SCHOOLGIDS 2015 - 2016 Basisschool ‘De Meule’ Molenstraat 21 5914 XS Venlo tel. 077 - 320 07 88 E-mail :
[email protected] Website : www.demeule.fortior.nl
2. INLEIDING 2.1 Waarom een schoolgids? Deze gids is bedoeld, om aan u als ouders* te laten zien op welke manier er op ‘De Meule’ gespeeld, geleerd en gewerkt wordt en wat de school daarnaast nog te bieden heeft. Door de grotere beleidsvrijheid die scholen gekregen hebben, laten scholen onderling steeds meer verschillen zien. De gids geeft aan, waar deze school voor staat, zodat u als ouders weet wat u van ‘De Meule’ kunt en mag verwachten. Voor nieuwe ouders kan de schoolgids een hulpmiddel zijn bij het maken van een verantwoorde schoolkeuze. *Omwille van de leesbaarheid spreken we in deze schoolgids over ouders, maar
uiteraard zijn ook alle andere verzorgers bedoeld.
Wat treft u zoal aan in de schoolgids? In deze gids zullen de volgende punten duidelijk beschreven worden: de opzet van ons onderwijs, de zorg voor uw kinderen, wat wij van u als ouders verwachten en wat u van ons als school mag verwachten, de resultaten van het onderwijs. De jaarlijkse actualisering van de schoolgids gebeurt onder verantwoordelijkheid van de directeur. Kritische op- en aanmerkingen die de kwaliteit van de schoolgids kunnen verbeteren, kunt u doorgeven aan de directeur van de school, de heer L. Smeets. Onze school is voortdurend in beweging. Gedurende het schooljaar veranderen zaken en worden nieuwe ontwikkelingen in gang gezet. Hierover wordt U op de hoogte gehouden middels onze nieuwsbrief “De Meulepost”. Nieuws en mededelingen worden per mail naar u verzonden. Indien geen mail-adres bekend is, ontvangt u een papieren versie. Mocht U verdere vragen of opmerkingen hebben, dan staan wij U graag te woord. Voor kleine praktische vragen kunt U vaak bij de leerkracht terecht, maar ook de deur van de deelteamleider staat altijd voor U open. Omdat de directeur, dhr L. Smeets ook directeur is van basisschool Kleur-Rijk, is het verstandig hiermee een afspraak te maken. Wij wensen U en uw kinderen een fijne start en een heel plezierig schooljaar op ‘De Meule’.
2.2 Basisschool De Meule De naam van de school is: basisschool ‘De Meule’, gelegen aan de Molenstraat 21 te Venlo. De naam ‘De Meule’ heeft de school te danken aan het feit dat er aan het begin van de 20e eeuw een molen stond op de hoek Molenstraat/Albert Cuypstraat. Onze school heeft een katholieke signatuur, maar staat open voor alle kinderen, ongeacht geloof, afkomst of herkomst. Onze school is een afspiegeling van de maatschappij waar kinderen elkaars overtuigingen en levensgewoonten leren kennen, leren respecteren en zo leren goed met elkaar om te gaan. Het voedingsgebied werd vroeger aangegeven door de grenzen van de Heilig Hartparochie, maar tegenwoordig bezoekt een groot aantal leerlingen van over deze grenzen onze school.
2.3 Doelen en visie 2.3.1 Ontwikkelingsdoelen Basisschool ‘De Meule’ streeft ernaar het onderwijs zodanig in te richten, dat de leerlingen bij alle aspecten van hun ontwikkeling een continue proces kunnen doormaken. Er wordt gewerkt aan de verstandelijke, sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van uw kind. Geprobeerd wordt dit te verwezenlijken door: de overgang naar een volgende groep zo soepel mogelijk te laten verlopen; in alle groepen en in alle vakken te werken op een manier waarmee tegemoet gekomen wordt aan de individuele mogelijkheden van uw kind; de didactische werkwijzen, methodes, leer- en hulpmiddelen dusdanig te kiezen en op elkaar af te stemmen dat de continuïteit van het onderwijs-/leerproces gewaarborgd blijft; veel aandacht te schenken aan elke individuele leerling, en extra hulp in te zetten voor kinderen die dat nodig hebben; adequaat in te spelen op en actief betrokken te zijn bij actuele ontwikkelingen in het onderwijs; voortdurend te blijven werken aan de professionalisering van het managementteam en de leerkrachten en het verder perfectioneren van de onderwijsinhoudende leeromgeving, het klassenmanagement en de organisatiestructuur. De school wil zich hierin actief en initiërend opstellen, waarbij waarden als rust, orde en regelmaat erg belangrijke pijlers zijn; alle middelen in te zetten die de communicatie en openheid tussen leerkrachten en leerlingen, leerkrachten en ouders/verzorgers en leerkrachten onderling bevorderen.
De school wil alle mogelijkheden die de kinderen hebben, zo optimaal mogelijk ontwikkelen en alles in het werk stellen om aan te sluiten bij ieders ontwikkeling. De opvoeding thuis heeft al veel van deze mogelijkheden ontwikkeld en gestimuleerd. De school wil hierop zoveel mogelijk aansluiten en streeft dan ook naar continuïteit tussen de opvoeding thuis en op school. Kortom, we vinden dat we binnen basisschool ‘De Meule’ de opvoedende taak van het gezin moeten voortzetten. Samen met de ouders/verzorgers stellen we vast wat verantwoord en belangrijk is in de opvoeding van het kind binnen onze school. Er hebben dan ook regelmatig oudergesprekken plaats en uiteraard bestaat altijd de mogelijkheid om met de leerkracht van gedachten te wisselen en zaken betreffende uw kind te bespreken, zoals: vorderingen gedrag huiswerk sociaal-emotionele ontwikkeling
2.3.2 Visie op mens en samenleving Over mens en samenleving hoeven visies niet altijd gelijk te zijn. Wij vinden echter wel: dat onze maatschappij behoefte heeft aan medeburgers die zich hierin kunnen handhaven en er hun weg in weten te vinden; dat voor kinderen de samenleving heel dichtbij is: hun directe omgeving; dat we als school optimaal contact moeten onderhouden met de gezinnen waaruit onze kinderen komen, alsmede de buurt, de verenigingen en de parochie; dat onze kinderen weet moeten hebben van de rechten en plichten die ze als medeburgers in deze maatschappij hebben; dat ze hun eigen weg leren vinden in de grote hoeveelheid informatie die op hen afkomt; dat ze vanzelfsprekend tolerant zijn en met respect omgaan met alle individuen en groepen in de samenleving en met de natuur dat ze de waarden en normen van de maatschappij accepteren en waarderen.
3. DE SCHOOLORGANISATIE 3.1 Het Arbobeleid en het calamiteitenplan Mede in het kader van de ARBO-wetgeving wordt er binnen onze school veel tijd en energie geïnvesteerd in de veiligheid in en rondom de school, gezondheid en het welzijn in arbeidssituaties. Het ARBO-beleid is samen te vatten in 5 werkterreinen, t.w. veiligheid en gezondheid, welzijn, verzuim, agressie en geweld en seksuele intimidatie en bedrijfshulpverlening. Hiertoe wordt jaarlijks een schouw gehouden van het hoofdgebouw. Aan de hand van de uitkomsten wordt een plan van aanpak opgesteld om eventuele knelpunten op te lossen. Er is een calamiteitenplan. Dit is door de brandweer getoetst en akkoord bevonden. Het gebouw is voorzien van een automatisch brandmeld- en beveiligingssysteem. Jaarlijks vindt een ontruimingsoefening plaats. Dit heeft ook consequenties voor andere personen (bezoekers, ouders en hulpouders), die op enig moment in het gebouw aanwezig zijn. Wanneer het brandalarm afgaat ( sirene, zg. ‘slow-whoops’), dienen alle bezoekers, ouders en hulpouders, die op dat moment niet met kinderen werken zich te melden bij ruimte 1.01 (kamer conciërge). Die ouders, die op dat moment de verantwoording dragen over kinderen, begeven zich zo snel mogelijk naar de speelplaats en melden zich met de kinderen bij de thuisgroep van deze kinderen. De ouders, die zich in de conciërgeruimte melden, kunnen worden ingezet voor andere taken, bijvoorbeeld het controleren of alle ruimten leeg zijn. Bij sirenealarm van de overheid (calamiteit van buiten) brengen de ouders, die op dat moment met kinderen werken, deze zo snel mogelijk naar hun thuisgroep. Daarna melden zij zich bij de conciërgeruimte voor verdere instructies (eventueel assistentie verlenen bij een ontruiming of het controleren van het gebouw). Uiteraard hopen wij dat bovenstaande procedures nooit in de praktijk nodig zullen zijn. Wel zal er jaarlijks worden geoefend door het in scène zetten van een brandalarm.
3.2 Algemene regels Zoals eerder gezegd vinden we voor onze school Rust, Orde en Regelmaat belangrijke peilers. Daarom hebben we voor onze school een aantal regels opgesteld, waarvan we verwachten, dat ze door leerlingen en ouders/verzorgers nageleefd worden. Een van de belangrijkste regels is, dat we problemen tussen leerlingen en ouders onderling of tussen leerlingen en ouders, altijd door middel van een gesprek proberen op te lossen. Als dit niet lukt, schakel dan altijd een leerkracht of een lid van het managementteam in, maar speel nooit voor eigen rechter! Meningsverschillen kunnen zich altijd en overal voordoen, maar laten we niet aansluiten bij de huidige trend in de maatschappij, waarbij het vaak lijkt dat onderlinge agressie meer regel dan uitzondering is. Ouders, die zich niet aan deze regels houden, kunnen uiteindelijk verzocht worden een andere basisschool voor hun kind(eren) te zoeken. Gedrag- en speelplaatsregels De voornaamste regel is: WE STOREN NIEMAND, NIET OP DE SPEELPLAATS, NIET IN HET GEBOUW EN NIET IN DE KLAS. Problemen op de speelplaats probeer je eerst onderling op te lossen (= uit te praten, niet uit te vechten!). Lukt dat niet, wend je dan tot één van de leerkrachten op het schoolplein. We houden de speelplaats en de omgeving schoon: er staan voldoende vuilnisbakken voor papiertjes, zakjes, schillen, kroosten e.d. Raap ook eens rommel op die niet van jou is en gooi die in de vuilnisbak. Op de speelplaats wordt NOOIT gefietst. Op school wordt niet gesnoept (ook geen kauwgom). Ook bij verjaardagen vinden er géén traktaties plaats. Het dragen en/of bezitten van scherpe voorwerpen in school is uiteraard niet toegestaan. Onder schooltijd zijn de toegangsdeuren gesloten. Indien leerlingen na aanvangstijd van de lessen naar school komen, dienen ze gebruik te maken van de hoofdingang. Voor het einde van de schooltijd is het niet toegestaan het schoolplein te betreden. Leerlingen hebben géén mobiele telefoons bij zich. Wanneer een leerling toch een mobiele telefoon bij zich moet dragen, informeert de ouder hierover de betreffende leerkracht. Bij aanvang van de lessen levert de betreffende leerling de mobiele telefoon in bij zijn/haar leerkracht. De mobiele telefoon wordt in een afgesloten kast opgeborgen. Na schooltijd geeft de leerkracht de mobiele telefoon weer terug aan de eigena(a)r(es).
Protocol ‘Gedragscode’. Op school hanteren wij een document ‘Gedragscode’. Hierin zijn gedragsregels vastgelegd op het terrein van: A - Seksuele intimidatie B – Pesten C - Discriminatie en racisme D- Lichamelijk c.q. psychisch geweld E - Schending van de privacy. F- Kleding Het doel van deze regels is het scheppen van een goed pedagogisch klimaat, waarin alle betrokkenen zich prettig en veilig voelen. het bijdragen aan preventie van machtsmisbruik in ruime zin. Het bevorderen en bewaken van veiligheids- gezondheids- en welzijnsaspecten voor alle mensen op school. Het bewaken van de privacy van alle betrokkenen. Deze uitgebreide regeling is vastgelegd in dit document voor alle Fortiorscholen en is ten allen tijde op school ter inzage aanwezig of opvraagbaar. Verzekeringen Leerlingen, leerkrachten, hulpouders, stagiaires en vrijwilligers zijn op school verzekerd. Er is afgesloten: een ongevallenverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering en een reisverzekering tijdens groeps- en schoolreisjes, excursies en uitstapjes. De daarbij behorende polissen liggen bij de directeur ter inzage. Verdwenen voorwerpen Helaas gebeurt het regelmatig, dat leerlingen in school voorwerpen kwijtraken. Ofschoon wij dit betreuren, zal er nooit tot vervanging of financiële schadeloosstelling door de school worden overgegaan. Gevonden voorwerpen worden tijdelijk bewaard bij de ingang West. Hier kan men altijd kijken of de verloren goederen aanwezig zijn. Kleding e.d. die langdurig blijft liggen, wordt na enige tijd opgeruimd.
3.3 Ouders en School 3.3.1 Leerlingen met gescheiden ouders In 1998 heeft de wetgever bepaald, dat na een echtscheiding beide ouders het gezag over de minderjarige kinderen voortzetten. Een ouder, die alleen met het ouderlijk gezag belast wil worden, moet aan de rechter aannemelijk maken dat dit in het belang van het kind is. Zolang er geen gerechtelijke uitspraak is, dat één van de ouders het gezag ontnomen is, ontvangt zowel de vader als de moeder, al of niet op verzoek, relevante leerlinggegevens, zoals rapport, uitslag toetsen en testen.
3.3.2 Samenwerkingsovereenkomst
“ieder kind heeft recht op een goede samenwerking tussen school en ouders” 1. Voorwoord Kinderen kunnen beter presteren op school wanneer de ouders en de school goed samenwerken. Wanneer kinderen thuis en op school overeenkomsten zien in de manier van opvoeden, dan heeft dat vaak een positief effect op de ontwikkeling van het kind. Het team van De Meule wil graag een goed contact hebben met de ouders. Daarom willen we deze overeenkomst afsluiten. U kunt hier lezen wat De Meule van u als ouder verwacht, maar ook wat u van het team mag verwachten. We mogen elkaar op deze afspraken aanspreken. U heeft als ouder een belangrijke rol op school bij het leren van uw kind. Verder kunt u ook op andere manieren helpen. Er zijn op De Meule een ouderraad (OR) en een medezeggenschapsraad (MR). Verder zijn er verschillende activiteiten in een schooljaar waarbij we uw hulp nodig hebben, zoals de sportdag, bezoeken aan de kinderenboerderij, bibliotheek, musea of vieringen op school. U ontvangt hier door het jaar heen informatie over. Wanneer er in deze overeenkomst gesproken wordt over ouders, dan bedoelen we daar alle ouders en verzorgers mee die verantwoordelijk zijn voor de zorg van de kinderen. Wanneer er gesproken wordt over het team van De Meule dan bedoelen we groepsleerkrachten, management- en directieleden en onderwijsondersteunend personeel. 2. Wat kunnen ouders van De Meule verwachten? Ouders kunnen van het team van De Meule verwachten dat: zij regelmatig informatie geven over de ontwikkeling van het kind
zij ervoor zorgen dat alle kinderen, ouders en personeel zich veilig en vertrouwd voelen op school
zij ervoor zorgen dat ouders, kinderen en personeel zich welkom voelen op school.
zij aansluiten bij de leerbehoeften van het kind
zij naast het aanleren van de basisvaardigheden, aandacht geven aan het totale kind
zij aandacht besteden aan culturele, creatieve en burgerschapsactiviteiten
zij werken met een pestprotocol om het pesten op school tot een minimum te beperken
ouders met vragen, binnen een week een afspraak kunnen maken met de leerkracht(en)
zij hoge verwachtingen heeft en alles zal doen wat binnen haar mogelijkheden ligt om de kinderen op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen. Daarbij houden zij uiteraard wel rekening met de mogelijkheden van de kinderen.
zij ouders altijd informeren over extra zorg die in een handelingsplan is vastgelegd
zij streven naar een goede communicatie met ouders
zij met respect praten over ouders, kinderen en teamleden
zij zorgen voor: - de jaarlijkse informatiekalender met alle belangrijke data - de schoolgids op de website www.demeule.saam.nl - actuele informatie op de website www.demeule.saam.nl - de maandelijkse (digitale) nieuwsbrief De Meulepost - de informatieavond aan het begin van het schooljaar - de 15-minutengesprekken minimaal 2x per jaar - contact zodra daar aanleiding voor is
3. Wat verwacht De Meule van ouders? Het team van De Meule verwacht van ouders dat: zij zorgen dat hun kind op tijd op school is en ook op tijd gehaald wordt
zij zorgen dat hun kind de leerplicht nakomt
zij zorgen dat hun kind verzorgd en uitgerust op school komt
zij zorgen dat hun kind telefonisch of persoonlijk op school wordt afgemeld, indien het kind ziek is of door omstandigheden niet of later naar school komt.
zij zorgen dat het kind een (liefst gezonde) lunch meeneemt en eventueel een stuk fruit, groente of brood voor tussendoor.
zij belangstelling tonen voor de school en aanwezig zijn op de informatieavond en de 15-minutengesprekken.
zij belangstelling tonen voor het schoolwerk van hun kind en hun kind aanmoedigen
zij regelmatig met hun kind over school praten
zij er voor zorgen dat hun kind meegegeven huiswerk maakt
zij belangrijke informatie over het kind of de thuissituatie op tijd doorgeven aan De Meule
zij met respect over De Meule, ouders en andere leerlingen communiceren, incl. op de sociale media
zij personeel, andere leerlingen en ouders serieus nemen
zij zelf of een door de ouders aangewezen contactpersoon altijd telefonisch bereikbaar zijn
zij veranderende telefoonnummers en e-mailadressen z.s.m. doorgeven aan de school
zij deze overeenkomst nakomen en ondertekenen.
3.3.3 Medicijnprotocol
P R O T O C O L MEDICIJNVERSTREKKING OP BASISSCHOOL DE MEULE 1.
Het kind wordt ziek op school
Regelmatig komt een kind ’s morgens gezond op school en krijgt tijdens de schooluren last van hoofd-, buik- of oorpijn. Uitgangspunt is dat een kind dat ziek is naar huis gaat. De schoolleiding zal, in geval van ziekte, altijd contact moeten opnemen met de ouders om te overleggen wat er moet gebeuren (is er iemand thuis om het kind op te vangen, wordt het kind gehaald of moet het gebracht worden, moet het naar de huisarts, etc..?). Problematisch is het wanneer de ouders en andere, door de ouders aangewezen vertegenwoordigers, niet te bereiken zijn. Het kind kan niet naar huis gestuurd worden. In overleg met een MT-lid wordt bepaald wat de beste oplossing is: op school blijven, begeleiding van het kind naar de huisarts of naar de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. De school zal op eigen initiatief, zonder overleg met een van de ouders, geen medicijnen verstrekken. 2.
Het verstrekken van medicijnen op verzoek
Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een of enkele malen per dag moeten gebruiken, dus ook tijdens schooluren. Ouders vragen dan aan de schoolleiding of een leraar deze middelen te verstrekken. In deze situatie is de toestemming van de ouders gegeven. De verantwoordelijkheid voor een juiste toediening van de medicijnen berust bij de ouders/verzorgers. Het is in dit geval van belang deze toestemming schriftelijk vast te leggen. Het kan voorkomen dat het niet alleen gaat om eenvoudige middelen, maar ook middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden.
Leg daarom schriftelijk vast om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en in welke hoeveelheden ze moeten worden toegediend en op welke wijze dat dient te geschieden. Leg verder de periode vast waarin de medicijnen moeten worden verstrekt, de wijze van bewaren (in medicijnenkluisje) en de wijze van controle op de vervaldatum. Ouders geven hierdoor duidelijk aan wat zij van de schoolleiding en de leraren verwachten en die weten op hun beurt weer precies wat ze moeten doen en waar ze verantwoordelijk voor zijn. Wanneer het gaat om het verstrekken van medicijnen gedurende een lange periode moet regelmatig met ouders overlegd worden over de ziekte en het daarbij behorende medicijngebruik op school. Afspraken m.b.t. aanname medicijnen: -
-
Medicijnen worden alleen in ontvangst genomen wanneer ze in de originele verpakking zitten en uitgeschreven zijn op naam van het betreffende kind. Op een aftekenlijst wordt genoteerd dat de leerkracht het medicijn aan het betreffende kind gegeven heeft.
OUDERFORMULIER Datum: Hierbij verzoek ik, ouder/verzorger van …………………………….……..…… (naam kind, geb.datum) mijn kind tijdens het verblijf op basisschool De Meule op de hieronder beschreven manier medicijnen toe te dienen. 1. Naam medicijn: ………………………………………………………………………………..………………………… 2. Het wordt toegediend
3. Het kind krijgt dit medicijn als behandeling voor………………………………………………………………… 4. Het middel moet in de koelkast bewaard worden: 5. Moment van toedienen: Dag (data)
Tijdstip(pen)
……………………………………..…………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. 6. Wijze van toediening: ………………………………………………………………………………………………… (bijv. via mond, neus, oog, oor, huid) 7. Dosering: ………………………………………………(b.v. aantal druppels, ml, zalf dik of dun smeren) tot .................................................... (uiterste datum toediening). 8. Bijzondere aanwijzingen: (bijv. ……... uur voor/na de maaltijd; niet met melkproducten geven; zittend) ………………………………………………………………………………………………… 9. Basisschool De Meule kan bij twijfel, onduidelijkheid of noodsituatie zelf contact opnemen met de behandelend arts en/of apotheker. Naam en telefoonnummer arts: ……………………………………………………….. Naam en telefoonnummer apotheek: ……………………..……………………………….. Basisschool De Meule is niet aansprakelijk voor de eventuele bijwerkingen en/of gevolgen die optreden als gevolg van het door haar personeel op de hierboven beschreven wijze toegediende medicijnen.
3.4 ‘Verkeers’- regels Aparte ingangen speelplaats Omdat veel kinderen met de fiets naar school komen, hebben we een aantal zaken moeten afspreken. Zo geldt de regeling, dat kinderen die met de auto gebracht worden, alleen via de poort aan de Albert Cuypstraat de speelplaats opkomen, fietsers en voetgangers daarentegen komen alleen via de poort aan de Ferdinand Bolstraat binnen. Door het scheiden van deze twee grote verkeersstromen, hopen we zoveel mogelijk ongelukken te voorkomen. Voor het gedeelte van de Ferdinand Bolstraat voor de schoolingangen geldt een stopverbod. Door de politie wordt hierop (on)regelmatig gecontroleerd. Bij het uitgaan van de school gelden dezelfde regels.
3.5 De schooltijden Onze school hanteert het 5-gelijke-dagen-model Dat wil zeggen dat op alle schooldagen de schooltijden voor alle leerlingen hetzelfde zijn: Groep 1 t/m 8
Maandag t/m vrijdag Ochtendpauze groep 3 en 4 Groep 1-2 en 5 t/m 8 Lunchpauze
08.30u – 12.00u 12.30u – 14.00u 10.00u – 10.15u 10.20u – 10.35 12.00u – 12.30u
De lunchpauze is van 12.00u tot 12.30u De leerlingen lunchen met de leerkrachten op school. Na het nuttigen van het lunchpakket gaan de kinderen nog een kwartier buiten spelen. Er is dan toezicht door de leerkrachten.
3.6 Herberg kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang.
Kinderdagverblijf Kinderdagverblijf De Herberg is gevestigd in basisschool De Meule in Venlo NoordOost. Het kinderdagverblijf is gevestigd in een prachtige nieuwbouw die in februari 2013 geopend is. De Herberg biedt kinderen en ouders door zijn kleinschaligheid, een verticale groep van 0 tot 4 jaar, een huiselijke en geborgen sfeer. De groepsgrootte van De Herberg bestaat uit 12 kinderen per groep met minimaal twee pedagogisch medewerkers. De Herberg schenkt veel aandacht aan activiteiten. Elk jaar wordt er een activiteitenplanning gemaakt met wisselende thema`s die op elkaar aansluiten. Vrij spelen kan in de diverse speelhoeken. De pedagogisch medewerkers ondersteunen de kinderen om gebruik te maken van hun unieke kwaliteiten en mogelijkheden. Zij geven hen de ruimte om op eigen kracht de wereld te ontdekken en zo spelenderwijs te groeien. Daarbij zorgt De Herberg voor een veilig “thuis” waarin kinderen zich kunnen ontspannen. Tegelijkertijd bieden de pedagogisch medewerkers een spannende omgeving die uitnodigt om nieuwe dingen te ontdekken. Het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal van De Herberg en de onderbouwgroepen van De Meule proberen waar mogelijk samen te werken en af te stemmen. Op die manier werken basisschool De Meule en Spring Kinderopvang aan de realisatie van een integraal kindcentrum: een voorziening waar kinderen komen om te spelen, te leren en zich te ontwikkelen en waar opvang en onderwijs elkaar versterken Het kinderdagverblijf is geopend van maandag t/m vrijdag van 07.30 uur tot 18.30 uur . Peuterspeelzaal De Herberg Soms is de peuterspeelzaal de eerste stap uit huis. Tijdens de gewenningsperiode is er vooral oog en oor voor het bouwen aan een gevoel van veiligheid en vertrouwen. Op de peuterspeelzaal wordt gewerkt met een duidelijk dagritme. Dit geeft de kinderen veiligheid en vertrouwen. Door het bieden van structuur en duidelijke regels weet een kind wat wel en niet mag. Er is oog voor het individuele kind en de ontwikkeling die het kind op dat moment doormaakt. Er wordt rekening gehouden met het karakter en eigenheid van het kind. Elk kind mag zich in eigen tempo en op eigen manier ontwikkelen.
Peuterspeelzaal De Herberg is een VVE peuterspeelzaal ( Voor- en Vroegschoolse Educatie). Er wordt gewerkt met het programma Puk en Ko, waardoor er een doorgaande lijn is met het programma “Schatkist” van groep 1-2 van de basisschool De Meule. Tijdens een thema worden er activiteiten aangeboden en samen met de kinderen hoeken ingericht. Hierdoor worden de kinderen uitgedaagd en geprikkeld om te leren. Door het aanbod van diverse activiteiten komt de sociale, motorische, creatieve, cognitieve en emotionele ontwikkeling aan bod. De taal staat hierbij centraal. Het activiteitenaanbod bestaat uit: Spelactiviteiten ( manipuleren, bewegen, rollenspel) -
Constructieve activiteiten ( constructief en creatief spel)
-
Activiteiten met boeken en verhalen
-
Gespreksactiviteiten ( kring gesprekjes, individuele gesprekjes liedjes en versjes)
-
onderzoeksactiviteiten ( onderzoekspel, uitstapjes)
De dagdelen van de peuterspeelzaal zijn: maandag en woensdagochtend of dinsdag en donderdagochtend van 08.30 uur tot 11.15 uur.
3.7 Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
WEGWIJZER JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-19 JAAR Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Zo ook in de regio LimburgNoord, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de Veiligheidsregio, wordt aangeboden.
WAARVOOR KUNT U BIJ ONS TERECHT? In het wettelijk vastgelegd Basistakenpakket JGZ 0-19 staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van 19 jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is. Jeugdgezondheidszorg voor aanstaande ouders, zuigelingen en kleuters Al tijdens de zwangerschap kan de JGZ ondersteuning bieden. Tot 4 jaar bezoekt uw kind regelmatig het consultatiebureau waar de groei en ontwikkeling wordt gevolgd en waar u terecht
kunt met vragen. Ook kunt u uw kind laten vaccineren tegen een aantal kinderziekten. Als vragen op het consultatiebureau onbeantwoord blijven, dan kan de verpleegkundige u ook thuis bezoeken. Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet onderwijs Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op bepaalde leeftijden gevaccineerd.
HOE GAAN WE TE WERK? Contactmomenten Tijdens de wettelijk contactmomenten, volgen we samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind. Spreekuren Ook buiten de contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek vragen op het spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders van kinderen tot 4 jaar gebruik maken van het inloopspreekuur op het consultatiebureau. Pedagogisch spreekuur Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Het pedagogisch spreekuur is bedoeld als kortdurende opvoedingsondersteuning. Ook hiervoor kunt u bij ons terecht. Logopedie Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt in een vroeg stadium, op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op de basisschool wordt uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak/taalproblemen zijn.
MET WIE WERKEN WE SAMEN? Als uw kind of gezin met meerdere problemen kampt, zijn er doorgaans ook meerdere hulpverleners in beeld. Om kinderen beter te kunnen helpen moet er goed met elkaar worden samengewerkt. Daarom zijn er ‘netwerken’, gericht op het uitwisselen van informatie. De JGZ maakt deel uit van die netwerken. Indien er informatie met andere hulpverleners wordt uitgewisseld gebeurt dit na toestemming van ouders. De artsen en verpleegkundigen JGZ werken, binnen Zorg- en AdviesTeams, samen met andere partners zoals o.a peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, scholen, Algemeen maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, Geestelijke gezondheidszorg. Als uit gesprekken of onderzoeken blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van gezond en veilig opgroeien.
WAT DOEN WIJ NOG MEER? Cursussen De JGZ heeft een cursusaanbod op het gebied van gezond en veilig opgroeien. De Gezonde en Veilige School Ook achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de gezondheid van uw kind. Door de school te stimuleren de schoolomgeving gezonder en veiliger te maken helpt de GGD mee aan een gezonder leefklimaat voor uw kind. De meeste scholen besteden al aandacht aan gezondheid, welzijn en veiligheid door lessen te geven over thema’s als gezonde voeding, maar ook door te praten over bijvoorbeeld een pestprotocol. De Gezonde en Veilige School-methodiek is dé praktische werkwijze om scholen daarbij te ondersteunen. Gezondheidsbevordering Consulenten gezondheidsbevordering bieden scholen ondersteuning bij programma’s over gezondheid. Deze ondersteuning kan onder andere bestaan uit hulp bij het maken van keuzes voor projecten, teamtrainingen of oudervoorlichtingen. Wet Kinder Opvang De GGD Limburg-Noord voert inspecties uit in het kader van de Wet Kinder Opvang (WKO). Deze inspecties worden uitgevoerd op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Centrum voor Jeugd en Gezin Met vragen over opvoeden en opgroeien kunt u ook bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) terecht. Het CJG werkt samen met meerdere organisaties, waardoor uw vraag snel en goed beantwoord kan worden. De JGZ is één van de partners, die onderdeel uitmaakt van het CJG.
Uw privacy, onze zorg De GGD Limburg-Noord verwerkt persoonsgegevens om u van dienst te kunnen zijn. Hierbij wordt de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen. Gegevens worden bewaard in het digitaal dossier JGZ en alleen gebruikt voor JGZ. De toegang tot gegevens is beveiligd en beperkt tot daartoe aangewezen medewerkers die een geheimhoudingsplicht hebben. Zonder uw toestemming worden gegevens niet aan derden verstrekt. De GGD Limburg-Noord is een gemeentelijke dienst met een dagelijks bestuur dat eindverantwoordelijk is. De GGD Limburg-Noord heeft de regels vastgelegd in een Privacy Reglement dat bestuurlijk is goedgekeurd.
Digitaal dossier De GGD Limburg-Noord is wettelijk verplicht om van elk kind een digitaal dossier aan te leggen. Onze medewerkers noteren hierin belangrijke zaken over uw kind. U mag altijd vragen vertrouwelijke zaken, niet in het dossier op te nemen. Ook kunt u het dossier inzien. Gaat u verhuizen, dan stuurt de GGD Limburg-Noord het dossier, met uw toestemming, door naar de GGD van uw nieuwe woonplaats.
Signaleringssysteem De GGD Limburg-Noord, afdeling JGZ is aangesloten op het signaleringssysteem: Verwijsindex Noord- en Midden-Limburg. Een elektronisch systeem, waarin hulpverleners kunnen aangeven als zij zich zorgen maken over een kind of jongere. De verwijsindex zorgt ervoor dat de betrokken hulpverleners eerder met elkaar in contact komen om de hulp beter op elkaar af te stemmen. Het gebruik ervan gebeurt met kennisgeving aan de ouders en/of de jongere.
HOE ZIJN WIJ TE BEREIKEN? Voor uitgebreide informatie, (inhoudelijke) vragen en het maken en/of verzetten van een afspraak kunt u op verschillende manieren contact met ons opnemen.
Adresgegevens, hoofdkantoor GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick Telefoon Voor aanstaande ouders en ouders van kinderen in de leeftijd tot 4 jaar: 088 - 61 08 861. Op maandag t/m vrijdag van 08.30 - 17.00 uur.
Klachtenreglement De medewerkers van de GGD Limburg Noord proberen iedereen zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het gebeuren dat u vindt dat u niet correct bent behandeld. Neemt u dan contact op met de GGD Limburg Noord. Wij nemen uw klacht serieus.
Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-19 jaar: 088 - 11 91 111. Op maandag t/m donderdag van 08.30 - 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 - 14.00 uur. Website www.ggdlimburgnoord.nl
Gezondheidsonderzoeken Onderbouw Basisonderwijs
Als een kind vier jaar wordt draagt het consultatiebureau van de Zorggroep Noord- en Midden-Limburg de gegevens over aan de GGD Limburg-Noord. Soms hebben kinderen extra zorg nodig om bijvoorbeeld de ogen, het gehoor of de ontwikkeling in de gaten te houden. Wij nodigen deze kinderen uit voor een onderzoek. Kleuters
Eerste gezondheidsonderzoek In groep 2 onderzoeken jeugdarts en assistente onder meer gedrag, lengte, gewicht, ogen, gehoor, hart, longen, rug, voeten, houding, bewegen. Ook wordt besproken of de opvoeding naar wens verloopt. Wij nodigen ouder en kind uit voor een onderzoek en vragen ouder(s) en of verzorger(s) een vragenlijst in te vullen. De artsen nemen daarnaast deel aan de ZorgAdviesTeams op de scholen voor basisonderwijs. In ZorgAdviesTeams worden leerlingen besproken die extra zorg, aandacht of begeleiding nodig hebben.
5-jarigen
Logopedie In veel gemeenten* krijgen kinderen rond de vijf jaar via school een schriftelijke uitnodiging voor een bezoek aan de logopedist. De logopedist bekijkt het stemgebruik, de spraak en communicatieaspecten. Ouders/verzorgers hoeven niet aanwezig te zijn. Na het onderzoek ontvangen ouders/verzorgers bericht over de resultaten.
9-jarigen
(*geldt niet voor scholen in de gemeenten Bergen) Inentingen / vaccinaties In het jaar dat kinderen 9 jaar worden, krijgen ze de herhalingsinentingen tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en tegen Bof,
Mazelen en Rodehond (BMR). Deze twee prikken worden tegelijkertijd gegeven, in elke arm één. Het inenten is meestal in het voorjaar. Ouders krijgen ongeveer een week van tevoren bericht en dienen schriftelijk toestemming te geven voor de inentingen. Ook kinderen die nog een vaccinatie tegen Hib, hepatitus B of Meningokokken C moeten inhalen, kunnen bij ons terecht. Meer informatie is terug te vinden op www.ggdlimburgnoord.nl/rijksvaccinatieprogramma
11- jarigen / groep 8
Tweede gezondheidsonderzoek Iedere jongere van 11 jaar (Midden-Limburg) en van groep 8 (Noord-Limburg) wordt door de verpleegkundige onderzocht op lengte, gewicht, ogen en rug (houding). Dit onderzoek vindt plaats op school en ouders hoeven niet aanwezig te zijn. In een gesprek gaat de verpleegkundige na of het goed gaat met de jongere en kan hij of zij zelf ook vragen stellen. De jongere krijgt bericht over de resultaten mee naar huis.
12-jarige meisjes
Inentingen / vaccinaties Vanaf 2009 krijgen meisjes die 12 worden een uitnodiging voor de 3 prikken tegen baarmoederhalskanker (HPV). Meer informatie is terug te vinden op www.ggdlimburgnoord.nl/rijksvaccinatieprogramma
Controle op hoofdluis Ook dit schooljaar zal er weer geregeld door een groepje ouders in alle groepen op hoofdluis gecontroleerd worden. De data waarop deze controles plaatsvinden,
staan vermeld in de schoolkalender. Denk alstublieft aan het achterwege laten van gel en van ingewikkelde kapsels op deze dagen. Dat het geregeld controleren succes heeft is ook het afgelopen schooljaar weer gebleken. Mocht u zelf thuis bij uw kind(eren) hoofdluis constateren, geef dit dan alstublieft zo snel mogelijk door aan de leerkracht, zodat in de betreffende groep een briefje uitgedeeld kan worden en de andere ouders ook weten dat ze hun kind(eren) extra in de gaten moeten houden. Zo wordt ook buiten de reguliere controles om een mogelijke explosie van hoofdluis op onze school tijdig de kop ingedrukt. Laten we samen proberen dit zo te houden.
3.7.1
Sociaal Wijkteam Bij een sociaal wijkteam kunt u terecht met vragen die te maken hebben met wonen, welzijn, werk en (jeugd)zorg. Bijvoorbeeld als u problemen heeft met de opvoeding van uw kinderen of als u door ziekte problemen heeft in uw eigen huishouding, als u zich eenzaam voelt of schulden heeft en er zelf niet meer uitkomt. In een sociaal wijkteam werken deskundige beroepskrachten, die samen met u naar de beste oplossing zoeken voor uw probleem. Elke school heeft daarnaast één of meerdere wijkteamleden als vaste contactpersonen. Dit zijn wijkteamleden met deskundigheid op het gebied van jeugdhulpverlening: gezinscoaches. Naast kennis van jeugdhulp hebben de gezinscoaches veel werkervaring op dit gebied. Als er hulp nodig is, helpt de gezinscoach zoveel mogelijk zelf, indien nodig met ondersteuning van specialisten. Een gezinscoach levert snelle, adequate en praktische (opvoed)ondersteuning aan gezinnen. De gezinscoach staat naast het gezin en betrekt hierbij ook het perspectief van de jeugdige. Als er meerdere hulpverleners betrokken zijn bij een gezin dan zorgt de gezinscoach ervoor dat er onderlinge afstemming plaatsvindt. De contactpersonen voor uw school zijn:
Naam gezinscoaches: Lian Stammen & Jeroen Koppers Telefoonnummer: 1e contactpersoon: Jeroen Koppers 088 007 3598 2e contactpersoon: Lian Stammen: 088 007 3280 Mailadres Jeroen Koppers:
[email protected] Lian Stammen:
[email protected] Als u een vraag heeft voor het sociale wijkteam kunt u zich melden via:
-
Het centrale nummer van de gemeente Venlo: 14077 en dan keuze sociaal
wijkteam
-
Het e-mailadres
[email protected]. Omschrijf daarbij duidelijk uw vraag en vergeet uw naam, adres , woonplaats en telefoonnummer niet te vermelden. Het digitale formulier op www.venlo.nl of klik op onderstaande link: http://venlo.nl/werken_onderwijs_zorg/wmo/Pages/default.aspx Het informatie en adviespunt in het Huis van de Wijk bij u in de buurt.
3.8 Zorg en Advies Trajecten en Bureau Jeugdzorg ook op onze school Al langer wordt er intensief samengewerkt in onze regio als het gaat om leerlingenzorg. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Zorg en Advies Trajecten (ZAT). Hierin werken onder anderen de school, de speciale leerlingenzorg van het BCO (de regionale Onderwijsbegeleidingsdienst), Bureau Jeugdzorg, jeugdartsen, de politie en de leerplichtconsulent van de gemeente samen. De zorg voor leerlingen wordt zo verbeterd en hulp kan zonodig sneller tot stand komen. Waar gaat het om? De school wil de zorg voor de leerling nog meer verbeteren en sneller de zorg kunnen inroepen die nodig is. Daarvoor is nu ook Bureau Jeugdzorg beschikbaar. Als er vragen of zorgen zijn over de leerling, dan doen we ons best om daar een passend antwoord of passende hulp op te vinden. Samen weten en kunnen we meer. Uiteraard bent u als ouder de eerste met wie we overleggen. Veel vragen en problemen kunnen we als school zelf beantwoorden. Waar ons dat niet voldoende lukt omdat er bijvoorbeeld vragen zijn over de ontwikkeling van het kind, vragen over gedrag, emotionele problemen enzovoorts, dan kan de school in overleg met u als ouders snel gebruik maken van de adviezen of de hulp van Bureau Jeugdzorg. Elke school heeft een vaste contactpersoon die een aantal malen per jaar naar de school toekomt en met ons meedenkt. Is er snel hulp of advies van Bureau Jeugdzorg nodig, dan kan de school de medewerker oproepen. Er worden afspraken gemaakt die met u besproken worden. Dit kan leiden tot een gesprek met u als ouder/opvoeder als u dat wenst. Zo kan ook hulp, als dat wenselijk is, zonder veel “drempels” opgestart worden.
Wat is en wat doet Bureau Jeugdzorg? Bureau Jeugdzorg is er voor vragen en problemen bij opvoeden en opgroeien. Jeugdigen van 0-18 jaar en hun ouders/opvoeders kunnen er terecht voor informatie en advies en voor hulp. Opvoeden en opgroeien valt soms niet mee. Elke ontwikkelingsfase van kinderen en jeugdigen gaat immers gepaard met specifiek problemen en zorgen. Vaak weet u zelf de oplossing, vaak kunt u bijvoorbeeld ook op school terecht, maar soms kan hulp en ondersteuning van een deskundige uitkomst bieden. Misschien wil uw kind niet luisteren, of maakt u zich zorgen omdat uw kind negatief gedrag vertoont en altijd angstig is. Daarnaast kunnen ook omstandigheden, ziekte, echtscheiding of alleenstaand ouderschap de opvoeding bemoeilijken. Wat de vraag of wat uw probleem ook is, u kunt er mee terecht bij Bureau Jeugdzorg. Sinds 2005 komt indien nodig een medewerker van Bureau Jeugdzorg naar de school voor informatie, advies of hulp. De eerste contacten lopen dan via het ZAT-overleg op de school. Voor meer informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg in het algemeen en Bureau Jeugdzorg Venlo in het bijzonder: zie www.bjzlimburg.nl . Bureau Jeugdzorg Venlo is gevestigd aan de Prinsenstraat 4 te Venlo. Het postadres is: Postbus 219, 5900 AE Venlo. Telefoon: 077 – 3540959. E-mail
[email protected] . Het bureau is geopend van 8.30 uur tot 17.00 uur. Buiten deze kantooruren geldt de bereikbaarheidsdienst.
3.9 Ziek ………… en toch onderwijs. Iedere school krijgt te maken met leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen komen, omdat ze ziek zijn. De aard van de ziekte kan heel verschillend zijn, zoals een griepje, een levensbedreigende ziekte, een ongeval, een chronische ziekte of psychosomatische klachten. Sinds de “Wet Onderwijs en Opvoeding Zieke leerlingen” (WOOZ, augustus 1999). zijn er geen ziekenhuisscholen meer en zijn wij als school zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan zieke leerlingen. Ons doel bij zieke leerlingen is de leerling betrokken te laten blijven bij de school en het onderwijs. Wij willen dat de leerling toekomstperspectief houdt en niet in een sociaal-emotioneel isolement terecht komt. Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden aan de groepsleerkracht. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de mogelijkheden en voorzieningen die wij op onze school getroffen hebben. Eventueel kunnen wij de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen inschakelen bij het opstellen van een zorgplan. Leerlingen die opgenomen zijn in een academisch ziekenhuis, worden door de consulenten van de educatieve voorziening van dat ziekenhuis ondersteund, echter onder verantwoordelijkheid van de school. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling van onze school, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs aangepast aan de mogelijkheden van de leerling en de school. Ook als de leerling in een ziekenhuis ligt. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht. Ook kunt u informatie vinden op de website van de onderwijsbegeleidingsdienst (BCO, Venlo: www.bcovenlo.nl ) en op de
website van Ziezon, www.ziezon.nl , het landelijk netwerk “Ziek Zijn en Onderwijs”.
De consulent onderwijs zieke leerlingen van BCO Venlo : Dhr. J.van Zeeland (
[email protected] ). BCO is telefonisch te bereiken onder 077-3519284.
3.10 De overgang van groep 2 naar groep 3 In artikel 8 van de wet op het primair onderwijs (WPO) staan de uitgangspunten van het onderwijs beschreven: “Het onderwijs moet zodanig worden ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Ook dient het onderwijs afgestemd te zijn op de voortgang van de ontwikkeling van de leerlingen.” Het kan echter voorkomen, dat de ouders van een leerling van groep 2 het advies krijgen om hun kind nog een jaar in groep 2 te laten. We spreken dan van een verlengd kleuterjaar. De argumenten van dit advies zullen helder zijn en worden met de ouders besproken. Indien de ouders het advies niet overnemen, beslist uiteindelijk de directeur. Hij beroept zich hierbij op de gegevens van het leerlingvolgsysteem én het oordeel van de leerkracht. Het is dan ook van belang, dat er regelmatig contact is tussen de ouders en de leerkracht. Indien de ouders kiezen voor een onderzoek van een extern deskundige en deze komt met een ander oordeel dan de school, dan hoeft de school daar geen rekening mee te houden, mits de school een goed en duidelijk leerlingvolgsysteem hanteert.
3.11 Vervangingsproblematiek In bepaalde periodes van het schooljaar kan het voorkomen dat er een tekort aan leraren is. Ook voor onze school wordt het dan moeilijker om bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten vervanging te vinden. Het laatste wat we als school willen, is het naar huis sturen van één of meer groepen. Als er zowel op school- als op bestuursniveau geen vervangers te vinden zijn, treedt het volgende noodscenario in werking: Stap 1 . Stap 2. Stap 3.
Invulling door collega’s die regulier geen vaste groep hebben; Verdeling van de leerlingen van een groep over andere groepen; Leerlingen worden naar huis gestuurd.
Deze laatste stap zal en mag pas gezet worden, als we er van overtuigd zijn, dat er thuis opvang is. U kunt zich voorstellen dat de stappen 1 en 2 consequenties hebben voor andere taken en werkzaamheden binnen de school. De invulling van compensatie- en verlofdagen voor personeelsleden gebeurt door de inzet van de ‘eigen’ collega’s. Hiervoor is een jaarrooster samengesteld. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat kinderen naar huis gestuurd worden, heeft de stichting Fortior (schoolbestuur) een vervangersnetwerk in het leven geroepen, waarop we een beroep kunnen doen.
3.12 Ouderparticipatie Omdat wij als school de ouders ontzettend belangrijk vinden, willen we dat in ons dagelijkse schoolpraktijk laten zien door ‘laagdrempelig’ te zijn, dat wil zeggen: ouders moeten gemakkelijk de school binnen kunnen stappen en er zich thuis voelen. We dienen namelijk allemaal hetzelfde belang: de ontwikkeling van de kinderen. Dat dit beleid aanslaat, komt onder andere tot uiting in het grote aantal ouders dat in school werkzaam is. Hierbij denken we aan directe hulp aan kinderen bij verschillende vakken en ontwikkelingsgebieden en aan het organiseren van allerlei activiteiten als randvoorwaarde. Waar de ouders direct met de kinderen werken, worden zij tevoren duidelijk geïnstrueerd over de inhoud en manier van omgaan met de kinderen. Ook zijn er ouders die op afroep naar school komen om te helpen. Voor de meeste ondersteunende taken kunnen de ouders zichzelf aanmelden middels een aanmeldingsformulier dat in de eerste week van het nieuwe schooljaar aan de kinderen wordt meegegeven. Nieuwe ouders kunnen hun interesses aan de leerkracht kenbaar maken. Wat zijn hulpouders? Hulpouders zijn ouders die op vrijwillige basis op school onderwijsondersteunende hulp bieden. Verantwoordelijkheid. De ondersteuning die de hulpouders bieden vindt altijd plaats onder de verantwoordelijkheid van de school, c.q. de leerkracht. De taken die de hulpouders uitvoeren worden door de school, c.q. de leerkracht opgesteld, aangestuurd en geëvalueerd (e.e.a. kan uiteraard in overleg met de ouders gebeuren). Privacy De privacy van gegevens van leerlingen en hun ouders moet wettelijk mogelijk gewaarborgd worden. Indien ouders inzage hebben of krijgen (al dan niet toevallig) in privacygevoelige gegevens, zijn zij wettelijk gehouden hierover te zwijgen tegenover derden.
4. FUNCTIES BINNEN DE SCHOOL 4.1 Verschillende functies binnen de school 4.1.1. Managementteam Het managementteam bestaat uit 3 leden: De directeur, Leo Smeets; hij geeft leiding aan de schoolorganisatie in samenspraak met het managementteam. Leo Smeets is twee-scholen directeur. Dat wil zeggen dat de heer Smeets leiding geeft aan 2 scholen: basisschool Kleur-Rijk en basisschool De Meule. Beide scholen zijn gelegen in Venlo-Noord. Vanwege zijn werkzaamheden voor 2 scholen en de stichting Fortior is Leo Smeets 2 dagen per week op De Meule aanwezig. Een deelteamleider; de deelteamleider is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de onder- en bovenbouw t.a.v. onderwijsaanbod en organisatie, alsmede zorg en welzijn van leerlingen, leerkrachten en onderwijsondersteuners. De deelteamleidster is Nicole Vullings. Zij is verantwoordelijk voor de groepen 1 t/m 8. De deelteamleidster is altijd eerste aanspreekpunt voor ouders, leerkrachten en leerlingen. Bij afwezigheid van de directeur is zij verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op school. 4.1.2. Ondersteunende functies Naast het managementteam zijn er teamleden met speciale taken: 1. Jan Rademakers coördineert als ‘Onderwijskundig Techniek coördinator’ alle techniekactiviteiten op onze school. Hij stimuleert techniekactiviteiten, bewaakt de doorgaande technieklijn, is vraagbaak voor leerkrachten en coördineert het jaarlijkse schoolbrede techniekproject. 2. Desiree Schrouff houdt als gedragsspecialist de sociaal emotionele ontwikkelingen van onze leerlingen in de gaten. Zij neemt (preventieve) maatregelen tegen pestgedrag en verzorgt trainingen op het gebied van sociale vaardigheden. 3. Joyce Tabbers is als VVE-coödinator verantwoordelijk voor een goede (onderwijskundige) doorgaande lijn vanuit het kinderdagverblijf en peuterspeelzaal naar de basisschool. (VVE= voor- en vroegschoolse educatie) Zij geeft leiding en invulling aan de werkbesprekingen van leidsters van KDV en PSZ en de leerkrachten van de groepen 1 en 2. Daarnaast zorgt zij voor afstemming van de thema’s voor peuters en kleuters.
4. Henny Vullings is als opleidingscoördinator verantwoordelijk voor de begeleiding, coaching en verdeling van alle studenten op onze school. Op onze school lopen studenten stage van diverse MBO- en HBO-opleidingen. 5. Jacqueline Driessen begeleidt leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong. Zij zoekt naar extra uitdagingen voor leerlingen die meer aankunnen dan de reguliere lesstof. Tevens adviseert zij leerkrachten bij het signaleren van leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong. 6. Marij Vermulst stimuleert de verkeersactiviteiten op onze school en bewaakt de doorgaande verkeerslijn. Tevens onderhoudt zij de contacten met de verkeersouder, VVN en de politie. Zij ziet erop toe dat de kwaliteit van het verkeersonderwijs voldoende blijft om het toegekende verkeerslabel (= kwaliteitserkenning) te behouden. 7. Christel Lemmen is onze leescoördinator. Zij onderhoudt de contacten met de bibliotheek en zij is de grote stimulator van leesbevorderende activiteiten op onze school. 8. De onderwijsassistente Krista Thijssen ondersteunt de leerkrachten, zodat intensieve begeleiding van leerlingen kan plaatsvinden. 9. Jack Driessen en Wies van Soest (administratief medewerkers) verzorgen taken op het gebied van onderhoud, arbo en administratie. 10. Marian Noya verzorgt onze leerling- en financiële administratie. 4.1.3. Externe ondersteuning de leerlingbegeleider van BCO-onderwijsadvies is een orthopedagoge die de deelteamleider adviseert bij het uitvoeren van haar zorgtaken. Ook voert zij consultatiegesprekken met leerkrachten en ouders over zorgtrajecten van kinderen en verricht indien nodig verdiept onderzoek bij leerlingen. de jeugdarts: zie onder ‘Jeugdgezondheidszorg’.
4.2 Stichting Fortior, Stichting voor katholiek en protestantschristelijk primair onderwijs Fortior “het maximale voor ieder kind” Onze school maakt deel uit van de stichting Fortior. Stichting Fortior is een onderwijsorganisatie voor katholiek en protestants-christelijk basisonderwijs. De 300 medewerkers van de 13 Fortiorscholen verzorgen onderwijs voor ongeveer 2800 leerlingen in de stadsdelen Venlo en Arcen-Velden. Binnen Fortior heeft de ontwikkeling van kinderen en personeel de hoogste prioriteit. Fortior heeft een sterke positie in de regio Venlo. De kinderen zijn in alles ons uitgangspunt. Fortiorscholen zorgen voor een optimale en brede ontplooiing van ontwikkeling van kinderen. Fortiorscholen bieden voortreffelijk en onderscheidend onderwijs. Als zodanig zijn de scholen herkenbaar voor ouders, kinderen, medewerkers en andere stakeholders. Op onze scholen is het unieke Fortiorconcept O3 (Optimaal Ontplooiings- en Ontwikkelingsonderwijs) herkenbaar. Elke Fortiorschool heeft op haar eigen manier daarom een omgeving gecreëerd waarin vormen van onderwijs, instructie in een geschikt leerklimaat zijn ingevoerd. Om gedifferentieerd en actueel onderwijs mogelijk te maken, maakt Fortior gebruik van moderne ICT middelen. Fortior stelt hoge kwaliteitseisen aan haar scholen niet alleen op het gebied van de kernvakken rekenen, taal, lezen en spelling maar ook ten aanzien van de beeldende vakken handvaardigheid, tekenen, muziek en lichamelijke opvoeding. Fortior maakt werk van het creëren van duurzame en veilige schoolgebouwen. Fortior-scholen volgen de ontwikkelingen van kinderen nauwlettend. In het kader van Passend Onderwijs werken Fortiorscholen aan een helder aanbod op basis waarvan duidelijk blijkt wat onze scholen kunnen, beperkingen in zorgaanbod zijn en waarin wordt samengewerkt met o.a. het speciaal onderwijs. Fortior leerkrachten werken vanuit passie en inspireren kinderen. Daartoe worden onze personeelsleden ook uitgedaagd. Het ontwikkelen van competenties van onze personeelsleden staat hoog in het vaandel. Fortior vindt samenwerken met ouders erg belangrijk. De betrokkenheid en tevredenheid willen wij door actieve informatieverstrekking en participatie verhogen. Naast de samenwerking met ouders is de samenwerking met andere stichtingen en organisaties belangrijk. Samenwerken met collega organisaties is door bezuinigingen en dalende leerlingaantallen noodzakelijk maar biedt ons ook de kans om onze strategische doelen te realiseren.
Op basis van goede financiële resultaten zal Fortior scholen ondersteunen bij het uitvoeren van de schoolplannen waarin O3, personeelsbeleid, zorg en samenwerking kenmerkend zijn. Stichting Fortior werkt met een professioneel College van Bestuur. Voorzitter College van Bestuur is: - De heer drs. P.H.M. van Eijk Het toeziend houdend orgaan, de Raad van Toezicht bestaat uit: - De heer A.J.A. Eikenboom, voorzitter - De heer F.W.G. Doesborg, secretaris - De heer P.A. Hofman, penningmeester - Mevrouw H.G.E. Straten, lid - Mevrouw J.A. de Graaf, lid Adres College van Bestuur: Stichting Fortior Postadres : Postbus 680, 5900 AR Venlo Bezoekadres : Wylrehofweg 11, 5912 PM Venlo Telefoonnummer : 077-3210002 E-mailadres :
[email protected] Website : www.fortior.nl
4.3 De medezeggenschapsraad De Meule kent, net als alle andere basisscholen in Nederland, een medezeggenschapsraad (MR). De MR is vergelijkbaar met de ondernemingsraad in het bedrijfsleven. Er zijn beslissingen die niet genomen mogen worden door het bestuur of de directie zonder dat de MR er mee akkoord gaat. Ook dient de MR, voordat door bestuur of directie een besluit genomen wordt, advies gevraagd te worden over veel andere zaken. Zo wordt de schoolgids ieder jaar ter instemming aan de MR aangeboden. De MR dient voor algemene besluiten. Individuele problemen worden in de MR niet besproken. De MR vergadert vergadert 7 keer per jaar. Om de contacten met de ouderraad optimaal te laten verlopen, is steeds één vertegenwoordiger van de ouderraad tijdens de MR-vergaderingen aanwezig. Ook de directeur woont, op verzoek, de MRvergaderingen bij. De grootte van de MR wordt bepaald door het aantal leerlingen van een school. Onze MR bestaat uit acht personen, vier leden als vertegenwoordigers van het personeel, vier leden als vertegenwoordigers van de ouders. De Medezeggenschapsraad bestaat uit de volgende leden: Oudergeleding: Liesbeth Koldijk - lid Jessica Hartog - secretaris Koen Klein Koerkamp - voorzitter Personeelsgeleding: Marij Vermulst Jacqueline Driessen Marion Peeters
- penningmeester - lid - lid
Medezeggenschapsraad B.S. De Meule p/a Molenstraat 21 5914 XS Venlo Telefoon 077 - 320 07 88 (school) E-mail:
[email protected]
Binnen de stichting Fortior zijn dertien medezeggenschapsraden actief. Het is voor het College van Bestuur ondoenlijk om bij beslissingen steeds al deze raden te raadplegen. Daarom is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) gevormd. Zij is de gesprekspartner van College van Bestuur en onderhoudt de contacten met de afzonderlijke medezeggenschapsraden.
4.4 De ouderraad Ouders kunnen op véél manieren actief betrokken zijn bij de dagelijkse gang van zaken op onze school, bijvoorbeeld door te helpen bij verschillende activiteiten of deel te nemen aan een van de geledingen binnen school. De ouderraad (verder OR genoemd) is een van die geledingen waaraan u kunt deelnemen. De OR is het bestuur van de oudervereniging. De oudervereniging wordt gevormd door alle ouders van onze school. Wanneer uw kind op onze school zit, bent u automatisch lid van de oudervereniging. Binnen het hele schoolgebeuren heeft de OR, in tegenstelling tot de medezeggenschapsraad (verder MR genoemd), geen officiële functie of taakomschrijving. Toch is de OR binnen het hele schoolgebeuren niet weg te denken want zij ondersteunt allerlei activiteiten die op school plaatsvinden (Sintermerte, Kerstviering, Paasontbijt, Carnaval, versieren hal, schoolreisje enz.), maar nog veel belangrijker, zij is het klankbord van de ouders naar de school en dient daarom zowel gevraagd als ongevraagd de school van advies. Ook is de O.R. een aanspreekpunt voor de ouders bij allerlei zaken die u belangrijk vindt betreffende kinderen en ouders. Zij kan ervoor zorgen dat uw suggesties en vragen op de juiste plaats besproken worden. De O.R. zoekt ook actief mee naar ouders voor de M.R. De OR bestaat uit ouders die enerzijds wat meer bij het onderwijs van hun kinderen betrokken willen zijn en het anderzijds leuk vinden om daar ook zelf actief een bijdrage aan te leveren. Mocht u interesse hebben in de activiteiten van de OR, kom dan eens (vrijblijvend) naar onze maandelijkse vergadering, die steeds op dinsdagavond om 20.00 uur in de koffiekamer gehouden wordt. De vergaderdata staan in de schoolkalender vermeld. Maar niet alleen als lid van de O.R. kunt u binnen de school actief zijn: voor onze schoolactiviteiten hebben we veel hulpouders nodig op allerlei terreinen. Meer informatie hierover vindt u in de brief die uw kind aan het begin van het schooljaar meekrijgt. Ook kunt u zich door middel van deze brief aanmelden voor een bepaalde activiteit. Uit ervaring blijkt dat dit werk veel voldoening geeft en uiteraard zijn (uw) kinderen en leerkrachten u zeer dankbaar. Voor meer informatie kunt u terecht op onderstaand adres. Ouderraad B.s. De Meule p/a Molenstraat 21 5914 XS Venlo Tel. 077 – 32 00 788 (school)
De namen van de OR-leden vindt u op de website van onze school (www.demeule.fortior.nl).
5. DE ONDERWIJSORGANISATIE Zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op basisschool De Meule 5.1 Activiteiten- en leerstofaanbod In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) staat onder andere dat er sprake moet zijn van een ononderbroken ontwikkelingsproces voor kinderen, dat er aandacht moet zijn voor een brede persoonsontwikkeling en dat scholen hun leerlingen systematisch moeten volgen. Het leerstofaanbod is hierbij gebaseerd op wettelijk voorgeschreven kerndoelen voor alle vak- en vormingsgebieden. M.i.v. het schooljaar 2010-2011 heeft onze school één doorgaande lijn m.b.t. het lees- en taal onderwijs. In de groepen 1 en 2 wordt binnen het thematisch werken m.b.v. de methode Schatkist, sterk het accent gelegd op voorbereidende lees-, taal- en rekenactiviteiten. In groep 3 start het aanvankelijk leesproces met de leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. Deze aanvankelijke leesmethode krijgt in de groepen 4 t/m 8 een vervolg in het voortgezet technisch lezen, middels de leesmethode Estafette. Daarnaast wordt vanaf groep 4 gewerkt met de nieuwe taalmethode ‘Taal in Beeld’. Ook deze taalmethode sluit naadloos aan bij de leesmethode Veilig Leren Lezen van groep 3. Deze lees- en taalmethodes zijn gebaseerd op een en hetzelfde instructiemodel. Gedurende het schooljaar 20092010 zijn onze leerkrachten getraind in het hanteren van dit model. Deze gezamenlijke aanpak biedt onze leerlingen een grote mate van herkenbaarheid, duidelijkheid, zekerheid en veiligheid. In het schooljaar 2010-2011 heeft onze school zich georiënteerd op een nieuwe reken-methode, die ook gebaseerd is op hetzelfde instructiemodel. Uiteindelijk is gekozen voor de methode “De wereld in getallen”. Voor de wereldoriëntatie is vanaf groep 4 ook gekozen voor één doorgaande lijn. Met de methodes “Wijzer door ………, de tijd (geschiedenis), de wereld (aardrijkskunde), natuur en techniek (biologie en techniek) hebben wij een aanbod in leerstof die in ruime mate voldoet aan de wettelijk voorgeschreven kerndoelen. In de groepen 1 t/m 3 komt de ‘oriëntatie op de omgeving’ sterk naar voren binnen het thematisch werken. Met name de uitbreiding van de woordenschat is hierin een belangrijk onderdeel. Voor de creatieve vakken maken de leerkrachten gebruik van de aanwezige methodes en ideeënboeken. Onze school wil actief werken aan de persoonsvorming van onze leerlingen. Ieder kind is uniek en komt bij ons binnen met een eigen achtergrond. We zijn trots en blij dat binnen onze schoolmuren zoveel verschillende leerlingen hun plek vinden. Met al die leerlingen willen we een eenheid vormen en ons verbonden voelen.
Daarom willen we elkaar beter leren kennen, en kennismaken met ieders achtergronden. Om daaraan regelmatig aandacht te schenken gebruiken we de methode KLEUR voor levensbeschouwing vanuit sociaal-emotionele thema’s. In de KLEUR lessen hebben we het met elkaar over vragen als: wat vind je belangrijk, waar kom je vandaan, waar geloof je in, waar verlang je naar, wat past bij jou? Het gaat dan bijvoorbeeld over samen leven, over gevoelens, over zelfvertrouwen of over omgaan met conflicten. In de lessen komen verhalen en symbolen uit verschillende levensbeschouwingen, geloven en culturen voor. Bovendien besteden we regelmatig aandacht aan feesten uit verschillende culturen, die we ook graag met elkaar vieren. Op deze manier hopen we dat alle leerlingen zich nog meer thuis zullen voelen op school, omdat iedereen zichzelf kan zijn en oor en oog leert hebben voor verschillen en overeenkomsten. Het pedagogisch klimaat De sterk veranderende samenleving vraagt steeds meer om herziening van waarden en normen. Vooral voor kinderen is het nodig dat er een duidelijke structuur is, waarin we leren en weten hoe we met elkaar samenwerken en samenspelen, zodat iedereen zich veilig voelt. In overleg met alle leerlingen hebben wij als school de volgende omgangsregels met elkaar afgesproken: Respect voor eigen en elkaars spullen; Iedereen hoort erbij; Geef zelf het goede voorbeeld; Problemen lossen we samen op; Stop betekent STOP; Elkaar nemen zoals je bent. Binnen onze groepen worden deze omgangsregels regelmatig onder de aandacht van alle kinderen gebracht. Bij conflicten handelen wij volgens de gemaakte afspraken. Het belang van een goed pedagogisch klimaat op school, in de klas en op de speelplaats zal door leerkrachten, kinderen en ouders erkend moeten worden en middels samenwerking blijvend aandacht vragen. Kwaliteitsverbetering Vanaf het schooljaar 2009/2010 werkt onze school opbrengstgericht. Leerkrachten die opbrengstgericht werken, richten zich in het bijzonder op leeropbrengsten. Om de prestaties van leerlingen te verbeteren, maken wij gebruik van toets- en observatiegegevens. Ook worden gegevens verzameld in de dagelijkse praktijk: tijdens het observeren, het nakijken van werk en het praten met leerlingen over hun werk. Aan de hand van deze gegevens worden nieuwe doelen geformuleerd. Welke kennis en/of vaardigheden moeten onze leerlingen in
de komende periode verwerven? Aan het einde van deze periode wordt gekeken of de leerlingen deze doelen behaald hebben. De resultaten van ons onderwijs willen wij graag delen met onze partners. Wij doen dit middels een jaarverslag. Dit jaarverslag wordt gepresenteerd aan onze ouders, de ouderraad, de medezeggenschapsraad, het schoolbestuur en de Inspectie van het onderwijs.
5.2 V.V.E. (Vóór- en Vroegschoolse Educatie) Sinds het schooljaar 2003-2004 is er een samenwerkingsverband tussen peuterspeelzaal (PSZ) en Kinderdagverblijf (KDV) “De Herberg”, het consultatiebureau van de GGD en basisschool De Meule. Binnen de drie partijen is een samenwerkingsverband afgesproken dat zich tot doel heeft gesteld, om vanuit een gezamenlijke visie te werken aan:
Een doorgaande ontwikkelingslijn; Ouderbetrokkenheid; Overdracht van informatie; Taalontwikkeling van kinderen en informatie hierover aan ouders; Preventie van problemen bij jonge kinderen.
Het samenwerkingsverband komt 4 tot 5 keer per jaar bij elkaar. Deze samenwerking heeft onder andere geresulteerd in gezamenlijke projecten rondom de kinderboekenweek, St.Nicolaas, Kerstmis, Carnaval, Pasen, een gezamenlijke inloopavond voor ouders ter afsluiting van een thema en het bekijken en afstemmen van elkaars observatiemethoden en visies. In 2011 heeft deze samenwerking geresulteerd in de aanschaf van een nieuwe methode voor PSZ en KDV en de groepen 1 en 2 van de basisschool. In de PSZ en het KDV werken de leidsters met de methode Puk & Ko. De methode Schatkist in de groepen 1 en 2 sluit daar naadloos op aan. Op deze manier sluiten de doelen en de leerstof van PSZ, KDV en de groepen 1 en 2 op elkaar aan. In het schooljaar 2012-2013 zijn deze methodes voor het eerst gebruikt in het KDV, de PSZ en de groepen 1 en 2. De vroeg- en voorschoolse educatie is de voorbereiding en de basis voor het leren in groep 3. Namens basisschool De Meule nemen Joyce Tabbers-Bruijnen en Leo Smeets deel aan de vergaderingen van het samenwerkingsverband.
5.3 ICT-onderwijs op school De computer is een goed middel om tegemoet te komen aan de onderling verschillende leerbehoeften van de kinderen. We willen de kinderen leren omgaan met de computer. Op De Meule leren de kinderen er al mee werken vanaf groep 1. De school heeft een uitgebreid assortiment aan educatieve software. De programma’s ondersteunen diverse leergebieden en zijn grotendeels onderdeel van de methodes die we op de Meule gebruiken. Kinderen van de bovenbouw leren ook gangbare toepassingen te gebruiken als Word, Outlook en Powerpoint. De computers worden in de bovenbouw ook ingezet om werkstukken en presentaties te maken. De kinderen kunnen op kennisnet en internet antwoorden zoeken op hun vragen. De school draagt er zorg voor dat kinderen leren internet veilig te gebruiken. Hiervoor is een internetprotocol. Kinderen in de bovenbouw krijgen hierover uitleg. Elke groep op onze school heeft de beschikking over een digitaal schoolbord. Het digitale schoolbord geeft ons de mogelijkheid om beter en sneller onze instructie aan te passen aan de manieren van leren van kinderen. Veel nieuwe methoden werken optimaal met een digitaal schoolbord. Vanaf dit schooljaar gaan de kinderen werken met tablets. Dit schooljaar gebruiken we om ons te oriënteren op de meest effectieve inzet van de tablets. De tablets kunnen individueel of in tweetallen ingezet worden. De school beschikt over een netwerk waarbinnen 69 computers en 14 tablets de benodigde softwareprogramma’s kunnen draaien. Alle leerkrachten kunnen op een eigen computer hun klassenregistratie bijhouden. Alle computers zijn op internet aangesloten Internet op school De kinderen van “De Meule” kunnen gebruik maken van internet. Wij hebben ervoor gekozen de kinderen vanaf groep 5 die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor gebruik van Kennisnet. Kennisnet heeft een eigen Nederlandstalige zoekmachine die kinderen in principe leidt naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken. Elk kind vanaf groep 5 krijgt een eigen e-mail adres, waarmee met andere kinderen gecommuniceerd kan worden. Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via Internet benaderd worden. Binnen onze school wordt o.a. gewerkt met de software van Ambrasoft op het gebied van rekenen en spelling. Hiervan is ook een thuisversie ontwikkeld, welke op de school is te bestellen. De school heeft ook een eigen website. Hierop staat algemene informatie en het is de bedoeling dat ook werk van de leerlingen geplaatst wordt.
Afspraken Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt: Gedragsafspraken met de kinderen • Geef nooit persoonlijke informatie door op Internet, zoals namen, adressen en telefoonnummers, zonder toestemming van de leerkracht. • Vertel het jouw leraar meteen als jij informatie tegenkomt waardoor jij je niet prettig voelt of waarvan jij weet dat het niet hoort. Houd je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat jij zulke informatie tegenkomt. • Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van jouw leraar. • Verstuur bij e-mail berichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming van jouw leraar. • Beantwoord nooit e-mail waarbij jij je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan jij weet dat het niet hoort. Het is niet jouw schuld dat jij zulke berichten krijgt. • Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet. • Spreek van tevoren met jouw leraar af wat jij op internet wilt gaan doen. • Een leerling die opzettelijk sites bekijkt die niet aan onze fatsoensnormen voldoen, krijgt een computerverbod van 1 maand. Afspraken met de leerkrachten • Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. • Sites die wij kinderen willen laten gebruiken worden eerst door de leerkracht bekeken. • Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. • Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. • De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. • Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. • Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. • Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken. Website Basisschool De Meule Onze school heeft ook zijn eigen website (www.demeule.fortior.nl ). De opzet hiervan is eenvoudig en heeft tot doel u online te informeren over relevante zaken die voor u, uw kind(eren) en de leerkrachten van belang kunnen zijn.
5.4 Leerlingvolgsysteem en de ouderinformatie Toetsing en leerlingvolgsysteem Hierin onderscheiden we: De wijze waarop het dagelijkse werk van kinderen wordt bekeken en de middelen die worden gebruikt om vorderingen van leerlingen te verzamelen. Het volgen van de leerontwikkeling van de kinderen aan de hand van periodieke toetsen. Het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen (pedagogisch leerlingvolgsysteem). De kinderen die onze school bezoeken, moeten zich veilig, vertrouwd en geborgen voelen. Dit zijn de belangrijkste uitgangspunten en noodzakelijk voor een optimale ontwikkeling op sociaal, emotioneel en verstandelijk gebied. Deze ontwikkelingsgebieden worden voortdurend geobserveerd en/of getoetst. Zo krijgen leerkrachten en vervolgens u als ouders door middel van verslagen, gesprekken en rapporten een goed beeld van de leerontwikkelingen en de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind. Het observeren en toetsen in groep 1 tot en met groep 8: In groep 1 en 2 worden de ontwikkelingen van kinderen voornamelijk aan de hand van observaties gevolgd en 2 keer per jaar schriftelijk vastgelegd middels ‘stand van zaken formulieren’. Dit is een leerlingvolgmodel voor de groepen 1 en 2. Hierin leggen we gegevens vast m.b.t. de sociale en emotionele ontwikkeling, spel- en taalontwikkeling, beginnende geletterdheid en kennis en vaardigheden op het gebied van zelfredzaamheid, samenspelen en motoriek. In januari en mei worden voor de kinderen van de groepen 1 en 2 twee landelijk genormeerde toetsen afgenomen, waarmee bepaalde ontwikkelingsonderdelen vergeleken kunnen worden met onze eigen observaties van uw kind. In groep 3 t/m 8 volgen de leerkrachten de vorderingen van leerlingen door middel van observaties, toetsen, proefwerkjes en individueel werk van de kinderen, zowel mondeling als schriftelijk. Voor de vakken rekenen, lezen en spelling worden methodeafhankelijk en methodeonafhankelijke toetsen afgenomen. Al deze gegevens worden door de leerkracht verzameld en ingevoerd in het leerlingvolgsysteem in de computer. Het totaal van deze gegevens bepaalt uiteindelijk het rapportcijfer. Ook volgen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Dit gebeurt grotendeels door observaties. Daarnaast wordt in de groepen 3 t/m 8 twee keer per jaar een observatieformulier ingevuld. Deze gegevens worden digitaal vastgelegd. Indien nodig kan er nader onderzoek volgen van individuele leerlingen. Hierover wordt u altijd van tevoren geïnformeerd. Leerlingen met sociaal-emotionele problemen kunnen in bepaalde gevallen op school geholpen worden, bijvoorbeeld door sociale vaardigheidstraining en een faalangsttraining. De school beschikt hiervoor over een speciaal geschoolde collega. Verzamelde gegevens worden door de leerkracht vertrouwelijk behandeld en bewaard. Zo krijgen we uiteindelijk een totaaloverzicht van de ontwikkeling van elke
leerling over de gehele basisschoolperiode. Deze gegevens spelen mede een rol bij het advies voor het voortgezet onderwijs. Gegevens van kinderen worden nooit zonder uw toestemming aan derden doorgegeven. Meer leertijd voor kinderen met specifieke behoeften. Het ‘zittenblijven’ van leerlingen komt nog maar sporadisch voor. Alleen als dit de leerling duidelijk ten goede komt zal hiertoe, in overleg met de ouders, worden besloten. In de groepen 1 en 2 spreekt men niet van ‘zittenblijven’, maar van een verlengde kleuterperiode. In dit extra jaar bieden wij de kleuter de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen, om zodoende een betere start te kunnen maken met ‘schoolse’ vaardigheden als lezen, taal en rekenen, of om als persoontje sterker te staan in relatie met zichzelf en zijn omgeving. Werken met aangepaste leerlijnen. Kinderen, die veel moeite hebben met het volgen van de leerstof van één of meerdere vakken, volgen een andere leerlijn dan de kinderen uit hun groep. Zij krijgen eenvoudigere leerstof aangeboden, aangepast aan hun mogelijkheden. Deze leerlingen gaan gewoon mee over naar de volgende groep en hebben dan op het einde van groep 8 de leerstof van een of meer vakgebieden niet tot en met het niveau van groep 8 gevolgd. De geschikte vorm van voortgezet onderwijs wordt daar dan op aangepast. Als een leerling extra hulp nodig heeft, wordt dit tijdig met de ouders besproken. Deze leerling komt vervolgens regelmatig ter sprake in het overleg tussen leerkracht en deelteamleider. Indien noodzakelijk wordt deze leerling ook besproken in het consultatieoverleg met de orthopedagoge van de onderwijsbegeleidingsdienst ( BCO Onderwijsadvies). Van al deze besprekingen krijgt u de informatie via de leerkracht van uw kind. Oudergesprekken.
Voor de groepen 1 t/m 8 zijn in het begin van het schooljaar individuele kennismakingsgesprekken met de ouders. Groep 1: na ongeveer 6 weken schoolbezoek worden de ouders van de nieuwe kleuters uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. De oudergesprekken met de leerlingen van de groepen 1 en 2 staan gepland in de maanden november en mei. De oudergesprekken voor de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 staan gepland in de week na de uitgifte van de rapporten. Drie keer per jaar krijgen de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 een rapport mee naar huis; de data hiervan vindt u in de schoolkalender.
Buiten deze momenten kunnen er altijd oudergesprekken plaatsvinden, waarvoor de leerkracht of de ouders in overleg een tijdstip bepalen. Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid om met de deelteamleider of de directeur te praten. Als het niet dringend is, kan dit alleen op afspraak.
5.5 Passend Onderwijs Bovenschools Ondersteuningsloket Inleiding Kinderen, waarvoor dit nodig is, kunnen onderwijs volgen op een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of op een school voor speciaal onderwijs (SO). De SBO-school is een school voor kinderen met leer-, gedrags- en/of opvoedingsproblemen. De SO-scholen zijn verdeeld in 4 clusters: Cluster 1: scholen voor leerlingen met een visuele beperking; Cluster 2: scholen voor leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking; Cluster 3: scholen voor leerlingen met verstandelijke (zml) en/of lichamelijke beperkingen (Mytyl/Tyltyl) en aan leerlingen die langdurig ziek zijn (lz); Cluster 4: scholen voor leerlingen met een psychische beperking. Voor plaatsing in het SBO en het SO (cluster 3 en cluster 4) is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Deze verklaring wordt afgegeven als het interdisciplinair overleg heeft vastgesteld dat de betrokken school niet in staat is passend onderwijs te bieden. Voor cluster 1 en 2 gelden andere procedures. Hierover kunt u informatie krijgen bij het bovenschools ondersteuningsloket. Bovenschools ondersteuningsloket: wie is aanwezig? • Ouders / verzorgers • De aanmeldende school • Een gedragswetenschapper/ gz psycholoog • Een andere ter zake deskundige bv. van cluster 3 of cluster 4. • De B.O.C.-er (Bovenschoolse Ondersteuningscoördinator) als voorzitter. Formeel dient de aanmelding te geschieden door de ouders. In de praktijk zal het vaak de school zijn die dit namens de ouders doet. De ouders moeten de aanvraag ondertekenen. De school waar de aangemelde leerling is ingeschreven, is verplicht een “HGPD –formulier” in te vullen. Uit dit rapport moet blijken: waarom deze leerling wordt aangemeld; welke hulp en zorg de school geboden heeft en wat het resultaat daarvan is; welke onderzoeksgegevens bekend zijn; welke gegevens er zijn over de lichamelijke ontwikkeling, de leeromgeving en het gezin.
Door aanmelding bij het ondersteuningsloket geven de ouders toestemming voor inzage in schoolgegevens, onderzoeksgegevens en voor eventueel nader onderzoek.
Nader onderzoek Nader onderzoek is niet altijd nodig. Er kan al voldoende onderzoek door de onderwijsbegeleidingsdienst of andere instellingen zijn gedaan. Als volgens het zorgloket toch onderzoek nodig is, dan gaat het om één of meer van de volgende activiteiten: • een gesprek van een schoolmaatschappelijk werk(st)er met de ouders. Zij/hij bespreekt met de ouders hoe het met het kind thuis gaat. Zijn er vragen rondom de opvoeding? • onderzoek naar het lezen, schrijven, rekenen en /of de leervoorwaarden van het kind (didactisch onderzoek); • onderzoek naar de verstandelijke mogelijkheden en/of de persoonlijkheidskenmerken van het kind (psychologisch onderzoek); • onderzoek naar de lichamelijke ontwikkeling en de gezondheidstoestand (medisch onderzoek). Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Het interdisciplinaire overleg is er op gericht om het functioneren van het kind in zijn totaliteit te bekijken. De ondersteuningsbehoeften van het kind en de ondersteuningsmogelijkheden van de school van herkomst worden in beeld gebracht. Van daar uit wordt het benodigde ondersteuningsarrangement vastgesteld. Hier uit wordt dan afgeleid of er sprake is van noodzaak tot plaatsing binnen het SBO of SO. Naast het afgeven van een TLV kan het interdisciplinair overleg, in overleg met ouders en school, ook bepalen of en welke extra ondersteuning het kind en de school zou kunnen helpen om passend onderwijs op de eigen school te realiseren. De ouders / verzorgers ontvangen de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) schriftelijk zo spoedig mogelijk na de vergadering. Met deze TLV kunnen zij hun kind aanmelden op de gewenste S(B)O- school. De TLV is tijdelijk van aard. De uiterste geldigheidsdatum wordt in de beschikking vermeld. Als ouders een verlenging van de beschikking wensen, melden ze zich opnieuw aan bij de B.O.C.er. Bij een negatieve beschikking zal er met ouders gezocht worden naar een alternatief (bv. voortzetting basisonderwijs met ambulante ondersteuning). Tot slot Gegevens van aanmelding, onderzoeken en gesprekken worden door het bovenschools ondersteuningsloket vertrouwelijk behandeld. Alleen met schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers kunnen derden de gegevens
opvragen. De ouders/verzorgers hebben inzagerecht in de rapportage die door het ondersteuningsloket wordt gebruikt bij haar afwegingen. Na aanmelding van een kind is het ondersteuningsloket verplicht binnen 8 werkweken te reageren. Wanneer de aanvrager het niet eens is met de beslissing van het ondersteuningsloket, dan dient dit binnen 6 werkweken schriftelijk kenbaar gemaakt te worden aan ondersteuningsloket. In dat geval is er een onafhankelijke commissie, die alle gegevens bestudeert. Zij brengen advies uit aan het ondersteuningsloket, waarna deze haar besluit kan heroverwegen. Toch kan het voorkomen dat partijen zich niet in besluiten kunnen vinden. Op de site www.geschillenpassendonderwijs.nl geschillen oplossen staat een overzicht van de verschillende procedures en instanties waar gebruik van gemaakt kan worden om tot een oplossing te komen. Bij vragen kan contact worden opgenomen met het ondersteuningsloket op onderstaand adres Bovenschools Ondersteuningscoördinator Marlou Nellissen Postbus 680 5900 AR Venlo 06-39 00 51 11
[email protected] Voor nadere informatie m.b.t. wettelijke kaders zie: www.passendonderwijs.nl www.passendonderwijsnoordlimburg.nl Schoolondersteuningsprofiel (S.O.P.) Iedere school stelt een schoolondersteuningsprofiel op. In dit profiel beschrijft de school welke ondersteuning de school kan bieden aan de individuele leerling en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De school realiseert minimaal de basisondersteuning die in het samenwerkingsverband is afgesproken. Daarnaast kan de school extra ondersteuning bieden. De medezeggenschapsraad van de school heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Alle schoolondersteunings-profielen van de scholen in het samenwerkingsverband samen zorgen voor een dekkend aanbod, zodat alle leerlingen passend onderwijs kunnen krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel maakt duidelijk of en waarin de school zich specialiseert (de extra ondersteuning voor de individuele leerling). Het is mogelijk dat de school voor de extra ondersteuning meer budget krijgt
van het samenwerkingsverband. Daarnaast speelt het schoolondersteuningsprofiel een rol in het toelatingsbeleid van de school. Niveaus van ondersteuning basisondersteuning Niveau
Groepsplan / handelingsplan onder
1
verantwoording van de leerkracht
Niveau
Handelingsplan met ondersteuning van de interne
2
begeleiders, waarbij een beroep kan worden gedaan op de personele en financiële middelen van de school
Lichte ondersteuning
Niveau
Begeleiding (inclusief eventuele extra
3
ondersteuningsmiddelen / deskundigheid Speciaal Onderwijs) op de eigen school en/of in combinatie met andere scholen.
Niveau
Plaatsing in het Speciaal BasisOnderwijs
4 Zware Ondersteuning
Niveau
Plaatsing in het Speciaal Onderwijs
5
Wat staat er in een schoolondersteuningsprofiel? In elk schoolondersteuningsprofiel staat in ieder geval: 1. welke ondersteuning de school biedt aan leerlingen die dat nodig hebben. Het gaat hier om de basisondersteuning en eventueel ook aanvullend hierop extra ondersteuning die de school (al dan niet) biedt; 2. welke ambities de school heeft voor de toekomst; 3. een inventarisatie van de expertise die eventueel moet worden ontwikkeld; 4. de consequenties voor scholing van personeel en/of team.
Hoe ziet het schoolondersteuningsprofiel eruit? De manier waarop het schoolondersteuningsprofiel wordt vastgesteld kan per school en per samenwerkingsverband verschillen. Het is denkbaar dat de ene school een uitgebreid schoolondersteuningsprofiel ontwikkelt met uitgebreide overzichten met gegevens (over leerlingen, voorzieningen en infrastructuur) en verwijzingen naar andere relevante documenten als schoolplan, inspectierapport of taakbeleid. Een andere school kan juist kiezen voor een kernachtig schoolondersteuningsprofiel.
Basisondersteuning Dit is de door het samenwerkingsverband afgesproken onderwijszorg die elke school aan leerlingen kan bieden. De basisondersteuning wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. De basisondersteuning is niet landelijk vastgesteld; samenwerkingsverbanden bepalen zelf het niveau van basisondersteuning die de scholen binnen het samenwerkingsverband bieden. De basisondersteuning kan dus verschillen per regio. De kwaliteit van de basisondersteuning moet voldoen aan door de onderwijsinspectie vastgestelde normen. Extra ondersteuning Ondersteuning die verder gaat dan de basisondersteuning wordt extra ondersteuning genoemd. Het gaat om ondersteuning die verder gaat dan wat een school standaard biedt. Het samenwerkingsverband stelt hier ook extra geld voor ter beschikking. In het schoolondersteuningsprofiel staat welke extra ondersteuning een school kan bieden. Een school kan ervoor kiezen zich te specialiseren in het bieden van bepaalde ondersteuning. De school maakt deze keuze op basis van verschillende zaken. De ervaring en kennis die de school nu al heeft op het terrein van specifieke groepen of ondersteuning is hierbij erg belangrijk. Het schoolondersteuningsprofiel geeft meestal een beeld van wat een school nu al in huis heeft qua ondersteuning, wat men wil kunnen bieden en welke stappen men zet om deze extra ondersteuning ook waar te kunnen maken. Het schoolondersteuningsprofiel en het toelatingsbeleid Het schoolondersteuningsprofiel is een instrument wat de school kan gebruiken de toelating van leerlingen. Het is immers logisch om de kennis en expertise waar de school in investeert, zoals benoemd in het schoolondersteuningsprofiel, ook in te zetten voor de kinderen die deze ondersteuning nodig hebben. Bij de toelating dient de school wel rekening te houden met de zorgplicht. De zorgplicht verplicht een schoolbestuur om bij de aanmelding van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte te kijken naar de individuele situatie van een leerling. Op basis van die individuele situatie bepaalt de school of ze de noodzakelijke ondersteuning kan bieden of dat een leerling op een andere school beter af is. Hierover vindt overleg plaats met de ouders. Het schoolondersteuningsprofiel van basisschool De Meule. Onze school gaat uit van pedagogisch optimisme. Dat wil zeggen dat wij vertrouwen hebben in de ontwikkelkracht van iedereen; leerlingen, leerkrachten en ouders. Wij werken vooral oplossingsgericht. Hoe krijgen we onze leerlingen zo goed mogelijk in ontwikkeling op korte en op (middel)lange termijn. Wij gaan uit van de basisbehoeften van onze leerlingen: autonomie (zelf zorgen voor je ontwikkeling), competentie (ieders talenten) en relatie (omgaan met elkaar). Om
aan deze basisbehoeften meer tegemoet te komen, gaan wij aan de slag met leerlinggesprekken om zo meer eigenaarschap en verantwoordelijkheid bij de leerlingen te leggen. De coachende rol van de leerkracht is hierbij erg belangrijk. Wanneer er een apart plan voor een leerling wordt opgesteld, is de bijdrage en de rol van de ouders erg belangrijk. Wij formuleren dan korte termijndoelen en een verwachting op langere termijn. Dit plan wordt regelmatig met de ouders en eventuele betrokken deskundigen besproken en indien nodig bijgesteld. De komende jaren gaan onze leerkrachten zich scholen in diverse gedrags- en leerproblemen. Op die manier krijgen wij nog meer zicht op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen en zijn onze leerkrachten beter in staat hun onderwijs af te stemmen op de begeleiding van de leerlingen. De onderwijszorg van basisschool De Meule ligt momenteel op het niveau van de basisondersteuning en voldoet aan de kwaliteitseisen van de inspectie. Op het gebied van “leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong” heeft de school extra deskundigheid en extra begeleidingsmogelijkheden in huis. De basisondersteuning die elke basisschool levert omvat in elk geval: De preventieve (onderwijs)ondersteuning: tijdig signaleren van motorische, taal-, leer-, opgroei- en opvoedproblemen; Een aanbod voor leerlingen met ernstige lees- en spellingsproblemen of dyslexie, leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie; Onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder gemiddelde intelligentie. De begrenzing van onderwijszorg binnen een gewone basisschool op basis van intelligentie alleen wordt vermeden; (Ortho)pedagogische en/of (ortho)didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen; De ondersteuningsstructuur van onze school is doelmatig opgezet, waarbij onze deelteamleider een coördinerende en coachende rol heeft. Door voortdurende scholing blijven alle medewerkers in ontwikkeling. Indien noodzakelijk kan de deelteamleider een beroep doen op een “bovenschoolse ondersteuningscoördinator” voor advies en mogelijke plaatsing van een leerling in het speciaal (basis)onderwijs. Daarnaast kan de deelteamleider een beroep doen op de begeleiders van de onderwijsbegeleidings-dienst voor nader aanvullend onderzoek. Voor leerlingen die het niveau en het tempo van de groep niet kunnen volgen en waarvoor het noodzakelijk is een apart programma te maken, wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld, als het eindniveau van groep 7 naar waarschijnlijkheid niet behaald zal worden. De leerling en de betreffende ouders worden hierbij intensief betrokken. Leerlingen moeten vooral eigenaar zijn van
hun eigen ontwikkeling. Daarom wenst de school zich op dit aspect sterker te ontwikkelen. Bovenstaand artikel is een samenvatting van het ondersteuningsprofiel dat door de schoolleiding van De Meule is opgesteld en met de Medezeggenschapsraad (MR) is afgestemd. Het volledige ondersteuningsprofiel kunt u opvragen bij de schoolleiding. Protocol groepsindeling Onderwijs vindt plaats in een groep. Voor de leerlingen, de leraren en de school is van groot belang hoe de samenstelling van de groep is waarin het kind geplaatst wordt. Het betreft een complexe afweging waarbij zeer veel factoren een rol spelen. Ouders mogen van de school verwachten dat de school zorgvuldig met de belangen van hun kind en die van de andere kinderen omgaat en terzake een gemotiveerde beslissing neemt. De school kan niet garanderen dat bij voorbaat aan alle wensen van ouders tegemoet kan worden gekomen, omdat daarvoor de belangenafweging te complex is. Daarom is, met het oog op een zorgvuldige besluitvorming, een protocol groepsindeling ontwikkeld, waarin de procedure wordt beschreven en de criteria worden gegeven aan de hand waarvan de plaatsing in groepen geschiedt. Tevens is aangegeven wanneer ouders welke inbreng kunnen hebben. Dit protocol is door de medezeggenschapsraad goedgekeurd en kunt U bij de schoolleiding opvragen. Procedure groepsindeling Procedure indeling groepen (m.b.t. de fasering is e.e.a. afhankelijk van het begin van de zomervakantie) Omstreeks maart van elk schooljaar begint de directeur met het verzamelen van alle gegevens die nodig zijn om te komen tot een groepsverdeling en de personele bezetting hiervan. Hierbij heeft de school ook te maken met het verkrijgen van informatie op bestuursniveau die door omstandigheden pas in april/mei (definitief) beschikbaar kan komen. Als alle informatie beschikbaar is, wordt in het managementteam een concept-groepsindeling gemaakt. Dit concept wordt binnen de lerarenvergadering besproken. Nadat de keuze gemaakt is voor de meest gewenste optie, wordt deze, ter advisering, voorgelegd aan de medezeggenschapsraad (MR). Hierna volgt in juni/juli de bekendmaking van de definitieve groepsverdeling en indeling aan leerlingen en ouders. Bezwaarprocedure
De ouders/verzorgers kunnen binnen 5 werkdagen, na publicatie van de groepsindeling, hun zwaarwegende argumenten tegen de voorgenomen indeling gemotiveerd en schriftelijk kenbaar maken bij de directeur. De betreffende ouders worden uitgenodigd voor een gesprek met de schoolleiding. De directeur motiveert het besluit aan de bezwaarmakende ouders/verzorgers. School en ouders trachten tot overeenstemming te komen. Wanneer ouders en schoolleiding echter niet tot overeenstemming komen, zal de directeur de argumentatie schriftelijk formuleren. De ouders kunnen dan een bezwaar indienen bij het bestuur van de stichting Fortior of bij de landelijke bezwaren-, geschillen- en klachtencommissie voor het katholiek onderwijs (adres: Raamweg 2, 2596 HL Den Haag; postadres: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag).
5.6 Mening van de ouders Wij vinden het belangrijk om te weten hoe er over De Meule gedacht wordt. Daarom vindt er iedere 3 jaar een schriftelijke enquête plaats onder de ouders. Het initiatief voor deze enquête wordt vanuit de Stichting Fortior (= schoolbestuur) genomen en wordt bij voorkeur digitaal ingevuld. Deze enquête wordt dan op alle Fortior-scholen afgenomen. Het laatste oudertevredenheidsonderzoek heeft in het voorjaar van 2015 plaatsgevonden.
5.7 Cultuur Het is belangrijk dat kinderen ook in contact komen met verschillende vormen van cultuur. Wij denken hierbij aan muziek, dans, theater en beeldende vorming. Hiervoor onderhouden wij contacten met culturele instellingen binnen en buiten de stad Venlo. Voorbeelden hiervan zijn: Het Kunstencentrum Venlo: Dit is een veelzijdig centrum met een aanbod van verschillende programma’s op het gebied van muziek, dans, theater en beeldende vorming. Theater: ”de Maaspoort”. Cultureel erfgoed: ”Limburgs Museum”, ”Keramiekcentrum Tiendschuur” en het “Gemeentearchief”. Beeldend: “Museum van Bommel van Dam”. Literatuur: ”Openbare bibliotheek Venlo”. Ook maken we gebruik van het aanbod van de kinderboerderij ”Hagerhof”.
Tijdens het thematisch werken wordt nadrukkelijk gezocht naar een culturele activiteit die past binnen het gekozen thema.
5.8 Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt, zijn wel eens misverstanden. Af en toe worden er zelfs fouten gemaakt. Het is belangrijk deze zaken in eerste instantie te bespreken met de direct betrokkene / groepsleerkracht. U en uw kind zullen hierbij altijd serieus genomen worden en er zal naar de best mogelijke oplossing gezocht worden. Mocht u het gevoel hebben, dat er geen gezamenlijk goede oplossing gevonden wordt, dan is het mogelijk met het managementteam erover te spreken. Wanneer u niet tot een oplossing van het probleem kunt komen in overleg met groepsleerkracht en/of het managementteam van de school, is het mogelijk gebruik te maken van de interne contactpersoon van de school. Voor onze school is dit mevr. Desiree Schrouff. In overleg met de interne contactpersoon wordt bekeken wat er gedaan moet worden, wie moet worden ingeschakeld om tot een oplossing te komen. Als het nodig is, kan de interne contactpersoon u doorverwijzen naar het bevoegd gezag en/of een van de externe vertrouwenspersonen. Voor de Stichting Fortior zijn dit: Mevrouw Ine Seegers, verbonden aan Onderwijsadvies BCO en de aan de GGD verbonden vertrouwenspersonen, bereikbaar via het secretariaat van de GGD. De externe vertrouwenspersoon zal u begeleiden bij het realiseren van een oplossing, dan wel begeleiden bij het indienen van een klacht bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie, en informeren over de procedure van handelen. De school is aangesloten bij een landelijke klachtencommissie ”Onderwijsgeschillen”. Op school is een exemplaar van het landelijk klachtenreglement en de interne klachtenprocedure beschikbaar. Adressen en telefoonnummers:
GGD Limburg Noord Secretariaat gezondheid Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick Tel.: 088-1191291
BCO
Wylrehofweg 11, 5912 PM, Venlo Tel.: 077-3519284
Onderwijsgeschillen
Postbus 85191, 3508 AD, Utrecht Tel.: 030-2809590 Email:
[email protected]
5.9 Aanname / toelating schorsing en verwijdering van leerlingen 1. Aanname en toelating Voor de toelating van leerlingen tot onze school geldt het beleid dat voor de Stichting Fortior is vastgesteld, met inachtneming van het volgende: Wanneer er voor de aanname van een leerling reeds een schriftelijk advies, gericht op het schoolse functioneren van het kind, op basis van onderzoeksgegevens van derden aanwezig is, dienen de ouders inzage te verstrekken. Afhankelijk van de zorgmogelijkheden binnen de school kan dit leiden tot een afweging inzake de toelating. Evenzeer is deze afweging van toepassing indien het belang van de groep van plaatsing een rol speelt. Te denken valt aan groepsgrootte, hulpverlening en begeleiding. Basisschool De Meule streeft naar een groepsgrootte van maximaal 30 kinderen. De uiteindelijke beslissing over toelating berust bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. De toelating is niet afhankelijk van geldelijke bijdragen van ouders. Toelating van leerlingen van een school voor speciaal (basis)onderwijs en een overgang van een leerling naar een dergelijke school vindt slechts plaats in overeenstemming met de ouders en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Bij de toelating wordt tevens toestemming gevraagd voor het gebruik van e-mail en kennisnet door de leerling (volgens een protocol) en het maken van videobeelden i.v.m. verslaggeving en studiemogelijkheid. 2. Schorsing en verwijdering Soms ziet een directeur/bestuur zich genoodzaakt een leerling te schorsen en/of van school te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer het schoolbestuur of de directeur bij ernstig wangedrag van een leerling, ouders/verzorgers of familieleden direct moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Verwijdering is een maatregel die genomen wordt als het schoolbestuur concludeert dat het wangedrag dusdanig ernstig is, dat de relatie tussen school en leerling/ouders onherstelbaar verstoord is. Een beslissing tot schorsing of verwijdering moet uiterst zorgvuldig worden genomen. Voor de verwijdering van leerlingen zijn wettelijke bepalingen vastgesteld. Desgevraagd kunnen deze via school beschikbaar worden gesteld. Voor de schorsing van leerlingen hanteert het bestuur de volgende richtlijnen: Het bestuur kan een leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd. Schorsing vindt in principe plaats na een gesprek met de leerling, de ouders en de directeur van de school. De directeur deelt het besluit tot schorsing namens het bestuur schriftelijk aan de ouders mede. In dit besluit worden de redenen voor schorsing, de aanvang en tijdsduur en eventuele andere genomen maatregelen vermeld.
De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. De directeur stelt de inspectie, namens het bestuur, in kennis van de schorsing en de reden daarvoor.
5.10 Advisering Voortgezet Onderwijs Advies In de maand januari wordt door de directie en de leerkrachten van groep 7 en 8 een advies opgesteld en uitgebracht met betrekking tot de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs voor uw kind. Dit advies wordt samengesteld op basis van alle belangrijke gegevens die de school over de totale basisschoolperiode van uw kind verzameld heeft. Leerwegen Sinds een aantal jaren zijn de u bekende namen L.B.O. (Lager Beroepsonderwijs), M.A.V.O. (Meer Algemeen Vormend Onderwijs), I.V.B.O. (Individueel Voortgezet Beroepsonderwijs) verdwenen en vervangen door vier verschillende leerwegen, te weten: Basis Beroepsgerichte leerweg Kader Beroepsgerichte leerweg Gemengde Beroepsgerichte leerweg Theoretische Beroepsgerichte leerweg, daarnaast zijn de richtingen H.A.V.O. en V.W.O. blijven bestaan. Kinderen die erg veel problemen hebben met leren en daarom aangewezen zijn op meer individuele begeleiding in het voortgezet onderwijs, kunnen - na onderzoek – instromen in het Leerweg Ondersteunend Onderwijs (L.W.O.O.). Ieder advies wordt, voorzien van een korte toelichting, schriftelijk aan u als ouders meegedeeld. Op uw verzoek kan het uitgebrachte advies door de leerkracht van groep acht in een gesprek worden toegelicht. Eveneens ontvangt u een onderwijskundig rapport waarin de leervorderingen en het leergedrag uitvoerig worden toegelicht. Dit onderwijskundig rapport dient aan de school voor voortgezet onderwijs te worden overhandigd, waar u uw kind aanmeldt. Uitdrukkelijk wordt vermeld dat er door de school geen advies wordt gegeven m.b.t. een bepaalde school voor voortgezet onderwijs, maar dat alleen het type onderwijs wordt geadviseerd. De keuze welke school voor voortgezet onderwijs de leerling gaat bezoeken, wordt volledig bepaald door u als ouders (in samenspraak met uw kind). De ouders melden hun kind vervolgens zelf aan bij de door hen gekozen school. Een aannamecommissie van de school voor voortgezet onderwijs bepaalt uiteindelijk of een leerling al dan niet toegelaten wordt. Het advies van de basisschool wordt reeds uitgebracht voordat de uitslag van de Eindtoets basisonderwijs bekend is, dit om de onafhankelijkheid van het advies te waarborgen. Dit advies is dan ook het belangrijkste gegeven, al hanteert het Voortgezet Onderwijs wel bepaalde ondergrenzen waaraan de leerling moet voldoen om in het
geadviseerde onderwijs te kunnen instromen. De adviescommissie bestaat uit de directeur, de leerkrachten van de groepen 7 en 8 en de deelteamleider. Er wordt niet alleen gekeken naar de prestaties van leerlingen, maar ook naar werkhouding en instelling. Ieder jaar wordt aan de ouders een door de overheid samengestelde brochure uitgereikt, met relevante gegevens over de keuzemogelijkheden in het Voortgezet Onderwijs. In het najaar wordt de gang van zaken met betrekking tot de advisering op De Meule door middel van een informatieavond aan de ouders van de leerlingen van groep acht toegelicht. In de loop van het eerste schooljaar op de school voor voortgezet onderwijs worden de adviezen van onze school door de leerkrachten van groep 8 en de docenten van de betrokken scholen voor Voortgezet Onderwijs nog eens met elkaar besproken.
Uitstroom naar het voortgezet onderwijs. Eind schooljaar 2014-2015 Het schoolgemiddelde van de CITO- eindtoets in 2015 was 539,1. Dit is een gecorrigeerde score op basis van de schoolpopulatie. Het Ministerie van OC&W houdt dan rekening met het opleidingsniveau van de ouders ( = zgn. leerlinggewicht). Het landelijk gemiddelde (ook gecorrigeerd) bedroeg 534,9. Wanneer men geen rekening zou houden met het opleidingsniveau van onze ouders, zou het schoolgemiddelde van De Meule uitkomen op 538,9. Het landelijk gemiddelde, zonder correctie, bedroeg 534,8. Hierbij een overzicht van de CITO-eindscores van de laatste 4 jaar. Jaar
Ongecorrigeerde Schoolscore
2015 2014 2013 2012
538,9 530,1 533,1 535,2
Landelijk gemiddelde (zonder correctie naar leerlinggewicht) 534,8 534,4 534,7 535,1
Gecorrigeerde Schoolscore naar leerlinggewicht 539,1 533,7 536,6 536,9
Landelijk gemiddelde (met correctie naar leerlinggewicht) 534,9 534,6 534,8 535,3
Hieronder treft u een overzicht aan van de uitstroom van onze leerlingen van groep 8 naar het voortgezet onderwijs. In dit artikel hebben we u reeds uitgelegd hoe de adviezen van de school tot stand komen. Hierbij een overzicht van de uitstroomresultaten van de afgelopen 4 jaren:
2012
2013
2014
2015
VWO HAVO-VWO Theor.-HAVO
12% 25% 38%
10% 29% 19%
5% 10% 15%
6% 28% 16,5%
Kaderb./Theor Basisberoeps
4% 21%
35,5% 6,5%
60% 10%
33% 16,5%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Aantal leerlingen
24
31
21
18
5.11
Het aanvragen van verlof
Procedure verlofaanvragen Verlof dient te worden aangevraagd door de ouder(s)/verzorger(s). De duur van het verlof bepaalt bij wie u de aanvraag moet indienen. Hiervoor telt het aantal schooldagen: - indien het aantal schooldagen 10 of minder is, dient u het verzoek schriftelijk aan de directeur van de school te richten. - indien het aantal schooldagen meer dan 10 bedraagt, dient u het verzoek schriftelijk te richten aan de leerplichtconsulent(e) van de gemeente Venlo. Een aanvraagformulier is op school te verkrijgen. Nadat u het formulier heeft ingevuld, levert u dit in bij de directeur of de leerplicht- consulent(e) van de gemeente Venlo. Alleen de directeur en de leerplichtconsulent(e) zijn bevoegd verlof te verlenen. De leerkrachten van de school kunnen dus geen verlof verlenen! Het is raadzaam het aanvraagformulier geruime tijd van tevoren op school of bij de gemeente Venlo in te leveren. Dit in verband met een eventueel in te dienen bezwaarschrift en/of in te stellen beroep. In bepaalde gevallen is een bewijsstuk vereist. U verneemt van de directeur of dit wel/niet noodzakelijk is. N.B. Boek dus nooit een reis, voordat het aangevraagde verlof is verleend. Hierbij de belangrijkste afspraken op een rijtje: Vakantie onder schooltijd is niet mogelijk. Er is slechts één uitzondering mogelijk: als het kind tijdens de schoolvakanties niet met zijn ouders op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar het kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaats vinden. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij de aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd, waaruit de specifieke aard van het beroep en de verlofperiode van de betrokken ouder(s) duidelijk worden. Verder dient er met de volgende voorwaarden rekening te worden gehouden: o In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend. o De totale verlofperiode mag maximaal uit 10 schooldagen bestaan.
o De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Verlof in geval van “andere gewichtige omstandigheden” Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: een verhuizing van het gezin het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/of leerplichtambtenaar) overlijden van bloed- of aanverwanten verplichtingen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging (max. 1 dag)
viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5- , 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten.
De volgende situaties zijn géén ‘andere gewichtige omstandigheden’: familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding goedkopere vliegtarieven vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden gratis vakantie vanwege een gewonnen prijs of aangeboden door derden een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Niet eens met het besluit Wanneer het verzoek om extra verlof wordt afgewezen en de ouders zijn het niet eens met dat besluit, dan kunnen ze schriftelijk bezwaar maken bij de persoon die het besluit heeft genomen. De ouder krijgt de gelegenheid om het bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt de ouder schriftelijk bericht van het besluit dat over het bezwaarschrift is genomen. Is de ouder het dan nog niet eens met het besluit, dan kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken schriftelijk beroep aangetekend worden bij de arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht.
Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar, wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt.
5.12
Inspectie van het onderwijs
De inspectie van het onderwijs is voor algemene vragen over het onderwijs alleen te bereiken via het loket Postbus 51. De Inspectie van het onderwijs is als volgt te bereiken: Per e-mail:
[email protected] Via de website: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 099 – 111 3 111 (lokaal tarief)
5.13
Media en privacy
Een school is een lerende organisatie. Niet alleen de kinderen leren, maar de teamleden ook. Naast individuele en teamcursussen bestaat ook de mogelijkheid om filmopnamen van leerkrachten te maken, die dan later kritisch bekeken en geanalyseerd worden. Als er gekeken wordt naar de interactie tussen leerkracht en leerling, moeten er uiteraard ook opnamen van één of meerdere leerlingen gemaakt worden. In het kader van de wet op de privacy zal er altijd schriftelijk toestemming aan de ouder(s)/verzorger(s) van de betreffende leerling(en) gevraagd worden als de opnamen buiten de school gebruikt worden. Bij uitzonderlijke gebeurtenissen op school kan het voorkomen dat een lokale of provinciale televisieomroep (bijvoorbeeld Stadsomroep Venlo of L1) filmopnames komt maken. Bij geplande opnames zullen wij u hierover van tevoren informeren. Wanneer u bezwaren heeft, kunt u dat altijd kenbaar maken.
6.1 Tot slot In deze schoolgids hebben we geprobeerd een beeld te geven van het onderwijs en de organisatie van het onderwijs op onze school. Ondanks het feit dat we slechts beperkt op de diverse onderwerpen in hebben kunnen gaan, is het toch een omvangrijke brochure geworden. Wilt u meer weten over een of meerdere onderwerpen, dan kunt u terecht bij een van de leden van het managementteam of bij de leerkracht van uw kind. Daarnaast staan wij graag open voor uw suggesties of ideeën ter verbetering van deze schoolgids. Namens het team van basisschool De Meule L.Smeets directeur
BIJLAGE SCHOOLGIDS 2015 – 2016
Basisschool ‘De Meule’ Molenstraat 21 5914 XS Venlo tel. 077 - 320 07 88 E-mail :
[email protected] Website: www.demeule.fortior.nl
7.2
Vrijwillige ouderbijdrage
Zoals de kop al vermeld, is de ouderbijdrage vrijwillig en mag de school een leerling niet weigeren als de ouders de ouderbijdrage niet willen of kunnen betalen. Scholen mogen een vrijwillige financiële bijdrage vragen voor extra voorzieningen en activiteiten, die door het ministerie van Onderwijs niet vergoed worden. We denken hierbij aan: Sinterklaasviering, bezoek aan de Kinderboerderij (entree en buskosten), Carnavalsviering, Paasviering, schoolreisje, kinderfestival, musical, bezoek schouwburg en muziekschool. Ook voor de extra kosten van het schoolzwemmen in groep 5 zijn we genoodzaakt een bijdrage te vragen. De school vraagt een vast bedrag per kind per schooljaar ten behoeve van de volgende activiteiten:Activiteiten: Sinterklaasviering groep 1 t/m 8 Kerstviering groep 1 t/m 8 Carnavalsviering groep 1 t/m 8 Culturele activiteiten groep 1 t/m 8 Totaal € 15,00 Bijdrage ouderraad groep 1 t/m 8 € 5,00 Kosten schoolzwemmen groep 4 en 5 € 55,00 Schoolreis groep 1 en 2 € 10,00 Schoolreis groep 3 t/m 7 € 20,00 Schoolverlaters dagen groep 8 € 40,00 Aan het begin van het nieuwe schooljaar ontvangt u diverse folders voor jeugdbladen. U kunt met de bon in de folder rechtstreeks een abonnement afsluiten bij de uitgever. In het begin van het schooljaar ontvangt u een overzicht van de actuele ouderbijdragen. Ouders/verzorgers van leerlingen welke in de loop van het schooljaar instromen krijgen op dat moment een overzicht van de bijdragen voor activiteiten die nog niet hebben plaatsgevonden. Ouders/verzorgers hebben de mogelijkheid het totaalbedrag in één, twee of drie keer te voldoen. Hiervoor ontvangt u naar gelang de betalingstermijnen steeds een schrijven.
7.3 Het team Het managementteam Het managementteam is samengesteld uit de directeur en de deelteamleider. Hun taken zijn duidelijk verdeeld en ieder lid heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Iedere week is er structureel overleg, waarin de lopende zaken besproken worden. Voor dringende zaken is de directeur na 17.30 uur te bereiken onder het volgende telefoonnummer: Leo Smeets
-
tel. 077 – 473 23 21
De leerkrachten en ondersteunend personeel. De al eerder genoemde veranderingen in het basisonderwijs hebben ertoe geleid dat het niet langer vanzelfsprekend is dat de leerlingen één vaste leerkracht hebben. Leerlingen hebben met verschillende leerkrachten te maken. Ook kan het voorkomen, dat ze les krijgen van een stagiaire (student) van de Pabo. Een Pabo-student geeft altijd les onder de verantwoording van de groepsleerkracht. In het laatste studiejaar kan een zg. LIO-stagiaire na een ruime inwerktijd, wel zelfstandig voor een groep staan. De betreffende groepsleerkracht is dan in principe niet aanwezig, met uitzondering van de gymnastieklessen.
7.6 Lijst veelgebruikte afkortingen in het onderwijs ADV ARBO AWB AZC BAPO BCO BSO CITO COA DTL GGD GMR HAVO ICT LIO LWOO MR MT OOP OP OR PCL PABO RK VO VSO VVE VWO VWS WA WSNS ZAT
Arbeidsduurverkorting Arbeidsomstandigheden Algemene wet bestuursrecht Asielzoekers centrum Bevordering arbeidsparticipatie ouderen Begeleidingscentrum voor onderwijs en opvoeding Buiten Schoolse Opvang Centraal instituut voor toetsontwikkeling Centraal orgaan opvang asielzoekers Deelteamleider Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Hoger algemeen voortgezet onderwijs Informatie- en communicatietechnologie Leraar In Opleiding Leerweg ondersteunend onderwijs Medezeggenschapsraad Managementteam Onderwijs ondersteunend personeel Onderwijsgevend Personeel Ouderraad Permanente commissie leerlingbegeleiding Pedagogische Academie Basis Onderwijs Rooms-katholiek(e) Voortgezet Onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Vroeg en voorschoolse educatie Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Ministerie van) volksgezondheid, welzijn en sport Wettelijke aansprakelijkheid Weer samen naar school Zorg Advies Trajecten