Wilgenhof schoolgids kalender 2014 / 2015 school voor christelijk basisonderwijs Dauwendaele – Mortiere Torenhofstraat 4 Middelburg
Postbus 8138, 4330 EC Middelburg, telefoon 0118-650245 Directeur: G.Rijkse-Dirven e-mail:
[email protected] website : www.wilgenhof-onzewijs.nl
Inhoud Kalender ..........................................................................................................................3 Een woord vooraf ...........................................................................................................23 Schoolgids Onze Wijs scholen .......................................................................................24 Toelating van leerlingen..................................................................................................27 Schorsing en verwijdering van leerlingen .......................................................................29 Schoolverzuim ................................................................................................................30 Klachtenregeling.............................................................................................................31 Vrijwillige ouderbijdrage..................................................................................................32 Verzekering ....................................................................................................................32 Sponsoring .....................................................................................................................33 Wilgenhof .......................................................................................................................34 Waar de school voor staat ..............................................................................................35 De organisatie van het onderwijs ..................................................................................37 De zorg voor kinderen ....................................................................................................40 Hoogbegaafdheid ..........................................................................................................41 Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften op onze school ......................................43 Schoolmaatschappelijk werk. .........................................................................................45 De schoolmaatschappelijk werksters: ...........................................................................45 Advies voortgezet onderwijs in groep 8..........................................................................45 Uitstroomgegevens groep 8 ...........................................................................................46 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften. ............................................48 Leren lezen op Wilgenhof...............................................................................................50 Groepsorganisatie 2014-2015. .......................................................................................51 Ouders - School .............................................................................................................52 Schoolreizen...................................................................................................................56 Schooltijden. ...................................................................................................................61 De leerkrachten van Wilgenhof ......................................................................................65
!2
Kalender Augustus ZO
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
1
2
hulpproject
week 31
3
4
5
6
7
8
9
11
12
13
14
15
16
18
19
20
21
22
23
27
28
29
30
week 32
10 week 33
17
Marit jarig
week 34
24
25
26
week 35 Start
schooljaar 2014-2015 Addy jarig
!3
SEPTEMBER
ZO
MA
hulpproject
31 aug 1
DI
WO
DO
VR
ZA
2
3
4
5
6
week 36
Wilgje 1
Beppie jarig
7
8
9
10
11
12
13
15
16
17
18
19
20
26
27
week 37
14
Informatie avond gr. 8 en 6
week 38
21 week 39
22
23
Informatieav ond 1-2 a-b
Studiemiddag (alle kinderen vrij)
24
25
Studiedag (alle kinderen vrij)
Start kinderpostzegelactie
Informatie avond gr. 5/7
28 Week 40
29
Informatie avond gr. 5-7
30 Wilgje 2
Informatie avond gr. 3/4
!4
Oktober ZO
MA
hulpproject
DI
DO
VR
ZA
1
2
3
4
Start KinderBoekenweek ( t/m 12 oktober)
week 40
5
WO
6
7
8
9
10
11
13
14
15
16
17
18
Spreekuur 1
Spreekuur 1
19
20
21
22
23
24
25
Week 43
Herfstvakantie
Herfstvakantie
Herfstvakantie
Herfstvakantie
Herfstvakantie
week 41
12 week 42
Annemieke jarig
!5
26 Week 44
27
28
29
30
Wilgje 3
!6
31
NOVEMBER ZO
MA
hulpproject
DI
WO
DO
VR
ZA 1
Week 44
2
3
4
5
6
7
8
10
11
12
13
14
15
17
18
19
20
21
22
week 45
9 week 46
16
Wilgje 4
week 47
23 week 48
Studiedag 1-3 kinderen vrij
24
25
26
27
Schoen zetten gr. 1 t/m 4
!7
28
29
!8
DECEMBER ZO
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
30
1
2
3
4
5
6
hulpproject
Sinterklaas feest
week 49
7
8
9
10
11
12
13
18
19
20
Wilgje 5
week 50 Tamara jarig
14
15
16
17
Kerstviering
week 51 gr. 1 en 2 hele dag vrij
21
22
23
24
25
26
27
Week 52
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Kerstvakanti e
28
29
30
31
Week 1
Kerstvakantie
Kerstvakantie
Kerstvakantie
!9
JANUARI ZO
MA
hulpproject
DI
WO
DO
VR
ZA
1
2
3
Kerstvakantie
Kerstvakantie
7
8
9
10
14
15
16
17
22
23
24
week 1
4
5
6
week 2 Marinus jarig
11
12
13
week 3
Wilgje 6
Spreekuur 2
18 week 4
19
20
21 Voorlees ontbijt
!10
25
26
27
28
29
30
31
ZO
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
1
2
3
4
5
6
7
week 6
Carina jarig
8
9
10
11
12
13
14
19
20
21
week 5
hulpproject
week 7 Wilgje 7
15
16
17
18
week 8
Monique jarig
!11
22
23
24
25
26
27
week 9 1e
!12
28
Maart ZO
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
13
14
17
18
19
20
21
week 12 Voorjaarsvakantie
Voorjaarsvakantie
Voorjaarsvakantie
Voorjaarsvakantie
Voorjaarsvakantie
22
24
25
26
27
hulpproject
week 10
8 week 11
15
Spreekuur 3
16
23
Wilgje 8
week 13
29
30
31
Week 14
!13
28
!14
April
ZO
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
1
2
3
4
Paasviering
Goede vrijdag (vrij)
9
10
11
16
17
18
hulpproject
week 14
5 week 15
6
1e
2e
12
13
7
Kinderkunst week (t/m 19 april)
14
week 16
19
8
15 Wilgje 9
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
1
2
Week 18
Meivakantie
Meivakantie
Meivakantie
Meivakantie
Meivakantie
Week 17
!15
!16
MEI
ZO
MA
DI
WO
DO
VR
ZA
3
4
5
6
7
8
9
week 19 Meivakantie
Meivakantie
Meivakantie
Meivakantie
Meivakantie
10
12
13
14
15
Hemelvaart (vrij)
Alle kinderen vrij
hulpproject
11
week 20 Marja van Elzelingen jarig
17
18
16
Marja Geerse jarig
19
20
21
22
23
28
29
30
Wilgje 10
week 21
Ina jarig
24
25
week 22
2e
26
27
1e
Pinksteren
!17
JUNI
ZO
MA
hulpproject
31mei 1 week 23 Avond 4
DI
WO
DO
VR
ZA
2
3
4
5
6
Lia jarig
daagse
Avond 4 daagse
Avond 4 daagse
Avond 4 daagse
7
8
9
10
11
12
13
16
17
18
19
20
week 24 Henny jarig
14
15
week 25
Wilgje 11 Karin jarig
21
22
23
24
25 Studiedag gr. 1 t/m 4
Week 26
28
29
30
Week 27 Spreekuur 4
!18
26
27
JULI
ZO
MA
hulpproject
DI
WO
DO
VR
ZA
1
2
3
4
Studiedag Gr. 1 t/m 4! hele dag vrij
Annette jarig
10
11
17
18
25
week 27
5
6
week 28
12
13
7
8
9
Wilgje 12 (groepsindeling)
Schoolfeest
Kennismaking nieuwe groepen
14
15
16
week 29 Afscheid groep 8
19
20
2e
21
22
23
24
28
29
30
31
week 30 Zomervakantie
26
27
Week 31
!19
!20
Augustus
ZO
MA
hulpproject
DI
WO
DO
VR
ZA 1
Week 31
2
3
4
5
6
8
Gwenny jarig
week 32
9
7
10
11
12
13
14
15
17
18
19
20
21
22
27
28
29
week 33
16 week 34
Marit jarig
23
24
25
26
week 35 Addy jarig
!21
1e schooldag cursus 2015 - 2016: 31 augustus
!22
Een woord vooraf Voor u ligt de schoolgids van een van de scholen van de Stichting Onze Wijs. Met deze schoolgids willen wij u informeren over allerlei zaken die met onze scholen te maken hebben. Deze schoolgids bestaat uit twee delen: • Een deel namens de Stichting Onze Wijs • Een deel namens de Een schoolspecifiek deel voor Wilgenhof (vanaf pagina 25) Waarom een schoolgids voor ouders? Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft aangegeven dat ouders recht hebben op informatie en stelt het uitgeven van een schoolgids voor iedere school verplicht. Bij deze informatie gaat het niet alleen om de belangrijke adressen of schooltijden, maar ook om welke uitgangspunten en doelstellingen de school hanteert, welke organisatie binnen de school daar uitvoering aan moet geven, hoe de resultaten van leerlingen worden vastgesteld en met ouders worden besproken en vooral hoe de school reageert op de resultaten van de leerlingen en welke hulp geboden kan worden als extra zorg noodzakelijk blijkt te zijn. Misschien dat deze schoolgids uw eerste kennismaking met de school wordt; misschien zit uw kind al op een van de scholen van de Stichting Onze Wijs. In alle gevallen hopen wij dat deze gids u die informatie geeft die u wenst. Mocht u vragen hebben kunt u terecht bij de directeur van Wilgenhof.
Procedure schoolgids.
Bij de samenstelling van de schoolgids door het team van elke Stichting Onze Wijs school zijn de aandachtspunten van de inspectie in acht genomen. Na de samenstelling is de schoolgids aan de medezeggenschapsraad van de school voorgelegd. De medezeggenschapsraad heeft instemmingbevoegdheid bij de vaststelling van de schoolgids. Tot slot heeft het bestuur de schoolgids vastgesteld en naar de inspectie verzonden ter goedkeuring. Ouders/verzorgers die hun kind willen laten inschrijven, ontvangen de schoolgids tijdens het oriëntatiegesprek. De overige ouders ontvangen de schoolgids vlak voor of direct na de zomervakantie.
!23
Schoolgids Onze Wijs scholen Missie, visie grondslag en doelstelling van Onze Wijs
De Stichting PC/RK Primair onderwijs Middelburg/Vlissingen, kortweg Onze Wijs, heeft statuten opgesteld waaruit blijkt welke missie, visie en doelen worden nagestreefd en vanuit welke uitgangspunten de werkzaamheden worden verricht. Op de volgende pagina volgen enkele belangrijke artikelen uit de statuten.
Missie
De Stichting heeft als missie om kinderen van 0 t/m 14 jaar op Walcheren vanuit de Christelijke identiteit een vlechtwerk van eigentijds onderwijs, opvang en educatie te bieden zodat zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke burgers.
Visie
Onze visie geeft antwoord op de vraag Wat is onze collectieve ambitie? Onze collectieve ambitie richt zich op de verschillende aspecten van onze organisatie, te onderscheiden naar de actoren (leerlingen, leraren, belanghebbenden [ouders, ketenpartners, gemeente, e.a.) en de factoren (resultaten, onderwijsinhoud, organisatie en middelen). We belichten ze hieronder. Onderwijskundige dimensie
Binnen onze stichting realiseren wij een professionele cultuur. Wij denken vanuit kansen. Vertrouwen, verantwoordelijkheid en verbeeldingskracht zijn daarbij het uitgangspunt om te komen tot een lerende organisatie.
Dit houdt o.a. in: • Professionele autonomie; • Investeren in mensen; • Situationeel leiderschap; • Kwalitatief en resultaatgericht verantwoorden; • Heldere managementstructuur; • Toekomstgericht denken; • Betrekken van belanghebbenden bij het onderwijs. Pedagogische dimensie
Onze scholen investeren in een goed pedagogisch klimaat op basis van christelijke waarden en normen waarin kinderen zich veilig en geborgen voelen, met als doel kinderen op te voeden tot zelfstandige en verantwoordelijke burgers.
We doen dit o.a. door: • Duidelijke schoolafspraken en leefregels; • De inzet van de methode sociaal-emotionele ontwikkeling met bijbehorend leerlingvolgsysteem; • Open communicatie op basis van vertrouwen; • Aan te sluiten bij de talenten van kinderen; • Ouders te betrekken bij het onderwijs aan hun kind(eren); • Te investeren in een goede relatie met kinderen zodat hun competentie en autonomie groeit.
!24
Levensbeschouwelijke dimensie
Onze scholen denken en werken vanuit christelijke waarden en normen gebaseerd op de Bijbel. Daarbij leren onze kinderen respect te hebben voor de wereld om hen heen, zorg te hebben voor anderen en zichzelf en bekend te worden met de Bijbelverhalen.
Belangrijke waarden en normen zijn: • Respect; • Saamhorigheid; • Duurzaamheid; • Eerlijkheid; • Openheid. Maatschappelijke dimensie
Onze scholen positioneren zich midden in de gemeenschap vanuit de verantwoordelijkheid die zij voelen voor de samenleving met het oog op de harmonische ontwikkeling van kinderen. Het ‘leit’-motief van onze scholen is dan ook proactief ondernemen.
Dit houdt o.a. in: • Openstaan voor andere schooltijden; • Zorgdragen voor professionele tussen- en naschoolse opvang; • Samenwerken binnen Integrale Kindcentra; • De school positioneren als ‘hart van de wijk’; • Een voorbeeldfunctie in sociale betrokkenheid.
Grondslag
De stichting aanvaardt als richtsnoer voor haar handelen de Bijbel als Gods Woord naar het belijden van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Zij zoekt vooral naar wat mensen uit verschillende geloofsovertuigingen verbindt en niet wat hen verdeeld houdt.
Doel
De stichting stelt zich ten doel het geven van kwalitatief goed onderwijs in door de overheid bekostigde scholen voor Christelijk Primair Onderwijs in de gemeenten Middelburg en Vlissingen. De scholen dragen een protestants christelijk of protestants-christelijk/roomskatholiek karakter. Het doel kan ook worden vormgegeven door de instandhouding van scholen in samenwerking met andere denominaties. Het christelijk karakter krijgt vorm op de scholen van de stichting in de omgang met kinderen, de ouders en de leerkrachten met elkaar als collega. De stichting bevordert dat op de scholen die zij bestuurt, aan de kinderen wordt onderwezen vanuit de normen en waarden die de Bijbel ons aanreikt. Dit gebeurt in een klimaat waar de opvoeding tot naastenliefde en het elkaar respecteren centraal staan. Hoe dat vorm en inhoud krijgt en in de praktijk zichtbaar wordt, is een zaak van iedere school afzonderlijk. De meer specifieke, de denominatieve identiteit bepalende kenmerken, worden binnen de hierboven aangegeven kaders beschreven in het eigen schoolconcept, in samenhang met de pedagogische en didactische uitgangspunten.
!25
Bestuur en Directieoverleg van ONZE WIJS Het bestuur van de Stichting telt één lid, de heer Thomas Landman (verder bestuurder). De bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht – vier leden en een voorzitter - vergadert vier keer per jaar in het bijzijn van de bestuurder. De bestuurder neemt op uitnodiging deel aan de vergaderingen van de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Het directieoverleg (DO) bestaat uit de tien directeuren van de basisscholen van Onze Wijs en komt maandelijks bij elkaar. In dit overleg wordt het beleid van de Stichting ontwikkeld. De bestuurder zit het DO voor. Naast de bestuurder hebben onderstaande personen zitting in het Directieoverleg:
School
Website
Directeur
Acaciahof
www.acaciahof-onzewijs.nl
Jeanette van Loo
De Aventurijn
www.kindcentrumgriffioen.nl
Kirstie van der Heide-Güthe
De Burcht-Rietheim
www.burchtrietheim-onzewijs.nl
Nelly van de Velde
Cypressenhof
www.cypressenhof-onzewijs.nl
PietJan Reijnierse
Het Kompas
www.hetkompas-onzewijs.nl
Joost Luteijn
Louise de Colignyschool
www.louisedecolignyschool-onzewijs.nl
Pieter Kempe
Oleanderhof
www.oleanderhof-onzewijs.nl
Heleen van Boven-van de Wel
Palmenhof
www.palmenhof-onzewijs.nl
Gwenny Rijkse-Dirven
Het Vlot/Ichtusschool
www.hetvlotichtus-onzewijs.nl
Sam Gideonse
Wilgenhof
www.wilgenhof-onzewijs.nl
Gwenny Rijkse-Dirven
De Wissel
www.dewissel-onzewijs.nl
Lizo Koppejan
!26
Toelating van leerlingen Toelatingsvoorwaarde leerlingen.
De ouders/verzorgers van leerlingen dienen persoonlijk in te stemmen met de grondslag en doelstelling van de school dan wel te verklaren deze beide te respecteren. Als een kind drie jaar en tien maanden is, mag het op school komen kennismaken. (Dit is de wettelijke regel). In overleg met de betreffende leerkracht mag dat maximaal vijf keer. Zodra een kind vier jaar is, mag het elke dag naar school. Nadat ouders/verzorgers blijk hebben gegeven belangstelling te tonen voor onze school worden uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek mogen de ouders een kijkje nemen in de school, de sfeer proeven en ontvangen zij de volgende informatie: Schriftelijk:
- de schoolgids - één van de laatste publicaties
Mondeling:
- wat we verstaan onder christelijk onderwijs - onderwijskundige zaken * groepsindeling * methodes * onderwijstijden etc. - contacten ouders / school - informatie over de Stichting Onze Wijs
De directeur van de school ontvangt globale informatie over de aanstaande leerling. Tijdens het gesprek gaat het er voor de directeur vooral om met wat voor aanstaande leerling hij te maken heeft. Er wordt onderscheid gemaakt in vijf categorieën: 1. Een broer of zus van een al ingeschreven leerling 2. Het oudste kind uit een gezin dat voor het eerst de basisschool gaat bezoeken 3. Een leerling die door verhuizing binnen de wijk is komen wonen 4. Een leerling die niet verhuist, al een andere school bezoekt en overgeplaatst wil of moet worden 5. Een leerling die teruggeplaatst wordt van een school voor speciaal onderwijs Bij de leerling uit de categorieën 1 en 2 wordt de informatie met de ouders verder uitgediept en wordt het aanmeldingsformulier doorgenomen. Bij twijfel kan er, met goedkeuring van de ouders, nog extra informatie bij derden ingewonnen worden (hulpinstanties, Medisch Kinderdagverblijf, etc.). Bij een leerling uit categorie 3 wordt, naast bovenstaande, ook contact gelegd met de vorige school. Bij een leerling uit categorie 4 wordt direct na het informatiegesprek contact gelegd met de directeur van de school die de leerling wil verlaten. Pas als dat een bevredigend antwoord oplevert kan het intakegesprek plaatsvinden. Bij een leerling uit categorie 5 zal de nodige voorzichtigheid in acht genomen worden en zal het schoolteam zich de volgende vragen moeten stellen: a. Is ons onderwijs de juiste vorm voor deze leerling? b. Hoe vangt het team, maar ook de groep de leerling op? c. Wat vinden wij van de argumentatie van de ouders? Een afwijzing is geen zaak van de directeur; hier dient het bevoegd gezag over te beslissen. De directeur verschaft het bestuur (c.q. de verenigingsdirecteur) in een afwijzing dan ook de nodige informatie, zodat een weloverwogen besluit genomen kan worden. !27
Bij een afwijzing worden de ouders schriftelijk op de hoogte gesteld: ▪ de reden van de afwijzing wordt vermeld ▪ in de brief wordt tevens vermeld hoe de ouders bezwaar kunnen aantekenen.
!28
Schorsing en verwijdering van leerlingen Schorsing van leerlingen wordt in het onderwijs gelukkig zelden toegepast. De Wet op het Basisonderwijs geeft geen bijzondere voorschriften met betrekking tot schorsing. Schorsing kan gezien worden als een tijdelijke verwijdering. Een leerling kan van school verwijderd worden nadat het bevoegd gezag er voor zorg gedragen heeft dat een andere school bereid is het kind op te nemen. Alleen indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een andere school voor basis- of speciaal onderwijs, kan tot definitieve verwijdering worden overgegaan. De procedure is als volgt: ▪ Van een beslissing tot het verwijderen van een leerling worden de ouders/verzorgers schriftelijk op de hoogte gesteld, met vermelding van reden. ▪ Tevens worden de ouders/verzorgers ervan op de hoogte gesteld binnen welke tijd en bij wie er bezwaar kan worden gemaakt. ▪ Het bevoegd gezag dient, de ouders gehoord hebbende, binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift te reageren. Redenen tot verwijdering kunnen zijn: a. Voortdurend storend en/of agressief gedrag, waardoor de voortgang van het onderwijs wordt verstoord. b. De leerling vergt een onevenredig deel van de schoolorganisatie, waarbij niet of nauwelijks doelen worden bereikt. c. Bedreigend of agressief gedrag van de ouders/verzorgers van de leerling, waarbij herhaling niet is uitgesloten en waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel en/of de leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. d. De ouders weigeren een PCL-beschikking (= verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs) te volgen.
!29
Schoolverzuim 1. Ziek…., tandarts…., logopedist….
Als uw kind om welke reden dan ook niet (op tijd) naar school kan komen, ontvangen wij graag een berichtje. Dit kan ook in het belang van uw kind zijn! Horen wij niets, dan bellen wij u op. Wilt u verzoeken voor extra verzuim, bezoekjes aan specialisten onder schooltijd, zowel in het belang van uw kind als van de groep, zoveel mogelijk beperken?
2.
Vakantieverlof.
Een verzoek voor vakantieverlof dient minimaal acht weken tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Vakantieverlof wordt alleen dan verleend, wanneer: wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, voogden of verzorgers het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties om op vakantie te gaan. (Een werkgeversverklaring dient te worden overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakantie mogelijk is.) Dit verlof mag: - hooguit één maal per jaar worden verleend - niet langer duren dan tien schooldagen - niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
3. Verlof in verband met gewichtige omstandigheden.
Extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor maximaal tien schooldagen dient vooraf of binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Onder gewichtige omstandigheden wordt verstaan: omstandigheden die buiten de wil van de leerling of ouders/verzorgers zijn gelegen. Enige voorbeelden van gewichtige omstandigheden zijn: a. het voldoen aan een wettelijke verplichting, voorzover die niet buiten de lesuren kan plaatsvinden. b. verhuizing (ten hoogste één dag) c. het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (ten hoogste twee dagen) d. ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (duur in overleg met de directeur) e. overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad (ten hoogste vier dagen); van bloed- of aanverwanten in de tweede graad (ten hoogste twee dagen); van bloed- of aanverwanten in de derde graad (ten hoogste één dag) f. bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12 ½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders en grootouders (één dag) g. andere, naar het oordeel van de directeur, belangrijke redenen. N.B. Extra vakantie wordt niet als gewichtige omstandigheid aangemerkt.
!30
4.Meer dan tien dagen verlof per jaar in verband met gewichtige omstandigheden. Een verzoek om extra verlof ingeval van gewichtige omstandigheden voor meer dan tien schooldagen per schooljaar dient minimaal vier weken tevoren via de directeur bij de leerplichtambtenaar van de gemeente te worden ingediend.
Waarschuwing: De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen ouders, die zonder toestemming hun kind(eren) van school houden, kan proces-verbaal worden opgemaakt. Alle verzoeken in verband met extra verlof moeten schriftelijk bij de directeur ingediend worden. Formulieren hiervoor zijn op school verkrijgbaar.
Klachtenregeling Bij problemen met school van welke aard dan ook, kunt u contact opnemen met de betreffende leerkracht. Als u niet tevreden bent na afloop van dit gesprek, dan kunt u met de directeur praten. Ook de leerkracht kan een gesprek met de directeur aanvragen. Zo wordt het vertrouwen het minst geschaad. Als er tijdens deze gesprekken afspraken worden gemaakt, dan kijken we binnen drie weken of die afspraken zijn nagekomen. Klacht Als uw probleem niet is opgelost na gesprekken, kunt u een klacht indienen. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over begeleiding van uw kind, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van uw kind, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, ongewenste intimiteiten, discriminerend gedrag, agressie, geweld of pesten. U kunt een klacht rechtstreeks of via een vertrouwenspersoon indienen. De vertrouwenspersoon kan goed inschatten of de gebeurtenis het karakter heeft van een klacht of dat er iets anders aan de hand is. De vertrouwenspersoon zal eerst kijken of er door bemiddeling nog een oplossing kan worden bereikt. Is dat niet zo, dan kan de vertrouwenspersoon u begeleiden bij de verdere procedure, als u dat wenst. Vertrouwenspersoon Op elke locatie is er tenminste één vertrouwenspersoon. U vindt naam en telefoonnummer van de vertrouwenspersoon van de school van uw kind bij de adressen. Een vertrouwenspersoon is er voor al uw vragen over school en de beleefwereld van uw kind en uzelf. Vragen waarmee u misschien niet gemakkelijk naar de leerkracht of de directeur gaat. De vertrouwenspersoon zal uw verhaal horen en u zoveel mogelijk helpen. Als de hij of zij verwacht dat u erbij bent gebaat, zult u worden doorverwezen naar andere instanties die zijn gespecialiseerd in opvang en nazorg. Op onze school is er een aparte vertrouwenspersoon voor de kinderen. Bij deze leerkracht kunnen de leerlingen terecht met problemen die ze niet met hun eigen leerkracht kunnen of willen bespreken. De vertrouwenspersonen zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hen worden toevertrouwd, of die zij horen. Deze plicht vervalt niet nadat de zij de taak als vertrouwenspersoon hebben neergelegd. U kunt ervan op aan dat de vertrouwenspersonen altijd heel zorgvuldig zullen handelen.
!31
Vrijwillige ouderbijdrage De scholen van de Stichting Onze Wijs vragen van de ouders een jaarlijkse vrijwillige bijdrage. Deze bijdrage is vastgesteld op minimaal Є 20,00 per leerling. Over de wijze van betaling van de ouderbijdrage wordt u vanuit de school geïnformeerd. De ouderbijdragen worden gestort in het schoolfonds. Hieruit worden activiteiten bekostigd, die niet tot het gewone lesprogramma behoren en daarom niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden betaald. Het gaat daarbij om de volgende activiteiten: Schoolgebonden:
kerstviering andere vieringen ouderavonden sinterklaas presentjes voor vader- en moederdag laatste schooldag afscheidscadeau voor de leerlingen van groep 8 sporttoernooien etc.
Lesgebonden:
projecten specifieke handenarbeidlessen speciale biologielessen etc.
Culturele activiteiten: bezoek aan museum bezoek aan filmvoorstelling excursies Mocht u nadere informatie wensen over de besteding van de ouderbijdrage, dan kunt u altijd terecht bij leden van de medezeggenschapsraad van de school. In bovenstaande opsomming zijn niet genoemd het jaarlijkse schoolreisje of het schoolkamp van groep 8, evenmin het overblijven. Voor deze activiteiten wordt een aparte vergoeding gevraagd. Voor alle duidelijkheid nog het volgende: De ouderbijdrage is pertinent een vrijwillige bijdrage. Indien u deze niet betaalt, kan dat nooit betekenen dat uw kind wordt uitgesloten van delen van het wettelijk verplichte onderwijsprogramma. Bovenstaande regeling is gemaakt met instemming van de medezeggenschapsraad van de school. De boekhouding van het schoolfonds wordt regelmatig (tenminste één maal per jaar) gecontroleerd.
Verzekering
De kinderen zijn tegen ongevallen verzekerd. Deze verzekering loopt het hele schooljaar door, van een kwartier vóór schooltijd tot een kwartier na schooltijd. Deze verzekering moet gezien worden als een eventuele toevoeging aan de verzekering van de ouders. De verzekering geldt ook tijdens excursies en schoolreisjes.
!32
Sponsoring
De Onze Wijs scholen kennen tot op heden geen sponsoring. Wel zijn er incidenteel sponsoracties geweest. Sponsoring van scholen behoort tegenwoordig tot de mogelijkheden. Er zijn hiervoor bepaalde richtlijnen, welke vermeld staan in de schoolplannen van de Onze Wijs scholen. Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Vijftien organisaties, waarin de besturenorganisaties en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn vertegenwoordigd, hebben in 1997 een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. Onze school onderschrijft dit convenant. Dit ligt ter inzage op school. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/ of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsering moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. • Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. • Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en / of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwaliteitseisen van de school. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring.
!33
Wilgenhof Wij zijn een van de drie scholen voor basisonderwijs voor de in Middelburg-zuid gelegen wijk Dauwendaele - Mortiere. De andere scholen in de wijk zijn: de Vossenburch voor openbaar onderwijs en de Franciscusschool voor onderwijs op katholieke basis. De wijk kent verschillende vormen van woningbouw, variërend van sociale woningbouw tot luxe koopwoningen. Een diversiteit, die terug te vinden is in de samenstelling van de schoolbevolking. Onze school maakt deel uit van de Brede School Dauwendaele – Mortiere. Samen met de Vossenburch en de Franciscusschool geven wij vorm en inhoud aan de Brede School. Onze school is een van de 11 christelijke scholen van de Stichting Onze Wijs. Bij de fusiegolf rond 1995 is, voor de nieuw ontstane scholen, gezocht naar een betekenisvolle naamgeving. Voor de scholen die toen van de VCO ( Vereniging Christelijk Onderwijs) uitgingen is gekozen voor de combinatie “ bijbelse boomnaam + hof “. De boom verwijst naar Psalm 1:3: “Want hij is als een boom geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het loof niet verwelkt, al wat hij onderneemt gelukt”. Hof verwijst naar de “ Hof van Eden “, de Tuin waarin het verhaal van de mens begint. Daarbij komt het gegeven dat in veel talen de eerste fase in de schoolwereld vaak de naam draagt van “kindertuin”. In het Duits - Frans - Ivriet - Portugees wordt deze eerste fase aangeduid met Kindergarten Jardin d’enfants - Gan jeladiem - Jadim infantil. We streven ernaar om deze symboliek: “het spelende kind in een “tuin” vol mogelijkheden, waarin het zich kan ontwikkelen als een boom met stevige wortels, stam en kruin” zo goed mogelijk inhoud te geven. Wilgenhof wil een school zijn, waar mensen zich welkom weten en waar een ieder zich thuis voelt.
Schoolregels.
Op drie plekken in de school hangen de schoolregels. We hebben er vijf. Elke regel is een tak aan de wilg. Onze regels zijn: • Wij zorgen voor rust in onze school • Wij spelen en werken in een goede sfeer • Wij luisteren naar elkaar en proberen elkaar te begrijpen • Wij kijken naar elkaar om • Wij gaan zorgvuldig om met alle spullen en materialen.
!34
Waar de school voor staat Algemene uitgangspunten en doelstellingen. Het functioneren als christelijke school is gebaseerd op een levensbeschouwelijke en een onderwijskundige identiteit, gericht op kinderen, die in de leeftijdsperiode van 4 tot 12 jaar, als leerling aan onze zorg zijn toevertrouwd. Enerzijds willen we de kinderen voorbereiden op en op weg helpen naar een eigen persoonlijkheid, een eigen plaats, een eigen betekenis en een eigen overtuiging. Tegelijkertijd willen we de kinderen voldoende kansen geven om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen op sociaal-emotioneel, cognitief, zintuiglijk en motorisch, creatief en cultureel gebied; gericht op de verwerving van kennis, inzicht en vaardigheden, maar ook houdingen en geluk. De school is daarbij meer dan een leerinstituut; het is vooral ook een gemeenschap van mensen; van kinderen onderling, van kinderen en leerkrachten, van leerkrachten en ouders. Ieder heeft daarbinnen een eigen bijdrage. Voor ons betekent dit:
voor het kind - dat de mens, en dus ook het kind, uniek is; - dat de mens, en dus ook het kind, een geheel is van Hoofd (denken), Hart (voelen) en Handen (doen); - dat wij het eigene van ieder kind willen respecteren; - dat wij kinderen het gevoel van veiligheid willen geven; - dat het kind zichzelf mag zijn, maar in samenhang met de ander; - dat wij met kinderen om willen gaan op basis van gelijkwaardigheid; los van sekse, karakter, afkomst en capaciteiten.
voor de - dat wij van de ouders een actieve betrokkenheid verwachten bij de school en het onderwijs in het algemeen en hun schoolgaande kinderen in het bijzonder. - dat wij ouders mee laten denken en beslissen via de Medezeggenschapsraad. - dat wij de hulp van ouders (ondermeer via de ouderraad) voor de vele facetten van goed onderwijs onmisbaar achten.
voor het - dat we veelzijdig onderwijs willen geven, waarbinnen een groot aantal facetten van het kind aan bod komt; - dat we onderwijs willen geven, waarbinnen kinderen zelf actief zijn: meedenken, vragen stellen, onderzoeken, een eigen mening hebben; - dat wij het kind mogelijkheden geven om zich samen met anderen te ontwikkelen, van anderen te leren en elkaar te leren respecteren;
!35
- dat we met ons onderwijs zoveel mogelijk aansluiten bij kinderen, gebaseerd op de persoonlijke ontwikkeling en vordering van kinderen, maar ook de eigen persoonlijkheid en belevingswereld. Het kind neemt een centrale plaats in binnen het onderwijs; - dat we ons onderwijs zoveel mogelijk organiseren in een doorlopende lijn van 4 tot 12 jaar; - dat we in ons onderwijs een leerlingvolgsysteem hanteren (observatie, toetsing en registratie), om kinderen te kunnen volgen in hun ontwikkeling en vordering; - dat we extra zorg organiseren voor kinderen, die dat nodig hebben;
voor de - dat ons onderwijs, naast een christelijke identiteit, ook gebaseerd is op een onderwijskundige identiteit. - dat ons onderwijs probeert bij te dragen aan de ontwikkeling van de leerlingen met betrekking tot de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die in de Nederlandse samenleving bestaan. - dat we als leerkracht oog en oor willen hebben voor maatschappelijke gebeurtenissen en verhoudingen zoals: * het multicultureel zijn van de samenleving * veranderende rolpatronen * vraagstukken als vrede en vrijheid. dat wij doorgeven dat wij de Bijbel, Gods Woord, als wezenlijke hulp zien om tot verantwoorde keuzes te komen; dat wij het van belang vinden dat een kind wordt opgenomen in een leefgemeenschap, waarin dit merkbaar is; dat wij onze opvatting willen plaatsen naast andere geestelijke stromingen. dat wij het kind vertrouwd willen maken met onze multiculturele samenleving; dat wij ervan uit gaan dat de aarde van alle mensen is en wij die met en voor elkaar moeten onderhouden;
doelen - dat onze leer- en einddoelen gebaseerd zijn op de bij de wet vastgestelde ‘Kerndoelen’ voor alle Leer- en Vormingsgebieden. Kerndoelen die bedoeld zijn om richting te geven aan de inhoud en de na te streven leer- en einddoelen van het onderwijs op alle basisscholen; - dat we ons onderwijs baseren op doelen, die haalbaar zijn op grond van de capaciteiten en mogelijkheden van kinderen individueel en in het algemeen; - dat we onze doelen, waar mogelijk en zinvol, toetsen aan bepaalde standaards, resulterend in een individueel leerlingvolgsysteem, dat ons in staat stelt steeds te weten wat de kinderen kunnen en waar ze zich bevinden op de be-doel-de route door de hele basisschool. - dat we er naar streven ons onderwijs af te stemmen op de verwachtingen van de verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs; - dat we voortdurend op weg zijn om bestaande doelen te herzien, aan te passen of nieuwe doelen te formuleren.
!36
De organisatie van het onderwijs Het gebouw.
De Wilgenhof heeft 10 lokalen, twee gemeenschapsruimtes: de kleuterhal en de aula. Daarnaast zijn er diverse andere ruimtes, zoals kleutergymzaal, zorgruimte, kamer directeur, personeelskamer en keuken. Rond het gebouw bevinden zich twee schoolpleinen (het “grote” plein en het kleuterplein); op beide pleinen bevinden zich een aantal speelvoorzieningen.
De groepen.
Gezien het gemiddeld aantal kinderen - tussen de 180 en 210 - kunnen er 8 groepen worden gevormd. De groepen zijn ingedeeld in jaargroepen, met uitzondering van de twee groepen 1/2. De groepen 1/2 zijn “basisgroepen”, waarin kinderen hun “schoolloopbaan” beginnen en waarin de basis wordt gelegd voor groep 3 en verder. Uiteraard zijn kinderen verschillend; zeker in de leeftijd van 4 tot 6 jaar, zodat zij er niet allemaal op hetzelfde moment aan toe zijn om “verder” te kunnen. Voor bijvoorbeeld het leesonderwijs is het mogelijk kinderen al in groep 2 te laten beginnen; maar voor bijv. rekenen/wiskunde kan dit niet. In dat geval krijgen kinderen andere extra activiteiten. Na groep 1/2 wordt er gewerkt in jaargroepen 3, 4, 5, 6, 7 en 8. Bij het samenstellen van gecombineerde groepen wordt gelet op meerdere criteria: leeftijd, sociale contacten, ontwikkeling, vordering, broers/zussen, karakter van de groep. In groep 2 wordt bij alle kinderen een groep-3-rijpheidsonderzoek afgenomen. Kinderen, die volgens dit onderzoek nog onvoldoende schoolrijp zijn, blijven nog een jaar in groep 2. Wat de groepsleerkrachten betreft, wordt er naar gestreefd niet meer dan twee verschillende leerkrachten aan één groep te koppelen en zo mogelijk ook vaste invalkrachten te benaderen wanneer dat nodig is. Wanneer kinderen apart zorg krijgen van een remedial teacher, gebeurt dit in overleg met ouders.
!37
De inhoud.
Het onderwijs wordt inhoudelijk op verschillende manieren bepaald, zoals: * de jaarlijkse thema’s (vanuit bijv. wereldverkenning/natuuronderwijs, godsdienstige vorming, intercultureel onderwijs, kinderboekenweek, kinderkunstweek, speciale feesten). * de inhoud van de gebruikte bronnenboeken en methodes. * de in het schoolplan beschreven inhouden. * de eigen inhoudelijke inbreng van de leerkrachten. Door middel van de activiteitenplannen (weekrooster en jaarplanning) wordt ervoor gezorgd dat alle vakken en activiteiten evenredig en in een bepaald ritme aan de orde komen.
De organisatie. Het onderwijs wordt op verschillende manieren georganiseerd: * activiteiten voor de hele groep, voor kleine groepjes of individuele kinderen op eigen niveau. * activiteiten waarbij kinderen op eigen niveau aan het werk zijn of activiteiten, waarbij kinderen samenwerken los van niveauverschillen. * activiteiten bedoeld om iets te “leren” en activiteiten bedoeld om jezelf uit te drukken in woord, gebaar, tekening, toneel. * activiteiten om samen iets te organiseren of voor te bereiden (voor bijv. een aulafeest of gezamenlijke viering). En vervolgens natuurlijk ook kijken en luisteren naar wat anderen hebben gedaan en gemaakt. * leer- activiteiten en spel-activiteiten. * activiteiten waarbij iedereen hard aan het werk is en activiteiten om je te kunnen ontspannen. De aard, inhoud, organisatie en verdeling in de diverse leeftijdsgroepen is vanzelfsprekend verschillend: * in de groepen 1 en 2 ligt het accent op ontwikkelingsbevorderende activiteiten, die veelal in vrijere, meer speelse leer- en spelsituaties en meer heterogeen (verschillende activi-teiten/ groepjes/niveaus op hetzelfde moment) worden georganiseerd. * in de groepen 3 en 4 ligt het accent op de aanvankelijke leerprocessen. * in de groepen 5, 6 en 7 ligt het accent op de voortgezette leer-processen. Het vakkenpakket wordt verder uitgebreid. Het onderwijs is in toenemende mate gebonden aan leermethodes en wordt meer homogeen georganiseerd; d.w.z. dezelfde activiteiten voor de hele groep. * in groep 8 (de eindgroep) is de organisatie vergelijkbaar met die van de middenbouw. Hier verandert vooral de inhoud van het onderwijs. Het accent ligt op de afronding van leer- en ontwikkelingslijnen en de voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
De differentiatie.
Ook is het onderwijs zo georganiseerd, dat er rekening kan worden gehouden met de overeenkomsten en verschillen tussen kinderen: * spelen/werken/leren op aangepast niveau, al of niet samen met andere kinderen. * basisactiviteiten voor de hele groep, met herhalingsactiviteiten voor de kinderen die extra hulp nodig hebben en verrijkingsactiviteiten voor de kinderen die de stof snel en goed verwerken. Met ingang van het cursusjaar 2012-2013 zijn we gaan werken voor rekenen en wiskunde met groepsplannen. Hierin wordt beschreven het aanbod en de doelen voor: ▪ een basisgroep ▪ een groep die extra uitleg en begeleiding krijgt ▪ een groep die extra verdieping en verrijking krijgt Twee keer per jaar kijken we aan de hand van onze observaties en toetsen in welke groep uw kind het beste kan leren. In dit schooljaar breiden we het werken met groepsplannen uit. Aan de hand van een leerlingvolgsysteem worden alle kinderen op een groot aantal aspecten “gevolgd”. Observatie- en toetsgegevens worden geregistreerd en gebruikt bij de verdere planning van het onderwijs. !38
Ook gaan die gegevens mee naar de volgende leerkracht, zodat de doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 zo goed mogelijk wordt gegarandeerd.
Het schoolteam.
Het team bestaat uit de directeur (voornamelijk managementtaken), ICT-leerkracht, teamleider onderbouw/bovenbouw, intern begeleider, remedial teacher, orthopedagoog en groepsleerkrachten. Een overzicht van namen/functies bevindt zich elders in de schoolgids. Wat de teamleden betreft wordt geprobeerd de verschillende schooltaken evenredig te verdelen en daarbij te letten op specifieke kwaliteiten. Op teamniveau zijn er diverse overlegmomenten: * 1 x per maand teamvergadering (zaken van algemeen schoolbelang). * 1 x per maand subteamvergadering (subteam onderbouw en subteam bovenbouw). * wekelijks overleg tussen leerkrachten die samen verantwoordelijk zijn voor een groep. * voor allerlei veranderingsactiviteiten op onderwijsgebied zijn er taakgroepen in het leven geroepen, die zich daar op richten. * daarnaast vinden er enkele keren per jaar studiedagen plaats, waarop er met het hele team of een subteam veranderingsactiviteiten worden uitgevoerd en uitgewerkt. Op deze dagen of dagdelen zijn de kinderen vrij.
!39
De zorg voor kinderen De zorg in het algemeen.
De school is verdeeld in onderbouw en bovenbouw, vanwege de specifieke zorg voor kinderen in verschillende leeftijdsgroepen. Naast de inzet van de eigen leerkracht(-en) zijn er een aantal extra voorzieningen, om hen te ondersteunen en de kwaliteit van de zorg voor de kinderen zo groot mogelijk te maken: 1. voor zowel onder- als bovenbouw is er een teamleider, die het onderwijsproces coördineert en er via o.a. subteamvergadering en werkoverleg voor zorgt dat de organisatie en de inhoud van het onderwijs binnen de groepen op elkaar aansluit. Via de stafvergadering vindt overleg plaats tussen de beide teamleiders. 2. het grootste deel van de resterende onderwijstijd wordt ingezet voor de remedial teacher die ondersteuning geeft aan kinderen met extra onderwijsbehoeften. 3. Om er voor te zorgen, dat het onderwijs “op peil” blijft, worden er jaarlijks: a. onderdelen van het onderwijs bekeken, besproken en aangepast. De staf leidt dit proces via de personeelsvergadering, de subteamvergaderingen of aparte taakgroepen. b. twee voortgangsbesprekingen gehouden met groepsleerkrachten. Omdat de groepsgrootte een belangrijke rol speelt bij de kwaliteit van het onderwijs, hanteren we een maximum van 32 kinderen in de groepen 1/2. Zodra die grens bereikt wordt, worden er maatregelen genomen, zoals een leerlingenstop. Voor de groepen 3 t/m 8 kan er, gelet op het aantal leerlingen en de samenstelling van de groep, een grens gesteld worden aan het aantal kinderen in een groep.
Rapportage.
Er zijn drie vormen van schriftelijke rapportage over de kinderen: 1. Het individueel leerlingdossier wordt aangelegd om de leerlingen goed te kunnen volgen. Het bevat naast algemene gegevens, verslagen van gesprekken, observatie-, test- en vorderingsgegevens. Dit wordt uitsluitend gebruikt door de eigen leerkracht en jaarlijks doorgegeven aan de volgende groepsleerkracht. 2. Het rapport voor kinderen in groep 3 t/m 8. Dit rapport gaat 2x per jaar met de kinderen mee en bevat gegevens over de vordering van de kinderen. 3. Het onderwijskundig rapport wordt aan de ouders meegegeven van kinderen, die verhuizen naar een andere school. Het bevat informatie over het onderwijs en de vorderingen van het kind.
Een veilige school.
Het is zeer belangrijk dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Voor de ontwikkeling van de kinderen is het voorwaardelijk dat het kind zich veilig weet. De veiligheid bestaat uit twee componenten: 1. De fysieke veiligheid 2. De sociaal - emotionele veiligheid Om de veiligheid in kaart te brengen gebruiken we verschillende instrumenten: • Vragenlijsten sociale veiligheid voor leerlingen, leraren en ouders ( eens per 2 jaar) • Jeugdmonitor Scoop (eens per 3 jaar) • Risico inventarisatie in het kader van ARBO beleid (eens per vier jaar) • ZIEN, leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling (jaarlijks) De hieruit verkregen gegevens worden gebruikt voor het waarborgen en of verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs m.b.t. de veiligheid van alle betrokkenen. Om de veiligheid van de leerlingen te optimaliseren werken we met: • Goed pedagogisch klimaat in elke groep • Schoolregels en regels per groep • Verantwoord gebruik van internet en mobiele telefoons !40
• Pestprotocol • Ontruimingsoefeningen Een actieve rol in het verwerven van een optimaal gevoel van welzijn kan vervuld worden door de vertrouwenspersonen / schoolmaatschappelijk werkster.
Hoogbegaafdheid De elf scholen van Onze Wijs gaan voor passend onderwijs voor elk kind en werken we volgens de principes van het Handelings-Gericht Werken (HGW). HGW gaat uit van de onderwijsbehoeften van een leerling dus ook wanneer een leerling meer aan kan, zal de leerkracht daar aandacht aan besteden. In de volksmond worden deze kinderen begaafd of hoogbegaafd genoemd. Iedere school heeft er wel een aantal. Het is niet altijd gemakkelijk om een (hoog)begaafde leerling te signaleren. Een signaleringsinstrument kan hierbij helpen. De scholen van Onze Wijs beschikken (binnenkort) allemaal over een adequaat signaleringsinstrument. Binnen de schoolmuren wordt geprobeerd een uitdagend programma te bieden, zodat de leerling zich verder kan ontwikkelen op zijn/haar niveau. Dat kan in de vorm van een plusklas zijn of binnen de jaargroep waar het kind in zit. Iedere school zoekt daarbij naar een vorm die past bij de situatie van die school. In de schoolgids van iedere school staat omschreven hoe met (hoog)begaafde kinderen wordt omgegaan. Op onze school willen we dat er voor de verschillende typen (hoog)begaafde leerlingen in onderwijsinhoudelijk en pedagogisch-didactisch opzicht een passend en gestructureerd onderwijsaanbod wordt gerealiseerd. Wanneer we merken dat ons aanbod niet voldoende is voor een kind, kunnen we binnen HGPD beter uitzoeken waardoor dat komt en meer afstemmen op het individuele kind. Om kinderen beter te kunnen signaleren nemen we de SIDI elk jaar in oktober af bij alle kinderen: Stappenplan Intake gesprek bij binnenkomst FASE 1 SIGNALERING Signaleringsinstrument SiDi (Jaarlijkse afname) Of op basis van gedrag, schoolprestaties, methodetoetsen, methode onafhankelijke toetsen, Zien!, indruk van ouders en de indruk van de leerkracht.
(Leerling)bespreking met de IB-er
Gesprek met ouders
Plan opstellen gericht op: • Cognitieve ontwikkeling (compacten en verrijken) • Sociaal emotionele ontwikkeling (aansluiting bij andere kinderen, gevoel van eigen waarde, omgaan met falen e.d.)
!41
FASE 2 PLANMATIGE HULP
Gesprek met het kind
Handelingsgerichte procesdiagnostiek • Veranderingsgerichte hypothesen en /of • Psychodiagnostisch onderzoek
FASE 3 DIAGNOSTICERING
Versnellen, compacten en verrijken: Versnellen, compacten en verrijken is: toepasbaar bij één of meerdere vakken (afhankelijk van de ontwikkeling van de leerling) in te zetten bij de vakken rekenen, taal, spelling, begrijpend lezen en wereldoriëntatie. Stappen die genomen kunnen worden bij versnellen, compacten en verrijken: • kortere instructie door de groepsleerkracht, waardoor er eerder gestart kan worden met de taak en er meer tijd is voor extra werk na de klassikale opdracht; • inperken van de oefenstof van het programma, meer tijd en ruimte creëren voor de extra opdrachten; • oefenstof basisvaardigheden nog mondjesmaat aanbieden, vrijkomende ruimte ook voor werk buiten het onderwerp van de les of het vakgebied aanbieden (compacten en verrijken). • Voortoetsen en doortoetsen.
1.Versnellen
Onder versnellen verstaan we het versneld doorlopen van de reguliere leerstof. Versnellen kan op drie manieren: • Versnelling binnen de eigen groep: de leerling doorloopt versneld de leerstof van de eigen groep. • Versneld doorlopen van leerstof uit hogere jaargroepen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden per vak. • Versneld doorstromen naar een hogere groep. Versnellen heeft niet onze voorkeur. Liever bieden we de leerling voldoende uitdaging binnen de eigen groep door te compacten en te verrijken (zie hieronder). Per leerling zal in overleg met de IB-er worden beoordeeld óf en zo ja, welke vorm van versnelling wenselijk is. Hierbij kan onderscheid naar vak gemaakt worden: zo leent een vak als rekenen zich beter voor versnellen (ook groepsoverstijgend), dan bijvoorbeeld wereldoriëntatie, omdat een sterke rekenvaardigheid toepassingsmogelijkheden biedt voor andere vakken, die in de hoogste groepen extra aangeboden kunnen worden. Een vak als wereldoriëntatie leent zich daarentegen beter voor verrijking. Mocht het versneld doorstromen naar een hogere groep toch wenselijk zijn dan het liefst zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan.
2.Compacten (Hoog)begaafde leerlingen hebben minder oefening nodig om zich de stof eigen te maken. Daarom kan de hoeveelheid oefenstof worden beperkt of soms worden overgeslagen. Bij de Onze Wijs verstaan we onder compacten: • • • •
per keer minder regulier werk en de leerling vervolgens aanvullende of nieuwe leerstof geven. Leerlingen doen wel mee met de introductie van nieuwe elementen in de leerstof, Minder oefenstof Nauwelijks of geen herhalingsstof
!42
Er zijn dan ook onderdelen die overgeslagen kunnen worden. De tijd die vrij komt wordt besteed aan verrijkingsmateriaal. Ook dit wordt opgenomen in de weektaak, ook wanneer er instructie is over het verrijkingsmateriaal zowel inhoudelijk als gericht op vaardigheden
3.Verrijken
(Hoog)begaafde leerlingen werken sneller en/of volstaan met minder oefenstof. In de daarmee gewonnen tijd hebben ze extra stof nodig, die voldoende uitdaging biedt, zodat ze gemotiveerd blijven én ze leren te leren. Drie vormen van verrijking zijn: • verdieping: de reguliere stof wordt met opdrachten uitgebreid • verhoging: kennis en vaardigheden worden op een hoger abstractieniveau aangeboden • verbreding: aanbod van vakken die niet direct behoren tot het onderwijsaanbod.
Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften op onze school Soms kan het voorkomen dat een kind extra ondersteuning nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Deze ondersteuning kan zich richten op de cognitieve of de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind. De afgelopen jaren konden wij onze hulpvraag richten aan de REC’s en het samenwerkingsverband WSNS zodat we samen de juiste zorg konden bieden voor de leerlingen die aan onze zorg waren of werden toevertrouwd binnen de wettelijke kaders. Dit is nu anders geworden, vanaf nu maakt onze school deel uit van het Samenwerkingsverband Kind op 1. Vanaf 1 augustus 2014 gaat de Wet op Passend onderwijs in en werken schoolbesturen binnen het Samenwerkingsverband Kind op 1 samen om naar een passend onderwijsaanbod te zoeken voor alle kinderen in het primair onderwijs. Wat is het doel van het samenwerkingsverband Kind op 1 Met het Samenwerkingsverband zorgen wij gezamenlijk voor een passend onderwijsarrangement, afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerling. Er wordt gestreefd naar hoge opbrengsten voor elke leerling: er uit halen wat er in zit. Dit wordt gedaan door: preventieve onderwijsondersteuning zo dicht mogelijk bij huis, arrangeren op basis van onderwijsbehoeften, integraal denken en werken (één kind, één gezin, één plan). Van aanvraag tot start van het arrangement duren de procedures maximaal 8 schoolweken. Welke ondersteuning is mogelijk voor de scholen? Onze school heeft een Schoolondersteuningsprofiel. In het schoolondersteunings-profiel staat beschreven welke ondersteuning de school kan bieden. Dit kan het gesprek tussen school en ouders ondersteunen. Elke situatie is echter uniek en mogelijkheden veranderen, dus is een gesprek over de actuele situatie altijd nodig. Basisondersteuning De basisondersteuning is de ondersteuning die elke school die deel uit maakt van het samenwerkings-verband geacht wordt zelfstandig te bieden. Elke school werkt aan haar kwaliteit en stemt zo goed mogelijk af op de onderwijsbehoeften van haar leerlingen. Voor veruit !43
de meeste leerlingen is de basisondersteuning die wordt geboden in de reguliere basisscholen in de regio voldoende om de basisschool goed af te ronden. Waar mogelijk en nodig wordt de jeugdhulpverlening betrokken bij het basisaanbod. Extra ondersteuning Pas wanneer het voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerling de mogelijkheden van de school en binnen het bestuur overstijgt wordt een aanvraag voor extra ondersteuning gedaan via de trajectbegeleider van de school. De trajectbegeleider kijkt samen met de school en ouders welke ondersteuning er nodig is en welk arrangement hierbij past. Deze ondersteuning behoefte wordt als aanvraag voorgelegd bij het Loket van het Samenwerkingsverband. Binnen de geboden arrangementen wordt altijd eerst gestreefd naar voortzetten van het onderwijs op school. Voor situaties waarin, in de reguliere setting, ook met extra ondersteuning, niet aan de onderwijsbehoeften kan worden voldaan wordt bekeken of een tijdelijke of parttime plaatsing (binnen het huidige Speciaal Basisonderwijs en/of Speciaal Onderwijs) perspectief kan bieden. Procedure De school stelt, wanneer zij extra ondersteuning bij het samenwerkingsverband willen aanvragen een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op en moet dit voorleggen aan de ouders. Hiervoor krijgt de school hulp van een trajectbegeleider. Trajectbegeleider Voor iedere school wordt een trajectbegeleider aangewezen. De trajectbegeleider vanuit het Loket maakt een afspraak op de school. Er wordt gesproken met de leerling, de ouders en de leerkracht welke ondersteuning nodig is. Loket De trajectbegeleider neemt het aanvraagvoorstel mee naar het Loket of stuurt het in. In het Loket wordt het voorstel gewogen: ontstijgt de gevraagde ondersteuning inderdaad de afgesproken basisondersteuning? Vervolgens wordt een passend arrangement beschreven en afgesproken wie dat arrangement gaat uitvoeren. Het samenwerkingsverband verstrekt van elk advies een afschrift aan de ouders. In het Loket worden ook eventuele combinatie-arrangementen afgesproken: arrangementen waarin zowel een aanbod aan de (leerling op) school als aan het gezin wordt beschreven. Daarom zitten in het Loket naast onderwijsexperts ook deskundigen vanuit de jeugdhulp die zorgarrangementen kunnen opstarten. Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Mocht de basis ondersteuning en extra ondersteuning niet voldoende zijn en tijdelijke of gedeeltelijke plaatsing nodig is op het Speciaal basis onderwijs of speciaal onderwijs moet de TLV-commissie, bestaande uit een onafhankelijk orthopedagoog en de plaatsingscoördinator beoordelen of plaatsing noodzakelijk is. Zo ja, welke setting dan het meest passend lijkt. Deze beoordeling vindt zes weken na aanvraag plaats. Het samenwerkingsverband verstrekt van elk besluit een afschrift aan de ouders. Meer informatie kunt u vinden op: www.swvkindop1.nl
!44
Schoolmaatschappelijk werk.
Op de Wilgenhof en andere Middelburgse scholen is schoolmaatschappelijk werk beschikbaar. De schoolmaatschappelijk werkster is in dienst van het Algemeen Maatschappelijk Werk Walcheren (AMW). Dit betekent concreet dat de schoolmaat-schappelijk werkster regelmatig in de school aanwezig is. Zij voert overleg met de intern begeleider. De intern begeleider weet van elk kind welke aandachtspunten er zijn in de ontwikkeling. Sommige kinderen hebben behoefte aan extra ondersteuning bij het leren, anderen juist op sociaal-emotioneel gebied. In eerste instantie zal de school zelf het kind ondersteunen en begeleiden, maar soms overstijgt het de mogelijkheden van de school. Op dat moment zal de schoolmaatschappelijk werkster worden betrokken. In overleg wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn en wat voor dit kind de beste aanpak is. Wanneer er al hulpverlening ingeschakeld is kan de schoolmaatschappelijk werkster met die instantie(s) overleggen. Daarbij is het belangrijk dat de schoolmaatschappelijk werkster weet wat er aan de hand is. Hiervoor gaat zij in gesprek met de groepsleerkracht en u als ouder(s). Uw mening en informatie zijn erg belangrijk om een goede inschatting te kunnen maken van de situatie en aard van de problemen. Samen kijken we wat er gedaan zou moeten worden zodat een kind weer zelf verder kan en zich prettig voelt op school. En als het om mijn kind gaat? Kinderen worden begeleid door het schoolmaatschappelijk werk na aanmelding door de intern begeleider. Wanneer u als ouder zorgen heeft over bijvoorbeeld het gedrag of ontwikkeling van uw kind kunt u ook zelf een gesprek met de schoolmaatschappelijk werkster aanvragen. Dit is ook mogelijk wanneer er problemen in de thuissituatie spelen die van invloed zijn op uw kind. U kunt daarvoor het beste contact opnemen met de intern begeleider die uw verzoek doorgeeft aan de schoolmaatschappelijk werkster. Kinderen kunnen ook zelf een gesprek aanvragen, direct bij de schoolmaatschappelijk werkster of door dit aan te geven bij de groepsleerkracht of vertrouwenspersoon op school. Het zou daarom kunnen voorkomen dat uw kind een gesprek heeft aangevraagd en u als ouder daar in eerste instantie niet van op de hoogte bent. Het gesprek kan aanleiding zijn alsnog met u contact te zoeken. In alle gevallen kunt u natuurlijk zelf contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werkster. Naast individuele gesprekken wordt soms ook groepsgewijs gewerkt wanneer de situatie of het probleem van het kind daarom vraagt en u als ouder hiervoor toestemming hebt gegeven. De schoolmaatschappelijk werksters: Hun namen zijn Cindy Molle en Daphne Visser. Leerlingen worden aangemeld door Marinus Ludikhuijze intern begeleider van onze school.
Advies voortgezet onderwijs in groep 8.
Het is de bedoeling dat de kinderen na groep 8 de basisschool verlaten en goed voorbereid hun weg vervolgen op een vorm van Voortgezet Onderwijs: een richting die het beste past bij het kind. In groep 8 is het nodig dat een leerling naast een schooladvies ook nog een 2e advies krijgt. In september 2014 wordt besloten voor alle scholen binnen de Stichting welk onderzoek afgenomen gaat worden. In overleg met de ouders en met behulp van de twee adviezen wordt uiteindelijk voor een bepaalde richting gekozen in het Voortgezet Onderwijs. Kinderen en ouders krijgen in het laatste jaar uitgebreide informatie over de verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs in Middelburg en omgeving.
!45
Uitstroomgegevens groep 8 De uitstroom van de leerlingen van groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs van de afgelopen drie jaar ziet er als volgt uit:
totaal 23 leerlingen
schooljaar 2011 – 2012 studierichting
aantal CSW
aantal Nehalennia
overige
Voortgezet Speciaal Onderwijs
-
-
-
VMBO-b
-
1
-
VMBO-b / MAVO
1
1
MAVO
3
-
-
HAVO (coach)
5
3
-
HAVO/VWO
6
-
-
VWO
3
-
-
totaal 26 leerlingen
schooljaar 2012 – 2013 studierichting
aantal CSW
aantal Nehalennia
overige
Voortgezet Speciaal Onderwijs
-
-
-
VMBO-lwoo
1
4
-
VMBO-b / k
2
3
-
MAVO
2
5
-
HAVO coach
-
-
-
HAVO/VWO
6
1
-
VWO
-
2
-
totaal 25 leerlingen
schooljaar 2013 – 2014 studierichting
aantal CSW
aantal Nehalennia
overige
Voortgezet Speciaal Onderwijs
-
-
-
VMBO-lwoo
2
1
-
VMBO-b/k
5
1
-
MAVO
4
1
-
MAVO/HAVO
-
-
-
HAVO
1
-
-
!46
HAVO/VWO
5
1
1
VWO
2
1
-
!47
De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften. Zorgverbreding.
Onder zorgverbreding verstaan we: de uitbreiding van maatregelen en activiteiten op school om een zo goed mogelijke zorg te garanderen voor alle kinderen; en zeker kinderen die extra pedagogische of didactische aandacht nodig hebben. We gaan er vanuit dat het onderwijs het kind behoort te volgen en niet andersom. Met “onderwijs op maat ” (adaptief onderwijs) kunnen de kinderen beter op de eigen basisschool geholpen worden en hoeven er minder kinderen te worden verwezen naar een speciale school. Net als bij de groei- en ontwikkelingslijnen die het Consultatiebureau gebruikt om jonge kinderen te volgen zijn er op school voor een groot aantal vakken en gebieden vorderings- en ontwikkelingslijnen uitgezet. Via het leerlingvolgsysteem wordt bijgehouden of de kinderen in de buurt van die lijnen blijven. Zodra we merken, dat een kind een bepaalde norm niet haalt, worden er extra activiteiten georganiseerd. In de eerste plaats door de eigen leerkracht. Heeft deze hulp onvoldoende effect, dan wordt er andere hulp georganiseerd (remedial teaching). Meestal betekent dit, dat het kind of een groepje kinderen, enkele keren per week apart werkt met de remedial teacher. Ook kan de orthopedagoog betrokken worden bij de zorg. Bij de organisatie van de zorg op school gaan we uit van het zorgplan van het samenwerkingsverband kind op 1 (swvkindop1.nl) waar alle Walcherse scholen en schoolonder-steunende instanties bij zijn betrokken. De zorg op school wordt gecoördineerd door de intern begeleider. Naast het zorgspreekuur met groepsleerkrachten is er ook vast overleg tussen intern begeleider en directeur (over het zorgbeleid en over de koppeling tussen zorgspreekuur en voortgangsbespreking). In verband met de extra zorg is er een uitgebreid zorgtraject ontwikkeld op school: 1. Zodra de leerkracht merkt, dat een kind in ontwikkeling of vordering achter blijft, wordt het ingebracht bij de leerlingbespreking tijdens een zorgspreekuur (vindt jaarlijks minimaal 2 x plaats) met de intern begeleider en kan er een handelingsplan (HP) gemaakt worden, waarin het probleem en de aanpak worden beschreven. Er wordt een termijn vastgesteld, waarbinnen het plan wordt uitgevoerd. Dit plan wordt altijd met de ouders besproken. Als een kind een D- of een E-score heeft bij een CITO-toets wordt er een handelingsplan (HP 1) gemaakt. Bij rekenen en wiskunde wordt deze hulp beschreven in het groepsplan. Deze kinderen krijgen dus geen individueel handelingsplan. 2. Soms zijn kinderen niet in staat om het onderwijs op alle onderdelen te volgen. In dat geval wordt er bekeken of het mogelijk is aangepast onderwijs te organiseren voor dat gebied. Dit gebeurt in nauw overleg met ouders, omdat die keuze verregaande consequenties heeft. Hierbij kan ook de hulp worden ingeschakeld van onze orthopedagoog. (Miriam Brasser) of de schoolbegeleidingsdienst R.P.C.Z. Het kind komt dan in een traject van Handelings Gerichte Proces Diagnostiek (HGPD). Voor bepaalde kinderen wordt dit aangepast onderwijsaanbod beschreven in een ontwikkelingsperspectief ( OP) 3. Er zijn kinderen die aan het gewone onderwijsaanbod niet genoeg hebben. In eerste instantie worden deze kinderen geholpen door lesstof te compacten, verrijken en versnellen. De aanpak voor deze kinderen staat beschreven in het protocol hoogbegaafdheid. Jaarlijks worden alle kinderen gescreend op mogelijke (hoog) begaafdheid met de SIDI lijst (signalering en diagnosticering van intelligente en (hoog) begaafde kinderen.
!48
4. Wanneer extra hulp of aangepast onderwijs onvoldoende effect heeft, kan er overleg plaats vinden met de orthopedagoog en/of het samenwerkingsverband kind op 1. Er wordt bekeken of: a. er nader onderzoek nodig is. b. er speciale hulp “van buiten af” nodig is. c. het kind verwezen moet worden naar een andere school voor basisonderwijs of een andere vorm van onderwijs ( Speciaal Basisonderwijs ). Uiteraard wordt in deze fase regelmatig overleg gepleegd tussen alle betrokkenen (ouders, leerkracht, intern begeleider en schoolbegeleider). Het onderzoek van een kind wordt gedaan door onze orthopedagoog. Het is ook mogelijk om onderzoek te laten uitvoeren door een schoolondersteunende instanties (RPCZ). De onderzoeker neemt het onderzoek af na overleg met de school en na toestemming van de ouders. Het onderzoek vindt plaats op school. Indien u uw kind, op eigen initiatief, laat onderzoeken door een ander bureau dan zijn de kosten uiteraard voor eigen rekening. Met de uitkomsten van het onderzoek door een “ander” bureau willen wij, indien mogelijk, wel rekening houden. In de zorgverlening aan de leerlingen zijn echter beperkingen: in beschikbare tijd en menskracht.
Dyslexieconvenant.
Zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs gaan op professionele wijze om met leerlingen waarbij sprake is van ernstige lees-, en/of spellingsproblemen en/of dyslexie. In april 2006 ondertekenden het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs het dyslexieconvenant. Dit convenant regelt de overdracht van gegevens van leerlingen die dyslectisch zijn of ernstige lees- en /of spellingsproblemen kennen. Voor leerlingen waar in het primair onderwijs is komen vast te staan dat er sprake is van ernstige lees- en/of spellingsproblemen en/of dyslexie, wordt een dossier samengesteld met daarin nader omschreven documenten. Dit dossier wordt overgedragen aan het voortgezet onderwijs en door middel van een mondelinge toelichting voorzien van onderbouwende gegevens. Voordat de leerling de overstap maakt naar het voortgezet onderwijs is er voor alle partijen (primair en voortgezet onderwijs, ouders en leerling) bekend op welke wijze door het voortgezet onderwijs maatregelen genomen worden. Uitgegaan wordt van een definitie zoals die door de Stichting Dyslexie Nederland wordt gehanteerd: “ Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau”. De dyslexieverklaring is onbeperkt geldig en geeft als zodanig de daaraan gerelateerde rechten. Deze rechten bestaan onder andere uit meer tijd voor het maken van examens en toetsen in het voortgezet onderwijs. De handelingsgerichte adviezen zijn echter aan verandering onderhevig en zullen bij het verlaten van de basisschool en in de loop van het voortgezet onderwijs bijgesteld moeten worden. Het ondertekende convenant regelt daarom de manier van overdracht van gegevens van bedoelde leerlingen bij de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Dit protocol ligt ter inzage in de scholen.
!49
Leren lezen op Wilgenhof Al jaren zijn we gericht bezig ons leesonderwijs op ‘excellent’ niveau te krijgen. We leggen de lat hoog omdat we ons ervan bewust zijn hoe talig onze samenleving is en hoe belangrijk het is goed te kunnen lezen. In de groepen 1 en 2 worden leesvoorwaarden al nauwkeurig geobserveerd. Als blijkt dat in groep twee, ondanks het aanbod, de ontwikkeling niet goed verloopt, krijgen deze kinderen extra aandacht en begeleiding. Dit gebeurt op speelse manier, passend bij hun leeftijd. Deze zorg in kleine kring is erop gericht een goede start te maken in groep 3: voorschotbenadering. Vanaf groep 3 hebben we te maken met goede lezers naast leeszwakke en mogelijk dyslectische kinderen. Het protocol leesproblemen en dyslexie wordt toegepast. Dit houdt in dat we de ontwikkeling van kinderen op drie momenten per jaar in kaart brengen. Het eerste moment (herfst) is een signalering. De overige twee keer, januari en juni, meten we de voortgang met standaardtoetsen van CITO. De leeszwakke leerlingen (ongeveer 10%) krijgen extra leestijd en indien gewenst deskundige begeleiding volgens een effectief gebleken methode (Connect-lezen). Als blijkt dat deze extra zorg, ook na langere tijd, niet effectief is, kan er sprake zijn van ernstige dyslexie. Deze kinderen (niet meer dan 4%) kunnen via de eigen zorgverzekeraar aangemeld worden voor onderzoek. Dit kan pas als we kunnen aantonen dat de gegeven extra zorg vanaf groep 3, over een langere periode, niet voldoende effectief is gebleken en de toetsresultaten op woordniveau achterblijven. Als uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie wordt een dyslexieverklaring afgegeven en wordt behandeling aangeboden door een daarvoor opgeleide orthopedagoog, psycholoog, logopedist of lees- en dyslexiespecialist die niet aan de eigen school van het kind verbonden is. Voor alle duidelijkheid: de school zelf vergoedt geen onderzoek naar dyslexie en betaalt ook geen dyslexieverklaringen. Wel garanderen wij goed onderwijs en goede zorg. Excellent leesonderwijs valt pas te realiseren met kinderen die plezier in lezen hebben. Met ingang van dit cursusjaar hebben wij een bibliotheek op school ingericht. In deze aantrekkelijke leesomgeving vindt boekpromotie plaats. De kinderen van onze school beschikken over een bibliotheekpas waarmee ze ook boeken kunnen lenen uit het bestand van onze school. Daarnaast doen we ieder jaar mee met het voorleesontbijt en voor de leerlingen van groep 7 en 8 is er de Nationale Voorleeswedstrijd. De Kinderboekenweek krijgt vanzelfsprekend ieder jaar alle aandacht. Plezier in lezen krijgen begint met veel voorlezen. Op school en thuis.
Onderwijs aan langdurig zieke kinderen.
Volgens de Wet op het Basisonderwijs is de school verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke leerlingen. Het contact met de ouders is van dien aard dat wij met de ouders in het belang van de kinderen naar de juiste oplossing zoeken. Onder langdurig zieke kinderen verstaan wij kinderen die langer dan twee weken het onderwijs niet kunnen volgen. Voor een goede regie in de opvang van dergelijke kinderen werken we met een draaiboek. Dit draaiboek is opgenomen in ons schoolplan.
!50
Groepsorganisatie 2014-2015. gr
leerkracht
1/2 a
Ina Sponselee
1/2 b
Annemieke Altena
3
ma
ma
di
di
*
*
*
*
Addy Rietveld
*
*
*
wo
do
do
vr
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Ina Sponselee
*
Tamara Vliegenthart
*
*
*
*
*
Marinus Ludikhuijze
4
Karin Leenhouts
*
*
*
*
Henny Reekers
5
Marja van Elzelingen
*
*
Beppie de Ridder
6
Carina Koster
*
*
*
*
*
*
*
*
Monique Zoeteweij
7
Marit Beije
*
*
*
*
Annette Vader
*
Monique Zoeteweij
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Marja van Elzelingen
8
vr
*
*
Andere taken: Wat
Wie
Wanneer
Teamleider bovenbouw en staf
Henny Reekers
!51
Teamleider onderbouw, intern Marinus Ludikhuijze begeleider en staf
maandag, dinsdag
Interne cultuurcoördinator
Marja Geerse
Lees- en dyslexiespecialist
Marja Geerse
di t/m domo
Schoolassistent
Lia Guilliet
mami, dimi, domi
Remedial teacher
Marja Geerse
di t/m do
ICT (computers)
Monique Zoeteweij
Management en staf
Gwenny Rijkse
ma, wo, do, vr*
Assistleerkracht
Henny Reekers
vrmi
* op vrijdag ene week Palmenhof andere week Wilgenhof.
Ouders - School Een goede samenwerking met ouders is een belangrijke voorwaarde om te komen tot realisering van onze principes en doelstellingen. Ongeacht de aard van de contacten, hechten we grote waarde aan een “lage drempel”; net als de kinderen willen we dat ook ouders zich thuis weten en voelen in de school. We onderscheiden kindgerichte en schoolgerichte contacten:
Kindgerichte contacten.
In deze contacten staat het kind centraal: * Spreekuur/rapportbespreking: 5 keer per jaar wordt aan ouders de mogelijkheid geboden om de groepsleerkrachten te spreken. Bij de spreekuren/rapportbesprekingen geven ouders, middels een briefje, zelf aan of en met wie ze een gesprek willen. De gesprekken duren 10 minuten. Voor het eerste spreekuur worden alle ouders uitgenodigd. * Advisering voortgezet onderwijs: Naar aanleiding van de test voor groep 8 en het schooladvies vinden gesprekken plaats met de ouders, eventueel in aanwezigheid van het kind zelf. * Huisbezoeken: Deze vinden niet standaard plaats. Voor leerkracht en ouders bestaat, als daar aanleiding voor is, wel de mogelijkheid. * Extra zorg: Wanneer een kind extra zorg nodig heeft, worden de oudercontacten intensiever. Voor extra hulp buiten de groep en voor het aanvragen van onderzoeken of hulp van buitenaf is, vanzelfsprekend, de toestemming van de ouders nodig. * Informatieavonden: Ieder cursusjaar wordt er een avond georganiseerd voor ouders, waarop zij door de groepsleerkracht worden geïnformeerd over het onderwijs in de groep. De avond wordt mede bepaald door wensen en vragen van ouders. Ouders krijgen informatie, kunnen vragen stellen en materialen bekijken. In het kader van een goede voorlichting aan ouders en kinderen van groep 8 wordt er in dat jaar een tweede avond belegd, speciaal gericht op voorlichting over het voortgezet onderwijs. !52
* Incidentele contacten: het contact tussen school en ouders blijft niet beperkt tot die “officiële” momenten. Het is tussendoor natuurlijk ook mogelijk (bij voorkeur ná schooltijd) om leerkrachten te spreken.
Schoolgerichte contacten.
De belangrijkste schoolgerichte contacten zijn:
Medezeggenschapsraad (MR).
Deze raad, gevormd en gekozen door ouders en leerkrachten, vervult haar taken overeenkomstig de Wet Medezeggenschap Onderwijs. De taken en bevoegdheden van de raad zijn vastgelegd in het reglement Medezeggenschapsraad. Belangrijke taken van deze raad zijn o.a.: - meedenken, meepraten, mee beslissen over het onderwijs op school. - bevordering van openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. - voorkoming van discriminatie. Om haar taken te kunnen uitvoeren, heeft de raad twee verschillende bevoegdheden: Soms wordt de raad om instemming gevraagd (instemmingsrecht), soms om advies. Wij vinden het meedenken, -praten en -beslissen, vanuit de visie van de ouders de belangrijkste functie van de medezeggenschapsraad. De MR bestaat uit vier ouders en vier leerkrachten, waarvan er jaarlijks een volgens een bepaald rooster aan de beurt is om af te treden. Voor wat betreft het ouderlid schrijft de MR tijdig verkiezingen uit.
De samenstelling is als volgt: Oudergeleding: • Cindy den Deurwaarder (moeder van Ilja, gr. 5 ) • Jennefer de Rooij (moeder van Tobi , gr. 7 ) • Pauline Honkoop ( moeder van Timo, gr. 6 en Norah, gr. 4 en Nanne, gr. 2) • Inge Schonewille (moeder van Lukas gr. 2) Personeelsgeleding: • Karin Leenhouts • Tamara Vliegenthart • Ina Sponselee • Marinus Ludikhuijze Adviserend lid: Gwenny Rijkse
Voor informatie: oudergeleding: Cindy den Deurwaarder; tel. 639707 personeelsgeleding:Marinus Ludikhuijze; tel. 633017
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)
Behalve een medezeggenschapsraad per school is aan de scholen van de Stichting Onze Wijs ook een GMR verbonden. Onze school heeft als vertegenwoordiger een ouder en leerkracht. De bevoegdheden van de GMR betreffen bovenschoolse aangelegenheden. Afhankelijk van onderwerp en/ of de geleding waaruit het lid afkomstig is, wordt ten aanzien van de aangedragen onderwerpen instemming of advies gevraagd.
Ouderraad. !53
Deze raad bestaat uit een groep ouders, die zelfstandig of op verzoek van het team, een groot aantal activiteiten organiseert, ten dienste van de kinderen, de school en het onderwijs. Per klas is er een vaste ouder contactpersoon namens de ouderraad.
Voor informatie:
Marja van Elzelingen (groep 5 en 7): telefoon 06-14416173
Publicaties.
Naast deze schoolgids zijn er nog enkele regelmatige publicaties: * Wilgje (nieuwsbrief): maandelijks verschijnt er een nieuwsmemo voor ouders, met informatie van allerlei aard voor de volgende weken: agenda, mededelingen/verslagen van de directie/ MR/bevoegd gezag, ingekomen of speciale bijdragen voor of door ouders, brochures, maar ook folders van sportverenigingen, muziekschool, wijkvereniging, e.d. * E-mail berichten van de groepsleerkrachten.
Website.
Informatie over Stichting Onze Wijs en onze school kunt u vinden onder: www.wilgenhof.onzewijs.nl Wilt u rechtstreeks onze website bezoeken dan gaat u naar www.wilgenhof.onzewijs.nl
!54
Algemene zaken Jeugd Gezondheids Zorgteam.
Elk schooljaar brengt het JGZ-team een bezoek aan school. Dit team heeft o.a. tot taak de ouders de gelegenheid te geven gezondheid, groei en ontwikkeling van hun kinderen te laten beoordelen. Het JGZ-team voor onze school bestaat uit: dhr. R. Ter Morshuizen - jeugdarts mevr. C. Verdonk - jeugdartsassistente mevr. T. Goorsenberg - jeugdverpleegkundige Met vragen kunt u terecht op kantoortijden van de GGD-Zeeland, afd. Jeugdgezondheidszorg: tel: 0113-249400 of op de website www.ggdzeeland.nl De medische zorg voor uw kind, door de GGD, verloopt langs onderstaande lijn: 1. overdracht van de consultatiebureaukaarten aan de jeugdverpleegkundigen; 2. preventief geneeskundig onderzoek door jeugdarts en assistente van de 5-jarigen; 3. preventief gezondheidsonderzoek bij 10 – jarigen door de jeugdverpleegkundige.
Vertrouwenspersonen.
Onze school heeft twee vertrouwenspersonen: * Mw. Monique Zoeteweij * Dhr. Marinus Ludikhuijze De vertrouwenspersoon is er voor al uw vragen over school en de beleefwereld van uw kind. Het gaat om vragen waarmee u misschien niet gemakkelijk naar de leerkracht of de directeur gaat. De vertrouwenspersoon zal uw verhaal horen en u zo veel mogelijk helpen. De kinderen weten (wij vertellen dat!) bij welke leerkracht zij aan kunnen kloppen om problemen te bespreken die ze niet met hun eigen leerkracht kunnen of willen delen. De vertrouwenspersonen nemen hun werkzaamheden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. Zij zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet, nadat betrokkene zijn of haar taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd. Zie verder onder kopje `klachtenregeling´ in deze gids. Op school en op het bestuurscentrum ligt de klachtenregeling ter inzage.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Met ingang van 1 juli 2013 hanteren wij het protocol meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Het protocol ligt ter inzage bij de directeur.
Overblijfregeling.
Tussen de middag, behalve woensdag (en vrijdag voor de onderbouwgroepen 1 t/m 4) is er voor alle kinderen gelegenheid om over te blijven. De gelegenheid is er, maar gelet op het aantal leerlingen vragen wij u het laten overblijven op school zo veel mogelijk te beperken. Het overblijven staat onder leiding van ouders en onze schoolassistente en vindt als regel plaats in de aula. Het overblijven vindt plaats op jaarbasis, middels een contract. Het tarief is als volgt vastgesteld: 45,- euro per jaar voor een dag in de week 90,- euro per jaar voor twee dagen in de week enzovoort. Buitenom het contract is het ook mogelijk om over te blijven: tarief 2,25 euro per keer. Afspraken: - de kinderen nemen zelf hun eten & drinken mee. - de verantwoordelijkheid ligt bij de ouders die het overblijven regelen en uitvoeren.
- er wordt gezamenlijk gegeten en gespeeld. !55
Fietsen, stepjes en skateboards.
Gezien het grote aantal leerlingen en de beschikbare ruimte moeten we proberen het met elkaar beheersbaar te maken. Te veel fietsen, stepjes en skateboards in of bij de stalling heeft twee nadelen: a. de kans op beschadigingen aan de materialen is groter b. de beschikbare speelruimte voor de kinderen is kleiner De volgende regelgeving willen we toepassen: 1. Voor de afbakening van het gebied, hebben we de plattegrond van Dauwendaele onder de loupe genomen. Met onze school als middelpunt hebben we een grote cirkel getrokken. Wie binnen de cirkel woont komt in principe lopend naar school. Binnen de cirkel vallen: Edelstenenbuurt, Buitenhove, Meanderhof, landen tot aan de Dauwendaelselaan, het gebied direct rond de school ( b.v. Rusthofstraat, Dolfijnstraat) en het gebied rondom de Wijdaustraat/Rustenburgstraat. In het laatstgenoemde gebied maken we een afbakening op huisnummers. Vanaf de volgende nummers kunnen de kinderen, indien gewenst, op de fiets komen: - Kruitmolenlaan nr 172 - Rustenburgstraat nr 49 en hier recht tegenover - Wijdaustraat nr 25 en hier recht tegenover - Roozenburglaan nr 217 2. Mochten er redenen zijn voor uw kind(eren) om een dag per fiets naar school te komen, dan is dat in overleg met de desbetreffende leerkracht altijd mogelijk. 3. Het linkerdeel van de fietsenstalling(vanaf het hekwerk gezien) is gereserveerd voor personeel. 4. Kinderen uit groep 1/2, die met de fiets komen (zie onder 1!) kunnen de fietsen parkeren bij de ingang aan de kleuterzijde (Torenhofstraat), onder het bord Wilgenhof. Vanaf groep 3 worden de fietsen op het grote plein gezet. 5. Stepjes en skateboards worden geparkeerd in de fietsenstalling. 6. Met het oog op de veiligheid mag er op het plein niet worden gestept, geskated en gefietst. Wij rekenen bij de toepassing van deze regeling op uw welwillende medewerking.
Schoolreizen.
Alle groepen gaan op reis: - de groepen 1/2/3 gaan een dag op reis in de buurt; - groep 4, 5, 6 en 7 gaan een dag op reis in of buiten Zeeland; - groep 8 gaat meerdere dagen op schoolkamp. Deze uitstapjes zijn niet gratis. Indicatie groep 1 t/m 7: 20-30 euro. Schoolkamp groep 8: 70-80 euro. Informatie over bestemming en bedrag komen in de loop van het cursusjaar. De leerkracht regelt de begeleiding van de schoolreis.
!56
Toestemmingsverklaring.
Er worden op school geregeld video-opnames gemaakt; bijv. van stagiaires of van kinderen (observatievideo’s). Om deze video’s of foto´s te mogen vertonen/gebruiken, bijvoorbeeld op onze eigen website, is ook toestemming nodig van ouders van die kinderen die “toevallig” in beeld komen. Ouders die hiervoor geen toestemming willen verlenen, worden verzocht dit kenbaar te maken aan de leerkracht.
Klassendienst.
In een aantal groepen hebben kinderen, bij toerbeurt, na schooltijd klassendienst. In principe duurt dit + 15 minuten. Het is vanzelfsprekend niet verplicht, maar de meest kinderen vinden het wel erg leuk.
Melding ziektes.
Kinderen kunnen allerlei ziektes of aandoeningen krijgen. Denk aan: mazelen. rode hond, roodvonk, krentenbaard, voetwratten, schimmelinfecties, hoofdluis, diarree, geelzucht of andere ernstige (mogelijk) besmettelijke aandoeningen. Het is van belang dat u ons tijdig informeert indien uw kind een dergelijke ziekte of aandoening heeft. Deze informatie zal vanzelfsprekend door onze school vertrouwelijk worden behandeld. Wij kunnen, mogelijk na overleg met het team van de J.G.Z., passende maatregelen treffen, zoals: andere ouders op de hoogte stellen, nader onderzoek, tijdelijk een kind niet naar school laten gaan. Dergelijke maatregelen worden genomen na overleg met de betrokken ouders. U begrijpt de bedoeling van bovenstaande: We proberen elkaars gezondheid in de gaten te houden.
Bijna vier jaar.
Als uw kind vier jaar is mag het naar school. In de week voorafgaand aan de vierde verjaardag mag uw kind vijf dagdelen op school komen om te wennen aan de “schoolse wereld”. Met de leerkracht worden deze momenten afgesproken. De directeur van de school regelt de gang van zaken bij de inschrijving op school: oriënterend gesprek met “nieuwe” ouders en in overleg met de intern begeleider wordt een afspraak gemaakt voor een intake-gesprek (na aanmelding).
Schoolplein.
Het ligt voor de hand dat kinderen, op zoek naar speelruimte, na schooltijd en op hun vrije dagen, middagen, ook gebruik maken van het schoolterrein. Wij hebben daar geen enkel bezwaar tegen. Toch moeten wij u op het volgende wijzen: Kinderen die na schooltijd op het terrein spelen staan niet onder toezicht van een leerkracht. Omdat wij op die momenten voor uw kind(eren) geen verantwoordelijkheid kunnen dragen zijn ze derhalve niet verzekerd. Let wel: Niet verzekerd via school!
Pleinwacht.
Voor de ochtendschooltijd van 8.20 - 8.30 uur en in de pauze van 10.00 - 10.15 / 10.15 – 10.30 uur en voor de middagschooltijd van 13.00 - 13.15 uur houden twee leerkrachten toezicht op het schoolplein. Om een goed overzicht te kunnen houden blijven de kinderen binnen de omheining van het schoolterrein. Wilt u uw kind(eren) daar ook op wijzen? Tussen de middag is het plein voor de overblijfkinderen, onder leiding van een ouder. !57
Wij zouden het op prijs stellen als u uw kind(eren) op de ‘bewaakte’ tijden naar school laat gaan. Dus liefst niet voor 10 voor half 9 en 1 uur op school.
Wanneer naar binnen?
Vanaf 8.20 uur mogen de kinderen, als ze dat willen, naar hun klas. De leerkracht is, indien hij of zij geen pleinwacht heeft, in de klas aanwezig. Bij afwezigheid (pleinwacht) houdt een andere leerkracht in die ‘omgeving’ een oogje in het zeil. De leerlingen van de groepen 1 / 2 mogen vanaf 13.05 uur naar hun groepsruimte.
Gebruik van de ingangen.
Om de leerlingenstromen richting te geven hebben we de volgende routes opgesteld:
groep
Ingang
fietsen stallen
1/2a
Torenhofstraat (kleuterzijde)
ingang kleuterzijde
1/2b
Torenhofstraat (kleuterzijde)
ingang kleuterzijde
3
Kriekenhof (bij groep 5)
grote plein
4
Kriekenhof (bij groep 5)
grote plein
5
Kriekenhof (bij groep 5)
grote plein
6
Kriekenhof (bij groep 8)
grote plein
7
Kriekenhof (bij groep 8)
grote plein
8
Kriekenhof (bij groep 8)
grote plein
Opmerkingen: 1. De ingang kleuterzijde is rolstoeltoegankelijk. 2. Voor een veilige verkeerssituatie en het scheppen van ruimte is het gewenst om geen fietsen te plaatsen dichtbij de ingangen naar het plein. Dit in verband met een goede doorstroming van groepen kinderen en voor de mensen met een rolstoel.
Parkeren van auto’s.
In verband met de veiligheid van de kinderen verzoeken wij u dringend om auto’s te parkeren in de parkeervakken. De entrees van de school, aan de zijde van de kleuteringang en aan de zijde van het grote plein, willen we vrij van auto’s houden. Tevens verzoeken we om de auto’s niet te parkeren voor de garages aan de Kriekenhof. De uitrit van de garages willen de bewoners vrij houden.
Honden.
In verband met de hygiëne en ‘gemoedsrust’ van de kinderen worden honden op het schoolterrein en in het gebouw niet toegestaan.
Mobiele telefoons.
Het kan zijn dat uw kind een mobiele telefoon nodig heeft om buiten de schooltijden contact te kunnen hebben met u of iemand anders. Als uw kind een mobiele telefoon meeneemt naar school dan wordt die bij de leerkracht in bewaring gegeven. Tijdens de lessen en in de pauzes wordt er geen gebruik gemaakt van de ‘eigen’ mobiele telefoon. Na de schooltijd kan uw kind de !58
telefoon weer meenemen. Het is uiteraard altijd mogelijk dat uw kind gebruikmaakt van de telefoon van school om een bericht aan u door te geven. Met betrekking tot de mobiele telefoons is ons advies: niet meenemen naar school.
!59
Trakteren.
We willen de gebitsvriendelijke traktaties in ere houden. Zoetigheden zijn lekker, zeker! Echter: vele mensen, ouders, stellen het op prijs dat er een gezonde traktatie gegeven wordt!
Wat zegt het voorlichtingsbureau voor de Voeding? De bacteriën in de mond zetten voedselresten waar suikers in voorkomen om in een zuur:
de zgn. zuurstoot. Onze tanden kunnen per dag 6 à 7 zuurstoten verdragen (3 maaltijden + 3 à 4 andere momenten). Zuurtjes, chocolade, koekjes, dropjes etc. zijn niet zonder meer slecht voor de tanden. Het gaat wat ´t gebit betreft om het aantal zuurstoten per dag. In ’t algemeen is het niet beter om, in plaats van snoep op hartige hapjes te trakteren. Die zijn vaak weer erg vet en zout en dus niet gezond. Bovendien bederven ze vlug. Omdat de meeste mensen niet gevoelig zijn voor kleurstoffen, is het weinig zinvol alle kleurstoffen te vermijden. Tips van het voorlichtingsbureau voor de Voeding Beperk het aantal eet/drinkmomenten tot 7 per dag. Wees matig met vet en zout. Gebruik eventueel zoetstoffen in plaats van suiker. Let op de houdbaarheid van producten. Bewaar van tevoren gemaakte traktaties in de koelkast. Varieer ingrediënten naar eigen inzicht. Denk hierbij aan producten van het seizoen. Liever géén chips of dergelijke als traktatie i.v.m. het hoge vetgehalte.
Pauze.
Zo rond tien uur heeft uw kind mogelijk trek in iets lekkers. Er is voor alle kinderen, tijdens de morgenschooltijden, voldoende tijd om het meegebrachte eten en/of drinken te nuttigen. Mogelijk wilt u er met ons op toezien dat het snoepen geen gewoonte wordt? Een schoolafspraak is: Tijdens de lessen wordt er niet gesnoept.
Hulpprojecten.
Iedere maandagmorgen wordt er geld opgehaald voor een goed doel. In Wilgje (de nieuwsbrief) kunt u de doelen en onze bijdrage lezen. De projecten, die we ondersteunen, worden door de werkgroep hulpprojecten onder de aandacht gebracht van de kinderen, zodat zij ‘voeling’ hebben met een stukje van de wereld. Ieder is er natuurlijk vrij in om de gekozen projecten geldelijk te ondersteunen. Onze acties voor dit jaar: - Schoenmaatjes - Een doel dicht bij huis ( bv clinicclowns / Kika) - Evt. acute hulp
Ander adres, telefoonnummer?
Het is belangrijk dat wij beschikken over uw juiste adres en telefoonnummer. Wanneer uw kind ziek wordt of een ongeluk(je) heeft is het noodzakelijk dat wij snel contact kunnen leggen met u als ouder. Daarom hier het dringende verzoek: geef bij wijzigingen in telefoonnummer of adres dit door aan de leerkrachten van uw kind(eren).
!60
Roken.
In de school en op het schoolterrein wordt niet gerookt.
Schooltijden. groep 1 t/m 4:
groep 5 t/m 8:
Elke dag van
8.30 - 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur Woensdag- en vrijdagmiddag vrij !
Ma-di-do-vrij
8.30 - 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur woensdag 8.30 - 12.15 uur woensdagmiddag vrij!
De groepen 1 t/m 4 hebben 23 ½ uur per week les. De groepen 5 t/m 8 hebben 25 ¾ uur per week les.
Gymnastiekrooster. ma
di
woe
do
vr
9.00-10.00 u.
1/2a
11.00-12.00 u.
1/2b 3
14.30-15.15 u.
4
13.00-13.45 u.
5
13.45-14.30 u.
14.30-15.15 u. 9.15 – 10.00 u. 13.15 – 14.00 u
6
8.30 – 9.15 u.
7
11.15-12.00 u.
8
14.30-15.15 u.
9.15-10.00 u. 8.30 – 9.15 u. 8.30-9.15 u.
* Groep 3 t/m 8 hebben gymnastiek in de gymzaal aan de Roozenburglaan. De lessen worden verzorgd door de groepsleerkracht. * Groep 3: de kinderen eindigen maandag in de gymzaal. Ze worden daar opgehaald. Op donderdag maken zij gebruik van de gymzaal of het kleuterplein op School. Ze hoeven voor de donderdag geen gymspullen mee te nemen. * Groep 4: de kinderen starten op maandag in de gymzaal. Om 15.00 uur zijn de kinderen die middag vrij. * Groep 6: de kinderen starten op dinsdag in de gymzaal. * Groep 7: de kinderen eindigen dinsdagochtend in de gymzaal, op vrijdag starten ze in de gymzaal. * Groep 8: de kinderen eindigen op dinsdag in de gymzaal. De kinderen starten op donderdag in de gymzaal. Indien de kinderen starten in de gymzaal is de groepsleerkracht 10 minuten van te voren aanwezig. In de gymzaal op school “gymmen” kinderen in hemd en onderbroek. Het dragen van gymschoenen ( geen zwarte zolen) of ritmiekschoenen met stroeve geribbelde zolen is, gelet op !61
de hygiëne, zeer gewenst. De schoenen graag in een tas met de naam van uw kind erop bij de jas aan de kapstok hangen. Let wel: In geval van voetwratten nooit gymmen op blote voeten. • In de zaal aan de Roozenburglaan ‘gymmen’ kinderen in shirt, broekje, eventueel gympak. Het dragen van gymschoenen (géén zwarte zolen!) is, gelet op de hygiëne zeer gewenst. • In verband met de stootveiligheid en de grip op toestellen dienen de kinderen stevige sportschoenen te gebruiken. Met het oog op de veiligheid mogen bepaalde sieraden niet gedragen worden en moet lang haar gebundeld worden (elastiekje).
!62
Vakantierooster
2014 – 2015
vakantie
Van
tot en met
Herfstvakantie
maandag 20 oktober
vrijdag 24 oktober
Kerstvakantie
maandag 22 december
vrijdag 2 januari
Voorjaarsvakantie
maandag 16 februari
vrijdag 20 februari
vrijdag 3 april
maandag 6 april
Meivakantie
maandag 27 april
vrijdag 8 mei
Hemelvaart
donderdag 14 mei
vrijdag 15 mei
Goede Vrijdag/2
2e Zomervakantie
maandag 25 mei maandag 20 juli
vrijdag 28 augustus
Lesuitval.
Kinderen zijn gebaat bij een zo groot mogelijke regelmaat, rust en continuïteit. Ze moeten zich veilig en vertrouwd voelen, het liefst altijd met de eigen leerkracht. Heel belangrijk vinden wij: zo weinig mogelijk verschillende leerkrachten voor de klas én zoveel mogelijk dezelfde personen als vervanger. In geval van ziekte of verlof van een leerkracht streeft de directeur ernaar om een vertrouwd gezicht voor de kinderen in te schakelen. Zodoende putten wij uit ons eigen bestand om lesuitval te voorkomen. Indien wij de vervanging niet op deze manier kunnen regelen doen wij een beroep op het bestand van vervangers dat centraal geregistreerd staat (een vervangerspool).
Lesuitval kan plaatsvinden indien: * met alle mogelijke moeite geen regeling getroffen kan worden. * bij een calamiteit zoals waterschade of brand. Voor de opvang van de leerlingen worden er maatregelen getroffen om te voorkomen dat kinderen aan hun lot worden overgelaten.
Gronden voor vrijstelling van onderwijs.
In het gesprek, voorafgaande aan de inschrijving van een leerling, wordt met de ouders, verzorgers, de christelijke identiteit van de school besproken. Als men voor onze school kiest dan dienen de ouders te beseffen dat wij onderwijs geven vanuit een bepaalde visie met een daarbij behorend programma. In principe nemen alle leerlingen deel aan de activiteiten die in het schoolplan en activiteitenplan genoemd worden.
Brede school Dauwendaele - Mortiere.
In de wijk Dauwendaele - Mortiere hebben wij samen met de andere scholen de zorg voor leerlingen in de leeftijdsgroep van vier tot twaalf jaar. In nauw overleg met de andere scholen en Kinder Opvang Walcheren (KOW) proberen we goede voorzieningen te creëren en te onderhouden voor opvang van leerlingen buiten de reguliere schooltijden. Hierbij moeten we denken aan: • het werken met dagarrangementen • de ontwikkeling van de Brede School De contacten zijn gericht op: • structureel en gedegen aanbod van opvang en activiteiten !63
• •
afstemming van activiteiten op de behoeften van de deelnemers stimuleren van interactie tussen het binnenschoolse en het buitenschoolse werk
Ook willen we overleg met verschillende instanties gericht op het aanpakken van gesignaleerde problematieken en het bevorderen van sociale cohesie.
Buitenschoolse opvang.
Voor de mogelijke opvang van uw kind(eren) buiten de schooltijden zijn er verschillende instanties. U kunt hierbij denken aan: ▪ Kinderopvang Walcheren (www.kinderopvangwalcheren.nl) ▪ Catalpa (www.bso-mortiere.nl) ▪ Diverse gastouders in de buurt
!64
De leerkrachten van Wilgenhof naam
adres
telefoon
functie
Annemieke Altena
Donker Curtiusstraat 8, 4384 GH Vlissingen
465133
gr. 1/2b
Marit Beije
Zusterplein 16, 4331 KM Middelburg
06-52410 gr. 7 348
Marja van Elzelingen
Keizer Karelhof 16, 4386 BE Vlissingen
06-14416 gr. 5 en 7 173
Marja Geerse
Girsisland 16, 4337 CH Middelburg
626321
Carina Koster
Girsisland 58 4337 CJ Middelburg
06-53785 gr. 6 153
Karin Leenhouts
Raadhuisstraat 1a, 4458 AH ‘s Heer Arendskerke.
0113-567 gr. 4 103
Marinus Ludikhuijze
Grootmede 13, 4337 AA Middelburg.
633017
teamleider OB / IB/ staf / gr. 3
Henny Reekers-Temme
Gerrit van der Veenstraat 58, 4333 AV Middelburg.
634743
gr. 4 /teamleider BB / staf
Beppie de Ridder
Keizer Karelhof 31, 4386 BG Vlissingen
472115
gr. 5
Gwenny Rijkse
J.J. Smitsstraat 17, 4333 MJ Middelburg
065389430 1
directeur
Addy Rietveld-Lepoeter
Oud Arnemuidsvoetpad 635352 28, 4332 AP Middelburg.
gr. 1/2a
Ina Sponselee-Reijnierse
Buitenhovelaan 233, 4337 HL Middelburg.
616116
gr. 1/2a en gr. 1/2b
Annette Vader-Hietkamp
Tolweg 9, 4373 RC Biggekerke.
551938
gr. 8
Tamara Vliegenthart
Pres. Wilsonlaan 7, 4334 GA Middelburg.
634822
gr. 3
Monique Zoeteweij
Steenloperstraat 26 4451 GA Heinkenszand
0113850790
gr. 6 /8 /ICT
!65
RT /lees- en dyslexiespecialis t
Lia Guilliet
06-20052 schoolassistent 012
!66
!67