Scholing bij werktijdverkorting

Scholing bij werktijdverkorting Afstudeeronderzoek Masteropleiding: HRM Arbeid, Organisatie en Beleid 2007-2009 AIAS Amsterdam

Arnoud Boeve

Scholing bij werktijdverkorting


2

Kredietcrisis binnen bedrijven • Vanaf 2008 grote vraaguitval bij bedrijven. • De overheid biedt bedrijven de mogelijkheid werktijdverkorting (WTV) aan te vragen. • Bedrijven krijgen toestemming voor WTV wanneer de omzet met tenminste 30% is afgenomen. Scholing bij werktijdverkorting

3

Aanvullende voorwaarde voor WTV:

• Aanbieden van scholing en/of detachering van werknemers die gebruik maken van de WTV regeling.


4

Onderzoeksvragen : • Hoe wordt scholing in het kader van de WTVrespectievelijk de WW-deeltijdregeling door werkgevers en werknemers in de bedrijfspraktijk toegepast? • Welke motieven zijn te onderscheiden waarom de werkgever deze scholing aanbiedt? • In hoeverre past de aangeboden scholing bij de huidige of toekomstige functiestructuur binnen het bedrijf? • Hoe worden de werknemers betrokken bij de keuze van het scholingsprogramma? • Aanbieden van scholing en/of detachering van werknemers die gebruik maken van de WTV regeling.


5

• 853 bedrijven hebben gebruik gemaakt van de WTV Regeling. • In het onderzoek zijn 3 (productie)bedrijven betrokken.


6

Betrokken partijen:


7

Welke scholing hebben bedrijven m.n. aangeboden?

• Veiligheids Checklist Aannemers (VCA) • Bedrijfshulpverlening (BHV) • Korte scholing op het gebied van veiligheid en gezondheid • Training on the job


8

Twijfel over de invulling WTV • Een bedrijf heeft tijdens de WTV-regeling de vergoeding niet gebruikt voor scholing, maar voor het opstarten en verbeteren van een extra productielijn.


9

Hoe wordt scholing in het kader van de WTV toegepast?

• Top- down • Gericht op het verbeteren van het productieproces van elk individueel bedrijf.


10

Bevindingen • Bedrijven hebben er rekening mee gehouden dat de economische crisis van tijdelijke aard is • Het MT en de vakbonden hebben een belangrijke rol vervuld. • De OR’en hebben de verantwoordelijkheid neergelegd bij de vakbonden en de werkgever. • Mobiliteitscentra zijn niet bij de WTV-regeling betrokken. • Een beperkt aantal werknemers is gedetacheerd. • Bijna alle tijdelijke arbeidsovereenkomsten zijn niet verlengd.


11

Conclusies • • • • • • • •

Werkgevers zien voor de periode deeltijd WW problemen HRM had mobiliteitsbureaus kunnen/moeten inschakelen. Vakbonden zien de WTV als kans om zichzelf te profileren en het bedrijvenwerk verder uitbreiden. Vakbonden hadden meer kunnen inzetten op scholing van de ORleden en externe mobiliteit OR’en moeten erg wennen aan hun rol en laten dit over aan de vakbonden. De overheid controleert onvoldoende op de uitvoering waardoor misbruik op de loer ligt. Er is weinig in scholing geïnvesteerd bij allochtone en laaggeletterde werknemers. Er is nauwelijks geïnvesteerd in een transitie van werk naar werk op de externe arbeidsmarkt.


12

Adviezen •

Scholing van de ondernemingsraadsleden is gewenst tijdens de periode van deeltijd WW

•

Vakbonden zouden zich meer moeten verdiepen in de mogelijkheden die de WTV biedt aan werknemers en bedrijven.

•

De afdelingen HRM en de directies die gebruik maken van de deeltijd WW kunnen een beroep doen op mobiliteitscentra. Dit kan extra kosten besparen.

•

Biedt allochtone en autochtone werknemers een praktijkgerichte cursus aan in combinatie met een cursus Nederlands

•

Beperk de mogelijke risico van hoge ontslagkosten van hoger opgeleide werknemers door hen een vertrekregeling aan te bieden en eventueel de kosten voor extern gerichte scholing te betalen. Scholing bij werktijdverkorting

13

Scholing bij werktijdverkorting

Recommend Documents