Schoolgids 2014 – 2015
NTC De Taaltuin Nederlandse Taal- en cultuurschool voor peuter-, basis- en voortgezet onderwijs
Yogyakarta Indonesië
Inhoudsopgave blz. 4
Een woord vooraf Hoofdstuk 1 De school: wie, wat , waar 1.1 Contactgegevens 1.2 Schoolorganigram 1.3 Wie is wie 1.4 Samenstelling van het bestuur
5 5 5 5 6
Hoofdstuk 2 Waar De Taaltuin voor staat 2.1 Missie 2.2 Visie 2.3 Achtergrond en uitgangspunten 2.4 Aannamebeleid 2.5 De opvang van nieuwe leerlingen 2.6 Absentiebeleid
7 7 7 7 8 8 9
Hoofdstuk 3 Onderwijs 3.1 NTC-onderwijs 3.2 Organisatie van het onderwijs 3.3 Groepsgrootte/groepsindeling 3.4 Onderwijsaanbod en methoden
10 10 10 13 14
Hoofdstuk 4 Volgen van de ontwikkeling van leerlingen op school 4.1 Leerlingvolgsysteem 4.2 Toetskalender 2014-2015 4.3 Zorg voor leerlingen met speciale behoeften 4.4 Algemene gang van zaken bij vertrek van een leerling naar een andere school
18 18 19 19 20
Hoofdstuk 5 De leerkrachten 5.1 Het onderwijsteam stelt zich voor 5.2 Wijze van vervanging bij afwezigheid 5.3 Personeelsbeleid 5.4 Scholing van leerkrachten
21 21 21 21 22
Hoofdstuk 6 De ouders 6.1 Belang van betrokkenheid van ouders 6.2 Thuis 6.3 Ouderactiviteiten 6.4 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school 6.5 Klachtenregeling
23 23 23 23 24 24
2
Hoofdstuk 7 Kwaliteitszorg 7.1 Kwaliteitszorgbeleid 7.2 Verbeterplan 2014 - 2015
25 25 26
Hoofdstuk 8 De resultaten van het onderwijs 8.1 Uitstroom en aansluiting 8.2 Toetsresultaten en context
28 28 28
Hoofdstuk 9 Praktische zaken 9.1 Schooltijden 9.2 Veiligheid 9.3 Vakantierooster en schoolkalender 9.4 Ouderbijdrage 9.5 Sponsoring
30 30 31 31 33 33
Hoofdstuk 10 Namen en adressen 10.1 De school 10.2 Externe contacten
34 34 34
Coöperatieve werkvorm in de middenbouw
3
Een woord vooraf Beste ouder(s) / verzorger(s), Deze schoolgids is bedoeld om u als ouder te informeren over onze school en u te laten zien wat de Taaltuin voor uw kind kan betekenen. Voor het schooljaar 2014-2015 presenteren wij u een schoolgids die volledig is opgesteld volgens de richtlijnen van de Nederlandse Onderwijsinspectie. Wij hopen dat deze schoolgids een rol kan vervullen in de dialoog tussen school en ouders. Met deze schoolgids willen wij u inzicht geven in: - hoe onze school vorm geeft aan het taalonderwijs - hoe onze school de zorg voor leerlingen in de praktijk uitwerkt - wat ouders en school van elkaar mogen verwachten Daar waar geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs geldt de inhoud van de schoolgids voor beide vormen van onderwijs. Wij wensen u en uw kinderen een prettig en leerzaam schooljaar toe.
Namens het bestuur, Klarenda Nanninga (voorzitter) coördinator en leerkracht, Sabine Spijker leerkracht, Gery Verlinden
4
Hoofdstuk 1 - De school: wie, wat, waar
1.1
Contactgegevens
NTC De Taaltuin Mantrijeron MJ III/845 (Jalan Surami) Yogyakarta 55143 Indonesie Telefoonnummer: 0274-385524 E-mail:
[email protected] Website: www.detaaltuin.org
Het schoolgebouw van De Taaltuin 1.2
Schoolorganigram
Schoolbestuur -----------------------Werkgever & Bevoegd gezag Directeur/coördinator & Leerkrachten ----------------------Werknemers 1.3
Kascontrolecommissie Vertrouwenspersoon intern
Wie is wie
Ons team bestaat uit de volgende mensen: Naam Bestuur Voorzitter Penningmeester Vice-voorzitter Algemeen bestuurslid
Klarenda Nanninga Koen Vercaemer Frank van Paassen Gittan Gustafsson
5
Onderwijsteam basisonderwijs Peuters Gery Verlinden Anouk Wilke Kleuters Gery Verlinden Groep 3 Sabine Spijker Groep 4 Gery Verlinden Groep 6 Sabine Spijker Groep 7 Sabine Spijker Onderwijsteam voortgezet onderwijs VO1 Sabine Spijker VO2 Gery Verlinden VO4 Gery Verlinden Coördinator
1.4
Sabine Spijker
Samenstelling van het bestuur
De Taaltuin is ondergebracht in een stichting, te weten Stichting De Taaltuin Yogyakarta. Deze stichting wordt geleid door een Nederlands bestuur. De stichting controleert de werkzaamheden van de schoolleiding en leerkrachten. In het bestuur zitten momenteel vier ouders. Het bestuur stelt zijn eigen leden aan. Elk jaar brengt het bestuur verslag uit over de afgelopen periode tijdens de algemene oudervergadering. Er wordt door beide leerkrachten op organisatorisch en onderwijsinhoudelijk gebied nauw samengewerkt met het bestuur dat zich verantwoordt naar de ouders toe.
Kringmoment in het voortgezet onderwijs
6
Hoofdstuk 2 - Waar De Taaltuin voor staat 2.1
Missie
Het geven van Nederlands taal- en cultuuronderwijs aan kinderen van twee tot achttien jaar met een Nederlandstalige achtergrond in de omgeving van Yogyakarta.
2.2
Visie
Ter voorbereiding op een soepele instroom in het Nederlands/Belgisch onderwijs in een prettige en veilige omgeving kwalitatief goed primair, voortgezet en peuteronderwijs geven dat gericht is op de Nederlandse taal en cultuur en in stand gehouden wordt door voldoende financiële middelen en professionele leerkrachten.
2.3
Achtergrond en uitgangspunten
De Taaltuin is in 1997 begonnen in de huiskamer van de leerkracht/oprichtster nadat een groepje ouders, woonachtig in Yogyakarta, haar had gevraagd Nederlandse les te geven aan hun kinderen. De naam voor de school ontstond toen de leerlingen zich op een dag meer vermaakten in de tuin met het vangen van een kikker, dan dat ze bezig waren met hun zelfgekozen taalactiviteiten. Op dat moment realiseerde de juf zich dat de taal- en cultuurlessen net zo aantrekkelijk moeten zijn als de aangrenzende tuin bij de school, omdat anders het onderwijs niet zou aansluiten bij de behoeften van de leerlingen. Dit is sindsdien altijd het uitgangspunt van ons onderwijs gebleven. In 2001 werd de Taaltuin ondergebracht in een stichting en kreeg het aansluiting bij de stichting NOB en daarmee subsidie van overheidswege. Dit vormde het begin van de professionalisering van de school. De Taaltuin kreeg een eigen gebouw, een extra leerkracht, een bestuur en meer en meer leerlingen. Inmiddels heeft onze school al jarenlang een redelijk stabiel aantal leerlingen. We bieden primair onderwijs en voortgezet onderwijs aan in kleine groepen die zoveel mogelijk zijn samengesteld op basis van leeftijd en taalrichting. De lessen vinden plaats na afloop van de lessen op de dagschool. Voor ongeveer 65% van de leerlingen gaat het daarbij om Indonesisch onderwijs en voor 35% om internationaal onderwijs. Tevens is er elke ochtend een peutergroep zodat ook de allerjongsten de Nederlandse taal en cultuur krijgen aangeboden. Het overgrote deel van onze leerlingen komt uit gemengde gezinnen en door de ouders is veelal gekozen voor het Nederlands als tweede moedertaal. Bij een aantal is er echter sprake van het Nederlands als derde, ofwel vreemde taal. Nederland wordt gezien als het land waarmee speciale emotionele en culturele banden worden onderhouden. Onze school heeft daarom een belangrijke taak als centrum van de Nederlandse taal en cultuur. Een goed pedagogisch en didactisch klimaat is van groot belang om een volwaardig mens te worden. Wij streven daarom naar een vriendelijke en veilige omgeving met orde en regelmaat. Daarbij zien we het als onze taak om de Nederlandse taal en cultuur een plaats te geven binnen de totale opvoeding van het kind.
7
2.4
Aannamebeleid
Het onderwijs is bedoeld voor kinderen met een Nederlandse of Vlaamse achtergrond, maar in de praktijk betekent dat niet dat we ook alle kinderen kunnen aannemen. Bij de aanmelding van een nieuwe leerling zal aan de hand van kennismakingsgesprekken met de ouders en leerling de taalrichting van het kind worden bepaald. Richting 1 en 2 leerlingen zullen vrijwel altijd aangenomen kunnen worden, aangezien zij de taal voldoende zullen spreken en de doelen van de ouders en de school ten aanzien van de Nederlandse taal naar alle waarschijnlijk op elkaar afgestemd zullen zijn. Richting 3 leerlingen zullen worden getest op hun niveau van de Nederlandse taal. Er zal sprake moeten zijn van een zekere taalbeheersing willen zij worden aangenomen en er zal een sterke motivatie moeten zijn bij zowel ouders als leerling. Tevens zal het kind qua leeftijd en niveau moeten passen in een van de bestaande groepen. Van ouders wordt daarnaast verwacht dat zij het onderwijs zullen ondersteunen door in de thuissituatie voldoende Nederlands aan te bieden en te helpen met thuisopdrachten zoals huiswerk en het voorbereiden van presentaties. Dit geldt overigens eveneens voor ouders van richting 1 en 2 leerlingen. Mocht er op basis van de test en gesprekken twijfel bestaan over de vraag of een leerling het niveau van het onderwijs aan zal kunnen, dan zal er tijdens een proefperiode verder kunnen worden bekeken of de leerling kan worden aangenomen. Tijdens het kennismakingsgesprek zullen de ouders worden verzocht eventuele speciale zorg op leer- of sociaal-emotioneel gebied van de leerling mede te delen. Uitgangspunt van onze school is dat we open staan voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Daarbij is het echter wel van belang dat we ook de zorg kunnen bieden die het kind nodig heeft. Als NTC-school hebben we niet de tijd en middelen die een (Nederlandse) dagschool ter beschikking staan. Er zal dan ook moeten worden bekeken of de ondersteuning die wij kunnen geven toereikend zal zijn. Nieuwe leerlingen kunnen in principe gedurende het hele jaar instromen, al heeft het de voorkeur om aan het begin van het schooljaar te starten.
2.5
De opvang van nieuwe leerlingen
Nieuwe leerlingen en hun ouders worden, na een telefonische afspraak, ontvangen door de leerkracht en/of de coördinator. Na een kennismakingsgesprek volgt de gelegenheid om rond te kijken. De formele inschrijving gaat middels een inschrijfformulier en er wordt tevens een intakegesprek gehouden. In dit gesprek worden de doelen van de ouders en de leerkracht op elkaar afgestemd. Mochten de ouders in het bezit zijn van een leerling-dossier van de vorige school, dan wordt dit verstrekt aan de schoolleiding. Mocht dit niet het geval zijn, dan verzamelt de leerkracht gegevens op basis van observaties en toetsen. Daarna wordt vastgesteld in welke taalgroep het kind geplaatst zal worden. Instroom kleuters Op de dag dat een kind vier jaar wordt, mag het kind in principe van de Taalspeelgroep naar de kleutergroep. Het precieze tijdstip van overgang wordt door de leerkracht vastgesteld aan de hand van observaties. In de periode daarvoor mag het kind met de kleuters meedraaien om te wennen.
8
2.6
Absentiebeleid
De lessen beginnen precies op de aangegeven tijden. Vanaf 15 minuten voor aanvang zijn de leerlingen vanaf groep 3 welkom. Bij de peuters en kleuters gaat de schooldeur vlak voordat de les begint open. Op deze manier is er altijd toezicht en blijft de veiligheid gewaarborgd. Na de les is er ruimte voor een korte vraag of om een afspraak te maken. De ouders worden verzocht de leerlingen op tijd te brengen en te halen. Mocht een leerling te vaak te laat komen, dan zal contact opgenomen worden met de ouders. Het is van groot belang voor de voortgang van het onderwijs en het behalen van de gestelde doelen om verzuim van leerlingen zoveel mogelijk te beperken. Wij willen u dan ook dringend verzoeken om het verzuim van uw kind zo beperkt mogelijk te houden, al kunnen er vanzelfsprekend omstandigheden voordoen op grond waarvan een leerling echt niet kan komen zoals ziekte of verlof. Mocht een kind niet aanwezig kunnen zijn dan dienen de ouders ons hier ruim van tevoren per e-mail (
[email protected]) of telefonisch (via het schoolnummer of het directe nummer van de desbetreffende leerkracht) op de hoogte stellen. Als er veel of belangrijke stof gemist wordt dan kan de leerkracht huiswerk meegeven om dat in te halen.
9
Hoofdstuk 3 - Onderwijs 3.1
NTC-onderwijs
NTC (Nederlands Taal- en Cultuur)-onderwijs is bedoeld om de Nederlandse taal bij te houden en instroom in het Nederlands onderwijs bij een eventuele terugkeer te vergemakkelijken. De lessen voor het primair en voortgezet onderwijs op De Taaltuin worden in de (na)middag gegeven en zijn een aanvulling op het Indonesische dan wel internationale onderwijs. De taal- en cultuurlessen die wij verzorgen vinden plaats in ons eigen schoolgebouw in het zuiden van Yogyakarta. De leerlingen in het primair en het voortgezet onderwijs hebben wekelijks vier uur les. De peuters daarentegen hebben drie of vijf keer per week 2,5 uur in de ochtend les. Naast taal maakt ook cultuur onderdeel uit van de lessen. Het cultuuronderwijs omvat allerlei aspecten van het Nederlander (of Vlaming) zijn. Er wordt aandacht besteedt aan geschiedenis en topografie, maar ook jeugdcultuur en gebruiken en gewoonten. Tevens worden er elk jaar meerdere cultuurdagen georganiseerd, vaste onderdelen hiervan zijn Sinterklaas en Koningsdag.
3.2
Organisatie van het onderwijs
Voorzieningen op de leslocatie Het schoolgebouw bestaat uit drie groepslokalen, een kantoortje, een bibliotheek, een keuken, een tuin met speelruimte en een zijterras. Op de school zijn drie computers aanwezig waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Op het zijterras van de school kunnen de ouders/verzorgers wachten tijdens de les. De groepslokalen zijn zo ingericht dat alle groepen er op eigen wijze gebruik van kunnen maken.
De grootste lesruimte
Een van de lesruimtes
10
Taalrichtingen Primair Onderwijs Bij Nederlands onderwijs aangeboden in het buitenland spreekt men van Richting 1, Richting 2 en Richting 3. Dit onderscheid is door NOB ten behoeve van de scholen ingevuld. NTC-onderwijs kenmerkt zich door uiteenlopende leeftijdsgroepen en taalniveaus. Op basis van het taalniveau van de leerlingen (en daarmee de doelstellingen van het onderwijs) wordt in het primair Nederlands onderwijs in het buitenland onderscheid gemaakt in Richtingen. Het niveau van de leerling bepaalt de Richting van de leerling. Dit niveau wordt in eerste instantie bepaald door de kwantiteit en kwaliteit van het taalaanbod buiten de school, en de (mogelijkheden van) taalproductie van het kind terug aan de ouder/opvoeder/leerkracht. Dit heeft alles te maken met een aantal kenmerken van de leerling of situaties waarmee de leerling te maken heeft. Bij de groepsindeling maken wij onderscheid in leeftijd, taalsituatie, taalrichting en het taalniveau. De taalsituatie geeft de achtergrond van de leerling aan. De taalrichting geeft het doel aan waar naar toe wordt toegewerkt. De taalsituatie is van invloed op het taalniveau en daarmee de taalrichting van de leerling. Er worden 3 taalrichtingen onderscheiden bij leerlingen die primair NTC-onderwijs volgen: NTC-richting 1 (PO): Deze richting is gericht op directe aansluiting bij onderwijs in Nederland. Richting 1 leerlingen volgen de tussen- en kerndoelen op hetzelfde niveau als leerlingen van dezelfde leeftijd in Nederland. Over het algemeen spreken deze leerlingen thuis overwegend Nederlands (in ieder geval met de Nederlandstalige ouder) en daarnaast misschien nog andere talen. De woordenschat zal daarom variëren en het schriftelijk taalgebruik zal beïnvloed zijn door het onderwijs in de taal op de dagschool. NTC-richting 2 (PO): is gericht op het zo goed mogelijk op peil houden van de Nederlandse taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het onderwijs is dus niet primair gericht op directe aansluiting op het Nederlands onderwijs, maar richt zich op die lesstof die nodig is voor een goede basis in het Nederlands waardoor een eventuele overstap eenvoudiger zal verlopen. De leerlingen volgen de tussen- en kerndoelen met een achterstand van maximaal 2 jaar op leeftijdgenoten in Nederland. Deze kinderen zullen thuis Nederlands spreken, maar een andere taal zal vaker aangeboden worden. NTC-richting 3 (PO): is gericht op het aanleren van Nederlands als vreemde taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het leerstofaanbod is gericht op de gewenste taalontwikkeling voor deze leerlingen gezien hun startniveau. Het betreft kinderen die nog vrijwel geen Nederlands spreken en dit als nieuwe taal moeten aanleren. In de praktijk zal dit neerkomen op uitbreiding van de woordenschat en spreekvaardigheid. De achterstand op leeftijdgenoten in Nederland is meer dan 2 jaar. Onze school heeft leerlingen in alle drie de taalrichtingen. Het onderwijs is zo ingericht dat Richting 1, 2 en 3 samen zijn ondergebracht in leeftijds- en niveaugroepen. Het kan zijn dat een leerling op de Taaltuin een of twee leerjaren lager is ingedeeld dan dat op de dagschool het geval is. In dat geval benoemen we deze leerlingen als R2 leerlingen. Zij worden ook getoetst op het niveau waarop zij les krijgen en zij maken geen toetsen die enkel op hun leeftijd zijn gebaseerd. Op die manier kunnen zij resultaten behalen die bij hun niveau passen.
11
Leerlingen die meer dan drie jaar achterstand hebben, noemen wij R3 leerlingen. Ook zij worden beoordeeld op hun niveau en niet met gebruik van toetsen passend bij hun leeftijd. Het hele onderwijs voor hen is ingedeeld op hun specifieke niveau. Zo zijn de resultaten representatief.
Doelen voortgezet onderwijs In het voortgezet onderwijs wordt niet zozeer onderscheid gemaakt in taalrichtingen als wel in doelen. Er zijn drie verschillende doelen te onderscheiden: Doel 1 (VO): Aansluiten bij voortgezet onderwijs in Nederland; gericht op terugkeer in het Nederlands onderwijs. Toewerken naar kerndoelen van de onderbouw (jaar 1, 2 en 3) en exameneisen VMBO, HAVO of VWO van de Nederlandse taal en cultuur. Het programma kan afgesloten worden met een Staatsexamen Nederlands VMBO, HAVO of VWO. Doel 2 (VO): Behalen van internationaal diploma, zoals IB (language A of B ) en IGCSE of AICE. Gericht op doorstroom naar internationaal vervolgonderwijs of hbo of universitair onderwijs in Nederland. Doel 3 (VO): Bijhouden van het Nederlands: bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. Kerndoelen worden op afstand gevolgd. Daarbij geven het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (PTHO)en Profiel Academische Taalvaardigheid toelating tot meerdere universiteiten en hogescholen. Het Staatsexamen NT2 wordt door Nederlandse onderwijsinstellingen algemeen erkend.
Voor het voortgezet onderwijs op De Taaltuin is ervoor gekozen om het onderwijs in te richten op Doel 3, aangezien dat het beste lijkt aan te sluiten op het niveau en de samenstelling van de leerlingen. Wij werken toe naar het PTHO-examen. Om dit examen te behalen is het van belang dat de leerling vaardig is in spreken, luisteren, schrijven en begrijpend lezen. Daarom ligt bij ons niet alleen de nadruk op mondelinge taalvaardigheid, maar ook op de hiervoor genoemde onderdelen. Leerlingen die uit het richting 3 onderwijs doorstromen werken toe naar het PMT- (Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid) examen. Voor leerlingen die internationaal onderwijs volgen kan er bekeken worden of er een mogelijkheid is om een examen van doel 2 te maken.
12
3.3
Groepsgrootte/groepsindeling
Schoolgrootte Voor dit schooljaar zijn er 30 leerlingen aangemeld in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar. In het basisonderwijs zijn momenteel vijf groepen, namelijk de kleuters (groep 1 en 2), groep 3, 4, 6 en 7. In het voortgezet onderwijs hebben we een brugklas, een tweede en een vierde klas. In de Taalspeelgroep zitten 8 peuters in de leeftijd van 2 en 3 jaar.
Groepsindeling Om zo goed mogelijk onderwijs op maat te kunnen geven zijn de leerlingen op de Taaltuin ingedeeld in kleine groepen die op basis van taalniveau en leeftijd zijn samengesteld. Aangezien de meeste groepen dermate klein zijn wordt er aan diverse groepen gelijktijdig lesgegeven in zogenaamde combinatieklassen. Voor dit jaar is de groepsindeling als volgt: Taalspeelgroep (peuters) Spyker, Xylon, Manon, Milana, Ilyas, Runa, Aswini, Isis Onderbouw R1 en R2 (kleuters) Aurora, Dayton, Elea, Samoedra, Rachella Middenbouw R1, R2, R3 (Groep 3 en 4) Alicia, Hope, Yonah, Max (groep 3) Ife, Kimi, Demian, Paco, Lieve, Ronggo (groep 4) Bovenbouw R1, R2 en R3 (groep 6 en 7) Yolanda, Jessica, Cylia (groep 6) Indi, Lotte, Mats (groep 7) Voortgezet onderwijs Mik, Sam (klas 1) Job, Carmela, Ronin, Nimue (klas 2) Yona, Sonja, Alek (klas 4) Interactief voorlezen in de peutergroep
13
Lesrooster 2014 – 2015
9.00 – 11.30
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Peuters
Peuters
Peuters
Peuters
Peuters
Kleuters
Kleuters
14.30 – 16.30 15.30 – 17.30
Groep 3/4/6
Groep 3/4/6
17.30 – 19.30
Groep 7/VO1/VO2 en VO4
Groep 7/VO1/VO2 en VO4
3.4
Onderwijsaanbod en methoden
Taalspeelgroep De taalspeelgroep is gericht op peuters van twee tot vier jaar. Tijdens de lessen wordt mondelinge taalvaardigheid en begrip van het Nederlands gestimuleerd. In de kring worden prentenboeken voorgelezen en worden liedjes en versjes gezongen. De opbouw van de lessencycli is thematisch. Aan de hand van wisselende thema’s worden nieuwe woorden en begrippen aangeboden en geoefend. In deze groep leren de kinderen spelenderwijs, ze leren samenspelen en wennen aan de dagstructuur.
Onderbouw groep 1 & 2 - R1& R2 In deze kleutergroep ligt het accent op mondeling taalgebruik en woordenschatuitbreiding, het aanleren van begrippen, beginnende geletterdheid en begrijpend luisteren. Het doel is om op speelse wijze de leerlingen vaardiger laten worden in de Nederlandse taal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ontwikkelingsmateriaal en zijn er creatieve activiteiten zoals knutselen, muziek en dans. De activiteiten en materialen dragen ook bij aan de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. De kleutergroep is heterogeen, waardoor er veel interactie is tussen de jongere en oudere kinderen van de groep. Voor de kleuters en de peuters zal er ruimschoots de gelegenheid zijn om de taalvaardigheid te ontwikkelen door het werken in de hoeken, zoals de luisterhoek, themahoek en constructiehoek.
14
Middenbouw groep 3 – R1 In deze groep wordt gebruik gemaakt van de leesmethode Veilig Leren Lezen. Met deze methode kunnen de leerlingen al snel nieuwe woorden lezen met de letters die ze hebben geleerd. Verder is er veel aandacht voor het automatiseren van de letters en klanken en het stimuleren van vloeiend lezen. Aan de hand van de oefeningen in de klas ontdekken de leerlingen langzaam maar zeker het systeem van het schrift: woorden bestaan uit losse letters en met die losse letters kun je oneindig veel nieuwe woorden maken. 'Vis' bestaat uit de letters v - i - s. Van 'vis' kun je heel gemakkelijk 'is' maken. En met de 'm' van 'maan' krijg je het woordje 'mis'. Het lijkt zo simpel, maar voor kinderen is dit een heel belangrijke ontdekking. De methode is zo opgebouwd dat er ruimte is om te differentiëren tussen de verschillende niveaus.
Groep 4 t/m 7 – R1, R2 en R3 Op de Taaltuin wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Taal Actief’. Deze methode is gericht op de groepen 4 t/m 8. Binnen de methode wordt een aantal onderdelen uitgesplitst, zoals taal, spelling en woordenschat. De onderdelen zijn thematisch met elkaar verbonden. De leerkracht begeleidt de leerlingen stapsgewijs in het leren plannen, uitvoeren en evalueren van het eigen leerproces. In groep 4, wanneer gestart wordt met de methode, is nog veel baat bij begeleiding van de leerkracht. Vanaf groep 5 worden de leerlingen steeds meer gestimuleerd zelf oplossingen te vinden en met elkaar samen te werken. In de bovenbouw is de begeleidende taak van de leerkracht veelal gericht op het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerlingen in hun eigen leerproces. De leerkracht begeleidt de leerlingen stapsgewijs in het leren plannen, uitvoeren en evalueren van het eigen leerproces. Begrijpend lezen oefenen de leerlingen van groep 4 t/m VO vooral door middel van actuele artikelen van de methode ‘Nieuwsbegrip’. Naast het gebruik van de methode worden de leerlingen gestimuleerd presentaties, zoals spreekbeurten en boekbesprekingen, te geven. In groep 5 wordt daarmee gestart. Een andere vorm van presentatie is de nieuwskring. Daarin vertelt een leerling over een nieuwsartikel en stelt het ter discussie in de klas.
15
Voortgezet onderwijs klas 1, 2 en 4 In het voortgezet onderwijs wordt de methode ‘Op niveau’ gebruikt. In deze methode worden per blok elf onderdelen aangeboden die ieder blok terugkomen, zoals begrijpend lezen, woordenschatverrijking, grammatica en lees- en schrijfvaardigheid. Ook ligt er in de methode een groot accent op communicatief en mondeling taalonderwijs. Klas 1 en 2 volgen nu de methode op VMBO-T/HAVO niveau en klas 4 werkt op Havo 3 niveau. Vorig jaar zijn zij met dit boek gestart. Dit was een vrij grote stap van de VMBO methode eerder gebruikt werd, daarom wordt er twee jaar uit dit boek gewerkt. Naast ‘Op Niveau’ werkt klas 4 uit de methode ‘De Finale’. Deze methode werkt van B1 naar B2 niveau. Het B2 niveau moet behaald worden om het PTHO examen te kunnen volbrengen. De leerlingen worden met deze methode dus goed begeleid op weg naar dit examen. In het voortgezet onderwijs wordt veel gebruik gemaakt van de computer. Om stelopdrachten te maken, als informatiebron, maar ook om taaloefeningen te doen. Evenals in het primair onderwijsmoeten de leerlingen spreekbeurten en boekbesprekingen houden en tevens zullen ze dit jaar een aantal lees- en kijkverslagen maken.
16
Wijze van instructie Instructie vormt een zeer belangrijk onderdeel van de lessen. Over het algemeen wordt de instructie in eerste instantie klassikaal gegeven. Daarna gaan de leerlingen aan het werk, zelfstandig of samenwerkend. Bij het verwerken geeft de leerkracht regelmatig individuele instructie als de leerling vastloopt tijdens het werken. Bij de opbouw van onze lessen geven maken we gebruik van het directe instructiemodel: inleiding - instructie - oefening - (zelfstandige) verwerking - evaluatie
Nederlandse/Vlaamse Cultuur Elk kwartaal wordt er een zogenaamde cultuurdag georganiseerd waaraan alle leerlingen van De Taaltuin deelnemen. Op deze cultuurdag staat een thema omtrent de Nederlandse/Vlaamse cultuur centraal. Deze cultuurdagen zullen plaatsvinden op een zaterdag, in de jaarplanning staan de data vermeld. We verwachten dat we deze dagen in samenwerking met ouders kunnen organiseren. Dit jaar zullen in ieder geval Koningsdag en Sinterklaas gevierd worden. Bij deze twee laatstgenoemde cultuurdagen zijn de peuters ook aanwezig. Bij de andere twee dagen worden activiteiten georganiseerd voor leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Cultuur komt eveneens in de reguliere lessen aan bod, onder meer door het gebruik van een speciaal door het NOB ontworpen methode, te weten ‘Nederland in Zicht’ en door de begrijpend leesmethode ‘Nieuwsbegrip’.
Cultuurdag Olympische winterspelen
17
Hoofdstuk 4 - Volgen van de ontwikkeling van leerlingen op school 4.1
Leerlingvolgsysteem
De ontwikkeling van de leerlingen wordt onder andere bijgehouden aan de hand van toetsen. De leerlingen worden getoetst op het niveau waarop ze zijn ingedeeld, dus op de leerstof die is aangeboden. Dat zal bij Richting 2 en 3 leerlingen derhalve een ander niveau zijn dan waarop ze op grond van hun leeftijd normaal gesproken zouden worden ingedeeld. Voor het volgen van de leerlingen wordt gebruik gemaakt van de volgende toetsen: - Via methodegebonden toetsen en leerkrachtobservaties worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden. - Onafhankelijk van de methodes hanteren we taalonderdelen van het CITOleerlingvolgsysteem waarin leerlingen op hun ontwikkelingsniveau (op het gebied van taal) ingeschaald worden. - Het lezen wordt getoetst middels AVI- en DMT-toetsen. De leerlingmap Van iedere leerling wordt een leerlingmap bijgehouden. Daarin worden gegevens verzameld van leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, handelingsplannen, observaties en toetsen. Digitaal Leerlingvolgsysteem De leerlinggegevens worden vastgelegd in een speciaal computerprogramma, het zogenaamde digitaal leerlingvolgsysteem. De gegevens per leerling zullen daarmee overzichtelijker worden. Verslaggeving door de leerkracht De leerlingen krijgen tweemaal per jaar een rapport met daarin hun vorderingen op school. De ouders worden uitgenodigd door de leerkracht om dit verslag te bespreken in een tienminutengesprek. Naast de tweejaarlijkse gesprekken vinden er net als vorig schooljaar ook al in november gesprekken plaats. Deze gesprekken zijn niet verplicht, maar als de ouders en/of leerkracht(en) graag al eerder over de vorderingen van de leerling willen praten, kan dat op dat moment. Indien hiertoe aanleiding is, kunnen ouders of leerkracht altijd het initiatief nemen tot een tussentijds gesprek.
18
4.2
Toetskalender 2014 - 2015
Leerstofgebied
Toets
Groep
NTC richting
Wanneer?
Taal
Taal voor kleuters CITO
2
R1
januari en mei
Taal
Kleuter observatielijst
1 en 2
R1, R2
januari en mei
Fonemen dictee
3
R1
februari (na cito spelling; alleen bij D en E leerlingen)
Cito spelling
3 t/m 7
R1, R2,R3
januari en juni
Cito spelling werkwoorden
7
R1, R3
januari en juni
Woordenschat
3 t/m 6
R1, R2
januari en juni
AVI leestoetsen
3 t/m 7 (tot niveau AVI 9 uit is)
R1, R2, R3
januari en mei
Technisch lezen
DMT
3 t/m 7
R1, R2, R3
januari en mei
Begrijpend lezen
Toetsen begrijpend lezen
3 t/m 7
R1, R2, R3
Groep 3: juni Groep 4: januari en juni Groep 6 en 7: januari
Spelling
Woordenschat
Er kunnen nog aanpassingen worden aangebracht in het rooster. Wij zullen u hiervan op de hoogte brengen. We willen de ouders dringend verzoeken om ervoor te zorgen dat de leerlingen tijdens deze toetsperiodes bij de lessen aanwezig zijn.
4.3
Zorg voor leerlingen met specifieke behoeften
Het onderwijs op de Taaltuin heeft als doel Nederlandse taal- en cultuurles te geven. Kinderen kunnen in de groepen instromen als hun mondelinge taalvaardigheid op basisschoolniveau is, met uitzondering van groep 1 en 2. Deze uitzondering wordt bij de kleuters gemaakt omdat zij in de kleutergroep nog ruimte hebben om tot een voldoende Nederlands niveau te komen. Een voorwaarde is wel dat het niveau aan het einde van groep 2 naar behoren is om te kunnen starten in groep 3. Tijdens het kennismakingsgesprek worden de ouders verzocht eventuele speciale zorg op leer- of sociaal-emotioneel gebied van de leerling te delen met leerkracht. Op De Taaltuin werken we met groeps- en handelingsplannen. In deze groepsplannen wordt de ontwikkeling van een klas (vaak op een bepaald vakgebied dat nog niet naar behoren is) gepland en
19
regelmatig geëvalueerd. Handelingsplannen worden per leerling gemaakt en zijn bedoeld om een individueel doel te halen. Dit kan op het gebied van gedrag of leerstof zijn. Mocht blijken dat het geplande doel van het handelingsplan niet haalbaar is voor de leerling, dan zal de leerkracht in overleg met de ouders en schoolleiding bespreken wat verder de opties zijn. Als blijkt dat een leerling op meerdere vakgebieden niet mee kan komen met de groep, kan worden besloten om het jaar over te doen. Hiertoe kan worden besloten als er voldoende ontwikkelingsperspectieven zijn. Voorafgaand hieraan is er regelmatig overleg met de ouders. Wanneer een leerling specifieke behoeften blijkt te hebben, proberen wij daar als school zoveel als mogelijk in te voorzien. Echter, de zorg die we deze kinderen kunnen bieden is niet hetzelfde als dat dat in Nederland zou zijn of op de dagschool is. De tijd, middelen en ondersteuning die de leerkrachten ter beschikking staan, zijn veel minder toereikend dan in het Nederlandse onderwijs. Voorzieningen De groepen op onze school zijn dermate klein dat de leerlingen voldoende individuele aandacht krijgen. Dit maakt het voor de leerkracht in principe mogelijk om in geval van leer- of gedragsproblemen bij een leerling speciale aandacht te geven binnen de groep. Mocht echter de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang komen, dan wordt er gekeken naar andere opties om het leerproces soepeler te laten verlopen.
4.4
Algemene gang van zaken bij vertrek van een leerling naar een andere school
Mocht er sprake zijn van overgang naar Nederlands onderwijs dan zullen de ouders en de leerling waar nodig bij de schoolkeuze voorgelicht worden door de leerkracht, eventueel in samenwerking met het NOB. De beoordeling van de leerkracht en van de CITO-toetsen worden hierbij vertaald naar de Nederlandse situatie. Bij de overdracht ontvangen de ouders het leerlingdossier. Het dossier omvat: - het onderwijskundig rapport - het schoolrapport - bewijs van uitschrijving
20
Hoofdstuk 5 - De leerkrachten 5.1
Het onderwijsteam stelt zich voor
De leerkrachten van De Taaltuin zijn Gery Verlinden en Sabine Spijker. Beiden hebben zij de PABO afgerond en hebben in diverse klassen in het primair onderwijs in Nederland en het buitenland lesgegeven. Zij zijn allebei verantwoordelijk voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Gery verzorgt samen met Anouk Wilke de peuterlessen. Op maandag- en dinsdagochtend geeft Anouk de peuters les. Op woensdag- tot en met vrijdagochtend leidt Gery de peuters. Sabine Spijker is de coördinator van de school. Zij heeft de dagelijkse leiding en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het bestuursbeleid. Juf Sabine en Juf Gery 5.2
Wijze van vervanging bij afwezigheid
Er kunnen redenen zijn dat de leerkracht niet aanwezig is, zoals ziekte of familieomstandigheden. De leerkracht en coördinator zullen dit, in overleg met het bestuur, waar mogelijk, onderling opvangen zodat we de continuïteit van het onderwijs kunnen garanderen. In geval van overmacht zullen wij de ouders per e-mail of per telefoon trachten te bereiken. Daarom is het gewenst dat u bij wijziging zowel uw e-mailadres als uw telefoonnummers (thuis, mobiel, werk) aan ons doorgeeft.
5.3
Personeelsbeleid
De doelen van ons personeelsbeleid zijn: Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid biedt en perspectieven geeft. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid. Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Het onderwijs op onze school wordt verzorgd door twee gediplomeerde leerkrachten. Een van de leerkrachten is tevens coördinator. Voor de peutergroep is er daarnaast ook een ongediplomeerde kracht aangetrokken. De coördinator heeft de dagelijkse en onderwijskundige leiding van de school. In het directiestatuut staat de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de coördinator en bestuur omschreven.
21
De leerkracht/coördinator en de andere leerkracht werken nauw samen bij het bepalen van onderwijsprogramma’s en onderwijsmaterialen en de beoordeling van de leerresultaten van de leerlingen. Deze samenstelling komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede en het streven is dan ook om deze formatie te behouden. Voorwaarde daarvoor is wel dat het leerlingaantal stabiel blijft en er voldoende financiële middelen zijn. Dit schooljaar zal daar nog zeker sprake van zijn.
5.4
Scholing van de leerkrachten
De beide leerkrachten die verbonden zijn aan De Taaltuin zijn in het bezit van een Nederlandse onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs. Het is van belang dat de leerkrachten de ontwikkelingen binnen het Nederlands onderwijs volgen en hun deskundigheid vergroten. De Stichting NOB zorgt ieder jaar voor bijscholingscursussen. Elk jaar wordt de mogelijkheid bekeken of een leerkracht mee kan doen aan de cursus. Er worden incidenteel ook regiobijeenkomsten georganiseerd voor (en door) scholen in Indonesië of in Zuidoost-Azië. In het najaar van 2014 zullen beide leerkrachten deelnemen aan een regiobijeenkomst in Kuala Lumpur waarbij het voortgezet onderwijs centraal staat. Naast de cursussen nemen de leerkrachten ook regelmatig deel aan webinars georganiseerd door het NOB.
Muzikale vorming in de kleutergroep
22
Hoofdstuk 6 - De ouders 6.1
Belang van betrokkenheid van ouders
Van ouders en de leerkracht wordt verwacht dat zij handelen in het belang van het kind. Wij proberen een goede samenwerking te creëren door de school toegankelijk te maken voor de ouders. Ouders krijgen zoveel mogelijk informatie. Indien de informatie toch niet duidelijk blijkt, is mondelinge of schriftelijke toelichting mogelijk. In het kader van het NTC-onderwijs is het bovendien noodzakelijk dat de ouders en de leerkrachten dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van de Nederlandse taalbeheersing. De doelen die we stellen zijn mede afhankelijk van de mate waarin thuis Nederlands wordt gesproken. Wij hechten veel waarde aan de mening van ouders. Mede daarom nemen we om het jaar een ouderenquête af. De eerstvolgende ouderenquête is gepland in het voorjaar van 2015. Ouders worden van de resultaten op de hoogte gesteld via de nieuwsbrief.
6.2 Thuis De Taaltuin biedt Nederlands onderwijs aan met als doel het Nederlands naar een hoger niveau te brengen. Echter, het grootste deel van de tijd zal de leerling het Nederlands in de thuissituatie horen en spreken. Een kind dat in Nederland of België woont hoort de hele dag Nederlands om zich heen, maar hier in Indonesië is dat anders. Juist daarom is het zo belangrijk dat er in de thuissituatie voldoende momenten zijn waarin het kind zijn/haar Nederlands kan oefenen en bijhouden. Het is tevens van groot belang dat de ouders de motivatie van het kind om Nederlands te leren stimuleren. Onder meer door zo vaak mogelijk Nederlands met het kind te praten, (voor)lezen van boeken, computerspelletjes doen op Nederlandstalige websites of apps, dvd’s bekijken, enzovoorts. In de nieuwsbrief zullen er ook regelmatig tips verschijnen over hoe het Nederlands bevorderd kan worden. Naarmate de kinderen ouder worden zullen ze steeds meer huiswerk van De Taaltuin krijgen. Het werkt voor een kind stimulerend als hij/zij daarbij regelmatig ondersteuning krijgt van de Nederlandstalige ouder.
6.3
Ouderactiviteiten
Naast het verzorgen van Nederlandse taal- en cultuurlessen organiseert de school regelmatig activiteiten voor (een deel) van de school. Een groot deel van die activiteiten bestaat uit cultuurdagen. Het organiseren en vooral het uitvoeren daarvan vereist veel hulp. We willen dan ook vragen uw steentje bij te dragen tijdens dit soort dagen. Mocht u (andere) kwaliteiten bezitten waar de school baat bij zou hebben, dan horen we dat ook graag. Een andere vorm van ondersteuning die geboden kan worden is het nemen van zitting in het bestuur. Als u een rol in het bestuur zou willen vervullen dan kunt u zich kandidaatstellen bij de voorzitter van het bestuur, Klarenda Nanninga.
23
6.4
Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school
Ouders kunnen voor of na de les altijd binnenlopen en bij de leerkracht terecht voor algemene vragen. In geval van meer specifieke vragen of in geval van problemen wordt het op prijs gesteld als de ouders eerst een afspraak met de leerkracht maken. Na het eerste en het tweede rapport worden de ouders uitgenodigd voor een voortgangsgesprek waarbij de leerkracht toelichting geeft op het rapport. De resultaten worden in het gesprek besproken en tegelijkertijd hebben ouders ook de gelegenheid om vragen te stellen. De rapporten worden voornamelijk samengesteld aan de hand van toetsgegevens. Dit zijn de CITO-toetsen en de methodegebonden toetsen. Ook wordt er gebruik gemaakt van observatieformulieren die worden ingevuld door de leerkracht. Mochten er tussentijds leer- of gedragsproblemen aan het licht komen, dan zal de leerkracht contact opnemen met de ouders. In het najaar van ieder kalenderjaar wordt tevens de mogelijkheid geboden voor een tussentijds gesprek. Eenmaal per jaar vindt er een inhoudelijke ouderavond plaats. Op deze avond krijgen de ouders o.a. informatie over de onderwijsvisie, gebruik van leermiddelen, huiswerk en werkwijze in de verschillende groepen. Verdere informatie wordt verschaft via de website (in aanbouw), Facebook, email, nieuwsbrieven en het prikbord in het binnenplaatsje van de school. In een jaar dat de Inspectie van het Onderwijs onze school heeft bezocht, geven wij u inzicht in de conclusies van de inspectie. Conclusies van eerdere bezoeken kunt u downloaden vanaf de site van de Inspectie van het Onderwijs (www.onderwijsinspectie.nl). Daarnaast kunt u het rapport ook opvragen bij de coördinator.
6.5
Klachtenregeling
Uitgangspunt van de klachtenprocedure is dat klachten, problemen of vragen over het onderwijs in eerste instantie rechtstreeks worden aangekaart bij de leerkracht of de leiding van de school. Een ouder met bijvoorbeeld een klacht over het lesgeven, gaat daarmee naar de school. Als de leerkracht/schoolleiding en de ouder het probleem niet samen kunnen oplossen, wordt het bestuur ingeschakeld. Voor financiële zaken kunnen de ouders direct bij de penningmeester terecht. Er is een bepaalde getrapte aanspreekbaarheid c.q. bemiddeling bij klachten van ouders over (het lesgeven van) een onderwijsgevende. Deze ziet er als volgt uit: Niveau 1: De ouders nemen de klacht rechtstreeks op met de onderwijsgevende. Niveau 2: Vinden de ouders en/of onderwijsgevende geen bevredigende oplossing voor het probleem dan wordt de schoolleiding ingeschakeld. Deze kan overigens ook al op het eerste niveau ingeschakeld worden, maar dan slechts op verzoek van één van beide of beide partijen. Niveau 3: Indien ook na overleg met de schoolleiding de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, dan wordt de zaak voorgelegd aan het schoolbestuur. Deze zal in voortdurend overleg met het schoolleiding de kwestie herzien en deze hopelijk tot een oplossing kunnen brengen. Als de ouder het probleem niet met de leerkracht en evenmin met het bestuur kan oplossen, bestaat er een mogelijkheid om een beroep te doen op bemiddeling bij een vertrouwenspersoon. Deze functie is ingevuld door Eelco Watzema. Hij is te bereiken op telefoonnummer: 081 325889882
24
Hoofdstuk 7 - Kwaliteitszorg 7.1
Kwaliteitszorgbeleid
Kwaliteitszorg is de wijze waarop het schoolbestuur op hoofdlijnen de kwaliteit van het onderwijs analyseert, verbetert en evalueert. Het kwaliteitsbeleid van De Taaltuin valt uiteen in vijf stappen, te weten: 1. bepalen van de kwaliteit aan de hand van diverse evaluatie-instrumenten 2. formuleren van prioriteiten en doelen 3. ontwikkelen van een aanpak 4. uitvoeren en evalueren 5. borgen van de kwaliteit We proberen de kwaliteit van onze school voortdurend te verbeteren door jaarlijks aan de hand van diverse instrumenten te bepalen hoe het met de kwaliteit is gesteld. Hierbij maken wij onder andere gebruik van de zelfevaluatie, ouderenquête, toetsresultaten en het inspectierapport. Aan de hand van de uitkomsten daarvan wordt een verbeterplan opgesteld. De uitvoering en geplande verbetering worden tot slot naar verloop van tijd geëvalueerd en vastgelegd. In de schoolgids van het vorig schooljaar stond een globaal overzicht van de verbeterpunten die we ons ten doel hadden gesteld. De resultaten die wij het afgelopen jaar hebben geboekt zijn: Verbeterpunt vorig schooljaar Oplossen visaproblematiek: verkrijgen rechtspersoonheid Nieuwe visie/missie Duidelijkheid aannamebeleid vergroten
Bevordering begrijpend lezen Leerkrachten zijn op de hoogte van onderwijsontwikkelingen in Nederland
Ouderbetrokkenheid bij het onderwijs van hun kind verhogen
Resultaat Er is inmiddels een Indonesische stichting opgericht en een SK verkregen. Daarmee zijn we ook in Indonesië een rechtspersoon en op grond daarvan kunnen we sponsor zijn voor het werkvisum van leerkrachten De visie en missie zijn geherformuleerd en opgenomen in de schoolgids en het schoolplan In samenspraak zijn we gekomen tot een duidelijker aannamebeleid dat in de schoolgids en het schoolplan is vastgelegd Het begrijpend lezen wordt in de lessen bevorderd door gebruikmaking van Nieuwsbegrip De leerkrachten houden de onderwijsontwikkelingen in Nederland bij door: - bestudering richtingwijzer NOB - deelname webinars De volgende middelen zijn ingezet om de ouderbetrokkenheid bij het onderwijs te verhogen: -aansprekende presentatie tijdens jaarlijkse informatieve bijeenkomst -tijdens rapportgesprekken de betrokkenheid benadrukken - de mogelijkheid voor een extra tussentijds oudergesprek - informatie in de nieuwsbrief Het is echter duidelijk dat ondanks de inzet van deze middelen het moeilijk is ons doel te bereiken.
25
7.2
Verbeterplan 2014-2015
Aan de hand van de beoordeling van de kwaliteit door middel van diverse evaluatie-instrumenten, zijn we gekomen tot een vernieuwd verbeterplan. Een aantal punten is overgenomen uit het verbeterplan van het voorgaande jaar, omdat we daar ofwel nog niet aan toe waren gekomen ofwel omdat het betreffende punt nog voor verdere verbetering vatbaar is. Dit verbeterplan maakt tevens onderdeel uit van het schoolplan voor de periode 2014-2018, waarin het beleid op hoofdlijnen voor vier jaar is vastgelegd. De voornaamste verbeterpunten voor het schooljaar 2014-2015 zijn als volgt vastgesteld: Doel 1. Financieel draagvlak van de school vergroten. Doelstelling: verkrijgen van een bedrag gelijk aan de subsidie 2. Verbetering kwaliteitszorg
3. Bestuurlijke vernieuwing 4. Naamsbekendheid van de school vergroten ter ondersteuning van leerlingenwerving en verkrijgen fondsen/donateurs 5. Verbetering onderwijsresultaten
6. Verbeterde vastlegging van de analyses en conclusies t.a.v. resultaten CITO-toetsen
Werkwijze & middelen -Fondsen- en donateurswerving - Eenmalige initiatieven om geld in te zamelen, zoals veiling, sponsorloop e.d. - Systematisch bewaken van de uitvoering van het verbeterplan. - Tweejaarlijks gezamenlijke evaluatie toetsgegevens. - bestuursreglement herzien - vervanging bestuursleden. - opzetten blog - actief op Facebook - opzetten website - folder/brochure
Verantwoording Bestuur
Uitvoering Werkgroepen met zowel bestuursleden als ouders
Bestuur
Coördinator
Bestuur
Voorzitter bestuur
Coördinator
Coördinator en werkgroepen
- VO-leerlingen een eigen portfolio laten maken waarin ze hun eigen doelen vaststellen, zodat ze meer betrokken zijn bij hun eigen leerproces - betere aanpak van niveauverschillen d.m.v. handelingsplannen volgens SMART-methode. - de analyse en conclusies van met name opvallende CITOresultaten worden op papier vastgelegd -plan van aanpak per groep schriftelijk vastleggen - digitale leerlingvolgsysteem beter inzetten
Coördinator
Leerkrachten
Coördinator
CoördinatorLeerkrachten
26
7. Bevordering zelfstandig werken
8. Verbetering implementatie ICT in de lessen
9. Uitleensysteem bibliotheek verbeteren
10. Verdieping leerkrachten voortgezet onderwijs
11. Aanschaf nieuwe methodes voortgezet onderwijs 12. Aanschaf methodeonafhankelijke toetsen voortgezet onderwijs 13. Informatiebijeenkomst organiseren voortgezet onderwijs 14. Onderzoek doen naar andere examenmogelijkheden voortgezet onderwijs 15. Mogelijkheden bekijken voor het opzetten van een R3 groep 16. Taalhoeken peuters en kleuters optimaliseren
17. Samenwerking met scholen in Nederland opzetten
-geleidelijk opbouw in tijdsduur zelfstandig werken in de onderbouwgroepen - aanschaf zelfcontrolerend materiaal -meer kennis verkrijgen omtrent structureel gebruik van ICT in de lessen - verkregen kennis in praktijk brengen - aanschaf van noodzakelijk materiaal - inzet cd-roms, websites - goed onderhoud van computers, printers en internet - leerlingen structureel boeken laten lenen - uitleenlijsten per klas invoeren - bijwonen regiobijeenkomst - contact met andere NTC scholen - artikelen NOB Onderzoek doen naar geschikte methodes
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
Coördinatorleerkrachten
Coördinatorleerkrachten
Coördinator
Coördinator
- Keuze maken voor een bij De Taaltuin passende toets -Contact met NOB voor advies Ouders informatie verschaffen over: - Huidige methodes Examens Mogelijkheid onderzoeken van: - IGCSE-examens - IB-examens Onderzoeken of er: - Voldoende vraag is - Ruimte is binnen het huidige rooster - Vaste hoeken binnen de klas organiseren waar de leerlingen gericht met diverse taalgebieden bezig zijn Contacten leggen met scholen in Nederland.
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
Coördinator
Coördinator
Coördinator
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
Coördinatorleerkrachten
Coördinator
Coördinatorleerkrachten
27
Hoofdstuk 8 - De resultaten van het onderwijs Voor de school en voor de ouders is het niet alleen belangrijk te weten wat het doel is van het onderwijs en hoe we dat willen bereiken, maar ook of de beoogde resultaten daadwerkelijk bereikt worden. Met de resultaten van de toetsen willen we als school de kwaliteit van het onderwijs in de gaten houden. Niet alle resultaten in het onderwijs zijn meetbaar of kunnen in cijfers uitgedrukt worden. Toch kunnen cijfers een ondersteuning geven in de beoordeling van de situatie. Daarom heeft de school, daar waar mogelijk, de nodige cijfers en resultaten verzameld om u te kunnen informeren over: - uitstroom en aansluiting - toetsresultaten
8.1
Uitstroom en aansluiting
Het leerlingaantal van de Taaltuin is ten opzichte van het vorige schooljaar gestegen van 33 naar 38. Er is een leerling aangemeld in groep 3 en we hebben vier nieuwe peuters erbij gekregen. Waarschijnlijk komen er halverwege dit jaar ook twee leerlingen tijdelijk les volgen.
8.2
Toetsresultaten en context
Zoals eerder in paragraaf 4.1 is aangegeven wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd door middel van het afnemen van toetsen. Sinds drie jaar werken we met nieuwe CITO-toetsen, waarmee we beter voldoen aan de eisen die de inspectie aan het leerlingvolgsysteem stelt. De resultaten van de CITO-toetsen die de leerlingen maken worden weergegeven in een letter, waarbij A de hoogste score is en E de laagste. Hieronder volgt een overzicht van de verdeling van de scores. A - 25% - hoogst scorende leerlingen B - 25% - ruim boven tot net boven het landelijk gemiddelde C - 25% - net tot ruim onder het landelijk gemiddelde D - 15% - ruim onder het landelijk gemiddelde E - 10% - laagst scorende leerlingen De CITO-toetsen van het afgelopen jaar gaven de volgende resultaten in de diverse groepen te zien: Kleuters De leerlingen van groep 2 hebben de CITO-toets ‘Taal voor kleuters’ gedaan. Deze leerlingen scoorden ruim onder het landelijk gemiddelde. Een verklaring hiervoor kan zijn dat deze jonge leerlingen nog niet gewend zijn toetsen te maken en dat het taalgebruik van de toets niet bij de leerlingen aansluit. Een andere verklaring kan zijn dat het actieve gebruik van de Nederlandse taal pas laat op gang is gekomen waardoor er een achterstand is ontstaan. De woordenschat is nog niet rijk genoeg ten opzichte van leerlingen in Nederland. Om de woordenschat op peil te brengen blijven we thematisch werken, veel herhalen in de lessen, woordenschat stapsgewijs uitbreiden en voorlezen.
28
Groep 3 t/m 6 In groep 3 tot en met 6 worden tweejaarlijks drie CITO-toetsen afgenomen. Begrijpend lezen, woordenschat en spelling. De toetsen van begrijpend lezen zijn in deze groepen gemaakt met een resultaat dat net onder het landelijk gemiddelde ligt. Bij begrijpend lezen worden een hoop vaardigheden gevraagd, zoals technisch lezen, woordenschat en het leggen van verbanden. De leerlingen hebben deze vaardigheden dus goed weten toe te passen. De toetsen van woordenschat zijn in alle groepen onvoldoende gemaakt. We hebben gemerkt dat de leerlingen van De Taaltuin een lage Nederlandse woordenschat hebben. Dit is echter niet opmerkelijk als er vanuit wordt gegaan dat deze kinderen thuis en op school maar beperkt de mogelijkheid om zich het Nederlands eigen te maken. Het Nederlandse aanbod (kwalitatief en kwantitatief) speelt een belangrijke rol in de opbouw van de woordenschat. Binnen De Taaltuin wordt gecontinueerd met het tweewekelijks aanbieden van woordenschat in de methode. Daarnaast stimuleren we het lezen thuis en oefenen we de woordenschat met bijvoorbeeld voorlezen en (kring)gesprekken. In groep 4 zal er meer tijd worden uitgetrokken voor woordenschat, per leerling zal er verlengde instructie worden gegeven (per leerling bekijken waar hij/zij uitvalt en daar extra uitleg bij geven). De toetsen van spelling zijn ruim onder het landelijk gemiddelde gemaakt. Veel jonge leerlingen hebben moeite met het schriftelijk vertalen van de Nederlandse woorden en letters. Vooral klinkers leveren moeilijkheden op en er wordt ook veel fonetisch gespeld, zoals dat in de Indonesische taal ook vaak het geval is. De dictees behorende bij de methode geven over het algemeen een voldoende resultaat weer. De oorzaak hiervan kan zijn dat er in de dictees woorden worden getoetst waarvan de regels recentelijk zijn aangeboden. In de CITO-toetsen worden woorden getoetst die het afgelopen half jaar zijn aangeboden. Groep 8 In groep 8 wordt de woordenschattoets niet meer afgenomen. Daarvoor in de plaats komt de spelling werkwoordentoets. Deze toets is met gemiddeld C ruim onder het landelijk gemiddelde gemaakt. De reguliere CITO spellingtoets is onvoldoende gemaakt. In de eerste klas van de het voortgezet onderwijs wordt er veel stof herhaald van groep 7 en 8. Door deze herhaling zal de basis wat meer ingeslepen worden, waardoor bijvoorbeeld de resultaten van (werk)woordspelling naar verwachting omhoog zullen gaan. Begrijpend lezen is ruim onder het landelijk gemiddelde gemaakt. Een oorzaak daarvan kan zijn dat de leesstrategieën die toegepast worden bij begrijpend lezen onvoldoende bekend zijn. Om dit meer bekend te maken bij de leerlingen willen we met de hele bovenbouw (groep 7 t/m VO4) eens per maand de teksten van ‘Nieuwsbegrip’ oefenen. We zullen hetzelfde onderwerp behandelen, maar op verschillende niveaus (B-C) aanbieden.
Over het geheel genomen scoren de leerlingen bij de methodeonafhankelijke toetsen (CITO) ruim onder het landelijk gemiddelde in vergelijking met leerlingen die in Nederland onderwijs volgen. Als we naar de methodetoetsen kijken zien we gemiddeld een voldoende resultaat op het niveau waarop ze zijn ingedeeld. Wat niet vergeten moet worden is dat de CITO resultaten vergeleken worden met leerlingen in Nederland in dezelfde leeftijd. Deze leerlingen hebben door hun omgeving en vaak eentalige (Nederlandse) opvoeding een flinke voorsprong op kinderen die niet in Nederland opgroeien.
29
Hoofdstuk 9 - Praktische zaken 9.1
Schooltijden
Het NTC-onderwijs is een aanvulling op het onderwijs van de dagschool. Dat betekent dat de lestijden beperkt zijn tot naschoolse tijden. Alleen de lessen van de taalspeelgroep vinden in de ochtend plaats. Maandag: 09.00 – 11.30 15.30 – 17.30 17.30 – 19.30 Dinsdag: 09.00 – 11.30 15.30 – 17.30 17.30 – 19.30
- Taalspeelgroep (Juf Anouk) - Middenbouw - groep 3, 4 en 6 (Juf Gery en Sabine) - Bovenbouw - groep 7 en Voortgezet Onderwijs klas 1, 2 en 4 (Juf Gery en Sabine) - Taalspeelgroep (Juf Anouk) - Middenbouw - groep 3, 4 en 6 (Juf Gery en Sabine) - Bovenbouw - groep 7 en Voortgezet Onderwijs klas 1, 2 en 4 (Juf Gery en Sabine)
Woensdag: 09.00 – 11.30 14.30 – 16.30
- Taalspeelgroep (Juf Gery) - Onderbouw - groep 1 en 2(Juf Gery)
Donderdag: 09.00 – 11.30 14.30 – 16.30
- Taalspeelgroep (Juf Gery) - Onderbouw - groep 1 en 2 (Juf Gery)
Vrijdag: 09.00 – 11.30
- Taalspeelgroep (Juf Gery)
Leerlingen van groep 3 aan het werk met de letterdoos
30
9.2
Veiligheid
Ons doel is zowel de fysieke als sociale veiligheid op school te waarborgen. De leerlingen moeten zich veilig voelen, want pas dan kan er optimaal geleerd worden. De Taaltuin staat in een land waar de kans op een natuurramp zoals een aardbeving of een uitbarsting van de vulkaan Merapi aanwezig is. Als een dergelijk natuurverschijnsel zich voordoet op een moment dat er lessen zijn volgen we de op school vastgestelde procedures. De ouders zullen dan zo snel mogelijk worden ingelicht. Er zullen oefeningen met de leerlingen gedaan worden om de evacuaties bij een daadwerkelijke ramp zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen. Ophalen leerlingen na afloop van de les Wij verzoeken u uw kind meteen na afloop van de les op te halen. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor de leerlingen na afloop van de les.
9.3
Vakantierooster
We vragen de ouders hun verlof zoveel mogelijk met de schoolvakantie overeen te laten komen. Indien dit echter niet lukt, krijgt de leerling schoolwerk mee voor de betreffende periode.
Vakantieoverzicht en rode dagen 2014-2015 Eerst dag schooljaar : Herfstvakantie Kerstvakantie: Chinees Nieuwjaar: Goede vrijdag: Voorjaarsvakantie: Dag van de arbeid Hemelvaartsdag: Hemelvaart Mohammed: Waisak Laatste lesdag:
11 augustus 2014 13 – 17 oktober 2014 22 december t/m 9 januari 2015 19 februari 2015 3 april 2015 6 – 10 april 2015 1 mei 2015 14 mei 2015 15 mei 2015 2 juni 2015 19 juni 2015
De nationale vrije dagen van 2015 moeten nog officieel goedgekeurd worden de Indonesische overheid. Er kunnen dus nog wijzigingen plaatsvinden.
….. = nationale vrije dag ….. = cultuurdag ….. = vakantie
31
Schoolkalender 2014 – 2015 DE TAALTUIN
32
9.4 Ouderbijdrage Inschrijfgeld: Wanneer een kind wordt aangemeld vragen wij Rp. 100.000,- inschrijfgeld. Lesgeld De bedragen voor dit schooljaar zijn als volgt vastgesteld: Primair Onderwijs (kleuters t/m gr. 8) en Voortgezet Onderwijs: Peuters (drie dagen): Peuters (vijf dagen):
Rp. 7.500.000 Rp. 8.500.000 Rp.13.000.000
We bieden dit jaar naast betaling in een keer voor het gehele schooljaar, ook de mogelijkheid om per semester, kwartaal of indien gewenst maandelijks te betalen. Indien u ervoor kiest om het lesgeld per kwartaal of maand te betalen, verzoeken wij u ons dit per email te laten weten via
[email protected]. Het lesgeld dient te worden overgemaakt op de rekening van de penningmeester: t.n.v. Koen Vercaemer Permata Bank Cabang Katamso, Yogyakarta o.v.v. Lesgeld (NAAM VAN LEERLING(EN) Rekeningnummer: 6910737986
9.5
Sponsoring
In juni 2013 kregen we van de stichting NOB te horen dat vanwege de bezuinigingen de subsidie voor Nederlands onderwijs in het buitenland, en dus ook voor onze school, zou worden stopgezet. Gezien de daaruit vloeiende noodzaak is er vervolgens een begin gemaakt met het zoeken naar alternatieve geldstromen. Er is een fondsenwervingsgroep, bestaande uit ouders en bestuursleden, opgericht die per schooljaar een aantal sponsoractiviteiten uitzet. Tevens zijn er brieven opgesteld die ouders onder familieleden en vrienden in Nederland en België kunnen verspreiden om vanuit die hoek sponsoring te verkrijgen. Aan het begin van 2014 kreeg de school te horen dat er vanuit de Nederlandse regering toch subsidiegeld beschikbaar is gesteld voor een periode van drie jaar, namelijk van 2014-2016. Het is echter noodzakelijk dat de fondsenwervingsgroep actief blijft zoeken naar sponsormogelijkheden zodat De Taaltuin ook na 2016 met behoud van de huidige kwaliteit kan worden voortgezet.
33
Hoofdstuk 10 - Namen en adressen 10.1
De school
NTC De Taaltuin Mantrijeron MJ III/845 (Jalan Surami) Yogyakarta 55143 Indonesie Telefoonnummer: 0274-385524 E-mail:
[email protected] Website: www.detaaltuin.org Coördinator en leerkracht: Sabine Spijker
08994600836
Leerkracht: Gery Verlinden
089607579967
Peuterleerkracht: Anouk Wilke
082220635072
Schoolbestuur: Stichting De Taaltuin Mantrijeron MJ III/845 (Jalan Surami) Yogyakarta 55143 Tel.
Klarenda Nanninga Koen Vercaemer Frank van Paassen
Vertrouwenspersoon: Eelco Watzema
081 22692365 081 8261044 081 1286766
081 325889882
10.2 Externe contacten De Taaltuin maakt deel uit van een groter netwerk: Via Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland ontvangt onze school een financiële stimulans – in de vorm van subsidie – van de Nederlandse overheid. Ook biedt NOB ons advies en ondersteuning op onder meer onderwijskundig en bestuurlijk gebied. De kwaliteit van het onderwijs wordt beoordeeld door de Nederlandse onderwijsinspectie. Wij zijn niet de enige school Nederlandse school in het buitenland. Over de gehele wereld zijn er ongeveer 200 scholen die onderwijs verzorgen dat zich richt op volledig dagonderwijs of de Nederlandse taal en cultuur (NTC).
34
Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB) Parkweg 20a 2271 AJ Voorburg Nederland Tel.: +31 (0)70 386 66 46 W: www.stichtingnob.nl E:
[email protected] Nederlandse Onderwijsinspectie Correspondentieadres (onder vermelding van: Afdeling Buitenland) Postbus 88 5000 AB Tilburg Nederland e-mail Team Buitenland:
[email protected] website: www.onderwijsinspectie.nl Telefoon vragen van ouders over onderwijs in het buitenland: 0031 77 46 56 767
Thema ‘feest’ bij de peuters
35