke Lenk als teamlid de gemeente Hellendoorn binnen de GMR. Contacten ouders-leerkrachten Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Niet voor niets noemden we voor in deze gids een geregeld contact met de ouders als een van de zaken waar we op ‘t Heem speciaal op letten. We informeren u niet alleen over alle belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind, dat staat vast. Huisregels Ook onze school kent, net als bij u thuis, schoolregels waaraan we ons houden. We hebben daarom dan ook regels opgesteld die gaan over orde, netheid, communicatie, verboden spullen en


39

middelen, te laat komen, ziek of afwezig en verlof gaan. Het gaat te ver om al deze regels in de schoolgids te vermelden. Wel communiceren wij deze regels met enige regelmaat in onze nieuwsbrief. Ook kunt u de regels uitgebreid nalezen in ons veiligheidsplan, die ter inzage ligt op school. Eén van de huisregels is het ziekmelden van de leerlingen. Kinderen zijn vanaf hun vijfde jaar leerplichtig. Dit houdt in dat u ze dan niet meer maar zo thuis mag houden. Hoewel vierjarigen nog niet leerplichtig zijn, willen we u toch vragen om uw kinderen niet zonder berichtgeving thuis te houden. Geef het in zo’n geval even door, zodat we ons niet hoeven af te vragen of uw kind nog ergens in de omgeving van de school rondzwerft. De afwezigheid van uw kind kan persoonlijk, telefonisch of per email, het liefst voor half negen, aan ons worden doorgegeven. Een andere regel is het binnenkomen. In de groepen 1 en 2 mogen de ouders iedere ochtend hun kind(eren) binnen brengen. Na schooltijd lopen de leerkrachten met de kinderen weer naar buiten. Vanaf groep 3 komen de leerlingen zelfstandig binnen. Om de zelfredzaamheid te bevorderen vragen we u daarom afscheid te nemen op het schoolplein. Voor eventuele korte mededelingen kunt u altijd vanzelfsprekend even binnenkomen. Een laatste regel die we onder de aandacht willen brengen in deze schoolgids is de “fietsgrens”. Om het aantal fietsen op het schoolplein te minimaliseren en op deze manier schade aan fietsen te voor komen geldt er voor de leerlingen vanaf groep 3 een fietsgrens. Deze grens is in samenspraak met de leerlingenraad vastgesteld en is in iedere groep zichtbaar opgehangen. Heemkalender Aan het begin van elk schooljaar ontvangt elk gezin een jaarkalender waarin de belangrijkste zaken staan voor het hele jaar. Aanvullende data vanuit bijvoorbeeld de nieuwsbrieven kunnen door de ouders zelf worden aangevuld op de kalender. Ook kunt u de actuele kalender nalezen op onze website. Onze nieuwsbrief : Heemgeluiden Eén keer per week wordt door ons informatie uitgebracht. Hierin staat allerlei actuele informatie over de meest uiteenlopende zaken, bijvoorbeeld vrije dagen, evenementen, verslagen van ouderraad en medezeggenschapsraad, etc. Deze digitale nieuwsbrief kunt u op vrijdag in uw mailbox verwachten. U kunt ook onze website (www.hetheemnijverdal.nl) raadplegen. Informatieavond voor de groepen 1/2 en 8 en kennismakingsgesprekken groep 3 t/m 7 Aan het begin van het schooljaar organiseren we voor de ouders van de groepen 3 t/m 7 kennismakingsgesprekken. De kennismakingsgesprekken worden gehouden in de tweede of derde week van het nieuwe schooljaar tijdens de middag en avond. U ontvangt daarvoor een persoonlijke uitnodiging. Voor de groepen 1/2 en groep 8 organiseren we de informatieavonden. Ouders/verzorgers uit deze groepen zijn op deze avond van harte welkom, waarin u wordt geïnformeerd over de gang van


40

zaken in deze groepen en wat er komend schooljaar allemaal te wachten staat. Ook houden we huisbezoeken in groep 1/2 en bij nieuwe leerlingen die instromen vanaf groep 3. Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 6/7 Groep 8

informatie avond kennismakingsgesprekken kennismakingsgesprekken kennismakingsgesprekken informatie avond

Rapporten en portfolio De leerlingen ontvangen drie maal per jaar een digitaal rapport en krijgen tegelijkertijd hun portfoliomap mee naar huis : november/december maart eind van het schooljaar Rapportgesprekken Drie keer per jaar worden er zgn. 10-min. gesprekken gehouden, waarin de voortgang van de leerlingen wordt besproken. Meestal vinden deze plaats nadat de CITO toetsen zijn afgenomen en nadat het rapport mee naar huis gaat. U krijgt voor deze gesprekken persoonlijk een uitnodiging. Het eerste rapportgesprek is vanaf groep 4 facultatief. Dat wil zeggen dat u als ouder een gesprek kunt aanvragen met de groepsleerkracht naar aanleiding van het eerste rapport of dat de leerkracht u uitnodigt om de vorderingen met uw kind te bespreken. Het tweede en derde rapport zijn “verplicht”. We hebben hiervoor gekozen omdat juist bij het tweede en derde rapport de CITO toetsen zijn afgenomen. We vinden het als team belangrijk deze met u als ouders te bespreken. Vanaf groep 6 zijn de kinderen verplicht bij de rapportgesprekken aanwezig. Het gaat immers over hun rapport. Wilt u een gesprek plannen zonder aanwezigheid van uw kind(eren), dan kunt u buiten de rapportgesprekken altijd een afspraak met de groepsleerkracht maken. Afspraken Het team is graag bereid om buiten de geplande avonden om met u te praten over uw kind. Als u daar behoefte aan heeft kunt u altijd een afspraak maken. Wilt u dit dan na schooltijd (14.00 uur) doen, dan heeft de leerkracht voldoende tijd voor u. Voor 08.30 uur zijn we er zoveel mogelijk voor de kinderen. Gesprek met directie De directeur heeft geen officieel spreekuur. U kunt hem in de meeste gevallen direct aanspreken. Als dat niet kan, kunt u altijd een afspraak met hem maken. De directeur is niet de hele week aanwezig op school. Informatieplicht aan ouders Iedere ouder heeft in principe recht op informatie van de school over zijn of haar kind. Dat is ook het uitgangspunt bij ons op school. Er zijn echter wel verschillen. De ene ouder heeft recht op meer


41

informatie dan de andere. Een enkeling heeft zelfs helemaal geen recht op informatie. Dat heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben is de situatie het makkelijkst. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. Voorwaarde is natuurlijk wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur van onze school. Aan beide ouders wordt dan de volgende informatie verstrekt : de schoolgids, de jaarkalender en indien gewenst en aangegeven bij de directeur een kopie van het rapport en een uitnodiging voor de 10 minuten gesprekken. Hierbij wordt aangetekend, dat voor de 10-minuten gesprekken beide “natuurlijke” ouders worden uitgenodigd voor één gesprek. Het originele rapport wordt altijd aan het kind verstrekt. Alle overige informatie wordt in principe in enkelvoud aan het oudste kind meegegeven of via het ouderportaal verstuurd aan het bij ons bekende e-mailadres. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan externe instanties (zoals Expertis en het zorgteam) wordt altijd aan beide ouders verzonden. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie, ook niet als hij er om vraagt. Deze ouders hebben een beperkt recht op informatie. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen. Als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben de ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. Ouderportaal Onze school heeft een ouderportaal waar u gebruik van kunt maken, zodat u online alle gegevens van uw kind(eren) kunt bekijken. U ontvangt na de eerste schooldag van uw kind(eren) via het bij ons bekende e-mailadres een bericht binnen met als onderwerp: noreply----Account voor Parnassys ouderportaal. Hierin staan de inloggegevens, bewaar deze goed! Via de link https://ouders.parnassys.net/ouderportaal/inloggen kunt u inloggen met de gebruikersnaam en het wachtwoord. Als u succesvol bent ingelogd kunt u klikken op de foto of naam van uw kind om de gegevens te bekijken. Er is ook een tabblad Account , hier kunt u het ingewikkelde wachtwoord wijzigen. Bij de verschillende tabbladen zit een wijzigingsknop. Op die manier kunt u wijzigingen aan ons doorgeven.


42

Heeft u verder vragen of opmerkingen over het Ouderportaal kunt u deze via de leerkracht van uw kind stellen. Op onze website www.hetheemnijverdal.nl staat een handleiding en meer informatie onder het kopje ouderportaal.

Klachtenregeling Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt, zijn wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. U bent altijd welkom om dergelijke punten te bespreken of om een klacht in te dienen. Samen streven we naar een goede oplossing. Komen we er niet uit, dan bespreken we wie er ingeschakeld moet worden om het probleem wel op te lossen. Zo nodig wordt een klacht doorverwezen naar de vertrouwenspersoon. Ons bestuur heeft het landelijk model klachtenregeling ondertekend. Ook kent ons bestuur een protocol agressie en geweld, waarbij onze school in eventuele situaties naar zal handelen. Deze regelingen zijn ter inzage te vinden op de website van ons bestuur (www.stichtingroos.nl) Contactpersonen school Elke ouder en elk kind kan op de contactpersoon een beroep doen. Als ze problemen hebben waar ze niet met iedereen over durven praten wordt er verwezen naar de vertrouwenspersoon. De contactpersoon kan informatie geven over de te volgen procedure bij klachten en kan in geval van ongewenste intimiteiten verwijzen naar de vertrouwenspersoon, in andere gevallen naar directie of het bevoegd gezag Dit zijn bij ons Simone Rozendal (namens de ouders) en Gea Smit-Kikkert (namens het team) Vertrouwenspersoon Een klacht over ongewenste intimidatie kan het best direct bij de vertrouwenspersoon ingediend worden. De vertrouwenspersoon is iemand van buiten de school, die de klager aanhoort en samen met deze naar een oplossing zoekt. De vertrouwenspersoon kan bemiddelen tussen klager en de aangeklaagde, ondersteuning bieden bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie, behulpzaam zijn bij het zoeken naar gespecialiseerde hulpverlening of stimuleren tot eigen actie. Daarnaast houdt de vertrouwenspersoon contact met de klager of de klacht naar behoren behandeld is of wordt. Zo nodig wordt een klacht doorverwezen naar een externe vertrouwenspersoon. Voor onze school is dat de heer Riphagen, werkzaam bij de IJsselgroep. Hij is bereikbaar onder het volgende telefoonnummer : 088 – 0931000. Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Per 1 augustus 2013 is een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld op elke school verplicht. De meldcode is een hulpmiddel om kindermishandeling, maar ook om huiselijk geweld tegen te gaan. Bij meldplicht moet een professional zijn vermoeden van geweld melden bij een


43

aangewezen instantie. In de regio Twente, waarbinnen de ROOS scholen actief zijn, zijn regionale bindende afspraken gemaakt in de meldcode “Wat moet ik doen?” Het stappenplan is beschikbaar op school en op de website. Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling  In Nederland heeft 40% van de bevolking ooit te maken gehad met huiselijk geweld  Jaarlijks zijn ruim 200.000 mensen in Nederland slachtoffer van huiselijk geweld  In 58% van de gevallen van huiselijk geweld is er sprake van een gezinsverband, waarbij vooral jonge kinderen getuige zijn van geweld  Ruim 100.000 kinderen per jaar worden in Nederland mishandeld Aanleiding verplichting gebruik meldcode Veel organisaties werken al met een meldcode. Uit onderzoek blijkt dat het werkt: professionals grijpen 3x zoveel in bij gebruik van een meldcode. Nog niet alle organisaties werken met een meldcode. Daarom wordt de meldcode verplicht voor de volgende sectoren: gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning (welzijn) en justitie.\ Vormen van geweld • • • • • • •

(Ex-)partnergeweld Ouderenmishandeling Oudermishandeling Kindermishandeling Eergerelateerd geweld Vrouwelijke genitale verminking Seksueel geweld

Doel van een meldcode Professionals ondersteunen bij het omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Wat is een meldcode? Vijfstappenplan voor het handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De vijf stappen in het kort: 1. 2. 3. 4. 5.

In kaart brengen van signalen Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van AMK of SHG Gesprek met de cliënt Inschatten risico, aard en ernst van het geweld Beslissen: hulp organiseren of melden

Contactpersonen voor onze school zijn Gea Smit en Erwin Vos. Klachtencommissie Mocht het om een heel ernstige vorm van machtsmisbruik gaan, dan bestaat de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij een speciaal daarvoor ingestelde klachtencommissie. Deze


44

klachtenregeling ligt ter inzage op school. Deze kunt u ten allen tijde inzien. Tot slot willen wij u een handreiking geven bij een klacht. U legt uw klacht voor aan de groepsleerkracht of de directie. Komt u hier niet uit, dan :  Kunt u uw klacht voorleggen aan het bestuur van het openbaar onderwijs. Komt u er nog niet uit;  Kunt u baar de contactpersoon van de school gaan. U kunt u contact opnemen met de vertrouwenspersoon van het bestuur  Nadat een klacht door de klachtencommissie behandeld is, adviseert de klachtencommissie het bestuur over mogelijke oplossingen

workshop “centrum voor jou”

koken op het kookeiland

Onderwijsresultaten Hoe gaan wij met kwaliteit om ? Ook voor ons is de kwaliteit van onderwijs binnen onze school erg belangrijk. We zijn daar dagelijks mee bezig. Maar wij willen onze kwaliteit niet alleen bepalen op de uitstroom naar een bepaald schooltype van voortgezet onderwijs. Maar wat dan wel? Voor ons is het belangrijk dat “uit een kind gehaald wordt wat er in zit”. Elk individueel kind moet presteren naar zijn/haar kunnen. Elk kind moet ook op het juiste schooltype in het Voortgezet Onderwijs terechtkomen en daar succes hebben, daar kunnen blijven. Mislukken kan op deze leeftijd (puberteit) grote gevolgen hebben voor de verdere schoolcarrière. Hiermee mogen geen onnodige risico’s worden genomen. Hier ligt ook onze norm: Zijn onze leerlingen goed doorverwezen? We meten dit na één jaar Voortgezet Onderwijs. Naar ons idee is dat veel eerlijker. Je weet dan immers of de verwijzing goed (en op maat) is geweest. Opbrengsten De resultaten van de CITO Eindtoets liggen op onze school rond het niveau van wat van de leerlingen mag worden verwacht, net onder het landelijk gemiddelde, maar binnen de inspectienorm. De resultaten van de leerlingen gedurende de schoolperiode (landelijk


45

genormeerde – niet methode gebonden CITO toetsen) liggen rond het te verwachten niveau. De toetsresultaten worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Deze scores worden tijdens groepsbesprekingen in het team, op schoolniveau, op groepsniveau en op leerling-niveau, besproken. Er vindt een zelfevaluatie plaats, waarbij doelen voor het komende jaar worden gesteld. De CITO toetsen worden volgens een toetskalender afgenomen. We besteden de komende jaren veel aandacht aan het Opbrengstgericht werken. We volgen nascholing, stellen normgerichte school- en groepsdoelen, evalueren ons onderwijs, passen op basis van evidencebased onderzoek de didactiek aan en werken met groepsplannen vanuit leerlijnen voor de basisvakken rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. Uitstroomgegevens ‘t Heem Het aantal leerlingen dat naar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. 2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

Gymnasium

1

0

1

1

VWO

5

1

4

4

HAVO

5

5

8

4

VMBO

7

5

15

11

PRO(praktijkonderwijs)

0

0

0

0

Totaal aantal schoolverlaters

18

12

28

20

School- en vakantietijden Schooltijden Onze school kent een zogenaamd 5-daags continurooster. Dat wil zeggen dat alle kinderen alle werkdagen van de week dezelfde tijd naar school gaan, ook op woensdag. Het gaat hierbij om verplichte onderwijstijd, dat betekent dat kinderen op woensdagmiddagen geen vrij krijgen voor muziekles, sport, verjaardagsfeestjes e.d. Officiële verlofdagen kunt u aanvragen via een formulier dat bij de directeur te verkrijgen is. Groep 1 t/m 8 ma. di. wo. do. vr.

08.30-14.00 uur

Brengen en halen. Als u uw kind brengt, wilt u dit dan 's ochtends tussen 8.20 en 8.30 uur doen. Kom gerust even naar binnen, maar blijf niet te lang 'hangen' (groep 1 t/m 3). Vanaf groep 4 verwachten we dat de kinderen zo veel mogelijk zelfstandig binnenkomen. We willen u daarom vragen afscheid te nemen op het schoolplein en niet meer mee naar binnen te lopen. Dit om de zelfstandigheid van leerlingen te vergroten. Als u uw kind na schooltijd wilt ophalen, wacht dan nabij de uitgang van Schoolgids ODBS ‘t Heem schooljaar 2015-2016

46

de speelplaats op uw kind. Is uw kind zover dat het alleen (of met een zusje of broertje) van school naar huis kan gaan, geeft u dit dan even door aan de leerkracht. Belangrijk: in verband met de verkeerssituatie rond school verzoeken we u dringend uw kind met de fiets te brengen en te halen; mocht u toch met de auto komen, wilt u dan gebruik maken voor de daarvoor bestemde parkeerplekken op de parkeerplaats (Componistenplein) . Ook willen we u, in verband met de beperkte ruimte voor fietsen, vragen of uw kind zo veel mogelijk lopend naar school te laten gaan. Zeker wanneer ze dicht bij school wonen. Daarom hebben wij in overleg met de leerlingenraad een fietsgrens vastgesteld. Voor de veiligheid van uw kind kan de wijkagent controleren op handhaving van de verkeersregels. Fietsen op het schoolplein is niet toegestaan ! Wanneer een ander dan de eigen ouder of vaste verzorger een leerling komt afhalen, moet dit tevoren doorgegeven worden aan de betreffende leerkracht. Ook als u afspraken heeft met de kinderopvang moet u wijzigingen zelf aan hen doorgeven ! Dit om misverstanden te voorkomen. Vakantieverlof aanvragen Hiermee bedoelen we vrije dagen voor uw kind buiten de normale schoolvakanties om. Dit is alleen in bijzondere omstandigheden toegestaan. Verlofaanvragen gelden bovendien alleen voor leerplichtige kinderen, dus vanaf 5 jaar. Wilt u vakantie opnemen buiten de normale schoolvakanties, dan moet u een werkgeversverklaring overhandigen waaruit blijkt dat u alleen in die periode op vakantie kan. Wanneer u om gezondheidsredenen (van het kind of een familielid) niet aan de gestelde vakantieperiode kunt voldoen, dient de verlofaanvraag vergezeld te gaan van een doktersverklaring. In beide gevallen moet uw aanvraag 2 maanden van tevoren worden ingediend bij de directeur van de school. U kunt daarvoor bij de directeur een formulier aanvragen en weer inleveren. De directeur kan, in overleg met de leerplichtambtenaar, verlof verlenen. Gaat u zonder toestemming weg, dan zal de leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken. Aanvragen vrije dagen Wilt u een hele of halve dag vrij vragen, bespreek dit dan met de leerkracht van uw kind. Te denken valt aan een huwelijk of familiefeest. Ook hiervoor dient u ruim voorafgaand aan het verlof (ongeveer 3 tot 6 weken) een aanvraagformulier in te vullen. We vragen u bezoeken aan de tandarts, oogarts, huisarts enz. zo veel mogelijk buiten de schooltijden te plannen. Vakantierooster 2015-2016 Omschrijving vakanties

Data

Herfstvakantie

17-10-2015 t/m 25-10-2015

Kerstvakantie

19-12-2015 t/m 03-01-2016

Voorjaarsvakantie

27-02-2015 t/m 06-03-2015


47

Goede vrijdag

25-03-2016

2e Paasdag

28-03-2016

Meivakantie, inclusief Hemelvaart

23-04 t/m 08-05-2016

Pinksteren

16-05 t/m 17-05-2016

Zomervakantie

16-07 /m 28-08-2016

Studiedagen Ook leerkrachten moeten steeds (bij)leren vandaar dat de leerlingen een aantal dag(del)en vrij zijn zodat de juffen en meesters kunnen vergaderen over bijvoorbeeld leerlingen, nieuwe methodes en onderwijsplannen. De studiedagen waarop de kinderen vrij zijn, kunt u terug vinden op de kalender en worden ruim vooraf gemeld in de nieuwsbrief. Een aantal keren per jaar hebben de leerkrachten ook extra vrije dagen. Schoolverzuim De leerplichtwet: Net als in vele andere landen in de wereld kent Nederland een leerplichtwet. In deze wet dat staat omschreven dat alle kinderen in Nederland vanaf 5 jaar tot en met het schooljaar waarin ze 16 worden verplicht naar school moeten. Dit geldt in Nederland dus voor alle leerlingen die in het basisonderwijs zitten en voor het grootste deel van de middelbare scholieren. De ouders dienen er voor te zorgen dat de leerlingen geregeld de school bezoeken. Als de leerlingen 12 jaar of ouder zijn worden zij voor dit geregeld schoolbezoek medeverantwoordelijk gehouden. De (locatie) directeur van de school heeft meldplicht naar de leerplichtambtenaar, als leerlingen te laat of niet op school verschijnen, zonder dat hier goede redenen voor zijn. De directeur is wettelijk verplicht gevallen van ongeoorloofd verzuim door te geven aan de leerplichtambtenaar. Tegen de ouders die hun kind(-eren) zonder toestemming van school houden kan proces-verbaal worden opgemaakt. De leerplichtambtenaar heeft een toezichthoudende taak en komt in actie als er iets niet goed gaat. Daarnaast geeft hij/zij voorlichting en informatie aan ouders, leerlingen en scholen. De leerplichtwet en extra verlof: De leerplichtwet maakt een aantal uitzonderingen op het verplichte schoolbezoek. Bijvoorbeeld als een leerling ziek is, kan hij niet naar school. Hierover zijn afspraken gemaakt die in deze schoolgids terug te vinden zijn. Ook zijn er regels afgesproken in de Leerplichtwet als er leerlingen zijn die om bijzondere redenen extra verlof moeten hebben. De Leerplichtwet geeft aan ouders en leerlingen de mogelijkheid om in bepaalde gevallen extra verlof te vragen.


48

De leerplichtwet geeft de mogelijkheid voor twee soorten verlof, namelijk: extra vakantieverlof en verlof wegens gewichtige omstandigheden. Extra vakantieverlof (art. 11 lid f. van de leerplichtwet): Extra vakantieverlof is alleen dan mogelijk als ouders en kinderen in de normale vakanties niet samen weg kunnen omdat de werkzaamheden van één of beide ouders dat niet toelaten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als één van de ouders in de horeca werkzaam is en in de vakanties moet werken. Wel dient rekening te houden met de volgende voorwaarden : - in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste 8 weken van tevoren bij de (locatie) directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was. - de verlofperiode mag maximaal 10 aaneengesloten schooldagen bestaan. - de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. - dit verlof mag één keer per jaar worden gegeven. - u moet een verklaring van uw werkgever inleveren waaruit de noodzaak van dit extra verlof blijkt. (Of een verklaring op officieel briefpapier in geval u een eigen bedrijf heeft). Verlof wegens gewichtige omstandigheden (art. 11 lid g. van de leerplichtwet): Onder dit verlof vallen omstandigheden die buiten de wil van de ouders of leerlingen liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: - verhuizing van het gezin; - bezoek aan rechtbank i.v.m. wettelijke verplichtingen; - bijwonen van huwelijk van bloed- en aanverwanten; - overlijden van bloed- en aanverwanten; - ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten (aantal dagen wordt bepaald in overleg met directeur; - viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50-, of 60-jarig huwelijksjubileum van bloed- en aanverwanten; - het voldoen aan religieuze verplichtingen. De volgende situaties zijn geen “andere gewichtige omstandigheden” - familiebezoek in het buitenland; - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding; - vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden; - een uitnodiging van familie of vrienden buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan; - eerder vertrek of latere terugkeer van vakantie in verband met (verkeers-)drukte; - verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. In verband met de bezwaartermijn dient het verlof acht weken van tevoren aangevraagd te worden of zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de verlofgrond (overlijden, ziekte, etc.) Hoe extra verlof aan te vragen: Het aanvraagformulier voor extra verlof kunt u op school aanvragen. U dient de volledig ingevulde aanvraag, inclusief (werkgevers)verklaringen, in te leveren bij de school. Voor verlofaanvragen die


49

de maximale 10 dagen niet te boven gaan, neemt de directeur zelf een besluit. Dit besluit maakt hij binnen 5 schooldagen schriftelijk aan u bekend door middel van een beschikking. Aanvragen die de 10 dagen te boven gaan worden door de school doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. Het besluit wordt dan binnen 10 schooldagen schriftelijk aan u bekend gemaakt. In spoedgevallen wordt het schriftelijk besluit vooraf gegaan door mondelinge toestemming. Bezwaar tegen een besluit Bent u niet eens met het genomen besluit, dan kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij diegene die het besluit genomen heeft. U wordt dan in gelegenheid gesteld om de zaak nog eens mondeling toe te lichten. Binnen 5 schooldagen wordt het besluit met betrekking tot het bezwaar aan u kenbaar gemaakt. Mocht u het met dit besluit nog niet eens zijn , dan rest nog een procedure bij het Arrondissementsgerecht, sector Bestuursrecht. Heeft u nog vragen over dit onderwerp dan kunt u deze richten aan de leerplichtambtenaar van uw woongemeente.

En dan nog even dit … Gezonde school Het vignet Gezonde School is een erkenning voor scholen die structureel werken aan het verbeteren van de gezondheid van hun leerlingen en medewerkers. En dat doen wij! Zo zorgen we voor actieve en gezonde leerlingen, een veilige schoolomgeving, een fris klimaat én hebben we aandacht voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school gelden de volgende afspraken : -

Iedere dag hebben leerlingen fruit mee naar school voor tijdens de kleine pauze

-

We hanteren een geluidsnorm van 88 decibel binnen de groepen en bij alle door school georganiseerde activiteiten

-

We vragen ouders/verzorgers zoveel mogelijk gezonde traktaties uit te delen tijdens verjaardagen

Dit vinden wij belangrijk, omdat het allemaal bijdraagt aan een gezondere leefstijl, betere schoolprestaties en minder schooluitval. Snoep Onze school voert een actief beleid om het snoepen zoveel mogelijk te beperken. We willen vooral stimuleren de kinderen fruit en brood mee te geven voor de (kleine) pauze. De kinderen mogen geen snoep, chips en andere zoetigheden meenemen (koekjes, smulrepen, liga enz.) omdat dit niet alleen ongezond is maar chocola, kleurstoffen en suiker ook zorgen voor drukker gedrag. Dus alleen: fruit, brood en drinken meegeven.


50

Voor traktaties bij verjaardagen maken we een uitzondering. Buitenschoolse opvang Wij vinden het belangrijk om kinderen buiten de schooltijden om op te vangen. Hierdoor creëer je rust voor de kinderen. De omgeving is immers vertrouwd; een gevoel van “thuiskomen”. De Buitenschoolse opvang wordt volledig verzorgd door De Bengel. De Bengel staat voor flexibiliteit. Onder opvang heeft één “vast blok”, namelijk van 14.00 – 16.00 uur. Daarna betaalt u alleen het aantal uren die u daadwerkelijk afneemt. Lees meer over onze regels op onze website. De kosten die u betaalt voor de kinderopvang zijn gebaseerd op het jaarinkomen van het gezin. Omdat onze school een erkende opvanglocatie is ontvangt u een groot deel van de kosten terug van de belastingdienst. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Bengel. Meer informatie vindt u op onze website. Internet Ook onze school heeft een webpagina op het Internet. Hier vindt u veel informatie die u over onze school wilt weten. Het internetadres luidt: www.hetheemnijverdal.nlNaast algemene informatie vindt u daar bijvoorbeeld alle infobladen, de schoolgids en groepspagina’s. Daarnaast heeft iedere leerkracht zijn eigen e-mailadres, zodat eventuele berichten gelijk bij de juiste persoon terecht komen (voornaam [email protected]). Het e-mail adres om informatie over de school op te vragen is: [email protected] Om cyberpesten te voorkomen wordt in de groepen extra aandacht besteden aan hoe om te gaan met sociale media. De verantwoordelijkheid over het gebruik van sociale media ligt echter bij u als ouders. Schoolreisje en schoolkamp Elk jaar is de schoolreis een evenement waar door alle kinderen reikhalzend naar uitgekeken wordt. De kinderen gaan dan gezellig een dagje uit. De oudste groep(en) gaan op schoolkamp. Over de schoolreizen en het schoolkamp ontvangt u tijdig bericht via de website en Heemgeluiden. De kosten van de schoolreis worden betaald uit de vrijwillige ouderbijdrage die aan het begin van ieder schooljaar wordt geïnd. Voor het schoolkamp (groep 8) geldt een extra financiële bijdrage naast de reguliere ouderbijdrage. Rook- en alcoholvrije school In het schoolgebouw is zowel een rook- als alcoholverbod van kracht. Ook op het schoolplein geldt dit verbod ! Een ieder die dit verbod overtreedt wordt hierop aangesproken. Roken en drinken is alleen toegestaan buiten de schoolhekken. Tevens vragen wij u om als ouders het goede voorbeeld te willen geven en niet te roken en te drinken in het bijzijn van je eigen en/of andere kinderen/leerlingen. Tijdens schooltijd,-evenementen en ouderavonden wordt niet gerookt en geen alcohol gedronken door leerlingen, personeel en ouders in het bijzijn van leerlingen. Schoolgids ODBS ‘t Heem schooljaar 2015-2016

51

Deze regels gelden ook voor activiteiten, buiten onze school. zoals de schoolreizen en het schoolkamp. Team en directie zullen deze regels handhaven en in gesprek gaan met ouders, wanneer deze regel wordt overtreden. Ook de leerlingenraad heeft de mogelijkheid dit bespreekbaar te maken tijdens de periodieke vergaderingen. Schorsing en verwijdering Ondanks de inspanning van een school kan het noodzakelijk zijn om over te gaan tot schorsing of zelfs verwijdering van een leerling. In de regelgeving is voor deze situatie voor het bevoegd gezag de volgende procedure voorgeschreven: - vooraf horen van de leerling en de ouders/verzorgers; - overleg inspectie; - behandelen van een verzoek om herziening van de beslissing. In alle gevallen zal er contact zijn met de leerplichtambtenaar. Mocht het bevoegd gezag besluiten tot definitieve verwijdering, dan blijft nog steeds het belang bestaan van de leerplichtige leerling om aan een zo goed mogelijke geschikte vorm van onderwijs deel te nemen. Het bevoegd gezag is verplicht er voor te zorgen dat de leerling op een andere school wordt ingeschreven. Pas als aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes naar een andere school is gezocht kan tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Aansprakelijkheid De kinderen van de hogere groepen gaan meestal na schooltijd op eigen gelegenheid naar huis. De kinderen van de lagere groepen worden meestal opgehaald door ouder of oppas. Natuurlijk zien met name de groepsleerkrachten van groep 1-2 er op toe dat alle kleuters worden opgehaald. Anderzijds maken we u er op attent dat de school meer dan een tien minuten voor en na einde schooltijd geen toezicht meer kan houden. Wanneer de kinderen naar de naschoolse opvang gaan nemen zij de verantwoordelijkheid over. Dit geldt natuurlijk alleen wanneer de kinderen zijn opgegeven bij de opvang. Wij vragen u dan ook vriendelijk op tijd aanwezig te zijn om uw kind op te halen. Kinderen die na schooltijd op het schoolplein spelen, spelen hier voor eigen risico. Schoolfotograaf Elk jaar, aan het begin van het schooljaar, bezoekt onze “huisfotograaf” Mike Rikken onze school. De kinderen worden die dag alleen, met schoolgaande broers/zussen en met de hele klas op de foto gezet. Ook bieden wij de mogelijkheid met kleinere of juist grotere broers/zussen gekiekt te worden. In de nieuwsbrief wordt u tijdig ingelicht over het verloop van deze dag. U bent vrij te besluiten of u de foto’s afneemt.


52

Sponsoring Onze school voert geen actief sponsorbeleid. In principe wordt de school niet gesponsord en nemen wij een onafhankelijke positie in. Veilige school Onze school kent een Veiligheidsplan. Daarin staan allerlei zaken omschreven die ervoor moeten zorgen dat onze school een veilige plek is. Eén van de belangrijkste onderdelen van dit plan is het ontruimingsplan; bij elk lokaal hangt een plattegrond met de vluchtroute. Ieder schooljaar houden wij 2 of 3 keer een ontruimingsoefening om met de kinderen te oefenen, zodat zij in geval van nood weten welke vluchtroute ze moeten volgen en wat ze wel (en juist niet) moeten doen. Bedrijfs HulpVerleners (BHV-ers) van onze school worden jaarlijks opgeleid/ bijgeschoold. Op deze manier voldoet ‘t Heem aan de eisen om zichzelf een Veilige School te mogen noemen. Daarnaast worden meerdere malen per jaar het speellokaal en de toestellen op het schoolplein gecontroleerd. Ook de brandweer controleert (onaangekondigd) de vluchtwegen en brandveiligheid van onze school. Onze school kent een aantal BHV-ers. dit zijn : Kim van der Molen, Alejandro Veenaas en Marian Vos. In noodgevallen kunt u zich tot hen wenden. Bij brand of andere calamiteiten geen eigen initiatief tonen, maar instructies van BHV-ers opvolgen. In geval van calamiteiten dient u de aanwijzingen van de BHV-ers altijd op te volgen. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de controle en onderhoud van de speeltoestellen. Dit wordt periodiek uitgevoerd door een door het bestuur gevraagde organisatie. Als alles goed is onderhouden en een kind valt van een klimrek en breekt zijn been, dan zijn de gemeente en/of het schoolbestuur niet aansprakelijk. Pestprotocol Een onderwijsprotocol tegen pesten probeert door samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen aan te pakken. Hiermee wil de school het geluk, het welzijn en de toekomstverwachting van de kinderen te verbeteren. De medezeggenschapsraad, directie en het personeel van ‘t Heem verklaren daarom het volgende: Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor de slachtoffers als voor de pesters. Dit ernstige probleem moet aangepakt worden, in het bijzonder door de ouders en de leerkrachten. Medezeggenschapsraad, directie en personeel moeten zo goed mogelijk samenwerken met leerlingen en ouders om het probleem “pesten” op te lossen. De ondertekenaars van dit protocol verplichten zich tot het volgende: 

hulp bieden aan het gepeste kind



hulp bieden aan de pester



hulp bieden aan de zwijgende middengroep


53



hulp bieden aan de leerkracht



hulp bieden aan de ouders



het bewust maken en bewust houden van alle betrokkenen van het probleem



het gericht voorlichten van alle betrokkenen van onze school



het aanstellen van een vertrouwenspersoon op school



het aanleggen van toegankelijke, goede informatie over het probleem “pesten”



het geven van voorlichting over pesten aan kinderen (en ouders) door gebruik te maken de methode Leefstijl.

We hanteren een zogenaamde vijfsporen-aanpak, waarbij de aanpak zich richt op alle betrokkenen: het gepeste kind, de pesters, de ouders, de groepsgenoten en de school zelf. Hoofdluis Zo nu en dan levert de hoofdluis op scholen behoorlijk wat overlast op. Ook bij ons op school. Vooral op een gezond en goed verzorgd hoofd voelt een hoofdluis zich thuis. Aan schone droge haren kan zij de eitjes (neten) vastplakken. Een geliefd plaatsje is achter de oren, want daar is het lekker warm. Gelukkig zijn er steeds meer ouders, die hun kind regelmatig controleren op hoofdluis en in voorkomend geval meteen behandelen en op school melding maken, zodat wij andere ouders kunnen informeren. Onmiddellijke actie is wenselijk! Als school maken wij dan ook onmiddellijk bij ouders bekend, als er in de groep van uw kind een geval van hoofdluis is gemeld. Want voorkomen is beter dan genezen. Om verdere verspreiding te voorkomen vragen we ouders daarom direct hun kinderen te behandelen. Het juiste gebruik van de garderobekasten zorgt er voor dat hoofdluis niet kan over kruipen van de ene naar de andere jas. Daarnaast controleren wij een aantal keren preventief alle leerlingen. De data staan vermeld op de kalender. Als u thuis regelmatig controleert en wij op school de signalering doorgeven, kunnen we met elkaar de hoofdluis het hoofd bieden. Volgens de nieuwste richtlijnen van de GGD is het voortdurend “kammen” van de haren met een luizenkam, het meest effectief bij de bestrijding van hoofdluis. Waardevolle spullen en gebruik op school Wij verzoeken u vriendelijk om uw kind(-eren) geen waardevolle spullen mee naar school te laten nemen. Wanneer deze spullen tijdens schooltijd kwijtraken kan de school niet aansprakelijk gesteld worden. Het is echter wel mogelijk zelf een verzekering af te sluiten zodat ook waardevolle spullen van uw kind(eren) beschermd zijn. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de site : http://www.aononderwijs.nl/scholieren We kunnen ons voorstellen dat uw kind een mobiele telefoon bij zich heeft voor noodgevallen. In de school dienen mobiele telefoons, tablets e.d. uit te staan en opgeborgen zijn in de tas. Het Schoolgids ODBS ‘t Heem schooljaar 2015-2016

54

gebruik van mobiele telefoons, mp-3 spelers, maar ook het luisteren naar muziek en kijken naar filmpjes e.d. onder schooltijd is dus, zonder toestemming van de leerkracht, niet toegestaan. Aannamebeleid Voor onze school is een aannamebeleid opgesteld dat gebruikt wordt binnen alle ROOS scholen. In dit aannamebeleid staan regels en afspraken die gelden wanneer u uw kind bij onze school aanmeld. Het aannamebeleid is terug te vinden op onze site.


55

Belangrijke adressen Schoolbestuur: Stichting ROOS Haarstraat 83, 7462 AL Rijssen 0548-538670 Postbus 48 7460 AA Rijssen Leerplichtambtenaar: Kees StrooCloeck 0548-630629 Onderwijsinspectie: [email protected] 038-4257820 www.onderwijsinspectie.nl (voor vragen over onderwijs)

Contactpersonen Klachtenregeling: Gea Smit (namens team) Simone Rozendal (namens ouders) Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling en huiselijk geweld Gea Smit Vertrouwenspersoon (extern): Dhr. Herman Riphagen of dhr. Melle van der Hoek (IJsselgroep) 088 – 0931888 Vertrouwensinspectie Centraal Meldpunt: 0900 – 111311 Gezondheidsdienst GGD Twente Postbus 1400 7511 JM Enschede 053-4876888 Klachtencommissie Landelijke klachtencommissie (LKC) Postbus 162 3440 AD Woerden 0348-405245


56

Tot slot Deze schoolgids is bestemd voor ouders en verzorgers van de (toekomstige) leerlingen van ‘t Heem. De gegevens die in deze gids vermeld zijn, geven aan waar ‘t Heem voor staat en wat u dus als ouder van onze school kunt verwachten. We hopen dat ouders die een fijne school zoeken voor hun kind(eren) met behulp van deze gids een afgewogen keus kunnen maken. Een gesprek met teamleden van ‘t Heem is natuurlijk ook mogelijk. U bent echter altijd van harte welkom om eens te komen kijken naar onze school en met de teamleden van ‘t Heem te komen praten. ‘t Heem is een open school: contacten met ouders/verzorgers worden als zeer waardevol beschouwd, want samen zijn we verantwoordelijk voor de kinderen. Het team vindt dan ook de betrokkenheid van de ouders zeer belangrijk. Onze school staat bekend om de grote betrokkenheid van de ouders bij de school. De gids is voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad en gestuurd naar ons bevoegd gezag (Stichting ROOS) en de inspectie van het basisonderwijs. We gaan ervan uit dat deze gids u voldoende informatie verschaft en we wensen u veel plezier toe bij het lezen hiervan. Heeft u suggesties betreffende de inhoud van deze gids neem dan contact op met de schoolleiding.


57

Schoolgids ODBS t Heem schooljaar

Recommend Documents