Schietsportcentrum Emmen Haalbaarheidsonderzoek bodembeschermende maatregelen
Definitief
KNSA
Grontmij Nederland B.V. Groningen, 17 december 2013
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2
Algemeen ...................................................................................................................... 4 Aanleiding en doel ........................................................................................................ 4 Werkwijze ...................................................................................................................... 5
2 2.1 2.2 2.3
Huidige situatie ............................................................................................................. 6 Ligging en maaiveldhoogte ........................................................................................... 6 Bodem en grondwater ................................................................................................... 6 Oppervlaktewater .......................................................................................................... 7
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4
Afdichtingsystemen ....................................................................................................... 8 Functionele eisen .......................................................................................................... 8 Kunstgras ...................................................................................................................... 8 Schematische beschrijving ........................................................................................... 8 Afvangen van loodhagel ............................................................................................... 9 Beheer en onderhoud ................................................................................................... 9 Aandachtspunten .......................................................................................................... 9 Asfalt ............................................................................................................................. 9 Schematische beschrijving ........................................................................................... 9 Afvangen van loodhagel ............................................................................................. 10 Beheer en onderhoud ................................................................................................. 10 Aandachtspunten ........................................................................................................ 10 Stelcon ........................................................................................................................ 10 Schematische beschrijving ......................................................................................... 10 Afvangen van loodhagel ............................................................................................. 11 Beheer en onderhoud ................................................................................................. 11 Aandachtspunten ........................................................................................................ 11 Eco beschermlaag ...................................................................................................... 11 Schematische beschrijving ......................................................................................... 11 Afvangen van loodhagel ............................................................................................. 12 Beheer en onderhoud ................................................................................................. 12 Aandachtspunten ........................................................................................................ 12
4 4.1 4.2
Kosten en vergelijking ................................................................................................. 13 Investering................................................................................................................... 13 Vergelijking.................................................................................................................. 13
5 5.1 5.2
Conclusie en aanbeveling ........................................................................................... 14 Conclusie .................................................................................................................... 14 Aanbeveling ................................................................................................................ 14
Bijlage 1:
Kostenramingen
Pagina 3 van 14
1
Algemeen
In opdracht van de KNSA is de onderhavige haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden om verontreiniging van bodem en grondwater met lood te voorkomen door bodembeschermende voorzieningen te treffen. 1.1 Aanleiding en doel De Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) beschikt over een schietbaan aan de Veenakkers 30 te Emmer-Compascuum. Op deze baan kan, als enige locatie in Nederland, geschoten worden met loodhagel. Omdat loodhagel kan leiden tot bodemverontreiniging, is in artikel 2 van het Besluit kleiduivenschieten Wms vastgesteld dat de schietbaanhouder de bodemkwaliteit moet monitoren en beheersen. Daarnaast heeft het ministerie de KNSA verplicht om maatregelen te treffen om verspreiding van lood naar bodem en grondwater te voorkomen. In onderstaande afbeelding is de ruimtelijke ligging van de onderzoekslocatie weergegeven. Afbeelding 1.1 Ligging onderzoekslocatie
Om de kwaliteit van de bodem en het grondwater te beschermen, zijn maatregelen voor het afdekken van de bodem vereist. Loodhoudende hagel blijft na het afschieten achter op het maaiveld. Door het maaiveld te voorzien van een afdeklaag kan dit lood worden verwijderd. Vermenging van looddeeltjes met de bodem en percolatie van met lood verontreinigd hemelwater wordt hiermee voorkomen.
Pagina 4 van 14
Algemeen
1.2 Werkwijze De bovenafdichting kan met verschillende maatregelen worden uitgevoerd. Elke maatregel heeft zijn eigen randvoorwaarden en kenmerken. Als eerste is de huidige situatie met betrekking tot de inrichting en ondergrond beschreven. Om een goede afweging te maken tussen de verschillende maatregelen zijn de afdichtingssystemen in hoofdstuk 3 verder uitgewerkt. In hoofdstuk 4 zijn de maatregelen met elkaar vergeleken om tot een voorkeursmaatregel te komen.
Pagina 5 van 14
2
Huidige situatie
2.1 Ligging en maaiveldhoogte De locatie ligt tussen de kernen Emmen en Emmer-Compascuum aan de Pottendijk. De schietbaan van de KNSA beslaat een terrein van circa 11 hectare. Het terrein is ingericht als schietbaan en deels begroeid met gras, struweel en bomenopstand. Afbeelding 2.1 impressie schietbaan
Het terrein is voor de veiligheid van de omgeving en ter beperking van geluidshinder omringd door een grondwal. De maaiveldhoogte van het gebied bedraagt circa NAP 12,5 m à NAP 13,0 m. 2.2 Bodem en grondwater De bodem is volgens de bodemkaart te classificeren als zanddek op veen op zand; veengrond met een veenkoloniaal dek op zand (iVz). De resultaten van eerder uitgevoerde boringen (Grontmij, augustus 2010) komen hiermee overeen. De bodem bestaat uit overwegend fijn zand met lokaal veenlagen (tussen 0,5 en 1,5 m –mv) en resten veen. Ook is op een aantal plaatsen een kleilaag aangetroffen. De zandige bovengrond heeft een organische stofgehalte van circa 3-4% en een leemgehalte van 8-11%. In onderstaande afbeelding is een representatief boorprofiel weergegeven.
Pagina 6 van 14
Huidige situatie
Afbeelding 2.2 representatief boorprofiel
De locatie is gekarakteriseerd met grondwatertrap V. De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) ligt tussen 0,25 en 0,4 m –mv, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) op >1,2 m –mv ligt. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek en de Bodematlas Drenthe is een GHG van 0,4 m als uitgangspunt voor het verdere ontwerp vastgesteld. 2.3 Oppervlaktewater De onderzoekslocatie ligt in het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa’s; het watersysteem ter plaatse maakt onderdeel uit van het deelgebied ‘Veenkoloniën’. Aan de westzijde grenst de locatie aan een watergang van het waterschap. Binnen de grenzen van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.
Pagina 7 van 14
3
Afdichtingsystemen
3.1 Functionele eisen Het aan te leggen afdichtingsysteem moet primair voorkomen dat de loodhagel zich kan vermengen met de bodem. Bij blootstelling aan afwisselend lucht en water gaat lood na verloop van tijd oxideren. Bij langdurig verblijf op het maaiveld kan geoxideerd lood in principe in beperkte mate met infiltrerend hemelwater worden meegevoerd in de bodem. Uit grondwatermonitoring blijkt overigens dat dit nauwelijks lood bevat. Het systeem moet zodanig zijn uitgevoerd dat de loodhagel zich niet kan mengen met de bodem en dat de hagel regelmatig kan worden verwijderd, dan wel hemelwater niet in de bodem kan infiltreren. 2 Op basis van een inschatting door de opdrachtgever dient circa 60.000 m voorzien te worden van een afdichtingsysteem. In samenspraak tussen de KNSA, Van den Bos Milieuadvies en Grontmij zijn vier systemen bepaald die nader onderzocht worden op hun haalbaarheid, te weten: 1. kunstgras; 2. asfalt; 3. stelconplaten; 4. eco beschermlaag. De bovenstaande systemen zijn verder uitgewerkt, zodat een goede afweging voor een voorkeursvariant is te maken. 3.2 Kunstgras 3.2.1 Schematische beschrijving De constructie bestaat uit een zandingestrooide kunstgrasmat op geotextiel op zand. Voor uitvoering van toekomstig beheer en onderhoud is voldoende draagkracht noodzakelijk. Globaal houdt dit in dat de bodem voldoende doorlatend moet zijn en dat de grondwaterstand op minimaal 0,7 m –mv staat. Om hieraan te voldoen wordt de bestaande begroeiing verwijderd en de zode gefreesd. Vervolgens wordt circa 0,55 m teelaarde afgegraven en afgevoerd. Hiermee wordt het reeds aanwezige lood afgevoerd. Vervolgens wordt de locatie opgehoogd met 0,85 m zand (voldoet qua samenstelling aan de eisen van ‘zand voor zandbed’ conform de RAWsystematiek). Om de ontwatering te garanderen wordt het cunet op 0,7 m onder het nieuwe maaiveld voorzien van drainage. De draindiepte komt overeen met de huidige ingeschatte GHG.
Pagina 8 van 14
Afdichtingsystemen
In onderstaande afbeelding is de constructie schematisch weergegeven.
40 mm kunstgrasmat ingestrooid met zand Geotextiel 850 mm zandonderbouw: M50 – cijfer > 180 µm
Drainage 0,7 m –mv, h.o.h. 8 m.
3.2.2 Afvangen van loodhagel Hoofddoel is het periodiek verwijderen van de loodhagel van het maaiveld. Voor sportveldonderhoud zijn specialistische machines beschikbaar die de gehele infill-laag uit de mat kunnen verwijderen en vervangen door een nieuwe infill. De verwijderde infill kan vervolgens middels zeven worden gezuiverd van de loodhagel en worden hergebruikt. De frequentie van reiniging kan worden afgestemd op de intensiteit van het gebruik. Op basis van onze ervaringen in het sportveldonderhoud is een reiniging van de infill van eens in de twee jaar reëel. 3.2.3 Beheer en onderhoud Daarnaast bestaat het beheer en onderhoud voornamelijk uit het verwijderen van vuil en blad en uit het borstelen van de mat om verkitting en verdichting van het infillzand tegen te gaan. Dit verslechtert de waterdoorlatendheid en geeft daardoor meer kans op mos en algen. Regelmatig borstelen voorkomt ook dat ingewaaid onkruid en gras tot groei komt. Gezien de beperkte belasting wordt een levensduur van de toplaag van circa 25 jaar verwacht. 3.2.4 Aandachtspunten Voor de toepassing van kunstgras zijn de volgende aandachtspunten benoemd: voldoende draagkracht in de constructie om onderhoud mogelijk te maken; scheiden van loodhagel en infill-zand is geen standaardhandeling; het kunstgras dient aaneengesloten en voldoende stabiel te zijn verlegd. Gebruik van afgeschreven kunstgras is vanwege verschil in poollengte, kleur, samenstelling en afmeting vanuit praktische overwegingen niet mogelijk. 3.3 Asfalt 3.3.1 Schematische beschrijving Voor uitvoering van toekomstig beheer en onderhoud is voldoende draagkracht noodzakelijk. Globaal houdt dit in dat de bodem voldoende doorlatend moet zijn en dat de grondwaterstand op minimaal 0,7 m –mv staat. Om hieraan te voldoen wordt de bestaande begroeiing verwijderd en de zode gefreesd. Vervolgens wordt circa 0,55 m teelaarde afgegraven en afgevoerd. Hiermee wordt het reeds aanwezige lood afgevoerd. In het ontstane cunet (een uitgraving van de natuurlijke ondergrond waarbij slecht draagkrachtige lagen worden verwijderd) wordt een zandbed, bestaande uit 0,6 m (voldoet qua samenstelling aan de eisen van ‘zand voor zandbed’ conform de RAW-systematiek) aangebracht.
Pagina 9 van 14
Afdichtingsystemen
Hierop wordt een asfaltconstructie aangelegd, bestaande uit een laag van 150 mm puingranulaat 0/32 met daarop een laag van SMA van 100 mm. Gezien het beoogde gebruik zal het asfalt slechts zeer beperkte belasting te verduren krijgen tijdens onderhoudswerkzaamheden. De opbouw van de constructie is dan ook afgestemd op de verwachte belasting.
100 mm asfalt DAB 150 mm puingranulaat 0/32
600 mm zandonderbouw: M50 – cijfer > 180 µm
3.3.2 Afvangen van loodhagel Hoofddoel is het afvangen van de loodhagel van het maaiveld. Dit kan eenvoudig door een reguliere veeg-/zuigmachine te gebruiken. De frequentie van reiniging wordt bepaald door de intensiteit van het gebruik en de mate waarin men ophoping van loodhagel op het maaiveld toestaat. Voor deze situatie is het uitgangspunt dat het 2x per jaar reinigen van de locatie met een veeg-/zuigwagen volstaat. Asfalt laat geen water door, waardoor aanvullende afwateringsvoorzieningen (kolken, regenwaterriool) noodzakelijk zijn. Dit water kan niet zonder meer worden geloosd op oppervlaktewater, maar moet binnen het gebied worden vastgehouden en vervolgens vertraagd worden afgevoerd. Vanwege het extensieve gebruik dienen deze voorzieningen ook extensief gereinigd te worden. Het eens per jaar reinigen van de kolken volstaat. 3.3.3 Beheer en onderhoud Asfalt vraagt nauwelijks onderhoud of beheer, hoogstens kan er door zettingen in de ondergrond scheurvorming optreden. Gezien de beperkte belasting is de kans op schade niet groot. Mocht dit incidenteel toch optreden, dan is het zaak deze tijdig te dichten, aangezien grote temperatuursschommelingen (vorst of extreme warmte) de scheuren kunnen verergeren. Op basis van onze ervaringen met geasfalteerde NAM-locaties is het benodigde onderhoud minimaal. Afhankelijk van de omstandigheden kan na 20 jaar een nieuwe slijtlaag worden aangebracht. Door de beperkte belasting is een levensduur van de toplaag van de constructie van circa 40 jaar reëel. De levensduur van de onderbouw is langer. 3.3.4 Aandachtspunten Voor de toepassing van asfalt zijn de volgende aandachtspunten benoemd: Voor de afwatering zijn aanvullende voorzieningen nodig. Loodhagel kan eenvoudig worden opgeveegd of uit de zandvangen van de toe te passen kolken worden gehaald. Afstromend water van verhard oppervlak dient zoveel mogelijk binnen het gebied te worden geborgen en geïnfiltreerd. Hiervoor dient een buffer voor 80 l/m2 (komt overeen met 4.800 m3, eis waterschap Aa’s en Hunze) te worden gerealiseerd.
3.4 Stelcon 3.4.1 Schematische beschrijving De constructie bestaat uit een laag van puingranulaat 0/16 met daarop stelconplaten van 200x20x12m. Voor uitvoering van toekomstig beheer en onderhoud is voldoende draagkracht noodzakelijk. Globaal houdt dit in dat de bodem voldoende doorlatend moet zijn en de grondwaterstand op minimaal 0,7 m –mv staat. Om hieraan te voldoen wordt de bestaande begroeiing verwijderd en de zode gefreesd. Vervolgens wordt circa 0,55m teelaarde afgegraven en afgevoerd.
Pagina 10 van 14
Afdichtingsystemen
Hiermee wordt het reeds aanwezige lood afgevoerd. In het ontstane cunet wordt een zandbed, bestaande uit 0,71m (voldoet qua samenstelling aan de eisen van ‘zand voor zandbed’ conform de RAW-systematiek) aangebracht.
140 mm stelcon
710 mm zandonderbouw: M50 – cijfer > 180 µm
3.4.2 Afvangen van loodhagel Hoofddoel is het afvangen van de loodhagel van het maaiveld. De werking van stelcon is vergelijkbaar met een asfaltconstructie. De voegen kunnen worden afgedicht met een voegmateriaal, waardoor de loodkogeltjes niet in aanraking met de bodem kunnen komen. Door een reguliere veeg-/zuigmachine te gebruiken, kunnen de resten loodhagel worden verzameld. De frequentie van reiniging wordt bepaald door de intensiteit van het gebruik en de mate waarin men ophoping van loodhagel op het maaiveld toestaat. Voor dit geval is uitgegaan van het 2x per jaar reinigen van de locatie met een veeg-/zuigwagen. Stelcon laat nauwelijks tot geen water door, waardoor aanvullende afwateringsvoorzieningen (kolken, regenwaterriool) noodzakelijk zijn. Dit water kan niet zonder meer worden geloosd op oppervlaktewater, maar moet binnen het gebied worden vastgehouden en vervolgens vertraagd worden afgevoerd. 3.4.3 Beheer en onderhoud Stelcon vraagt geen onderhoud of beheer; hoogstens kunnen de platen wat verzakken door zettingen in de ondergrond. Verzakkingen kunnen relatief eenvoudig worden verholpen door deze te ondervullen met straatzand. Vanwege het extensieve gebruik is het uitgangspunt dat 2x per jaar reinigen van de locatie met een veeg-/zuigwagen volstaat. Door het beoogde gebruik is de levensduur van de stelconverharding op 40 jaar geschat. Ook hier geldt dat de levensduur van de onderbouw langer is. 3.4.4 Aandachtspunten Voor de toepassing van stelcon zijn de volgende aandachtspunten benoemd: Voor de afwatering zijn aanvullende voorzieningen nodig. Loodhagel kan eenvoudig worden opgeveegd of uit de zandvangen van de toe te passen kolken worden gehaald. Voegen dienen te worden afgedicht. Afstromend water van verhard oppervlak dient zoveel mogelijk binnen het gebied te worden geborgen en geïnfiltreerd. Hiervoor dient een buffer voor 80 l/m2 (komt overeen met 4.800 m3, eis waterschap Aa’s en Hunze) te worden gerealiseerd. 3.5 Eco-beschermlaag 3.5.1 Schematische beschrijving De constructie bestaat uit een natuurgrasmat met een zuiverende basis op een geotextiel. Het geotextiel vormt de scheiding tussen de oorspronkelijke bodem en de beschermende voorziening. Door de samenstelling van de toplaag te optimaliseren worden de in infiltrerend regenwater opgeloste looddeeltjes zoveel mogelijk geadsorbeerd en afgevangen. In de huidige situatie is een groot deel van het terrein bedekt met gras en begroeiing. Ten aanzien van de ontwateringssituatie en de bodemsamenstelling zijn geen grote ingrepen noodzakelijk om het systeem aan te kunnen leggen.
Pagina 11 van 14
Afdichtingsystemen
Na het verwijderen van de begroeiing en het frezen van de zode wordt de bovenste teelaardelaag ontgraven en in depot gezet. Na depotkeuring wordt deze grond afgevoerd, waarmee het reeds aanwezige lood wordt verwijderd. In het verkregen cunet wordt een geotextiel aangebracht, waarop de basis voor de eco-beschermlaag wordt aangebracht. Deze ecobeschermlaag wordt ingezaaid met gras.
150 mm natuurgras constructie met ecobeschermlaag Geotextiel 300 mm zandonderbouw: M50 – cijfer > 180 µm
Door de toepassing van een geotextiel is de beschermende laag altijd terugneembaar en wordt voorkomen dat er vermenging optreedt van lood met de bodem. 3.5.2 Afvangen van loodhagel De neergekomen loodhagel wordt opgevangen in de toplaag. Deze toplaag kan eenvoudig (deels) verwijderd worden en middels zeven of spoelen is lood terugwinbaar. Door de samenstelling van de toplaag te optimaliseren (voldoende hoge pH, zodat lood zo min mogelijk uitloogt en voldoende organische stof om ‘vrij lood’ te binden), kan de filterende en absorberende werking worden gemaximaliseerd. In het duurzaam waterbeheer is hier veel er1 varing mee opgedaan. Toepassing van speciale bodempassages* in wegbermen en wadi’s (oppervlakkige waterbuffers) zijn beproefde methoden om infiltrerend water te zuiveren van o.a. zware metalen. 3.5.3 Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van de grasmat bestaat voornamelijk uit het in stand houden van een goede grasmat. Maaien, verwijderen van vuil en blad en periodiek bemesten en beluchten zijn de belangrijkste maatregelen. De gehele constructie is waterdoorlatend, waardoor geen aanvullende ontwateringsvoorzieningen noodzakelijk zijn en het aanwezige watersysteem zo min mogelijk verstoord wordt. De vervangingstermijn van de constructie hangt af van de oplading van de constructie met lood. Op basis van de bestaande monitoringsgegevens wordt een reële levensduur van 10 jaar verwacht. 3.5.4 Aandachtspunten Voor de toepassing van natuurgras zijn de volgende aandachtspunten benoemd: Het scheiden van loodhagel uit zand is geen standaardhandeling. Verwacht wordt dat het vaste lood zich concentreert in de bovenste 3-5 cm, waardoor de te reinigen c.q. af te voeren hoeveelheid beperkt zal zijn.
1
De ideale samenstelling van de toplaag heeft een lutumgehalte van 3-5% en 2-4% aan organische stof. Het organische stofgehalte van de huidige bovengrond voldoet hier prima aan. In het gebied is geen lutum, maar wel leem aangetroffen. Het waargenomen percentage ligt tussen 8-11%. Dit houdt in dat de huidige toplaag geschikt is te maken voor toepassing in de bodempassage. Om de doorlatendheid en de pH nog te optimaliseren kan de grond worden opgemengd met leemarm grof zand en kalk.
Pagina 12 van 14
4
Kosten en vergelijking
4.1 Investering Op basis van de uitgangspunten uit hoofdstuk 2 is per systeem een globale kostenraming voor de aanleg opgesteld; deze zijn in bijlage 1 opgenomen. Verder zijn de afschrijvingstermijnen en vervangingskosten bepaald; hiervoor is gebruik gemaakt van ervaringen in vergelijke situaties. In onderstaande tabel zijn de investeringskosten en jaarlijkse kosten weergegeven. Tabel 4.1
Overzicht investeringen (afgerond op 100-tallen)
Type kosten
Kunstgras
Aanlegkosten Geschatte levensduur bovenste laag van de constructie Reservering voor vervanging (afhankelijk van levensduur) van de bovenste laag van de constructie1 Onderhoudskosten
2
Investering over looptijd van 40 jaar
Asfalt
Stelcon
Ecobeschermlaag
2.398.000,00
3.072.500,00
3.791.000,00
476.500,00
25 jaar
40 jaar
40 jaar
10 jaar
37.000,00
31.000,00
50.000,00
30.700,00
29.000,00
3.300,00
6.300,00
31.000,00
4.438.700,-
6.042.200,00
5.028.400,00
2.956.480,00
1
verwijderen kunstgras/asfalt/stelcon of eco-beschermlaag, afvoeren en vervangen 2 reinigen van het oppervlak, eventuele afwatering en andere voorzieningen
De investeringskosten zijn inclusief eventueel benodigde afwateringssystemen en waterberging. De bovenstaande bedragen zijn gebaseerd op onze kostenkentallen en geven een indicatie. 4.2 Vergelijking Om tot een onderbouwde keuze voor een beschermende voorziening te komen, zijn de constructies op een aantal essentiële onderdelen onderling met elkaar vergeleken. De resultaten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 4.2
Weging
Factor
Kunstgras
Asfalt
Stelcon
Ecobeschermlaag
Afvangen van lood hagel
+
++
+
++
Zuiveren van percolatiewater
+
0
0
++
Invloed op watersysteem
0
-
-
+
Uitstraling
+
-
--
+
5,0 miljoen
4,4 miljoen
6,0 miljoen
3,0 miljoen
Kosten over 40 jaar
Pagina 13 van 14
5
Conclusie en aanbeveling
5.1 Conclusie Op basis van de huidige situatie ter plaatse van de schietbaan Pottendijk, de benodigde functionele eisen van de bodembeschermende maatregelen en de vergelijking van een viertal mogelijke maatregelen is geconcludeerd dat de variant ‘Eco-beschermlaag’ de best toepasbare maatregel is. Deze praktische maatregel heeft een natuurlijke, sportieve uitstraling en beschermt de bodem optimaal tegen een verontreiniging met loodhoudende munitie. 5.2 Aanbeveling Met meer informatie over de huidige inrichting en omvang van het benodigde beschermingsgebied kan het ontwerp van de benodigde maatregelen nog verder worden aangescherpt en geoptimaliseerd.
Pagina 14 van 14
Bijlage 1
Kostenramingen
Kostenramingen
Constructie 1:
kunstgras
Constructie 2: asfalt
Kostenramingen
Constructie 3:
stelcon G ro nt m ij N e de rla nd B .V .
Statio nsplein 12
Proj.nr. Datum
: 333530 : 11 december 2013
9401LB A ssen P o stbus 29 9400 A A A ssen T +31592 33 88 99 F +31592 33 06 67 W www.gro ntmij.nl
Globale kostenraming inzake : Schietsportcentrum Emmen Onderdeel: Aanbrengen stelconplaten Opdrachtgever: Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie
Volgnr.
Omschrijving
Eenheid
Hoeveelheid
Eenh. prijs
Totaal
1 2 3
Opruim ingsw erk Verw ijderen onderbegroeiing t.p.v. bosperceel Verw ijderen bosperceel Diversen opruimingsw ek
are are eur
155 300 1.000
75,00 100,00 1,00
11.625,00 30.000,00 1.000,00
4 5 6 7
Grondw erk Grond ontgraven uit cunet dik 0,55 m (teelaarde) Afvoeren vrijgekomen teelaarde Keuringskosten vrijgekomen teelaarde (AP04) Aanvullen cunet met zand in zandbed dik 0,71 m
m3 m3 st m3
33.000 33.000 6 42.600
1,25 9,00 1.500,00 11,00
41.250,00 297.000,00 9.000,00 468.600,00
8 9 10 11
Waterberging Grond ontgraven uit w adi Grond vervoeren en verw erken in kade rond terrein Aanbrengen knijpstuw incl. afvoer beton diam. 500 mm Afw erken en inzaaien kade
m3 m3 st are
4.800 4.800 1 35
1,50 3,25 5.000,00 12,50
7.200,00 15.600,00 5.000,00 437,50
12 13 14
Afw atering Aanbrengen straatkolken Aanbrengen kolkafvoer PVC diam. 125 mm, incl. grondw erk Aanbrengen hulpstukken t.b.v. kolkafvoer
m m st
112 3.500 500
225,00 17,00 9,00
25.200,00 59.500,00 4.500,00
15 16
Verhardingen Afw erken, profileren en verdichten zandbaan Aanbrengen stelconplaten 2000 x 2000 x 140 mm
m2 st
60.000 15.000
0,25 128,00
15.000,00 1.920.000,00
17
Overig Eenmalige kosten
eur
5.000
1,00
5.000,00
SUBTOTAAL Uitvoeringskosten, algemene kosten, w . & r. Onvoorzien
Ter afronding
Aanneem som , excl. BTW
Uitgangspunten raming : - terrein is vrij van obstakels en kabels/leidingen - teelaarde vervalt aan de aannemer - transportafstand vrijkomende grond max. 10 km - aanbrengen straatkolken, één per ca. 500 m2
2.915.912,50 15 % 15 %
437.386,88 437.386,88
313,75
3.791.000,00
Kostenramingen
Constructie 4:
eco beschermlaag