school gids
20102011 leonardo da vinci openbare basisschool
inhoud 1
Voorwoord ..................................................... 4
2
Onze school .................................................. 6
3
Uitgangspunten en visie ........................ 7
7 Personeel 7.1 Formatie-inzet en vervanging ...................... 25 7.2 Inzet stagiaires ................................................ 25 7.3 Scholing van het team .................................... 25 8
4 Het onderwijs 4.1 Plaatsing leerlingen openbaar basisonderwijs Oud-West ............................. 9 4.1.1 Plaatsing van nieuwe leerlingen ..................... 9 4.1.2 Vanaf twee jaar ................................................. 9 4.1.3 Plaatsing van leerlingen ouder dan vier jaar ...................................................... 10 4.1.4 Plaatsing van leerlingen met een handicap op onze school ................................ 10 4.2 De groepen ...................................................... 10 4.3 Oudercontactpersoon ..................................... 10 4.4 Hoe werken we in de groepen? Onderbouw, Middenbouw, Bovenbouw .................. 11 4.5 De leergebieden .............................................. 12 4.5.1 Inleiding ............................................................. 12 4.5.2 Lezen ................................................................. 12 4.5.3 Nederlandse taal .............................................. 13 4.5.4 Rekenen ............................................................ 13 4.5.5 Schrijven ........................................................... 13 4.5.6 Verkeer ............................................................. 13 4.5.7 Wereldoriëntatie .............................................. 13 4.5.8 Burgerschap en sociale cohesie ................... 14 4.5.9 Kunstzinnige oriëntatie .................................... 14 4.5.10 Bewegingsonderwijs ....................................... 15 4.6 Buitenschoolse activiteiten .......................... 15 4.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs... 18 4.7.1 Resultaten van ons onderwijs......................... 18 4.7.2 Resultaten CITO eindtoets basisonderwijs 18
leonardo da vinci openbare basisschool
Nassaukade 342a
1053 LW Amsterdam
telefoon 020 612 7267 w w w.leonardodavincischool.nl
5 De zorg voor de leerlingen 5.1 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen .............................................. 20 5.1.1 Het dagelijks werk van de kinderen ............. 20 5.1.2 Onafhankelijke toetsen .................................. 20 5.1.3 Het Amsterdamse Monitorbedrijf Primair Onderwijs............................................. 20 5.1.4 Verslaggeving door groepsleerkracht en wijze waarop dit besproken wordt........... 21 5.2 Weer Samen naar School (WSNS) ............ 22 5.2.1 Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften ...................................... 22 5.2.2 De procedure voor het bieden van extra zorg .................................................. 22 5.2.3 Zorgbreedte overleg........................................ 23 5.2.4 Externe relaties in het kader van leerlingzorg ...................................................... 23 6
Brede School activiteiten .................... 24
Kwaliteit van het onderwijs ................ 26
9 School en ouders 9.1 Ouderparticipatie .......................................... 27 9.2 Schriftelijke informatievoorziening ........... 27 9.3 Contacten met leerkrachten en directie ........................................................ 27 9.4 De medezeggenschapsraad ......................... 27 9.5 De ouderraad................................................... 28 9.6 Ouderbijdrage ................................................. 28 9.7 Onderwijs Consumenten Organisatie.......... 28 10 Klachtenregeling openbaar primair onderwijs Oud-West 10.1 Een klacht? ..................................................... 10.2 Intern contactpersoon ................................... 10.3 Vertrouwenspersoon ..................................... 10.4 Klachten over persoonlijke (on)veiligheid ...................................................
29 29 29 29
11 Praktische informatie 11.1 Uren onderwijs, verlof en vakantie ............... 30 11.2 Schoolverzuim ................................................. 30 11.3 Extra verlof ....................................................... 30 11.4 Te laat aanwezig zijn ....................................... 30 11.5 Ziekte ................................................................ 30 11.6 Schooltijden ..................................................... 30 11.7 Halen en brengen ............................................ 30 11.8 De ochtendpauze ............................................ 30 11.9 Overblijven ....................................................... 31 11.10 Naschoolse opvang ........................................ 31 11.11 Trakteren .......................................................... 31 11.12 Hygiëne ............................................................ 31 11.13 Zorg voor kleding ............................................ 31 11.14 Schoolbeleid douchen................................... 31 11.15 Aansprakelijkheid ............................................ 31 11.16 Veiligheid in school ......................................... 31
12
Adressen ...................................................... 36 Externe vertrouwenspersoon
Landelijke klachtencommissie
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Jaarverslag ......................................... 32 overzicht inzet personeel .............. 33 jaarkalender ......................................... 34 toetskalender....................................... 35
voorwoord
inleiding
Een goede basisschool is zo belangrijk! Goed basisonderwijs is het fundament waarop later het huis gebouwd kan worden. Dat fundament kun je maar een keer leggen. Van goed basisonderwijs is sprake als kinderen met plezier naar school gaan, als al hun talenten aangesproken of ontdekt worden en als uw kind veel kennis heeft opgedaan om de juiste overstap naar de middelbare school te maken. Voor u ligt de schoolgids van het jaar 2010-2011. Een gids vol informatie over de school van uw kind(eren). Een gids die ook bestemd is voor ouders die zich aan het oriënteren zijn op een school voor hun kind. U treft er alle praktische informatie aan die voor u van belang is: vakanties, schooltijden, schoolreisjes, medezeggenschap, voor- en naschoolse opvang, overblijven enz. In deze schoolgids laat het team van de school u ook weten hoe er onderwijs op school wordt gegeven, wat de visie van de school is op het onderwijs, hoe de school het beste uit uw kind haalt. Ook kunt u in deze gids lezen welke stappen de school zet in haar eigen ontwikkeling. Het kenmerk van een school is immers dat er geleerd wordt en ook een school zelf blijft altijd leren. Deze school maakt deel uit van een groep van 17 openbare basisscholen in de stadsdeel West. Die scholengroep heet Stichting AWBR (Amsterdam West Binnen de Ring). AWBR heeft als motto: ondernemend in onderwijs. Dit geldt voor al onze scholen. Uw mening telt! Wij geven onderwijs dat past bij de omgeving van de school en dat past
Beste ouders, verzorgers en belangstellenden De schoolgids van 2010 - 2011 staat weer vol met informatie over de Leonardo da Vincischool. René Peeters heeft het voorwoord geschreven van deze gids,
bij de tijd. Wensen en meningen van ouders vormen een belangrijke bron voor nieuwe ontwikkelingen op onze scholen. AWBR stelt hoge eisen aan de kwaliteit van haar
Mede namens het team van de Leonardo da Vincischool,
scholen: op het gebied van kwaliteit van lesgeven, leerprestaties, omgaan met elkaar en leeromgeving. Een AWBR school heeft kwaliteit! Op welke wijze u ook gebruik maakt van deze gids, als naslagwerk of ter oriëntatie: veel leesplezier!
René Peeters
Algemeen Directeur AWBR
4
Schoolgids 2010/2011
Bouwien van Weringh Directeur
Schoolgids 2010/2011
5
2.Onze school
3. Uitgangspunten en visie
De Leonardo is een buurtgerichte school
Verscholen achter een grote poort op de Nassaukade staat onze school. Een geheel nieuw schoolgebouw dat in maart 2009 in gebruik is genomen. Het is een prachtige plek waar veel rust van uitstraalt. Om het gebouw is er een mooie speelplaats en op de tweede verdieping een prachtige sportzaal. Vanaf de verhuizing zijn wij een brede school geworden. Dat betekent onder andere dat er een nauwe samenwerking is met allerlei instanties in de buurt. Deze zijn dus niet gehuisvest in ons gebouw zoals bij enkele andere brede scholen. Wel is er een peuterspeelzaal (Mona Liesje) en een naschoolse opvang in het gebouw en dat biedt veel voordelen Verder is in het nieuwe gebouw een enorme sprong gemaakt op het gebied van ICT. In de
6
Schoolgids 2010/2011
groepen 3 tot en met 8 zijn digitale schoolborden geplaatst. De bekabeling is geheel volgens de laatste inzichten en vanaf het schooljaar 2009 – 2010 is de school (net als alle Amsterdamse basisscholen) aangesloten op de glasvezelring. We zijn dan onderdeel van Breedband Onderwijs Amsterdam (BOA ) en kunnen (met veel snelheid) gebruik maken van allerlei ICT toepassingen.
waarin talenten van ieder worden ontdekt en ontwikkeld. Er is veel aandacht voor elkaar, men kent en ziet elkaar. Het pedagogisch klimaat is goed en de intentie om dit goed te houden is groot. Sociale omgangsvormen zijn ondersteunend om je verder te helpen in deze wereld, hier wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Wij zien ouders, verzorgers en school als partners. Wij kunnen elkaar versterken om de ontwikkeling van het kind zo optimaal en harmonieus mogelijk te laten verlopen. De school is kleinschalig. Momenteel zijn er negen groepen met gemiddeld 25 kinderen. Enige groei in het aantal leerlingen is nog mogelijk. De school heeft momenteel een gemengde populatie. Wij streven naar handhaving hiervan en zullen ook initiatieven op dit gebied blijven ontplooien.
de kleutergroepen is het mogelijk om met een flexibele opstelling te werken. De leerkrachten worden voortdurend getraind op het gebied van ICT. Tekenonderwijs en leesplezier vormen twee
Wij werken in jaarklassen en het leerstof-
speerpunten binnen de school. Creatieve
aanbod is daarop gericht. Toch is er heel erg
uitingen van het kind nemen een belangrijke plaats in. We laten het kind zoveel mogelijk ervaringen opdoen op zoveel mogelijk gebieden zoals bijv. beeldende vorming, muzikale vorming, dramatische vorming en tekenen. Ieder jaar kiezen wij een aantal thema’s waarop wij de tekenlessen baseren. Bijvoorbeeld het thema ‘ruimte’ of het thema ‘kleur’. De resultaten van deze lessen kunt u in de school bewonderen.
veel aandacht voor het individuele kind. Naast een klassikaal aanbod is er ruimte voor werken in niveaugroepjes of op individueel niveau. Ook werken de kinderen hard aan het ontwikkelen van hun zelfstandigheid. De basisvaardigheden taal, rekenen en begrijpend lezen zijn belangrijke pijlers voor het onderwijs. Maar ook de ontwikkeling van denkvaardigheden krijgt een prominente plaats.
We willen het leesplezier bij kinderen beEr wordt zo optimaal mogelijk gebruik
vorderen. We vinden het belangrijk dat onze
gemaakt van de didactische en technische
leerlingen niet alleen goede lezers, maar ook liefhebbers van lezen worden. Kinderen die lezen vergroten hun woordenschat en kennis op de wereld. Door het lezen en luisteren naar verschillende verhalen, sprookjes en gedichten, wordt ook taalgevoel en fantasie gestimuleerd. In alle
mogelijkheden van ICT. De school is aangesloten op het glasvezelnet van het project Breedband Onderwijs Amsterdam. Hiermee is snel dataverkeer mogelijk. In de groepen 3 tot en met 8 zijn er digitale schoolborden en in
Schoolgids 2010/2011
7
4. Het onderwijs groepen wordt structureel veel aandacht besteed aan (voor)lezen. We doen mee aan verschillende leesbevorderende activiteiten, zoals de Kinderboekenweek, het voorleesontbijt en de nationale gedichtendag. De Leonardo is een (netwerk) Brede school.
Brede scholen hebben een aanbod van voor-, tussen- en naschoolse activiteiten. Er is een goed aanbod van sportactiviteiten, is er meer cultuureducatie en hebben taal-, ICT- en/of techniekonderwijs hierin een plaats. Talenten van kinderen kunnen zo vroeg worden herkend en gestimuleerd. Kinderen hebben daardoor verschillende leerervaringen en dit geeft hen een stevige basis voor hun verdere leven.
3.1
Diversiteitsbeleid openbaar onderwijs Amsterdam De stad Amsterdam kent een grote diversiteit aan mensen, culturen en religies. Belangrijk uitgangspunt binnen het openbaar onderwijs is dat deze mensen, culturen en religies elkaar met openheid en respect kunnen ontmoeten en samen kunnen leven. De school moet een instituut zijn waar leerlingen, ouders en onderwijspersoneel van alle religies, levensbeschouwingen en seksuele geaardheid zich welkom en gerespecteerd voelen.
4.1
Plaatsing leerlingen openbaar basisonderwijs West 4.1.1 Plaatsing van nieuwe leerlingen Vanaf 1 mei 2010 vormen de stadsdelen Oud-West, Bos & Lommer, Westerpark en de Baarsjes het nieuwe stadsdeel West. Tot 1 januari 2011 wordt er (in het ‘oude’ stadsdeel Oud-West) nog gebruik gemaakt van het plaatsingsbureau. Daarna zal er voor het stadsdeel West een nieuw beleid geformuleerd worden. Wij zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen.
[email protected] tel: 020-2530326
4.1.2 Plaatsing van leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte In 2003 was er een wetswijziging met betrekking tot de leerling-gebonden financiering, beter bekend als het ‘rugzakje’. Deze wet beoogt een betere integratie van leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. Een school die een leerling plaatst krijgt daarvoor extra middelen. Deze middelen kunnen worden ingezet voor extra formatie en materiaal. Ouders moeten deze financiering zelf aanvragen. Dit gebeurt in overleg met onze interne begeleider.
4.2
De groepen
De school is opgedeeld in ‘bouwen’. De onderbouw bestaat uit kleuters en de groepen 3 en 4. De groepen 5, 6, 7 en 8 vormen de bovenbouw.
8
Schoolgids 2010/2011
In bijna alle groepen staan twee leerkrachten (duo’s). In goed overleg verzorgen en verdelen zij het lesaanbod. Dat geeft de mogelijkheid om je als leerkracht te specialiseren: de één verdiept zich bijvoorbeeld in het vak geschiedenis, terwijl de ander het tekenonderwijs op zich neemt. Wij hebben in onze school negen groepen: drie kleutergroepen en zes jaargroepen. In onze kleutergroepen (rood, geel en blauw) zitten de kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar. Het biedt het oudere kind de kans het jonge kind dingen te leren en de jonge kinderen kunnen zich optrekken aan de oudere kinderen. Onze school heeft een Voorschool. De Voorschool is een samenwerking tussen peuterspeelzaal en basisschool, bedoeld voor kinderen vanaf 2 ½ tot 6 jaar. Er is veel overleg tussen de leidsters van de speelzaal en de leerkrachten van de basisschool. In de peutergroepen wordt hetzelfde lesprogramma aangeboden. Dat maakt de overgang van peuterspeelzaal naar basisschool gemakkelijker. Voor kinderen met een taalachterstand betekent dat gerichte hulp vanaf 2 ½ jaar in een doorgaande lijn.
4.3
Oudercontactpersoon
Wij hechten aan een goede samenwerking tussen ouders en school. Om de weg tussen ouders en school gemakkelijk te maken en de ouderbetrokkenheid te vergroten, is er op onze school een oudercontactpersoon aangesteld: Sakina Badho. Zij organiseert allerlei activiteiten en lessen voor ouders zoals bijv. cursussen en opvoedworkshops. De oudercontactpersoon is aanspreekpunt zowel voor de school als voor de ouders.
Schoolgids 2010/2011
9
4.4
Hoe werken we in de groepen? Onderbouw In de kleutergroepen werken we met thema’s, die voorbereid worden volgens de uitgangspunten van basisontwikkeling. Dit houdt in dat de thema’s van tevoren niet helemaal vast staan. Er is een grote inbreng van de kinderen mogelijk. Ze kunnen zelf initiatieven ontwikkelen om een thema uit te bouwen, zodat de thema’s aansluiten bij de belangstelling of belevingswereld van de kinderen. Thema’s kunnen komen uit de leefsituaties van de kinderen (‘ziek zijn’), de omgeving van de kinderen (‘mijn straat), de natuurlijke omgeving (‘de kinderboerderij’, ‘de lente’), fantasie (‘sprookjes’) en de actualiteit (diverse feesten). Per schooljaar komen gemiddeld vier thema’s aan bod. De inhoud van het thema ligt niet van te voren vast, maar voldoet wel aan de onderwijskundige doelen: er is een gevarieerd aanbod van kernactiviteiten (spel-, lees-, schrijf-, reken en wiskunde-, gespreks- en kring-, onderzoeks- en constructieactiviteiten).
10 Schoolgids
2010/2011
De kinderen komen zelf met ideeën. Ook nemen zij initiatieven om het thema uit te bouwen. Er is veel aandacht voor taalontwikkeling. Jonge kinderen herkennen de M van MacDonalds, ze luisteren naar een verhaal en ze ‘schrijven’ een verlanglijstje. Het gaat hierbij om functionele, op communicatie gerichte mogelijkheden van taal. We kiezen daarom voor activiteiten die uitnodigen tot communicatie: samen plannen maken, samen problemen oplossen. In de kleutergroepen is veel aandacht voor talige activiteiten: het maken van een boek, een verhaal naspelen bij de verteltafel, vertellen bij een tekening. Wij stimuleren de ontluikende geletterdheid op speelse wijze. Wij gebruiken daarvoor de methode Ik en Ko als ondersteuning. In het lokaal zijn verschillende hoeken waar de kinderen zelfstandig aan de slag gaan. Er is een huishoek, een bouwhoek, een constructiehoek, de vertelhoek, een lees-taalhoek, een knutsel-, teken- en schilderhoek. De hoeken wisselen van inhoud en accent afhankelijk van het thema.
Groepen 3+4 en bovenbouw Het onderwijs vanaf groep 3 wordt in grote mate bepaald door onderwijsmethodes voor taal, lezen, rekenen en wereldoriëntatie. De hoeveelheid kennis en vaardigheden die de kinderen zich tot en met groep 8 moeten eigen maken is dermate groot en gecompliceerd, dat elke leerkracht behoefte heeft aan houvast in de vorm van methoden en vastgelegde samenhangende afspraken. Wat wij per leerjaar behandelen en aanbieden bespreken wij in de teamvergaderingen en onze afspraken en onze streefdoelen leggen wij vast in het schoolplan. Het schoolplan is een wettelijk document waarin wij als school verantwoording afleggen aan de inspectie en het bevoegd gezag. Tevens is het voor ons een leidraad voor steeds een periode van vier jaar. Het Ministerie van Onderwijs heeft een aantal
kerndoelen vastgelegd waarin de hoeveelheid kennis en vaardigheden staat beschreven. Elke basisschool moet aan deze kerndoelen voldoen. Uiteraard brengt het werken met deze methoden een zekere uniformiteit met zich mee, maar het is niet zo dat wij van alle leerlingen hetzelfde verwachten. Het verschil in aanleg en tempo tussen kinderen onderling krijgt binnen de methoden een plaats en zorgt meestal niet voor problemen. Ondanks het feit dat lezen, taal en rekenen bij uitstek cursorische vakken zijn (dit betekent dat er pas met het volgende onderdeel kan worden begonnen als het vorige beheerst wordt) kunnen de meeste kinderen de leerlijn volgen. Dit kan door het gebruik van moderne methoden die gebaseerd zijn op het geven van basisstof, herhalingsstof of stof ter verrijking of verdieping.
Schoolgids 2010/2011
11
bewegings onderwijs
lezen sociale cohesie
taal 4.5 De leergebieden 4.5.1 Inleiding In de Wet op het primair onderwijs is in artikel 8 vastgelegd dat het onderwijs een brede ontwikkeling van leerlingen beoogt. Dit betekent dat het onderwijs zich moet richten op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling van de leerlingen, op het tot ontwikkeling brengen van hun creativiteit en op het verwerven van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Kerndoelen beschrijven de inhoud van het onderwijs. Ze geven globaal aan wat een leerling moet kennen en kunnen aan het eind van de basisschool. Het Besluit kerndoelen primair onderwijs 2006 onderscheidt zes leergebieden:
Nederlandse taal l Engelse taal l Rekenen/wiskunde l Oriëntatie op jezelf en de wereld l Kunstzinnige oriëntatie l Bewegingsonderwijs l Er zijn ook leergebiedoverstijgende kerndoelen rond de thema’s: werkhouding, werken volgens een plan, gebruiken van uiteenlopende leerstrategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag en nieuwe media. Wij vinden een goed sociaal en pedagogisch klimaat erg belangrijk en daarom besteden wij aan de leergebiedoverstijgende thema’s minstens zoveel aandacht als aan de kerndoelen van de leergebieden.
12 Schoolgids
2010/2011
wereldoriëntatie
schrijven verkeer
kunstzinnige oriëntatie
4.5.2 Lezen De kinderen in groep 3 leren lezen met De leessleutel. De leessleutel is een complete methode voor aanvankelijk lezen en taal. Rond januari maken de leerlingen uit groep drie een start met niveaulezen. Deze aanpak houdt in dat de leerlingen 4 keer per week de dag beginnen met het (technisch) lezen op hun eigen niveau. Wanneer de kinderen technisch lezen voldoende beheersen, lezen zij vrij. Het gaat in deze fase met name om het behouden en bevorderen van leesplezier. Natuurlijk sluiten we aan bij het individuele tempo en interesse van de kinderen. Deze werkwijze vereist een goede bibliotheek. Wij beschikken over een actuele bibliotheek waarin het voor de kinderen goed zoeken en vinden is. Een van de ouders houdt de bibliotheek up to date. De werkgroep ‘Leesplezier’ geeft leerkrachten adviezen om het lezen voor de kinderen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De school doet graag mee aan landelijke activiteiten als de Kinderboekenweek en het voorleesontbijt.
4.5.3 Nederlandse taal Vanaf groep 4 maken wij voor het taal- en spellingsonderwijs gebruik van de methode Zin in Taal. Deze taalmethode bevat leerlijnen voor spreken/ luisteren, woordenschat, woordbouw, zinsbouw en schrijven. Taalbeschouwing is in alle leerlijnen geïntegreerd. Met Zin in taal - Spelling leren de kinderen door gebruik te maken van verschillende strategieën hoe ze de juiste spelling van een woord kunnen achterhalen. Voor begrijpend lezen gebruiken we in de groepen 4 tot en met 8 de methode Goed
rekenen
Gelezen. Deze methode leert de kinderen een stappenplan gebruiken om een tekst goed te begrijpen. Dit stappenplan is gebaseerd op de strategieën die een ervaren lezer impliciet gebruikt bij het lezen van een tekst. Door deze stappen steeds opnieuw toe te passen op leuke en afwisselende leesteksten, maken de kinderen zich dit denkmodel meer en meer eigen om uiteindelijk goede lezers te worden.
kind de kans op zijn niveau en tempo een eigen handschrift ontwikkelen. In de midden- en bovenbouw wordt oa de schrijfsnelheid verbeterd en wordt met creatieve oefeningen (bv kalligraferen) het handschrift verder ontwikkeld. Meer weten? U kunt meer informatie vinden over de methode op www.boreaal.nl.
rekenen met de methode Wereld in Getallen (nieuwste versie). Met de Wereld in Getallen leren de kinderen inzicht ontwikkelen en handig rekenen. Ze leren zich bewust te worden van een rekenhandeling: de leerlingen kunnen zich er iets bij voorstellen (realistisch rekenen).
4.5.6 Verkeer De kinderen krijgen op onze school in groep 7 verkeerslessen. Er worden veel verkeersregels en verkeersborden behandeld, maar er wordt steeds zoveel mogelijk uitgegaan van de eigen belevingswereld. De eigen ervaringen in de buurt worden uitgebreid besproken en geanalyseerd. De lessen verkeer worden rond maart afgesloten met het verkeersexamen. Dit examen heeft geen praktijkgedeelte, maar bestaat uit een schriftelijke en mondelinge test.
4.5.5 Schrijven Schrijven leren onze kinderen
4.5.7 Wereldoriëntatie Voor aardrijkskunde
met de methode Novoskript. Binnen deze methode wordt er veel aandacht geschonken aan de motorische vaardigheden. Niet alleen de fijne maar ook de grove motoriek; vooral in de onderen middenbouw doen de kinderen veel speelse oefeningen en activiteiten om hun hele lichaam (links en rechts!) te ontwikkelen. Dat is belangrijk voor hun te vormen handschrift. Al vanaf 4 jaar doen de kinderen gerichte oefeningen voor de (schrijf)motoriek, maar pas halverwege groep 4 starten de kinderen met ‘echt’ schrijven tussen spoorlijnen. Er wordt vaak een beroep gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid en kinderen leren kritisch naar hun eigen werk te kijken. Op een ontspannen en veilige manier, krijgt elk
werken wij met: De Blauwe Planeet. Deze methode is goed te gebruiken in combinatie met de digitale borden en sluit goed aan bij de eisen van deze tijd. In de onderbouw wordt voornamelijk gewerkt met thema’s en projecten. Verder maken de kinderen werkstukken en houden ze spreekbeurten. Doel is het leren opzoeken van informatie en het presenteren van een onderwerp. Sinds dit schooljaar is er een nieuwe geschiedenismethode vanaf groep 5: Wijzer door de Tijd.
4.5.4 Rekenen Wij leren de leerlingen
4.5.8 Burgerschap en sociale cohesie De partners binnen de school (peuterspeelzaal,
Schoolgids 2010/2011
13
naschoolse opvang en school) werken samen op dit gebied. Uitgangspunt is het programma van de Vreedzame school. Kinderen worden voorbereid om deel te nemen aan de (democratische) samenleving. Er is veel aandacht voor competenties om met andere mensen om te gaan. Hierin willen we als school het voorbeeld geven.
4.5.9 Kunstzinnige oriëntatie Kinderen op onze school maken kennis met de volgende kunstvakken: l Beeldende Vakken: tekenen, handenarbeid en textiele werkvormen. l Muziek l Drama Deze vakken hebben tot doel de interesse van het kind te wekken en talent te ontwikkelen. Zelf proberen en zelf ondervinden leveren een belangrijke bijdrage aan de ervaringswereld van het kind. Naast een kwalitatief eindproduct vinden wij groei binnen de eigen mogelijkheden van het kind belangrijk. Het tekenonderwijs neemt een bijzondere plaats in. Per jaar kiezen de vakleerkrachten
twee of drie thema’s, die ieder in een periode van twee maanden de volle aandacht krijgen. We behandelen bijvoorbeeld kleur, contrast, compositie of vorm. De cyclus van thema’s herhaalt zich eens in de drie jaar, zodat de kinderen in de loop van de gehele basisschooltijd, steeds iets dieper kunnen ingaan op elk onderwerp. Aan het begin van een periode krijgt het team zelf schilder- en tekenles van onze vakleerkrachten tekenen. In die les komen problemen en
14 Schoolgids
2010/2011
aspecten van het specifieke onderwerp aan de orde. Dan werken de leerkrachten zelf een serie opdrachten zodanig uit, dat die aansluiten bij de belevingswereld en de leeftijd van het kind. Als afsluiting van de periode wordt in de school een tentoonstelling ingericht. In de klas geven wij ook kunstbeschouwinglessen.We kijken dan naar het werk van diverse kunstenaars en praten daar met de kinderen over. Door kindertekeningen met beeldende kunst te combineren, ontdekken de leerlingen de grote verscheidenheid aan beeldende oplossingen binnen een thema. Bovendien wordt beeldende kunst door haar aanwezigheid in de school voor een kind een stuk toegankelijker. In de bovenbouw vinden ook museumbezoeken plaats. De vakleerkrachten tekenen ondersteunen en begeleiden het team bij de uitvoering van het bovenstaande.
4.6 Buitenschoolse
activiteiten
Onze school maakt dankbaar gebruik van de mogelijkheid buiten de school te kunnen leren. Er zijn veel instanties die programma’s aanbieden. Wij maken een selectie uit het aanbod, waarbij we rekening houden met het aansluiten bij de leerstof, de kosten en de tijd. De activiteiten worden betaald uit het schoolbudget, het ouderfonds of soms met een speciale subsidie. Wij geven u een overzicht van onze buitenschoolse activiteiten.
Lessen in Artis Een bezoek aan Artis hoort bij het vaste programma van de school. Elke leerkracht kan met de groep deelnemen aan Artislessen. Deze duren vaak een uur, gevolgd door opdrachten in de tuin. Wij koppelen meestal aan deze lessen een Artisbezoek, zodat de leerlingen de hele dag in Artis kunnen zijn.
4.5.10 Bewegingsonderwijs Voor het bewegingsonderwijs hebben wij een vakleerkracht. Alle groepen krijgen minstens één keer per week les van de vakleerkracht en soms een keer van de eigen leerkracht. De kleuters gaan zoveel mogelijk naar het gymlokaal. De kinderen dragen in deze lessen gymkleding: die ze meenemen in een gymtas. Zonder gymkleding kan er niet gegymd worden. Na de gymles wordt er gedoucht. Soms gaan we met de kinderen buiten de school sporten, bijvoorbeeld schaatsen op de Jaap Edenbaan.
Bibliotheeklessen De groepen 1 t/m 8 maken gebruik van de bibliotheeklessen in Bibliotheek De Vierhoek. De kinderen gaan hier lopend naar toe onder begeleiding van de leerkracht en ouders. Naast deze lessen heeft onze school ook een eigen ‘bieb’ waar groep 3 t/m 5 wekelijks en groep 6 t/m 8 dagelijks hun boeken kunnen lenen. Ze kunnen niet alleen leesboeken lenen, maar ook boeken voor spreekbeurten en werkstukken. De kleuters zoeken er boeken voor hun klas uit. Verder maakt de school soms gebruik van voorlichting van de openbare bibliotheek, over bijvoorbeeld activiteiten rond de Kinderboekenweek. Bij de Onderwijsmediatheek lenen wij ter onder-
steuning van de thema’s boeken. Zo beschikken wij over een uitgebreide collectie lees- en prentenboeken en informatieve boeken op verschillend niveau.
Kunstkijkdag Aan deze dag nemen de kinderen van groep acht deel. Ze zijn de hele dag op pad en genieten van allerlei vormen van kunst: musea, muziekvoorstellingen en theater.
Muziekatelier/museumlessen De groepen doen mee aan projecten van het Muziekatelier. Op school geven de leerkrachten muzieklessen, die zijn gemaakt door het Muziekatelier. Het resultaat is een voorstelling in het theater. Ook zijn er bezoeken aan het concertgebouw. Groep 8 volgt museumlessen in verschillende musea.
Sportdag / spellendag Voor de groepen 1 t/m 4 wordt er in de loop van het schooljaar een speldag georganiseerd. In het voorjaar is de jaarlijkse sportdag voor de groepen 5 t/m 8. Er
Schoolgids 2010/2011
15
wordt dan een spelcircuit uitgezet. Groep 8 heeft ook elk jaar een Olympische sportdag en een sportdag in de polder.
bad. Leerlingen uit hogere groepen die hun diploma nog niet hebben behaald kunnen mee als nazwemmers. De leerlingen gaan er met een schoolbus heen.
Schoolreisjes Onze school organiseert voor haar leerlingen jaarlijks een schoolreisje. De bovenbouw (groep 7 en 8) gaat 3 dagen op schoolkamp in de maand september. Een schoolreisje aan het begin van het schooljaar komt naar ons idee de groepsvorming bijzonder ten goede. De groepen 1 t/m 2 gaan veelal in de directe omgeving van Amsterdam een dagje naar een park of speeltuin. De groepen 3 t/m 6 gaan op hun reisje wat verder weg en zoeken ontspanning met een educatief element. Wij willen graag dat alle kinderen deelnemen aan deze schoolreisjes. Om de schoolreisjes te kunnen betalen vragen wij de ouders om een bijdrage. Deze bijdrage verschilt per groep. Wij maken de datum, bestemming en eigen bijdrage ruim van te voren bekend.
Schoolzwemmen Onze kinderen doen mee aan het schoolzwemmen. De Gemeente Amsterdam biedt dit aan en subsidieert het ook, daarom is het schoolzwemmen geheel kostenvrij. Groep 5 gaat één keer per week naar het Marnix-
16 Schoolgids
2010/2011
Schooltuinen De kleuters gaan twee keer per jaar naar de schooltuinen. Zij lopen daar het Kabouterpad. De kinderen in groep 6 nemen deel aan het programma ‘Het jaar rond’. De kinderen leren het zaaien en oogsten van planten en groenten. Eerst krijgen zij theorielessen binnen en later in het jaar werken ze in de tuin. In groep 7 aan het begin van het schooljaar, kunnen de kinderen ervaren hoe er na hard werken geoogst kan worden. Ze krijgen hun gekweekte, onbespoten groenten en bloemen mee naar huis. Feesten Jaarlijks terugkerende feesten op onze school zijn het Sinterklaasfeest, het Kerstdiner, het Paasontbijt, het Suikerfeest, het en het eindfeest van groep 8. Naast al het bovengenoemde krijgen wij ieder jaar aanbiedingen om mee te doen aan een incidentele activiteit. Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld een bioscoopbezoek, een herfstwandeling of deelname aan een project. U zult daarover tijdig bericht krijgen.
Schoolgids 2010/2011
17
4.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs Resultaten CITO-eindtoets basisonderwijs In Amsterdam maken alle leerlingen in het laatste jaar van de basisschool een Cito-toets, behalve de niet-Nederlandstalige leerlingen die minder dan twee jaar in Nederland zijn. Amsterdam streeft ernaar, de Cito-eindscores van Amsterdamse leerlingen op of boven het landelijke gemiddelde te brengen. De Amsterdamse basisscholen hebben dit met elkaar afgesproken binnen de kaders van ‘Jong Amsterdam/Kinderen Eerst’. Door middel van de Cito-toets (ook wel ‘Eindtoets Basisonderwijs’ genoemd) worden de kinderen op hun kennis en vaardigheden getest. Daarbij wordt gekeken naar de volgende vier onderdelen: taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie. Het basisschooladvies voor het vervolgonderwijs wordt uitgebracht voordat de Cito-eindtoets wordt afgenomen. Dit schooladvies is tezamen met de uitkomst van de toets het uitgangspunt voor de schoolkeuze. Het schooladvies wordt bepaald aan de hand van een aantal criteria: intelligentie en niveau, zelfstandigheid, tempo, werkhouding en belangstelling. Daarnaast wordt gekeken naar de sociaal-emotionele en creatieve vaardigheden van het kind. Bij de openbare scholen Amsterdam West Binnen de Ring wordt de
18 Schoolgids
2010/2011
Cito-toets afgenomen bij in principe alle leerlingen van groep acht. In deze schoolgids worden twee verschillende gemiddelde Citoscores van de school gepubliceerd: 1.De gemiddelde score van alle kinderen die hebben deelgenomen aan de Citotoets. 2.De gemiddelde score van alle kinderen die hebben deelgenomen aan de Citotoets, uitgezonderd de leerlingen die een (voorlopig) schooladvies krijgen voor leerwegondersteunend of praktijkonderwijs. Via www.cito.nl kunt u zich algemeen informeren over de Cito-toets. De gemiddelde Cito-score van schooljaar 2007 538,2 inclusief en exclusief 540,5 De gemiddelde Cito-score van schooljaar 2008 539,2 inclusief De gemiddelde Cito-score van schooljaar 2009 537,7 inclusief en exclusief 538,8 De gemiddelde Cito-score van schooljaar 2010 532,5 inclusief en exclusief 535,2
Er is altijd goed overleg tussen basisschool en ouders. Uiteindelijk bepaalt U naar welke school uw kind gaat. Wij houden contact met het voortgezet onderwijs via terugrapportages, die ons drie jaar lang worden de advisering al dan niet juist is geweest.
Hier vindt u alle Cito-eindscores van de kinderen van schooljaar 2009-2010
De Cito-score loopt van 500 tot 550. De kernprocedure hanteert scores waarbij een leerling automatisch toelaatbaar is tot een bepaalde vorm van voortgezet onderwijs. Heeft een leerling een lagere score maar wel het juiste basisschooladvies dan volgt er overleg met de leerkracht van groep 8: VMBO-basis 521 en hoger VMBO-kader 529 en hoger VMBO-theoretisch 534 en hoger HAVO 538 en hoger VWO 545 en hoger
Score
Aantal kinderen
Advies vervolgonderwijs
550 550 548 544 544 543 542 541 539 538 535 533 532 531 530 525 522 517
1 Gymnasium 1 VWO 1 VWO 1 Gymnasium 2 HAVO/VWO 1 HA VO/VWO 4 HA VO/VWO 1 VWO 1 VMBO -t/HA VO 1 VMBO -t/HA VO 1 VMBO -t/HA VO 1 VMBO -t 2 VMBO -t 1 VMBO -g 1 VMBO -k/ +LWOO 1 VMBO -k 1 VMBO -b/ +LWOO 1 VMBO -k geen cito gedaan 1 Praktijk onderwijs
Schoolgids 2010/2011
19
5. De zorg
voor de leerlingen
5.1
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen Wij houden van iedere ingeschreven leerling een dossier bij (zowel digitaal als op papier). Daarin verzamelen wij persoonlijke gegevens, leerling-besprekingen, verslagen van gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, toets- en rapportgegevens. De intern begeleider, die het proces van zorg voor de leerlingen bewaakt en stuurt, beheert de dossiers. De intern begeleider, de leerkrachten en de directeur hebben inzage in de dossiers. Ook u kunt de inhoud van het dossier, voor zover het uw kind betreft, raadplegen.
5.1.1 Het dagelijks werk van de kinde-ren De leerkrachten kijken het werk van de kinderen na en voorzien het van feedback. In de kleutergroepen krijgen de kinderen hun werk vaak direct mee naar huis. Vanaf groep 3 werken de kinderen ook in schriften. Wij toetsen regelmatig met methode gebonden toetsen en repetities wat de vorderingen van de leerlingen zijn. De schriften en het overige werk van de kinderen liggen tijdens de rapportbesprekingen ter inzage.
5.1.2 Onafhankelijke toetsen Wij gebruiken CITO-toetsen voor de hoofdvakken. Voor de kleuters gebruiken we naast toetsen van Cito een observatie-registratiesyteem om de ontwikkeling te volgen. In groep 7 nemen we de entreetoets af en in groep 8 de cito eindtoets. Op vaste tijdstippen worden deze methodeoverstijgende toetsen afgenomen. De toetsen worden volgens een toetskalender afgenomen. (Zie bijlage 4). De uitslagen van deze toetsen, waarbij een vergelijking met een landelijk gemiddelde mogelijk is, geven ons objectieve gegevens over de leerprestaties van uw kind. De uitslagen, die worden onderverdeeld in A, B, C, D en E scores, zijn van invloed op het al dan niet inzetten van extra hulp. De uitslagen van deze toetsen voeren wij in de computer in.
20 Schoolgids
2010/2011
De verrichtingen van ieder kind en de groep kunnen zo op langere termijn worden gevolgd. Verder putten wij uit het protocol leesproblemen & dyslexie (groep 3 en 4) en voor de sociaalemotionele ontwikkeling uit: ’Kijk! op sociale competentie!’. De intern begeleider en de leerkracht bespreken de individuele resultaten. Zij doen hiervan verslag in de teamvergadering. Wij gebruiken de uitkomsten ook om ons onderwijs te evalueren en bij te stellen. De scores zijn alleen voor de groepsleerkrachten, de intern begeleider en de directie toegankelijk. Op verzoek is deze informatie ook voor ouders ter inzage. De groepsleerkracht houdt de toetsgegevens van het lopende jaar, evenals de resultaten van het overige werk, bij in de groepsmap. Naast het geven van waardering voor het gemaakte werk vinden wij het ook heel belangrijk kinderen tijdens hun werk te observeren. Eenmaal per jaar screenen we alle leerlingen door het invullen van gedrag- en werkhoudinglijsten.
5.1.3 Het Amsterdamse Monitorbedrijf Primair Onderwijs De Amsterdamse schoolbesturen hebben gezamenlijk afgesproken dat zij de ontwikkeling van de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs willen volgen. Om dat te kunnen doen hebben zij het Amsterdams
Monitorbedrijf Primair Onderwijs opgericht. De besturen willen door het bekijken van gegevens van meerdere jaren nagaan of bepaalde aanpakken en programma’s in het onderwijs bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat dan ook om het belang van uw kind. Daarnaast wil men inzicht hebben in de keuze voor de verschillende soorten van voortgezet onderwijs na de basisschool. Het blijven volgen van de schoolloopbaan van leerlingen in het voortgezet onderwijs is ook voor de lange termijn van belang. Goede conclusies kunnen meestal pas na een paar jaar getrokken worden en zijn belangrijk om te kunnen beslissen op welke wijze scholen (extra) moeten worden ondersteund. Vandaar dat de besturen het over meerdere jaren willen bekijken. Bovendien hebben de stadsdelen en de gemeente Amsterdam van tijd tot tijd ook gegevens nodig om verantwoording af te leggen aan de rijksoverheid die extra geld beschikbaar stelt voor speciale doelen zoals bijvoorbeeld Voorschool en schoolzwemmen. In de administratie van de school worden gegevens van de leerlingen en toetsresultaten tot en met het behalen van een zwemdiploma opgeslagen. Deze gegevens worden eenmaal per jaar geanonimiseerd doorgestuurd aan het Monitorbedrijf. Vervolgens worden de gegevens bewerkt tot overzichtelijke rapportages op het niveau van de school, het schoolbestuur en het stadsdeel. De individuele leerling-gegevens zijn hierin niet meer terug te vinden. Door de gegevens jaarlijks uit de schooladministratie op te halen blijft het extra werk voor de scholen tot het minimum beperkt. Het Monitorbedrijf is een voorziening van de gezamenlijke schoolbesturen. De schoolbesturen
blijven dan ook eigenaar van de gegevens. De schoolbesturen hebben de gegevensverzameling van het Monitorbedrijf in het kader van de wettelijke voorschriften aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP ). Het CBP controleert of verzamelingen van gegevens voldoen aan de wettelijke voorschriften. Het CBP heeft de werkwijze en privacybescherming van het Monitorbedrijf goedgekeurd. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de schoolbesturen de gegevens alleen gebruiken voor de doelen die hiervoor zijn aangegeven. Daarnaast hebben de schoolbesturen ervoor gezorgd dat de gegevens op een beveiligde computer worden opgeslagen en alleen een door de besturen aangewezen instantie de gegevens mag inzien en bewerken om goede rapportages en overzichten te maken.
5.1.4 Verslaggeving door groepsleerkracht en wijze waarop dit besproken wordt Twee keer per jaar maken de leerkrachten voor de kinderen van groep 3 tot en met 7 een rapport. Dit rapport wordt met het kind besproken. Vervolgens licht de leerkracht het rapport toe in het 10-minuten gesprek met de ouders/verzorgers. Dan kunt u het mee naar huis nemen. De ouders van groep 1 en 2 worden eveneens uitgenodigd voor een gesprek. Voor de kleuters maken wij geen rapporten. Leidraad voor het gesprek is het kindverslag, de leerkracht beschrijft de ontwikkeling van uw kind aan de hand van onderwerpen als sociaal emotionele ontwikkeling en lees/schrijf/taal activiteiten. De leerkracht verneemt graag hoe uw kind zich op school voelt. Mocht er tussentijds behoefte zijn aan een gesprek, dan kunt u met de groepsleerkracht een afspraak maken.
Schoolgids 2010/2011
21
5.2 Passend Onderwijs
Het beleid van de rijksoverheid is erop gericht dat in het kader van het rijksbeleid Weer Samen naar School (WSNS) en Passend Onderwijs zoveel mogelijk kinderen met leer- en/of gedragsproblemen binnen de eigen school op te vangen. De basisschool bepaalt niet alleen hoe deze zorg voor de leerlingen gestalte krijgt. Daarvoor werken de basisscholen in Amsterdam samen in een samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband wordt een zorgplan opgesteld. Daarin staan de afspraken hoe de leerling-zorg voor de deelnemende scholen is ingericht.
5.2.1 Het constateren van de noodzaak van extra zorg In de meeste gevallen merkt de leerkracht als eerste op dat een kind moeilijkheden met leren of met gedrag heeft. Uitslagen van afgenomen methodeonafhankelijke toetsen kunnen dergelijke signalen ook afgeven. In dat geval bespreekt de groepsleerkracht samen met de intern begeleider de resultaten.
5.2.2 De procedure voor het bieden van extra hulp In onze jaarplanning hebben wij teamvergaderingen met het thema zorg opgenomen. Daarin bespreken wij kinderen. De intern begeleider en de leerkracht bespreken twee keer per jaar hun hele groep in de groepsleerlingbespreking. Als zich tussentijds problemen met kinderen voordoen, lassen we zo spoedig mogelijk een extra leerling-bespreking in. Meestal lukt het de leerkracht in samenwerking met de intern begeleider in te spelen op kleine problemen en specifieke leerbehoeften van kinderen. De leerkracht beschrijft in een handelingsplan welke acties genomen worden. We proberen extra leerkrachten ter ondersteuning in te zetten. Als
22 Schoolgids
2010/2011
zoeken. De jeugdverpleegkundige kan desgewenst een huisbezoek brengen.
getroffen maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren, legt de leerkracht het probleem voor aan het team. Leidt dit alles tot onvoldoende resultaat, dan kan een test aangevraagd worden bij de schoolbegeleidings-dienst (ABC ). Redenen hiervoor kunnen zijn: • we constateren dat de door ons getroffen maatregelen niet het gewenste effect sorteren • door middel van een psychologische test willen we duidelijkheid krijgen over de leermogelijkheden van een kind • door middel van uitgebreid diagnostisch onderzoek stemmen we de remediëring van bepaalde leer- en gedragsproblemen beter af. De groepsleerkracht bespreekt de hier boven genoemde stappen met u. Als de school een onderzoek nodig acht, dan bent u degene die het besluit tot aanmelden voor een onderzoek neemt.
De algemene taken van de GGD zijn:
• • • •
Het OKC en de GGD doen meer:
• zij informeert ons over infectieziekten • adviseert ten aanzien van veiligheid en hygiëne in en rond de school • leent lesmateriaal uit over gezondheidsaspecten • verzorgt voorlichting over mondverzorging en gezondheid in bredere zin • in het OKC is de opvoedwinkel gevestigd, waar u terecht kunt met vragen over de opvoeding. • In samenwerking met de opvoedwinkel verzorgt de school themaochtenden voor ouders.
5.2.3 Zorgbreedte overleg (ZBO) Sinds het schooljaar 2008-2009 zijn scholen verplicht om een zorgbreedte overleg te organiseren. In het ZBO kunnen kinderen worden ingebracht waar de school extra ondersteuning voor zoekt. Er zijn verschillende partijen betrokken bij dit overleg: de leerplichtambtenaar, de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werkster, de interne begeleider en de directeur van de school. Andere specialisten kunnen bij het ZBO worden uitgenodigd. Het is ook mogelijk dat een ouder hierbij wordt gevraagd. Vanuit de verschillende invalshoeken wordt er naar het kind (of het gezin) gekeken. Het ZBO vindt zes maal per jaar plaats. Wanneer een kind wordt besproken in het ZBO worden ouders daarvan op de hoogte gebracht.
5.2.4 Externe relaties in het kader van leerling-zorg De school werkt samen met de overige basisscholen in stadsdeel West op het gebied van zorgverbreding. Onze school
onderzoek van alle kinderen in groep 2 door een arts indien nodig een extra gesprek of onderzoek met jeugdverpleegkundige of met de schoolarts onderzoek van alle kinderen in groep 7 inenten van negenjarigen
kan ook expertise inkopen bij de schoolbegeleidingsdienst (bijvoorbeeld het ABC). We hebben nauw contact met het speciaal (basis) onderwijs. Ambulant begeleiders zetten op ons verzoek hun expertise in om kinderen te observeren en ons te adviseren. Ouders worden op de hoogte gebracht van het gegeven advies en van conclusies uit observaties. We hebben regelmatig overleg met het ouderkindercentrum (OKC). Als ouder heeft u het meest contact met de schoolarts (GGD). Het OKC ondersteunt leerkrachten en / of ouders als zij zich zorgen maken om hun kind. De schoolarts kan u adviseren over de groei en ontwikkeling van uw kind. Indien nodig an de schoolarts uw kind onder-
Onze school maakt gebruik van de diensten van de schooltandarts. U kunt ook zelf met uw kind een afspraak bij de schooltandarts maken. Voor vragen over school, opvoeding en gedrag kunt u terecht bij de schoolmaatschappelijk werker. U maakt een afspraak met haar via de intern begeleider. De schoolmaatschappelijk werker is 1x per 2 weken aanwezig op school. Wanneer u zich zorgen maakt over uw eigen kind of over een ander kind, kunt u daarover contact opnemen met de leerkracht. Ook kunt u zelf rechtstreeks de intern begeleider benaderen. Uiteraard wordt er met informatie over kinderen altijd vertrouwelijk omgegaan.
Schoolgids 2010/2011
23
Brede School 6.
activiteiten De Leonardo da Vinci is een (netwerk) brede school. In het gebouw bevinden zich een peuterspeelzaal en een naschoolse opvang. Ook kunnen de kinderen vanaf vijf jaar deelnemen aan een of meerdere activiteiten na schooltijd. Ieder jaar is er een groot, steeds weer wisselend aanbod. De kinderen tekenen of schilderen onder leiding van een vakleerkracht. Er zijn cursussen schaken, druktechnieken of verzorging van dieren (op locatie in de kinderboerderij). Zij kunnen, gitaarspelen of zingen in een koortje. Maar ook kennis maken met diverse sporten. Deze worden in de school georganiseerd door het sportbuurtwerk. Elk schooljaar zijn er twee blokken met activiteiten. Het eerste blok van 10
7. Personeel
lessen start begin september en loopt tot begin december. Eind februari start het tweede blok. De ervaring leert dat 75 procent van de kinderen uit de groepen 2 tot en met 8 intekenen op een of meerdere cursussen. Vaak is het dringen om een plekje. Wij werken samen met het buurthuis ‘De Havelaar’. Ongeveer twee weken voordat het programma begint, krijgen de kinderen een nieuwsbrief mee naar huis, waarin informatie over de verschillende activiteiten is opgenomen. Meldt een kind zich ergens voor aan, dan verwachten wij dat hij de cursus tot het eind volgt. Aan de deelname zijn kosten verbonden.
7.1 Formatie-inzet en vervanging De rijksoverheid en de lokale overheid geven ons op grond van het leerlingaantal een bepaalde hoeveelheid formatie (personeel). Ieder jaar maken wij op basis hiervan een formatieplan. In geval van ziekte van een leerkracht kan het gebeuren dat er geen invaller beschikbaar is. We kunnen genoodzaakt zijn tot het opdelen of het naar huis sturen van een groep. Dit zal alleen in uiterste noodzaak gebeuren.
7.2 Inzet stagiaires Onze school stelt zich open voor studenten van de Pabo/lerarenopleiding. De stages worden gedurende enige maanden in een vaste groep uitgevoerd. De leerkracht van de groep begeleidt de student bij het werken aan de opdrachten. Ook zijn er regelmatig LIO stages: leerkrachten in opleiding. Deze zijn in het laatste jaar van de
24 Schoolgids
2010/2011
opleiding en draaien zelfstandig een klas. Wel is er begeleiding vanuit school en vanuit de opleiding.
7.3 Scholing van het team De school krijgt ieder jaar een budget voor nascholing. Het doel van scholing is: • het op peil houden c.q. verhogen van de kwaliteit van het onderwijs; • het bevorderen van de deskundigheid van de teamleden; • het bevorderen van de loopbaanontwikkeling van de teamleden; • het volgen van en kunnen inspelen op maatschappelijke tendensen; • het kunnen verlenen van bedrijfshulpverlening in het kader van de veiligheid. De gezamenlijke studiedagen zijn opgenomen in deze schoolgids.
Schoolgids 2010/2011
25
Kwaliteit 8. van het onderwijs Bij kwaliteitsbeleid in de school gaat het om vijf vragen:
• Doen we de goede dingen? • Doen we die dingen ook goed? • Hoe weten we dat? • Vinden anderen dat ook? • Wat doen we met die informatie? Om deze vragen te beantwoorden heeft de school duidelijke informatie, goede instrumenten en een helder beleid nodig. Hiervoor werkt de school nauw samen met het schoolbestuur en de Inspectie van het Onderwijs . Eens in de vier jaar stellen wij een schoolplan op; hierin werken wij op hoofdlijnen onze beleidsvoornemens voor de komende periode uit. Deze beleidsvoornemens gaan over : • het onderwijsaanbod • zorg voor leerlingen • integraal personeelsmanagement materieel beleid • financieel beleid • kwaliteitsbeleid
9. School en ouders
Het schoolplan sluit af met een plan van aanpak waarin per schooljaar staat aangeven hoe wij de beleidsvoornemens gaan uitvoeren. Aan het begin van elk schooljaar evalueren wij samen met het schoolbestuur het voorgaande schooljaar en bekijken het komend schooljaar. Zo nodig stellen wij het schoolplan bij. Onze school werkt met het de kwaliteitsvragenlijsten van Beekveld & Terptra. Dit instrument helpt ons om bij alle betrokkenen van de school na te gaan wat zij van de kwaliteit van ons onderwijs vinden. Er zijn vragenlijsten voor leerkrachten, ouders en leerlingen. Aan de hand van de antwoorden op de vragenlijst wordt een verbeterplan gemaakt en nieuw beleid geformuleerd. Het schoolbestuur monitort op haar beurt weer de kwaliteit van de onder haar vallende scholen. Op deze manier werken wij continu en systematisch aan de kwaliteit van ons onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs is er om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen en te bevorderen. Zij doet dit volgens de kaders van de ‘Wet op het onderwijstoezicht’. De inspectie verricht verschillende soorten onderzoeken op basisscholen en bij schoolbesturen. De inspectie rapporteert haar bevindingen op de website; www.kwaliteitskaart.nl.
9.1 Ouderparticipatie De betrokkenheid van ouders is op onze school van groot belang. Wij hechten aan een goede samenwerking tussen ouders en school. Wij willen dat ouders graag naar school komen. Goede communicatie, zowel schriftelijk als mondeling, tussen ouders en school vinden wij belangrijk. Ouders nemen deel aan de dagelijkse gang van zaken en helpen ons in allerlei structurele en incidentele situaties. Wij onderscheiden bij activiteiten binnen de school verschillende vormen van ouderparticipatie. Deze staan niet op zichzelf, maar passen binnen het totaal van de school en haar visie.
9.2 Schriftelijke informatievoorziening Elk nieuw schooljaar verschijnen als aanvulling op deze schoolgids enkele bijlagen: • Het jaarverslag van afgelopen schooljaar (zie bijlage 1) • een overzicht van het personeel en de inzet van het personeel (zie bijlage 2), • een lijst met belangrijke data van evenementen, vakanties en vrije dagen (zie bijlage 3), • de toetskalender (bijlage 4). Verder komt er ongeveer iedere vier weken een nieuwsbrief uit. In deze nieuwsbrief staan de activiteiten van de komende weken en de actuele
26 Schoolgids
2010/2011
informatie. De school heeft een prachtige schoolkrant ‘Mona Lisa’. De schoolkrant is het resultaat van vruchtbare samenwerking tussen ouders, teamleden en kinderen. In incidentele gevallen krijgen de kinderen een brief mee naar huis. In de hal hangen op het prikbord de notulen van de medezeggenschapsraad en de ouderraad.
9.3 Contacten met leerkrachten en directie In principe loopt het contact over kinderen altijd via de groepsleerkracht. Wilt u iets met de leerkracht bespreken, dan kunt u een afspraak maken. Wilt u dat na schooltijd, telefonisch of per mail doen? Voor schooltijd is de leerkracht namelijk bezig met het voorbereiden van de dag en het ontvangen van kinderen.
9.4 De medezeggenschapsraad Elke school kent een medezeggenschapsraad (MR). De MR bestaat uit drie ouders (gekozen uit en door de ouders) en drie leerkrachten (gekozen uit en door het team). De MR bespreekt in principe alle beleidsbeslissingen binnen de school. Zij heeft op belangrijke beleidsterreinen adviesen / of instemmingsrecht. De rechten en plichten van de MR zijn wettelijk vastgelegd. Ieder jaar
Schoolgids 2010/2011
27
10.
Klachtenregeling stelt de MR een jaarverslag op. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. Eens in de 2 jaar stellen de leden zich herkiesbaar. Voor nadere informatie kunt u terecht bij één van de MR-leden.
9.4.1 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Naast de medezeggenschapsraad is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In de GMR zijn de leden van de medezeggenschapsraden (ouders en personeelsleden) van alle openbare basisscholen binnen AWBR vertegenwoordigd. De MR spreekt zich uit over het beleid op school, de GMR spreekt zich uit over het beleid van het schoolbestuur. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de GMR. Belangrijke beslissingen kunnen niet zonder hun instemming of advies genomen worden. De GMR kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de GMR en het schoolbestuur. Alle rechten van de (Gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad staan in de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). De agenda en notulen van de GMR worden ter informatie naar de MR van onze school gestuurd.
9.5 De ouderraad en de klassenouders Bij de Ouderraad (OR ) staat met name de meer praktische ondersteuning van de leerkrachten en schoolleiding voorop. De OR bespreekt in de jaarlijkse oudervergadering haar plannen en hier kiezen de ouders de nieuwe leden voor de OR . Ook een afvaardiging van het team heeft zitting in de OR .Doordat ouders met hun kinderen ook de school weer verlaten of andere verplichtingen hebben, is de school regelmatig op zoek naar nieuwe ouders voor de OR . De OR komt onge-
28 Schoolgids
2010/2011
veer eens per 6 weken bij elkaar. Vergaderingen van de OR zijn openbaar. De vergaderdata worden bekend gemaakt op het prikbord in de hal. Daar hangen ook de verslagen van deze bijeenkomsten. Op onze school hebben we ook klassenouders van alle groepen. Deze ouders zijn de contactpersonen tussen groepsleerkracht en ouders.
9.6 Ouderbijdrage Het onderwijs op onze school is gratis. Wij kunnen echter sommige activiteiten, bijvoorbeeld feesten en excursies, niet doen zonder een vrijwillige bijdrage van ouders. Wij hopen dat iedere ouder die een kind op de school heeft zich verplicht voelt deze vrijwillige bijdrage te voldoen. De ouderraad stelt jaarlijks de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage vast. Voor schooljaar 2009-2010 is deze € 35,00 per kind. De vrijwillige bijdrage gaat naar het ouderfonds. De ouderraad beheert het fonds en legt eens per jaar schriftelijk verantwoording af over de inkomsten en de besteding van de gelden.
9.7 OCO Onderwijs Consumenten Organisatie In het schooljaar 2006 – 2007 is de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO ) Amsterdam opgericht. De OCO richt zich op ouders en leerlingen in het Amsterdamse onderwijs. OCO ondersteunt ouders en leerlingen bij alles wat zij als consument kunnen en willen ondernemen in het onderwijs. Dat kan zijn bij het ondersteunen van het maken voor een keuze voor een school, of informatie over hun rechten in het onderwijs. Op de website van OCO , www.onderwijsconsument.nl wordt informatie over onderwijs in Amsterdam bij elkaar gebracht. OCO is ook telefonisch voor vragen en ondersteuning van onderwijsconsumenten bereikbaar via telefoonnummer: 020-3306320
Als u een klacht heeft over iets dat in of om de school gebeurd is, is het belangrijk dat u op de goede plaats terechtkomt en dat uw klacht zorgvuldig wordt behandeld. Daarom is er voor het openbare scholen Amsterdam West Binnen de Ring een ‘Klachtenregeling openbaar primair onderwijs AWBR ’. De regeling is bestemd voor alle betrokkenen bij het openbaar primair onderwijs: leerlingen, leerkrachten, ouders en verzorgers, directieleden, leden van het schoolbestuur, (ex)leerlingen, vrijwilligers en overige personeelsleden kunnen een klacht indienen.
10.1 Een klacht? Bij het indienen van een klacht kijken wij in eerste instantie of uw klacht binnen de school kan worden opgelost. U bespreekt een klacht eerst met de leerkracht: bijvoorbeeld over de begeleiding van uw kind, over een strafmaatregel of over een voorval op school. Komt u er samen niet uit, dan neemt u contact op met de directie of de interne begeleider. Als ook dit gesprek geen oplossing biedt, kunt u zich wenden tot onze interne contactpersoon. Van de klachten wordt een registratie gemaakt. Dat geldt voor klachten tijdens de overblijf en tijdens de schooluren.
soon, naar het schoolbestuur of naar de landelijke klachtencommissie. Op onze school zijn twee interne contactpersonen. Dit zijn Jacquelien Ossewaarde en Wendy Zoutendijk.
10.3 Vertrouwenspersoon Voor klachten over aantasting van de persoonlijke integriteit (agressie, geweld, discriminatie en seksuele intimidatie) kunt u ook rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon Het schoolbestuur heeft mevrouw Heleen de Jong van PRIMO (Provinciaal Instituut voor Maatschappelijke Ontwikkeling) aangesteld als externe vertrouwenspersoon.
10.2 Interne contactpersoon De interne contactpersoon werkt op onze school en is benoemd door het schoolbestuur. Een contactpersoon houdt zich niet met de inhoud van uw klacht bezig. U bepaalt samen met de contactpersoon hoe uw klacht behandeld kan worden, wat de beste weg is. Dat is bijvoorbeeld doorverwijzen naar de externe vertrouwensper-
10.4 Klachten over persoonlijke (on)veiligheid Voor klachten over seksuele intimidatie bestaat een wettelijke meldplicht door het bevoegd gezag bij de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van Onderwijs. Naast de bestaande aandachtsgebieden kunnen betrokkenen uit het onderwijs
Schoolgids 2010/2011
29
11. Praktische
informatie bij dit meldpunt ook terecht met signalen betreffende discriminatie, fundamentalisme, extremisme en dergelijke.
10.5 Schorsing en verwijdering van een leerling In heel bijzondere gevallen kan een leerling geschorst worden voor een bepaalde tijd en in heel extreme gevallen kan een leerling worden verwijderd van school. De volgende regels gelden hiervoor: Schorsing van een leerling De directeur informeert de leerling (en wanneer de leerling nog geen 18 jaar is, ook de ouders) in ieder geval schriftelijk over: de reden en duur van de schorsing; de mogelijkheid van bezwaar; de manier, waarop dit bezwaar kenbaar gemaakt moet worden. Bij een schorsing van meer dan één dag is de directeur verplicht ook de Inspectie van het Onderwijs op de hoogte te stellen. Bovendien wordt de leerplichtambtenaar dan geïnformeerd. Op het besluit tot schorsing van een openbare school is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Een bezwaarschrift moet binnen de termijn van zes weken zijn ingediend bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag dient binnen vier weken hierop te reageren. Deze termijnen staan ook genoemd in de WPO, WEC, WVO en WEB Verwijdering van een leerling
Verwijdering is een uiterste maatregel die door de wetgever aan strikte voorwaarden is gebonden. Dit is niet verwonderlijk, omdat verwijdering ertoe kan leiden dat een leerling vervolgens geen aansluiting meer vindt bij de samenleving. Voordat het besluit tot verwijdering genomen kan worden, dient het bevoegd gezag de leerling en
30 Schoolgids
2010/2011
zijn ouders te horen. Voor een leerling van het primair onderwijs moet ook de groepsleerkracht gehoord worden. Zodra het besluit tot verwijdering daadwerkelijk een feit is, informeert het bevoegd gezag de leerling (en wanneer de leerling nog geen 18 jaar is ook de ouders) in ieder geval schriftelijk over: de verwijdering en de reden daarvan de wijze, waarop bezwaar tegen de verwijdering gemaakt kan worden. Het bevoegd gezag stuurt een kopie van zijn brief naar de Inspectie van het Onderwijs en naar de leerplichtambtenaar. Definitieve verwijdering kan in beginsel alleen plaatsvinden, wanneer het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. In het basisonderwijs en het beroepsonderwijs geldt de regel dat er toch tot verwijdering kan worden overgegaan, indien de school zonder succes acht weken lang heeft gezocht naar een andere school. De zoektocht heet een inspanningsverplichting. De inspanning moet aantoonbaar zijn. Zodra een andere school bereid is gevonden om de verwijderde leerling op te nemen of na acht weken, vervalt de inspanningsverplichting.
11.1 Uren onderwijs, verlof en vakantie De kinderen van groep 1 tot en met 8 dienen in hun schoolloopbaan 7520 uur onderwijs te hebben gevolgd. Ieder jaar maken wij een berekening voor deze schooluren, de vakanties (meestal vastgesteld door de overheid), vrije dagen, studiedagen en pauzes. (Zie bijlage 3).
11.2 Schoolverzuim Wij willen het schoolverzuim van de kinderen zo laag mogelijk houden. De leerlijn van het kind moet zo min mogelijk onderbroken worden. Dat is het belang van het kind, maar ook het belang van de hele school. Iedereen begrijpt hoe moeilijk het is voortgang aan het onderwijs te geven als tijdens een griepepidemie bijvoorbeeld een deel van de klas thuis is. Allerlei activiteiten, of het nu een toets is of een nieuw reken- of taalprobleem, moeten worden uitgesteld. Verzuim om andere redenen gedurende de schooltijd moet dus zo veel mogelijk worden tegengegaan. 11.3 Extra verlof Indien u voor uw kind extra verlof wilt hebben, kunt u dat aanvragen. Formulieren hiervoor kunt u downloaden van de website en inleveren bij de administratie. De directie zal bij het al dan niet verlenen van het verlof de richtlijnen toepassen zoals die door het bevoegd gezag zijn opgesteld. Deze richtlijnen liggen ter inzage bij de directie. Indien u geen verlof aanvraag heeft ingediend, maar wel verlof neemt, zal de directie dit als ongeoorloofd verzuim moeten melden aan de leerplichtambtenaar van ons stadsdeel. 11.4 Te laat aanwezig zijn Het kan voorkomen dat uw kind niet op tijd op school aanwezig kan zijn. Wilt u dan een briefje meegeven en de school even bellen?
11.5 Ziekte Als uw kind door ziekte niet naar school kan komen, dan verwachten wij dat u tussen acht uur en kwart over acht in de ochtend bericht geeft. Bij langdurige ziekte zal de school contact opnemen met de stichting Onderwijs voor het zieke kind, teneinde onderwijs aan huis te kunnen verzorgen.
11.6 Schooltijden Alle groepen Maandag, dinsdag, donderdag en
vrijdag van: 8.30 tot 12.00 en van 13.00-15.00 uur. Woensdag van 8.30 tot 12.15 De groepen 1 en 2 hebben elke ochtend een spelinloop tot 8.45. Dit is gewoon onderwijstijd! Het is de bedoeling dat alle kinderen om 8.30 op school zijn.
11.7 Halen en brengen Als om tien voor half negen de deur open gaat, kunt u met uw kind mee naar de klas. Begint de leerkracht om half negen met de les, dan vinden wij het prettig als u de klas weer verlaat. Om half 9 gaat er een bel, dit is voor de ouders vanaf de kinderen in groep 3 het teken om de school weer te verlaten. De kinderen van de eerste verdieping komen na schooltijd door de achteringang naar buiten. De kinderen van de begane grond komen door de voordeur naar buiten. U kunt buiten op uw kind wachten.
11.8 De ochtendpauze Halverwege de ochtend is er een korte pauze. De kinderen uit groep 3 t/m 8 gaan dan even naar buiten en kunnen dan ook wat eten. In de onderbouwgroepen is deze pauze een vast moment om samen in de klas fruit te eten en wat te drinken. De kleuters spelen op andere tijden buiten dan de rest van de groepen. Wilt u zorgen dat de kinderen fruit bij zich hebben.
Schoolgids 2010/2011
31
11.9 Overblijven Op onze school regelt kinderopvang Kindercompagnie de Tussen Schoolse Opvang. De kinderen kunnen tussen de middag op school overblijven. Onder toezicht van 2 overblijfkrachten eten de kinderen in de klas hun boterham. Daarna is het tijd voor activiteiten. Om deel te nemen moet u voor ieder kind een inschrijfformulier invullen. Er zijn bovenschoolse kaders opgesteld voor de TSO . Deze kaders liggen ter inzage op school.
kleding. Mocht er dan toch iets zoek raken, dan is het terugvinden in de bak gevonden voorwerpen bij de voordeur een stuk eenvoudiger.
11.14 Schoolbeleid douchen De Leonar-
In samenwerking met Kinderopvangcompagnie biedt de school de gelegenheid tot voor- en/ of naschoolse opvang. Hiervoor moet worden ingeschreven bij Combiwel. De opvang zit in hetzelfde gebouw op de begane grond.
do da Vinci heeft de beschikking over een mooie gymzaal met kleedkamers en douches voor jongens en meisjes apart. De afspraak op school is dat vanaf groep 3 kinderen gestimuleerd worden te douchen na de gymles. Leerkrachten bereiden de kinderen hier goed op voor en gaan ook met de kinderen in gesprek hierover. Mochten er ouders of kinderen zijn die (om wat voor reden dan ook) bezwaar hebben tegen douchen na de gymles dan bespreekt de ouder dit met de leerkracht of neemt de leerkracht dit op met de ouder. Gezamenlijk wordt dan gezocht naar een goede oplossing voor het kind.
11.11 Trakteren Het is feestelijk en op onze
11.15 Aansprakelijkheid De school is niet
school gebruikelijk dat kinderen trakteren als zij jarig zijn. De jarige trakteert in de eigen groep en gaat met twee gekozen klasgenootjes op bezoek bij de andere klassen. Wilt u de kinderen laten trakteren op een kleine, gezonde traktatie?
verantwoordelijk voor de schade aan en vermissing van persoonlijke eigendommen van kinderen of volwassenen. Er is wel een collectieve ongevallenverzekering. Deze geldt gedurende de schooltijd. Het lijkt ons verstandig dat u zelf een persoonlijke WA-verzekering afsluit.
11.10 Buitenschoolse opvang
of calamiteit de opdrachten van de bedrijfshulpverleners opvolgt. De school is bereikbaar door een hek in de poort. Dit hek is gedurende de schooltijden dicht. De conciërge doet het hek 5 minuten voor het einde van de ochtend en de middag open. Ouders kunnen dan het plein op om hun kind op te halen. Onder schooltijd zijn er geen ouders in de school tenzij dit voor ondersteuning (luizencontrole, ouderraad, hulp in de klas etc.) nodig is. De gymtoestellen worden eens per jaar op veiligheid gecontroleerd.
11.12 Hygiëne Hoofdluis komt op veel basisscholen voor. Er is een groep ouders die na iedere vakantie alle kinderen op hoofdluis controleert. Wordt er bij een kind hoofdluis geconstateerd, dan krijgen de betreffende ouders advies over de behandeling. De school heeft een luizenprotocol. Sommige kinderen hebben last van allergieën. In verband hiermee worden honden (en andere huisdieren) in de school niet toegelaten.
11.13 Zorg voor kleding Wilt u aan de jassen een lusje zetten? Het is erg handig voor leerkracht en kind als u de kleding van uw kind van een naametiket voorziet. Dit geldt ook voor gym-
32 Schoolgids
2010/2011
11.16 Veiligheid in school In de school hangen overal plattegronden die in geval van nood de veilige weg naar buiten aangeven. De leerkrachten kunnen een ontruimingsplan in werking stellen. Dat gebeurt onder leiding van bedrijfshulpverleners. Meerdere leerkrachten zijn hiervoor opgeleid. Mocht er iets gebeuren, dan weten de leerkrachten wie ze om hulp kunnen vragen. In geval van brand zullen wij de school onmiddellijk ontruimen. Wij houden hiervoor oefeningen. Het is heel belangrijk dat u tijdens een oefening
Schoolgids 2010/2011
33
bijlage 1
Jaarverslag 2009-2010 Dit was het eerste (hele) schooljaar in het nieuwe gebouw op de Nassaukade. Het was wennen aan de locatie, aan de buren, aan de ruimte en aan alle nieuwe regels die nodig zijn om zaken goed te laten verlopen. Maar het ging goed en we zijn heel erg blij en tevreden met onze nieuwe omgeving.
Hoe zag het jaar er uit? Inhoudelijk
Dit schooljaar is ook voor groep 8 de nieuwe methode voor Aardrijkskunde (De Blauwe Planeet) aangeschaft. Voor de groepen 3 en 4 zijn we ons nog aan het oriënteren. We zijn gestart met het programma van de Vreedzame school. Mede omdat we dit jaar voor het eerst met verschillende partners in één gebouw zitten. Leerkrachten, leidsters en medewerkers van de naschoolse opvang hebben trainingen gevolgd en het programma is in de klassen ingevoerd. Het symbool van de Vreedzame school is ‘Hugg a planet’. Deze wereldbol kunt u in alle groepen vinden. Volgend schooljaar krijgt dit een vervolg. Alle scholen in Amsterdam zijn overgegaan op een nieuw administratiesysteem: ParnasSys. Daar hebben ouders niet zoveel last van. Leerkrachten moeten er echter wel mee leren werken. Op dit gebied zijn er trainingen geweest. Ook deze trainingen gaan volgend jaar verder. Ook voor het gebruik van de digitale schoolborden zijn trainingen gevolgd. De borden hebben enorm veel mogelijkheden in zich. We komen steeds een stapje verder in het gebruik ervan.
34 Schoolgids
2010/2011
Vanaf groep 3 is gestart met een nieuw leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling: Kijk! op Sociale Competentie (geheel digitaal). De onderbouw is gestart met een nieuw leerlingvolgsysteem: Kijk! op ontwikkeling van kinderen (ook geheel digitaal). In de groepen 3 en 4 is men begonnen met (een pilot) Tutorlezen. Dit is een leesstrategie op heterogene niveaus. Oudere kinderen lezen met jongere kinderen. Deze strategie wordt al op veel scholen gebruikt en onderzoek laat zien dat dit goede resultaten heeft voor alle lezers. We hebben dit jaar ook een inhoudelijke ouder-
avond gehad. Hier kon u als ouder verschillende workshops volgen die te maken hadden met ons onderwijsaanbod. Er is (vanuit AWBR) een ouderenquête geweest.
van Os (de ex directeur van het Rijksmuseum) heeft een les aan de groepen 7 en 8 (en ouders) gegeven. Dit was een groot succes en wij waren zeer vereerd dat hij dit wilde doen voor ons.
Organisatie
Het Suikerfeest in oktober. Aan het einde van de Ramadan werden de kinderen (en ouders en leerkrachten) ontvangen op school met heerlijke zoetigheden en thee. Tekenthema ‘s, waaronder bijvoorbeeld het thema: Kleur. De introductie was geweldig! Iedere groep kwam in een andere kleur naar school en dat gaf natuurlijk een mooi effect. Schoolkampen, schoolreisjes en uitstapjes. En niet te vergeten.. voor het eerst op de Nassaukade: het Midzomerfeest. Een mooie traditie, georganiseerd door ouders. Er waren optredens van kinderen en leerkrachten (op een prachtig podium), er waren heerlijke hapjes en het weer werkte goed mee.
Op 1 oktober 2009 waren er 186 kinderen op school. Door een toename van het aantal leerlingen (203 op 1 april 2010) konden we een groeitelling doen en een inloopgroep formeren tot de zomervakantie. Groep blauw zal aan het einde van het schooljaar ongeveer 20 kinderen hebben. Juf Angela is in het nieuwe schooljaar weer helemaal terug. Tijdens haar afwezigheid had de school te maken met vele invallers. Dit is niet altijd gemakkelijk, maar we hebben geprobeerd om dat zo goed mogelijk te laten verlopen. Vanuit AWBR is er een ouderenquête geweest. U heeft de resultaten per mail gekregen. Het is de bedoeling dat er elke 2 jaar een ouderenquête plaatsvindt. We zijn hard bezig om veelgenoemde punten aan te pakken (bijvoorbeeld de TSO, de website en communicatie tussen de verschillende geledingen). We hebben dit jaar mooie projecten gehad
Vanaf dit schooljaar zal er elk jaar een Leonardo da Vincidag zijn op (of rond) 15 april (de geboortedag van Leonardo). Dit jaar stond de dag in het teken van Leonardo ‘de uitvinder’. Rond deze dag zijn er allerlei activiteiten geweest. Kinderen hebben proefjes gedaan in de klassen, ouders hebben workshops gegeven aan de kinderen en er kwamen kunstenaars om lessen te geven. Henk
Schoolgids 2010/2011
35
bijlage 2
bijlage 3
Personeel
Belangrijke data voor het schooljaar 2010/2011
de indeling van de groepen is als volgt:
Groep blauw
Ondersteuning en rugzakbegeleiding
Vakanties en vrije dagen:
Angela Lang en Anneke Barnas-Brouwer (invalster)
Nell Huige
Herfstvakantie
23 t/m 31 oktober
Groep rood
Interne begeleider
Kerstvakantie
18 december t/m 02 januari
Jacquelien Ossewaarde en Anneke Barnas-Brouwer
Bauk van Wijk
Voorjaarsvakantie
19 februari t/m 27 februari
Pasen
22 en 25 april
Groep geel
Administratie
Caroline Haanappel
Ria van Wittmarschen
Meivakantie
30 april t/m 08 mei
Pinkstervakantie
02 juni t/m 13 juni
Groep 3
Coördinatie overblijf
Zomervakantie
23 juli t/m 04 augustus
Donya Carlee en Margo Bucuklar
Elizabeth Punter
Groep 4
Coördinatie VSD
Loes Leinweber en Rozemarijn de Heer
Ria van Wittmarschen
Groep 5
Conciërge
Tineke Huisman en Saida Oulad Radi (tot februari een LIO stage, daarna neemt Rozemarijn deze dagen over)
Larbi Bensabouh
Studiedagen voor het team (kinderen zijn vrij op deze dagen):
26 augustus 2010 25 september 2010 10 februari 2011
Oudercontactpersoon
06 april 2011
Sakina Badho
02 juni 2011
Groep 6
Monique Edelschaap en Wendy Zoutendijk
11 november 2010
Beeldende vorming
01 juli 2011
Anneke de Heij Groep 7
Bijzondere dagen waarop er geen school is:
Thijs Roovers (LIO stage) en Anne Bruinsma
Bewegingsonderwijs
Kris Vonk Groep 8
Marjon Eijgensteijn en Sabine Kuiper
Vrijdagmiddag 03 december Vrijdagmiddag 17 december
Directeur
Bouwien van Weringh
Belangrijke data:
23 september 2010 schoolfotograaf 15 t/m 17 september 2010 schoolkamp groep 7 (Soest) 15 t/m 17 september 2010 schoolkamp groep 8 (Texel) 16 december 2010 kerstmaaltijd
36 Schoolgids
2010/2011
Schoolgids 2010/2011
37
bijlage 4
adressen
Toetskalender schooljaar 2010-2011 groep
maand
o.b.s. Leonardo da Vinci
OKC
directeur drs. Bouwien v. Weringh
Brederostraat 108
toets
Nassaukade 342a
1054 VH Amsterdam telefoon 020 - 5555726
1-2
November
KIJK registratie
1053 LW Amsterdam
1-2
Juni
KIJK registratie
telefoon 020 - 6127267
Naschoolse Opvang Leonardo da Vinci
telefoon 020 - 6839110
2
Januari
CITO Ordenen
Bestuur o.b.s. Leonardo da Vinci
2
Januari
CITO Taal voor kleuters
Amsterdam West Binnen de Ring,
2
Juni
CITO Taal voor kleuters
stichting voor openbaar primair onderwijs
Peuterspeelzaal Mona Liesje
Bezoekadres: De Baarsjesweg 224
telefoon 020 - 6892235
(c, d en e januari-scores)
1058 AA Amsterdam
3
September / Oktober
Herfstsignalering dyslexie protocol
Postadres: Postbus 59601
Schoolarts GGD
3
Februari / Maart
2e signalering dyslexie protocol
1040 LC Amsterdam
S. Osenga
3
Mei
3e signalering dyslexie protocol
telefoon 020 - 5150440
Brederodestraat 108
3
Februari / Maart
CI TO spelling
e-mail;
[email protected]
1054 VH Amsterdam
www.awbr.nl
020-5555726
4
Oktober
1e signalering dyslexie protocol
4
Januari / Februari
2e signalering dyslexie protocol
Rijksinspectie
Schoolmaatschappelijk werkster
4
eind Maart
3e signalering dyslexie protocol
Kantoor Haarlem
Mireille Nijmann
4
eind Mei
4e signalering dyslexie protocol
Postbus 431
Afspraken via de Interne Begeleider
2100 AK Heemstede 3–4
Juni
CITO begrijpend lezen
telefoon 023 - 5483489
Schoolverpleegkundige
A. de Jong 3–7
Mei
CITO rekenen en wiskunde
Interne vertrouwenspersonen
adres is hetzelfde als schoolarts
3–7
Juni
CITO-spelling
Wendy Zoutendijk en
[email protected]
3–8
November
Kijk op sociale competentie
Jacquelien Ossewaarde.
3–8
Januari
AVI-toets
3–8
Januari
CITO rekenen en wiskunde
Externe vertrouwenspersoon
activiteiten
3–8
Mei
AVI-toets
Heleen de Jong van PRI MO
Ria van Wittmarschen
3–8
Mei
Kijk op sociale competentie
PRI MO
telefoon 020 - 6127267
Coördinator overblijf en naschoolse
Postbus 106 4–8
Oktober
AVI-toets
1440 AC Purmerend
Vertrouwensinspecteur
4–8
December / Januari
CITO begrijpend lezen
telefoon 0299 - 418700
Inspectie van het Onderwijs
4–8
Januari
CITO-spelling
e-mail:
[email protected]
telefoon 0900 – 1113111
4–8
Januari
CITO rekenen en wiskunde
7
Mei
CITO-entreetoets
Plaatsingsbureau West Landelijke klachtencommissie
[email protected]
LKC (Landelijke Klachten Commissie)
020 2530326
Postbus 85191, 3508 AD Utrecht 8
Februari
CITO eindtoets
telefoon 030 2809590 www.onderwijsgeschillen.nl
Schoolgids 2010/2011
39
vormgeving: resia bibo | geprint door Speed-O-Print